Aartsbisschop van New Orleans tegen rassenscheiding Katholieke scholen voor blanken moeten van hem negerkinderen opnemen Immoreel en zondig M' DE MOEILIJKHEDEN IN LAOS Integratie sinds 1954 L Moedige prelaat in Louisiana Amerika's nieuwe beleid voor Azië in ruw weer Verdragspartners en Congres hadden oude accenten liever Niet meer elke rots" verdedigen .CAMBODJA ken .ha. Toen John F. Kennedy nog slechts Democratisch kandidaat voor het presidentschap was, heeft hij, op 7 oktober 1960, een televisiedebat gevoerd met zijn Republikeinse rivaal Ri chard M. Nixon. In een bepaald opzicht is dat debat nog steeds actueel. De vraag werd namelijk aangeroerd, of Amerika zich in geval van nood ernstig zou moeten inspannen om de eilanden Quemoy en Matsoe (voor de kust van het Chinese vasteland) te verdedigen tegen een aanval van de communisten. Nixon toonde zich een goed leerling van wijlen John Foster Dulles. Hij betoogde, dat de beide eilanden behoorden tot „het gebied van de vrijheid" en dat Amerika daarom en óók omdat het zijn bondgenoten niet in de steek mocht laten verplicht was Quemoy en Matsoe te ver dedigen. De Democratische kandidaat nam een ander standpunt in. Dat deed hij niet alleen om het debat te verlevendigen. Kennedy deed het vooral, omdat hij een van de eerste bekeerlingen was van een nieuwe politiek-strategische leer, die op dat moment door vele deskundigen in Amerika werd verkondigd. IM DOCH IN A ZATERDAG 2 JUNI 1962 PAGINA 11 OH/o fjwest vm/HU* /U/HO/S HOM NA KANSAS i MIS SOU*/ KXNTUCXt ÊATLANTISCHT OCEAAN: OKLAHOMA Columbia: \Mississ/pprss nMfM, CANADA LOUISIANA Houston noun). lew Orleans: IGolf van Mexico l.Pfgbang Pnompenh IN00RD-V1ET- [N6M(ccyrrKjffi| mGR. JOSEPH FRANCIS RU MM EL De 85-jarige aartsbisschop van New Orleans, Mgr. Joseph Francis Rummel. stond in de Voortuin van zijn paleis te praten toet een groepje dames. Het gezel schap maakte zich gereed om te gaan todden voor het beeld van Onze Lieve Vrouw van Fatima. Plotseling Voegde zich nog een dame bij het Stoepje. Zij knielde voor de voeten Van de bejaarde prelaat en begon oom toe te spreken. Het was me vrouw Una Gaillot, die een dag te Voren door de aartsbisschop geëx communiceerd was, omdat zij zich Verzet had tegen de opheffing van oe rassenscheiding in het katholiek onderwijs. „Geef mij uw zegen, ex cellentie", riep zij uit, „maar ik Vraag u niet om vergiffenis. Zie op llaar de hemel en erken dat de ras senscheiding Gods wet is. Luister toet naar satan, maar naar God." ~e aartsbisschop stond stil toe te tojken, maar hij sprak geen woord. TEXAS In het gearceerde gebied op dit kaartje, alsmede in de stad New Orleans, zijn de laatste jaren ongeregeldheden geweest naar aanleiding van de rassenintegratie. Ni °g voor mevrouw Gaillot uitgespro- was, grepen de andere dames tor vast en voerden haar weg. Ter wijl zij meegenomen werd, riep zij hog uit: „Moge God u genadig zijn". Deze dramatische scène had een op zienbarende voorgeschiedenis. Mgr. Rum mel, die in 1935 benoemd werd tot aarts bisschop van New Orleans (Louisiana) sprak zich reeds voor de oorlog herhaal delijk uit tegen de rassenscheiding. In 1953, een jaar voor de historische uit spraak van het Amerikaanse Opperste Gerechtshof, veroordeelde hij, in een herderlijk schrijven, deze vorm van dis criminatie, en in 1956 maakte hij be kend, dat het katholiek onderwijs in zijn aartsdiocees geïntegreerd zou worden. Bij die gelegenheid noemde hij de ras senscheiding „immoreel en zondig". Met het openstellen van alle katholieke scho len voor blanke en zwarte leerlingen wilde hij echter wachten tot de schei ding in het openbaar onderwijs opge heven zou zijn. Die opheffing kwam for meel tot stand in de herfst van 1960, ten gevolge van een uitspraak van de fede rale rechter in New Orleans. Maar in de praktijk is er tot nu toe weinig van terecht gekomen. Onlangs heeft de fede rale rechter echter bevolen, dat bij het begin van het nieuwe schooljaar, in sep tember, alle lagere scholen in New Or leans volledig geïntegreerd zouden moe ten zijn. GR. RUMMEL publiceerde op 5 maart een verklaring, dat „alle katholieke kinderen toegelaten kunnen worden tot de katholieke scholen van het aartsdiocees". De aarts bisschop sprak met geen woord van de opheffing van de rassenscheiding, maar de betekenis van zijn verklaring was onmiddellijk voor iedereen duidelijk. Zijn uitspraak hield in, dat vanaf sep tember die katholieke scholen, die tot dan toe alleen blanke leerlingen hadden gehad, ook negerleerlingen zouden moe ten opnemen. (Op het ogenblik is er in het katholiek onderwijs in het aartsbis dom New Orleans nog een volledige scheiding tussen blanke en zwarte scho len). Onmiddellijk braken er heftige pro testen los van katholieken, die de schei ding in het onderwijs volledig wilden handhaven. Rond het aartsbisschoppelijk paleis liepen mensen met borden, waar op kreten stonden als: „Wij moeten de blanke katholieke scholen redden" en „Segregatie is voorgeschreven door de Bijbel". Tot de meest actieve leiders van het protest behoorde mevrouw Gaillot, de presidente van de organisatie „Save Our Nation". Deze fanatieke 41- jarige dame publiceerde een pamflet getiteld „God gaf de wet van de rassen scheiding aan Mozes op de Berg Sinaï Ter ondersteuning van haar theorie, dat de rassenscheiding in de H. Schrift is bevolen, haalde mevrouw Gaillot enkele bijbelteksten aan, waaraan zij een won derlijke interpretatie gaf. Maar er waren in New Orleans nog twee andere katholieken, die een domi nerende rol speelden in het verzet tegen het aartsbisschoppelijk besluit. Leanier H. Perez, een 71-jarige jurist en olie- magnaat verkondigde, dat men de voorge nomen integratie van het katholiek on derwijs moest zien als het resultaat van een „communistisch-zionistische samen zwering". In een toespraak tot de Raad van Blanke Burgers spoorde hij de ka tholieken van het aartsbisdom aan hun kinderen van de katholieke scholen te nemen, en 's zondags geen geld meer op de collecteschalen te leggen. De men sen moesten geen enkele financiële bij drage meer geven voor de actie van Mgr. Rummel. De instructie van de aartsbisschop noemde Perez een „zwaite doem op het lot van de 75.000 blanke ka tholieke kinderen". Tot de aanstichters van de rebellie behoorde ook Jackson G. Ricau, de 44- jange voorzitter van de Raad van Blan ke Burgers in Zuid-Louisiana, die de maatregel van de aartsbisschop ken schetste als „ongelofelijk onrecht". In een brief aan de prelaat schreef hij, dat hij vocht voor het voortbestaan van het blanke ras onder de banier van de grondwet" en dat hij zich wilde verzet ten tegen het „communistische streven naar integratie". OP 31 maart reageerde Mgr. Rummel op deze protesten met een persoon lijk en vertrouwelijk schrijven aan de drie voornaamste opstandigen In deze brief deed hij een laatste beroep op deze personen hun activiteiten te staken. Hij waarschuwde, daf hij hen met excommunicatie zou treffen, als zij zich niet onmiddellijk aan djn gezag zouden onderwerpen, en hij beriep zich bij dit dreigement op een artikel van het kanoniek recht. Maar de drie stoor den zich niet aan de waarschuwing van hun aartsbisschop en op 16 april publi ceerde Mgr. Rummel een decreet, waarin mevr. Gaillot en de heren Perez en Ri cau wegens aansporing van de gelovi gen tot ongehoorzaamheid aan het ker kelijk gezag, geëxcommuniceerd werden. In de zevenentwintig jaar, dat Mgr. Rummel aartsbisschop van New Orleans Demorstranten bij een lagere school in New Orleans. Zij protesteren tegen de rassenintegratie in het onderwijs. Op het bord links staat: „De Heer heeft gezegd dat de stammen niet vermengd mogen worden". Op het andere bord lezen wij. „Vervloekt is de man die integreert". (Met verwijzing naar een bijbeltekst). was, had hij zich nog nooit van een zo zware kerkelijke straf bediend. Tenge volge van hun excommunicatie waren de drie katholieken uitgesloten van de sacramenten en van een kerkelijke be grafenis. Zij mochten slechts biechten als zij in die biecht berouw wilden tonen o.ver hun daden. Van het zware besluit van Mgr. Rummel bestaat in Amerika slechts één vergelijkbaar precedent. In 1955 werd door de bisschop van Lafayette (Louisiana), Mgr. Jules B. Jeanmard. een vrouw geëxcommuniceerd, nadat zij een onderwijzer had mishandeld, die katechismus had gegeven aan een gemengde klas van blanke en zwarte leerlingen. De drie geëxcommuniceerden in New Orleans hebben, tot op heden, geen blijk van inkeer gegeven, maar hun actie heeft onder de gelovigen van het aarts bisdom weinig weerklank gevonden. Uit de inschrijvingen voor het komende schooljaar blijkt, dat maar heel weinig ouders hun kinderen van de katholieke scholen zullen nemen, en de opbrengst van de collectes in de kei-ken is de laat ste maanden ondankr de oproep van Perez niet minder hoog dan tevoren. Van een financiële boycot van de aarts bisschoppelijke acties is geen sprake. Mevrouw Gaillot heeft aanvankelijk gedreigd, dat zij van het excommunicatie- besluit van Mgr. Rummel in beroep zou gaan bij de H. Stoel, via de Apostolische Delegaat in Washington. Maar de Dele- gaat en de autoriteiten in het Vati- caan reageerden prompt met de mede deling, dat zij een dergelijk schrijven van mevrouw Gaillot onmiddellijk zou den doorsturen naar de aartsbisschop van New Orleans. DE „Osservatore Romano" heeft in een hoofdartikel het „bewonderens waardig" optreden van Mgr. Rum mel geprezen, en het blad ver klaarde, dat rassenscheiding „zondig" is. Ook de „New York Times" had veel lof „voor de moed van de aartsbisschop", die „een voorbeeld had gesteld, geba seerd op godsdienstige beginselen en beantwoordend aan het sociale geweten van onze tijd". Het optreden van Mgr. Rummel is toegejuicht door andere bisschoppen in het diepe zuiden van de Verenigde Staten, die eveneens tot integratie van het katholiek onderwijs willen over gaan. Het was eergisteren precies acht jaar geleden, dat het Opperste Gerechtshof van de Verenigde Staten de rassenschei ding in het openbaar onderwijs ongrond wettig verklaarde. Intussen is er met de integratie in de openbare scholen reeds aanzienlijke vooruitgang gemaakt. De aartsbisschop van New Orleans en vele andere prelaten beseffen, dat het katho liek onderwijs bij deze ontwikkeling niet achter mag blijven. H. BRONKHORST k Or°uio Una Gaillot uit New Orleans (Louisiana), die onlangs geëxcommuniceerd "Ucintoat zij zich verzet tegen de opheffing van de rassenscheiding in het katholiek "hsohW-^s~ is confpct gekomen met de aartsbisschop van New Orleans. Het tijgtoyt op het bord is voor de aartsbisschop bedoeld. De tekst luidt: „Hoge er(smaakten zelfde fout. Zij hadden berouw. Zult gij ook berouw tonen?" Hoe staat het met de opheffing van de rassenscheiding in het openbaar onderwijs in de V.S.? Voor de beantwoording van die vraag moeten wij terug gaan tot 17 mei 1954, de dag waarop Amerikaanse Opperste Gerechtshof de volgende uitspraak deed: „In het openbaar onderwijs is geen plaats voor de leer van ge leiden maar gelijk. Gescheiden onderwijs is uiteraard ongelijk." De term „gescheiden maar gelijk" (separate but equal) werd J"°or het eerst gebruikt in een uitspraak van het Opperste Gerechts tod' in 1896. De uitdrukking had toen vooral betrekking op de rassen- leiding bij het openbaar vervoer. Maar he* hof van 1954 wilde uit- tokkélijk vaststellen dat althans in de kwestie van de scholen de Jtofle doctrine ongrondwettig was. Op 31 mei 1.955 kwam het Opperste "Rechtshof op net onderwerp terug. De rechters verklaarden toen, ('Ht de integratie van het onderwijs in het zuiden van de V.S. „met eLwame spoed" moest worden uitgevoerd. In 1954 bestond de rassenscheiding in het onderwijs nog in 17 ?.aten, alsmede in het District Columbia (de stad Washington). I todsdien is men in West Virginia en Washington D.C. tot volledige totegratie overgegaan. Zes andere steden hebben een aanzienlijk deel an hun scholen geïntegreerd. Voorts hebben een aantal andere staten en begin gemaakt met de opheffing van de segregatie. Vooral in de *°genaamde Border States (op de grens van het noorden en het '"'ton van de V.S.) is er veel verbeterd. Het meest onwillig zijn tonmige staten van het Diepe Zuiden, als Mississippi, Alabama en tod-Carolina. h Op voormalige „blanke" lagere en middelbare scholen in de 17 ^toelijke staten en in Washington D.C. vindt men nu in totaal ruim LOOO negerleerlingen. Jaren achtereen hadden de Verenig de Staten hun beleid in zui<l-oost-Azië laten bepalen door de veronderstelling, dat ieder ogenblik een communistische poging kon worden verwacht om het hele continent onder de voet te lopen. En de communisten hadden ook wel degelijk afzonderlijke acties onderno men op ver uiteengelegen sectoren van het front: in Korea en in Vietnam. Alleen om die reden zou het dus al on juist zijn geweest de staf te breken over de militaire bondgenootschappen, die Amerika vaak in alle haast was aangegaan. Maar het was een feit, dat de grote, algemene aanval van de communisten tot dat ogenblik ach terwege was gebleven. Op zijn beurt leidde dat ertoe, dat Amerika in tal van Aziatische landen regiems had gecontinueerd, die als eni ge verdienste hadden, dat zij anti-com munistisch waren. De anti-communist Syngman Rhee liet een corrupte dic tatuur opschieten in Korea. De anti communist Tsjang Kai-sjek knevelde de oppositie op Formosa. En de anti-com munist Ngo Dinh-diem stichtte in Zuid- Vietnam een uitermate knusse oli garchie. Een rondborstige Amerikaanse gene raal in Korea zag de gebreken van deze noodverbanden wel in. ,,Ik weet best, dat Syngman Rhee een terrorist is", zei h(j, „maar hij is in ieder geval ónze terrorist". Wijlen minister Dulles wilde er even wel geen kwaad woord van horen. Zijn uitspraak „Neutralisme is immoreel" was een soort generale absolutie voor alle communisten. John Kennedy behoorde tot degenen, die eigenlijk wel graag af wilden van deze louter militaire benadering van de zaak. Zij wilden in de eerste plaats voor komen, dat de Verenigde Staten, door het aangaan van al te strikte afspra ken, de beslissing over oorlog of vrede zouden kwijtraken aan kleine, krijgs haftige bondgenoten. Zij legden een voorkeur aan de dag voor politieke oplossingen en in dat verband paste ook een duidelijke herwaardering van het neutralisme, in Azië maar ook el- dors. In het televisiedebat met Nixon zei Kennedy, dat hij er een tegen stander van was om „iedere rots en ieder eiland" te verdedigen en hij be tichtte zijn opponent ervan een „schiet graag" politicus te zijn. ang nadat de lampen in de tele visiestudio's waren gedoofd en ook lang nadat het Amerikaanse volk zich over de opvolging van Eisenhower had uitgesproken, toonde Kennedy zich bereid de nieuwe poli tiek-strategische conceptie te verwezen lijken. Het duidelijkst is dat gebleken in het koninkrijk Laos. Daar was trouwens ook naar het scheen de meeste ruimte voor experimenten. Bovendien waren alle ingrediënten aanwezig. Sinds de staatsgreep van kapitein Kong Lae in augustus 1960 heerste er een verwarde situatie. Het Jand was uiteengevallen in drie groeperingen: een neutralistische onder leiding van prins Soevanna Phoema, een commu nistische onder leiding van diens half broer Soevannoevong en een westers- reehtse onder de nominale leiding van prins Boen Oem (de werkelijk leider was en is generaal Phoemi Nosavan). De regering-Eisenhower legde een nauwverholen voorkeur aan de dag voor de groep van Boen Oem en zij steunde de neutralisten alleen, omdat ook de Russen (die in Abramov een zeer ac tieve ambassadeur hadden) dat deden. Het koninklijke leger van Phoemi No savan zocht 7.ijn kracht vooral in de sterkte van zijn tegenstanders. Zelf toonden de koninklijke strijders zich merkwaardig inefficiënt. Maar zij slaag den er voortdurend in Amerika tot gro tere investeringen te brengen. Er is waarschijnlijk niemand ter wereld, die het communistische potentieel drama tischer kan schilderen en die de com munistische activiteiten schaamtelozer kan overdrijven, dan de militaire woord voerder iu Vientiane. Een van de eerste beslissingen, die Kennedy als president nam, was, dat h(j wilde proberen de Amerikaanse fi nanciële en prestige-verliezen in Laos tijdig te beperken. Hij verklaarde zich derhalve bereid te streven naar een herstel van de driepartijencoalitie, die al eens eerder van oktober 1957 tot juli 1958 had bestaan en vervolgens de neutraliteit van het koninkrijk te respecteren. Toen Nixon nog Amerikaans vice-president was, was hij de zaak van nationalistisch China bepaald toegedaan. Men ziet hem hier (midden) in Taipei met Tsjang Kaï-Sjek (rechts) en minister K. C. Yeh. Toen de jongste crisis in de Laotiaanse kwestie ontstond, vertoefde de neutralis-' tische prins Soevanna Phoema in Parijs. Toen is deze foto van hem gemaakt. Sindsdien heeft hij zich bereid verklaard naar Laos terug te keren en alsnog te trachten een nationale coalitieregering te vormen. Dit was zo ongeveer het enige punt, waarover hij overeenstemming bereik te met premier Khroesjtsjev, tijdens hun onderhoud te Wenen in juni van het vorig jaar. Dat akkoord tussen de Grote Twee werkte stimulerend op de werkzaamheden op de internationale conferentie voor de oplossing van dc Laotiaanse kwestie, die een maand te voren in Genève was begonnen. De „new look" in de Amerikaanse politiek openbaarde zich ook in een t eel tod ens een bezoek aan Nieuw Delhi /.o sterk onder de bekoring van premier Nehroe's persoonlijkheid dat hu hem publiekelijk uitnodigde zijn lei- baal 'ff makend hr^rri„AlI;Prkaanse vice-president pro- „fjto® ,zlto blunder later in Karatsji 2 ""to te herstellen, maar dat nam n,let weg. dat de Pakistanen zich buzonder gebruskeerd toonden. dat is natuurlijk de grote tegen- Kant, die er aan de politiek van Kennedy ten opzichte van zuid- oost-Azie zit. Zijn bondgenoten gaan bouderen over de gunsten. die aan neutralen worden verleend Zij vragen zich af, of het nog wel lonend is de last aan impopu lariteit te torsen, die een bondgenoot schap met Amerika nu eenmaal mee brengt President Ajoeb Khan van Pa kistan heeft zich bij zijn jongste be zoek aan de Verenigde Staten in die zin zeer duidelijk uitgesproken. En in Laos zijn de rechtse royalisten aan het werk getogen om Kennedy's beleid te doen mislukken. Noch door de vertogen van onderminister Harri- man, noch door financiële druk hebben zij zich laten bewegen tot het aangaan van de gewenste coalitie. Zij hebben hun toevlucht genomen tot het mid del, dat ook Tsjang Kai-sjek wel heeft toegepast: het ostentatief versterken van moeilijk te verdedigen posten (de Chi nese generalissimo had betrekkelijk kort voor het Kennedy-Nixondebat de eilanden Quemoy en Matsoe versterkt). Phoemi Nosavan en Boen Oem ver sterkten Nam Tha, hetgeen de com munisten toch al geïrriteerd door het rechtse getalm en óók door aan wijzingen, dat hun eigen guerrilla-tac tiek nu tégen hen wordt gebruikt als een provocatie opvatten. Zij gingen tot de aanval over en alleen de mili- taire woordvoerder in Vientiane bleek pal te staan. President Kennedy is nu inderdaad gedwongen tot het nemen van enkele militaire maatregelen, maar het zou best eens kunnen zijn, dat die niet meer bedoeld zijn om de rechtse groepering in Laos alsnog op de been te houden. Hij zal zich nog zijn boutade tegen Nixon over „iedere rots en ieder ei land" herinneren. En onderminister George Ball heeft uitdrukkelijk gezegd, dat Amerika naar een politieke oplos sing in het koninkrijk blijft streven en niet alle voortekenen zijn even on gunstig. De bewegingen van de Amerikaanse vloot en de activiteiten van de mari niers dienen misschien vooral om de landen, die nog altijd Amerika's bond genoten zijn (Thailand, Pakistan) een hart onder de riem te steken. Zü die nen ook om de ergernis van conser vatieve groeperingen in het Amerikaan se Congres (die zopas nog hebben be knibbeld op de verstrekking van gelden aan het neutrale Indië en die nog altijd de „China Lobby" in hun midden heb ben) enigszins te doen bedaren. H. J. NEUM/ =sss i ss=s===3=iBSccoas33s===sg=asa^EsaggBg5==s=BSB==ss=Fai

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 11