All-round vakman droomt van een wereldtitel PETER POST schudt neen tegen Tour de France en „monsterrit" Jan Pieterszoon Sweelinck ^eel te danken compagnon Rik van Looy Eerste zesdaagse BIJ ZIJN VIERDE EEUWFEEST „Het Wonderin de beeldende kunst Nieuwe machine leest getypte formulieren Tentoonstelling in Aartsbisschoppelijk Museum ZIELELEIDING en moderne geneeskunde cZ TIJD-MAASEODL ZATERDAG 12 MEI 1962 PAGINA Peter Post, wenken de Franse wielerbazen, Bordeaux-Parijs en de Tour de France verwachten u. Gij bezit alles om in de krachtproef van het jaar én in de monsterrit naar de Lichtstad Voor sensaties te zorgen. Rik van Looy, uw briljante compagnon Voor de wintermaanden, doet ook mee. Hij zal op de machtige hel- "Rgen van het Franse land zijn eerste Tour „keizerlijk" willen aan pakken. Kunt gij dan achterblijven? Neen toch, of waren uw verbluf fende overwinningen in de Ronde van Duitsland en de Ronde van •Belgisch Limburg slechts stormpjes in een glas water, variaties op een rist van baansuccessen die u zich veroorloofde om de slaven Van de weg een poets te bakken? Peter Post schudt treurig, maar Vastberaden het blonde hoofd. „Luister", zegt hij, „zal ik in de Tour 0e France gaan, de bedrieglijkste gebeurtenis van het wielerseizoen, °ni mijn training voor het wereldkampioenschap achtervolging in de V'ar te sturen? Bordeaux-Parijs, ja, daar had ik zin in. Maar nu de Ronde van Nederland, waarin ik genoeg kilometers zou hebben gemaakt om de 27e mei op temperatuur te zijn, is afgelast, heb ik dat ook afgeketst". Wat niet wegneemt, dat Peter Post, de onbetwiste tneester van het omnium, de door niemand te stuiten jager achter de derny en de zesdaagse-specialist bij uitstek, die voorts nog uitblinkt als achtervolger, stayer enploegleider, het domein der weg renners fascinerend genoeg vindt om zijn fiets met derailleur voort durend bij de hand te houden. Hij verdedigt zijn reputatie in grote an kleine koersen met dezelfde vechtlust en liefde voor zijn vak, die hem in de sportpaleizen van Antwerpen, Brussel, Parijs, Frankfort n Berlijn zo populair hebben gemaakt. W JJk, Rivaliteit Van Looy-festival Voetballer Meesterschap Nu deze maand met ingetoom de feestvreugde zoals het de Hollander eigen is het vierde eeuwfeest van de Neder landse muziek-fenix Jan Pie terszoon Sweelinck gevierd gaat worden, staan we even stil bij een componist-orgel speler die de laatste glorie van de toonkunst in deze Lage Landen vertegenwoordigt. Tè ingrijpend is n.l. de hervorming op onze muzi kale gesteldheid geweest en tè veel vreemde smetten hebben ons volkskarakter beïnvloed om later nog eigen scheppende kracht te kunnen opbrengen. Drie eeuwen moesten er verlopen voordat er van een herleving van eigen mu ziek sprake zou zijn. Post, rechts, in een verwoed duel met zijn grote rivaal Rik van Steenbergen achter de dernies. nu die aoht overwinningen in zesdaagsen, want dat moesten we samen opknap pen en daarbij had hij mij even hard nodig als ik hem. Wat ik wél van hem heb opgestoken is de manier om groot te worden. Wat een opofferingen ge troost hij zich om aan de top te blijven. Hij traint harder dan wie ook. zodat hij op elk moment, dat hem geschikt lijkt, de hele concurrentie kan verpletteren. In een zesdaagse noemen we dat een Van Looy-festival. Hij barst dan uit in een rush, die het veld overvalt als een hevig onweer. Op de weg is hij feitelijk niet te verslaan. Ik geloof zelfs ook niet in de Tour de France, ofschoon daar aan natuurlijk veel combine te pas komt. Ik moet overigens nog zien of Rik naar de Tour gaat. Let op, als hij de Ronde van Italië wint en daarop bestaat een prima kans met zo'n ploeg als hij tot zijn beschikking heeft, dan blijft hij rus tig thuis, al zullen de fabrieken hem een pak dreigbrieven sturen. „Vergeet bovendien niet, dat het feest van God- det in de maand juli valt en dat is de verplichte rustmaand van Rik, waaraan hij zich altijd pijnlijk precies heeft ge houden. Het zal wel een strijd worden All te knn.U:apf:nS van het wielermétier zó Slechts0611 hanteren als Peter Post, is Zijn Vo°r een enkeling weggelegd. ©ver hT°Und vakmanschap, zijn macht ©chtcr stalen ros in hevige sprints, t'els P„ .are motoren, op slopende heu- elair m een alles vergende tempo- te kieïp hpt soms moeilijk een doel ka„ Waarop de massa kwaliteit °rden geconcentreerd. ■Peter Post thans, op 28-ja- thogpr, u om de Piek va« zÜn ver aart bereiken? Hij selecteert thuis tatie^ van Amstelveen de invi- hielHk Duitsland en België voorna- tanwp,!?? .criteriums aldaar met zijn Vermui. °P te luisteren. Beulswerk de faK?; J in de meeste gevallen dit billraAsstab waartoe hij behoort, blij mi™11- >.Het is geen luiheid van baan m i. n-a een zwaar seizoen op de moet r-os^ si J Je met lorceren. reter kruikeiui11' al. zUn activiteiten, de ge- f25 tri e trainingsritten gemiddeld m per <jag het weekje op de oaan riia 8 KL Wee«-Je °P ae oer en a1 ln Denemarken, de klassie- hernent- kermiskoers af op één eve- ïaHen ji1,vvaarm hij slechts enkele tien- Het dpmeters behoeft af te leggen. Pi°enSf.v, strijd om het wereldkam- aP der achtervolgers, die eind Peters il Milaan begint. Wat Gerard Prestee en herrit Schulte in 1948 hers vaii j-n' waartoe zij de sterkste ren- tep ove dagen (Coppi, Koblet) moes te kn„rwinnen, wil Post evenaren. lede- *yiorr ahdie^ ie r> die hij onder de smalle thineert weggHjden, of dat nu cul- ^vorrti- ln een schitterende triomf of K"e val °ken door een onfortuin- P'tslana zoala de afgelopen zondag in he, ;n nd> past in het plan-de-campag- V6tgena voorbereiding op het alles e achtervolgingsgevecht. 'Pijn ti 'V daar op de Vigorellibaan Wei 7 weet te bereiken, zal men 'UUiiH '6ggen> dat de houten piste in £bie """"i'iiiiiiiiilllliliuiilllllliiliiliiiillllllllillllllllii ?ehotÖ~ffrren" van de baansport, ploeg- e Zu,itln Antwerpen: Van Looy (links), er Plattner (midden) en Peter Post. mijh voordeel was en de afwezigheid van de kampioen 1961, Rudi Al tig, een belangrijke factor. Maar deze titel wordt door alle renners begeerd. Een zesdaagse is minder zwaar dan één rit over vijf kilometer, alleen in de baan met een tegenstander in de ruim te. Vier van die ritten breken het ge stel van een reus. Waarom heeft Altig bedankt voor de kans zijn kampioen schap te prolongeren? Hij heeft het mij gezegd; omdat hij zich niet voor honderd pet. kan concentreren, niet maanden van te voren al kan begin nen met een programma, dat op die serie verschrikkelijke inspanningen is afgestemd. Als jij het haalt, wil ik graag een keer tegen je rijden, zei Altig. Nu, in dat geval hoeft hij zich geen illusies te maken." De rivaliteit tussen de Nederlander en de Duitser dateert niet van gisteren. Op de hoogte van eikaars krachten heb ben zij altijd duels geleverd, waarvan de vonken afspatten. Het vuur laaide nog hoger op, toen bij de laatste zes daagse van Frankfort tot grote ontstem ming van het Duitse publiek het „ko ningskoppel" Van Looy-Post hardnekkig weigerde het duo Altig-Junkermann op eigen terrein naar voren te laten stui ven. Treiterend, naar de mening van de beide Duitsers, bleven Van Looy en Post aan de wielen kleven, waardoor Bugdahl en Pfenniger er tenslotte met de kluif vandoor gingen. Zij maken alles kapot, rapporteerde Altig aan de directies der Duitse wielerbanen. „Post moet geboycot worden en Van Looy, als het even kan, ook." Dat liep natuurlijk met een sissertje af, want het valt licht te begrijpen wat de Bel gische banen als tegenmaatregelen had den bedacht. Dat Altig niettemin zijn „revanche" op de Vigorelli-baan laat schieten, wijst er op, dat hij de papieren van Post hoog taxeert. Peter Post geeft grif toe, dat hij veel 1 te danken heeft aart Van Looy. „Niet onderdeel zjjn superioriteit door Van Steenbergen, Plattner, Altig, Derksen en Maspes alleen Post was in dit gezel schap geen wereldkampioen naar het tweede plan te verwijzen. Posts mees terschap achter de derny tenslotte valt niet te betwisten. In deze sport kan hij zich volkomen uitleven zonder, zoals bij het echte stayeren, in hoge mate afhankelijk te zijn van de gangmaker. „Ik zou werkelijk geen plezier meer in mijn werk hebben met zo'n olieman vóór me, die alles bedisselt en zelfs meestal de grootste winst opstrijkt. Ik heb een paar keer achter de motor ge zeten en het ging lekker, maar mij krij gen ze niet zo gek om er dagwerk van te maken. Alleen voor de aardigheid een keer, zoals in de Grote Prijs van Amsterdam. Het is echt iets voor ren ners, die geen andere weg op kunnen." Peter Post heeft het wielervak geko zen, omdat hij verzot is op fietsen zon der zich te bekommeren om de finan ciële kanten. Onder de zakelijke leiding van Rik van Looy is hij wat het laatste betreft wel iets veranderd, hoewel hij in zijn hart een amateur is die zich vol overgave wijdt aan het opleiden van jonge renners in een nationaal evene ment als Olympia's Toer en op het ogenblik alleen maar denkt aan het wereldkampioenschap achtervolging, om dat hij in zijn sport zo graag het hoog ste wil bereiken. BEN DE GRAAF Om de zeer gewaardeerde partner te worden van Rik van Looy, een gezel die in staat moest zijn de vijandelijke firma Van Steenbergen en Co slape loze nachten te bezorgen, heeft Peter Post op alle banen van Europa exa mens afgelegd. Hij begon zijn sportieve loopbaan als voetballer bij de Amster damse vereniging RKAVIC, een bezig heid, die hem niet lang bekoorde. Toen hjj achttien jaar was maakte hij zijn entree in de sport, die een ongedroomde toekomst voor hem verborgen hield. Niet volgens de directeur van het Antwerpse sportpaleis, waar Peter Post met een vriend wilde debuteren als amateur. „Wij waren er op goed geluk naar toe gegaan met de gedachte, dat er snel aan de weg moest worden ge timmerd. Antwerpen zei: gaan jullie maar weer naar huis of probeer het in Brussel, daar is vandaag ook iets te doen. Dat laatste deden we, maar pas na lang smeken en het trieste verhaal, dat we met een gehuurde auto helemaal uit Amsterdam waren gekomen ging de poort op een kiertje open. Ik won en stapte een jaar later (24) meteen over naar de profs." De zesdaagse-carrière van de sympa- tieke Amstelvener begon onmiddellijk De Amstelveense renner onderscheidt zich de laatste tijd ook in wegwedstrijden. Daarmee wil hij zijn conditie op peil houden. tussen de verlangens van de Belgische wielersport en zjjn bazen aan de ene kant en Riks vastbeslotenheid zich niet voor een karretje te laten spannen, dat misschien door zijn wielen kan zakken, aan de andere kant." AMSTERDAM, 12 mei Op de „Ef- ficiencybeurs", die van 22 tot en met 30 mei in het nieuwe R.A.I.-gebouw wordt gehouden, zal voor het eerst in Nederland een machine worden getoond die numerieke gegevens van documen ten, getypt met een normale elektrische schrijfmachine of bedrukt door een ad ministratiemachine, kan lezen. Deze ontwikkeling is vooral belang rijk aangezien bij de administratieve automatisering het vervaardigen van grondgegevens in een voor computers leesbare vorm vaak een knelpunt vormt. Grondgegevens behoeven nu niet meer eerst in ponskaarten of op pons band te worden vastgelegd maar kun nen rechtstreeks in het geheugen van een computer worden gelezen. De optische leesmachine leest gege vens gedrukt of getypt in een bepaald aantal lettertypen en kan documenten van verschillende diktes en formaten verwerken met een snelheid van 480 te kens per seconde. De machine is in staat om in een minuut 400 documenten te lezen. De leesmachine is in normale uitvoe ring uitgerust met een optisch leessta- tion voor het lezen van een willekeurige regel in een bepaald lettertype. Met twee leesstations is het mogelijk in een machinegang twee regels in verschil lende lettertypen te lezen. Bovendien kan een leesstation worden toegevoegd dat verticale potlood- of inktstreepjes interpreteert. j daarna in Amerika.Hij kreeg een uitnodiging om met Chris Smits in Chi cago aan de start te komen en geduren de drie maanden zo'n twaalf zesdaagsen af te werken. Het werden er drie, maar het betekende de aanloop voor een reeks triomfen in samenwerking met achter eenvolgens Gillen, de Luxemburger, Gerrit Schulte, met wie hij twee keer in Antwerpen en één maal in Brussel de bloemen weghaalde en met Van Looy. „Met hem word ik steecis sterner; hij stimuleert me en ik weet zeker, dat we het volgend jaar nog meer zullen bereiken door een steeds groeiende teamgeest." Tussen de bedrijven door specialiseer de Post zich op de achtervolging. Zo sleepte hij o.a. vijf maal achtereen de eerste prijs in de „Armband Savclkoul" in de wacht, een hoog aangeschreven race waarin de Belgen hun bekwaam ste mannen lanceerden. In het omnium de wedstrijd der veelzijdigheid verlie pen de zaken aanvankelijk iets minde vlot wegens de niet te verwaarlozen Rik van Steenbergen. Maar in het op Twee de Kerstdag van het vorig jaar gehou den omnium der wereldkampioenen de monstreerde onze landgenoot ook op dit Af en toe vindt Peter Post tijd om in de tuin achter zijn woning een boek te lezen. Maar eerst moet de training achter de rug zijn. UTRECHT, 10 mei Van 29 juni tot 27 augustus zal in het Aartsbis schoppelijk Museum een tentoonstelling gehouden worden, getiteld „Het Won der". Deze expositie wil een overzicht geven van de ikonologische ontwikke ling van de Wonderen des Heren in de beeldende kunst van de vroeg-christe- lijke tyd af tot op heden. Speciaal zul len zo volledig mogelijk worden uitge werkt „De Opwekking van Lazarus" en de „Bruiloft van Cana". Zo zal om een enkel voorbeeld te noemen de bezoeker zowel geconfronteerd wor den met een „Opwekking van Lazarus" uit de 4de eeuw als met de uitbeelding van hetzelfde thema door de Neder landse beeldhouwer Carel Kneulman uit 1958. De verandering in uitbeelding van de Miraeula Christi door de eeu wen heen zal geïllustreerd worden met werken van Jeroen Bosch, Jan Lievens, Ouwater, Rembrandt, Rubens en Vero nese. Talrijke vroeg;-christelijke, caro- lingische en vroeg-middeleeuwse ivoren en handschriften zijn door de grote West-Europese musea in bruikleen af gestaan. Medewerking aan „Het Won der" verlenen onder meer het Rijks museum te Amsterdam, het Museum Boymans van Beuningen te Rotter dam, de grote musea te Berlijn, het Kunsthistorisches Museum te Wenen, het Louvre en de Bibliothèque Natio nale te Parijs, het Victoria and Al- bertmuseum te Londen, de Uffizi te Florence en enkele musea te Rome. Het ICOM (International Council Of Museums), dat in juli zijn bijeenkom sten in ons land zal houden, gaf aan de expositie „Het Wonder" het praedi- caat Agréé. Nog éénmaal bij de wending der 16e en 17e eeuw laaide het vuur van de Barokstijl ook in dit land op, met het penseel en de etsnaald van Rembrandt, met de dichterlijke verbeeldingskracht var. Vondel en met de architectonische scheppingen van Jacob van Campen. Bü deze toppen van barokkunst in de Nederlanden voegt zich de muziek van Sweelinck. Ik ben niet zó bevlogen van zijn muziek om hem op het hoge ni veau van Rembrandt en Vondel te wil len plaatsen. Daartoe is Sweelinck te veel navolger van grote voorbeelden uit de toenmalige muziekwereld: van de dubbelkorigheid van Willaert; van de ricercare's en toccata's van Andrea Gabriëii en van de virginalmuziek van John Bull en William Byrd. Desondanks vertegenwoordigt hij een absoluut hoogtepunt in het muziekleven \an Ne derland gelijk Frescobaldi op dat mo ment in Itaiië, Titelouse in Frankrijk en Heinrich Schütz in Duitsland. Méér nog: hij slaat via zijn Duitse leerlingen Scheidt en Scheidemann met wie de Duitse Barok inzet een brug naar J. S. Bach. Als schakelfiguur in de mu- ziekhistorie en als laatste echo van ons eigen klankbord is Sweelinck's beteke nis onaantastbaar. Groot is de. verdienste geweest van B. v.d. Sigtenhorst-Meyer een tweede lige Sweelinck-biografie in 1947 te heb ben voltooid. Ze bestaat uit de'en die afzonderlijk de instrumentale er. vocale muziek behandelen. Het tweede deel staat door zijn beperkte omvang wat onevenredig tot de betekenis van de door de schrijver zo geprezen vocale muziek van Sweelinck. Want hoe di verterend de orgel- en clavecymbelmu- ziek zijn moge, ze oehoudt in haar toccata's, fantasieën cn koraalvariaties een zekere gekunsteldheid die iets van de barensweeën van de nog jonge in strumentale muziek laat doorecheme- ren. Men vergewist zich hiervan o.m. via een 45-toerenplaatje, door Philips zo juist uitgebracht. Dc organist Feike Asma laat wel brillant de zilverige vul- stemmen van het Oude Kerk-,orgel te Amsterdam klinken o.a. met de Vari aties Wie gaat er mee over zee", dat ten tijde van Sweelinck een uit de Franse landen overgewaaid volkswijsje was onder de titel „Est-ce Mars". Rij ker gevarieerd dan sommige andere stukken behoudt het toch een zekere uniformiteit. (Overigens was deze volks melodie een soort internationale pas munt, want ze werd in Vlaanderen nog als „Artevelde-lied" gezongen en in Engeland onder de titel van „Siave to the world should be".). Door een even eens recente publicatie van Philips zijn we in staat op te stijgen naar een meer verheven plan van Sweelinck's muziek. Deze omvat weliswaar geen missen en motetten, maar wel chansons, madri galen, canons, psalmen, huwelijksliede ren en aan de top hiervan de Cantiones sacrae: een laatste herinnering aan de middeleeuwse geest en de a-eappella vormgeving bieden deze cantiones. Ze zijn Sweelinck's zwanezang in zoverre hij zijn reis naar de eeuwigheid voorbe reidt met tot dusver door hem onge kende klankcombinaties: harmonische sequenzen, stoutmoedige chromatische wendingen, tekstdeclamaties en tekst symboliek en een even koene aanwen ding van dansritmen waar b.v. de sta tige Spaanse Pavane voor de Alleluia in het „Regina coeli" wordt aange wend! Muzikale vernieuwingen die on miskenbaar de geest van de Renaissance verraden. Terecht laat Felix de Nobel zijn Nederlands Kamerkoor deze meer stemmige zang door orgel (Alb. de Klerk) ondersteunen wat historisch op verschil lende gronden verantwoord is Het is zelfs de vraag of hier geen andere in strumenten de kleurwisseling zouden kunnen versterken. De tijdgenoot zag overigens heel goed in wie aan zijn Gouden Eeuw zo veel muzikale luister verleende. Hee! de kunstzinnige élite van de Muiderkring eerde Dirck, J. P. Sweelinck's zoon. Maar Vondel laat niet na de vader te erkennen als hij Dirck's dood herdacht: Men kan door Kerckgewelf en Kooren, Den Vader in den Zone hooren'. Als Vondel in zijn klaagzang verder zegt: 'Gestoelten noch gepropte bancken Niet langer Zwelings kunst bedanc- ken, Voor sijn verquickende avont-klane- ken', dar. slaat dit weliswaar op de avondmu- ziek van zoon Dirck, doch tevens op de orgelbespelingen die Jan Pierszoon daar had gevestigd ten behoeve van vooral in het middaguur rondwandelende huis vrouwen, kooplieden, varensgasten en magistraten. Hier zien we duidelijk de schei dingslijn die we in Sweelinck's mu ziek moeten trekken tussen zijn dienstbaarheid aan de Hervormde Kerk en zijn getrouwheid aan de Moe derkerk. Want deze katholieke orga nist vond in zijn bewogen tijd geen orgeltribune in het hart van Holland, Amsterdam, hem waardig. Ziin leven lang bracht hij door op het /oorma- lige) orgel van de oude Kerk met het begeleiden van Lutherse koralen en daarbuiten met het spelen van or gelmuziek of improviseren. Plichtsge trouw begeleidde hij dus de stijve ko ralen, maar omspeelde ze met eigen variaties en componeerde bovendien de Franse vertalingen van de 150 psalmen in 2- tot 8-stemmigheid. Al leen reeds door dit werk bouwde hij een klankmonument op dat uniek is in de muziekhistorie der Nederlanden. Wat Bach deed voor de Cantate-vorm, deed Sweelinck een eeuw tevoren met de psalm. Waarom Sweelinck's psalmen dan niet de bekendheid heb ben gekregen van de cantates van Bach? Sigtenhorst-Meyer antwoordt hierop:. „De reden is eenvoudig. In de eerste plaats stond de Franse tekst aan een algemene verbreiding in ons land in de weg; in de tweede plaats behoren de psalmen tot de a-cappel- lamuziek en de behoefte hieraan is sinds hun ontstaan hoe langer hoe meer achteruit gegaan; renslotte heeft de calvinistische kerk zich van het werk van kunstenaars als Swee linck nooit iets aangetrokken". Toch waren de Sweelinck's, van Jan Pie- terzoons grootvader Jan die in De venter chirurgijn was, tot zijn zoon Dirck die hem als organist in de Oude Kerk opvolgde, overtuigde katholieken. Het zou trouwens een niet-katholiek nooit gegeven zijn ge weest zulk een uitbundige jubel te ontladen in de cantiones en zelfs niet in een verpuurde psalmvorm gelijk Sweelinck gecreëerd heeft. We kun nen ons hiervan middels genoemde LP.plaat binnenskamers oveituigen. Toch is het niet de middeleeuwer die hier uitzingt; „een mysticus die hier spreekt, maar de Hollandse humanist, minnaar van de realiteit en ijveraar voor individuele gevoelsexpressie. Ver vlogen is de gelijkwaardigheid van het stemmencomplex symbool der een heidsgedachte in de middeleeuwen en triomf van Sweelinck's grott voor gangers in de Nederlandse School; de bovenstem (sopraan) wordt verindivi- dualiseerd en klinkt superieur (inder daad: de „superius" is „sopraan") bo ven de andere stemmen uit overeen komstig de principes van de Renaissance mens. Individuele expressie-middelen laat hij veelvuldig doorklinken. De Hollandse realist zoekt de natuur te be naderen door b.v. in zijn prachtige Psaume 150 instrumenten na te boot sen: het roeren van een trom („le ta- bou' bou'-bour, le ta-bou' bou'-bour"); het dreunen van een doedelzak ('mu... sette') of de tokkelingen van een harp ('et de la harp' harp' harp' harpe'). Zo staat Sweelinck's muziek op de drempel van de nieuwe tijd: een echo van de middeleeuwen en een bazuin- stoot voor de muziek van heden. MARIUS MONNIKENDAM. Over het orgel m de Oude Kerk en andere bijzonderheden rond J. P. Swee linck leze men het zo juist verschenen artikel van Drs. J. Bank in het Gre- goriusblad: „Kerkmuziek in Amster dam van 1400-1600." In de bibliotheek voor moraalpsycho- logie en moraaltheologie van uitge verij Desclée de Brouwer verscheen onlangs „Zieleleiding en moderne geneeskunde" van de theoloog Jean- Pierre Schalier. De schrijver wil het aandeel van de klinische geneeskunde en de psychotherapie in de zielzorg na der belichten en enerzijds de priesters attenderen op de moderne stromingen in de geneeskunde, anderzijds de medi ci waarschuwen tegen foutieve morali seringen en hen wijzen op hun specifie ke verantwoordelijkheid. Schalier haalt echter te veel paarden van stal, generaliseert overigens de mening van enkelingen, en schept al met al weinig orde op dit moeilijke ge bied, waar nog bij komt dat door hem gebezigde begrippen in de vertaling niet alle aangepast zijn aan het Nederlands gebruik daarvan. Wat niet wegneemt dat hij heel behartigenswaardige din gen zegt over de relatie zondaarzieke, de betrekkelijkheid van de greep der ziekte, de zelfheiliging van de patiënt en over de gevaren van sïtuatie-ethiek. Zieleherder noch medicus zullen dit boek tenslotte met een gevoel van to tale voldoening dichtslaan, terwijl de psycholoog zijn plaats in het geheel niet zal hebben ontdekt. De pogingen om elkander nader te komen zijn in c j na-oorlogse jaren legio, maar vrijwel steeds blijkt dat het moeilijk is de taal van de ander te begrijpen en in diens denkwereld door te dringen. Aan de onderhavige poging van Schalier liggen stellig een nuttige inspiratie en goede preparatieven ten grondslag. Zijn boek verdient, ondanks de feilen, toegevoegd te worden aan de desbetreffende lite ratuurselectie omdat enkele themata beter uit de doeken worden gedaan dan in aanverwante studies. J. J. C. MARLET, zenuwarts

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 9