Internationaal ontmoetingscentrum in Amsterdam
i
J
Schoen:
?r allemaal,
e nozem tot
half-god
„Ze komen
van bejaard
culturele i
Wordt
het pl
1
ZATERDAG 9 JUNI 1962
Het is twee uur in de nacht. De lichtreclames op Neerlands meest besproken plein hebben hun
vermoeiend seinenspel gestaakt. De meest e gasten zijn al een uur geleden vertrokken. Op de
hoek van de Leidsestraat probeert een Engelsman tevergeefs een pakje sigaretten uit de auto
mat te trekken. Hij bemerkt zijn vergissing, verwisselt de dubbeltjes voor een zilveren gulden, houdt
dan een texi aan en verdwijnt. Het Leidseplein is angstwekkend leeg. De Lucky Star in de aan
grenzende Korte Leidsedwarsstraat spuwt een late nozem uit, die èèn vinger in de lucht de draad
Van het leven weer poogt op te nemen, maar weinige ogenblikken later toch weer de tegenover gele
den, twee uur langer geopende, doch voor hem volstrekt onbetaalbare „Blue Note' binnenvalt. Even
duurt het, dan staat hij weer buiten en kweelt zijn lievelingslied: „No more, no more Hij wankelt,
raakt zijn evenwicht kwijt en smakt tegen de harde stenen. Een agent van afdelingsbureau 8 ontfermt
*'ch liefdevol over hem. Het plein, even tevoren nog krioelend van luidruchtige en bedaarde wezentjes,
heeft zich te ruste gelegd.
'■Mïmï
pst»
Minderwaardigheid
Fijn
Trefpunt
Americain
Nozems
Metamorphose
w!Ëm
Gesloten front
Leidseplein
man het woord swing nozem halveer
de, sinds de tijd ook dat hjj het pro
bleem van de ontwortelde, zich aan
God noch gebod storende, nozems aan
de kaak stelde is er veel, heel veel ver
anderd op het plein (men spreekt ovei
„het" plein zoals men 't ook over
„het huis" - de stadsschouwburg - en
„het" gebouw - het concertgebouw -
heeft)De bende van jonge boefjes
tussen de 14 en 20 jaar, meestal van
goede komaf en met een behoorlijke
opleiding, waarop Vrijman doelde, trok
al gauw naar de inmiddels verdwenen
poffertjeskraam op de Weteringschans
en vandaar weer naar andere vaal
verwijderde punten in de stad. Ni
schijnt er weer een nieuwe generatie
op te bloeien in het totdusver nog vrij
onbekende „Hans en Grietje" aan het
einde van de zeer lange Korte Leidse
dwarsstraat. Maar op het plein en in
Reinders ziet men ze niet of nauwelijks
meer. Wel dwarrelen er soms nog en
kelen de „Lucky Star" binnen, maai
zij behoren tot de minderheid. Na de
beruchte nozemrellen van een paar jaar
geleden waarbij meisjes, vrouwen en
zelfs ouden van dagen werden lastig
gevallen, mensen van de fiets werden
gesleurd en auto's dwars over de Leid
sestraat werden gezet en waarbij politie
en brandweer met gummiknuppel en
waterkanon vaak krachtdadig moesten
ingrijpen, is het Leidseplein in een kwa
de reuk komen te staan. Nu, na zoveel
tijdmag men stellen dat de rust is
teruggekeerd en dat het plein an der
gelijke nog altijd onverklaarbare uit
spattingen is gezuiverd.
Na de ellende van enkele jaren gele
den is juffrouw Miep, die mu al dertig
et plein bij avond. De portier van de nachtclub wacht, de gasten beraadslagen.
„Het ziet niet eens meer de allerlaat-
c, bezoekers van de spaarzame nacht-
tuhs vertrekken. Het plein slaapt. Mor-
p" heel vroeg moet het zijn eerste
l^oekers al ontvangen: de ratelende
jP'kauto's, de slaperige agenten en de
ld sse werksters. Het plein staat altijd
hifiJ' 's altijd in beweging en vol dyna-
in ciochemerle (achter de schouw-
gfr£' 'n Reinders en Eylders, in de
ter e eafézaal van Americain, op het
diefas van „Moderne", overal boenen
jgjhülmeisjes de bemorste tafeltjes,
bp!?6n ramen open om de rooa en de
&Vn Ve'rnen('e lucht die van de vorige
4 is blijven hangen te laten orit-
lieti'hc". kelners morrelen aan de kof-
y«machine en nemen een schone ser-
ntep^('°ek van het rek, werksters keren
°Dn?S maar nieuwe emmers water om,
je', erkelijk bleke jongens van „Koot-
hu sbieren onafzienbare rijen broodjes,
hip Urige kooplieden schikken de bloe-
gjy h en het fruit in de stalletjes, twee
'iet 11 van bureau 8 springen op de
do? om hu" gebruikelijke ronde te
va en in het imposante gebouw
veï modehuis Hirsch en Cie schui-
hiir kantoormeisjes moedeloos achter
vf hiaehines. Terwijl de stroom van
hete8e automobilisten en motorrijders
Hp^Pitsuur afbijt en zich in de Leid-
f^Uïaat wringt op weg naar kantoor,
en atelier in de binnenstad.
treft men tussen twee broodjeswin
kels een koffiehuis aan waar a voort
durend mannen de haren door de
war ziet strijken en gedachteloos een
flesje „fris" in het glaasje ziet schen
ken netzolang tot de cola of tonic
bruisend overloopt en zich merkwaar
dig snel een weg baant naar de panta
lon. Eerst dan ziet men ze wakker
schrikken, de schakers van het Leid
seplein.
Het huisje is er beroemd om. Altijd
staan hier de borden uitnodigend opge-
stelo. Je moet wel een bar slechte
schaker zijn om dan aan de verlei
ding van een „partijtje tegen" te kun
nen weerstaan. Ze zijn er genoeg, die
bar slechte schakers, die op straat pein
zend met de verliezende man achter
het glas meevoelen. In het Montmartre-
gedeelte trekken buiten de spreekwoor-
iw even verder uit de Marnixstraat
t-n hoge geluid van gillende remmen
öe h'nkelend glas. Het is negen uur.
tlag op het Leidseplein is begonnen.
I e zon is nu doorgebroken. Het plein
baadt in weelde. En kijk, nog is
het geen 10 uur of de eerste gas-
dj« ten melden zich: de nietsdoeners
\veH®r altijd zitten, weer of geen weer,
,K of geen werk, de zakenmensen,
itoJPneelspelers die nog even een kopje
e nemen voor de repetitie, de altijd
V^^ige buitenlanders en de heerlijk
diA J1Un zoals men zegt welver-
tL'Tje rust genietende AOW-ers. Oh nee,
van sen uit de provincie, de mensen
nier "een dagje Amsterdam" zult u er
Sp,.„, aantreffen. Om met Campert te
De-pen: zij mijden het plein als de
Zij Op het Rembrandtsplein hebben
he p ?ts tegen. Daar zijn de terrasjes,
ge-pfe's, de broodjeszaken veel ruimer
"hen 'h dan op het Leidseplein. Boven-
hie' ls hier 's avonds genoeg amuse-
*héê„ naar hun gading te vinden, veel
dan op het Leidseplein. En
ke„, et doorslaggevend motief is van hun
<We er is nog niet zoveel narigheid
's geschreven. Men ziet ze niet
hjjrfjOrgens bij Reinders en tussen de
r>cai-5g heerlijk zonnend op het Ame-
'n-terras.
aar de anderen zijn er wel. Zij
groeten elkaar als oude beken-
- den (meer dan de helft van
el, alle vaste pleinbezoekers kent
;s aar), zeggen „hai Joop" of „hoe
liikn hou Truus", terwijl ze in werke-
(j, heid niet eens de achternaam van
hipt Jr°kkene kennen. Dat hoeft ook
u l- Iedere plei.er zal u direct bij
temVoornaam noemen, aan de ach-
3e n?arn hebben ze geen behoefte. Als
he', ?ar een „fune" meid of een „fij -
j6 longen bent en geen square en als
kuni11 ,a,ar over „fijne" onderwerpen
a] kletsen die dan ook nu nog
2 gauw het „einde" blijken te zijn.
s bieden elkaar een Gauloi-
eG„ '?aret aan en blijven genoeglijk
tie' lIJdie babbelend op de harde stoel-
hopi^an Reinders in het Montmartre-
tio van het Plein, dat zo droef gees.
tem„ ?en de zijkant van de cultuur-
Verc„u aanleunt. In dit warme, bijna
\t-pp,, gedeelte waar het plein
lil >,-.een heel ander leven leidt dan
4e meer nuchtere ca, ré aan
overzijde, links van de Leidsestraat,
jaar samen met haar zuster het café
Reinders drijft, nauwlettend gaan toe
zien op de klanten die zij binnenkrijgt.
Drie jaar geleden heeft zij net café
waar in het begin van de „vijftiger"
jaren de experimentele dichters bijeen
kwamen om in de eerste plaats op el-
kaars werk af te geven en op de
tweede plaats te pogen nieuwe wegen in
de poëzie te bewandelen, helemaal laten
verbouwen. Er kwam een nieuwe vloer,
omdat de oude op inzakken stond (en
dat niet alleen vanwege de ouderdom)
en er kwamen mensen met grote bril
len die toezagen of er wellicht nog on
gewenst spul over de drempel zou ko
men. De lol voor de oproerkraaiers
was er toen gauw af. Café P«einders
zit altijd vol. De bezoekers, in het wat
Belgisch aandoend zaaltje, zijn lOg even
wonderlijk als vroege- Oude heren met
een punthaardje staren glazig v or zich
uit en bekijken zo nu en dan het meren
deels „jonge goed" om zich heen dat
maar praat en praat en rookt en drinkt.
Een hoge schallende lach, het geklet
ter van een bierglas dat omvalt zijn de
meest opvallende klanken in eer. ruimte
die uitsluitend gevuld wordt met een
zacht, doch doordringend gemompel.
Juffrouw Miep achter d? tapkast houdt
alles in de gaten, zij neemt de bestellin
gen op en houdt intussen op het rinke
lende register nauwkeurig de inkom
sten bij. Juffrouw Miep de armen in
de zi.i praat niet veel. Ze kjjkt wat
stuurs en heeft geen tijd voor genoeg
lijke kletspraatjes. „Schrijft u vooral
niet dat het nier een nozemtent is."
Ze heeft haar leergeld betaald, ze wil
aan die afschuwelijke tijd niet meer te
rugdenken.
nemen de situatie in ogenschouw, groe
ten flauwtjes terug en verdwijnen weer.
Het café is afgestampt. Op mbegrij-
peljjke wijze slaagt de beroemde kelner
Lodewijk erin zijn blad vol glazen bier
zonder brokken bij de klanten te brengen.
Even later laat hij zijn schero „een
schrale pils" horen en geeft de man
achter het kasregister rinkelend ant
woord. Er wordt hier veel en goed bier
geschonken. Jaarlijks zet men in Eyl
ders zo'n 70.000 liter bier om.
Een van de Leidseplein-schonen, die zich
hier iedere avond laten bewonderen.
delijke, en vaak zeer excentriek uitge
doste Leidseplein-schonen nog enige an
dere zaken de aandacht. Het vreemde
winkeltje bijvoorbeeld waarop het tot
meditatie inspirerende opschrift „graf
monumenten" staat en waar je vroeger
op de grafzerken uitgestald op het
trottoir onder het genot van een on
uitputtelijk glaasje bier, welwillend
aangereikt door een kelner an de
naastgelegen „Old Inn", de voorbijgan
gers ongestoord kon opnemen. De zer
ken zijn niet lang nadat deze gewoonte
tot een pleintraditie was uitgegroeid
binnen gehaald.
Hier zijn ook de twee café's gevestigd
die zelfs de niet-Amsterdamme; direct
noemen kan: Eylders gedeeltelijk ver
stopt in de Korte Leidsedwarsstraat en
Reinders, de „tent" van de vijftigers, van
de pleinnozems, van de semi-artiesten
en de werkelijk begaafden. De twee
café's zijn communicerende vaten. Loopt
er te veel Reindersvolk bij Eylders bin
nen, dan pakken de Eyldersklanten hun
jas en gaan de leeggekomen plaatsen in
Reinders opvullen. Het is een voortdu
rend va et vient van artist, snob en
bohémien.
Tevergeefs zal de buitenman die
zich een enkele maal in het roke
rige Reinclerszaaltje begeeft, hier
de veelbesproken nozems, de plein-
jeugd zoeken. Sinds de heer Jan Vry-
Nozems? U kunt ze bij ons niet
vinden," zegt George Éylders, de
man die hier al 13 jaar de touw
tjes strak in handen heeft. „Ze
zijn hiér nooit geweest." Café Eyl
ders is 44 jaar jonger dan buurman
Reinders dat al 65 jaar bestaat. Kort
na de opening in '40 werd het café
door de Wehrmacht verboden, maar
John Eylders, de oudere broer van
George, stoorde er zich niet aan en
nog nooit zjjn de gasten van het eerste
uur (Aafjes, Hoornik, Achterberg, Ro
land Holst, Bloem, Maurits Dekker,
Bantzinger, Jan Peters om er maar
enkele te noemen) voor een gesloten
deur gekomen. In Eylders gistte het
ir: die dagen en onder het zich som
ber samenpakkend wolkendek ont
stond een belangrijk brokje verzets
poëzie, dat velen in de oorlogsjaren
een hart onder de riem heeft gesto
ken. Eylders is een trefpunt bp uit
stek.
Altisten, studenten, grote zakenmen
sen en leerlingen van de kunstnijver
heidsschool weten ellkaar hier te vin
den. Voor kunstenaars biedt Eylders,
waar maandelijks geëxposeerd wordt,
het klimaat waar zij 'n kunnen leven.
Men mist hier het aantal nieuwsgierige
buitenstaanders die de artiesten „in
hun natuurlijke staat" wensen te obser
veren. Bij buurman Reinders komen
ze wel. „Hun mond gaat steeds verder
open staan, naarmate de avond vor
dert," zegt juffrouw Miep voor deze
keer bijna lachend.
George Eylders zegt: „Wij kunnen
altijd rekenen op 90 pet vaste klanten
en 10 pet „nieuwelingen." Het 's iedere
avond even druk. Ik schat dat er da
gelijks zo'n 600 bezoekers komen. U
moet Eylders echt zien als een ontmoe
tingscentrum. Trouwens het hele plein
is dat. In onze zaak kent bijna iedereen
elkaar. Ze gaan soms teleurgesteld weg
als ze zien dat er werkelijk geen muis
meer bij kan." Zoals nu bijvoorbeeld.
In de deuropening staat een klein ge
zelschap. „Dag Hans, dag Gerda, hé
Peter." Maar Hans, Gerda en Peter
Het Leidseplein, vroeger bestemd
als wagennlein waarvan er toen-
dertijd meerdere in de stad wa
ren, is vanouds net centrum van
cultuur en vermaak. In 1774 na de
schouwburgbrand aan de Keizersgracht,
kreeg hier de nieuwe kunsttempel zijn
plaats. Juist tegenover de schouwburg
zou later het eerste passagebureau van
de KLM worden gevestigd en tevens
het eerste passagebureau ter wereld.
Tal van grote luchtvaartmaatschappij
en hebben later dit voorbeeld gevolgd.
Het plein groeide al gauw van een ste-
delijx tot een nationaal en tenslotte zelfs
internationaal ontmoetingscentrum, en
is misschien het enige plein in ons land
dat een waarlijk cosmopolitiseh karak
ter draagt.
Een „instituut", «lat naast de schouw
burg veel tot de snelle ontwikkeling en
het huidige karakter van het plein
heeft bijgedragen, is Americain op de
hoek Leidseplein-Marnixstraat, pal
tegenover het al even imposante gebouw
van Hirseh en Cie, dat eerder in Parijs,
dan in Amsterdam had kunnen staan.
Op 23 mei 1880 ging de eerste paal
de grond in; twee jaar later werd het
hotel voor het publiek opengesteld. Dit
jaar bestaat Americain dus precies 80
jaar. Maar het is nog even jong, fris
en aantrekkelijk gebleven als vroeger.
Men kan eigenlijk heter spreken over
het „fenomeen" Americain, want nie
mand begrijpt er iets van.
Men ondergaat het verschijnsel spra
keloos, zij, die 's middags op het ruime,
maar altijd overvolle terras zitten te
zonnen en een-derde gedeelte van het
plein kunnen overschouwen met rechts
het Leidsebosje en op de achtergrond
de ontstellend lelijke Koepelkerk, zij die
in een langoureuze stemming zich meer
Amsterdammer, Nederlander of gewoon
meer mens voelen en die maar niet
uitgekeken raken op al die typische
pleinfiguren als de juffrouw-met-de-ge-
dresseerde-hondjes, op dat hele kleine
mannetje met die bijzonder grote bloe
menmand. dat iedereen kent onder de
naan: van bloemen-Anton, op ds eeuwi
ge muzikant, die hier met een ge
zicht van „ik kan het ook niet hel
pen" iedere dag de terrasjes afloopt,
op die schrijver met de grote neus en
de bleke dichter met net blonde, kort
geknipte haar, op die lange hoedenko-
ning met zjjn onafscheidelijke zonne
bril en de twee nijdige Pekineesjes, of
die schaker met zijn lange baard er
zijn zelfbewuste uitdrukking, op die Bel
gische acteur die zo vaak komt voorrij
den in zijn knalrode sportwagen en zijr
somberste humeur, even zijn wagen
verlaat, om dan weer hoofdschuddend
in te stappen, op al die mensen die
willen zien en gezien willen worden
Voor de gelukkige bezitters van eer
plaatsje op het terras van American
is de grote parade onmisbaar gewor
den. de parade van mondaine, intelligen
te, artistieke (rige) en doodgewon;
mensen, die de stille muren en neon
lampen even ontvluchten om zich eer
ogenblik „grootsteeds" te voelen en eer
vleugje sfeer en extravagantie op t<
snuiven, 's Avonds ondergaat men Ame
ricain weer anders, dan branden dr
grote afhangende lampen in de enor
me cafézaal en zijn alle tafeltjes bezet.
Heel Amsterdam is dan bijeen ,'oor eer
groot, gonzend feest van stemmen en
figuren. Tegen half twaalf als de
schouwburg, het Nieuwe de la Mar
theater, het Leidseplein-theater, City,
Calypso en de, Uitkijk zijn leeggestroomd
bereikt het feest der ontmoeting zijn
hoogtepunt. Dan ziet men de toneel
spelers binnenkomen, -Ie fraaie boeket
ten in de arm. om de geslaagde pre
mière te vieren. Oude bekenden zien
elkaar soms na lange tijd terug en
nieuwe contacten worden gelegd. Ame
ricain in de avond doet ons vaak den
ken aan de plaats waar het Laatste
Oordeel zou kunnen uitgesproken wor
den. De Heer zou er ongetwijfeld ieder
een aantreffen.
Het Leidseplein ondergaat des
avonds een metamorphose. Over
dag maakt de zon alles anders,
dan is zelfs een terras als dat
van café .Moderne" op de hoek van
het Kleine Gartmaniplantsoen accep
tabel, d®n kan een do-elioo-s slenteren
3ij „Kootje" smaken de broodjes andere,
zegt men.
men daarbij nog strip-lease kan zien.
En dan raken wij een teer punt. Vele
(rouwe pleinvereerders betreuren het
dat dit soort vermaak hier te vinden is.
Zij oordelen dat dit boertige en ordinaire
amusement niet thuishoort op het Leid
seplein. maar zij staan machteloos.
Machteloos stonden zij ook tegen de
komst van een nachtclub als „Madame
Arthur" in het Montmartre-hoekje waar
elf mannen verkleed als vrouwen een
doorlopende voorstelling geven. Maar
de „tent" loopt en vooral de buitenlan
ders geven er veel geld uit. Is het Leid
seplein besmet? De vraag wordt door
de pleiners die in deze gelegenheden
niet komen en nooit zullen komen
zorgvuldig ontweken.
Zij zwijgen liever, maar zien intussen
de lichte vrouwtjes al doordringen tot
het keurige Americain waar zij een
plaatsje hebben gezocht in de omgeving
can die beroemde en waarlijk „uitge
lezen" leestafel, zij zien de nachtvlinders
vanuit de Leidsestraat en de Wete-rimg-
sohans aanfladderen. Ondanks de ver
scherpte maatregelen can de officier
van justitie, mr. Hartsuiker, bedreigt
het „tippelen" nu ook net lang onaan
tastbaar geachte Leidseplein. De plei
ner verafschuwt het. Nog is zijn ge
liefde verblijfplaats onbezoedeld, maar
voor hoe lang?
De jonge gasten van het plein laat het
allemaal onberoerd. Zij vormen een ge
sloten front en trekken op naar de
..Lucky Star" waar zij kunnen twisten,
aan de bar hangen en luisteren naar
Presley en de Wama's, naar The Jazz
Messengers en Johnny and his Cellar
Rockets. Hier ziet men schrijver Cees
Nooteboom aan de bar zitten naast ta
feltennisser-teenerster Paul Gimbel. hier
komen de jonge acteurs, de foto-model
len, de cultuursnobs, maar ook treft
noen er de Engelse alt en de Zuid-Ame
rikaanse tenor die in april j.l. de
Matthaus-Passion gezongen hebben in de
grote kerk van Naarden. Ook de laatst
overgebleven nozems zijn hier te vin
den. Zij dansen de „Liebestraum van
Liszt als twist" en krijgen er nooit ge
noeg van. In de „Lucky Star" zit jong
In de Lucky Star: twisten met een roos in je haar.
op het plein tot de grote momenten in
je leven behoren. Je ziet de taxi
chauffeurs half verscholen achter de
bloemen- en fruitstalletjes soezerig
hun krantje lezen en de automobilis-
ter geduldig wachten (iets bijzonders
in Amsterdam) tot een onhandige bui
tenlander zijn wagen uit de te kleine
parkeerplaats heeft gemanoeuvreerd.
De stemming is blij an uitbundig op
het plein dat bij iedere zonnige dag
net stralende middelpunt is an een
feestende stad. Maar als d? avond
zich aankondigt en de zon zich aar
zelend terugtrekt op een moment dat
haar moordende liefde al bijna is uit
gebrand en zij niet anders meer kan
geven dan bleke straaltjes weemoed,
dan vindt er een invasie plaats.
De bezoekers voor de eerste voorstel-
ng in het heerlijke Leidsepleintheater
urmen een rijtje en in de dure eet-
(elegenheden als de „Oesterbar" en „de
Joerderij" schuiven de gasten achter
hun tafeltje. In de Oesterbar kan men
zen keuze doen uit een groot aantal
exquise visgerechten, die men hier op
een voortreffelijke manier bereidt. Maar
is maakt dorstig en terwijl de eerste
bezoekers onder de passage van de
schouwburg lopen om „The Connection"
e zien en anderen een paar meters ver
der gaan om in het De la Mar-theater
.De Leugenaar" te betrappen, beginnen
de vermaakcentra vol te stromen. Luxe
leeën glijden voor de Blue Note waar
.nen voor een gulden zijn jas kwijt kan,
legen betaling van 3.50 een glaasje
bier kan drinken en voor vijftig cent
minder een toastje met paling kan ge
bruiken. Kosteloos mag men daaren
tegen naar een tweederangs Italiaans
strijkje luisteren en de voetjes van de
vloer brengen. „Floorshow" staat er
met grote letters op de deur! „The Blue
Note" is in feite een wat duurdere uit
gave van het naastgelegen Extase,
waar men zich overigens van het amu
sement ook niet te veel moet voorstellen.
Dezelfde bezoekers niet de typische
pleingasten vindt men in de semi-
nachtclubs Caramella en Caliente, waar
Amsterdam, schots en scheef aoor el
kaar. opeengeperst in een vertederend
kitserige omgeving, met walglijke
wandschilderingen, sterretjes-plafond en
een blauw-geel-rose jukebox.
Jarenlang staat hier al de ex-bokser
Jan Schoen („ik heb tegen alle groten
van de wereld in de ring gestaan") als
uitsmijter. „Er komt van alles, me
neer," zegt hjj. „Van bejaarde nozem
tot culturele half-god. En ze blijven
zitten tot sluitingstijd, tot de stilte hen
scheidt, want om kwart voor twee doen
wij de jukebox uit. Ocih ja," zegt Jan
Schoen, „er wordt wel eens gevochten
en sommige klanten doen wel eens wat
opgewonden, maar laten ze niet aan
komen met dure woorden als „mari
huana" of „homosexualiteit". Dat is een
pertinente leugen." Jan Schoen, die voor
iedere gast een aparte verwelkoming
heeft en die onder het oraten door een
Amerikaan er op wijst, dat hij in deze
kleding helaas de „Blue Note" aan de
overkant niet binnen kan. Jan Schoen
is volkomen tevreden met zijn baan.
„Ik heb er een dure auto en een hoge
bankrekening van overgehouden", zegt
hij. „Ik heb het best. Boksen ga ik
niet meer. stel je voor dat ik op mijn
leeftijd nog een keer „maf" geslagen
wordt. Mij niet gezien,"
Het plein is volop in bedrijf. Op het
balkon van de schouwburg en
vanachter de hoge ramen van
de koffiekamer blikken tiental
len mensen minzaam neer op het ge
woel beneden hen. Bij „Koof je" is
een meneer in een verschrikkelijk ge
vecht gewikkeld met een broodje half
om, in Eylders heeft een jongenrian het
over „cultuurproleten," in Americain
komt net de Belgische acteur weer even
binnen en in de „Blue Note" is een
juffrouw haar jas kwijt die zij voor een
harde gulden in bewaring heeft gege
ven.
Het grote warmkloppende hart van de
stad, het Leidseplein. speelt weer.
FRANS BOELEN.