Bij gelegenheid van dubbel jubileum
HAARLEM NU MEER DAN OOIT
STAD VAN FRANS HALS
Twee perioden - twee stijlen
SOLEX
Herinnering aan 14 juni 1900
Standbeek
l van Fn
ins Hals in Haarlem onthuld
Extra druk op
begroting
Zweedse „Veronica"
verdwijnt
HARDEBE1T
Nieuw-Guinea-kwestie
Overal, in binnen- en buiten
land, maakt de markante
kop van Michiel de Wael,
kapitein der schutterij, reclame
Voor de exclusieve Frans Halsten
toonstelling, die vrijdag 15 juni
V'ordt geopend en pas op 30 sep
tember haar poorten zal sluiten.
Drie en een halve maand zal
Haarlem nog meer dan zij het al
Was de stad zijn van Frans Hals,
van wie vele werken tot ver uit
den vreemde naar Haarlem zijn
gehaald. Maar bij al die drukte en
de reclame, die onder meer bij de
gratie van suikerzakjes wordt
gevoerd, zou men bijna vergeten,
Waarom juist nü die tentoonstel
ling wordt gehouden.
Lange historie
De fraaie toegang tot het Frans
Halsmuseum, dat eens door Lieven
de Key gebouwd werd als oude
mannenhuis. De bejaarde man-in-
steen boven de ingang herinnert
nog aan de oorspronkelijke be
stemming van het gebouw.
Intiemste museum
Het oudemannenhuis zou ver
dwijnen, de naam van Frans Hals
zou er in blijven voortleven. In
1810 werd het een weeshuis,
waarin onder meer de schilder
dichter Jacob van Looy zijn jeugd
heeft doorgebracht. Ongeveer
honderd jaar heeft het weeshuis
bestaan, tot het in 1913 ons rFans
Halsmuseum werd.
Twee perioden uit de geschiedenis van het Haarlemse Kunst
bezit. Twee museum-stijlen ook. Links een beeld van de verza
meling, toen zij nog ondergebracht was in het stadhuis van
Haarlem, nu meer dan vijftig jaar geleden. Men ziet hier een
der museumzalen in een tijd, waarin men probeerde zoveel
mogelijk in een zaal op te hangen. Men had er kennelijk nog
geen idee vandat schilderijen op kijkhoogte dienen te hangen.
Vermoedelijk is de beperkte ruimte er mede oorzaak van ge
weest, dat alles boven en onder elkaar werd gehangen, waardoor
de museumzaal een rommelig aanzien kreeg. In opvallende
tegenstelling daarmee is de moderne inrichting van het Frans
Halsmuseum, waar alles gericht is op een rustige beschouwing
en een harmonische stijl. De rechtse foto geeft het interieur
van een der fraaie stijlkamers.
O T O
Het standbeeld van Frans Hals in het Florapark. De foto dateert van llf juni 1900*, toen het beeld cUxn-
koningin Wilhelmina onthuld was. Tegen het voetstuk liggen nog de kransen, waaronder één, die door
de ambassadeur van Duitsland gelegd was namens de Duitse keizer.
andaag precies twee en zes
tig jaar geleden verkeerde
Haarlem in alle staten van
opwinding! Het maakte zich op
om zijn Frans Hals met een stand
beeld te huldigen. In het Flora
park stond de Haarlemse meester,
gegoten in brons, nog gehuld in
een grote doek en hij wachtte op
het moment, dat een hand hem
voor het leven zou onthullen. Die
hand zou een koninklijke zijn,
want niemand minder dan de
jeugdige koningin Wilhelmina
nog geen twintig jaar oud en nog
maar twee jaar koningin zou
de onthulling verrichten in tegen
woordigheid van haar moeder,
de vroegere koningin-regentes
Emma.
r" DONDERDAG 14 JUNI 1962
r>at „waarom" krijgt zijn antwoord
met de mededeling, dat het dit jaar
nonderd jaar geledon is, dat het Haar-
it; 'n één gemeentelijke
S ng werd ondergebracht. Bo-
vendzen is nu het vijftigste jaar inge-
!?.Xari het Frans Halsmuseum, dat
m 1J13 werd geopend en waarin de
gemeentelijke kunstverzameling werd
ondergebracht. Twee jubilea dus, waar-
fan het oudste alle reden geeft tot een
waarderend in - memoriam jegens onze
stadsbestuurders van omstreeks 1860.
Van die waardering getuigt met na
druk de huidige directeur van het Frans
fjalsmuseum, de heer H. P. Baard, in
~hn artikel „Verleden en Heden", dat
Ugedrukt staat in de catmlogus van de
jjObileum-expositie. Aan dat artikel ont-
J?nf;n wij hier enkele informaties, waar
o°dig aangevuld met gegevens uit ons
^gen archief. Waardering dus voor
onze vroegere stadsbestuurders, die in
k®n tijd, dat in Nederland het cultuur
bezit op ontstellende manier verwaar
loosd werd, meer culturele attentie
betrachtten dan waar ook in ons land.
citeren de heer Baard letterlijk,
ïjaar hij schrijft: „Waardering voor de
Jjonsoliderende taak: de esthetische mu
seum-inrichting, zoals deze heden ten
£ag€. wordt nagestreefd, zou weinig
*ans maken als ons directe voorge
dacht niet had gewaakt voor het behoud
van onze kunstschatten."
Hoe was het in Haarlem met die
■Wnstschatten in 1860 gesteld? Ze waren
en der verspreid in de nu nog ver
bouwde, historische, gebouwen, waar
altijd nog hun oorspronkelijke, dus
decoratieve, functie vervulden. Of Ze
altijd met het gewenste respect behan
deld werden, is een andere zaak. Feit
dat de groepsportretten van Frans
als in 1828 naar het stadhuis waren
^rgebracht. De schutters- en regen-
f®hstukken zouden de kern vormen van
gemeentelijk kunstbezit,
jih 1860 nam het stadsbestuur het prij
zenswaardige besluit één grote verza-
J?£hng aan te leggen, waartoe twee
vphilderijenzalen opgetrokken werden
o?Ven de gewelven van de zuidelijke en
MS1;elijke kloostergangen aan de Pand-
s|aats binnen het stadhuiscomplex. In
Jj® zalen werden de Haarlemse kunst-
jbhatten geconcentreerd, een voor onze
kafnippen primitief ingericht „nrenten-
•abinet", dat bij de forse uitbreidingen
v? verzameling tenslotte een chaoti-
j®he indruk maakte en allerminst ge-
g.êenheid bood tot rustige beschouwing.
^eeds klemmender werd de noodzaak
j?®v®eld, de verzameling in een ander
Jd onder te brengen.
.uhistreeks 1906 ontwierp de architect
dat Weissman een museumgebouw,
at gebouwd zou moeten worden in het
Spj 'jk gedeelte van het Florapark.
(I„ plan weré echter niet geaccepteerd.
i9oo was reeds het standbeeld van
0ntana Hals in het Florapark plechtig
bin irl tegenwoordigheid van ko-
ïlrn 11 Wilhelm i na en koningin-moeder
We'?a). De directeur van Openbare
echt maakte eveneens een plan, dat
lis om financiële redenen niet te rea-
ste?ren pieek. Daarop kwam het voor-
0Q van de „Commissie van toezicht op
kont stedelijk museum", dat de aan-
Gr-e ,beo°gde van het weeshuis aan het
hi et ^teiligland. Het voorstel werd
ge„ Anstemming begroet. De aankoop
boi)« -ledde en na een ingrijpende ver-
werd het Stedelijk Museum van
rnus m' dat sedertdien als Frans Hals-
Eev. steeds grotere faam zou krjj-
°P 14 mei 1913 officieel door de
minister van Binnenlandse Zaken, mr.
Th. Heemskerk, geopend.
Daarmede begon pas goed de ge
schiedenis van „Nederlands intiemste
museum, oase van rust, onwaardeer
baar kleinood van Haarlem en dierbaar
voor allen, die de kunst
Het museumgebouw, dat nu prach
tig geborgen ligt tussen de twee Hei
liglanden, had overigens al een lang
durige historie. Het werd op 1 februa
ri 1609 als oudemannenhuis in gebruik
genomen. Aan het eind van de zestien
de eeuw werd in Haarlem behoefte ge
voeld aan een nieuw tehuis voor arme
oude lieden. Er was helaas geen geld,
maar ook toen reeds werd de oplossing
gevonden in een grootscheepse loterij.
In 1606 ging de loterij van start, de
opbrengst was buiten verwachting. De
baten bedroegen ƒ53.000... plus ƒ3000
aan giften. Dat de opbrengst zo groot
was. was te danken aan het Landsheer
lijk Juweel, dat uitgeschreven was
m'ede omdat een feestend volk gemak
kelijk het geld laat rollen. Veertien Re
derijkerskamers namen aan dat Land
juweel deel. Het moet een grandioos
feest geworden zijn. In ieder geval kon
het tehuis gebouwd worden, vooral ook,
omdat de familie Bekensteyn een deel
van haar grond schonk, waarop het huis
gebouwd zou kunnen worden. De grote
bouwmeester Lieven de Key ontwierp
het nieuwe oudemannenhuis en men
vermoedt, dat ook Pieter Jacobsz van
Campen de hand in de bouw heeft ge
had. Deze de vader van die andere
bouwmeester Jacob van Campen was
een van de eerste regenten van het te
huis. De regenten en regentessen van
1664 hebben niet kunnen vermoeden,
dat hun groepsportretten, geschilderd
door Frans Hals, ooit de roem van
hun huis en stad zouden bepaien. Zij
gaven de toen 84-jarige schilder, die in
twintig jaar geen opdracht had gekre
gen, hun bestelling vermoedelijk in een
weldadige bui.
(Van onze sociaal-econ. redactie)
DEN HAAG, 13 juni De extra kos
ten, welke de militaire en administra
tieve moeilijkheden in Nieuw-Guinea
veroorzaken zijn onderwerp van gesprek
in het kabinet. Tot nu toe zijn van offi
ciële zijde geen gegevens te verkrijgen
over de hoogte van de lasten, die de
begroting te dragen krijgt. Het ochtend
blad De Telegraaf noemt vandaag een
bedrag van 200 a 250 miljoen gulden,
wat 1962 betreft. Daarvan zou 100 mil
joen gulden ten laste van de marine
komen.
De woordvoerders van het departe
mentvan Defensie zijn echter zwijgzaam
en onthouden zich van ieder commen
taar. Het is uiteraard duidelijk, dat de
extra lasten in dit jaar en eventueel
volgende jaren bepaalde begrotingsvoor
zieningen eisen. De hoogte der bedra
gen en de wijze, waarop zij gedekt moe
ten worden, zal bij de komende miljoe
nennota en b\j de beoordeling van de
conjuncturele stand van zaken een be
langrijke rol kunnen spelen.
STOCKHOLM, 13 juni (UPI) De
Zweedse commerciële radiozender ra
dio Nord, die werkt vanaf een schip
dat buiten de territoriale wateren ter
hoogte van Stockholm voor anker ligt,
zal binnen drie weken zijn uitzendin
gen staken.
De onlangs door het Zweedse parle
ment aangenomen wet tegen piraten
zenders wordt pas in het najaar van
kracht, maar Radio Nord heeft reeds
al zijn adverteerders verloren en der
halve besloten het anker te lichten.
(Advertentie)
f 375.—
„Nu wegrijden zonder trappen"
SOLEX-SERVICE-STATION
RIJKSSTRAATWEG 249
HAARLEM-N. TELEF. 57455
e onthulling van het Frans Hals-
standbeeld in het Florapark ging met
Srote feestelijkheden gepaard. Het
oogtepunt was zonder twijfel het
ezoek van koningin Wilhelmina en
aar moeder, koningin Emma, aan
aarlem, waar de jonge koningin de
onthulling van het standbeeld persoon
lik verrichtte. Men ziet hier de twee
vorstinnen het podium betreden, dat
sPeciaal voor die gelegenheid was
opgeslagen.
De oudsten onder ons zullen zich dat
feest nog als de dag van vandaag her
inneren. Dat was in de tijd, dat de
onthulling van een monument een com
pleet volksfeest kon zijn. Er is geju
beld en gejuicht, gezongen en gedanst.
Een optocht trok door de straten, kort
om Haarlem feestte terwille van Frans
Hals, van de twee vorstinnen en voor
al terwille van zichzelf. Dat was op
14 juni 1900.
Hoe kwam Frans Hals aan zijn
standbeeld, een eer, die voordien in
Haarlem alleen Lourens Jansz. Coster
genoot? Het was de heer J. Krol Kzn,
de voorzitter van de Vereeniging tot
verfraaiing van Haarlem en tot bevor
dering van het vreemdelingenverkeer,
die in 1894 het initiatief nam tot op
richting van een standbeeld van Frans
Hals. Er werd natuurlijk een comité
opgericht, maar dat was niet voldoen
de. De voorbereiding moest nationaal
zijn en er moesten klinkende namen
aan de actie verbonden worden. Konin
gin Emma, die toen nog Regentes was,
betuigde „Hare hooge ingenomenheid"
met de plannen, waarna in vele ste
den van ons land een subcomité werd
opgericht. Zelfs in Batavia ging een
subcomité aan de slag.
De heer Krol was kennelijk te opti
mistisch geweest. Het benodigde be
drag kwam niet bijeen. Geen nood in
dit geval. De heer Krol betaalde het
tekort uit eigen portemonnaieEen
prijsvraag werd uitgeschreven, waarop
vijf en twintig ontwerpen voor een
standbeeld binnen kwamen. De jury,
bestaande uit de Belgische beeldhou
wers Const. Meunier en Chr. van der
Stappen, moest uitmaken, welke drie
ontwerpen met de prijzen van f 1000.-,
f 5000.- en f250.- bekroond dienden te
worden. De eerste prijs ging naar de
Amsterdammer Henri A. Scholtz Jr.,
wiens ontwerp uitgevoerd zou worden.
Hij is de schepper van het standbeeld
in het Florapark: Frans Hals in brons,
2.70 meter hoog, staande op een voet
stuk van Beiers graniet. Twee bron
zen vrouwefiguren stofferen het voet
stuk. De meester staat er martiaal bij,
een zelfbewuste krijgsridder, meer een
lid dan een schilder van de schutterij.
De mode van omstreeks 1900 wilde
niet anders. Wellicht had een jury van
deze tijd de voorkeur gegeven aan het
ontwerp van de Hagenaar Charles van
Wijk, die Frans Hals in zittende hou
ding en schilderend afbeeldde. Hij ver
wierf de tweede prijs.
Hoe het ook zij, Haarlem vierde
duchtig feest op die 14e juni 1900. Om
kwart over een arriveerden de konink
lijke gasten, koningin Wilhelmina en
haar moeder. Zij kwamen per trein
aan en werden bij het (voormalige)
station verwelkomd door Haarlems
burgemeester, jhr. Boreel van Hoge-
landen. Twee jonkvrouwen Boreel van
Hogelanden, dochters van de burge
meester, boden de Majesteiten bloe
men aan. In en rond het Florapark
hadden zich honderden Haarlemmers
verzameld om getuige te zijn van de
onthulling. Een typische bijzonderheid,
waaruit moge blijken, dat er nooit iets
nieuws onder de zon is, geeft ons de
overlevering, dat er in Haarlem „nogal
getwist" was over de plaats, waar het
standbeeld zou moeten komen!
In het Florapark was een koninklijk
podium gebouwd, waarop de jonge ko
ningin en haar moeder plaats namen.
Er stond een erewacht opgesteld van
leden van de „Vereeniging tot verhoo
ging van 's Lands Weerbaarheid" en
van leden van de afdeling Haarlem
van de Nederlandsche Weerbaarheids-
vereeniging. De heer Krol sprak een
woord van welkom, waarna de konin
gin het standbeeld onthulde. Wij schrij
ven dat allemaal nu zakelijk en nuch
ter neer, maar volgens ooggetuigen
moet het een ouderwetse jubeltij van
de eerste orde geweest zijn. Meisjes
strooiden bloemen en terwijl die bloe
menmeisjes bezig waren, zong „Zang
en Vriendschap" een lied, getiteld
„Hulde aan de Kunst" door J. van
Breemen Jr. geschreven op muziek
van Mendelssohn Bartholdy. H. W.
Mesdag sprak namens de Nederlandse
kunstenaars en nadat de burgemeester
het standbeeld namens de gemeente
had aanvaard, werden er kransen ge
legd, onder meer door de Duitse am
bassadeur namens de Duitse keizer en
door de burgemeester van Antwerpen,
de stad, waar Frans Hals geboren zou
zijn (Thans schijnt Mechelen die eer
te mogen opeisen).
Maar daarmede was het feest nog
niet ten einde. De vorstelijke en ande
re gasten trokken naar het stadhuis,
waar zij vanaf het bordes een specta
culaire Frans Hals-optocht gadesloe
gen. Haarlem moest trouwens een heel
feestprogramma afwerken. Er was bij
voorbeeld een concert in de Oude Sint
Bavo, waarbij de ene na de andere
cantate ter ere van Hals gezongen
werd. Op de vooravond van het feest
was het toen ook al de Letterlievende
Vereniging „J. J. Cremer", die met
een historisch spel voor het voetlicht
kwam. Dat was nog in de Jansschouw
burg en het spel, geschreven door H.
M. P. van Emmerik, had natuurlijk
het leven van Frans Hals tot onder
werp.
Nu, na twee en zestig jaar, staat
Frans Hals, zij het wat groen aange
slagen, nog even fier in het Florapark.
In deze dagen zal hij meer dan ooit
aan die hulde van 1900 terugdenken,
en weer hoort hij de cantate, waarin
hem toegezongen werd:
Geacht, vereerd sinds 't grijs verle
den,
Gevierd, gehuldigd in het heden,
Zijt gij, Frans Hals, onder de groot
sten groot
Uw werken blijven voor U spreken,
Uw reuzenkunst zal nooit verbleeken
Geen richting zal Uw naam kleine
ren
De tand des tijds kan U niet deren
Uw kunst heerscht over graf en dood.
t
1,11 1