Internationaal ontmoetingscentrum in Amsterdam i J Schoen: ?r allemaal, e nozem tot half-god „Ze komen van bejaard culturele i Wordt het pl 1 ZATERDAG 9 JUNI 1962 Het is twee uur in de nacht. De lichtreclames op Neerlands meest besproken plein hebben hun vermoeiend seinenspel gestaakt. De meest e gasten zijn al een uur geleden vertrokken. Op de hoek van de Leidsestraat probeert een Engelsman tevergeefs een pakje sigaretten uit de auto mat te trekken. Hij bemerkt zijn vergissing, verwisselt de dubbeltjes voor een zilveren gulden, houdt dan een texi aan en verdwijnt. Het Leidseplein is angstwekkend leeg. De Lucky Star in de aan grenzende Korte Leidsedwarsstraat spuwt een late nozem uit, die èèn vinger in de lucht de draad Van het leven weer poogt op te nemen, maar weinige ogenblikken later toch weer de tegenover gele den, twee uur langer geopende, doch voor hem volstrekt onbetaalbare „Blue Note' binnenvalt. Even duurt het, dan staat hij weer buiten en kweelt zijn lievelingslied: „No more, no more Hij wankelt, raakt zijn evenwicht kwijt en smakt tegen de harde stenen. Een agent van afdelingsbureau 8 ontfermt *'ch liefdevol over hem. Het plein, even tevoren nog krioelend van luidruchtige en bedaarde wezentjes, heeft zich te ruste gelegd. '■Mïmï pst» Minderwaardigheid Fijn Trefpunt Americain Nozems Metamorphose w!Ëm Gesloten front Leidseplein man het woord swing nozem halveer de, sinds de tijd ook dat hjj het pro bleem van de ontwortelde, zich aan God noch gebod storende, nozems aan de kaak stelde is er veel, heel veel ver anderd op het plein (men spreekt ovei „het" plein zoals men 't ook over „het huis" - de stadsschouwburg - en „het" gebouw - het concertgebouw - heeft)De bende van jonge boefjes tussen de 14 en 20 jaar, meestal van goede komaf en met een behoorlijke opleiding, waarop Vrijman doelde, trok al gauw naar de inmiddels verdwenen poffertjeskraam op de Weteringschans en vandaar weer naar andere vaal verwijderde punten in de stad. Ni schijnt er weer een nieuwe generatie op te bloeien in het totdusver nog vrij onbekende „Hans en Grietje" aan het einde van de zeer lange Korte Leidse dwarsstraat. Maar op het plein en in Reinders ziet men ze niet of nauwelijks meer. Wel dwarrelen er soms nog en kelen de „Lucky Star" binnen, maai zij behoren tot de minderheid. Na de beruchte nozemrellen van een paar jaar geleden waarbij meisjes, vrouwen en zelfs ouden van dagen werden lastig gevallen, mensen van de fiets werden gesleurd en auto's dwars over de Leid sestraat werden gezet en waarbij politie en brandweer met gummiknuppel en waterkanon vaak krachtdadig moesten ingrijpen, is het Leidseplein in een kwa de reuk komen te staan. Nu, na zoveel tijdmag men stellen dat de rust is teruggekeerd en dat het plein an der gelijke nog altijd onverklaarbare uit spattingen is gezuiverd. Na de ellende van enkele jaren gele den is juffrouw Miep, die mu al dertig et plein bij avond. De portier van de nachtclub wacht, de gasten beraadslagen. „Het ziet niet eens meer de allerlaat- c, bezoekers van de spaarzame nacht- tuhs vertrekken. Het plein slaapt. Mor- p" heel vroeg moet het zijn eerste l^oekers al ontvangen: de ratelende jP'kauto's, de slaperige agenten en de ld sse werksters. Het plein staat altijd hifiJ' 's altijd in beweging en vol dyna- in ciochemerle (achter de schouw- gfr£' 'n Reinders en Eylders, in de ter e eafézaal van Americain, op het diefas van „Moderne", overal boenen jgjhülmeisjes de bemorste tafeltjes, bp!?6n ramen open om de rooa en de &Vn Ve'rnen('e lucht die van de vorige 4 is blijven hangen te laten orit- lieti'hc". kelners morrelen aan de kof- y«machine en nemen een schone ser- ntep^('°ek van het rek, werksters keren °Dn?S maar nieuwe emmers water om, je', erkelijk bleke jongens van „Koot- hu sbieren onafzienbare rijen broodjes, hip Urige kooplieden schikken de bloe- gjy h en het fruit in de stalletjes, twee 'iet 11 van bureau 8 springen op de do? om hu" gebruikelijke ronde te va en in het imposante gebouw veï modehuis Hirsch en Cie schui- hiir kantoormeisjes moedeloos achter vf hiaehines. Terwijl de stroom van hete8e automobilisten en motorrijders Hp^Pitsuur afbijt en zich in de Leid- f^Uïaat wringt op weg naar kantoor, en atelier in de binnenstad. treft men tussen twee broodjeswin kels een koffiehuis aan waar a voort durend mannen de haren door de war ziet strijken en gedachteloos een flesje „fris" in het glaasje ziet schen ken netzolang tot de cola of tonic bruisend overloopt en zich merkwaar dig snel een weg baant naar de panta lon. Eerst dan ziet men ze wakker schrikken, de schakers van het Leid seplein. Het huisje is er beroemd om. Altijd staan hier de borden uitnodigend opge- stelo. Je moet wel een bar slechte schaker zijn om dan aan de verlei ding van een „partijtje tegen" te kun nen weerstaan. Ze zijn er genoeg, die bar slechte schakers, die op straat pein zend met de verliezende man achter het glas meevoelen. In het Montmartre- gedeelte trekken buiten de spreekwoor- iw even verder uit de Marnixstraat t-n hoge geluid van gillende remmen öe h'nkelend glas. Het is negen uur. tlag op het Leidseplein is begonnen. I e zon is nu doorgebroken. Het plein baadt in weelde. En kijk, nog is het geen 10 uur of de eerste gas- dj« ten melden zich: de nietsdoeners \veH®r altijd zitten, weer of geen weer, ,K of geen werk, de zakenmensen, itoJPneelspelers die nog even een kopje e nemen voor de repetitie, de altijd V^^ige buitenlanders en de heerlijk diA J1Un zoals men zegt welver- tL'Tje rust genietende AOW-ers. Oh nee, van sen uit de provincie, de mensen nier "een dagje Amsterdam" zult u er Sp,.„, aantreffen. Om met Campert te De-pen: zij mijden het plein als de Zij Op het Rembrandtsplein hebben he p ?ts tegen. Daar zijn de terrasjes, ge-pfe's, de broodjeszaken veel ruimer "hen 'h dan op het Leidseplein. Boven- hie' ls hier 's avonds genoeg amuse- *héê„ naar hun gading te vinden, veel dan op het Leidseplein. En ke„, et doorslaggevend motief is van hun <We er is nog niet zoveel narigheid 's geschreven. Men ziet ze niet hjjrfjOrgens bij Reinders en tussen de r>cai-5g heerlijk zonnend op het Ame- 'n-terras. aar de anderen zijn er wel. Zij groeten elkaar als oude beken- - den (meer dan de helft van el, alle vaste pleinbezoekers kent ;s aar), zeggen „hai Joop" of „hoe liikn hou Truus", terwijl ze in werke- (j, heid niet eens de achternaam van hipt Jr°kkene kennen. Dat hoeft ook u l- Iedere plei.er zal u direct bij temVoornaam noemen, aan de ach- 3e n?arn hebben ze geen behoefte. Als he', ?ar een „fune" meid of een „fij - j6 longen bent en geen square en als kuni11 ,a,ar over „fijne" onderwerpen a] kletsen die dan ook nu nog 2 gauw het „einde" blijken te zijn. s bieden elkaar een Gauloi- eG„ '?aret aan en blijven genoeglijk tie' lIJdie babbelend op de harde stoel- hopi^an Reinders in het Montmartre- tio van het Plein, dat zo droef gees. tem„ ?en de zijkant van de cultuur- Verc„u aanleunt. In dit warme, bijna \t-pp,, gedeelte waar het plein lil >,-.een heel ander leven leidt dan 4e meer nuchtere ca, ré aan overzijde, links van de Leidsestraat, jaar samen met haar zuster het café Reinders drijft, nauwlettend gaan toe zien op de klanten die zij binnenkrijgt. Drie jaar geleden heeft zij net café waar in het begin van de „vijftiger" jaren de experimentele dichters bijeen kwamen om in de eerste plaats op el- kaars werk af te geven en op de tweede plaats te pogen nieuwe wegen in de poëzie te bewandelen, helemaal laten verbouwen. Er kwam een nieuwe vloer, omdat de oude op inzakken stond (en dat niet alleen vanwege de ouderdom) en er kwamen mensen met grote bril len die toezagen of er wellicht nog on gewenst spul over de drempel zou ko men. De lol voor de oproerkraaiers was er toen gauw af. Café P«einders zit altijd vol. De bezoekers, in het wat Belgisch aandoend zaaltje, zijn lOg even wonderlijk als vroege- Oude heren met een punthaardje staren glazig v or zich uit en bekijken zo nu en dan het meren deels „jonge goed" om zich heen dat maar praat en praat en rookt en drinkt. Een hoge schallende lach, het geklet ter van een bierglas dat omvalt zijn de meest opvallende klanken in eer. ruimte die uitsluitend gevuld wordt met een zacht, doch doordringend gemompel. Juffrouw Miep achter d? tapkast houdt alles in de gaten, zij neemt de bestellin gen op en houdt intussen op het rinke lende register nauwkeurig de inkom sten bij. Juffrouw Miep de armen in de zi.i praat niet veel. Ze kjjkt wat stuurs en heeft geen tijd voor genoeg lijke kletspraatjes. „Schrijft u vooral niet dat het nier een nozemtent is." Ze heeft haar leergeld betaald, ze wil aan die afschuwelijke tijd niet meer te rugdenken. nemen de situatie in ogenschouw, groe ten flauwtjes terug en verdwijnen weer. Het café is afgestampt. Op mbegrij- peljjke wijze slaagt de beroemde kelner Lodewijk erin zijn blad vol glazen bier zonder brokken bij de klanten te brengen. Even later laat hij zijn schero „een schrale pils" horen en geeft de man achter het kasregister rinkelend ant woord. Er wordt hier veel en goed bier geschonken. Jaarlijks zet men in Eyl ders zo'n 70.000 liter bier om. Een van de Leidseplein-schonen, die zich hier iedere avond laten bewonderen. delijke, en vaak zeer excentriek uitge doste Leidseplein-schonen nog enige an dere zaken de aandacht. Het vreemde winkeltje bijvoorbeeld waarop het tot meditatie inspirerende opschrift „graf monumenten" staat en waar je vroeger op de grafzerken uitgestald op het trottoir onder het genot van een on uitputtelijk glaasje bier, welwillend aangereikt door een kelner an de naastgelegen „Old Inn", de voorbijgan gers ongestoord kon opnemen. De zer ken zijn niet lang nadat deze gewoonte tot een pleintraditie was uitgegroeid binnen gehaald. Hier zijn ook de twee café's gevestigd die zelfs de niet-Amsterdamme; direct noemen kan: Eylders gedeeltelijk ver stopt in de Korte Leidsedwarsstraat en Reinders, de „tent" van de vijftigers, van de pleinnozems, van de semi-artiesten en de werkelijk begaafden. De twee café's zijn communicerende vaten. Loopt er te veel Reindersvolk bij Eylders bin nen, dan pakken de Eyldersklanten hun jas en gaan de leeggekomen plaatsen in Reinders opvullen. Het is een voortdu rend va et vient van artist, snob en bohémien. Tevergeefs zal de buitenman die zich een enkele maal in het roke rige Reinclerszaaltje begeeft, hier de veelbesproken nozems, de plein- jeugd zoeken. Sinds de heer Jan Vry- Nozems? U kunt ze bij ons niet vinden," zegt George Éylders, de man die hier al 13 jaar de touw tjes strak in handen heeft. „Ze zijn hiér nooit geweest." Café Eyl ders is 44 jaar jonger dan buurman Reinders dat al 65 jaar bestaat. Kort na de opening in '40 werd het café door de Wehrmacht verboden, maar John Eylders, de oudere broer van George, stoorde er zich niet aan en nog nooit zjjn de gasten van het eerste uur (Aafjes, Hoornik, Achterberg, Ro land Holst, Bloem, Maurits Dekker, Bantzinger, Jan Peters om er maar enkele te noemen) voor een gesloten deur gekomen. In Eylders gistte het ir: die dagen en onder het zich som ber samenpakkend wolkendek ont stond een belangrijk brokje verzets poëzie, dat velen in de oorlogsjaren een hart onder de riem heeft gesto ken. Eylders is een trefpunt bp uit stek. Altisten, studenten, grote zakenmen sen en leerlingen van de kunstnijver heidsschool weten ellkaar hier te vin den. Voor kunstenaars biedt Eylders, waar maandelijks geëxposeerd wordt, het klimaat waar zij 'n kunnen leven. Men mist hier het aantal nieuwsgierige buitenstaanders die de artiesten „in hun natuurlijke staat" wensen te obser veren. Bij buurman Reinders komen ze wel. „Hun mond gaat steeds verder open staan, naarmate de avond vor dert," zegt juffrouw Miep voor deze keer bijna lachend. George Eylders zegt: „Wij kunnen altijd rekenen op 90 pet vaste klanten en 10 pet „nieuwelingen." Het 's iedere avond even druk. Ik schat dat er da gelijks zo'n 600 bezoekers komen. U moet Eylders echt zien als een ontmoe tingscentrum. Trouwens het hele plein is dat. In onze zaak kent bijna iedereen elkaar. Ze gaan soms teleurgesteld weg als ze zien dat er werkelijk geen muis meer bij kan." Zoals nu bijvoorbeeld. In de deuropening staat een klein ge zelschap. „Dag Hans, dag Gerda, hé Peter." Maar Hans, Gerda en Peter Het Leidseplein, vroeger bestemd als wagennlein waarvan er toen- dertijd meerdere in de stad wa ren, is vanouds net centrum van cultuur en vermaak. In 1774 na de schouwburgbrand aan de Keizersgracht, kreeg hier de nieuwe kunsttempel zijn plaats. Juist tegenover de schouwburg zou later het eerste passagebureau van de KLM worden gevestigd en tevens het eerste passagebureau ter wereld. Tal van grote luchtvaartmaatschappij en hebben later dit voorbeeld gevolgd. Het plein groeide al gauw van een ste- delijx tot een nationaal en tenslotte zelfs internationaal ontmoetingscentrum, en is misschien het enige plein in ons land dat een waarlijk cosmopolitiseh karak ter draagt. Een „instituut", «lat naast de schouw burg veel tot de snelle ontwikkeling en het huidige karakter van het plein heeft bijgedragen, is Americain op de hoek Leidseplein-Marnixstraat, pal tegenover het al even imposante gebouw van Hirseh en Cie, dat eerder in Parijs, dan in Amsterdam had kunnen staan. Op 23 mei 1880 ging de eerste paal de grond in; twee jaar later werd het hotel voor het publiek opengesteld. Dit jaar bestaat Americain dus precies 80 jaar. Maar het is nog even jong, fris en aantrekkelijk gebleven als vroeger. Men kan eigenlijk heter spreken over het „fenomeen" Americain, want nie mand begrijpt er iets van. Men ondergaat het verschijnsel spra keloos, zij, die 's middags op het ruime, maar altijd overvolle terras zitten te zonnen en een-derde gedeelte van het plein kunnen overschouwen met rechts het Leidsebosje en op de achtergrond de ontstellend lelijke Koepelkerk, zij die in een langoureuze stemming zich meer Amsterdammer, Nederlander of gewoon meer mens voelen en die maar niet uitgekeken raken op al die typische pleinfiguren als de juffrouw-met-de-ge- dresseerde-hondjes, op dat hele kleine mannetje met die bijzonder grote bloe menmand. dat iedereen kent onder de naan: van bloemen-Anton, op ds eeuwi ge muzikant, die hier met een ge zicht van „ik kan het ook niet hel pen" iedere dag de terrasjes afloopt, op die schrijver met de grote neus en de bleke dichter met net blonde, kort geknipte haar, op die lange hoedenko- ning met zjjn onafscheidelijke zonne bril en de twee nijdige Pekineesjes, of die schaker met zijn lange baard er zijn zelfbewuste uitdrukking, op die Bel gische acteur die zo vaak komt voorrij den in zijn knalrode sportwagen en zijr somberste humeur, even zijn wagen verlaat, om dan weer hoofdschuddend in te stappen, op al die mensen die willen zien en gezien willen worden Voor de gelukkige bezitters van eer plaatsje op het terras van American is de grote parade onmisbaar gewor den. de parade van mondaine, intelligen te, artistieke (rige) en doodgewon; mensen, die de stille muren en neon lampen even ontvluchten om zich eer ogenblik „grootsteeds" te voelen en eer vleugje sfeer en extravagantie op t< snuiven, 's Avonds ondergaat men Ame ricain weer anders, dan branden dr grote afhangende lampen in de enor me cafézaal en zijn alle tafeltjes bezet. Heel Amsterdam is dan bijeen ,'oor eer groot, gonzend feest van stemmen en figuren. Tegen half twaalf als de schouwburg, het Nieuwe de la Mar theater, het Leidseplein-theater, City, Calypso en de, Uitkijk zijn leeggestroomd bereikt het feest der ontmoeting zijn hoogtepunt. Dan ziet men de toneel spelers binnenkomen, -Ie fraaie boeket ten in de arm. om de geslaagde pre mière te vieren. Oude bekenden zien elkaar soms na lange tijd terug en nieuwe contacten worden gelegd. Ame ricain in de avond doet ons vaak den ken aan de plaats waar het Laatste Oordeel zou kunnen uitgesproken wor den. De Heer zou er ongetwijfeld ieder een aantreffen. Het Leidseplein ondergaat des avonds een metamorphose. Over dag maakt de zon alles anders, dan is zelfs een terras als dat van café .Moderne" op de hoek van het Kleine Gartmaniplantsoen accep tabel, d®n kan een do-elioo-s slenteren 3ij „Kootje" smaken de broodjes andere, zegt men. men daarbij nog strip-lease kan zien. En dan raken wij een teer punt. Vele (rouwe pleinvereerders betreuren het dat dit soort vermaak hier te vinden is. Zij oordelen dat dit boertige en ordinaire amusement niet thuishoort op het Leid seplein. maar zij staan machteloos. Machteloos stonden zij ook tegen de komst van een nachtclub als „Madame Arthur" in het Montmartre-hoekje waar elf mannen verkleed als vrouwen een doorlopende voorstelling geven. Maar de „tent" loopt en vooral de buitenlan ders geven er veel geld uit. Is het Leid seplein besmet? De vraag wordt door de pleiners die in deze gelegenheden niet komen en nooit zullen komen zorgvuldig ontweken. Zij zwijgen liever, maar zien intussen de lichte vrouwtjes al doordringen tot het keurige Americain waar zij een plaatsje hebben gezocht in de omgeving can die beroemde en waarlijk „uitge lezen" leestafel, zij zien de nachtvlinders vanuit de Leidsestraat en de Wete-rimg- sohans aanfladderen. Ondanks de ver scherpte maatregelen can de officier van justitie, mr. Hartsuiker, bedreigt het „tippelen" nu ook net lang onaan tastbaar geachte Leidseplein. De plei ner verafschuwt het. Nog is zijn ge liefde verblijfplaats onbezoedeld, maar voor hoe lang? De jonge gasten van het plein laat het allemaal onberoerd. Zij vormen een ge sloten front en trekken op naar de ..Lucky Star" waar zij kunnen twisten, aan de bar hangen en luisteren naar Presley en de Wama's, naar The Jazz Messengers en Johnny and his Cellar Rockets. Hier ziet men schrijver Cees Nooteboom aan de bar zitten naast ta feltennisser-teenerster Paul Gimbel. hier komen de jonge acteurs, de foto-model len, de cultuursnobs, maar ook treft noen er de Engelse alt en de Zuid-Ame rikaanse tenor die in april j.l. de Matthaus-Passion gezongen hebben in de grote kerk van Naarden. Ook de laatst overgebleven nozems zijn hier te vin den. Zij dansen de „Liebestraum van Liszt als twist" en krijgen er nooit ge noeg van. In de „Lucky Star" zit jong In de Lucky Star: twisten met een roos in je haar. op het plein tot de grote momenten in je leven behoren. Je ziet de taxi chauffeurs half verscholen achter de bloemen- en fruitstalletjes soezerig hun krantje lezen en de automobilis- ter geduldig wachten (iets bijzonders in Amsterdam) tot een onhandige bui tenlander zijn wagen uit de te kleine parkeerplaats heeft gemanoeuvreerd. De stemming is blij an uitbundig op het plein dat bij iedere zonnige dag net stralende middelpunt is an een feestende stad. Maar als d? avond zich aankondigt en de zon zich aar zelend terugtrekt op een moment dat haar moordende liefde al bijna is uit gebrand en zij niet anders meer kan geven dan bleke straaltjes weemoed, dan vindt er een invasie plaats. De bezoekers voor de eerste voorstel- ng in het heerlijke Leidsepleintheater urmen een rijtje en in de dure eet- (elegenheden als de „Oesterbar" en „de Joerderij" schuiven de gasten achter hun tafeltje. In de Oesterbar kan men zen keuze doen uit een groot aantal exquise visgerechten, die men hier op een voortreffelijke manier bereidt. Maar is maakt dorstig en terwijl de eerste bezoekers onder de passage van de schouwburg lopen om „The Connection" e zien en anderen een paar meters ver der gaan om in het De la Mar-theater .De Leugenaar" te betrappen, beginnen de vermaakcentra vol te stromen. Luxe leeën glijden voor de Blue Note waar .nen voor een gulden zijn jas kwijt kan, legen betaling van 3.50 een glaasje bier kan drinken en voor vijftig cent minder een toastje met paling kan ge bruiken. Kosteloos mag men daaren tegen naar een tweederangs Italiaans strijkje luisteren en de voetjes van de vloer brengen. „Floorshow" staat er met grote letters op de deur! „The Blue Note" is in feite een wat duurdere uit gave van het naastgelegen Extase, waar men zich overigens van het amu sement ook niet te veel moet voorstellen. Dezelfde bezoekers niet de typische pleingasten vindt men in de semi- nachtclubs Caramella en Caliente, waar Amsterdam, schots en scheef aoor el kaar. opeengeperst in een vertederend kitserige omgeving, met walglijke wandschilderingen, sterretjes-plafond en een blauw-geel-rose jukebox. Jarenlang staat hier al de ex-bokser Jan Schoen („ik heb tegen alle groten van de wereld in de ring gestaan") als uitsmijter. „Er komt van alles, me neer," zegt hjj. „Van bejaarde nozem tot culturele half-god. En ze blijven zitten tot sluitingstijd, tot de stilte hen scheidt, want om kwart voor twee doen wij de jukebox uit. Ocih ja," zegt Jan Schoen, „er wordt wel eens gevochten en sommige klanten doen wel eens wat opgewonden, maar laten ze niet aan komen met dure woorden als „mari huana" of „homosexualiteit". Dat is een pertinente leugen." Jan Schoen, die voor iedere gast een aparte verwelkoming heeft en die onder het oraten door een Amerikaan er op wijst, dat hij in deze kleding helaas de „Blue Note" aan de overkant niet binnen kan. Jan Schoen is volkomen tevreden met zijn baan. „Ik heb er een dure auto en een hoge bankrekening van overgehouden", zegt hij. „Ik heb het best. Boksen ga ik niet meer. stel je voor dat ik op mijn leeftijd nog een keer „maf" geslagen wordt. Mij niet gezien," Het plein is volop in bedrijf. Op het balkon van de schouwburg en vanachter de hoge ramen van de koffiekamer blikken tiental len mensen minzaam neer op het ge woel beneden hen. Bij „Koof je" is een meneer in een verschrikkelijk ge vecht gewikkeld met een broodje half om, in Eylders heeft een jongenrian het over „cultuurproleten," in Americain komt net de Belgische acteur weer even binnen en in de „Blue Note" is een juffrouw haar jas kwijt die zij voor een harde gulden in bewaring heeft gege ven. Het grote warmkloppende hart van de stad, het Leidseplein. speelt weer. FRANS BOELEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 13