3
z
7
n'nksterprijsvraag
voor de jeugd
Hoe de laatste toverheks
voor goed verdween
W
i
h
ft
«5»
C Mfs: J*»**,
T=m
Pa Pieperkandeel
en zijn jongen
ZATERDAG 9 JUNI 1962
PAGINA 17
NHVb
Ky^9
H99
fi\ K-m
V99 v-..
Vlo 6
vdtf/MÊ'M
H115
S>
Se andefe prijzen zijn:
meisjes- of jongens-
li Mis- ^r^nbandhorloge,
f Pril f?totoestel,
Prijs.' Paar rolschaatsen,
R6 Mis- ,radi°-bouwdoos,
8 Priis- del"armband,
k6 Priis.' Scb°oltas,
5 Mis' Ze ^bouw-microscoop,
h maisies- of jongens-
h- Prijs. VdlPen,
b° Prjjs.' ,v egtuigbouwdoos,
Ue Prijs'. eeftoestel,
6 Pr£: ^bblespel,
tnonopolyspel,
15e prijs: boetseerdoos,
16e prijs: schilderdoos,
17e prijs: schaakspel,
18e prijs: damspel,
19e prijs: trekspel,
20e prijs: foto-album,
21e prijs: kleurdoos,
22e t/m 25e prijs: Kuifje-boeken,
26e t/m 30e prijs: kwartetspelen
Oplossing
^ie wil er een splinternieuwe fiets winnen?
1 <-
HlOi
i
1 *icvKlS'e ools °P dit Pinksterfeest
Jps k^tigp
o„-' grote prijsvraag,
h ff6 pi?0®1' De jongens en meis-
k zaterdag de puzzel in
i V'iik poneren op te lossen, zien
KI, dp «reet J—-
yitS, de" "lrect wat zü moeten doen.
OhKn jjderen zullen het ook wel
Ij 6ts' „faag het anders maar aan
t>te,°f grotere broer.
Ka' is 6nt horizontaal; V vertikaal.
A Vv^Ülhfl. thnhe kluif deze keer.
hSd?6 oni behoeven je niet te haas-
26 s?ngen moeten uiterlijk
i.Sm, Ziin iUn' met de ochtendpost
Nihl. rijen °Plossing netjes en duide-
i!,% f 'n pQonder elkaar. Doe de op-
w (L ah hot11, enveloppe en adresseer
iinke^ bureau van dit blad. Zet
v\Vi? vOon jbovenhoek Pinksterprijs-
n 3eUgd"
A ur6ae u voor deze grote Pinkster-
'It^bikbPf da Jeugd 30 mooie prij-
rtiiei.n, De eerste prjjs is een
e jongens- of meisjesfiets
Jullie zien dat het de moeite waard
is om te proberen de goede oplossing
te vinden. Doe je best. Vergeet vooral
niet je naam en adres onder de oplos
sing te vermelden. En zet er ook je
leeftjjd bij. Want kinderen van twaalf
jaar mogen wel meedoen, maar oude
ren niet.
En voor de ouders: Kijkt u even na
of uw kinderen hun naam, adres en
leeftijd goed hebben geschreven. Wij
hadden met Pasen tientallen goede op
lossingen zonder naam. Geen Kans dus
en dat hebben wij erg betreurd. Kijkt
u even?
De oplossing van de vorige puzzle was
zo: Horizontaal: 1 mandoline - 4 hoest -
6 romp - 7 veil - 10 kalf - 11 tree.
Vertikaal: 1 motor - 2 ober - 3 eikel - 4
hommel - 5 toeter - 8 ski - 9 bel.
De prijswinnaars zijn:
le Prijs: Ciske v. Son, Verspronckweg
3, Haarlem.
2e Prijs: Frits van Bree, Acaeiastraat
26. IJmuiden-Oost.
3e Prijs: Nelly Bergman, Havendwars
straat 7, Noordwijkerhout.
Nieuwe inzendingen liefst per brief
kaart aan de redactie van dit blad.
Naam van je krant vermelden. In linker
bovenhoek schrijven: „Kinderprijsvraag".
Er woonde in net land van koning
Goedewil De Eerste nog één en
kele oude toverheks. Ze moest
wel verschrikkelijk oud zijn,
want ze was nog uit de tijd, dat
de heksen op een bezem door je lucht
konden vliegen en dat konden zelfs de
oudste onderdanen in net land ,an ko
ning Goedewil zich niet meer Herinne
ren
Alleen die oude toverheks was er dus
nog. Dat vonden de mensen Helemaal
niet leuk. Ze kon nog een klein beetje
toveren en daarmee ptaagde ze de
mensen in het land van koning Goede
wil. Bovendien had ze een toverkruid-
je, waardoor ze zich onzichtbaar kon
maken. Als ze dat toverkruidje m naar
mond stak, kon bemand haar meer
zien En dat vonden de mensen nog
he* akeligst. Een toverheks die er wél
was, maar die je niet kon zien, nee,
dal was maar griezelig! Koning Goe
dewil had een heleboel geld als belo
ning klaar gelegd, voor degene die de
.oude toverheks zou kunnen .-angen.
Niet dat de koning haar kwaad wilde
doen. Nee, hij wilde naar alleen maar
opsluiten in een mooi, schoon kamer
tje. zodat ze niemand nog kon plagen.
En dan zou hij haar de zak met to-
verkruidjes wel afnemen. Want dat on
zichtbaar worden was nergens goed
voor, vond hij.
Maar Ie begrijpt dat het neel erg
moeilijk was, om die oude heks (e pak
ken te krijgen. Ais ze iemand san zag
komen, nam ze een toverkruidje en
wie zou je dan nog kunnen zeggen,
waar ze gebleven was?
Up een keer had de oude toverheks
eer. goede bui. Er was haar eer tover
spreuk te binnen geschoten en die was
heus niet zo min. Daardoor kon je
iemand veranderen in een kikvors. Ha-
na lachte de heks, dat kan enig wor
den!
Ze sloop stilletjes naar een grote tuin,
waar 's middags dikwijls de Kinderen
speelden. Daar stonden struiken met
heerlijke bessen eraan. De heKS duw
de haar vinger tegen een klein trosje
bessen en zei de toverspreuk Ziezo,
nu waren ze betoverd, de bessen aan
het trosje. Wie ervan at, zou een kik
vors worden. De heks lachte, maakte
zich onzichtbaar en ging tussen de
struiken liggen wachten wat er gebeu
ren zou. Maar Uifje de ooievaar, die
zijn nest had op het dak van iet pa
leis van koning Goedewil, was toeval
lig in de buurt geweest. Hij had begre
pen, dat de heks iets ondeugends had
gedaan met dat ene kleine trosje aan
de struik. Daar mogen de kinderen
niet van eten, wist Uifie Ooievaar en
hij zou zijn best doen, dat dat niet ge
beuren zou ook!
Toen de kinderen dan de tuin in
stormden, was er niet alleen de on
zichtbare heks om toe ie kijken, maar
ook de ooievaar. Hij lette goed op,
welke bessen de Kinderen namen. En
als een van de jongens het betoverde
trosje wilde pakken, vloog hij ep hem
toe en sloeg heel nard met zijn grote
sterke vleugels. Wat een akelige vogel,
dach' de heks. Hem moet ik >ok nog
betoveren Wacht, laat >k eens naden
ken, om die ooievaar ook in een kik
vors te veranderen.
De heks kneep naar ogen jicht en
dacht. Maar van denken werd .iie oude
heks slaperig en inplaats van een to-
verspreuk te verzinnen viel ze in
slaap En ze sliep en ze sliep, rot alle
kinderen ai naar huis waren en alle
bessenstruiken leeggegeten. Behalve
dar. dat ene trosje, dat betovero was.
De heks wreef haar ogen uit en geeuw
de Ze was alles vergeten, wat er ge
beurd was Och, ze was al ;,o oud.
Waarom heb ik hier l'ggeti siapen?
nacht ze. Ze haalde naar schouders op
Ze wist het niet meer. Het enige wal
ze wel wist was dat zt heel erge
dorst had. Ja en wat deed die domme
heks toen? Ze nam het trosje Dessen,
dat ze zelf betoverd nad en hapte het
op Nou, je begrijpt wat er gebeurde.
De heks veranderde in een kikvors en
verschrikt begon ze te kwaken.
Uifje de ooievaar had alles gezien.
Hij kwam gauw aangevlogen met zijn
lange snavel al open. Je weet mis
schien wel, dat ooievaars dol op kik
vorsen zijn. Ik zal die kikker maar
eens heel gauw opeten, zei Uifje bij
zichzelf. Het mag dan een betoverde
toverheks zijn, hij zal er zeker niet
minder om smaken. Toen hapte hij de
kikker op en daarmee was dan oe iaat-
ste toverheks in bet iand van koning
Goedewil verdwenen.
Maar het duurde nog een hele poos,
voor de mensen daar erg in kregen.
Ze vroegen al eens aan elkaar: heb
jij de heks nog wel eens gezien? En:
heb jij de laatste tijd nog wei eens
wat gemerkt van de plagerijen van die
oude toverheks? Nee, zeiden de men
sen we hebben nergens meer iast van.
Toen er zo een paar weken voorbij ge
gaan waren, zeiden ze: misschien is
de heks wel ziek. En de zeven groot
ste sterkste en dapnerste mannen gin
gen naar haar huisje op de hei. Ze had
den mattenkloppers, poken en stokken
meegenomen, want je kunt nooit we
ten, wat voor gevaar er zit sr, zo'n
heksehuis. Maar er zat helemaal niks.
Het huisje was leeg en stil en te kon
goed merken, dat de heks daar in geen
weken geweest was.
Misschien is ze op vakantie, zeiden
een paar mensen, die nog niet öurfden
geloven, dat de heks voorgoed verdwe
nen was. En ze wachtten nog n week,
veertien dagen, 'n hele maand Maar
de heks kwam niet terug en toen heb
ben ze het heksehuis maar atgebro-
ken Er was tóch geen mens, nie daar
nog wonen wou.
Aan wie moet tk nou de beloning ge
ven? zei koning Goedewil en u-i wees
op de zak met geld, die hij nad' klaar
gezet voor degene, die de heks te pak
ken kon krijgen. Maar niemand wist
hoe de heks verdwenen nas en wie de
beloning dus had verdiend. Toen gaf
de koning het geld voor alle zitKe kin
deren van het land, om er cadeautjes
en sinaasappelen voor te kopen,
Dat was wé] fijn, al zullen ti mis
schien kinderen zijn, die het 'ammer
vinden dat Uifje de ooievaar de belo
ning niet kreeg. Maar ie moet maar
denken: Uifje woonde tóch ai op het
dak van het koninklijk-paleis, hoger
Kón hij niet. Bovendien ?a' hij ".et zelf
best goed gevonden hebben, dat het
geld naar de zieke kinderen ging.
Ooievaars houden van kinderen. Dat
weet je toch?
Lea Smulders
„Wat doen ze hun best!"
roept Moe Mus op het nest.
„De eitjes zijn opengesprongen".
Pa Pieperkandeel
krijgt een brok in zijn keel:
Dit zijn nu zijn kleintjes, zijn jongen!
„Komaan", zegt Moe Mus
en ze geeft hem een kus.
„We hebben geen tijd om te dromen.
Als de wind er vandoor,
en niet treuzelen hoor!
Zorg gauw dat er wormpjes komen!'
Af en tai af en aan
Wat een jachtig bestaan!
Nu is er geen ajd om te stoeien.
„We hebben er veel",
zegt Pa Pieperkandeel.
„Maar gelukkig, ik zie ze al groeien".
VERA WITTE