voor tweede achtereenvolgende keer niet verder dan Pau NEDERLANDSE PLOEG WEL LEUK, MAAR... Altijd liever IVOR OL «^Klassieke muziek#^ op de plaat LEO MEYER ZINGT VOOR BOUWFONDS Een mooie jongenssopraan Van Dam en Dame Te veel punten in één hand brengt problemen „Als ik niet in ploeg-Van Looy had gezeten, reed ik vast nog in de Tour de France" EXAMENS i m eo schijveo «SB A SHa ZATERDAG 14 JULI 1962 PAGINA 11 In het ouderlijk huis te Goirle mocht het dan vol staan met bloemstukken, bij zijn bagage mocht een reusachtige beker, aan geboden door de stad Saint Nazai- re zijn, Huub Zilverberg is dagen lang niet te troosten geweest. Voor het tweede achtereenvolgen de jaar was hij naar Frankrijk getrokken om er te laten zien wat hij als wielrenner zoal in zijn mars had. Het vorig jaar was hij lid van de Nederlandse ploeg in de Ronde van de Toekomst, ontpopte zich al spoedig als dè man in de Nederlandse formatie, bleek vooral in de bergen een kracht van betekenis te zijn, maar werd uitgeschakeld door een domme val in de Pyreneeën. Zwaar gewond arriveerde hij in Pau en zo ernstig was het letsel, dat hij had opge lopen, dat hem verder rijden ver boden werd. Vele weken heeft het geduurd eer hij weer als een ge zonde jongeman door Goirle kon stappen. Deze keer maakte Huub Zilverberg deel uit van de forma tie van Rik van Looy in de echte, grote Tour de France. Weer kwam hij niet verder dan Pau. Gehan dicapt door een beenblessure, een dag eerder opgelopen bij een val partij, geplaagd bovendien door een aantal lekke banden die hij moederziel alleen had moeten re pareren, was hij na een eenzame tocht door de Pyreneeën te laat aangekomen. De heren commis sarissen, die in de voorgaande da gen bijzonder inventief waren ge bleken bij het bedenken van re denen om te laat gearriveerde renners toch in de strijd te houden, waren nu eensklaps onverbidde lijk: Zilverberg werd geëlimineerd. „Als ik in een andere ploeg dan die van Van Looy had gezeten, zou het waarschijnlijk niet zijn gebeurd", zegt een wat verbitterde Zilverberg. Koch vierde met de discus in Londen Sportflits Dan zeker van frisse mond en witte tanden z Liturgische weekkalender ■etttiS HOOFDPIJNPOEDERSeI abcdefgh. abcdefgh. HUUB ZILVERBERG De wielrenner Huub neemt in het familieleven van de Zilverberg» een heel bijzondere plaats in. De wanden in de voor- en achterkamer spreken in dit opzicht duidelijke^taal. Zij zijn bezaaid met keurig ingelijste foto's, die herinneren aan de niet te verwaarlo zen triomfen, die de drieëntwintig jari ge, wat stille en stugge, maar ook bijzonder wilskrachtige jongeman in de afgelopen zes jaar als wielrenner heeft behaald. Temidden van al die foto's een is bijna een meter hoog vaantjes, bekers en medailles ziet men plotseling een foto van Peter Post. Zo laat Huub Zilverberg zijn dankbaar heid blijken. Hij is er namelijk heilig van overtuigd, dat hij het aan Peter Post te danken heeft, dat hij door Rik van Looy is toegelaten tot de wieler- stal van Faema-Flandria. Lid van de ploeg van de wereldkampioen; een de buterend professional kan zich moei lijk een schitterender springplank naar het strijdtoneel van de coryfeeën den ken. Hoe gaat het nu in zo'n fabrieks- ploeg? Huub Zilverberg maakt zich daarover weinig problemen. Hij heeft een contract getekend voor één jaar en kreeg op die manier een maand geld gegarandeerd. Bovendien krijgt hij van de „stal" het materiaal voor de wedstrijden, die hij in opdracht van de ploegleider rijdt en waarvoor de ploeg leider ook de contracten heeft geslo ten èn voor de wedstrijden, die hij in zijn „vrije tijd" voor zichzelf uitkiest. Straks, aan het eind van het seizoen, gaat Huub Zilverberg de balans opma ken. Als hij en zijn baas tevreden zijn, zal er wel weer een nieuw contract worden getekend. „Ik geloof, dat ik dan ook eens moet praten over een hoger maandgeld. Als je in de fabriek goed Werk levert, krijg je ook opslag en met overwinningen in de Ronde van Italië en de Tour de France heb ik toch wel wat gepresteerd". Het is moeilijk om uit te vissen of Huub Zilverberg zich nu wel of niet helemaal thuis voelt in de groten deels uit Belgen bestaande formatie van Van Looy. Het valt ook niet mee om te ontdekken of de Brabantse wielrenner de nadruk legt op het za kelijke element sinds hij beroepsren ner is geworden of dat andere din gen bij hem de boventoon voeren. De sportieve vreugde bijvoorbeeld en een beetje gezond nationaal senti ment. „Ge komt vaak moeilijk aan de weet, wat er aan de hand is", had zijn moeder tevoren al gezegd. „Met stukjes en beetjes vertelt hij wel eens wat en als ge dat alles bijmekaar neemt, komt ge er wel achter. Hij heeft nou nog niet ver teld of hij het verschrikkelijk vond of niet, dat hjj uit de Tour is gezet. Toch weet ik, dat het hem verschrik kelijk dwars zit. Zondag waren we bij een van m'n dochters. Huub is de jongste, moet u weten. Er werd natuurlijk over de Tour gepraat. Al leen Huub zei niks. Maar ik zag aan zijn kaken hoe hij op z'n kiezen zat te bijten van narigheid. Hij kon het nog steeds niet zetten". In één adem ging Huubs moeder door: „Ik vond het natuurlijk ook verschrikkelijk, dat hij moest uitvallen. Maar toen las ik maandag in de krant, dat de dok ter van de Tour allerlei dingen over doping had gezegd. Als je dan zoiets leest, ben je toch maar weer blij, dat hij er toen niet meer bij was en dat je hem gezond bij je thuis hebt". Het wielerleven temidden der Bel gen zal Zilverberg overigens niet_ moei lijk vallen. „Toen ik in 1959 winnaar werd van Olympia's Toer door Neder land, kende niemand mij. Ik koerste altijd in België". Zeg echter niet, dat Zilverberg zich geen Nederland- s e wielrenner voelt. Een voorval uit de Tour van dit jaar bewijst het te gendeel. Zilverberg zat namelijk met drie Belgische ploeggenoten en Gelder mans in de kopgroep, die een voor sprong van negen minuten op het pe loton haalde. Geldermans veroverde daarmee de gele trui. Maar Huub Zil verberg deelde in de vreugde, ook al behoorde Geldermans tot de formatie- Anquetil, de grote rivaal van Zilver- bergs „baas" Rik van Looy. Sterker nog: Geldermans vroeg Zilverberg tij dens de ontsnapping of hij hem wilde helpeu als er moeilijkheden kwamen. „Ik heb natuurlijk ja gezegd. Geluk kig kreeg Geldermans geen lekke band, want u begrijpt wat er dan zou zijn gebeurd. Ik zou verschrikkelijk op mijn kop hebben gekregen, als ik op Gelder mans had gewacht. En terecht na tuurlijk. Maar ja, wat doe je als je een Nederlander een kans ziet maken op de gele trui". En toch, Zilverberg zal niet bij voor baat hard lopen voor een plaats in een Nederlandse fabrieksploeg, als deze straks, zo de plannen die thans be staan worden gerealiseerd, wordt op gebouwd. „Het lijkt me natuurlijk leuk om met een stel Nederlanders een ster ke ploeg te vormen en de mensen er voor zijn er ook wel, maar ik wil er beslist niet op achteruit gaan. Als ik bij Van Looy meer kan verdienen, blijf ik bij Van Looy". Dat het Huub Zilverberg niet aan sportieve kwaliteiten ontbreekt, be hoeft eigenlijk niet meer te worden betoogd. Wie op zijn visitekaartje mag schrijven „lid van de formatie- Rik van Looy", is niet <je eerste de beste. Belangrijker is op dit moment de vraag of de talentvolle jonge ren ner Zilverberg mag worden be schouwd als een „hoop voor de toe komst". Er is, dachten wjj, alle re den om optimistisch te zijn. Zilver berg heeft in de afgelopen jaren ge toond de moed en de wilskracht te hebben, die een talentvol renner groot kan maken en het prettige is, dat hij het demonstreren van die eigenschappen beschouwt als iets van zelfsprekends. Hij kan tegenslagen en ongemakken verdragen en 'overwin nen en, wat ook belangrijk is, hij laat zich er niet door ontmoedigen EEtPresenteerde zich in 1959 aan de Nederlandse wielerwereld als en renner van formaat: winnaar van Olympia's Toer door Nederland. HUUB ZILVERBERG en zal ze ook niet gebruiken om wrokkig te reageren. Twee recente voorbeelden: In de jongste Ronde van Italië was er de beruchte D.olomieten-etappe, de af grijselijke rit in sneeuwstormen en ha gelbuien, die van de karavaan een van ellende kermende meute maakte en meer dan vijftig slachtoffers eiste. Huub Zilverberg reed die rit niet al leen uit, hij eindigde zelfs in de kop groep, hoewel hij de enige in dit groep je was, die het zonder enig bescher mend kledingstuk moest stellen. Al de anderen hadden van hun ploegleiders plastic jasjes tegen het vocht en mut sen en handschoenen tegen de koude gekregen. Huub Zilverberg beschikte slechts over de kleding, die hij droeg bij de start in het zonnige dal. Al wat hij erover zegt is: „Mijn ploegleider kón toch ook niet bij me komen. Hij moest bij Armand Desmet, die toen de leiderstrui droeg, blijven. Ik lag veel te ver voor!" En dan de voor Zilverberg fatale etappe in de Tour de France. Hij was de dag tevoren gevallen en had naast vele verwondingen aan armen en be nen een flinke kneuzing in het rechter- bovenbeen opgelopen. Men dacht aan vankelijk zelfs, dat enkele spieren ge scheurd waren. Onder deze omstandig heden moest hij de grote Pyreneeën- rit rijden. Hij kon wegens de pijn het LONDEN, 14 juli. De Nederland se atleet Kees Koch is vrijdag, op de eerste avond van de titel wedstrijden van de Britse amateur atletiek federa tie vierde geworden bij het discuswer pen. Koch bereikte een afstand van 54,25 meter. Winnaar werd de Ameri kaan Silvester met een worp van 60,84 meter. Hoofdklasse waterpolo. Dames: AZ- PC—ZIAN 2-1. Heren: ZIAN—De Rob ben 7-2, Neptunus Arnhem—AZPC 4-4. tempo van het peloton niet volgen en haakte af. Alleen streed hij verder. Al leen repareerde hij twee lekke ban den. Eén keer kostte hem dat een kwartier, omdat zijn pompje defect was. Hij moest voorzichtig zijn bij het dalen, want de banden zaten los om de wielen.. Vier uur lang had hij de bezemwagen pal achter zich rijden. Herhaaldelijk probeerde men hem over te halen in te stappen. Zilverberg reed door. „Misschien kom ik nog op tijd binnen, morgen zal het dan wel weer beter gaan" en hij beet door de pijn en het verdriet over de pech heen. Is het wonder, dat Rik van Looy onlangs heeft verklaard, dat voor hem dè ontdekking van dit wielerseizoen Huub Zilverberg is? DEVENTER, 13 juli Rijks Hogere School voor Tropische Landbouw: P. Boonman, Lewedorp; W. Brand, Den Haag; H. van Cingel, Emmeloord; R. Huitema, Nieuw Loosdrecht; A. Josias- se, Middelburg: A. Jubitana, Suriname; A. Kenswil, Suriname; W. Lambrecht- sen. Hees bij Nijmegen; H. Leusen, Venlo; Oh. Lugt, Haarlem; R. Mac Do nald, Suriname; H. Miohielsen, Deven ter; O. Oei Thian Lok, Surabaia; C. Peereboom Voller, Velp (Gld); J. Rot- scheid, Rotterdam; z. Sawor, Nieuw Guinea; M. Spoelstra, Amsterdam; L. Suys, Sittard; A. in 't Veld, Warns- veld; N. Verwey, Leeuwarden; P. Wijk- mans, Hillegom; J. Adelan, Den Haag; P. Albers, Deventer; B. Alofs, Vught; W. Bakker, Sneek; 'h. Bögels, Groes- beek; E. Booneman, Oene; D. Gonesh, Suriname; K. Han, Surabaia; D. van Hees, Rotterdam; N. Hoogewerff, Aer- denhout; B. Jouwe, Nieuw Guinea; D. Kater, Zwolle; R. Kort, Deventer; J. Korthals Altes, Amersfoort; J. van Leenhoff, Zutphen; p. Lieuw Kie Song, Suriname; Th. Rathony Reusz, Wasse naar; P. Reynhoudt, Hongkong; J. Schmier, Den Haag; A Simons, Apel doorn; A. Storm, Rotterdam; J. Bak ker, Lochem; J. Bloemenkamp, Colm- schate; W. Bouman, Beekbergen; W. Cannegieter, Curagaó; J. Fuchter, Den Haag; W. Gilliéron,Amsterdam; J. Hoebei, Schiedam; c Julen, Suriname; A. Küthe, Delden; g Bemmens, Hen gelo (O); C. van Putten Doom; H. Pijlman, Haren (Gr); I. Roos, Amster dam; J. Six Dijkstra' Wageningen; M. Tjon Sieuw, Suriname' W. de Vaynes van Brakel, Rotterdam; N. de Vries, Sneek; mej. R. Wientjen, Deventer, C. Willemsen, Beekbergen. DELFT, 14 juli Technische Ho geschool kand. werktuigk. ing. P. Bak ker, Santpoort; J. Boer, Appingedam; G. de Boer, Rotterdam; J. de Bonth, Drunen; G. Bosma, Groningen, W. van den Brink, Delft; A. Buijsse, Aarden burg; L. van Gelder, Pernis; R. de Geus, Rotterdam; C Goumare, Vlaar- dingen; H. de Haan, Haarlem; R. van Hasselt, Voorst; J. de Heus, Gronin gen; H. Hohmann, Den Haag; A. Hoo- fenboom, Woerden; A. Huizenga, tadskanaal, P. Jacobs, Oude Tonge; T Joustra Leeuwarden; H. Kerkmees ter, Rijswijk; P. Keijser, Den Haag; W Koppelaars, Rotterdam; C. Kor- vi.ig, Voorburg; A. Meijer, Amsterdam; W. Mulder, Bussum; C. van Nie, Drie bergen; J. Roeters van Lennep, Rot terdam; W. de Ruyg, Maassluis; W. Schurink, Scheveningen- H. van Steen bergen, Rotterdam; S. Veenstra, Haar lem; H. van der Velden, Delft; W. Vogelsang, Voorburg; E. van Walwijk, Abcoude; T. Welt, Usquert; A. Wickel, Haarlem; F. van Willigen, Brakel. Kand. ex. elektroteehn. ingen. R. van den Berg, Den Haag; J. Fossen, Rijswijk; J. de Haas, Rijswijk; A. van Lammeren, Roosendaal, L. van der Lek, Den Haag; W. Luikinga, Amster dam, K. Mouthaan, Numansdorp; A. van Ooi), Rotterdam; F. Pont. Leiden; G. van Rooijen, Rotterdam; S. Schouw- stra, Emmeloord; H. Schreuder, Hil versum; A. Teerink, Rijswijk; M. Voe- f Advertentie) Wanneer men een contract van 3 SA speelt, zonder lange kleur en samen met partner 25 punten, is de opgave als regel niet zo eenvoudig tenzij men het geluk heeft, dat de 15 reste rende punten vrijv el alle in één hand tegenzitten. De speler die met zo'n 15-puntenspel die 3 SA moet tegenspelen, krijgt het moeilijk daar hij alle hoge kaarten „beschermd" moet houden en bij het afgooien vaak voor onmogelijke taken komt te staan. Het 3 SA-contract uit een robber partij, waarover ik U hierna vertel was zo'n standaard-geval van te véél punten in één hand. H 9 6 2 9 5 4 O A IC •f» B 8 6 5 4» 7 5 3 8 6 2 0 9 5 4 10 9 7 4 A V 10 8 A H B 7 B 8 6 2 2 N W O 4» B 4 V 10 3 O H V 7 3 4» A H V 3 NZ stonden "wetsbaar zuid opende meti 1 klaveren, west paste, noord 1 schoppen oost maakte zijn eerste fout door lang na te gaan denken en toen te passen zuid bood 2 SA, die door noord verhoogd werden tot 3 SA en waarna de oostspeler met een luid „doublet" zijn wantrouwen over dit contract uitsprak. West, die moest uitkomen en die al niet zoveel zag in oosts doublet, deed de uitkomst waarvan hij dacht dat de oostspeler deze wenste: schoppen 7. Op tafel (noord) werd de 2 gelegd en oost maakte een derde fout hij speelde schoppen 8, in de hoop daardoor later drie schoppenslagen te kunnen maken. Had oost behalve zijn eigen 15 punten ook die van de tafel (8), en de door het 2 SA-bod aangegeven aantal (17/18) van zuid geteld, dan had oost kunnen weten dat west niets van belang in handen kon hebben en dus met zekerheid nooit meer aan slag zou komen. Nadat zuid in slag 1 de schoppen boer had gemaakt, speelde hij in de vier volgende slagen klaveren. Donkere wolken pakten zich boven oost samen hij moest drie malen iets bijspelen zónder klaveren te hebben, stapte eerst af van twee hartens en liet ten slotte de ruiten 2 varen, hopende dat west een vierkaart in die kleur zou hebben. Zuid zat nu al op fluweel; hij kon vier slagen in ruiten maken en was daarmede al geslaagd voor zijn contract van 9 slagen. Doch in het eindspel had oost vier kaarten overgehouden, n.l. schoppenaas-vrouw en hartenaas-heer; zuid hoefde niet anders meer te doen dan harten spelen om daardoor oost aan slag te brengen en zich daarmede van een overslag te verzekeren. Oost vond het maar niks hij meende, dat NZ groot geluk hadden gehad, een zienswijze die wij niet kun nen onderschrijven. Oost had zich dienen te -ealiseren, dat de tegenpartij het contract op ongeveer 25 punten zou baseren, zodat hij (oost) van meet af kon weten dat hij onbemiddeld famielielid (west) op sleeptouw zou krijgen en dus alle slagen van hemzelf zouden moeten komen. Betere taktiek was het daarom geweest, met het oost- spel vlot te passen en de daarna gebo den 3 SA niet te doubleren; zuid zou het zeker moeilijker gehad hebben en hoewel het contract natuurlijk steeds te v innen is, had een foutieve aanpak (b.v. snijden op ruitenboer) down gaan tot gevolg kunnen hebben. MIMIR Zondag 15-juli: 5e zondag na Pinksteren; eigen Mis; credo; pref. v. d. H. Drieëen- heid groen Ma.: Mis v. d. zondag; 2e geb. O. L. Vrouw v. d. berg Carmel groen Di.: Mis v. d. zondag; 2e geb. H. Alexius (Utrecht: 2e geb. verjaardag bisschops wijding; 3e geb. H. Alexius) —groen— Wo.: H. Camillus de Leilis, belijder; eigen Mis; 2e geb. H.H Symphorosa en gez. —wit— Utrecht, Groningen, Rotterdam: H. Fredericus. Bisschop-martelaar; Mis Sacerdotes Dei; 2e geb. H. Camillus de Leilis; 3e geb. H.H. Symphorosa en gez. rood Do.: H. Vincentius 5 Paulo, belijder; eigen Mis wit— Utrecht, Groningen, Rot terdam. H. Bernulphus, bisschop-belijder; Mis Statuit; 2e geb. H. Vincentius Paulo wit Vr.: H. Hieronymus Aemilianus, belijder; eigen Mis; 2e geb. H. Margarita —wit Za.: H. Laurentius van Brindisi, belijder- kerkleraar; Mis In Medio; 2e geb. H. Praxedes witHaarlem: H. Fredericus, bisschop-martelaar; Mis Sacerdotes Dei; 2e geb. H. Laurentius van Brindisi; 3e geb. H. Praxedes roodBreda: Kerk- wijdingsfeest; Mis Terribilis; credo witRoermond: H.H. Monulphus en Gondulphus, bisschoppen-belijders; Mis Sacerdotes; 2e geb. H. Laurentius van Brindisi; 3e geb. H. Praxedes —wit Zondag 22 juli: 6e zondag na Pinksteren; eigen Mis; credo; pref. v. d. H. Drie- eenheid groen (Advertentie) ten, Sprundel; H. Mulder, Driehuis. Elektroteehn. ing.: A. Adama, Delft; Barneveld Binkhuysen, Rijswijk; F. Bax, Eindhoven; H. van Beek, Wage ningen; H. van den Berg, Groningen; H. Bernasco, Rijswijk: J. Bimie, Delft; R. van Dootingh, Zwjjndrecht; B. Dou- que, Maastricht; A. van Duuren, Was senaar) J. Galama, Gouda; A. den Her tog, Amstelveen; C. Huijben, Ooster hout; A. van der Knaap, Schiedam; G. Krens, Den Haag; B. Kruidering, Arnhem; L. van Mal, Groningen; R. Marcus, Rijswijk; T. Oerlemans, Schijn- del; J. van Oers, Delft; F. Pen, Hee renveen; D. Poortvliet, Dirksland; F. van Roessel, Voorburg; Z. Salverda, Willemsoord; C. Smit, Rijswijk; F. Um- bach, Delft; J. Vroegop, Den Haag; R. van Wezel, Hengelo (Ov.)W. Wijn gaarden, Utrecht; F. Zandveld, Den Haag. Vliegtuig bouwkundig ing.: Han Toen Hauw, Den Haag; R. Lichtveld, Bad hoevedorp; R. Maarsingh, Amsterdam. Scheepsbouwk. ing.: M. Vertregt, Delft. Metaalk. ing.: J. Odendaal, Ermelo. ROTTERDAM, 14 juli Stichting Klinisch Hoger Ónderwijs semi-arts: R. Offerhaus, Rotterdam en F Wakerreus, Schiedam. Arts: mej. H. de Vos, Ber gen op Zoom en de heren F. Carree, Zeist, J. Rechtsteiner, Gouda, J. Roze- meyer, Hulst en J. de Villiers, Rotter dam. De paters van Sint Augustinus aan de Postjesweg te Amsterdam moeten een kapitaal bij elkaar brengen voor de bouw van een parochiehuis. Een heel gewoon com mercieel middel, dat zij daar o.a. voor aanwenden is de verkoop van een 45-t plaat, die zij hebben laten vervaardigen door de N.V. Phonogram, de verkoop maatschappij van Philips-platen, met enige zangnummers door de jongens sopraan Leo Meyer. Zij lieten mij vra gen of ik bereid was deze plaat te re censeren, een ietwat penibele vraag voor een recensent, die het goede doel waardeert maar ook weet dat het doel de middelen niet heiligt, in casu aan een grammofoon-opname geen artistieke waarde verleent. Met alle voorbehoud heb ik er dus mee ingestemd de plaat te ontvangen, maar ik kan bij deze gelegenheid met grote ingenomenheid verslag geven van mijn bevindingen. Bij het luisteren naar de plaat ver dween mijn voorbehoud algeheel. Leo Meyer zingt, begeleid door Ge rard Peelen op het orgel van de Sint Nicolaaskerk te Amsterdam, drie num mers. t.w. het langzame middendeel „Tu virginum corona" uit Mozarts mo tet „Exsultate, jubilate" en de aria's „Cujus animam" en „Vidit suum" uit het Stabat Mater van Pergolese. Het zijn bij uitstek stukken, die de hoogste eisen stellen aan de stem, de zangkunst en de muzikaliteit van de zanger, om dat ze niets anders dan lang gefrazeerde melodie bevatten. Welnu, men zou niet weten op welk punt Leo Meyer tekort zou schieten. Hij heeft een werkelijk prachtige stem, krachtig, vrij en open zo als een jongenssopraan moet klinken en hij is bovendien ook nog zeer muzikaal. Zijn frazering is onberispelijk; hij is dus behalve muzikaal ook goed geschoold. De „Wiener Sangerknaben" zouden zich gelukkig met her achten, indien zij hem in hun gelederen hadden. Dat hebben zij echter niet. De paters Augustijnen van de Postjesweg hebben hem en hij zingt voor hun Bouwfonds een deel van het kapitaal bijeen. Dat is prettig voor de paters en hun werk, maar de lief hebbers van mooie jongenszang behoe ven het plaatje alleen maar te kopen om zichzelf een plezier te doen met prachtige muziek. Het besteladres is Bouwfonds Parochiehuis H. Augustinus, Postjesweg 123, Amsterdam-W. In de 1962 Audio-Visual Series van Donemus is als No. 1 verschenen een plaa», die hulde brengt aan de nage dachtenis van Jan Pieterszoon Swee- linck, van wie het vierde eeuwfeest van zijn geboorte dit jaar herdacht wordt. Probleem No. 37 van E. I. Umnow Schachmaty 1945. Wit geeft in 2 zetten mat. 1. c4 Pf6; 2. Pc3 c5; 3. Pf3 d5; 4. cd5Pd5: 5. e4 Pb4; 6. Lo4 Pd3t; 7. Ke2 Pcl:t: 8. Tel: e6; 9. d4 cd4: 10. Dd4: Dd4: 11. Pd4: a6; 12. Pa4 Pd7: 13. Thdl. Stand na de dertiende zet van wit: Wit: Kh3 Dg4 Tel Th7 La3 11)5 Pf5 Pg3. Zwart; Kf6 Da8 Tb6 Tb7 Lb2 Le8 Ph4, pionnen a4 g7. Oplossing probleem No. 36 van K. A. L. Kubbel Dg3 I Ben gekornpliceerde fout. In 1938 speelde Botwinnik met wit ln Moskou tegen Kasparjan waarbij de laatste op de 13e zet een gecompliceer de fout maakte, hetgeen tot gevolg had dat zwart onmiddellijk de partij kon opgeven. Probleem voor geoefende oplossers. No. 4086 van A. v. d. Stoep te Portugaal 13. Le7? (Hier had zwart een betere kans: b5! 14. Pe6: Tb8! of 14. Pb5: ab5: 15. Lb5: La6! enz.) 14 Pe6:l en zwart gaf het op. Op fe6: volgt 15. Le6: (dreigt Tc8:t) Pc5 16. Pcö: Lc5: 17. Lc8: Tc8: 18. b4. Wit heeft het stuk terug en wint het eindspel. Correspondentie-adres: A. Perquin, Mamixkade 104, Amsterdam-C. Probleem voor beginnende oplossers. No. 725 van J. H. Scheyen te Kerkrade. Opgedragen aan de redacteur dezer rubriek. Wit speelt en wint. Oplossingen kun nen ingezonden worden tot 15 aug. a.s. aan B. H. M. Stevens, Eikenlaan 36. Heemstede. OPLOSSING van No. 4079 van A. Miedema te Londen. Wit speelt naar: 19 38 41, 13, 38, 33. 3, 46, 1, z34, 7, z39, 6, z43 39 2 en wint. Een heel mooi probleem met een verrassende afwikkeling die steeds de volle aandacht vraagt. Ondanks de minder fraaie aanvangsstand was men vol bewondering voor dit vraagstuk. Wit begint en wint. Oplossingen van de nummers 725 en 726 kunnen tegelijk ingezonden worden tot 1 aug. a.s. Dankbaar voor de vriendelijke op dracht bieden we onze lezers eveneer, deze vrij lastige opgave aan. OPLOSSING van No. 720 van H J C. A. Nunmnk te Delft. 45-40 23x32, 27x38, 16x27 38-32, 27x49 39-34 30x39, 44x2 35x44, 2x16 en wint Wederom een fraaie bewerking van het „schuiftrompet-motief". De stand is bijzonder goed. de ontleding geestig en verrassend en het slot heel leuk De Voorjaars-serie (besluit) Ofschoon niet alle oplossers er in slaagden de tien vraagstukken tot een goed einde te brengen waren zij allen tooh vol lof voor de auteur die er met zijn prachtserie in geslaagd was hen vele uren aangenaam bezig te hou den. We onderschrijven gaarne de pluim voor de auteur doch hebben ook be wondering voor de oplossers die aan net opschrijven van de oplossingen heel wat werk gehad hebben Voor de prijzen moest de loting uit komst brengen; dat had tot resultaat dat de eerste prijs ad 5.gewonnen werd door de heer J. Hottinga te Eind hoven, de tweede ad 2.50 door de heer H. van Gooi te Rotterdam en de drie damwerken door de heren L. Dassen te Bussum, C. Drayer jr. te Zandvoort en H. v. Vliet te Amsterdam. De winnaars gefeliciteerd en nog vele na deze! Eindspel-studie. Enige tijd geleden zagen we in een wedstrijd twee partijen remise worden waarvan we meenden dat er wellichl door beter spel winst mogelijk geweest was. Bij analyse kwamen we tot een bevredigend resultaat en dachten dat het voor onze lezers vermoedelijk wel aardig zou zijn ook eens te zoeken Daarom geven we hier de standen. No. I. Zwart 3 st. op 4, 6, 13. Wit 4 st. op 24 25 31 en 45. Zwart aan zet No. II. Zwart 6 st. op 6, 16, 17, 19. 23, 35. Wit 5 st. op 26 33 36 43 48 en dam op 4. Hier is wit aan zet. Voor beide geldt de vraag: Is dit voor wil te winnen? Gaarne zien we oplossingen voor i aug. tegemoet en zullen onder de op lossers een damwerkje verloten. RECTIFICATIE Het zal de aandachtige lezer reeds opgevallen zijn dat er in de vorige rubriek iets niet klopt. Abusievelijk zijn de diagrammen verwisseld. Men gelieve hiervan goede nota te nemen. De opname bevat zowel een keur uit de vocale als uit de instru mentale composities, uiteraard slechts een kleine keur; het oeuvre van Sweelinck is enorm. De grote afdelin gen, waaruit het vocale werk is samen gesteld zijn alle drie vertegenwoordigd: de chansons („Tu as tout seul, Jan, Jan" en „Madonna con qnest'occhi") de „Cantiones Sacrae" („Ecce Virgo concipiet"), die Sweelinck op het laatst van zijn leven hebben bezig gehouden en die hij, noordelijke protestant, merk waardig genoeg op de katholieke kerk- latijnse teksten geschreven heeft, als mede zijn hoofdwerk, de complete Psalmen, waarvoor hij de Franse tekst gebruikt heeft, hier vertegenwoordigd met Psalm 86 en Psalm 81. Het Neder lands Kamerkoor onder leiding van Fe lix de Nobel geeft zijn prachtige ver mogens aan de vertolking van deze stukken. De instrumentale genre's die Swee linck beoefend heeft, zijn eveneens oei- de vertegenwoordigd. Het clavecimbel- oeuvre met de Variaties over het lied „Mein junges Leben hat ein End" (ge speeld door Janny van Wering), het orgelwerk met de Chromatisch'' Fan tasie, gespeeld door Piet Kee op het orgel van de Sint Laurens te Alkmaar. Het is veel meer dan een obligate hommage, die Donemus, zich overigens in hoofdzaak bezighoudend met de ver breiding van de hedendaagse Neder landse muziek, met deze publicatie ver richt heeft Sweelinck is niet alleen maar van belang als een eervolle datum in het geschiedenisboek. Als zodanig is hij de enige grote echt Noord-Nederlandse meester, die aan het einde van de „gouden eeuw" der meerstemmigheid oprijst en die periode ook afsluit. S ee- linck is een waarlijk groot muzikan* ge weest van een onuitputtelijke fantasie en een briljant meesterschap over de middelen. Ofschoon hij nog echt in de polyfone stijl schrijft, moeten er, naar het mij lijkt, invloeden van de latere Italiaanse ontwikkelingen op hem inge werkt hebben. Men vindt dat overal te rug in de. subtiele stembehandelingen, die niet eens zover behoeven te gaan dat zij madrigaleske tekstuitbeeldingen geven om toch altijd gevoelig te blijven voor de weerspiegeling van de poë tische sfeer der verzen en dus van hun dichterlijke inhoud. Daaruit ontstaat bij hem het lichte en doorzichtige van de factuur, haar puntigheid en wendbaar heid, de* veelzijdigheid ook van haar expressiviteit, aie berust op een rijke en gedetailleerde verscheidenheid in de bewerking van het materiaal, bij een bewonderenswaardige gaafheid overi gens van de bouw. Men bestudeert die geestrijke kunst het best aan het koor werk, dat geheel op de hoogte van zijn tijd staat en vier eeuwen later nog al tijd een openbaring voor ons is, een openbaring van spiritueel en diep ge voeld musiceren. Het klavierwerk, in nauwe verbinding met de Engelse vir- ginalisten gebleven maar wel een rijker uitgebouwde stijl vertonend, lijkt iets meer te dateren. Men moet het in ze kere zin nog tot de Primitieven reke- ner wat niet te verwonderen valt, want de zelfstandige klaviercompositie had in Sweelincks dagen bij lange na nog niet zulk een grote bloei en rijke traditie achter zich. Het is een kostelijke op name geworden, dank zij de prachtige uitvoeringen maar inzonderheid ook dank zij de voorname manier, waarop Donemus deze uitgaven door Bovema te Heemstede laat verzorgen. Het al bum bevat behalve de plaat een boek met de partituren der uitgevoerde stuk ken, alsmede een instructieve inleiding, in dit geval van de hand van dr. Jos Wouters. Deze uitgave is niet in de handel. Zij geschiedt in series, die men door inschrijving kan verwerven. Het adres van Donemus is Jacob Obrecht- straat 51, Amsterdam-Z. Ook het buitenland heeft overigens aandacht besteed aan Sweelinck. Baren- reiter Musicaphon gaf onder nummer BM 30 L 1305 een grote plaat uit, uit sluitend gewijd aan het vocale oeuvre en droeg de uitvoering op aan het NCRV Vocaal Ensemble onder leiding van Marinus Yoorbergh. Op deze plaat zijn verenigd vier stukken uit de „Can tiones Sacrae" voor vijfstemmig koor en basso continuo (Gustav Leonhardt, orgel) en een groter aantal Psalmen. Onder de stukken uit de Cantiones Sacrae bevindt zich het complete Te Deum, dat wel een der hoofdwerken van de meester is. Onder de Psalmen treft men de verrukkelijke acht-stem- mige Psalm 150 aim, die een onafge broken vreugdezang is in de liehtvoe- tigste gang. De Psalmen zijn zo gekozen, dat zij verschillende typen vertegen woordigen. Over het algemeen zijn ze ontleend aan de latere bundels, maar men vindt eronder grote, „geleerde" stukken, alsook enkele heel eenvoudige vier-stemmige, die lied-karakter dragen en eigenlijk ook in de huiselijke kring gedaan zouden kunnen worden. Wat de uitvoering betreft, is het moeilijk te kiezen tussen het Nederlands Kamer koor en het NCRV-Vocaal Ensemble. Het laatste is zelfs nog meer geëgali seerd en homogeen. Het is werkelijk verbazingwekkend schoon, wat men hier te horen krijgt. Op de oude vocale muziek doorgaan de, valt hier tevens met grote instem ming gewag te maken van Amadeo AVRS 6231, die gewijd is aan de Sa crae Symphoniae e Canzoni van de grote muziekmeester op de grens van de zestiende en de zeventiende eeuw aan de San Marco te Venetië, Giovan ni Gabrieli, die de luisterrijk-; barokke dubbelkorigheid, afgewisseld en ver sterkt met blazers (in hoofdzaak ko per) tot bloei heeft gebracht. Onder lei ding van Hans Gillesberger wendt voor deze plaat een bloemlezing daarvan uit gevoerd door het Wiener Kammerchor en het Trompeterehor der Stadt Wien (trompetten en trombones). Anton Heil- ler speelt op een oud orgeltje, de zeer korte intonationi, de toonaangevende, gefigureerde voorspelletjes. De opname geeft uitsluitend werken uit de eerste der beide bundels der „Sacrae Sym phoniae", die ook een aantal canzo ni bevatten zonder tekst voor Mazers. Zij werken trouwens eveneens mee in de koorstukken, waar ze een aantal van het zeer grote aantal stemmen voor hun rekening nemen. Volgens de praktijk van die dagen kon men de bezetting naar de gelegenheid en de persoonlijke smaak regelen. Alles is in deze muziek gericht op luister en pompeuze rijkdom, voortgebracht door grote klanklichamen. Een prachtlieven- de en imponerende kunst, die ook op de plaat nog zeer tot haar recht komt, al kan de acoustisehe werking natuur lijk niet gelijk zijn aan die in de San Marco met haar twee, tegenover el kaar gelegen koortribunes. L.H.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 11