VAN „LOL" TOT KUNST Inplaafs aardappelen ■EX asi CONIMEX LUCHTIG A' OP HET HOOFD Vrije schoo Iza ter dag Het is nog maar op proef O H s WAAROM GEEN FLUIT-BOUT? RIJST HAM UIEN KRUIDEN Weer een nieuw materiaa ontharing1 depilan T rompet-moeders bakken en braden voor uniformen KOKEN IN ZAKKEN 3? m „Maar wie drijft de vrije zater- 1 j dag op de scholen dan door in dit democratische land als de ouders noch de onderwijzers 1 het toejuichen Werkuren huisvrou^ In plaats van aardappelen De Amerikaan aanbidt Onze Lieve Heer en verafgoodt de Amerikaanse democra tie. Hij legt er zich bij neer, dat hij Onze Lieve Heer niet heeft uitgevonden, maar de democrati sche staat is geboren en getogen in Noord-Amerika (denkt hij)en als je hem heel voorzichtig in het oor fluistert, dat Plato al duizen den jaren geleden democratische ideeën had; dat de Franse revolu tie kreet: „Liberté, Egalité, Fra- temité", dat Willem de Zwijgers principes deel uitmaken van de Amerikaanse constitutie, dat de moderne wereld grotendeels demo cratisch is, dan mompelt hij: „Ik geloof er niets van; ik geloof er helemaal niets van; hebben jullie zulke scholen als wij?" INHOUD 70 NASI GORENG KANT EN KLAAR Leeftijd jongste bepalend d w°r' •'Ho V1 /edere vrouw heeft, geloven wij, wel éénmaal in haar leven de strijk bout, die „in" stond, vergeten en minstens een schroeiplek gebrand in de strijkplank. Want iedere vrouw, getrouwd of niet en dus verantwoor delijk voor de kleren van haar gezin plus haar eigen kleren of alleen maar voor het laatste, bezit een strijkbout en moet nu en dan wat opstrijken. Ten zij ze daar een kamenier voor heeft, maar dan behoort ze nog tot een maar heel kleine élite. Een bout die „in" staat, een gewone, niet vol-automatische, die warmer en warmer wordt en maar warm blijft worden zonder een kik te geven, is een van de meest verrader lijke apparaten in huis. Want een vrouw, die huishoudelijk, dus gedifferentieerd bezig is heeft een verdeelde concentra tie; haar concentratie is trouwens altijd een soort mozaïek. En terwijl ze de bout, die ze ingeschakeld heeft, op tempera tuur laat komen, denkt ze „nog gauw even"'dit of dat te kunnen doen. Dan gaat de telefoon en neemt de aandacht mee naar héél iets anders. De bout is vergeten. Totdat goddank het zin tuig, dat de geciviliseerde mens veel te weinig nodig heeft voor zijn instand houding, de neus, gevaar snuift. De neus ruikt schroeilucht. Lieve neus, hoeveel kamers heb je al behoed voor complete binnenbrand? Wij kunnen ons precies indenken wat de onderwijzeres doormaakte, die de vo rige week tot een flinke boete is ver oordeeld, omdat ze de bout in had laten staan, waardoor ze de oorzaak is ge weest van behoorlijke brandschade in het huis in Amsterdam-zuid, waar ze op kamers woonde. Ze had in het middaguur iets willen opstrijken, het strijkijzer aangezet, maar het ding glad vergeten; ze dacht aan geen bout, die onherroepelijk verbonden bleef met de elektrische stroom, toen ze de deur uit ging naar school en ze kreeg kippevel van schrik, toen ze om zes uur in een zwartgeblakerde kamer terugkeerde. Wij voelden ook schrik, namens alle vergeetachtige huisvrouwen, die het zelfde wel eens is overkomen, toen we in een krantebericht lazen, dat de justitie voor deze huishoudelijke nala tigheid eventjes tien dagen hechtenis of honderd gulden boete vroeg. Inder daad, ze was roekeloos geweest en de gevolgen hadden het leven van mede bewoners en buren in gevaar kunnen brengen. Maar al die rokers in bed dan, die in slaap vallen en lakens en de kens en matras schroeien en onheil stichten van rook en smook en smeu lend beddegoed tot echte brand, wor den die dan ook zo streng behandeld? Het zal wel, al hebben we nooit zo nadrukkelijk in een krantebericht ge lezen, dat ze vervolgd werden. En misschien moest er ook eens een schrikaanjagend voorbeeld gesteld wor den om alle strijkende huisvrouwen er met nadruk op te wijzen, welk gevaar er schuilt in het vergeten van de bout. Dat stille, ongevaarlijk lijkende appa raat, is net zo kwasi ongevaarlijk als een slapende krokodil in een rivier. Je vergeet de bout gewoon, want het ding geeft geen enkele aanwijzing, dat er iets met hem gebeurt. Hij tikt een beet je als het ijzer warm wordt. Maar je blijft daar nooit naast staan, want er is doorlopend wel iets in huis te doen, dat dan net even gauw gedaan kan worden. Tijd is meer dan ooit kost baar; alle verloren ogenblikken moeten tot het randje gevuld. En dat andere werkje neemt je aandacht mee en daar mee is de strijkbout uit je memorie verdwenen. Positief gebeurt er helemaal niets laakbaars, wat van een sigaret opste ken in bed als je eigenlijk moest gaan slapen misschien nog wel te zeggen zou zijn. Er is alleen maar iets nega tiefs. Je denkt er niet meer aan. Een fluitketel gilt als het water op kook punt is, maar een bout doet niets. Een bout zou ook eigenlijk moeten gillen. De moderne strijkijzers hebben een automatische uitrusting, waardoor ze tenminste afslaan als ze heet genoeg zijn. Maar nog lang niet iedere gebruik- ster 'heeft zo'n bout. De gestrafte on derwijzeres, die door de schrik en de uitgebrande kamer nog veel meer ge straft zal zijn dan door de geldboete, moet van de rechter zo'n nieuw automa tisch strijkijzer kopen. Dan kan het haar tenminste nooit meer gebeuren, dat de bout brand sticht. Er zijn in Nederland zowat tweeën eenhalf miljoen huishoudens, dus méér dan tweeëneenhalf miljoen strijkijzers, want de meeste vrouwen-alleen bezitten ook een bout. Wat zou het veilig zijn als die tienduizenden bouten in gebruik, die niet automatisch zijn, „fluitbou- ten" waren. Er is misschien een oplos sing voor, die verstrooiden kunnen toe passen al is het maar een lapmiddel. Een keukenwekkertje aanschaffen, zo'n opdraaiding, dat je op het gewenste aantal minuten kunt afstellen. Je kunt he{ naast de bout op vijf minuten zet ten of op drie of vier, naar gelang de warmte, die de bout bereikt. Het gera tel herinnert er dan aan, dat het ijzer warm is en wacht. Een verkoolde plek op de strijk plank, op de vloer, op de tafel of waar het oververhitte schroei-ijzer ook ge staan heeft is een ellendig souvenir in huisj. En wie heeft de bout nog nóóit vergeten? Wél A.Bgl. De Amerikaanse huisvrouw kan thans eten klaar maken zonder haar pannen vuil te maken. Daartoe koopt ze diepgevroren soepen en complete maaltijden verpakt in een nieuw soort polyester zakken, die ze in een warme oven of in heet water warmt. Voor het opdienen heeft men alleen de zak te openen en de soep en maaltijd in de borden te gieten. De zakjes, die men voor dit doel ge bruikt, zijn vervaardigd van Scotch- Êak, een speciaal soort polyester film. [et is nog een betrekkelijk nieuw mate riaal en men verwacht, dat het in de toekomst nog voor talrijke doeleinden zal worden gebruikt. Vooral voor de werkende gehuwde vrouw, voor alleenstaanden en kamer bewoners is deze vinding een uitkomst; in Amerika maakt zij dan ook een grote opgang. Hoe muziek wordt geleerd Amerikaans dorp in een Hij heeft gelijk: wij hebben niet zulke scholen! De principes van de Ameri kaanse constitutie, zo mooi vastgelegd in de woorden „Of the people, for the people, by the people", worden ner gens beter toegepast dan In het school systeem. De publieke school is koste loos, daar zorgt de arme belastingbe taler voor. De staat geeft de school het geld om te functioneren en behoudt het recht om eens per jaar even om de hoek te gluren om te controleren of de schoorsteen geveegd is en of er ge noeg kubieke meters zuurstof per leer ling aanwezig zijn. Verder gaat de staat niet in onze dorpsschool en de „people" wordt nu gevormd door het schoolbe stuur, de ouders-leraren vereniging, de trompet-moeders en de korfbalmoeders. Wjj gaan kennis maken met de trompet-moeders, die „bandmothers" heten. Deze moeders, wier kinderen muziek-onderwijs genieten op school, behartigen de belangen van de instru mentale muziek. De staat bekostigt het salaris van de leraar, maar ver dere ambities op muziekgebied wor den door de trompet-moeders ge steund en gefinancierd en iedere school hoe klein ook, ambieert een blaasorkest. Onze oudste zoon nam op de dorps school les in trombone. De les was gra tis en de jonge leraar was een uitste kende kracht, die ongeveer dezelfde kwalificaties had als iemand, die in Ne derland zijn diploma conservatorium heeft behaald. Na twee jaar was onze zoon ver genoeg gevorderd om in het schoolorkest te spelen en met die pro motie werd zijn moeder automatisch lid van de „trompet-moeders club." M(jn ouderwetse Nederlandse opvat ting over muziek als de Muze „par excellence" van alle abstracte kunsten, uitsluitend te benaderen via de barok ke- en klassieke Duitse genieën, werd tot in de kern geschokt, toen ik actief deel moest gaan nemen aan het school- muziek-program. Mijn eerste opdracht was rauwe uitjes te snijden voor het komende concert. Die opdracht kwam onder de vergadering van de „band mothers". De muziekleraar, mr. Ship- ton, kondigde aan, dat de winkeliers in onze enige dorpsstraat besloten hadden om gedurende de hete zomermaanden open te blijven op zaterdagavond en om klanten te lokken hadden ze de school gevraagd of het orkest openlucht con certen wilde geven in het dorps parkje. Mr. Shipton vond het een uitste kende gelegenheid om de muziek-kassa te spekken door er een buffet bij aan te knopen en de trompet-moeders von den dat ook. „of the people, for the people, by the people!!" Bloemen in een vaas schikken kan ik beter dan de Amerikaanse, maar als het op organiseren aankomt en initia tief nemen in publieke aangelegenheden voel ik me als een pasgeboren kind bij hen vergeleken. Er zaten twintig boe renvrouwen om de tafel en met de zwaarlijvige presidente als leidster wa- Het witsatijnen wufte wezen voorop. ren binnen een uur de aangelegenhe den van het buffet tot in details uitge werkt voor de komende tien concerten. We werden in comité's ingedeeld, een comité zou zorgen voor tafels en ban ken (van de kerkverenigingsgebouwen), een ander zou voor kook- en bedien- gereedschap zorgen, een derde comi té zou telefonisch vrijwilligers charte ren voor voedsel-bijdragen. Iedereen bood aan te bakken en te koken. De presidente richtte haar arendsogen op mij en zich herinnerend, dat ik bij an dere gelegenheden onverteerbare taar ten had bijgedragen, vroeg ze mij of ik uitjes wilde snijden voor het brood je-gehakt. Altijd bereid om de Muze ter wille te zijn stemde Ik toe, maar thuisgekomen nam ik mijn Nederlandse muziekdiploma van de wand en borg het in de kast. In de tien jaar, dat we in dit dorp woonden, had ik heel wat van zulke vergaderingen en ondernemingen mee gemaakt, en ik heb altijd honderd per cent medewerking en verantwoordelijk heid geconstateerd. Als mrs. Jones haar pols brak op de dag, dat ze drie taarten moest bakken, kwamen de drie taar ten hoe dan ook op de plaats van be stemming. De concerten waren een groot succes en werden een jaarlijkse onderneming. Het orkest, gezeten op een verheven podium, zwoegde op cla- rinetten, trompetten, fluiten, tuba's en trombones. Mr. Shipton zwaaide met zijn armen in alle richtingen, terwijl dikke parels zweet langs zijn neus rol den, om zijn schaapjes niet al te dik wijls te laten verdwalen en hen in ge lijk tempo en gelijke toonaard te hou den. Öp het grasveld er om heen deden de concertgangers zich te goed aan broodjes-gehakt, knakworstjes, gebak, ijs, vruchten, koffie en limonade. Er werd flink gegeten en de conversatie ging gelijk op met de muziek. Met één uitzondering: iedere zaterdag ging het mis met de „Duivelsmarsch". De dui vels, die drie partituur-bladzijden lang in twee-kwarts maat hebben gemar cheerd, moeten, na een dreigend ak koord, een dreigende pauze en een drei gende houding van mr. Shipton's baton, op een driekwarts maat overstappen, en dat ging het orkest nooit goed af. Dus als dat spannende moment aan brak hield iedereen angstig op met eten, drinken en praten en onder doodse stilte ging het iedere zaterdag hele maal mis. Maar de „Glimlachende zee meermin", de „Plantatie weeklaag" en de rest van het programma gingen altijd als gesmeerd. Mijn herinneringen aan het Amsterdams Concertgebouw, aan Salzburg, aan Chicago's Symphony Orchestra verloren aan scherpte naar mate. de zomer vorderde en met ge duld sneed ik uitjes om het muziekon derwijs op de Amerikaanse school te bevorderen. De trompet-moeders werk ten heel hard. Nadat het concert voor bij was en een uur later de laatste gast verdwenen was werkten we nog lange tijd na om schoon te maken en (Advertentie) Uk, We«r verkrijgbaar! mooi rijattafel-rcceptenboekje. Vraag Uw winkelier, ofituur briefkaart gefrankeerd met léütiM Conimex-Sura op te ruimen. Voor middernacht kwa men we nooit thuis. Daar ieder concert een schone winst van minstens veertig dollar maakte voelde men echter dat het de moeite waard was. Het geld werd besteed aan uniformen voor de orkestleden. Eén uniform kostte vijf-en-zeventig dollar en het orkest be stond uit vijf-en-dertig leden. Hoeveel tranen moest ik niet laten, voordat ik genoeg uitjes had gesneden voor een uniform? Maar een uniform hoort bij een school-orkest, want in kleine plaats jes zet het luister bij aan belangrijke gemeente- en schoolfuncties. Het korte, maar zeer hevige competitie-voetbal seizoen van de scholen is niet denkbaar zonder een parade van de „marching band" door de dorpsstraat. De band wordt bij zulke gelegenheden geleid door drie of vier „majorettes", meis jes gekleed in witsatijnen circuscos- tuums, met hoge witte laarzen en een kepi met kokarde, die meesterlijk de baton zwaaien en hoog stappen als cir- cuspaarden. De trompet-moeders be kostigen ook deze pluimen, en mr. Ship ton, die vijf jaar hard gestudeerd heeft in contrapunt en a-tonale muziek, moet de „majorettes" hun kunsten leren, an ders houdt hjj zijn baan niet. Mijn zoon, de trombonist, ontmoette op driejarige leeftijd de grote Franse muziek-pedagoge Nadia Boulanger en wilde niets van haar weten, totdat ma demoiselle Boulanger een „Allemande" van Bach op de piano ging spelen. Toen was hjj niet van haar weg te slaan en wanneer ze ophield met spelen com mandeerde hij: „More!" En toen ik voor de eerste maal, diezelfde zoon door de dorpsstraat zag marcheren in een livreikostüum, zijn wangen paars van de Huzaren-marsch, het tempo be paald door een witsatijnen wuft wezen, dat bij iedere stap haar knieën bijna tegen haar neus rukte, liep ik ontdaan naar mr. Shipton en zei: „Jullie ma ken van het muziekonderwijs een pas kwil!" Maar mr. Shipton lachte me uit. „Europeanen nemen muziek veel te gewichtig op. In Bayreuth is het Kunst: maar zo ver zijn we hier nog niet. ^We geven eerst de leerlingen „Lol" en van Lol werken we langza merhand naar Kunst. Ik zou die boe renkinderen nooit aan een instrument krjjgen als ze niet het vooruitzicht had den van een parade in uniform. En uw eigen zoon evenmin." Mr. Shipton had gelijk en met al zijn realisme werkte hij onverstoorbaar aan een beter genre muziek. Het houten blaas-quintet van de Chicago Sym phony Orchestra stelde zich in de zo mermaanden beschikbaar voor demon stratie-avonden aan diverse scholen te gen een honorarium van honderdvijftig dollar. Mr. Shipton overreedde de trompet-moeders om hem financiële medewerking te geven en met veel moeite werd de demonstratie georgani seerd. Het was een onvergetelijke, meesterlijke, leerzame avond. Na afloop werden de leden van het quintet bij de presidente op een sou per genodigd, waarbij mijn man en ik ook aanwezig waren. De musici ver telden anecdotes over de verschillende beroemde gastdirigenten onder wie ze gespeeld hadden: Toscanini, Mon- teux, Walter enz. Mijn man vroeg hun onder wie ze het liefst speelden. Uit één mond en zonder een moment be denken zeiden ze: „A Dutchman, Eduard van Beinum. Hij was niet al leen een groot dirigent, hij was char mant, beleefd en altijd een gentle man. Een zeer zeldzame combinatie". Het voorgaande verhaal is een voor beeld van het muziek-onderwijs op een dorpsschool en het ligt voor de hand, dat waar de „people" zo'n belangrijke rol spelen in de muziekaangelegenhe- den, de ontwikkeling van de ..people" voor een groot deel de kwaliteit van de muziek bepaalt. De kleine universi teitsstad, waar we nu wonen, heeft een zeer ontwikkeld publiek en het muziek onderwijs op de middelbare scholen is voortreffelijk. Iedere school heeft een strijkorkest, en een blaasorkest en het niveau van de schoolconcerten bewijst, dat het stadium „Lol" achter hen ligt en dat de muziek als Kunst wordt bena derd. Mijn eigen zoon is nooit zo ver geko men. Na de demonstratie van het Chi cago quintet kwam hij een keer boos thuis, want mr. Shipton had afschuwe lijke, ouwe-wijven muziek gekocht voor het orkest. „Wat is het?" vroeg ik be nieuwd. „Element", van een zekere „John Betsj". „Nooit van gehoord", zei ik. „Oh yes, Mam, you have! Mr. Shipton heeft het een keer met U door genomen". Ik kan er me niets van her inneren. De volgende dag wordt het raadsel opgelost ais mijn zoon de par tituur thuis brengt: „Allemande", van Johann Bach. Dezelfde Allemande, waarmee Boulanger hem twaalf jaar vroeger in verrukking had gebracht. CILIA AMIDON TT et witte avondtoilet van de foto, in een zeer romantische omgeving, to I—I van glanzende tricel, een nieuw Engels fabrikaat. LI In een klein „goed zaakje", zoals men dat noemt, keken wij kortgeleden eens door wat er zoal van verschillende nationaliteit aan het rek hing We voelden het materiaal van een wit feestelijk jurkje van glanzende stevige stof. „Dat is tricel" zei de verkoopster. Tricel? We keken er het lijstje met exotische namen van de nieuwe stoffen op na. Maar we zagen het niet vermeld tussen orlon, banion, draion, dacron, niplo, frilon, grilon, kapron, dorlon, celon, om er maar een paar te noemen. We vonden het ook niet tussen de kunstvezels, die met een t beginnen: tergal, terital, terylene, terlenka, trevira. Het klopt allemaal, want tricel is nieuw. Het is geen puur synthetische stof, maar het wordt vervaardigd uit cellulose tri-acetaat. Het heeft echter vele eigenschappen, die ook de synthetische vezels bezitten. Soms wordt het voor de stevigte vermengd met nylon. Men maakt er van alles van, zowel blouses en rokken als pantalons en dassen, gewatteerde dekens en chenille spreien. De Engelse fabrikant heeft ter introductie van zijn nieuwe produkt dezer dagen een kantoor in Amsterdam geopend en daaraan een kleine expositie van tricel-materialen verbonden. ls men zich Brigitte Bardot voor stelt met kort haar, zou bijvoor beeld een film als „Vie Privé" van Louis Malle, waarin ze zich zelf enigszins speelt, in het beeld flink gekortwiekt worden. Dat is te zeggen: worden ontdaan van een hoop geflad der, want haar wapperende, slierende, slepende, slordige haren doen heel na drukkelijk mee. En als ze het in de loop van het verhaal bij een officiële Ge legenheid eens hoog opsteekt, is ze bij na een onherkenbaar ingetoomd wezen. In die verschillende, luchtige, in elkaar gedraaide kapsels draagt ze dan een kleurige band. Dat houdt de boel ook bij elkaar. Het is logisch, dat de haarband nu, met het losse, hoog opgemaakte haar weer zijn intrede heeft gedaan. Zo komt een mode altijd voort uit iets waar het bij hoort. Er is een sportieve en nonchalante manier om een haar band te dragen en een verzorgde, min of meer geklede. Op de foto met de strik precies boven het voorhoofd is dit rode fluwelen lint, een ontwerp van de Parijse coiffeur Luc Traineau, bedoeld voor de tiener, die serieus werk van zichzelf heeft gemaakt en bij voorbeeld op een feestje moet verschij nen. Het is een vrij grote strik die het voorhoofd tot over de slapen bedekt. Volumineus moet het moderne hoofd zijn en de hoed, die mee doet met het haar is dat ook. Wit is deze zomer in de mode en de luchtige witte schuimi ge hoedjes van organza wegen niets. Ze zjjn bovendien bijzonder flatteus. Ze zijn ook feestelijk. Hoe passend bij het vaderlandse feest was de bijzonder mooi omlijstende luchtige witte hoed, die koningin Juliana bij de officiële rij toer droeg. Het hoedje van de foto (van Marie Christine) dat achter op het hoofd wordt gezet en meer dan de pony vrij laat, is „duur" door het hangertjes-bijou van grijze pareltjes en blauwe steentjes, dat op de voorkant gestoken is. Het hoedje blijft op het hoofd zitten met een piqué band, die van achteren een strik vormt. nlangs sprak mijn buur vrouw, die haar kinde ren op de Openbare School heeft, mij met een zorglijk gezicht aan toen onze wegen elkaar kruis ten bij de gemeenschappelij ke bemoeienis met een kind in de zandbak. „Heeft U het al gehoord? De kinderen krijgen ook de vrije zater dag „Wat naar voor U" leefde ik mee- „Ja, mijn man vindt het ook zo jammer. Het was eerst echt gezellig. Ik hielp de kinderen naar school en maakte de boel aan kant, terwijl hij wat uitsliep en daarna dronken we samen koffie. Soms gingen we win kelen als een van ons iets nodig had. Dat is nu allemaal afgelopen. Van uitslapen komt niets meer, van vlug opschieten nog minder en wat dat winkelen betreft, en fin, dat weet U zelf wel: niet hij je blijven, van alles wil len hebben en geen geduld om te wachten tot er iets is gepast". „En", voegde ze er aan toe, „voor de buren is het ook niet leuk. AI die vrije mannen konden eerst in hun tuin rustig hun krant lezen en nu zitten ze in het lawaai en kunnen alsmaar ballen over de heg terug gooien en boos kijken, om dat er natuurlijk een tulp knakte". „Hoe komt dat zo ineens?" wilde ik weten. „Men zegt dat de ouders er zelf om hebben gevraagd, omdat ze dan iets met de kinderen kunnen gaan doen, kamperen of zoiets, maar dat kunnen er nooit veel zijn, anders zouden er niet dagelijks protestbrieven by de gemeente arriveren". 's Avonds vertelde ik mijn man welk „noodlot" zich aan de buren ging voltrekken. „Jammer voor ze", was zijn commentaar, „maar het zou nog erger zijn als de bijzon dere scholen ook mee gingen doen. Daar ligt het gezinsge middelde doorgaans wat ho ger en dan worden die moe ders wel erg overbelast." Zijn woorden waren nog niet koud of mijn blik viel op ons kerk- krantje waarin ik las: „Bij wijze van proef heeft het schoolbestuur besloten, dat met ingang van heden voor de jeugd de vrije zaterdag zal worden ingevoerd. In ver band daarmee zullen de schooltijden als volgt worden gewijzigd..." en daarna volg den allerlei mededelingen, die bijna per klas verschilden, zodat de kinderen nu voort aan thuis komen in drie por ties met onderling verschil van een kwartier. Een ongezochte enquête leverde de volgende gege- bezorgen, maar een bel luidt net als in de vakantietijd). De slager liet het allemaal koud; hij heeft zelf'geen kin deren en is gul genoeg, die van anderen een extra plak worst toe te geven. „Als ze de honden maar thuis laten," was zijn commentaar. Mijn man vond, dat de kin deren hun vrije tijd nuttig moesten besteden en gaf ieder een eigen taak; de een moet het gras rollen er. de tuin vegen, de ander schoenen poetsen en de fietsen schoon houden en weer een ander doet de boodschappen. Een uiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiuiiiiiiiiiiiimiHiiiHHiuuii ïïiimimimiiiiiiniMiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinnniiiiiiiiiiiïï yens op. De groenteman was systeem, dat misschien bij- de wanhoop nabij: „Wat moet ik op zo'n drukke dag met al de kinderen in die ene ka mer achter de winkel. Als het mooi weer is gaat het nog. Hoewel, dat gehang op straat is ook nergens goed voor..." De melkboer was helemaal geslagen. Niet zozeer van wege het lawaai in zijn ka mer achter de winkel, maar omdat hij nu nergens meer om zeven uur aan kan bellen; „eerst moesten ze op voor de kinderen". Hij is dus met zijn wijk veel later klaar dan anders. (Inmiddels lazen we, dat de bond van zuivelhan delaren of zoiets bezig is er door te krijgen, dat er op die dag geen lege flessen meer worden aangenomen, en dat de melkboer niet meèr huis aan huis hoeft te zonder opvoedend is, maar voor een huisvrouw is het slopend. Ze komt tot niets meer en moet bij alles assis teren; lijstjes maken voor de boodschappen en daarna het geld controleren en opbellen als or iets niet klopt (dat gebeurt tegenwoordig nog al eens als je een kind om een boodschap stuurt), geduldig er op wijzen, dat bruine schoenen ook liefst met brui ne schoensmeer behandeld dienen te worden, „voeten vegen" roepen tegen de tuin man, die om een koekje te halen zo uit de aarde de keuken binnenstapt. Het ein de kan alleen maar over spannen moeders zijn, die het op zaterdag toch al dubbel druk hebben om de zondag voor te bereiden, willen ze tenminste, dat de zondag als de „zevende dag waarop men rust" gehandhaafd blijft. Maar denk ook eens aan de vaders, die zo kinderlijk blij waren met hun rust en die nu weer terwille van het voorbeeld jeugdig en fris vitaal moeten doen -o van: „Kom op jongens, naar de kraan. De wollen sok en de sandaal aan en dan naar bui ten. Kieviten kijken en bra men zoeken. Brem plukken en boterhammen happen. Zo uit het vuistje, jongens, en een slok zuivel erbij. Dat is leven". Wee degene, die van huis uit nu niet zo'n dauwtrapper is, maar iemand die graag wat langer liggen blijft met zijn ochtendblad, die geniet van zyn pyp, zqn koffie, een uitgebreid bad en zo maar wat w!l rommelen. „Wat zegt U; wil een onderwyzer dat ook W'*?" Natuurlijk, dat zal we) niemand bestrijden, maar hij is al zo vorstelijk bedeeld vergeleken by al die man nen, die van negen tot één en van twee tot half zes ach ter hun bureau zitten. We gunnen hem allemaal ook een beetje extra rust, met de herfstvakantie bijvoorbeeld of ande met die van Kerst mis, in de paasvakantie of met Pinksteren en tenslotte al de zes weken van de grote vakantie. Hy mag van ons dan nog best een ysvrytje meesnoepen of een patroons feest, een vrye verkie zingsdag of wat warmtevry, die enkele keer, dat hier in Holland de mussen van de bomen vallen. „Hy heeft dat nodig om fris te biyven by de grote klassen van tegenwoor dig met de zo veel drukkere kinderen?" Maar bedenk dan, dat zyn taak nog zwaarder wordt als de ouders nooit tot rust komen, want dat werkt weer op de kinderen. Er gaan hier en daar stemmen op, dat de leerkrachten zelf niet byster gelukkig zyn met deze vrye zaterdag, omdat ze in de knoop komen met het leerprogramma. Maar wie dryft dit dan door in dit de mocratische land als de ouders noch de onderwyeers het toejuichen? O. 8. de W. ee' e gemiddelde arbeidsweek vannp, huisvrouw met twee tot vier deren van 2 tot 15 jaar bedraagt ongeveer 62 uur. MJLji van deze 62 uur zjjn er 22 die besteed aan lichamelijk minder insp nende bezigheden waarbij ontspanny en liefhebberij een zeer belangrijke- J, kunnen spelen, terwijl de licham^t meer inspannende bezigheden Jlp slechts een gering element van ontsp -f ning en liefhebberij omstreeks 4° uji, per week nemen. Hoe groter het hoe langer de huisvrouw moet werK maar niet recht evenredig aan het tal gezinsleden en zelfs niet aan het jj tal kinderen. Van veel meer invlo®0 de leeftijd van het jongste kind. Dit is uitgewezen door een onderz^ „at is verricht door de LandbouWn^jji school in Wageningen, in opdracht de Nederlandse Huishoudraad. ier De huisvrouwen die aan dit zoek hebben meegedaan, werkten sluitend in hun eigen huishouding-J Als een huisvrouw ook buitens werkt, is zij minder lang bezig 'n L-jir huishouden. Een eerder verricht get logisch onderzoek wees uit, huisvrouw met één of meer k®o g\s en met een volledige werkkring p fabrieksarbeidster, gemiddeld 25 wj, uur in haar eigen nuishouding Deze huisvrouw moest haar werk ^J doelmatiger verrichten in deze kortere tijd. et voorlichtingsbureau van de gfjii ding geeft de volgende sugg nu de aardappelen duur Men zal vaker dan anders er-- toevlucht nemen tot erwten, rijst, gort, macaroni of spaghetti, vgtse ook bij bonen of erwten hoort rauw. hetzü groente, hetzij rauw. hetzo "LceVf. Gelukkig is de prijs van de P d® weer meer binnen het bereik yt{oefi consument gekomen. Vooral ten en worteltjes kan men neei rauw eten. Het is een lekker fris - bij de meelrijke bonen of macaru Voorbeelden van 'N-'o Rijst of gort met hachee, ,^0psl»'^ moes, macaroni met gehakt, kffP pi' worteltjeS ■gti spaghetti met kaas, doperwten, bruine bonen, gebakken bloe bieten(sla), t.rd- rijst met gebakken vis, moste kerriesaus, komkommersla, pi® „bahmi" van macaroni of Tnol stukjes varkensvlees, spi'sK Prei> ten e witte bonen, gebakken spek andijviesla. Advertentie) Maar dan modern, veilig, snel en mild met de prettig geparfum®61" 'n Hamol produkt uit ZwitJ*1 tube 1.50 en 2.95 ^0n

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 8