VAN „LOL" TOT KUNST
Inplaafs
aardappelen
■EX
asi
CONIMEX
LUCHTIG
A'
OP HET HOOFD
Vrije schoo Iza ter dag
Het is nog maar op proef
O
H
s
WAAROM GEEN
FLUIT-BOUT?
RIJST
HAM
UIEN
KRUIDEN
Weer een nieuw materiaa
ontharing1
depilan
T rompet-moeders
bakken en braden
voor uniformen
KOKEN IN ZAKKEN
3?
m
„Maar wie drijft de vrije zater- 1
j dag op de scholen dan door in
dit democratische land als de
ouders noch de onderwijzers 1
het toejuichen
Werkuren huisvrou^
In plaats van
aardappelen
De Amerikaan aanbidt Onze
Lieve Heer en verafgoodt
de Amerikaanse democra
tie. Hij legt er zich bij neer, dat
hij Onze Lieve Heer niet heeft
uitgevonden, maar de democrati
sche staat is geboren en getogen
in Noord-Amerika (denkt hij)en
als je hem heel voorzichtig in het
oor fluistert, dat Plato al duizen
den jaren geleden democratische
ideeën had; dat de Franse revolu
tie kreet: „Liberté, Egalité, Fra-
temité", dat Willem de Zwijgers
principes deel uitmaken van de
Amerikaanse constitutie, dat de
moderne wereld grotendeels demo
cratisch is, dan mompelt hij: „Ik
geloof er niets van; ik geloof er
helemaal niets van; hebben jullie
zulke scholen als wij?"
INHOUD 70
NASI GORENG KANT EN KLAAR
Leeftijd jongste bepalend
d w°r'
•'Ho
V1
/edere vrouw heeft, geloven wij, wel
éénmaal in haar leven de strijk
bout, die „in" stond, vergeten en
minstens een schroeiplek gebrand
in de strijkplank. Want iedere vrouw,
getrouwd of niet en dus verantwoor
delijk voor de kleren van haar gezin
plus haar eigen kleren of alleen maar
voor het laatste, bezit een strijkbout
en moet nu en dan wat opstrijken. Ten
zij ze daar een kamenier voor heeft,
maar dan behoort ze nog tot een maar
heel kleine élite. Een bout die „in" staat,
een gewone, niet vol-automatische, die
warmer en warmer wordt en maar
warm blijft worden zonder een kik te
geven, is een van de meest verrader
lijke apparaten in huis. Want een vrouw,
die huishoudelijk, dus gedifferentieerd
bezig is heeft een verdeelde concentra
tie; haar concentratie is trouwens altijd
een soort mozaïek. En terwijl ze de bout,
die ze ingeschakeld heeft, op tempera
tuur laat komen, denkt ze „nog gauw
even"'dit of dat te kunnen doen. Dan
gaat de telefoon en neemt de aandacht
mee naar héél iets anders. De bout is
vergeten. Totdat goddank het zin
tuig, dat de geciviliseerde mens veel te
weinig nodig heeft voor zijn instand
houding, de neus, gevaar snuift. De neus
ruikt schroeilucht. Lieve neus, hoeveel
kamers heb je al behoed voor complete
binnenbrand?
Wij kunnen ons precies indenken wat
de onderwijzeres doormaakte, die de vo
rige week tot een flinke boete is ver
oordeeld, omdat ze de bout in had laten
staan, waardoor ze de oorzaak is ge
weest van behoorlijke brandschade in
het huis in Amsterdam-zuid, waar ze
op kamers woonde. Ze had in het
middaguur iets willen opstrijken, het
strijkijzer aangezet, maar het ding glad
vergeten; ze dacht aan geen bout, die
onherroepelijk verbonden bleef met de
elektrische stroom, toen ze de deur uit
ging naar school en ze kreeg kippevel
van schrik, toen ze om zes uur in een
zwartgeblakerde kamer terugkeerde.
Wij voelden ook schrik, namens alle
vergeetachtige huisvrouwen, die het
zelfde wel eens is overkomen, toen we
in een krantebericht lazen, dat de
justitie voor deze huishoudelijke nala
tigheid eventjes tien dagen hechtenis
of honderd gulden boete vroeg. Inder
daad, ze was roekeloos geweest en de
gevolgen hadden het leven van mede
bewoners en buren in gevaar kunnen
brengen. Maar al die rokers in bed dan,
die in slaap vallen en lakens en de
kens en matras schroeien en onheil
stichten van rook en smook en smeu
lend beddegoed tot echte brand, wor
den die dan ook zo streng behandeld?
Het zal wel, al hebben we nooit zo
nadrukkelijk in een krantebericht ge
lezen, dat ze vervolgd werden.
En misschien moest er ook eens een
schrikaanjagend voorbeeld gesteld wor
den om alle strijkende huisvrouwen er
met nadruk op te wijzen, welk gevaar
er schuilt in het vergeten van de bout.
Dat stille, ongevaarlijk lijkende appa
raat, is net zo kwasi ongevaarlijk als
een slapende krokodil in een rivier. Je
vergeet de bout gewoon, want het ding
geeft geen enkele aanwijzing, dat er
iets met hem gebeurt. Hij tikt een beet
je als het ijzer warm wordt. Maar
je blijft daar nooit naast staan, want
er is doorlopend wel iets in huis te
doen, dat dan net even gauw gedaan
kan worden. Tijd is meer dan ooit kost
baar; alle verloren ogenblikken moeten
tot het randje gevuld. En dat andere
werkje neemt je aandacht mee en daar
mee is de strijkbout uit je memorie
verdwenen.
Positief gebeurt er helemaal niets
laakbaars, wat van een sigaret opste
ken in bed als je eigenlijk moest gaan
slapen misschien nog wel te zeggen
zou zijn. Er is alleen maar iets nega
tiefs. Je denkt er niet meer aan. Een
fluitketel gilt als het water op kook
punt is, maar een bout doet niets. Een
bout zou ook eigenlijk moeten gillen.
De moderne strijkijzers hebben een
automatische uitrusting, waardoor ze
tenminste afslaan als ze heet genoeg
zijn. Maar nog lang niet iedere gebruik-
ster 'heeft zo'n bout. De gestrafte on
derwijzeres, die door de schrik en de
uitgebrande kamer nog veel meer ge
straft zal zijn dan door de geldboete,
moet van de rechter zo'n nieuw automa
tisch strijkijzer kopen. Dan kan het
haar tenminste nooit meer gebeuren,
dat de bout brand sticht.
Er zijn in Nederland zowat tweeën
eenhalf miljoen huishoudens, dus méér
dan tweeëneenhalf miljoen strijkijzers,
want de meeste vrouwen-alleen bezitten
ook een bout. Wat zou het veilig zijn als
die tienduizenden bouten in gebruik,
die niet automatisch zijn, „fluitbou-
ten" waren. Er is misschien een oplos
sing voor, die verstrooiden kunnen toe
passen al is het maar een lapmiddel.
Een keukenwekkertje aanschaffen, zo'n
opdraaiding, dat je op het gewenste
aantal minuten kunt afstellen. Je kunt
he{ naast de bout op vijf minuten zet
ten of op drie of vier, naar gelang de
warmte, die de bout bereikt. Het gera
tel herinnert er dan aan, dat het ijzer
warm is en wacht.
Een verkoolde plek op de strijk
plank, op de vloer, op de tafel of waar
het oververhitte schroei-ijzer ook ge
staan heeft is een ellendig souvenir in
huisj. En wie heeft de bout nog nóóit
vergeten? Wél
A.Bgl.
De Amerikaanse huisvrouw kan
thans eten klaar maken zonder
haar pannen vuil te maken.
Daartoe koopt ze diepgevroren
soepen en complete maaltijden verpakt
in een nieuw soort polyester zakken, die
ze in een warme oven of in heet water
warmt. Voor het opdienen heeft men
alleen de zak te openen en de soep en
maaltijd in de borden te gieten.
De zakjes, die men voor dit doel ge
bruikt, zijn vervaardigd van Scotch-
Êak, een speciaal soort polyester film.
[et is nog een betrekkelijk nieuw mate
riaal en men verwacht, dat het in de
toekomst nog voor talrijke doeleinden
zal worden gebruikt.
Vooral voor de werkende gehuwde
vrouw, voor alleenstaanden en kamer
bewoners is deze vinding een uitkomst;
in Amerika maakt zij dan ook een grote
opgang.
Hoe
muziek wordt geleerd
Amerikaans dorp
in een
Hij heeft gelijk: wij hebben niet zulke
scholen! De principes van de Ameri
kaanse constitutie, zo mooi vastgelegd
in de woorden „Of the people, for the
people, by the people", worden ner
gens beter toegepast dan In het school
systeem. De publieke school is koste
loos, daar zorgt de arme belastingbe
taler voor. De staat geeft de school het
geld om te functioneren en behoudt het
recht om eens per jaar even om de
hoek te gluren om te controleren of
de schoorsteen geveegd is en of er ge
noeg kubieke meters zuurstof per leer
ling aanwezig zijn. Verder gaat de staat
niet in onze dorpsschool en de „people"
wordt nu gevormd door het schoolbe
stuur, de ouders-leraren vereniging, de
trompet-moeders en de korfbalmoeders.
Wjj gaan kennis maken met de
trompet-moeders, die „bandmothers"
heten. Deze moeders, wier kinderen
muziek-onderwijs genieten op school,
behartigen de belangen van de instru
mentale muziek. De staat bekostigt
het salaris van de leraar, maar ver
dere ambities op muziekgebied wor
den door de trompet-moeders ge
steund en gefinancierd en iedere
school hoe klein ook, ambieert een
blaasorkest.
Onze oudste zoon nam op de dorps
school les in trombone. De les was gra
tis en de jonge leraar was een uitste
kende kracht, die ongeveer dezelfde
kwalificaties had als iemand, die in Ne
derland zijn diploma conservatorium
heeft behaald. Na twee jaar was onze
zoon ver genoeg gevorderd om in het
schoolorkest te spelen en met die pro
motie werd zijn moeder automatisch
lid van de „trompet-moeders club."
M(jn ouderwetse Nederlandse opvat
ting over muziek als de Muze „par
excellence" van alle abstracte kunsten,
uitsluitend te benaderen via de barok
ke- en klassieke Duitse genieën, werd
tot in de kern geschokt, toen ik actief
deel moest gaan nemen aan het school-
muziek-program. Mijn eerste opdracht
was rauwe uitjes te snijden voor het
komende concert. Die opdracht kwam
onder de vergadering van de „band
mothers". De muziekleraar, mr. Ship-
ton, kondigde aan, dat de winkeliers in
onze enige dorpsstraat besloten hadden
om gedurende de hete zomermaanden
open te blijven op zaterdagavond en om
klanten te lokken hadden ze de school
gevraagd of het orkest openlucht con
certen wilde geven in het dorps
parkje. Mr. Shipton vond het een uitste
kende gelegenheid om de muziek-kassa
te spekken door er een buffet bij aan
te knopen en de trompet-moeders von
den dat ook. „of the people, for the
people, by the people!!"
Bloemen in een vaas schikken kan ik
beter dan de Amerikaanse, maar als
het op organiseren aankomt en initia
tief nemen in publieke aangelegenheden
voel ik me als een pasgeboren kind bij
hen vergeleken. Er zaten twintig boe
renvrouwen om de tafel en met de
zwaarlijvige presidente als leidster wa-
Het witsatijnen wufte wezen voorop.
ren binnen een uur de aangelegenhe
den van het buffet tot in details uitge
werkt voor de komende tien concerten.
We werden in comité's ingedeeld, een
comité zou zorgen voor tafels en ban
ken (van de kerkverenigingsgebouwen),
een ander zou voor kook- en bedien-
gereedschap zorgen, een derde comi
té zou telefonisch vrijwilligers charte
ren voor voedsel-bijdragen. Iedereen
bood aan te bakken en te koken. De
presidente richtte haar arendsogen op
mij en zich herinnerend, dat ik bij an
dere gelegenheden onverteerbare taar
ten had bijgedragen, vroeg ze mij of
ik uitjes wilde snijden voor het brood
je-gehakt. Altijd bereid om de Muze
ter wille te zijn stemde Ik toe, maar
thuisgekomen nam ik mijn Nederlandse
muziekdiploma van de wand en borg
het in de kast.
In de tien jaar, dat we in dit dorp
woonden, had ik heel wat van zulke
vergaderingen en ondernemingen mee
gemaakt, en ik heb altijd honderd per
cent medewerking en verantwoordelijk
heid geconstateerd. Als mrs. Jones haar
pols brak op de dag, dat ze drie taarten
moest bakken, kwamen de drie taar
ten hoe dan ook op de plaats van be
stemming. De concerten waren een
groot succes en werden een jaarlijkse
onderneming. Het orkest, gezeten op
een verheven podium, zwoegde op cla-
rinetten, trompetten, fluiten, tuba's en
trombones. Mr. Shipton zwaaide met
zijn armen in alle richtingen, terwijl
dikke parels zweet langs zijn neus rol
den, om zijn schaapjes niet al te dik
wijls te laten verdwalen en hen in ge
lijk tempo en gelijke toonaard te hou
den. Öp het grasveld er om heen deden
de concertgangers zich te goed aan
broodjes-gehakt, knakworstjes, gebak,
ijs, vruchten, koffie en limonade. Er
werd flink gegeten en de conversatie
ging gelijk op met de muziek. Met één
uitzondering: iedere zaterdag ging het
mis met de „Duivelsmarsch". De dui
vels, die drie partituur-bladzijden lang
in twee-kwarts maat hebben gemar
cheerd, moeten, na een dreigend ak
koord, een dreigende pauze en een drei
gende houding van mr. Shipton's baton,
op een driekwarts maat overstappen,
en dat ging het orkest nooit goed af.
Dus als dat spannende moment aan
brak hield iedereen angstig op met eten,
drinken en praten en onder doodse
stilte ging het iedere zaterdag hele
maal mis. Maar de „Glimlachende zee
meermin", de „Plantatie weeklaag"
en de rest van het programma gingen
altijd als gesmeerd. Mijn herinneringen
aan het Amsterdams Concertgebouw,
aan Salzburg, aan Chicago's Symphony
Orchestra verloren aan scherpte naar
mate. de zomer vorderde en met ge
duld sneed ik uitjes om het muziekon
derwijs op de Amerikaanse school te
bevorderen. De trompet-moeders werk
ten heel hard. Nadat het concert voor
bij was en een uur later de laatste
gast verdwenen was werkten we nog
lange tijd na om schoon te maken en
(Advertentie)
Uk,
We«r verkrijgbaar! mooi
rijattafel-rcceptenboekje.
Vraag Uw winkelier, ofituur
briefkaart gefrankeerd met
léütiM Conimex-Sura
op te ruimen. Voor middernacht kwa
men we nooit thuis. Daar ieder concert
een schone winst van minstens veertig
dollar maakte voelde men echter dat
het de moeite waard was.
Het geld werd besteed aan uniformen
voor de orkestleden. Eén uniform kostte
vijf-en-zeventig dollar en het orkest be
stond uit vijf-en-dertig leden. Hoeveel
tranen moest ik niet laten, voordat ik
genoeg uitjes had gesneden voor een
uniform? Maar een uniform hoort bij
een school-orkest, want in kleine plaats
jes zet het luister bij aan belangrijke
gemeente- en schoolfuncties. Het korte,
maar zeer hevige competitie-voetbal
seizoen van de scholen is niet denkbaar
zonder een parade van de „marching
band" door de dorpsstraat. De band
wordt bij zulke gelegenheden geleid
door drie of vier „majorettes", meis
jes gekleed in witsatijnen circuscos-
tuums, met hoge witte laarzen en een
kepi met kokarde, die meesterlijk de
baton zwaaien en hoog stappen als cir-
cuspaarden. De trompet-moeders be
kostigen ook deze pluimen, en mr. Ship
ton, die vijf jaar hard gestudeerd heeft
in contrapunt en a-tonale muziek, moet
de „majorettes" hun kunsten leren, an
ders houdt hjj zijn baan niet.
Mijn zoon, de trombonist, ontmoette
op driejarige leeftijd de grote Franse
muziek-pedagoge Nadia Boulanger en
wilde niets van haar weten, totdat ma
demoiselle Boulanger een „Allemande"
van Bach op de piano ging spelen. Toen
was hjj niet van haar weg te slaan en
wanneer ze ophield met spelen com
mandeerde hij: „More!" En toen ik
voor de eerste maal, diezelfde zoon door
de dorpsstraat zag marcheren in een
livreikostüum, zijn wangen paars van
de Huzaren-marsch, het tempo be
paald door een witsatijnen wuft wezen,
dat bij iedere stap haar knieën bijna
tegen haar neus rukte, liep ik ontdaan
naar mr. Shipton en zei: „Jullie ma
ken van het muziekonderwijs een pas
kwil!" Maar mr. Shipton lachte me
uit. „Europeanen nemen muziek veel
te gewichtig op. In Bayreuth is het
Kunst: maar zo ver zijn we hier nog
niet. ^We geven eerst de leerlingen
„Lol" en van Lol werken we langza
merhand naar Kunst. Ik zou die boe
renkinderen nooit aan een instrument
krjjgen als ze niet het vooruitzicht had
den van een parade in uniform. En uw
eigen zoon evenmin."
Mr. Shipton had gelijk en met al zijn
realisme werkte hij onverstoorbaar aan
een beter genre muziek. Het houten
blaas-quintet van de Chicago Sym
phony Orchestra stelde zich in de zo
mermaanden beschikbaar voor demon
stratie-avonden aan diverse scholen te
gen een honorarium van honderdvijftig
dollar. Mr. Shipton overreedde de
trompet-moeders om hem financiële
medewerking te geven en met veel
moeite werd de demonstratie georgani
seerd. Het was een onvergetelijke,
meesterlijke, leerzame avond.
Na afloop werden de leden van het
quintet bij de presidente op een sou
per genodigd, waarbij mijn man en ik
ook aanwezig waren. De musici ver
telden anecdotes over de verschillende
beroemde gastdirigenten onder wie
ze gespeeld hadden: Toscanini, Mon-
teux, Walter enz. Mijn man vroeg hun
onder wie ze het liefst speelden. Uit
één mond en zonder een moment be
denken zeiden ze: „A Dutchman,
Eduard van Beinum. Hij was niet al
leen een groot dirigent, hij was char
mant, beleefd en altijd een gentle
man. Een zeer zeldzame combinatie".
Het voorgaande verhaal is een voor
beeld van het muziek-onderwijs op een
dorpsschool en het ligt voor de hand,
dat waar de „people" zo'n belangrijke
rol spelen in de muziekaangelegenhe-
den, de ontwikkeling van de ..people"
voor een groot deel de kwaliteit van
de muziek bepaalt. De kleine universi
teitsstad, waar we nu wonen, heeft een
zeer ontwikkeld publiek en het muziek
onderwijs op de middelbare scholen is
voortreffelijk. Iedere school heeft een
strijkorkest, en een blaasorkest en het
niveau van de schoolconcerten bewijst,
dat het stadium „Lol" achter hen ligt
en dat de muziek als Kunst wordt bena
derd.
Mijn eigen zoon is nooit zo ver geko
men. Na de demonstratie van het Chi
cago quintet kwam hij een keer boos
thuis, want mr. Shipton had afschuwe
lijke, ouwe-wijven muziek gekocht voor
het orkest. „Wat is het?" vroeg ik be
nieuwd. „Element", van een zekere
„John Betsj". „Nooit van gehoord", zei
ik. „Oh yes, Mam, you have! Mr.
Shipton heeft het een keer met U door
genomen". Ik kan er me niets van her
inneren. De volgende dag wordt het
raadsel opgelost ais mijn zoon de par
tituur thuis brengt: „Allemande", van
Johann Bach. Dezelfde Allemande,
waarmee Boulanger hem twaalf jaar
vroeger in verrukking had gebracht.
CILIA AMIDON
TT et witte avondtoilet van de foto, in een zeer romantische omgeving, to
I—I van glanzende tricel, een nieuw Engels fabrikaat.
LI In een klein „goed zaakje", zoals men dat noemt, keken wij kortgeleden
eens door wat er zoal van verschillende nationaliteit aan het rek hing
We voelden het materiaal van een wit feestelijk jurkje van glanzende stevige
stof. „Dat is tricel" zei de verkoopster. Tricel? We keken er het lijstje met
exotische namen van de nieuwe stoffen op na. Maar we zagen het niet
vermeld tussen orlon, banion, draion, dacron, niplo, frilon, grilon, kapron,
dorlon, celon, om er maar een paar te noemen. We vonden het ook niet
tussen de kunstvezels, die met een t beginnen: tergal, terital, terylene,
terlenka, trevira.
Het klopt allemaal, want tricel is nieuw. Het is geen puur synthetische
stof, maar het wordt vervaardigd uit cellulose tri-acetaat. Het heeft echter
vele eigenschappen, die ook de synthetische vezels bezitten. Soms wordt het
voor de stevigte vermengd met nylon. Men maakt er van alles van, zowel
blouses en rokken als pantalons en dassen, gewatteerde dekens en chenille
spreien.
De Engelse fabrikant heeft ter introductie van zijn nieuwe produkt dezer
dagen een kantoor in Amsterdam geopend en daaraan een kleine expositie
van tricel-materialen verbonden.
ls men zich Brigitte Bardot voor
stelt met kort haar, zou bijvoor
beeld een film als „Vie Privé"
van Louis Malle, waarin ze zich
zelf enigszins speelt, in het beeld flink
gekortwiekt worden. Dat is te zeggen:
worden ontdaan van een hoop geflad
der, want haar wapperende, slierende,
slepende, slordige haren doen heel na
drukkelijk mee. En als ze het in de
loop van het verhaal bij een officiële Ge
legenheid eens hoog opsteekt, is ze bij
na een onherkenbaar ingetoomd wezen.
In die verschillende, luchtige, in elkaar
gedraaide kapsels draagt ze dan een
kleurige band. Dat houdt de boel ook
bij elkaar.
Het is logisch, dat de haarband nu,
met het losse, hoog opgemaakte haar
weer zijn intrede heeft gedaan. Zo
komt een mode altijd voort uit iets
waar het bij hoort. Er is een sportieve
en nonchalante manier om een haar
band te dragen en een verzorgde, min
of meer geklede. Op de foto met de
strik precies boven het voorhoofd is
dit rode fluwelen lint, een ontwerp
van de Parijse coiffeur Luc Traineau,
bedoeld voor de tiener, die serieus
werk van zichzelf heeft gemaakt en bij
voorbeeld op een feestje moet verschij
nen. Het is een vrij grote strik die het
voorhoofd tot over de slapen bedekt.
Volumineus moet het moderne hoofd
zijn en de hoed, die mee doet met het
haar is dat ook. Wit is deze zomer in
de mode en de luchtige witte schuimi
ge hoedjes van organza wegen niets.
Ze zjjn bovendien bijzonder flatteus. Ze
zijn ook feestelijk. Hoe passend bij het
vaderlandse feest was de bijzonder mooi
omlijstende luchtige witte hoed, die
koningin Juliana bij de officiële rij
toer droeg. Het hoedje van de foto
(van Marie Christine) dat achter op
het hoofd wordt gezet en meer dan de
pony vrij laat, is „duur" door het
hangertjes-bijou van grijze pareltjes en
blauwe steentjes, dat op de voorkant
gestoken is. Het hoedje blijft op het
hoofd zitten met een piqué band, die
van achteren een strik vormt.
nlangs sprak mijn buur
vrouw, die haar kinde
ren op de Openbare
School heeft, mij met
een zorglijk gezicht aan
toen onze wegen elkaar kruis
ten bij de gemeenschappelij
ke bemoeienis met een kind
in de zandbak. „Heeft U het
al gehoord? De kinderen
krijgen ook de vrije zater
dag „Wat naar voor U"
leefde ik mee- „Ja, mijn man
vindt het ook zo jammer.
Het was eerst echt gezellig.
Ik hielp de kinderen naar
school en maakte de boel aan
kant, terwijl hij wat uitsliep
en daarna dronken we samen
koffie. Soms gingen we win
kelen als een van ons iets
nodig had. Dat is nu allemaal
afgelopen. Van uitslapen
komt niets meer, van vlug
opschieten nog minder en
wat dat winkelen betreft, en
fin, dat weet U zelf wel: niet
hij je blijven, van alles wil
len hebben en geen geduld
om te wachten tot er iets is
gepast". „En", voegde ze er
aan toe, „voor de buren is
het ook niet leuk. AI die
vrije mannen konden eerst
in hun tuin rustig hun krant
lezen en nu zitten ze in het
lawaai en kunnen alsmaar
ballen over de heg terug
gooien en boos kijken, om
dat er natuurlijk een tulp
knakte".
„Hoe komt dat zo ineens?"
wilde ik weten. „Men zegt dat
de ouders er zelf om hebben
gevraagd, omdat ze dan iets
met de kinderen kunnen gaan
doen, kamperen of zoiets,
maar dat kunnen er nooit
veel zijn, anders zouden er
niet dagelijks protestbrieven
by de gemeente arriveren".
's Avonds vertelde ik mijn
man welk „noodlot" zich aan
de buren ging voltrekken.
„Jammer voor ze", was zijn
commentaar, „maar het zou
nog erger zijn als de bijzon
dere scholen ook mee gingen
doen. Daar ligt het gezinsge
middelde doorgaans wat ho
ger en dan worden die moe
ders wel erg overbelast." Zijn
woorden waren nog niet koud
of mijn blik viel op ons kerk-
krantje waarin ik las: „Bij
wijze van proef heeft het
schoolbestuur besloten, dat
met ingang van heden voor
de jeugd de vrije zaterdag
zal worden ingevoerd. In ver
band daarmee zullen de
schooltijden als volgt worden
gewijzigd..." en daarna volg
den allerlei mededelingen,
die bijna per klas verschilden,
zodat de kinderen nu voort
aan thuis komen in drie por
ties met onderling verschil
van een kwartier.
Een ongezochte enquête
leverde de volgende gege-
bezorgen, maar een bel luidt
net als in de vakantietijd).
De slager liet het allemaal
koud; hij heeft zelf'geen kin
deren en is gul genoeg, die
van anderen een extra plak
worst toe te geven. „Als ze
de honden maar thuis laten,"
was zijn commentaar.
Mijn man vond, dat de kin
deren hun vrije tijd nuttig
moesten besteden en gaf ieder
een eigen taak; de een moet
het gras rollen er. de tuin
vegen, de ander schoenen
poetsen en de fietsen schoon
houden en weer een ander
doet de boodschappen. Een
uiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiuiiiiiiiiiiiimiHiiiHHiuuii
ïïiimimimiiiiiiniMiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinnniiiiiiiiiiiïï
yens op. De groenteman was systeem, dat misschien bij-
de wanhoop nabij: „Wat moet
ik op zo'n drukke dag met al
de kinderen in die ene ka
mer achter de winkel. Als
het mooi weer is gaat het
nog. Hoewel, dat gehang op
straat is ook nergens goed
voor..."
De melkboer was helemaal
geslagen. Niet zozeer van
wege het lawaai in zijn ka
mer achter de winkel, maar
omdat hij nu nergens meer
om zeven uur aan kan bellen;
„eerst moesten ze op voor
de kinderen". Hij is dus met
zijn wijk veel later klaar dan
anders. (Inmiddels lazen we,
dat de bond van zuivelhan
delaren of zoiets bezig is er
door te krijgen, dat er op
die dag geen lege flessen
meer worden aangenomen,
en dat de melkboer niet
meèr huis aan huis hoeft te
zonder opvoedend is, maar
voor een huisvrouw is het
slopend. Ze komt tot niets
meer en moet bij alles assis
teren; lijstjes maken voor de
boodschappen en daarna het
geld controleren en opbellen
als or iets niet klopt (dat
gebeurt tegenwoordig nog al
eens als je een kind om een
boodschap stuurt), geduldig
er op wijzen, dat bruine
schoenen ook liefst met brui
ne schoensmeer behandeld
dienen te worden, „voeten
vegen" roepen tegen de tuin
man, die om een koekje te
halen zo uit de aarde de
keuken binnenstapt. Het ein
de kan alleen maar over
spannen moeders zijn, die het
op zaterdag toch al dubbel
druk hebben om de zondag
voor te bereiden, willen ze
tenminste, dat de zondag als
de „zevende dag waarop men
rust" gehandhaafd blijft.
Maar denk ook eens aan de
vaders, die zo kinderlijk blij
waren met hun rust en die
nu weer terwille van het
voorbeeld jeugdig en fris
vitaal moeten doen -o van:
„Kom op jongens, naar de
kraan. De wollen sok en de
sandaal aan en dan naar bui
ten. Kieviten kijken en bra
men zoeken. Brem plukken
en boterhammen happen. Zo
uit het vuistje, jongens, en
een slok zuivel erbij. Dat is
leven".
Wee degene, die van huis
uit nu niet zo'n dauwtrapper
is, maar iemand die graag
wat langer liggen blijft met
zijn ochtendblad, die geniet
van zyn pyp, zqn koffie, een
uitgebreid bad en zo maar
wat w!l rommelen. „Wat zegt
U; wil een onderwyzer dat
ook W'*?" Natuurlijk, dat zal
we) niemand bestrijden, maar
hij is al zo vorstelijk bedeeld
vergeleken by al die man
nen, die van negen tot één
en van twee tot half zes ach
ter hun bureau zitten. We
gunnen hem allemaal ook een
beetje extra rust, met de
herfstvakantie bijvoorbeeld
of ande met die van Kerst
mis, in de paasvakantie of
met Pinksteren en tenslotte
al de zes weken van de grote
vakantie. Hy mag van ons
dan nog best een ysvrytje
meesnoepen of een patroons
feest, een vrye verkie
zingsdag of wat warmtevry,
die enkele keer, dat hier in
Holland de mussen van de
bomen vallen. „Hy heeft dat
nodig om fris te biyven by de
grote klassen van tegenwoor
dig met de zo veel drukkere
kinderen?" Maar bedenk dan,
dat zyn taak nog zwaarder
wordt als de ouders nooit tot
rust komen, want dat werkt
weer op de kinderen. Er
gaan hier en daar stemmen
op, dat de leerkrachten zelf
niet byster gelukkig zyn met
deze vrye zaterdag, omdat
ze in de knoop komen met
het leerprogramma. Maar wie
dryft dit dan door in dit de
mocratische land als de
ouders noch de onderwyeers
het toejuichen?
O. 8. de W.
ee'
e gemiddelde arbeidsweek vannp,
huisvrouw met twee tot vier
deren van 2 tot 15 jaar
bedraagt ongeveer 62 uur. MJLji
van deze 62 uur zjjn er 22 die
besteed aan lichamelijk minder insp
nende bezigheden waarbij ontspanny
en liefhebberij een zeer belangrijke- J,
kunnen spelen, terwijl de licham^t
meer inspannende bezigheden Jlp
slechts een gering element van ontsp -f
ning en liefhebberij omstreeks 4° uji,
per week nemen. Hoe groter het
hoe langer de huisvrouw moet werK
maar niet recht evenredig aan het
tal gezinsleden en zelfs niet aan het jj
tal kinderen. Van veel meer invlo®0
de leeftijd van het jongste kind.
Dit is uitgewezen door een onderz^
„at is verricht door de LandbouWn^jji
school in Wageningen, in opdracht
de Nederlandse Huishoudraad. ier
De huisvrouwen die aan dit
zoek hebben meegedaan, werkten
sluitend in hun eigen huishouding-J
Als een huisvrouw ook buitens
werkt, is zij minder lang bezig 'n L-jir
huishouden. Een eerder verricht get
logisch onderzoek wees uit,
huisvrouw met één of meer k®o g\s
en met een volledige werkkring p
fabrieksarbeidster, gemiddeld 25 wj,
uur in haar eigen nuishouding
Deze huisvrouw moest haar werk ^J
doelmatiger verrichten in deze
kortere tijd.
et voorlichtingsbureau van de gfjii
ding geeft de volgende sugg
nu de aardappelen duur
Men zal vaker dan anders er--
toevlucht nemen tot erwten,
rijst, gort, macaroni of spaghetti, vgtse
ook bij bonen of erwten hoort
rauw. hetzü
groente, hetzij rauw. hetzo "LceVf.
Gelukkig is de prijs van de P d®
weer meer binnen het bereik yt{oefi
consument gekomen. Vooral
ten en worteltjes kan men neei
rauw eten. Het is een lekker fris -
bij de meelrijke bonen of macaru
Voorbeelden van 'N-'o
Rijst of gort met hachee, ,^0psl»'^
moes, macaroni met gehakt, kffP pi'
worteltjeS
■gti
spaghetti met kaas,
doperwten,
bruine bonen, gebakken bloe
bieten(sla), t.rd-
rijst met gebakken vis, moste
kerriesaus, komkommersla, pi®
„bahmi" van macaroni of Tnol
stukjes varkensvlees, spi'sK
Prei> ten e
witte bonen, gebakken spek
andijviesla.
Advertentie)
Maar dan modern,
veilig, snel en mild
met de prettig geparfum®61"
'n Hamol produkt uit ZwitJ*1
tube 1.50 en 2.95
^0n