Opzienbarende uitspraak
van Hoogste Gerechtshof
Jeffersons
KERK
muur tussen
en STAAT
Vinnige gevechten ten
noordoosten van Mosoel
auknecht
BOMBARDEMENT IN DE BERGEN
KOELKASTEN
Religieuze vorming
van de opvoeder
Ned. Proza
ZATERDAG 7 JULI 1962
PAGINA 9
Onder generaal Abdoel Karim
Kassem is Irak langzamer
hand in een geïsoleerde
positie beland. De onverzoenlijk
heid, waarmee de generaal zijn
aanspraken op Koeweit verdedigt,
heeft hem in conflict gebracht
met de meeste Arabische buur
landen. Zijn schrille emotionali
teit heeft de Russen kopschuw
gemaakt. En met de westelijke
wereld zijn Kassems betrekkingen
nimmer op temperatuur gekomen,
sinds hij in juli 1958 zijn staats
greep uitvoerde, waarbij zowel
koning Feisal II, als diens oom
Emir Abdoel Illah en premier
Noeri al Said werden vermoord
Behalve met het buitenland heeft
Kassem op het ogenblik ook weer
1 veel te stellen met de Koerden.
Een korte, sombere sjeik, met
een lange neus voert het bevel
over een handvol leden van de
Barazani-stam, die op het ogen
blik bezig zijn aan een nieuwe
faze in een oude strijd tegen de
regering in Bagdad.
De grondwet van de Verenigde
Staten, die in 1787 werd
uitgevaardigd, kreeg al
spoedig een aanvulling in de vorm
van tien amendementen. Deze
amendementen, die in 1791 van
kracht werden, vormen tezamen
de „Bill of Rights". Het eerste
amendement op de Amerikaanse
constitutie begint met de volgen
de zin: „Het Congres zal geen
wet opstellen die betrekking heeft
op een godsdienstige instelling of
die de vrije uitoefening van gods
dienst verbiedt". Thomas Jeffer
son de derde president van de
Verenigde Staten, heeft indertijd
dit amendement betiteld als „een
muur waardoor Kerk en Staat
zijn gescheiden". De „Founding
Fathers", de mannen die de jonge
republiek gesticht hadden, acht
ten een dergelijke bepaling ge
wenst, omdat vele bewoners van
de Amerikaanse koloniën Enge
land ontvlucht waren vanwege de
godsdienstvervolgingen. Zij wilden
voorkomen dat de Verenigde
Staten een staatsgodsdienst zou
den krijgen, en zij wensten gods
diensttwisten uit te sluiten. In
1868 werden de bepalingen over
de godsdienstvrijheid ook toepas
selijk verklaard op de wetten
voor de deelstaten van Amerika.
Dit gebeurde in het veertiende
amendement.
Kritiek in Congres
I RAK
IMP N.V.MENTOR-APELDOORN
T/CRfS
CJPHRAAn
>*AGOADi
SAOEDI
ARABIEu
•ASRA
TURKIJE
SYRIË
SAOEOf
ARABIE
bewind van Karirn Kassem
7n het noorden ban Irak ziet men nog regelmatig de Koerdische stammen door het bergland trekken. De mannen, du
bewapend zijn met dolken en geweren, bevinden zich mëeital in de achterhoede. De vrouwen en de kinderen, de oude
van dagen en de kudde lopen voor hen uit. De karavaan wcrdt, volgens een oude traditie, aangevoerd door de mooiste
vrouw van de stam.
IN OPENBARE SCHOLEN VAN
DE STAAT NEW YORK MAC
NIET WORDEN GEBEDEN -
De Koerden vormen een van de
oudste volkeren in het Midden-Oosten.
Zij houden zich al vierduizend jaar op
in hun huidige woongebied, dat van
het oosten van Turkije via het noorden
van Irak naar het westen van Perzië
loopt. Zelf zeggen zij, dat zij acht
miljoen zielen sterk zjjn. Maar in
werkelijkheid zijn het er drie tot vier
miljoen: anderhalf miljoen in Turkije,
een miljoen in Irak, een miljoen in
Perzië en zestig- tot tachtigduizend in
de Sovjet-republieken Armenië en
Azerbeidsjan. Vanouds zijn de Koerden
nomaden. De laatste jaren echter ver
tonen zij sporen van urbanisering. Zij
werken bjj de olie-industrie in Mosoel
of maken deel uit van de middenstand
in Soelaimania. Maar hun onafhanke
lijkheidstraditie is nog altijd even sterk.
In 1919 bepaalde het Verdrag van
Sèvres al, dat er een autonome staat
Koerdistan moest worden opgericht,
binnen het Turkse staatsverband. Maar
aangezien er van het hele verdrag
niets is terechtgekomen (het werd ver
vangen door dat van Lausanne), bleef
ook deze clausule onuitgevoerd. Toch
had zij iets losgeslagen bij de Koerden
en twee broers uit de Barazani-stam,
Achmed en Moestafa, begonnen een
opstand, die met wisselend succes en
met wisselende heftigheid heeft voort
geduurd tot de dag van vandaag. Hun
eerste poging werd in 1951 door de
Iraakse regering neergeslagen. Zij kre
gen Soelaimania toegewezen als ge
dwongen verblijfplaats.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog
deden zich voor de Koerden be
langrijke gebeurtenissen voor. In
Irak werd in mei 1941 de pro-
Duitse putsch van Rasjid Ali onder
drukt. Maar het gezag van de centrale
regering werd vooral in de grensgebie
den onvoldoende hersteld. Aan de
Iraakse Koerden werden wapens uitge
deeld.
En aan de overzijde van de grens
kwam Perzië onder geallieerde bezet
ting. De Russen waren zich gaan
interesseren voor de Koerdische kwes
tie. Ook zij deelden wapens uit aan
de Koerden in hun Perzische bezet
tingszone. Koerdische leiders werden
Onder het jewind van de eerste ka
tholieke president van de V.S. zjjn ern
stige moeilijkheden ontstaan over de in
terpretatie van het eerste amendement.
Eerst was er de kwestie van de fede
rale subsidie aan het katholiek onder
wijs, en nu is er de affaire van het
bidden op de openbare scholen van de
staat New York. In het eerste geval
heeft Kennedy zich op het standpunt
gesteld, dat subsidie aan katholieke
scholen ongrondwettig is, en hij heeft
daarmee felle kritiek van het episco
paat uitgelokt. In de tweede zaak legt
Kennedy zich neer bij een uitspraak
van het hoogste Gerechtshof, dat het
gezamenlijk bidden op openbare scho
len strijdig acht met het eerste en het
veertiende amendement. De laatste acht
jaar heeft geen beslissing van het „Su
preme Court" zoveel opschudding ge-
Wekt als die van vorige week maan
dag. In 1954 besliste het hof dat de
rassenscheiding in het onderwijs on
grondwettig was, en deze uitspraak
veroorzaakte heftige reacties in de zui
delijke staten van de V.S. Nu is er op
hieuw grote deining ontstaan door een
besluit van Amerika's hoogste rechters,
en het zijn weer de zuidelijke staten
die zich het krachtigst roeren, omdat
vooral in het zuiden vaak in de open
bare scholen een gebed wordt uitge
sproken. Een lid van het Huis 'van Af
gevaardigden, afkomstig uit de zuidelij
ke staat Alabama, de Democraat George
Andrews bracht de beide opzienbarende
uitspraken van de hoogste rechters, die
van 1954 en d>ie van 1962, met elkaar in
verband, toen hij vorige week uitriep:
„Zij hebben de negers in de scholen ge-
zet, en nu drijven zfj God er uit".
aten wij eerst eens nagaan wat il||W|||M
de historische achtergrond is van
I het huidige conflict. fflWffijjPffiwjBPMffi}
In 1951 werd door het College van
Regenten van de staat New York
een aanbeveling uitgegeven iedere TfB
schooldag op alle openbare scholen te sySlpl
beginnen met een bepaald gezamenlijk
gebed. De tekst van dit gebed, dat door JiUH
het College werd opgesteld, luidt als vsf K|9|
volgt: j"" Amm
„Almachtige God, wij erkennen dat
wij van U afhankelijk zijn, en wij Wratw
vragen Uw zegen voor onszelf, onze MIhB éx» «aJfl
onze docenten en ons land". S
De regenten verklaarden dat geen kind WÊÊÊtÊÊÊÈê. JB
worden aan ge-
te nemen en dat ieder kind op
de ouders v kon
gen gedurende de gebedsperiode het
echter on-
voldoende door een
de New Yorkse streek Long Island"
Zij betoogden de maatregel van dé
de voor rechtbank
van de Staat New York, die hen echter H
in het ongelijk stelde. Toen kwam de
kwestie, in hoger beroep, voor het
Hoogste Gerechtshof van de Verenig
de Staten, dat op 25 juni met zes tegen
één stem de zijde van de proteste- hHHh
rende ouders koos. Onder de rechters
die de aanbeveling van de New Yorkse
regenten verwierpen was ook de
.Chief Justice" van de Verenigde fl
Staten, Earl Warren. Het oordeel van
hel Hoogste Gerechtshof werd echter ^^^^^^^^HHBBHBBH|^HHB
niet door Warren, maar door een ande- MBBBBBBBMBWHBBBI
re rechter, Hugo L. Black, geformu-
16Black erkende, dat de tekst van het ?eÈ ^rnerikaanse Hoopste Gerechtshof heeft op 25 juni verklaard, dat het bidden op de openbare scholen van de staat
eeb'd niet aan een bepaalde godsdien- Ne™ Y,ork °n9 ,!?!l n ,s een M° van het voltamB college, maar op de dag van de geruchtmakende uitspraak
stiee richting kon worden toegeschre- ontbraken twee leaen. ue conclusie van de meerderheid van het hof werd geformuleerd door Hugo L. Black (tweede van
ven en dat niet gesproken kon worden unks op de eerste njj. ue middelste zittende figuur is de Chief Justice, Earl Warren. De enige rechter die tegen stemde
™taas: Potter Stewart (geheel rechts op de tweede rij).
B oordeel uitgesproken, en natuurlijk
zullen veel mensen het er niet mee
eens zijn. Anderen zullen er wel mee
instemmen. Maar als we ons grond
wettig principe willen handhaven is
het, mijns inziens, van belang
dat we de beslissingen van het Hoog
ste Gerechtshof steunen, zelfs als we
het er niet mee eens zijn. Bovendien
bestaat er in dit geval een gemakke
lijke oplossing, en dat ir dat we zelf
bidden. Het is een goede herinnering
voor iedere Amerikaanse familie, dat
we thuis meer kunnen bidden, dat
we trouwer naar de kerk kunnen
gaan en dat we de ware betekenis van
het gebed meer kunnen accentueren
voor onze kinderen. Die macht heb
ben we".
van directe dwang. Maar dat was vol
gens hem niet de kern van üe zaak.
„Het is niet de taak van de overheid
officiële gebeden op te stellen voor
welke groep Amerikanen dan ook", zo
verklaarde hij. „Door de macht, het
prestige en de financiële steun van de
overheid achter een bepaWd gebed te
plaatsen oefent men indirecte dwang
uit op godsdienstige minderheden of on
gelovigen om zich aan de maatregel te
onderwerpen". (Bij het noemen van
„godsdienstige minderheden zal Black
onder meer aan de Amerikaanse Joden
gedacht hebben, want vooral van
Joodse zjjde was scherp geprotesteerd
tegen de instructie van de New Yorkse
regenten; er waren twee Joden onder
de vjjf ouders die de zaak voor de recht
bank gebracht hadden). Om bij voorbaat
7?o 5? Amerikaanse biljet van een dollar staan de woorden: „IN GOD WE TRUST"
echter Stewart heeft dit feit genoemd in zijn betoog over de interpretatie van
tnt if e5sT amendement op de grondwet. Als men de scheiding van Kerk en Staat
c het uiterste zou willen doorvoeren, zou de Staat ook geen geld mogen uitgeven
j /-it etc. O belli t OOK yaen Uclll nLuyu i o u*i tycoe/i
arop de naam van God genoemd wordt. Stewart achtte .de houding van zijn
mederechters inconsequent.
het verwijt van een anti-godsdienstj.ge
gezindheid van het „Supreme Court"
te ontzenuwen, zei rechter Black nog:
„Het is geen heiligschennis en het is
geen anti-religieuze uitlating als men
verklaart, dat de overheid in dit land
geen officiële gebeden moet sanctione
ren en dat de ovérheid de zuiver gods
dienstige taak aan de mensen zelf moet
overlaten en aan hen die door de men
sen gekozen zijn voor hun godsdiensti
ge leiding".
Maar een van de rechters, Potter
Stewart, gaf een verklaring uit waar
in hij zich uitdrukkelijk tegen de uit
spraak van zijn zes collega's keerde.
Hij zei geen conflict te zien met het
eerste amendement op de grondwet. Hij
herinnerde aan het gebruiken van Gods
naam bij de opening van de zittingen
van het Hoogste Gerechtshof en het
Congres. Op het Amerikaanse geld staan
de woorden „In God we trust", en in
het Amerikaanse volkslied, de „Star
Spangled Banner", wordt eveneens
het vertrouwen op God uitgesproken,
aldus rechter Stewart.
Andere commentators op de uit
spraak van de meerderheid van het
„Supreme Court" hebben de voor
beelden van Stewart aangevuld. Zij
hebben opgemerkt, dat de grondwet
zelf is gedateerd „in het jaar Onzes
Heren (1787)" en zij betogen dat die
gondwet in wezen een christelijke
grondwet is. Zij merken op, dat op
de meeste scholen in Amerika iedere
morgen de gelofte aan de vlag wordt
afgelegd en dat daarin de woorden
voorkomen „one nation under God".
Bovendien wordt op de openbare
scholen van de staat New York. na
de gelofte aan de vlag, het lied
„America" gezongen, en in het
vierde couplet staat „God, tot U,
Schepper van de vrijheid, zingen wij"...
.Bescherm ons met Uw macht, grote
God onze Koning".
Francis kardinaal Spellman, de
aartsbisschop van New York, heeft ge
zegd, dat hij „geschokt" was door de
uitspraak van het hoogste Gerechtshof
en James Francis kardinaal Mclntyre,
aartsbisschop van Los Angeles verklaar
de: „We zijn beschaamd nu wij
gedwongen worden te wedijveren met
de heer Khroesjtsjev". Ook James A.
Pike, de bisschop van de Protestantse
Episcopale Kerk in CaJifornië liad
scherpe kritiek, maar de New Yorkse
Raad van Rabbi's toonde zich ingeno
men met het besluit van het „Supreme
Court".
e drie nog levende oud-presiden
ten van Amerika hebben allen
prompt gereageerd op de opzien
barende gebeurtenis. Herbert Hoo
ver vond, dat het Congres onmiddellijk
een amendement moest indienen op
de grondwet waarin het recht op gods
dienstige uitingen voor alle overheids
organen werd vastgelegd. Hij sprak van
een „schending van een geheiligd Ame
rikaans erfdeel". Eisenhower merkte
op, dat hij altijd gedacht had, dat zijn na
tie in wezen een godsdienstige natie
was. Hij herinnerde aan de Onafhan
kelijkheidsverklaring van 1776, waarin
gezegd wordt, dat alle mensen „door
hun Schepper" met zekere onver
vreemdbare rechten zijn begiftigd. Uit
deze verklaring sprak, zijns inziens, een
godsdienstige visie. Truman bepaalde
zich echter tot de opmerking, dat de
interpretatie van de grondwet „uiter
aard de taak van het Hoogste Gerechts
hof" is, en deze reactie kwam tot op
zekere hoogte overeen met die van
president Kennedy, die op zijn perscon
ferentie van vorige week de volgende
verklaring aflegde.
„Het Hoogste Gerechtshof heeft een
Maar zowel in het Huis van Afge
vaardigden als in de Senaat werden vo
rige week onmiddellijk amendemen
ten op de grondwet voorgesteld die de
uitspraak van het Hoogste Gerechtshof
teniet zouden moeten doen. Vele le
den van het Congres oefenden scherpe
kritiek uit op de uitspraak van de hoog-
iie rechters.
Die uitspraak is koren op de molen
van de leden van de John Birch So
ciety, een organisatie van extremisti
sche anti-communisten, die al geruime
tijd een campagne voeren om Ameri
ka's Chief Justice. Warren, uit zijn
ambt te ontzetten. Deze neo-Mc Car-
thyïsten zien in de beslissing van het
Hoogste Gerechtshof en nieuw bewijs
voor hun stelling dat Warren en de
andere rechters met het communisme
heuien.
Een van de politieke gevolgen van
de affaire zou kunnen zijn, dat Kenne
dy zijn onderwijswet niet door het Con
gres krijgt, omdat een compromis met
de voorstanders van subsidie voor de
katholieke scholen nu zeer bemoeilijkt
is.
De uitspraak van het „Supreme
Court" over het bidden op de New
Yorkse openbare scholen zal ongetwij
feld nog een lange nasleep hebben,
ondanks de aansporing van de presi-
den die uitspraak te respecteren.
H. BRONKHORST.
uitgenodigd naar Bakoe. Er werd een
Koerdisch - Russische Vriendschaps
unie opgericht en er werden Koerdische
tijdschriften uitgegeven.
De Russische consul in Rezajeh,
Kommissarov, de Russische comman
dant van Minandaoeb, kapitein Naza-
maliev, en de premier van de Sovjet
republiek Azerbeidsjan, Baghirov, heb
ben al het mogelijke gedaan om tot
een Koerdische afscheiding te komen.
De autoritaire rechtsgeleerde Qadi
Mohammed hadden zij bestemd voor
het presidentschap en toen Moestafa
al Barazani zich ongeveer met dui
zend volgelingen uit Irak vechtend
een weg baande naar Perzië, werd
hjj aangezocht als premier. De Koer
dische Volksrepubliek heeft bestaan
van 5 december 1945 tot maart 1947.
Toen sloeg de Perzische regering toe.
Qadi Mohammed werd terechtge
steld. Moestafa vluchtte, eerst naar
Irak en later naar de Sovjet-Unie.
In 1950 publiceerden de Russen een
foto van hem in het uniform van
generaal-majoor. Voor radio-Tiflis
voerde hij van tijd tot tijd het woord
namens de „Koerdische Democratische
Partij".
Pas drie maanden na de staatsgreep
van Kassem achtte Moestafa het
verantwoord naar Irak terug te
keren Zijn broer Achmed was al
direct in juli 1958 op vrije voeten ge
steld. Aanvankelijk was de verhouding
tussen de gebroeders Barazani en het
nieuwe bewind tamelijk warm. Volgens
artikel 3 van de nieuwe grondwet was
de Iraakse republiek een gemenebest
van Arabieren en Koerden. Generaal
Kassem en enkele ministers uit zijn
kabinet hebben Koerdisch bloed in de
aderen. En Moestafa kreeg bij zijn
aankomst uit Tiflis zelfs het huis van
de vermoorde premier Noeri al Said
toegewezen
Maar de Barazani's waren niet van
plan zich met een kluitje in het riet
te laten sturen. Reeds in december 1958
werd Moestafa al Barazani onder huis
arrest geplaatst, omdat hij weer had
aangedrongen op de stichting var een
autonoom Koerdistan.
Een opmerkelijke bijzonderheid was,
dat Kassem in zijn buitenlandse poli
tiek toen zodanig laveerde, dat de
Sovjet-Unie het niet raadzaam achtte
zich aan de zijde van zijn binnenlandse
tegenstander te scharen, zelfs al had
die tegenstander ooit het uniform van
het Rode Leger gedragen. Kassem
werd beschouwd als een linkse natio
nalist, van wie de communisten nog
veel plezier konden beleven. Toen de
rechts-nationalistisehe kolonel Sjawaf
in maart 1959 een opstand begon in
Mosoel, werd Kassem door de Russen
achter de schermen geholpen zijn ge
zag te herstellen.
De Barazani's hebben zich aan de
Russische gevoeligheden niet gestoord.
Zjj eisten van Kassem: Koerdisch
onderwijs, Koerdische bestuursambte
naren, Koerdische radio-uitzendingen
en een ontwikkelingsplan voor Koer
distan, dat o.m. voorzag in de aanleg
van wegen, zodat de Koerden hun
landbouwprodukten naar de markt kon
den brengen. De generaal in Bagdad
gaf echter niet toe.
Vorig jaar september grepen de
Barazani's opnieuw naar de wapenen.
Zij zetten een echt offensief in, dat
Kassem slechts kon afslaan door het
uitvoeren van omvangrijke luchtbom
bardementen op Koerdische dorpen en
stadjes. Ook stuurde hij militaire for
maties in het veld, die waren samen
gesteld uit Koerden, behorend tot stam
men, die de Barazani's vijandig gezind
zijn.
n de wintermaanden hebben de
Barazani's tegen deze Koerdische
broeders met succes strijd geleverd
en ze hebben hen teruggedrongen
de Mesopotamische laagvlakte.
naar
Ook delen van de burgerbevolking,
namelijk de bewoners van de christe
lijke dorpen ten noorden en ten oosten
van Mosoel (Chaldeeërs en Nestori-
anen), zijn voor de oprukkende Bara
zani's gevlucht.
Aangemoedigd door deze successen
heeft Moestafa eerst zijn politieke eisen
wat opgeschroefd (vrijlating van alle
politieke gevangenen, toestemming
voor de herverschijning van Koerdische
kranten en de instelling van een demo
cratisch regime) en vervolgens is hij,
op 21 maart jl., overgegaan tot een
voorjaarsoffensief tegen garnizoenen
en politieposten in Koerdische dorpen.
De nieuwe gevechten spelen zich af
in de provincies Mosoel, Erbil, Soelai
mania en Kirkoek. De „rebellen", zoals
Kassem hen noemt, opereren in kleine
groepjes. De regeringsstrijdkrachten
daarentegen vertrouwen op hun aantal
en op de superioriteit van hun wapens.
Zij brengen twintig tot dertig bataljons
in het veld, gepantserde voertuigen en
artillerie.
Net als vorig jaar september heeft
de Iraakse luchtmacht ook nu stad
jes, dorpen, akkers en boomgaarden
gebombardeerd. Maar het succes
is deze keer veel minder groot.
De burgerbevolking raakt verbit-
pceac
eerptc
terd en kiest de zijde van de rebel
len. De rebellen zelf hebben echter
geleerd zich alleen 's nachts te ver
plaatsen en zich aan luchtwaameming
te onttrekken. De krijgskansen wisse
len; er vallen honderden doden,
maar militaire beslissingen worden
niet afgedwongen.
Moestafa en Achmed hebben nu een
ideale werkverdeling gevonden. Moes
tafa leidt vanuit de omgeving van
Akra (ten noord-oosten van Mosoel)
de operaties van zjjn legertje, dat
waarschijnlijk niet veel meer dan dui
zend man telt. Achmed bestuurt het
eigenlijke woongebied van de Baraza
ni's. dat gelegen is tussen de provincie
Soeleimania en de Koerdische bergen
van de provincie Mosoel. Van tijd tot
tijd stuurt hij kwasi-vriendeljjke tele
grammen aan Kassem en ook duldt hjj
een beperkt aantal politietroepen op
zijn grondgebied. Maar aan de andere
kant moet de regering toezien, hoe
Achmed 10.000 man letterlijk onder de
wapenen houdt. Het Barazani-gebied
is zodoende voor Moestafa in feite een
reusachtig reservoir van voedsel en
versterkingen.
De bijstand uit zijn eigen woongebied
is ook zowat de enige steun, die hij
ondervindt. De Sovjet-Unie laat niets
van zich horen en ook de Koerden in
Perzië, Turkije en Syrië houden zich
strikt afzijdig. Toch bereidt hij Kassem
hjj noemt hem „de zieke dictator"
grote zorgen, door zjjn strijd, maar ook
door zijn in kracht steeds toenemende
pogingen om de wereldopini te inte
resseren voor het onafhankelijkheids
streven van een oud en trots volk.
H.J.N.
HORN, 4 juli. Het Jeugddorp 8e-
thanië te Hom (L.) heeft tot en met don
derdag 42 personen uit dertien verschil
lende landen te gast. Het zijn allen leden
van de B.I.C.E. (Bureau International
Catholique de l'Enfance) in Parijs,
waarvan thans een sectie, genaamd
Médico-Pédagogique et Psydho-Sociale,
een congres houdt in de gebouwen van
het jeugddorp.
De B.I.C.E. is een internationale orga
nisatie die alle problemen, welke samen
hangen met de opvoeding van de jeugd,
bestudeert. De thans hier bijeen zijnde
sectie is opgericht in 1953 in Fribourg
in Zwitserland en vergadert elke twee
jaar in een plaats in Europa. Men heeft
dit jaar het Jeugddorp Bethanië geko
zen als centrale vergadergelegerïheid,
omdat de onderwerpen die aan de orde
komen alle betrekking hebben op opvoe
ders. die optreden als onderwijzer of
jeugdleider bij de niet-aangepaste jeugd.
Vooral wordt besproken de religieuze
vorming van deze gespecialiseerde
groep opvoeders. De bijeenkomst van
dinsdag werd gehouden onder voorzit
terschap van prof. R. Dellaert uit Leu
ven.
(Advertentie)
Twee brieven uit Westerbork, vaa
Etty Hillesum (Bakker/Daamen).
Dit boekje werd voor het eerst, ille
gaal. uitgegeven in 1943. Op de titel
pagina stond toen te lezen: „Drie brie
ven van de kunstschilder Johannes
Baptiste van der Pluym (1843-1912)
met twee reproducties, uitgegeven en
van een toelichting voorzien door mevr.
A. C. .G Botterman-v.d. Pluym, eerste
honderdtal. Voor rekening van de
schrijfster geëxploiteerd door het Boe
kenfonds „Die Raeckse" te Apeldoorn,
1917". David Koning, die deze uitgave
van een inleiding voorzag, schreef voor
de uitgave van 1943 een gefingeerde
levensbeschrijving van de imaginairs
kunstenaar.
De verliefde clown, door Arie van
der Lugt (Thijmfonds-den Haag).
Een roman.
KOERDEN in Irak belasen