BRENDA BALFOORT UIT HAARLEM Toeverlaat voor zoekgeraakte kinderen op Zandvoorts strand ,voor Afscheid van Zomer-academie DE NAR: een van vreugde en zorgeloosheid vervuld mens HUIZE BOSCH Zee van waterlanders onder Rotonde Subsidie voor Casa N ostra-werk Afscheid adjudant Hoogtepunten op Frans Halstentoonstelling m Troosteres Telefoon no. 21544 Drukke dagen ZATERDAG 28 JULI 1962 PAGINA 3 Z andvoort, 28 juli Dagen met fraai strandweer zijn zeldzaam aan onze kust. Maar als het weer eens een beetje meeloopt en het kwik tot ver over de twintig graden stijgt schijnt dat op het strandminnend publiek als een injectiespuit te werken. Grote drommen strandliefhebbers trekken naar de smalle kuststrook met haar zand, water en zon. Maar tegelijk komen ook de strandpolitie en de reddingsbrigades in actie. Vooral de strandpolitie krijgt op hoogseizoendagen handen vol werk, onder meer met de zoekgeraakte kindertjes. Overal heeft men er mee te maken: op de stranden van Scheveningen en Katwijk, maar ook op het strand van Zandvoort. Het is een dagelijks verschijnsel in een badplaats van enige allure en men heeft er de handen vol aan. Enkele ogenblikken maar behoeven ouders hun peuters uit het oog te verliezen, of zij zijn geheel opge gaan in de vreemde en onpersoonlijke, zonne-badende menigte. Zand voort breekt wat het zoekraken van kinderen betreft records. Tijdens warme dagen, wanneer het strand overvol is, telt het per dag ge middeld tweehonderd tijdelijk „ouderloze" kinderen. Zij vinden een meestal kortstondig onderkomen in een vertrek naast de post van de Zandvoortse strandpolitie, onder de rotonde. Een derde-jaars meisjes studente Brenda Balfoort uit Haarlem, heeft deze zomermaanden de zorg op zich genomen over al die eenzame, diep ongelukkige kin dertjes. Soms staat het verloren „schaap" liever op de uitkijk om naar vader of moeder uit te zien. mi Brenda Balfoort in actie om het vedriet van de zoekgeraakte kinderen te verdrijven. m leed is gauw geleden, als de zoekgeraakte kleuter weer terecht w. Voor telefonische mede delingen over de BEZORGING van ons blad gebruike men (des avonds ioi 7 uur) Nieuwe Haarlemsche Courant UITZENDING VAN DINERS FRANKESTRAAT 53 Telefoon 15527 Dezer dagen zijn wij op bezoek ge weest in dat vertrek onder de Rotonde ■en toen we rond dé lange vierkante ta fel, waarop allerlei speelgoed lag, zes tien huilende jongens en meisjes aan troffen, „was het niet eens zo druk", vertelde Brenda Balfoort. Dikwijls ge beurt het, dat het vertrekje ruim der tig bibberende, in badpakjes en bad- broekjes gestoken peuters bergt, die al lemaal een plaatsje aan de tafel wil len hebben of bij een van de ramen, die uitzien op het strand. Daar zouden va der of moeder eens kunnen lopen De „aanloop" begint 's morgens vroeg al. De eerste kindertjes druppelen te gen half tien binnen. Meestal zijn het kinderen uit tentenkampen, die zonder dat vader of moeder er erg in heb ben, de tent of de caravan uitgaan en op pad gaan. „Liefst met de wind in de rug", vertelt een van de Zandvoort se agenten, die Brenda bij „topdrukte" assisteert. Over het algemeen zijn de ze peuters weer vlug in de veilige han den van de ouders, omdat vrijwel elk tentenkamp telefonisch contact kan op nemen met de strandpolitie, dus even eens met Brenda Balfoort. Tegen elf uur, het moment waarop tijdens een warme dag het strand vol begint te lopen, komen de kinderen binnen, die slechts een dagje aan zee zijn. En in groten getale. Van her en der. In dat geval duurt de „ouderloosheid" wat lan ger. De ouders van deze kinderen kun nen het verlies van hun kind niet on middellijk aan de politie rapporteren en dikwijls ook zijn ze zelf te lang op zoek naar hun kind, een zoeken, dat vooral bij de moeders in tranen resul teert. Het is vrijwel ondoenlijk in de we melende strandmassa een kind terug te vinden. Bovendien doet zich het ver schijnsel voor, dat tal van kinderen plotseling sterke gelijkenis gaan ver tonen met het zoekgeraakte Marietje en het weggelopen Jantje. Maar de echte Marietje en Jantje blijven spoor loos. Alle mogelijkheden worden door de verontruste ouders onder ogen ge zien. Misschiet zijn ze op hun eentje aan het kuieren langs het water, of schelpen aan het zoekenMisschien zij'n ze naar de ijscoman of staan ze b\j het café-terras op de duinglooiing... Zouden ze bij het haringtentje staan? Zenuwachtig beginnen de bange ouders te zoeken. In negen van de tien geval len zal het antwoord op „heeft u ze gezien, of u soms?" een afdoend „neen" zijn en gaat het tevergeefse zoeken verder. „Kwamen de ouders maar wat vlugger naar de rotonde toe. Het zoe ken helpt toch meestal niets. Dikwijls gebeurt het, dat verloren spruiten al lang bij ons zijn, terwijl de ouders of zusjes en broertjes op dat moment nog vertwijfeld aan het zoeken zijn", zegt Brenda Balfoort. Behalve het zo mogelijk geruststel len van de kinderen, heeft Brenda Bal foort ook de moeilijke taak de ouders ingeval hun kroost nog niet terecht is op hun gemak te stellen. Zij weet moeders-met-waterlanders overtuigend duidelijk te maken, dat er beslist geen reden voor paniek is. Meestal verdwij nen de tranen dan, vooral wanneer zij zien hoe een andere moeder wel reeds het geluk heeft het verloren schaap te gen zich aan te drukken. „Mijn beurt komt ook", weten ze. En dat is altijd zó! Afgedwaalde kinderen komen altijd terecht. „Het is al enkele malen voor- fekomen", vertelt Brenda, „dat we kin- ertjes uit IJmuiden en Noordwijk bij ons kregen. Meestal weten wij daar reeds van af. Men heeft ons dan vanuit deze plaatsen op de bewuste kindertjes geattendeerd. Zodra ze hier belanden, kunnen we de ouders daar per tele foon geruststellen. Kinderen, die van het BÏoemendaalse strand naar Zand voort komen wandelen zijn aan de or de van de dag". juni in het vertrek onder de Rotonde. Zij is twin tig jaar en weet op bijzonder knappe wijze de diep trieste kindertjes te troos ten. Het is geen gemakkelijke taak, vooral omdat het dikwijls weinig of niets uithaalt. Alle kinderen varië rend van twee tot twaalf jaar wor den zoveel mogelijk „ingeschreven". Zoveel mogelijk, want het gebeurt vrij dikwijls, dat ze nog niet kunnen pra ten of uit pure zenuwen of verdriet geen woord uit kunnen brengen. Opgetekend worden naam en voornamen, kleur bad pak of zwembroekje, de leeftijd en eventuele herkenningstekenen, zoals pleisters op wangen, lip-stick op rug getjes of een blauw of rood emmertje, dat ze stevig tegen zich aangeklemd houden. De meesten zetten het, bij het zien van al die andere huilende en sip kijkende kindertjes, óók op een huilen. Ontroostbaar zijn sommigen en Brenda verspilt meters toiletpapier de rol staat midden op haar bureautje aan de tientallen snotneuzen en gezichtjes, die maar nat van de tranen blijven. Na een tijdje houden de waterlanders wel op. Vooral wanneer „anderen" ook wat flinker worden. En trouwens, Bren da heeft ze op het hart gedrukt, dat hun papa's en mama's niet lang op zich zullen laten wachten. Toch is dat voor velen geen geruststelling en beduusd en met waterlanders zitten zij voor hun speelgoed, dat onaangeraakt blijft. Al leen de vaders en moeders schijnen be droefde Anneke, Pietertje en Fritsje in zijn vuurrode badbroekje weer gelukkig te kunnen maken. En geheel in de wacht stódn vader en moeder in de deuropening en dan is het leed gele den. Ze weten niet hoe vlug zij hun ge dwongen verblijf moeten verlaten. Brenda is gewend aan het komen-en- gaan van de kinderen. Soms krijgt zij een recidivist(e) bij zich, die dan een standje van haar krijgt. Brenda is een zelfverzekerd meisje, dat met alle rust ook de vele honderden moeders gerust stelt, ook al zijn ze al voor de tiende maal radeloos het vertrek binnenge stapt. Het meeste plezier heeft Brenda in „her-ontmoetingstafereeltjes", waar bij dan plotseling alle tranen tot het verleden behoren. „Wat ook herhaalde lijk gebeurt, is dat sommige peuters er helemaal niet om malen, dat zjj hun ouders kwijt zijn. Geanimeerd zitten ze aan de tafel te spelen dikwijls zijn dat de allerkleinsten en komen HAARLEM, 27 juli B. en W. van Haarlem stellen voor de Stichting Pe- regrinus Haarlem, die het opvangen van vooral Italiaanse arbeiders in deze omgeving op zich heeft genomen, als instelling van algemeen maatschappelijk werk ne beschouwen. De stichting komt daardoor in aanmerking voor gemeen telijk subsidie en B. en W. stellen de raad voor de stichting over 1961 en 1962 in totaal een subsidie te verlenen van 3680. De stichting exploiteert in Haarlem met succes het „Casa Nostra", waarin buitenlandse arbeidskrachten hun vrije tjjd kunnen doorbrengen. De inrichtings- en exploitatiekosten worden bestreden uit particuliere bijdragen, vooral van de bedrijven waar deze buitenlanders werk zaam zijn. Sinds 1 december heeft de Stichting Peregrinus een maatschappe lijk werker aangesteld, die de buiten landse arbeiders bijstaat in het oplos sen van hun individuele en groepspro- blemen. bij hen de tranen pas, wanneer zij door een nog wat angstige moeder worden afgehaald". Duitse zoekgeraakte kin dertjes blijken hetzelfde verdriet te heb ben als hun Nederlandse collegaatjes. Alleen zijn ze nog wat meer „fatalis tisch": Duitse papa's en mama's schij nen beslist „niet de weg in Holland te weten en dus zeker niet op zo'n druk strand, waar bijna alleen maar Hol landers zijn". Het vertrek naast de post van de Zandvoortse strandpolitie is gezellig in gericht, met kleurige plaatjes aan de wand en een grote tafel vol speelgoed. Het speelgoed, dat steeds aangevuld wordt met op het strand gevonden voor werpen, is door het gemeentebestuur beschikbaar gesteld. Op de kinderver blijfplaats is het de hele dag een ge ëmotioneerde drukte, die pas afneemt wanneer de schemer invalt of het plots begint te onweren of te regenen en de mensen wel verplicht worden naar huis te gaan. De meldingen gaan de hele dag door: aarzelend, met een ge zicht dat op huilen staat en aan de hand van een „vreemde" meneer of me vrouw komen zij binnen en dolgelukkig verdwijnen ze even later of na enkele uren weer, de koning te rijk met him vader of moeder naast zich. Geen mo ment is het vertrek overdag verlaten, 's Avonds, wanneer het strand uitge storven is en alle zoekgeraakte kin deren weer teruggevonden zijn keert Brenda Balfoort huiswaarts. De volgen de dag, ten minste wanneer het fraai strandweer is, is zij wederom present onder de rotonde en is zij opnieuw de charmante toeverlaat voor tientallen snikkende kleuters. Voor de achttien organisten die de afgelopen drie weken in Haarlem de Zomer -academie hebben gevolgd kwam gistermiddag een einde aan de cursus evenals voor de vijf do centen. Uit negen verschillende lan den waren de deelnemers afkomstig: Duitsland, Engeland, Frankrijk, Ier land, Italië, Mexico, Nederland, Spanje en Amerika. De docenten kwamen uit Frankrijk, Duitsland, Italië en Nederland. De directeur van de academie, dr. J. F. Ober- mayr, kan als bezorgde „grootva der" weer even op adem komen. De bijnaam heeft hij gekregen van de Mexicaanse deelnemers Felipe Ra mirez, die in Regensburg directie en compositie studeert. In Haarlem heeft hij de improvisatie- en Bach- cursus gevolgd. „Het meest heeft me verbaasd", vertelde prof. Siegfried Reda, die de lessen in de moderne Duitse orgel muziek gaf, „het hoge niveau va-n de deelnemers. Men kon duidelijk merken dat hun vooropleiding goed was geweest. Een heel verschil met dergelijke cursussen elders." Heel resoluut is hij in zijn beweringen. Dat is ook Felipe Ramirez, de 23- jarige Mexicaan met duidelijke in diaan-type. „Als het uitkomt met mijn studies in Regensburg ben ik volgend jaar weer van de partij. Ik heb hier heel veel geleerd", vertelt hij. Bescheiden als hij is, wordt hij onderbroken door de heer Obermayr met„Het improviseren ging je heel goed af." Felipe Ramirez lacht dan een beetje verlegen. Prof. Reda is vol lof over de aca demie. Zowel over de organisatie, het peil als over de>aandacht waar mee zijn lessen gevolgd zijn. Hij vindt de ligging van Nederland op het vlak van de moderne muziek ideaal. Het ligt precies tussen Frankrijk en Duitsland, waarvan de scholen veel verschillen. De invloed van beide scholen op Nederland maakt het hem juist aantrekkelijk hier les te geven. Ook bij andere ge legenheden is hij in Nederland ge weest. Onder meer bij het openings concert voor het Internationale Or gel Congres in 1955 te Amsterdam in de Jerusalemkerk. In Essen geeft hij als leerling van Hugo Distier en Ernst Pepping leiding aan het Insti tuut voor Evangelische Kerkmuziek aan de Folkwangschule. Op de vraag hoe hij er toe gekomen is lessen aan de Haarlemse Zomer -academie te geven, antwoordt hij dat dit geen toeval is geweest. In België en Duitsland over andere landen durft hij niet te oordelen is de cur sus befaamd door de Nederlandse radio-uitzendingen, ook van het im provisatie-concours. Maar niet alleen het prachtige orgel van de Grote Kerk trekt hem aan ook het vlakke land van Nederland is hem lief. Al jaren lang komt hij zijn vacantie hier doorbrengen. Na de academie Zes deelnemers aan de Zomer Academie voor Organisten zaten in de anti-chambre van het Stadhuis in Haarlem rond de tafel voor een gezellig onderonsje. Zij vertegenwoordigden vijf verschillende nationaliteiten. Van links naar rechts ziet men: Eileen Kane uit Ierland, James Wyly uit de Verenigde Staten, Charles Barnes uit Engeland, Kees van Houten uit Nederland, Anita Greenlee uit de Verenigde Staten en Felipe Ramirez uit Mexico. moet hij voor enige tijd naar Berlijn, omdat hij verantwoordelijk is voor de bouw van het nieuwe orgel in de Keizer Wilhelm Kerk. Daarna keert hij terug naar Nederland: voor een rustige vacantie op Terschelling. „Twee ja>ar geleden had ik al wil len komen", vertelt Felipe Ramirez, maar toen kon hij niet wegens stu- commercie een woordje meespre ken. Op de vraag hoe hij er toe is ge komen naar Haarlem te komen voor de Zomer-academie is het antwoord even simpel als duidelijk: door de foldertjes waarmee reclame was ge maakt. Vol herinneringen gaat le- lipe Ramirez terug om zijn laatste Met een spontaan .Hasta la vista' (tot ziens) neemt hij afscheid. Een reporter van de Wereld Omroep staat klaar voor een interview met hem en enkele andere leerlingen. En „grootvader" Obermayr is tevreden met de lof. Het aantal deelnemers aan de academie is in vergelijking met verleden jaar wel gehalveerd, toen er 35 leerlingen zich hadden laten inschrijven. Hij noemt dit echter een winstpunt om dat twintig deelnemers precies vol doende is. Bij een groter aantal wordt alles te massaal. dies. H- is nu bijna drie jaar in Euro- jaar in Regensburg af te maken, pa. Volgend jaar hoopt hij naar zijn vaderland terug te keren, om in Querétaro aan het conservatorium les te geven. Voor zijn vertrek was hij als organist verbonden aan de Santiago Kathedraal in dezelfde plaats. De naam van de plaats be tekent zoiets als „voetbal" en op de verwonderde blikken bij deze ver klaring zegt hij breed-lachend„Het woord is afkomstig uit de Azteken- tijd. Die kenden al iets van voetbal en basketbal". Het programma van de academie had hij tamelijk zwaar gevonden, maar hij had toch nog wel een beetje tijd kunnen uit trekken om Haarlem en omgeving te bekijken. Ook de Frans Hals Ten toonstelling had hij bezocht. Veel had hij genoten van de twee excur sies die men had gemaakt. Hij her innerde zich nog het meest de rit over de Afsluitdijk. „Daar is Neder land toch beroemd om in de hele wereld", verklaart hij. Als men hem vraagt of hij weer graag naar Mexi co teruggaat, klaart zijn gezicht he lemaal op. Natuurlijk wil hij dat. Al was het alleen maar voor de zon, welke hij hier iedere dag had ge mist. Niet alleen voor de serieuze muziek heeft Felipe Ramirez aan dacht. Ook over de in Mexico zo po pulaire ranchera's praat hij graag. De populaire muziek in Europa doet hem in de verte denken aan choraaï- muziek. De Mexicaanse volksmuziek ontstaat nog echt bij het volk, later wordt het in het notenschrift over gebracht en van instrumentale be geleiding voorzien. Dan gaat de Als we Hals' modellen, die in een vro lijk klimaat werden vereeuwigd, vol gens de huidige stand van het kunst historische onderzoek tezamen brach ten, zouden ze ternauwernood een mu seumkabinet vullen. En toch blijft Hals' faam hardnekkig verbonden met de begrippen lachen en drinken, met jolijt en braspartijen... Naast het denkbeeldige museum-kabinet, gewijd aan de „opgewekte" Hals, zou een reeks van grotere en kleinere zalen zijn eigenlijke wereld onthullen, waar in de lach dus zeer zeker heeft ge klonken, maar die daarin evenmin dominerend zal zijn geweest als in het leven van de meeste stervelin gen. Evenals een „chronische" lach geen verrijking van ons leven zou be tekenen, zo zou Hals' levenswerk zijn grootheid ontberen als daarin de lach de overwegende plaats had in genomen die romantici en oppervlak kige commentatoren van zijn oeuvre ons plegen te suggeren. De reeks grotere en kleinere museum zalen met werken van Frans Hals, als hierboven gedroomd, kwam tot realiteit in de Frans Hals-tentoonstel ling, waar géén kabinet werd gewijd aan de acht of negen modellen, bij wie de lach latent aanwezig is of zichtbaar werd. Deze werken (vóór 1630 ontstaan! werden verspreid ge- exposeerd tussen de vele portretten die buiten de sfeer van de lach ont stonden: géén „lach-kabinet" dus, maar de lach opgenomen in het leven dat zich in oneindige differentiatie weerspiegelt over gelaat, handen en houding van de mensen die onder Hals' penseel werden vereeuwigd. De lach verkwikt onze geest en is daar om een onontbeerlijke stimulans in het leven. Onontbeerlijk ook als wij een representatief beeld willen oproe pen van Hals' levenswerk, zoals deze zomer in het Frans Halsmuseum werd nagestreefd. En het verkwikt ons als te midden van de banketterende en paraderende schutters, waar wel ap petijt heerst en pronkzucht, maar waar geen vrolijkheid valt waar te ne men, de lach weerklinkt. Temidden van die verrukkelijke kleuren-sympho- niën klinkt plotseling het bevrijdende getokkel van de nar. Hij is geheel en al lach en de losheid van de han den die het instrument bespelen werkt als een bevrijding! Hier niet de ver starde pose van de meesters van de Utrechtse i school, die dergelijke figu ren plachten te schilderen naar de naturalistische trant van de Italiaan Caravaggio, maar een van vreugde en zorgeloosheid vervuld mens, die ook Frans Hals eens tot troost moet zijn geweest. Frans Hals, die hier be wijst óók de schilder van de lach te kunnen zijn, toont zich daarbij een even geniaal conterfeiter als bij zijn portrettering van de melancholicus, de godsdienstige ijveraar, van de nouveau riche, de hautaine jonker of van de respect afdwingende autoriteit. Nar met luit, geschilderd door Frans Hals omstreeks 1624-1626. Het stuk bevindt zich in een particuliere verzameling te Parijs en is thans te zien op de Frans Halstentoonstelling (catalogus no. 12). prachtig stuk peinture op geniaal plan brengen. In feite is het natuur lijk net andersom, want de prachtige Nar in het Rijksmuseum, is de re pliek waarschijnlijk van de hand van Hals' leerlinge Judith Leyster naar het origineel dat die unieke ver- gelijkingsmogelijkheid biedt. In ge- Vanaf heden hopen wij iedere week een reproductie van een der werken van Frans Hals te publice ren, waarbij de heer H. P. Baard, directeur van het Frans Halsmuseum, enkele kanttekeningen zal maken. Hopelijk zal dat voor velen een stimulans zijn,e die schilderstukken op de tentoonstelling te gaan bekijken. De Nar werd geschilderd met een ver rassende plasticiteit, die de concrete aanwezigheid van het leven verhoog de zonder een zweem van panopti- cum-achtig effect. Dit meesterwerk biedt een unieke gelegenheid om de subtiele nuances te ontdekken die een noemde copie ontbreekt juist die ge niale „finishing touch", die het Parij- se stuk klassiek maakt. Het is boeiend en leerzaam deze nuances na te speu ren, waarbij men bovendien niet uit het oog moet verliezen, dat de con ceptie van Frans Hals is en dat juist dié copie, die het origineel het dichtst benadert, de meest volstrekte nega tie is van eigen visie en persoonlijk heid. K. P. BAARD Dinsdag 31 juli neemt het hoofd van de rijkspolitie in Sassenheim, adjudant H. G. A. van der Laan, afscheid in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Sassenheim zal dan afscheid nemen van een man, die ruim dertig jaar in deze gemeente zijn politionele taak heeft vervuld. Adjudant Van der Laan werd in Rotterdam geboren op 27 juli 1902 en kwam in 1924 bij de politie. Hij begon in Delft, waar hij zes jaar verbleef. Op 1 januari 1930 27 jaar oud kwam hij naar Sassenheim, waar hij werd aangesteld als gemeenteveld wachter. Toen kort na ie oorlog, in 1946, het Nederlandse politie-appa- raat werd gereorganiseerd en ook in Sassenheim de rijkspolitie werd ge stationeerd, ging de heer Van der Laan naar deze rijksdienst over en werd hij benoemd tot opperwacht meester. Met ingang van 1 april 1950 werd hij groepscommandant der rijkspolitie in Sassenheim, twee jaar later volgde zijn bevordering tot ad judant. In die dertig jaar heeft Sassenheim de heer Van der Laan dus wel leren kennen, en hij Sassenheim. Als veld wachter was het werk destijds be trekkelijk eenvoudig, bij de groei van de gemeente werd de taak van adju dant Van der Laan omvangrijker. Ter gelegenheid van het afscheid is een comité gevormd met als voor zitter wethouder A. Vogelaar. Op 31 juli is er een afscheidsreceptie om drie uur in de raadzaal van het ge meentehuis. Deze bijeenkomst zal een besloten karakter dragen. De burge rij kam adjudant Van der Laan de hand drukken tijdens een samen komst, 's avonds van zeven uur tot half negen, eveneens in de raadzaal. (Advertentie) Dagelijks keuze uit verschillende maaltijden. Ook voor grotere partijen met bij levering van servies enz. Wij bezorgen ook zaterdags en zondags.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 3