Paul Nowee schrijft
„ARENDSOGEN
in zonnig Spanje
D.
De man Scott
Ca rpen ter—
R
E
Caecilia kwam....
miss Holland ging
Tcavmt
I'
V
E
Snel gaar-bad klaar -Molenaar
VOOR
NAMAAK!.
Altijd dicht bij moeder
blijven
1
.,DE KATHOLIEKE COWBOY"
m®,
m
De laatste blunder
is vaak beslissend
WACHT U
...NOG BIJNA ONRIJP...?-
m
Nummer vijftien
Esperanto-DIPLOMA
voor 10-jarig meisje
Financieringsmij. voor
levensmiddelen
gesticht
NA I4
ZATERDAG 23 JUNI 1962
PAGINA 15
mmmtm
i L J
Rijstebloem
Bordklaar
Tarwebloem
Tarwegries
H
5
O
gezond
lekker
Let bij aankoop van Uw
LADDERVRIJE
naadloze nylons
op dit herkenningsembleem.
U loopt dan geen enkel risico!
'•T
t
in stand houden. Hoeveel er
ook in de boeken geschoten
wordt, Arendsoog zal nooit
iemand loden. Zelfs zijn groot
ste vijand schenkt hij vergiffe
nis. Het recht moet zijn loop
hebben, deze gedachte slingert
zich als een rode draad door
alle boeken." Paul Nowee houdt
zich hier minutieus aan, al
waakt hij ervoor al te morali
serend te worden. „De verma
nende vinger op de laatste
bladzijde neemt de jeugd niet
meer."
Paul ging er over denken
het werk van zijn vader voort
te zetten, toen de gebruikelijke
fanmail met vragen als „Wan
neer komt er weer een nieuw
avontuur?" en „Hoe heet het
paard van Witte Veder eigen
lijk?" ook na de dood van de
schrijver bleef stromen. Als
^an de stapel van negentien Arendsogen, die vader Nowee
heeft geschreven, voegde zijn zoon Paul vijf nieuwe, zelf ge
componeerde, toe.
Hhet selecte groepje van
Nederlandse auteurs dat
als middel van bestaan
slechts de pen behoeft
«e hanteren is onlangs uitge
breid met een onopvallende
nieuweling: Paul Nowee. 25
Jaar oud, kort van stuk. blon
de kuif en volmaaH tevreden
biet zijn beroep. Onopvallend
het pepn
^elrfhestormer is al«= M"-
«-> ïc< Go'Ifn-'o/I P,OW>n((
of
VpofrïïiV Ppiil "NVy-
'pneEoclo,!i,«'Pp
fl** poV» r>~r»Tipr)i O*#*.
'o Rob
i>ot»q iAT,p*iir''~f*'xo» nn
tbol'ol'-n lijrppn am vPf
Wolb».
OoV, "O fl^t
,1r»n o-^ "«ito"" borP'ds in
^TtotllV hopff Ir^^por, VOS,
welk aeTl^n^orr» x'orTvUif
nO»1 (Tg ii'Oirenc;
"'"•""-keden heeft moeten nn-
V"""» Arendcn^e f Tk heh me
le ^:r»nqf van mensheid ee_
S+o'e mepdo^"! kan
Vnr-lee rïgj tiii ypr-moedoliU^
de enïen pnwVjOV Sneerde- Is
On a e ae talle^P ruwe w'l rt-
v-^e,ni-Pn, door honderden
,etief ]pveri ee-ee.
Pee d e dllidelliV pnpd-Va f
bek tq "Pvpnals tromvpns -n'n
fOpde <-riend. de ipdipan W:+.
te "-"ipi*, Dit nnmerkplök
b'*eolei kplppft tet erot0 vreue_
Oe van tone Vederlond pn rntl
Oer) peneipnüP- pantel vaders
Oen nniutnutteUike reeVq pvf)".
UI rep dip 711— neemelead in
Oen e.-pn enuifnllttelëkp rrr>l-q
boe'mn de Arendsone-serie
Waenin k'nnenkort nummer 25
Uitkomt. Het eerste hoek in de
foeks. koriwe°- Arendsoofr"
geheten is inmiddels pan een
tVoh-prende twintigste druk fee
Of d-enernfrent Var deae V"f-
Ontwjntie „ieped-westerns" zi'n
Or viif door mqriirrvrr.
oe anderp t"o'ntiv ziin van de
hand van 7"n vader de heer
J. Nmvee dip in 1°R8 is ovpr.
Joden. Klagen vele midden
standers over een gebrek aan
Oen onvolger omdat de 7nen
or niets voor voelt ..in de zaak
t'an vader" te komen, in een
voel minder voor de hand lie-
*%A geval als het schrijver-
Schap van de heer Nowee 's
"at wél gebeurd, waarmee de
Unieke situatie ontstond dat de
Zoon de hoekenirpid in leven
hield dip de vader had geseha-
Pen. Het is zelfs zo dat Paul
"et twintigste hoek. ..Arends-
?°s: en de goudkoorts" heeft
voltooid, waaraan ziin vader
®1 begonnen was fnen hü door
"o dood werd overvallen.
leerling-journalist was hü
daarvoor wel de aangewezen
man dacht de familie stille
tjes. Zijn besluit stond vast
toen hem uit de praktjjk bleek
dat Arendsoog lééfde bij de
jeugd. Met vakantie op de Ve-
luwe hoorde hij een jongen, die
met vriendjes verdiept was in
een indianenspel, enthousiast
roepen: „Arendsoog dondert
van zijn paard."
Zonder de beschikking te
hebben over maar de gering
ste aanwijzing hoe zijn vader
zich de afloop van „Arends
oog en de goudkoorts" had ge
dacht ging hü aan de slag. Het
boek werd uitstekend ontvan
gen en hoewel het bij de titel
vermeld stond viel het soms
zelfs recensenten niet op dat
het boek niet- van één en de
zelfde schrijver was. Styl en
woordgebruik verschillen dan
ook nauwelijks. Paul gebruikt
het woord „kroeg" waar zijn
vader misschien liever „her
berg" had geschreven, en
waar de zoon zegt dat
Arendsoog daar nooit was „in
getrapt" zegt zijn vader „inge
lopen" maar verder gaan de
verschillen niet.
e boeken worden geacht
zich af te spelen in het
eind van de vorige eeuw,
wat zijn bezwaren heeft.
Zo zou de jonge schrüver
Arendsoog weieens van een te
lefoon gebruik willen laten ma
ken omdat dat voor het ver
haal gemakkelijker kan zijn
dan het vinden van een bood
schapper, maar hij is ervan
overtuigd dat het dan brieven
zou regenen van lezers met
„hoe kan dat nou". Paul heeft
zjjn jDoeken in vrij snel tempo
geschreven. Hü kan zich er ge
heel aan wijden nu hü de jour
nalistiek heeft verlaten en
„eigen baas" is. Vage plannen
heeft hij voor het schrijven van
sprookjes en wellicht zal hij
zich ook nog eens tot zün ge
neratiegenoten wenden. „Dat
lijkt me niet zo moeilqk als
het schrüven voor kinderen.
Want dan kan je op je eigen
niveau blqven; voor kinderen
moet je afdalen".
Tot slot kan Paul Nowee ons
nog een voor de Arendsoog-
vrienden verheugende mede
deling doen: „Wat er ook met
deze figuur zal gebeuren, ik
zal hem nooit laten sterven.
Dat wil ik de jongens niet
aandoen".
P.v.d.E.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimii
Rina Lodders. Eenmaal „miss", moet je poseren. Veel poseren,
lief zijn en zakelijk. Het ongemak en de weelde van de uit
verkiezing.
John Glenn (l.) en Scott Carpenter (r.).
uimtevaarders hebben in ieder geval toch één
abnormaal trekje. Althans volgens de verhalen
die over Shepard, Grissom, Glenn en Scott Car
penter zijn verspreid. Zij kennen geen moment angst.
Elk gewoon mens zou zwaar in de rats zitten als hij
met een, ruimteraket in het heelal zou moeten plonsen,
terwijl achter zijn rug in kroegen, kantoren en fa
briekshallen sinistere weddenschappen op zijn leven
werden afgesloten. Maar Shepard, Grissom, Glenn en
Scott Carpenter, alle vier oppassende huisvaders met
kinderen, grijnsden, verre van bleek, heel onbezorgd
toen zij zichomhulden met de gespannen huid van
hun ruimtecabine. Zo stupide waren ze toch niet dat
ze niet wisten dat het ook mis zou kunnen gaan? En
niet zoiets als een heimelijke angst? Zijn het wel ge
wone mensen?
In het Time-nummer van 1 juni stond het levens
portret te lezen van Malcolm Scott Carpenter. Diens
psychiater merkte op „Carpenter's uitzonderlijke
eenvoud geeft de indruk dat hij nog op de grens van
de onrijpheid staat." Hij vindt de astronaut niet groen
en puberachtig, want dan zou Scott Carpenter onge
schikt zijn voor zijn taak „Maar zijn beweegredenen
zijn wezenlijk eenvoudig en ongecompliceerd."
Verkeerde weg
Na een bijna nozemachtige jeugd en een wilde,
slordige studietijd besefte Scott Carpenter die van een
hachelijk auto-ongeluk in het ziekenhuis lag bij te
komen, dat hij op de verkeerde weg was. dij ging
weer studeren, trouwde en werd piloot bij de Navy-
luchtmacht. Op Hawaii traden hij en zijn vrouw vaa k op
tijdens jeestjes en intussen ontwikkelde Scott Carpen
ter zich tot testpiloot. Dat gaf niet zozeer stuntwerk
te doen als wel controles van elektronische vliegtuig
uitrustingen. Op het moment dat er een stilstand in
zijn loopbaan leek te zijn gekomen en hij overwoog
ontslag te nemen, kreeg hij te horen dat hij een der
kandidaten was voor het Mercury-project. Hij werd
wekenlang getest. Als bijzondere kwaliteiten ten op
zichte van zijn collega's vielen zijn handigheid en
uithoudingsvermogen op. „Hij is een bulldog," zei een
van zijn vroegere squadroncommandanten, „hij sterft
voordat hij het opgeeft." Eenmaal als een der zeven
astronauten gekozen, bleef hij zijn lichaamsconditie
verbeteren door trampoline-springen, gewichtheffen
en gymnastiekoefeningen. Bij het zeeduiken slaagde
hij erin een in moeilijkheden gekomen duiker van 26
meter diepte omhoog te hijsen, hetgeen meer aan een
kunststukje was.
in wat vindt de astronaut van zijn heelal-escapa-
des? „Een van de redenen is eerlijk gezegd de
kans onsterfelijk te worden. Daartoe is voor de
meeste mensen geen mogelijkheid. Mijn vader was
verpletterd toen hij hoorde dat ik de kans kreeg op
dit terrein een pionier te zijn. Hij heeft gelijk. Dit is
iets op grote schaal, de grootste die ik mij kan noor
stellen. Dit is iets waarvoor ik bereid ben mijn leven
te geven. En ik vind dat iemand erg fortuinlijk is als
hij iets heeft wat zo belangrijk voor hem is."
Zijn vrouw Rene is overigens ook een keiharde. Zij
is getraind in het moeilijke leven van een vliegers
vrouw die thuis altijd maar moet wachten op de vei
lige landingen. „Als hij met een of ander project
bezig was en 's avonds om zes uur nog niet thuis, had
ik~meestal het idee dat ik weduwe was geworden. Ik
herinner mij dat ik mij afvroeg hoe ik de kapelaan
zou begroeten als die aan de deur zou verschijnen
Zij was tijdens de tocht van haar man op Cape
Canaveral. „Ik heb de hele dag met droge ogen ge
lopen." Haar hele gezin is gedurende de drie jaar van
de voorbereidingen Scott Carpenter tot steun geweest.
Na het succes van deze tocht mocht zij zeggen: „Het
is een zeer grote beloning voor het hele gezin."
Arendsoog was uiteraard
ceen onbekende voor
Paul. „Ik ben er van
kindsbeen af mee ono°-
Sroeid". vertelt hij. „Hef eer
ste boek verscheen in hetzelf
de jaar als ik geboren ben. Zes
"roers had ik maar Arends
oog was de zevende. Ik was
een groot bewonderaar van miin
kader en ziin boeken las ik
k'el twee. drie keer. On schnnl
k'aren wij zo trots ais een
Sap op hem, want de jongens
konden het een fppst als er
Pit ziin boeken werd voorge
lezen". Ook werd er bij de
Nowee's thuis nopal eens over
Arendsoog eesDroken. Soms,
San tafel, klaaede de schrii-
ker: „Ik heb hem nu weer in
So'n situatie gemanoeu
vreerd. dat ik nier weet hoe
hem eruit te halen". Maar
kertellen uit de inhoud van
{Jet hoek dat hij nnderhand°n
had deed vader Nowee nooit,
ikat voor zoon Paul aanioiding
V'erd 's avonds heimelHk de
isatste avonturen te lezen d'e
So.iuist uit de schrijfmachine
ksn Pa waren ontsproten.
De gedachte om Arendsoog-
?°eken te gaan schrijve" was
phtstaan toen de heer Nowee
gemerkte dat er in de St. Vin-
JJsntiusbibliotheek vaak jon-
fwns kwamen met briefjes van
JJun vader, die hierin vroeg
kp°r hen een cowbov-boek
Tee_ te geven. Het Week dat
soi, i°n£er|s de briefjes zelf
~hreven en de boeken verslon-
?®n- Omdat zij niet voor jonge
ezers geschikt waren meende
JJe heer Nowee, als oprecht
E®sa?oog die eerder al aard-
|bkskun(jige. en geschiedenis-
vYekjes en traditionele jongens
paken had geschreven als
'^es jongens op vakantie", dat
r ook westerns voor de jeugd
hoesten komen.
Arendsoog is een vlotte ke
rel, oprecht en netjes,
zonder een zemel te
zijn", zegt Paul nu. „Zo
Is hij door mijn vader gescha-
Isb. en zo zal ik hem
k zag Caecilia komen. Ik zag
miss Holland gaan. In vijf
kwartier werd de poëzie die
we allen lezen een mathe
matische formule. Rina Lod
ders, het twintigjarige Haar
lemse meisje, dat dit jaar bij
de miss-verkiezingen tot de
„schoonste" werd uitgeroe
pen vlijde zich neer in een
terrasstoel. In de stad, die Ke
nau eens demonstreerde lief
te hebben door belagers met
brandende pek van de muren
te slaan, glimlachte ze haar
witte tanden bloot. Haar tan
den, geprezen in het jury-rap
port, waarmee ze in de toe
komst geld wil verdienen. Des
noods niet een tandpasta-re-
clame-filmpje. Na vijf kwar
tier poseren stond ze soepel op,
geheel volgens de methodiek
van mevrouw Groskamp ten
Have. „Mag ik vijftig gulden"
vroeg ze schucnter-bedeesd en
niettemin onwrikbaar. Na eni
ge aarzeling werd het: „Vijf
entwintig is ook goed. Tijd is
geld, weet u. Ik had een an
dere afspraak kunnen maken.
U her't beslag op mijn -ijd ge
legd."
Het was of de Venus van Mi-
lo, het poseren beu, wraak
nam op ai degenen die voor
luttele dubbeltjes bewonde
rend naar naar hadden opge
zien. Het was gebeurd. De, wat
de jury noemde, amandelkleu-
rige kijkers werden de eerste
de beste groene katte-ogen. De
superieure .maten 93, 53 en 92,
van belang voor een foekom-
stige mannequin, werd»n niets
zeggende getallen die men kan
invullen in zijn zakagenda. En
het was zo aardig begonnen.
Voor Rina, die als verkoop
ster bij een modemagazijn in
de Kalverstraat droomde van
een mannequin-carrière, be
gon het met de aansporing
van haar vrienden aan de ver
kiezingen in de nachtclub „Ca
sino" mee te doen. De direc
teur, de heer G. J. van Meeu
wen, die zich de eretitel „miss-
dictator" iaat aanleunen, zorg
de voor de eerste instructies.
oordat Rina op de Bühne
verscheen om getaxeerd
te worden had Bert
Haanstra haar al ont
dekt. „Voor een Amerikaans
reclamefilmpje of zo. Ik
weet het niet precies." Aan
gemoedigd door inspirerend
grinnekende fotografen trad
zü daarna aan in cocktail.
Behalve de deskundigen oor
deelde ook de „zaai" mee.
Losse bezoekers die 'jp een
briefje mochten invullen wie
zü superieur vondsn. Het
werd „nummer vijftien."
Het nummer dat Rina sho
wende in haar hand droeg
als een glas sherry.
Van kuiperijen is bij een der-
gelüke manifestatie geen
sprake, meent Rina. „Het
gaat heel eerljjk. De andere
kandidaten waren sJlemaal
even leuk. Maatstaven die
b\j dergelqke verkiezingen
worden aangelegd? Zij noemt
er enkele. „Je gebit wordt
grondig bestudeerd. Je ogen,
je kapsel, je "iguur, de ma
nier waarop je loopt, waarop
je iets draagt. Alles telt mee."
Heel even spreekt «e over
de nieuwe sfeer waarin je te
recht komt, eenmaal bij de
„gratie" van een jury „miss"
geworden. Over het totaal an
dere milieu dat je sans blasé
opneemt. Van een routine-ver-
koopster die om negen uur be
gint en, met een half uurtje
schaft, haar tjjd uitzit «vord je
de gevierde miss. Dan logeer
je kosteloos in het luxueuze
„Phoenicia"-aotel in ."Jeiroet,
inclusief zwembassin, film- en
toneelzaal.
r zqn vele mis(s)verstan
den," meent zji. „Je
moet naam maken en
nuchter zjjn." Met beide
benen in modieuze schoe
nen op de grond staan.
Haar vader versclujnt plotse
ling. Hü noemt zich de mana
ger en beschermer van zijn
dochter. „Ze moet naar de
top," zegt hij. Voorlopig
moet er veel geld bij. De con-
fectionnairs die modellen zoe
ken voor hun shows moeten
weten dat z;j er is."
Daarom liet Rina Lodders
zich als free-lance mannequin
en fotomodel inschrüven bij de
„top-telefoon" in Amsterdam.
Daar worden ie belangen be
hartigd. „En voor c'e rest
moet je folders verspieiden."
Vader geeft zijn dochter ad
viezen. Moeder is tegen. Ac
cepterend tegen. De verkiezin
gen gaan door. De eerste maal
voor de sport. De volgende
verkiezingen «un je niet meer
missen, wil je niet vergeten
worden, verdrongen op die
overbezette show-markt Rina
vertrok derhalve naar Beirout
voor de „Europese titel." Ze
werd vierde en daarmee was
ze rijp voor de komende Beau
ty-, Benelux, en wereldverkie
zingen. Contracten sluiten,
aardig en nuchter zjjn. geld
prijzen winnen en genieten
van wereldreizen.
„Je hebt talent of *e hebt
het niet," zegt de vader. En
daarna: „nuchter zyn." Hij
herhaalt liet als zijn dochter
zegt dat ze best in een film
zou willen spelen. „Alleen re
clamefilmpjes," zegt vader
beperkend. .Alleen reclame
filmpjes" knikt zij. „/,e moei
er beter van worden," zegl de
vader besluitend. „Anders
houdt ze ermee op." ?e knikt
en wordt zakeljjk. miss Hol
land 1962,
Th. S.
Alleenverkoop
MOLENAARS
kindermeel
4 variaties:
De resultaten, die men in het bridge
spel te zien krijgt, zijn niet altijd in
overeenstemming met de rechtvaardig
heid en ook op dat terrein vertoont
het merkwaardige snel dus overeen
komst met het dagelijkse leven.
Bqzonder vaak komt een bridge-resul-
taat tot stand, nadat iemand ..de laatste
blunder" van de partii maakte Men zou
haast kunnen zeggen dat het er hele
maal niet toe doet of ti mIf de fouten
onstaoelt als u er slechts voor zorgt
steeds tegen iemand te snelen d'e de
laatste fout maakt en u zodoende de ge-
1 .genheid geeft een fraaie score te boe
ken.
Een markant voorbeeld van onver
diend bridgeresuitaat is het volgende
spel. dat in Engeland in een individuele
competitie voorkwam:
9 52
C? 7 6
10 3
H 10 9 7 6 5
3
A
H
V 10 9 5
2 N C? B
B
8
W O H
f
B
8 4
Z -
H V B 10 8 7
A
A 4
A V 3 2
Oost gever, allen kwetsbaar Oost
opende met 3 ruiten en als zo vaak
na een dergelijk hoog bod. ontstond er
een vreemd biedverloop. Zuid bood n.l.
4 Sansatout, en tot heden weet nog
niemand wat dat precies betekende
west paste en noord deed een nogal
geforceerde uitval met 6 klaveren.
(Advertentie)
r yj.vifbis/' s'. y S "V
Oost paste, doch zuid wilde liever in
een hoge (beter betaalde) kleur spelen
en zei 6 schoppen.
Nadat west en noord daarop weer
gepast ha-dden, bedacht oost, dat dit
contract down zou kunnen als west
maar zo vriendelijk was uit te komen
met klaveren En daar er een conven
tie bestaat (de z.g. Lightner-doubie,
genoemd naar de Amerikaanse speler
Lightner) waarbij men. als partner te
gen slem moet uitkomen, door t dou
bleren aangeeft dat hij niet normaal
moet beginnen, gebruikte oost dus het
toverwoordje „doublet". Iedereen paste
vei der.
U zult met mij eens zijn, dat 6 schop
pen (of 6 klaveren) een te hoog con
tract is. De tegenpartij behoeft slechts
met ruiten te beginnen en NZ zuilen
een slag in die kleur alsmede schop
penaas moeten verliezen.
"./est. die zeker „gewoon" met rui
ten zou zijn uitgekomen als oost niet
had gedoubleerd, herinnerde zich de
conventie toen zijn partner wèl dou
bleerde. Ik moet dus niet met ruiten
beginnen zei west tot zichzelf mijn
partner kan iets aftroeven en dat zal
natuu.'lijk wei in mijn langste kleur
(harten) zijn.
Brave west begon dus met harten
heer op tafel te leggen tot verdriet
van oost. want zonder enige moeite
slaagde zuid er nu in het 6 schoppen
bod te maken.
NZ scoorden op dit spel 1660 punten
en daar het een paren-wedstrijd was,
zult u begrijpen dat deze enorme score
de „top" van dit spel betekende. Maar
is het nu „verdiend"??
Natuurliik maakte de tegenpartij ook
hier de „laatste fout" (het uitkomen in
harten), maar op het moment dat NZ
zichzelf in het te hoge slembod deden
belanden, konden zij moeilijk weten
dat de tegenpartij hun de helpende
hand zou gaan bieden.
Maar misschien is het ook wel zo,
da juist aan dergelijke enorme ver
rassingen het bridgespel zijn populari
teit te danken heeft. Welke matige
bridgespeler zou met dit spel doorgaan,
als steeds zijn minder goede biedin
gen afgestraft werden?
MIMIR
ARNHEM, 23 juni De tienjarige
Roeleke Koopmans uit Didam heeft
het E-diploma Esperanto behaald. Dit
diploma is ingesteld op volwassenen,
maar niettemin is het Achterhoekse
meisje met vlag en wimpel voor het
examen geslaagd.
AMSTERDAM, 23 juni. Zeven Ne
derlandse voedings- en genotmiddelen
industrieën en twee brouwerijen heb
ben tezamen opgericht de N.V. Maat
schappij tot Financiering van Distri
butie van Levensmiddelen (Fidimij).
De nieuwe n.v. beoogt o.m. de bevor
dering van de exploitatie van onder
nemingen tot uitoefening van distribu
tie van levensmiddelen, vooral van
merkartikelen, door deelname in of het
verstrekken of garanderen van geldle
ningen aan dergelijke ondernemingen.
Van het maatschappelijk kapitaal
van 5 min, verdeeld in 500 aandelen
van f 10.000, zijn 100 aandelen ge
plaatst, waarop 20 pet in contanten zal
worden gestort.
(Advertentie)
Iedere morgen ging moeder Kwe-
kwak met haar zeven eendekinder-
tjes uit zwemmen in de Kabbel-
sloot. Dicht bij moeder blüven,
zei moeder Kwekwak dan. Mooi roeien
met je pootjes en niet uit het water
scharrelen. Kwek-kwek-kwek.
Ja moeder, zeiden alle kindertjes van
moeder eend. Alleen Snatertje zei niets.
Snatertje wou dan ook niet dicht bij
moeder blüven. Snatertje bleef telkens
een stukje achter, want er was rondom
in de wereld ook zoveel te zien. Daar
liepen mensen langs de Kabbelsloot.
Daar zat een kikker in het gras een
liedje te kwaken. Daar snuffelde een
hondje. En in de wei loeide een koe.
Snatertje vond dat allemaal veel leu
ker dan achter moeder Kwekwak aan
te zwemmen. En als moeder Kwekwak
niet zo goed had opgelet, zou hü vast
nog eens helemaal alleen ergens zqn
achtergebleven. En dat is voor zo'n klein
eendekind nog niets gedaan.
Nu woonde er in de Visjesvüver een
andere grote eend. Ze heette Katrien-
tje en ze had een beetje verdriet om
dat zü geen eendekindertjes had. Tel
kens als ze moeder Kwekwak voorbü
zag zwemmen met haar zeven kinde
ren, dacht eendje Katrientje: waarom
heeft moeder Kwekwak er zeven en ik
geeneen? Gaf ze er maar eentje aan
mü, dacht ze dan. Maar dat deed moe
der Kekwak natuurlijk niet. Welke
eendenmoeder geeft nu zomaar één van
haar kindertjes weg? Op een dag kreeg
Katrientje een heel lelijk idee: Ze -:ou
één van de kindertjes van moeder Kwe
kwak weghalen. En dan zou ze ermee
gaan verhuizen naar een heel verre
eendesloot, waar ze haar nooit zouden
kunnen vinden. Het was een heel lelijk
plannetje, maar als Snatertje niet tel
kens ongehoorzaam was geweest, zou
het nooit gelukt zijn. Want moeder Kwe
kwak zei immers altqd: dicht bü moe
der blijven kindertjes! En als je dicht
bij moeder blqft, kan je zoiets nooit
gebeuren.
Al tien keer had moeder Kwekwak
die morgen haar ongehoorzame eende
kind moeten waarschuwen. Dat kind
wilde maar niet doorzwemmen. Dan
bleef hij daar staan kqken, nou had
hij hier weer wat te zien en zo ging
hét de hele tüd maar door. Ook in de
vissenvüver was wat moois. Daar stond
oen visser met zijn hengel. Snatertje
dacht: wat gooit die meneer toch tel
kens in het water? Zou dat lekker zijn?
Ik wil er ook wel eens een stukje van
proeven. Snatertje wilde er heen zwem
men, maar daar werd hij in zün nekje
gepakt en meegetrokken. Eerst dacht
Snatertje nog dat het moeder Kwekwak
was, maar die had toevallig nét even
tjes niet omgekeken. Pas toen hij in
een klein en donker eendehuisje was,
zag hü dat daar een vreemde, grote
eend voor hem stond. Die zei: Zo,
lief eendekindje, ik ben eend Katrien
tje en ik heb altijd al graag een kindje
willen hebben. Blijf maar bij mij, we
zullen het samen heel plezierig hebben
en vannacht ga. n we stilletjes verhui
zen naar een heel ver land.
Snatertje begon te huilen. Hij was
dan wei dikwqls een ongehoorzaam een
dekind geweest, maar hij hield toch
heel veel van moeder Kwekwak en hij
wilde helemaal niet bij die vreemde
eend Katrientje zijn. De lekkere hapjes
die Katrientje hem voor zette, wilde hij
helemaal niet opeten. Hij was er veel
te verdrietig voor. Maar Katrientje
dacht: dat went nog wel.
Ondertussen was moeder Kwekwak
tot de ontdekking gekomen, dat Sna
tertje nu toch echt verdwenen was. He
lemaal ongerust en helemaal bezorgd
zwom ze in het rond en snateren dat
ze deed! Maar Snatertje was nergens
te zien. Hij zat heel diep weggedoken
in net huis van eend Katrientje, die
zelf breed-uit voor de ingang zat. Het
zag er voor Snatertje heel lelijk uit en
het was 'n geluk dat de visser er ook
nog was. Hij had niet alleen op zijn
hengel en op de vissen gelet, ook de
eendemoeder met haar zeven kinder
tjes had hjj over de vqver zien zwem
men. En hij had de vreemde eend ge
zien, die één van de kleintjes meenam
in haar huisje iri het riet Poele-poele!
riep de visser en hjj zocht vlug het huis
van Katrientie op. Poele-poele! Hij
wenkte moeder Kwekwak, dat ze dich-
terbq moest komen. Nou, die had haar
Snatertje toen gauw genoeg gevonden.
En wat waren ze blij, die twee, dat ze
eikaar terug hadden! Moeder Kwekwak
kwaakte nog eens flink hard tegen
eendje Katrientje, vóór ze naar haar
andere zes kinders terug ging. Het is
een schandaal, zei ze. Ik had nooit ge
dacht dat jij zoiets zou durven doen.
Een van mijn kindertjes weghalen.
Foei, kwekwak!
Katrientje begreep wel, dat moeder
Kwekwak het tegen iedereen vertellen
zou. En ze schaamde zich vreselijk,
want ze vond nu zelf ook wel, dat ze
heus iets heel lelijks had gedaan. Dan
ga ik maar alleen verhuizen naar een
vreemde sloot, zei ze tegen zichzelf. En
met een bedroefd kopje zwom ze weg.
Heel ver van de vissenvüver vandaan,
wilde ze. Waar niemand haar zou ken
nen. En waar niemand dus kon weten,
wat ze had gedaan. Toen ze zo twee
dagen gezwommen had, door allerlei
slootjes, kikkerpiassen en vennen,
keek ze nog altijd even bedroefd, als
toen ze vertrok. Het verdriet van eend
je Katrientje moest dus wel erg groot
zün.
Maar opeens hoorde ze in het riet
een heel angstig eendestemmetje, dat
riep: kwak-kwak-kwak, wie wil er
voor me zorgen? kwak-kwak-kwak...!
Katrientje ging er dadelijk heen en
daar vond ze een klein mager eende
kind, dat heel zielig in het riet zat te
bibberen. Rekrek, zei een dikke kikker,
die vlak bij hem zat. Rekrek, mevrouw
eend, ik ben blü dat u komt. Zou u
misschien voor dit eendekind willen
zorgen? Het is verdwaald en niemand
weet waar het thuishoort. We hebben
van alles gedaan, om het weer thuis
te brengen. We hebben zelfs een ad
vertentie gezet in het Dagblad voor
Waterdieren. Maar allemaal voor niets.
Wilt u misschien voor eendemoeder
spelen, voor dit arme eendekind? Wij
zouden u heel dankbaar zjjn.
Nou, je begrijpt zelf ai, wat eend
Katrientje daarop zei. Ze bouwde een
nieuw huisje in het riet en daar ging
ze wonen met het eendekindje, dat ze
Kwakkeltje noemde. Eendje Katrientje
was nooit verdrietig meer. Ze was
juist blq, want nu had ze eindelijk een
kindje, waarvoor ze zorgen kon. En
weet je wat ze zei, als ze met Kwak
keltje uit zwemmen ging?
Altjjd dicht bq moeder blijven! zei
ze dan.
Want hoe gevaarlük het zijn kan, om
weg te zwemmen van moeder eend, dat
kon niemand beter weten dan eendje
Katrientje zelf!
LEA SMULDERS