voor tweede achtereenvolgende
keer niet verder dan Pau
NEDERLANDSE PLOEG
WEL LEUK, MAAR...
Altijd liever IVOR OL
«^Klassieke muziek#^
op de plaat
LEO MEYER ZINGT VOOR
BOUWFONDS
Een mooie jongenssopraan
Van Dam en Dame
Te veel punten in één
hand brengt problemen
„Als ik niet in ploeg-Van Looy had gezeten,
reed ik vast nog in de Tour de France"
EXAMENS
i m
eo schijveo
«SB A
SHa
ZATERDAG 14 JULI 1962
PAGINA 11
In het ouderlijk huis te Goirle
mocht het dan vol staan met
bloemstukken, bij zijn bagage
mocht een reusachtige beker, aan
geboden door de stad Saint Nazai-
re zijn, Huub Zilverberg is dagen
lang niet te troosten geweest.
Voor het tweede achtereenvolgen
de jaar was hij naar Frankrijk
getrokken om er te laten zien wat
hij als wielrenner zoal in zijn mars
had. Het vorig jaar was hij lid
van de Nederlandse ploeg in de
Ronde van de Toekomst, ontpopte
zich al spoedig als dè man in de
Nederlandse formatie, bleek
vooral in de bergen een kracht
van betekenis te zijn, maar werd
uitgeschakeld door een domme val
in de Pyreneeën. Zwaar gewond
arriveerde hij in Pau en zo ernstig
was het letsel, dat hij had opge
lopen, dat hem verder rijden ver
boden werd. Vele weken heeft het
geduurd eer hij weer als een ge
zonde jongeman door Goirle kon
stappen. Deze keer maakte Huub
Zilverberg deel uit van de forma
tie van Rik van Looy in de echte,
grote Tour de France. Weer kwam
hij niet verder dan Pau. Gehan
dicapt door een beenblessure, een
dag eerder opgelopen bij een val
partij, geplaagd bovendien door
een aantal lekke banden die hij
moederziel alleen had moeten re
pareren, was hij na een eenzame
tocht door de Pyreneeën te laat
aangekomen. De heren commis
sarissen, die in de voorgaande da
gen bijzonder inventief waren ge
bleken bij het bedenken van re
denen om te laat gearriveerde
renners toch in de strijd te houden,
waren nu eensklaps onverbidde
lijk: Zilverberg werd geëlimineerd.
„Als ik in een andere ploeg dan
die van Van Looy had gezeten,
zou het waarschijnlijk niet zijn
gebeurd", zegt een wat verbitterde
Zilverberg.
Koch vierde met de
discus in Londen
Sportflits
Dan zeker van frisse mond en witte tanden
z
Liturgische weekkalender
■etttiS
HOOFDPIJNPOEDERSeI
abcdefgh.
abcdefgh.
HUUB ZILVERBERG
De wielrenner Huub neemt in het
familieleven van de Zilverberg» een
heel bijzondere plaats in. De wanden
in de voor- en achterkamer spreken
in dit opzicht duidelijke^taal. Zij zijn
bezaaid met keurig ingelijste foto's, die
herinneren aan de niet te verwaarlo
zen triomfen, die de drieëntwintig jari
ge, wat stille en stugge, maar ook
bijzonder wilskrachtige jongeman in de
afgelopen zes jaar als wielrenner heeft
behaald. Temidden van al die foto's
een is bijna een meter hoog
vaantjes, bekers en medailles ziet men
plotseling een foto van Peter Post. Zo
laat Huub Zilverberg zijn dankbaar
heid blijken. Hij is er namelijk heilig
van overtuigd, dat hij het aan Peter
Post te danken heeft, dat hij door Rik
van Looy is toegelaten tot de wieler-
stal van Faema-Flandria. Lid van de
ploeg van de wereldkampioen; een de
buterend professional kan zich moei
lijk een schitterender springplank naar
het strijdtoneel van de coryfeeën den
ken.
Hoe gaat het nu in zo'n fabrieks-
ploeg? Huub Zilverberg maakt zich
daarover weinig problemen. Hij heeft
een contract getekend voor één jaar
en kreeg op die manier een maand
geld gegarandeerd. Bovendien krijgt hij
van de „stal" het materiaal voor de
wedstrijden, die hij in opdracht van de
ploegleider rijdt en waarvoor de ploeg
leider ook de contracten heeft geslo
ten èn voor de wedstrijden, die hij in
zijn „vrije tijd" voor zichzelf uitkiest.
Straks, aan het eind van het seizoen,
gaat Huub Zilverberg de balans opma
ken. Als hij en zijn baas tevreden zijn,
zal er wel weer een nieuw contract
worden getekend. „Ik geloof, dat ik dan
ook eens moet praten over een hoger
maandgeld. Als je in de fabriek goed
Werk levert, krijg je ook opslag en
met overwinningen in de Ronde van
Italië en de Tour de France heb ik
toch wel wat gepresteerd".
Het is moeilijk om uit te vissen of
Huub Zilverberg zich nu wel of niet
helemaal thuis voelt in de groten
deels uit Belgen bestaande formatie
van Van Looy. Het valt ook niet mee
om te ontdekken of de Brabantse
wielrenner de nadruk legt op het za
kelijke element sinds hij beroepsren
ner is geworden of dat andere din
gen bij hem de boventoon voeren.
De sportieve vreugde bijvoorbeeld en
een beetje gezond nationaal senti
ment. „Ge komt vaak moeilijk aan
de weet, wat er aan de hand is",
had zijn moeder tevoren al gezegd.
„Met stukjes en beetjes vertelt hij
wel eens wat en als ge dat alles
bijmekaar neemt, komt ge er wel
achter. Hij heeft nou nog niet ver
teld of hij het verschrikkelijk vond of
niet, dat hjj uit de Tour is gezet.
Toch weet ik, dat het hem verschrik
kelijk dwars zit. Zondag waren we
bij een van m'n dochters. Huub is
de jongste, moet u weten. Er werd
natuurlijk over de Tour gepraat. Al
leen Huub zei niks. Maar ik zag aan
zijn kaken hoe hij op z'n kiezen zat
te bijten van narigheid. Hij kon het
nog steeds niet zetten". In één adem
ging Huubs moeder door: „Ik vond
het natuurlijk ook verschrikkelijk, dat
hij moest uitvallen. Maar toen las
ik maandag in de krant, dat de dok
ter van de Tour allerlei dingen over
doping had gezegd. Als je dan zoiets
leest, ben je toch maar weer blij,
dat hij er toen niet meer bij was en
dat je hem gezond bij je thuis hebt".
Het wielerleven temidden der Bel
gen zal Zilverberg overigens niet_ moei
lijk vallen. „Toen ik in 1959 winnaar
werd van Olympia's Toer door Neder
land, kende niemand mij. Ik koerste
altijd in België". Zeg echter niet, dat
Zilverberg zich geen Nederland-
s e wielrenner voelt. Een voorval uit
de Tour van dit jaar bewijst het te
gendeel. Zilverberg zat namelijk met
drie Belgische ploeggenoten en Gelder
mans in de kopgroep, die een voor
sprong van negen minuten op het pe
loton haalde. Geldermans veroverde
daarmee de gele trui. Maar Huub Zil
verberg deelde in de vreugde, ook al
behoorde Geldermans tot de formatie-
Anquetil, de grote rivaal van Zilver-
bergs „baas" Rik van Looy. Sterker
nog: Geldermans vroeg Zilverberg tij
dens de ontsnapping of hij hem wilde
helpeu als er moeilijkheden kwamen.
„Ik heb natuurlijk ja gezegd. Geluk
kig kreeg Geldermans geen lekke band,
want u begrijpt wat er dan zou zijn
gebeurd. Ik zou verschrikkelijk op mijn
kop hebben gekregen, als ik op Gelder
mans had gewacht. En terecht na
tuurlijk. Maar ja, wat doe je als je
een Nederlander een kans ziet maken
op de gele trui".
En toch, Zilverberg zal niet bij voor
baat hard lopen voor een plaats in een
Nederlandse fabrieksploeg, als deze
straks, zo de plannen die thans be
staan worden gerealiseerd, wordt op
gebouwd. „Het lijkt me natuurlijk leuk
om met een stel Nederlanders een ster
ke ploeg te vormen en de mensen er
voor zijn er ook wel, maar ik wil er
beslist niet op achteruit gaan. Als ik
bij Van Looy meer kan verdienen,
blijf ik bij Van Looy".
Dat het Huub Zilverberg niet aan
sportieve kwaliteiten ontbreekt, be
hoeft eigenlijk niet meer te worden
betoogd. Wie op zijn visitekaartje
mag schrijven „lid van de formatie-
Rik van Looy", is niet <je eerste de
beste. Belangrijker is op dit moment
de vraag of de talentvolle jonge ren
ner Zilverberg mag worden be
schouwd als een „hoop voor de toe
komst". Er is, dachten wjj, alle re
den om optimistisch te zijn. Zilver
berg heeft in de afgelopen jaren ge
toond de moed en de wilskracht te
hebben, die een talentvol renner
groot kan maken en het prettige is,
dat hij het demonstreren van die
eigenschappen beschouwt als iets van
zelfsprekends. Hij kan tegenslagen en
ongemakken verdragen en 'overwin
nen en, wat ook belangrijk is, hij
laat zich er niet door ontmoedigen
EEtPresenteerde zich in 1959 aan de Nederlandse wielerwereld als
en renner van formaat: winnaar van Olympia's Toer door Nederland.
HUUB ZILVERBERG
en zal ze ook niet gebruiken om
wrokkig te reageren.
Twee recente voorbeelden:
In de jongste Ronde van Italië was er
de beruchte D.olomieten-etappe, de af
grijselijke rit in sneeuwstormen en ha
gelbuien, die van de karavaan een van
ellende kermende meute maakte en
meer dan vijftig slachtoffers eiste.
Huub Zilverberg reed die rit niet al
leen uit, hij eindigde zelfs in de kop
groep, hoewel hij de enige in dit groep
je was, die het zonder enig bescher
mend kledingstuk moest stellen. Al de
anderen hadden van hun ploegleiders
plastic jasjes tegen het vocht en mut
sen en handschoenen tegen de koude
gekregen. Huub Zilverberg beschikte
slechts over de kleding, die hij droeg
bij de start in het zonnige dal. Al wat
hij erover zegt is: „Mijn ploegleider
kón toch ook niet bij me komen. Hij
moest bij Armand Desmet, die toen de
leiderstrui droeg, blijven. Ik lag veel te
ver voor!"
En dan de voor Zilverberg fatale
etappe in de Tour de France. Hij was
de dag tevoren gevallen en had naast
vele verwondingen aan armen en be
nen een flinke kneuzing in het rechter-
bovenbeen opgelopen. Men dacht aan
vankelijk zelfs, dat enkele spieren ge
scheurd waren. Onder deze omstandig
heden moest hij de grote Pyreneeën-
rit rijden. Hij kon wegens de pijn het
LONDEN, 14 juli. De Nederland
se atleet Kees Koch is vrijdag, op de
eerste avond van de titel wedstrijden
van de Britse amateur atletiek federa
tie vierde geworden bij het discuswer
pen. Koch bereikte een afstand van
54,25 meter. Winnaar werd de Ameri
kaan Silvester met een worp van 60,84
meter.
Hoofdklasse waterpolo. Dames: AZ-
PC—ZIAN 2-1. Heren: ZIAN—De Rob
ben 7-2, Neptunus Arnhem—AZPC 4-4.
tempo van het peloton niet volgen en
haakte af. Alleen streed hij verder. Al
leen repareerde hij twee lekke ban
den. Eén keer kostte hem dat een
kwartier, omdat zijn pompje defect
was. Hij moest voorzichtig zijn bij het
dalen, want de banden zaten los om
de wielen.. Vier uur lang had hij de
bezemwagen pal achter zich rijden.
Herhaaldelijk probeerde men hem over
te halen in te stappen. Zilverberg reed
door. „Misschien kom ik nog op tijd
binnen, morgen zal het dan wel weer
beter gaan" en hij beet door de pijn
en het verdriet over de pech heen.
Is het wonder, dat Rik van Looy
onlangs heeft verklaard, dat voor hem
dè ontdekking van dit wielerseizoen
Huub Zilverberg is?
DEVENTER, 13 juli Rijks Hogere
School voor Tropische Landbouw: P.
Boonman, Lewedorp; W. Brand, Den
Haag; H. van Cingel, Emmeloord; R.
Huitema, Nieuw Loosdrecht; A. Josias-
se, Middelburg: A. Jubitana, Suriname;
A. Kenswil, Suriname; W. Lambrecht-
sen. Hees bij Nijmegen; H. Leusen,
Venlo; Oh. Lugt, Haarlem; R. Mac Do
nald, Suriname; H. Miohielsen, Deven
ter; O. Oei Thian Lok, Surabaia; C.
Peereboom Voller, Velp (Gld); J. Rot-
scheid, Rotterdam; z. Sawor, Nieuw
Guinea; M. Spoelstra, Amsterdam; L.
Suys, Sittard; A. in 't Veld, Warns-
veld; N. Verwey, Leeuwarden; P. Wijk-
mans, Hillegom; J. Adelan, Den Haag;
P. Albers, Deventer; B. Alofs, Vught;
W. Bakker, Sneek; 'h. Bögels, Groes-
beek; E. Booneman, Oene; D. Gonesh,
Suriname; K. Han, Surabaia; D. van
Hees, Rotterdam; N. Hoogewerff, Aer-
denhout; B. Jouwe, Nieuw Guinea; D.
Kater, Zwolle; R. Kort, Deventer; J.
Korthals Altes, Amersfoort; J. van
Leenhoff, Zutphen; p. Lieuw Kie Song,
Suriname; Th. Rathony Reusz, Wasse
naar; P. Reynhoudt, Hongkong; J.
Schmier, Den Haag; A Simons, Apel
doorn; A. Storm, Rotterdam; J. Bak
ker, Lochem; J. Bloemenkamp, Colm-
schate; W. Bouman, Beekbergen; W.
Cannegieter, Curagaó; J. Fuchter, Den
Haag; W. Gilliéron,Amsterdam; J.
Hoebei, Schiedam; c Julen, Suriname;
A. Küthe, Delden; g Bemmens, Hen
gelo (O); C. van Putten Doom; H.
Pijlman, Haren (Gr); I. Roos, Amster
dam; J. Six Dijkstra' Wageningen; M.
Tjon Sieuw, Suriname' W. de Vaynes
van Brakel, Rotterdam; N. de Vries,
Sneek; mej. R. Wientjen, Deventer, C.
Willemsen, Beekbergen.
DELFT, 14 juli Technische Ho
geschool kand. werktuigk. ing. P. Bak
ker, Santpoort; J. Boer, Appingedam;
G. de Boer, Rotterdam; J. de Bonth,
Drunen; G. Bosma, Groningen, W. van
den Brink, Delft; A. Buijsse, Aarden
burg; L. van Gelder, Pernis; R. de
Geus, Rotterdam; C Goumare, Vlaar-
dingen; H. de Haan, Haarlem; R. van
Hasselt, Voorst; J. de Heus, Gronin
gen; H. Hohmann, Den Haag; A. Hoo-
fenboom, Woerden; A. Huizenga,
tadskanaal, P. Jacobs, Oude Tonge;
T Joustra Leeuwarden; H. Kerkmees
ter, Rijswijk; P. Keijser, Den Haag;
W Koppelaars, Rotterdam; C. Kor-
vi.ig, Voorburg; A. Meijer, Amsterdam;
W. Mulder, Bussum; C. van Nie, Drie
bergen; J. Roeters van Lennep, Rot
terdam; W. de Ruyg, Maassluis; W.
Schurink, Scheveningen- H. van Steen
bergen, Rotterdam; S. Veenstra, Haar
lem; H. van der Velden, Delft; W.
Vogelsang, Voorburg; E. van Walwijk,
Abcoude; T. Welt, Usquert; A. Wickel,
Haarlem; F. van Willigen, Brakel.
Kand. ex. elektroteehn. ingen. R.
van den Berg, Den Haag; J. Fossen,
Rijswijk; J. de Haas, Rijswijk; A. van
Lammeren, Roosendaal, L. van der
Lek, Den Haag; W. Luikinga, Amster
dam, K. Mouthaan, Numansdorp; A.
van Ooi), Rotterdam; F. Pont. Leiden;
G. van Rooijen, Rotterdam; S. Schouw-
stra, Emmeloord; H. Schreuder, Hil
versum; A. Teerink, Rijswijk; M. Voe-
f Advertentie)
Wanneer men een contract van 3 SA
speelt, zonder lange kleur en samen
met partner 25 punten, is de opgave
als regel niet zo eenvoudig tenzij
men het geluk heeft, dat de 15 reste
rende punten vrijv el alle in één hand
tegenzitten.
De speler die met zo'n 15-puntenspel
die 3 SA moet tegenspelen, krijgt het
moeilijk daar hij alle hoge kaarten
„beschermd" moet houden en bij het
afgooien vaak voor onmogelijke taken
komt te staan.
Het 3 SA-contract uit een robber
partij, waarover ik U hierna vertel
was zo'n standaard-geval van te véél
punten in één hand.
H 9 6 2
9 5 4
O A IC
•f» B 8 6 5
4» 7 5 3
8 6 2
0 9 5 4
10 9 7 4
A V 10 8
A H B 7
B 8 6 2
2
N
W O
4» B 4
V 10 3
O H V 7 3
4» A H V 3
NZ stonden "wetsbaar zuid opende
meti 1 klaveren, west paste, noord 1
schoppen oost maakte zijn eerste
fout door lang na te gaan denken en
toen te passen zuid bood 2 SA, die
door noord verhoogd werden tot 3 SA
en waarna de oostspeler met een
luid „doublet" zijn wantrouwen over
dit contract uitsprak.
West, die moest uitkomen en die al
niet zoveel zag in oosts doublet, deed
de uitkomst waarvan hij dacht dat de
oostspeler deze wenste: schoppen 7. Op
tafel (noord) werd de 2 gelegd en oost
maakte een derde fout hij speelde
schoppen 8, in de hoop daardoor later
drie schoppenslagen te kunnen maken.
Had oost behalve zijn eigen 15 punten
ook die van de tafel (8), en de door het
2 SA-bod aangegeven aantal (17/18)
van zuid geteld, dan had oost kunnen
weten dat west niets van belang
in handen kon hebben en dus met
zekerheid nooit meer aan slag zou
komen.
Nadat zuid in slag 1 de schoppen
boer had gemaakt, speelde hij in de
vier volgende slagen klaveren. Donkere
wolken pakten zich boven oost samen
hij moest drie malen iets bijspelen
zónder klaveren te hebben, stapte
eerst af van twee hartens en liet ten
slotte de ruiten 2 varen, hopende dat
west een vierkaart in die kleur zou
hebben.
Zuid zat nu al op fluweel; hij kon
vier slagen in ruiten maken en was
daarmede al geslaagd voor zijn contract
van 9 slagen. Doch in het eindspel had
oost vier kaarten overgehouden, n.l.
schoppenaas-vrouw en hartenaas-heer;
zuid hoefde niet anders meer te doen
dan harten spelen om daardoor oost
aan slag te brengen en zich daarmede
van een overslag te verzekeren.
Oost vond het maar niks hij
meende, dat NZ groot geluk hadden
gehad, een zienswijze die wij niet kun
nen onderschrijven. Oost had zich
dienen te -ealiseren, dat de tegenpartij
het contract op ongeveer 25 punten
zou baseren, zodat hij (oost) van meet
af kon weten dat hij onbemiddeld
famielielid (west) op sleeptouw zou
krijgen en dus alle slagen van hemzelf
zouden moeten komen. Betere taktiek
was het daarom geweest, met het oost-
spel vlot te passen en de daarna gebo
den 3 SA niet te doubleren; zuid zou
het zeker moeilijker gehad hebben en
hoewel het contract natuurlijk steeds te
v innen is, had een foutieve aanpak
(b.v. snijden op ruitenboer) down gaan
tot gevolg kunnen hebben.
MIMIR
Zondag 15-juli: 5e zondag na Pinksteren;
eigen Mis; credo; pref. v. d. H. Drieëen-
heid groen
Ma.: Mis v. d. zondag; 2e geb. O. L. Vrouw
v. d. berg Carmel groen
Di.: Mis v. d. zondag; 2e geb. H. Alexius
(Utrecht: 2e geb. verjaardag bisschops
wijding; 3e geb. H. Alexius) —groen—
Wo.: H. Camillus de Leilis, belijder; eigen
Mis; 2e geb. H.H Symphorosa en gez.
—wit— Utrecht, Groningen, Rotterdam:
H. Fredericus. Bisschop-martelaar; Mis
Sacerdotes Dei; 2e geb. H. Camillus de
Leilis; 3e geb. H.H. Symphorosa en gez.
rood
Do.: H. Vincentius 5 Paulo, belijder; eigen
Mis wit— Utrecht, Groningen, Rot
terdam. H. Bernulphus, bisschop-belijder;
Mis Statuit; 2e geb. H. Vincentius
Paulo wit
Vr.: H. Hieronymus Aemilianus, belijder;
eigen Mis; 2e geb. H. Margarita —wit
Za.: H. Laurentius van Brindisi, belijder-
kerkleraar; Mis In Medio; 2e geb. H.
Praxedes witHaarlem: H. Fredericus,
bisschop-martelaar; Mis Sacerdotes Dei;
2e geb. H. Laurentius van Brindisi; 3e
geb. H. Praxedes roodBreda: Kerk-
wijdingsfeest; Mis Terribilis; credo
witRoermond: H.H. Monulphus en
Gondulphus, bisschoppen-belijders; Mis
Sacerdotes; 2e geb. H. Laurentius van
Brindisi; 3e geb. H. Praxedes —wit
Zondag 22 juli: 6e zondag na Pinksteren;
eigen Mis; credo; pref. v. d. H. Drie-
eenheid groen
(Advertentie)
ten, Sprundel; H. Mulder, Driehuis.
Elektroteehn. ing.: A. Adama, Delft;
Barneveld Binkhuysen, Rijswijk; F.
Bax, Eindhoven; H. van Beek, Wage
ningen; H. van den Berg, Groningen;
H. Bernasco, Rijswijk: J. Bimie, Delft;
R. van Dootingh, Zwjjndrecht; B. Dou-
que, Maastricht; A. van Duuren, Was
senaar) J. Galama, Gouda; A. den Her
tog, Amstelveen; C. Huijben, Ooster
hout; A. van der Knaap, Schiedam;
G. Krens, Den Haag; B. Kruidering,
Arnhem; L. van Mal, Groningen; R.
Marcus, Rijswijk; T. Oerlemans, Schijn-
del; J. van Oers, Delft; F. Pen, Hee
renveen; D. Poortvliet, Dirksland; F.
van Roessel, Voorburg; Z. Salverda,
Willemsoord; C. Smit, Rijswijk; F. Um-
bach, Delft; J. Vroegop, Den Haag;
R. van Wezel, Hengelo (Ov.)W. Wijn
gaarden, Utrecht; F. Zandveld, Den
Haag.
Vliegtuig bouwkundig ing.: Han Toen
Hauw, Den Haag; R. Lichtveld, Bad
hoevedorp; R. Maarsingh, Amsterdam.
Scheepsbouwk. ing.: M. Vertregt,
Delft.
Metaalk. ing.: J. Odendaal, Ermelo.
ROTTERDAM, 14 juli Stichting
Klinisch Hoger Ónderwijs semi-arts: R.
Offerhaus, Rotterdam en F Wakerreus,
Schiedam. Arts: mej. H. de Vos, Ber
gen op Zoom en de heren F. Carree,
Zeist, J. Rechtsteiner, Gouda, J. Roze-
meyer, Hulst en J. de Villiers, Rotter
dam.
De paters van Sint Augustinus aan
de Postjesweg te Amsterdam
moeten een kapitaal bij elkaar
brengen voor de bouw van een
parochiehuis. Een heel gewoon com
mercieel middel, dat zij daar o.a. voor
aanwenden is de verkoop van een 45-t
plaat, die zij hebben laten vervaardigen
door de N.V. Phonogram, de verkoop
maatschappij van Philips-platen, met
enige zangnummers door de jongens
sopraan Leo Meyer. Zij lieten mij vra
gen of ik bereid was deze plaat te re
censeren, een ietwat penibele vraag
voor een recensent, die het goede doel
waardeert maar ook weet dat het doel
de middelen niet heiligt, in casu aan
een grammofoon-opname geen artistieke
waarde verleent. Met alle voorbehoud
heb ik er dus mee ingestemd de plaat
te ontvangen, maar ik kan bij deze
gelegenheid met grote ingenomenheid
verslag geven van mijn bevindingen.
Bij het luisteren naar de plaat ver
dween mijn voorbehoud algeheel.
Leo Meyer zingt, begeleid door Ge
rard Peelen op het orgel van de Sint
Nicolaaskerk te Amsterdam, drie num
mers. t.w. het langzame middendeel
„Tu virginum corona" uit Mozarts mo
tet „Exsultate, jubilate" en de aria's
„Cujus animam" en „Vidit suum" uit
het Stabat Mater van Pergolese. Het
zijn bij uitstek stukken, die de hoogste
eisen stellen aan de stem, de zangkunst
en de muzikaliteit van de zanger, om
dat ze niets anders dan lang gefrazeerde
melodie bevatten. Welnu, men zou niet
weten op welk punt Leo Meyer tekort
zou schieten. Hij heeft een werkelijk
prachtige stem, krachtig, vrij en open zo
als een jongenssopraan moet klinken en
hij is bovendien ook nog zeer muzikaal.
Zijn frazering is onberispelijk; hij is dus
behalve muzikaal ook goed geschoold.
De „Wiener Sangerknaben" zouden zich
gelukkig met her achten, indien zij hem
in hun gelederen hadden. Dat hebben
zij echter niet. De paters Augustijnen
van de Postjesweg hebben hem en hij
zingt voor hun Bouwfonds een deel van
het kapitaal bijeen. Dat is prettig voor
de paters en hun werk, maar de lief
hebbers van mooie jongenszang behoe
ven het plaatje alleen maar te kopen
om zichzelf een plezier te doen met
prachtige muziek. Het besteladres is
Bouwfonds Parochiehuis H. Augustinus,
Postjesweg 123, Amsterdam-W.
In de 1962 Audio-Visual Series van
Donemus is als No. 1 verschenen een
plaa», die hulde brengt aan de nage
dachtenis van Jan Pieterszoon Swee-
linck, van wie het vierde eeuwfeest van
zijn geboorte dit jaar herdacht wordt.
Probleem No. 37 van E. I. Umnow
Schachmaty 1945.
Wit geeft in 2 zetten mat.
1. c4 Pf6; 2. Pc3 c5; 3. Pf3 d5; 4.
cd5Pd5: 5. e4 Pb4; 6. Lo4 Pd3t; 7.
Ke2 Pcl:t: 8. Tel: e6; 9. d4 cd4: 10.
Dd4: Dd4: 11. Pd4: a6; 12. Pa4 Pd7:
13. Thdl.
Stand na de dertiende zet van wit:
Wit: Kh3 Dg4 Tel Th7 La3 11)5
Pf5 Pg3.
Zwart; Kf6 Da8 Tb6 Tb7 Lb2 Le8
Ph4, pionnen a4 g7.
Oplossing probleem No. 36 van K. A.
L. Kubbel Dg3 I
Ben gekornpliceerde fout.
In 1938 speelde Botwinnik met wit ln
Moskou tegen Kasparjan waarbij de
laatste op de 13e zet een gecompliceer
de fout maakte, hetgeen tot gevolg had
dat zwart onmiddellijk de partij kon
opgeven.
Probleem voor geoefende oplossers.
No. 4086 van A. v. d. Stoep
te Portugaal
13. Le7? (Hier had zwart een betere
kans: b5! 14. Pe6: Tb8! of 14. Pb5: ab5:
15. Lb5: La6! enz.) 14 Pe6:l en zwart
gaf het op. Op fe6: volgt 15. Le6: (dreigt
Tc8:t) Pc5 16. Pcö: Lc5: 17. Lc8: Tc8:
18. b4. Wit heeft het stuk terug en wint
het eindspel.
Correspondentie-adres: A. Perquin,
Mamixkade 104, Amsterdam-C.
Probleem voor beginnende oplossers.
No. 725 van J. H. Scheyen te Kerkrade.
Opgedragen aan de redacteur dezer
rubriek.
Wit speelt en wint. Oplossingen kun
nen ingezonden worden tot 15 aug. a.s.
aan B. H. M. Stevens, Eikenlaan 36.
Heemstede.
OPLOSSING
van No. 4079 van A. Miedema
te Londen.
Wit speelt naar: 19 38 41, 13, 38,
33. 3, 46, 1, z34, 7, z39, 6, z43 39 2
en wint. Een heel mooi probleem met
een verrassende afwikkeling die steeds
de volle aandacht vraagt. Ondanks de
minder fraaie aanvangsstand was men
vol bewondering voor dit vraagstuk.
Wit begint en wint. Oplossingen van
de nummers 725 en 726 kunnen tegelijk
ingezonden worden tot 1 aug. a.s.
Dankbaar voor de vriendelijke op
dracht bieden we onze lezers eveneer,
deze vrij lastige opgave aan.
OPLOSSING
van No. 720 van H J C. A. Nunmnk
te Delft.
45-40 23x32, 27x38, 16x27 38-32, 27x49
39-34 30x39, 44x2 35x44, 2x16 en wint
Wederom een fraaie bewerking van
het „schuiftrompet-motief". De stand
is bijzonder goed. de ontleding geestig
en verrassend en het slot heel leuk
De Voorjaars-serie (besluit)
Ofschoon niet alle oplossers er in
slaagden de tien vraagstukken tot een
goed einde te brengen waren zij allen
tooh vol lof voor de auteur die er
met zijn prachtserie in geslaagd was
hen vele uren aangenaam bezig te hou
den. We onderschrijven gaarne de pluim
voor de auteur doch hebben ook be
wondering voor de oplossers die aan
net opschrijven van de oplossingen heel
wat werk gehad hebben
Voor de prijzen moest de loting uit
komst brengen; dat had tot resultaat
dat de eerste prijs ad 5.gewonnen
werd door de heer J. Hottinga te Eind
hoven, de tweede ad 2.50 door de heer
H. van Gooi te Rotterdam en de drie
damwerken door de heren L. Dassen te
Bussum, C. Drayer jr. te Zandvoort en
H. v. Vliet te Amsterdam. De winnaars
gefeliciteerd en nog vele na deze!
Eindspel-studie.
Enige tijd geleden zagen we in een
wedstrijd twee partijen remise worden
waarvan we meenden dat er wellichl
door beter spel winst mogelijk geweest
was. Bij analyse kwamen we tot een
bevredigend resultaat en dachten dat
het voor onze lezers vermoedelijk wel
aardig zou zijn ook eens te zoeken
Daarom geven we hier de standen.
No. I. Zwart 3 st. op 4, 6, 13. Wit 4
st. op 24 25 31 en 45. Zwart aan zet
No. II. Zwart 6 st. op 6, 16, 17, 19.
23, 35. Wit 5 st. op 26 33 36 43 48
en dam op 4. Hier is wit aan zet. Voor
beide geldt de vraag: Is dit voor wil
te winnen?
Gaarne zien we oplossingen voor i
aug. tegemoet en zullen onder de op
lossers een damwerkje verloten.
RECTIFICATIE
Het zal de aandachtige lezer reeds
opgevallen zijn dat er in de vorige
rubriek iets niet klopt. Abusievelijk
zijn de diagrammen verwisseld.
Men gelieve hiervan goede nota te
nemen.
De opname bevat zowel een keur
uit de vocale als uit de instru
mentale composities, uiteraard
slechts een kleine keur; het oeuvre van
Sweelinck is enorm. De grote afdelin
gen, waaruit het vocale werk is samen
gesteld zijn alle drie vertegenwoordigd:
de chansons („Tu as tout seul, Jan,
Jan" en „Madonna con qnest'occhi")
de „Cantiones Sacrae" („Ecce Virgo
concipiet"), die Sweelinck op het laatst
van zijn leven hebben bezig gehouden
en die hij, noordelijke protestant, merk
waardig genoeg op de katholieke kerk-
latijnse teksten geschreven heeft, als
mede zijn hoofdwerk, de complete
Psalmen, waarvoor hij de Franse tekst
gebruikt heeft, hier vertegenwoordigd
met Psalm 86 en Psalm 81. Het Neder
lands Kamerkoor onder leiding van Fe
lix de Nobel geeft zijn prachtige ver
mogens aan de vertolking van deze
stukken.
De instrumentale genre's die Swee
linck beoefend heeft, zijn eveneens oei-
de vertegenwoordigd. Het clavecimbel-
oeuvre met de Variaties over het lied
„Mein junges Leben hat ein End" (ge
speeld door Janny van Wering), het
orgelwerk met de Chromatisch'' Fan
tasie, gespeeld door Piet Kee op het
orgel van de Sint Laurens te Alkmaar.
Het is veel meer dan een obligate
hommage, die Donemus, zich overigens
in hoofdzaak bezighoudend met de ver
breiding van de hedendaagse Neder
landse muziek, met deze publicatie ver
richt heeft Sweelinck is niet alleen maar
van belang als een eervolle datum in
het geschiedenisboek. Als zodanig is hij
de enige grote echt Noord-Nederlandse
meester, die aan het einde van de
„gouden eeuw" der meerstemmigheid
oprijst en die periode ook afsluit. S ee-
linck is een waarlijk groot muzikan* ge
weest van een onuitputtelijke fantasie
en een briljant meesterschap over de
middelen. Ofschoon hij nog echt in de
polyfone stijl schrijft, moeten er, naar
het mij lijkt, invloeden van de latere
Italiaanse ontwikkelingen op hem inge
werkt hebben. Men vindt dat overal te
rug in de. subtiele stembehandelingen,
die niet eens zover behoeven te gaan
dat zij madrigaleske tekstuitbeeldingen
geven om toch altijd gevoelig te blijven
voor de weerspiegeling van de poë
tische sfeer der verzen en dus van hun
dichterlijke inhoud. Daaruit ontstaat bij
hem het lichte en doorzichtige van de
factuur, haar puntigheid en wendbaar
heid, de* veelzijdigheid ook van haar
expressiviteit, aie berust op een rijke
en gedetailleerde verscheidenheid in de
bewerking van het materiaal, bij een
bewonderenswaardige gaafheid overi
gens van de bouw. Men bestudeert die
geestrijke kunst het best aan het koor
werk, dat geheel op de hoogte van zijn
tijd staat en vier eeuwen later nog al
tijd een openbaring voor ons is, een
openbaring van spiritueel en diep ge
voeld musiceren. Het klavierwerk, in
nauwe verbinding met de Engelse vir-
ginalisten gebleven maar wel een rijker
uitgebouwde stijl vertonend, lijkt iets
meer te dateren. Men moet het in ze
kere zin nog tot de Primitieven reke-
ner wat niet te verwonderen valt, want
de zelfstandige klaviercompositie had in
Sweelincks dagen bij lange na nog niet
zulk een grote bloei en rijke traditie
achter zich. Het is een kostelijke op
name geworden, dank zij de prachtige
uitvoeringen maar inzonderheid ook
dank zij de voorname manier, waarop
Donemus deze uitgaven door Bovema
te Heemstede laat verzorgen. Het al
bum bevat behalve de plaat een boek
met de partituren der uitgevoerde stuk
ken, alsmede een instructieve inleiding,
in dit geval van de hand van dr. Jos
Wouters. Deze uitgave is niet in de
handel. Zij geschiedt in series, die men
door inschrijving kan verwerven. Het
adres van Donemus is Jacob Obrecht-
straat 51, Amsterdam-Z.
Ook het buitenland heeft overigens
aandacht besteed aan Sweelinck. Baren-
reiter Musicaphon gaf onder nummer
BM 30 L 1305 een grote plaat uit, uit
sluitend gewijd aan het vocale oeuvre
en droeg de uitvoering op aan het
NCRV Vocaal Ensemble onder leiding
van Marinus Yoorbergh. Op deze plaat
zijn verenigd vier stukken uit de „Can
tiones Sacrae" voor vijfstemmig koor
en basso continuo (Gustav Leonhardt,
orgel) en een groter aantal Psalmen.
Onder de stukken uit de Cantiones
Sacrae bevindt zich het complete Te
Deum, dat wel een der hoofdwerken
van de meester is. Onder de Psalmen
treft men de verrukkelijke acht-stem-
mige Psalm 150 aim, die een onafge
broken vreugdezang is in de liehtvoe-
tigste gang. De Psalmen zijn zo gekozen,
dat zij verschillende typen vertegen
woordigen. Over het algemeen zijn ze
ontleend aan de latere bundels, maar
men vindt eronder grote, „geleerde"
stukken, alsook enkele heel eenvoudige
vier-stemmige, die lied-karakter dragen
en eigenlijk ook in de huiselijke kring
gedaan zouden kunnen worden. Wat de
uitvoering betreft, is het moeilijk te
kiezen tussen het Nederlands Kamer
koor en het NCRV-Vocaal Ensemble.
Het laatste is zelfs nog meer geëgali
seerd en homogeen. Het is werkelijk
verbazingwekkend schoon, wat men
hier te horen krijgt.
Op de oude vocale muziek doorgaan
de, valt hier tevens met grote instem
ming gewag te maken van Amadeo
AVRS 6231, die gewijd is aan de Sa
crae Symphoniae e Canzoni van de
grote muziekmeester op de grens van
de zestiende en de zeventiende eeuw
aan de San Marco te Venetië, Giovan
ni Gabrieli, die de luisterrijk-; barokke
dubbelkorigheid, afgewisseld en ver
sterkt met blazers (in hoofdzaak ko
per) tot bloei heeft gebracht. Onder lei
ding van Hans Gillesberger wendt voor
deze plaat een bloemlezing daarvan uit
gevoerd door het Wiener Kammerchor
en het Trompeterehor der Stadt Wien
(trompetten en trombones). Anton Heil-
ler speelt op een oud orgeltje, de zeer
korte intonationi, de toonaangevende,
gefigureerde voorspelletjes. De opname
geeft uitsluitend werken uit de eerste
der beide bundels der „Sacrae Sym
phoniae", die ook een aantal canzo
ni bevatten zonder tekst voor Mazers.
Zij werken trouwens eveneens mee in
de koorstukken, waar ze een aantal
van het zeer grote aantal stemmen
voor hun rekening nemen. Volgens de
praktijk van die dagen kon men de
bezetting naar de gelegenheid en de
persoonlijke smaak regelen. Alles is
in deze muziek gericht op luister en
pompeuze rijkdom, voortgebracht door
grote klanklichamen. Een prachtlieven-
de en imponerende kunst, die ook op
de plaat nog zeer tot haar recht komt,
al kan de acoustisehe werking natuur
lijk niet gelijk zijn aan die in de San
Marco met haar twee, tegenover el
kaar gelegen koortribunes.
L.H.