Opzienbarende uitspraak van Hoogste Gerechtshof Jeffersons KERK muur tussen en STAAT Vinnige gevechten ten noordoosten van Mosoel auknecht BOMBARDEMENT IN DE BERGEN KOELKASTEN Religieuze vorming van de opvoeder Ned. Proza ZATERDAG 7 JULI 1962 PAGINA 9 Onder generaal Abdoel Karim Kassem is Irak langzamer hand in een geïsoleerde positie beland. De onverzoenlijk heid, waarmee de generaal zijn aanspraken op Koeweit verdedigt, heeft hem in conflict gebracht met de meeste Arabische buur landen. Zijn schrille emotionali teit heeft de Russen kopschuw gemaakt. En met de westelijke wereld zijn Kassems betrekkingen nimmer op temperatuur gekomen, sinds hij in juli 1958 zijn staats greep uitvoerde, waarbij zowel koning Feisal II, als diens oom Emir Abdoel Illah en premier Noeri al Said werden vermoord Behalve met het buitenland heeft Kassem op het ogenblik ook weer 1 veel te stellen met de Koerden. Een korte, sombere sjeik, met een lange neus voert het bevel over een handvol leden van de Barazani-stam, die op het ogen blik bezig zijn aan een nieuwe faze in een oude strijd tegen de regering in Bagdad. De grondwet van de Verenigde Staten, die in 1787 werd uitgevaardigd, kreeg al spoedig een aanvulling in de vorm van tien amendementen. Deze amendementen, die in 1791 van kracht werden, vormen tezamen de „Bill of Rights". Het eerste amendement op de Amerikaanse constitutie begint met de volgen de zin: „Het Congres zal geen wet opstellen die betrekking heeft op een godsdienstige instelling of die de vrije uitoefening van gods dienst verbiedt". Thomas Jeffer son de derde president van de Verenigde Staten, heeft indertijd dit amendement betiteld als „een muur waardoor Kerk en Staat zijn gescheiden". De „Founding Fathers", de mannen die de jonge republiek gesticht hadden, acht ten een dergelijke bepaling ge wenst, omdat vele bewoners van de Amerikaanse koloniën Enge land ontvlucht waren vanwege de godsdienstvervolgingen. Zij wilden voorkomen dat de Verenigde Staten een staatsgodsdienst zou den krijgen, en zij wensten gods diensttwisten uit te sluiten. In 1868 werden de bepalingen over de godsdienstvrijheid ook toepas selijk verklaard op de wetten voor de deelstaten van Amerika. Dit gebeurde in het veertiende amendement. Kritiek in Congres I RAK IMP N.V.MENTOR-APELDOORN T/CRfS CJPHRAAn >*AGOADi SAOEDI ARABIEu •ASRA TURKIJE SYRIË SAOEOf ARABIE bewind van Karirn Kassem 7n het noorden ban Irak ziet men nog regelmatig de Koerdische stammen door het bergland trekken. De mannen, du bewapend zijn met dolken en geweren, bevinden zich mëeital in de achterhoede. De vrouwen en de kinderen, de oude van dagen en de kudde lopen voor hen uit. De karavaan wcrdt, volgens een oude traditie, aangevoerd door de mooiste vrouw van de stam. IN OPENBARE SCHOLEN VAN DE STAAT NEW YORK MAC NIET WORDEN GEBEDEN - De Koerden vormen een van de oudste volkeren in het Midden-Oosten. Zij houden zich al vierduizend jaar op in hun huidige woongebied, dat van het oosten van Turkije via het noorden van Irak naar het westen van Perzië loopt. Zelf zeggen zij, dat zij acht miljoen zielen sterk zjjn. Maar in werkelijkheid zijn het er drie tot vier miljoen: anderhalf miljoen in Turkije, een miljoen in Irak, een miljoen in Perzië en zestig- tot tachtigduizend in de Sovjet-republieken Armenië en Azerbeidsjan. Vanouds zijn de Koerden nomaden. De laatste jaren echter ver tonen zij sporen van urbanisering. Zij werken bjj de olie-industrie in Mosoel of maken deel uit van de middenstand in Soelaimania. Maar hun onafhanke lijkheidstraditie is nog altijd even sterk. In 1919 bepaalde het Verdrag van Sèvres al, dat er een autonome staat Koerdistan moest worden opgericht, binnen het Turkse staatsverband. Maar aangezien er van het hele verdrag niets is terechtgekomen (het werd ver vangen door dat van Lausanne), bleef ook deze clausule onuitgevoerd. Toch had zij iets losgeslagen bij de Koerden en twee broers uit de Barazani-stam, Achmed en Moestafa, begonnen een opstand, die met wisselend succes en met wisselende heftigheid heeft voort geduurd tot de dag van vandaag. Hun eerste poging werd in 1951 door de Iraakse regering neergeslagen. Zij kre gen Soelaimania toegewezen als ge dwongen verblijfplaats. Tijdens de Tweede Wereldoorlog deden zich voor de Koerden be langrijke gebeurtenissen voor. In Irak werd in mei 1941 de pro- Duitse putsch van Rasjid Ali onder drukt. Maar het gezag van de centrale regering werd vooral in de grensgebie den onvoldoende hersteld. Aan de Iraakse Koerden werden wapens uitge deeld. En aan de overzijde van de grens kwam Perzië onder geallieerde bezet ting. De Russen waren zich gaan interesseren voor de Koerdische kwes tie. Ook zij deelden wapens uit aan de Koerden in hun Perzische bezet tingszone. Koerdische leiders werden Onder het jewind van de eerste ka tholieke president van de V.S. zjjn ern stige moeilijkheden ontstaan over de in terpretatie van het eerste amendement. Eerst was er de kwestie van de fede rale subsidie aan het katholiek onder wijs, en nu is er de affaire van het bidden op de openbare scholen van de staat New York. In het eerste geval heeft Kennedy zich op het standpunt gesteld, dat subsidie aan katholieke scholen ongrondwettig is, en hij heeft daarmee felle kritiek van het episco paat uitgelokt. In de tweede zaak legt Kennedy zich neer bij een uitspraak van het hoogste Gerechtshof, dat het gezamenlijk bidden op openbare scho len strijdig acht met het eerste en het veertiende amendement. De laatste acht jaar heeft geen beslissing van het „Su preme Court" zoveel opschudding ge- Wekt als die van vorige week maan dag. In 1954 besliste het hof dat de rassenscheiding in het onderwijs on grondwettig was, en deze uitspraak veroorzaakte heftige reacties in de zui delijke staten van de V.S. Nu is er op hieuw grote deining ontstaan door een besluit van Amerika's hoogste rechters, en het zijn weer de zuidelijke staten die zich het krachtigst roeren, omdat vooral in het zuiden vaak in de open bare scholen een gebed wordt uitge sproken. Een lid van het Huis 'van Af gevaardigden, afkomstig uit de zuidelij ke staat Alabama, de Democraat George Andrews bracht de beide opzienbarende uitspraken van de hoogste rechters, die van 1954 en d>ie van 1962, met elkaar in verband, toen hij vorige week uitriep: „Zij hebben de negers in de scholen ge- zet, en nu drijven zfj God er uit". aten wij eerst eens nagaan wat il||W|||M de historische achtergrond is van I het huidige conflict. fflWffijjPffiwjBPMffi} In 1951 werd door het College van Regenten van de staat New York een aanbeveling uitgegeven iedere TfB schooldag op alle openbare scholen te sySlpl beginnen met een bepaald gezamenlijk gebed. De tekst van dit gebed, dat door JiUH het College werd opgesteld, luidt als vsf K|9| volgt: j"" Amm „Almachtige God, wij erkennen dat wij van U afhankelijk zijn, en wij Wratw vragen Uw zegen voor onszelf, onze MIhB éx» «aJfl onze docenten en ons land". S De regenten verklaarden dat geen kind WÊÊÊtÊÊÊÈê. JB worden aan ge- te nemen en dat ieder kind op de ouders v kon gen gedurende de gebedsperiode het echter on- voldoende door een de New Yorkse streek Long Island" Zij betoogden de maatregel van dé de voor rechtbank van de Staat New York, die hen echter H in het ongelijk stelde. Toen kwam de kwestie, in hoger beroep, voor het Hoogste Gerechtshof van de Verenig de Staten, dat op 25 juni met zes tegen één stem de zijde van de proteste- hHHh rende ouders koos. Onder de rechters die de aanbeveling van de New Yorkse regenten verwierpen was ook de .Chief Justice" van de Verenigde fl Staten, Earl Warren. Het oordeel van hel Hoogste Gerechtshof werd echter ^^^^^^^^HHBBHBBH|^HHB niet door Warren, maar door een ande- MBBBBBBBMBWHBBBI re rechter, Hugo L. Black, geformu- 16Black erkende, dat de tekst van het ?eÈ ^rnerikaanse Hoopste Gerechtshof heeft op 25 juni verklaard, dat het bidden op de openbare scholen van de staat eeb'd niet aan een bepaalde godsdien- Ne™ Y,ork °n9 ,!?!l n ,s een M° van het voltamB college, maar op de dag van de geruchtmakende uitspraak stiee richting kon worden toegeschre- ontbraken twee leaen. ue conclusie van de meerderheid van het hof werd geformuleerd door Hugo L. Black (tweede van ven en dat niet gesproken kon worden unks op de eerste njj. ue middelste zittende figuur is de Chief Justice, Earl Warren. De enige rechter die tegen stemde ™taas: Potter Stewart (geheel rechts op de tweede rij). B oordeel uitgesproken, en natuurlijk zullen veel mensen het er niet mee eens zijn. Anderen zullen er wel mee instemmen. Maar als we ons grond wettig principe willen handhaven is het, mijns inziens, van belang dat we de beslissingen van het Hoog ste Gerechtshof steunen, zelfs als we het er niet mee eens zijn. Bovendien bestaat er in dit geval een gemakke lijke oplossing, en dat ir dat we zelf bidden. Het is een goede herinnering voor iedere Amerikaanse familie, dat we thuis meer kunnen bidden, dat we trouwer naar de kerk kunnen gaan en dat we de ware betekenis van het gebed meer kunnen accentueren voor onze kinderen. Die macht heb ben we". van directe dwang. Maar dat was vol gens hem niet de kern van üe zaak. „Het is niet de taak van de overheid officiële gebeden op te stellen voor welke groep Amerikanen dan ook", zo verklaarde hij. „Door de macht, het prestige en de financiële steun van de overheid achter een bepaWd gebed te plaatsen oefent men indirecte dwang uit op godsdienstige minderheden of on gelovigen om zich aan de maatregel te onderwerpen". (Bij het noemen van „godsdienstige minderheden zal Black onder meer aan de Amerikaanse Joden gedacht hebben, want vooral van Joodse zjjde was scherp geprotesteerd tegen de instructie van de New Yorkse regenten; er waren twee Joden onder de vjjf ouders die de zaak voor de recht bank gebracht hadden). Om bij voorbaat 7?o 5? Amerikaanse biljet van een dollar staan de woorden: „IN GOD WE TRUST" echter Stewart heeft dit feit genoemd in zijn betoog over de interpretatie van tnt if e5sT amendement op de grondwet. Als men de scheiding van Kerk en Staat c het uiterste zou willen doorvoeren, zou de Staat ook geen geld mogen uitgeven j /-it etc. O belli t OOK yaen Uclll nLuyu i o u*i tycoe/i arop de naam van God genoemd wordt. Stewart achtte .de houding van zijn mederechters inconsequent. het verwijt van een anti-godsdienstj.ge gezindheid van het „Supreme Court" te ontzenuwen, zei rechter Black nog: „Het is geen heiligschennis en het is geen anti-religieuze uitlating als men verklaart, dat de overheid in dit land geen officiële gebeden moet sanctione ren en dat de ovérheid de zuiver gods dienstige taak aan de mensen zelf moet overlaten en aan hen die door de men sen gekozen zijn voor hun godsdiensti ge leiding". Maar een van de rechters, Potter Stewart, gaf een verklaring uit waar in hij zich uitdrukkelijk tegen de uit spraak van zijn zes collega's keerde. Hij zei geen conflict te zien met het eerste amendement op de grondwet. Hij herinnerde aan het gebruiken van Gods naam bij de opening van de zittingen van het Hoogste Gerechtshof en het Congres. Op het Amerikaanse geld staan de woorden „In God we trust", en in het Amerikaanse volkslied, de „Star Spangled Banner", wordt eveneens het vertrouwen op God uitgesproken, aldus rechter Stewart. Andere commentators op de uit spraak van de meerderheid van het „Supreme Court" hebben de voor beelden van Stewart aangevuld. Zij hebben opgemerkt, dat de grondwet zelf is gedateerd „in het jaar Onzes Heren (1787)" en zij betogen dat die gondwet in wezen een christelijke grondwet is. Zij merken op, dat op de meeste scholen in Amerika iedere morgen de gelofte aan de vlag wordt afgelegd en dat daarin de woorden voorkomen „one nation under God". Bovendien wordt op de openbare scholen van de staat New York. na de gelofte aan de vlag, het lied „America" gezongen, en in het vierde couplet staat „God, tot U, Schepper van de vrijheid, zingen wij"... .Bescherm ons met Uw macht, grote God onze Koning". Francis kardinaal Spellman, de aartsbisschop van New York, heeft ge zegd, dat hij „geschokt" was door de uitspraak van het hoogste Gerechtshof en James Francis kardinaal Mclntyre, aartsbisschop van Los Angeles verklaar de: „We zijn beschaamd nu wij gedwongen worden te wedijveren met de heer Khroesjtsjev". Ook James A. Pike, de bisschop van de Protestantse Episcopale Kerk in CaJifornië liad scherpe kritiek, maar de New Yorkse Raad van Rabbi's toonde zich ingeno men met het besluit van het „Supreme Court". e drie nog levende oud-presiden ten van Amerika hebben allen prompt gereageerd op de opzien barende gebeurtenis. Herbert Hoo ver vond, dat het Congres onmiddellijk een amendement moest indienen op de grondwet waarin het recht op gods dienstige uitingen voor alle overheids organen werd vastgelegd. Hij sprak van een „schending van een geheiligd Ame rikaans erfdeel". Eisenhower merkte op, dat hij altijd gedacht had, dat zijn na tie in wezen een godsdienstige natie was. Hij herinnerde aan de Onafhan kelijkheidsverklaring van 1776, waarin gezegd wordt, dat alle mensen „door hun Schepper" met zekere onver vreemdbare rechten zijn begiftigd. Uit deze verklaring sprak, zijns inziens, een godsdienstige visie. Truman bepaalde zich echter tot de opmerking, dat de interpretatie van de grondwet „uiter aard de taak van het Hoogste Gerechts hof" is, en deze reactie kwam tot op zekere hoogte overeen met die van president Kennedy, die op zijn perscon ferentie van vorige week de volgende verklaring aflegde. „Het Hoogste Gerechtshof heeft een Maar zowel in het Huis van Afge vaardigden als in de Senaat werden vo rige week onmiddellijk amendemen ten op de grondwet voorgesteld die de uitspraak van het Hoogste Gerechtshof teniet zouden moeten doen. Vele le den van het Congres oefenden scherpe kritiek uit op de uitspraak van de hoog- iie rechters. Die uitspraak is koren op de molen van de leden van de John Birch So ciety, een organisatie van extremisti sche anti-communisten, die al geruime tijd een campagne voeren om Ameri ka's Chief Justice. Warren, uit zijn ambt te ontzetten. Deze neo-Mc Car- thyïsten zien in de beslissing van het Hoogste Gerechtshof en nieuw bewijs voor hun stelling dat Warren en de andere rechters met het communisme heuien. Een van de politieke gevolgen van de affaire zou kunnen zijn, dat Kenne dy zijn onderwijswet niet door het Con gres krijgt, omdat een compromis met de voorstanders van subsidie voor de katholieke scholen nu zeer bemoeilijkt is. De uitspraak van het „Supreme Court" over het bidden op de New Yorkse openbare scholen zal ongetwij feld nog een lange nasleep hebben, ondanks de aansporing van de presi- den die uitspraak te respecteren. H. BRONKHORST. uitgenodigd naar Bakoe. Er werd een Koerdisch - Russische Vriendschaps unie opgericht en er werden Koerdische tijdschriften uitgegeven. De Russische consul in Rezajeh, Kommissarov, de Russische comman dant van Minandaoeb, kapitein Naza- maliev, en de premier van de Sovjet republiek Azerbeidsjan, Baghirov, heb ben al het mogelijke gedaan om tot een Koerdische afscheiding te komen. De autoritaire rechtsgeleerde Qadi Mohammed hadden zij bestemd voor het presidentschap en toen Moestafa al Barazani zich ongeveer met dui zend volgelingen uit Irak vechtend een weg baande naar Perzië, werd hjj aangezocht als premier. De Koer dische Volksrepubliek heeft bestaan van 5 december 1945 tot maart 1947. Toen sloeg de Perzische regering toe. Qadi Mohammed werd terechtge steld. Moestafa vluchtte, eerst naar Irak en later naar de Sovjet-Unie. In 1950 publiceerden de Russen een foto van hem in het uniform van generaal-majoor. Voor radio-Tiflis voerde hij van tijd tot tijd het woord namens de „Koerdische Democratische Partij". Pas drie maanden na de staatsgreep van Kassem achtte Moestafa het verantwoord naar Irak terug te keren Zijn broer Achmed was al direct in juli 1958 op vrije voeten ge steld. Aanvankelijk was de verhouding tussen de gebroeders Barazani en het nieuwe bewind tamelijk warm. Volgens artikel 3 van de nieuwe grondwet was de Iraakse republiek een gemenebest van Arabieren en Koerden. Generaal Kassem en enkele ministers uit zijn kabinet hebben Koerdisch bloed in de aderen. En Moestafa kreeg bij zijn aankomst uit Tiflis zelfs het huis van de vermoorde premier Noeri al Said toegewezen Maar de Barazani's waren niet van plan zich met een kluitje in het riet te laten sturen. Reeds in december 1958 werd Moestafa al Barazani onder huis arrest geplaatst, omdat hij weer had aangedrongen op de stichting var een autonoom Koerdistan. Een opmerkelijke bijzonderheid was, dat Kassem in zijn buitenlandse poli tiek toen zodanig laveerde, dat de Sovjet-Unie het niet raadzaam achtte zich aan de zijde van zijn binnenlandse tegenstander te scharen, zelfs al had die tegenstander ooit het uniform van het Rode Leger gedragen. Kassem werd beschouwd als een linkse natio nalist, van wie de communisten nog veel plezier konden beleven. Toen de rechts-nationalistisehe kolonel Sjawaf in maart 1959 een opstand begon in Mosoel, werd Kassem door de Russen achter de schermen geholpen zijn ge zag te herstellen. De Barazani's hebben zich aan de Russische gevoeligheden niet gestoord. Zjj eisten van Kassem: Koerdisch onderwijs, Koerdische bestuursambte naren, Koerdische radio-uitzendingen en een ontwikkelingsplan voor Koer distan, dat o.m. voorzag in de aanleg van wegen, zodat de Koerden hun landbouwprodukten naar de markt kon den brengen. De generaal in Bagdad gaf echter niet toe. Vorig jaar september grepen de Barazani's opnieuw naar de wapenen. Zij zetten een echt offensief in, dat Kassem slechts kon afslaan door het uitvoeren van omvangrijke luchtbom bardementen op Koerdische dorpen en stadjes. Ook stuurde hij militaire for maties in het veld, die waren samen gesteld uit Koerden, behorend tot stam men, die de Barazani's vijandig gezind zijn. n de wintermaanden hebben de Barazani's tegen deze Koerdische broeders met succes strijd geleverd en ze hebben hen teruggedrongen de Mesopotamische laagvlakte. naar Ook delen van de burgerbevolking, namelijk de bewoners van de christe lijke dorpen ten noorden en ten oosten van Mosoel (Chaldeeërs en Nestori- anen), zijn voor de oprukkende Bara zani's gevlucht. Aangemoedigd door deze successen heeft Moestafa eerst zijn politieke eisen wat opgeschroefd (vrijlating van alle politieke gevangenen, toestemming voor de herverschijning van Koerdische kranten en de instelling van een demo cratisch regime) en vervolgens is hij, op 21 maart jl., overgegaan tot een voorjaarsoffensief tegen garnizoenen en politieposten in Koerdische dorpen. De nieuwe gevechten spelen zich af in de provincies Mosoel, Erbil, Soelai mania en Kirkoek. De „rebellen", zoals Kassem hen noemt, opereren in kleine groepjes. De regeringsstrijdkrachten daarentegen vertrouwen op hun aantal en op de superioriteit van hun wapens. Zij brengen twintig tot dertig bataljons in het veld, gepantserde voertuigen en artillerie. Net als vorig jaar september heeft de Iraakse luchtmacht ook nu stad jes, dorpen, akkers en boomgaarden gebombardeerd. Maar het succes is deze keer veel minder groot. De burgerbevolking raakt verbit- pceac eerptc terd en kiest de zijde van de rebel len. De rebellen zelf hebben echter geleerd zich alleen 's nachts te ver plaatsen en zich aan luchtwaameming te onttrekken. De krijgskansen wisse len; er vallen honderden doden, maar militaire beslissingen worden niet afgedwongen. Moestafa en Achmed hebben nu een ideale werkverdeling gevonden. Moes tafa leidt vanuit de omgeving van Akra (ten noord-oosten van Mosoel) de operaties van zjjn legertje, dat waarschijnlijk niet veel meer dan dui zend man telt. Achmed bestuurt het eigenlijke woongebied van de Baraza ni's. dat gelegen is tussen de provincie Soeleimania en de Koerdische bergen van de provincie Mosoel. Van tijd tot tijd stuurt hij kwasi-vriendeljjke tele grammen aan Kassem en ook duldt hjj een beperkt aantal politietroepen op zijn grondgebied. Maar aan de andere kant moet de regering toezien, hoe Achmed 10.000 man letterlijk onder de wapenen houdt. Het Barazani-gebied is zodoende voor Moestafa in feite een reusachtig reservoir van voedsel en versterkingen. De bijstand uit zijn eigen woongebied is ook zowat de enige steun, die hij ondervindt. De Sovjet-Unie laat niets van zich horen en ook de Koerden in Perzië, Turkije en Syrië houden zich strikt afzijdig. Toch bereidt hij Kassem hjj noemt hem „de zieke dictator" grote zorgen, door zjjn strijd, maar ook door zijn in kracht steeds toenemende pogingen om de wereldopini te inte resseren voor het onafhankelijkheids streven van een oud en trots volk. H.J.N. HORN, 4 juli. Het Jeugddorp 8e- thanië te Hom (L.) heeft tot en met don derdag 42 personen uit dertien verschil lende landen te gast. Het zijn allen leden van de B.I.C.E. (Bureau International Catholique de l'Enfance) in Parijs, waarvan thans een sectie, genaamd Médico-Pédagogique et Psydho-Sociale, een congres houdt in de gebouwen van het jeugddorp. De B.I.C.E. is een internationale orga nisatie die alle problemen, welke samen hangen met de opvoeding van de jeugd, bestudeert. De thans hier bijeen zijnde sectie is opgericht in 1953 in Fribourg in Zwitserland en vergadert elke twee jaar in een plaats in Europa. Men heeft dit jaar het Jeugddorp Bethanië geko zen als centrale vergadergelegerïheid, omdat de onderwerpen die aan de orde komen alle betrekking hebben op opvoe ders. die optreden als onderwijzer of jeugdleider bij de niet-aangepaste jeugd. Vooral wordt besproken de religieuze vorming van deze gespecialiseerde groep opvoeders. De bijeenkomst van dinsdag werd gehouden onder voorzit terschap van prof. R. Dellaert uit Leu ven. (Advertentie) Twee brieven uit Westerbork, vaa Etty Hillesum (Bakker/Daamen). Dit boekje werd voor het eerst, ille gaal. uitgegeven in 1943. Op de titel pagina stond toen te lezen: „Drie brie ven van de kunstschilder Johannes Baptiste van der Pluym (1843-1912) met twee reproducties, uitgegeven en van een toelichting voorzien door mevr. A. C. .G Botterman-v.d. Pluym, eerste honderdtal. Voor rekening van de schrijfster geëxploiteerd door het Boe kenfonds „Die Raeckse" te Apeldoorn, 1917". David Koning, die deze uitgave van een inleiding voorzag, schreef voor de uitgave van 1943 een gefingeerde levensbeschrijving van de imaginairs kunstenaar. De verliefde clown, door Arie van der Lugt (Thijmfonds-den Haag). Een roman. KOERDEN in Irak belasen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 9