BRENDA BALFOORT
UIT HAARLEM
Toeverlaat voor zoekgeraakte
kinderen op Zandvoorts strand
,voor
Afscheid van
Zomer-academie
DE NAR: een van vreugde en
zorgeloosheid vervuld mens
HUIZE BOSCH
Zee van waterlanders onder Rotonde
Subsidie voor Casa
N ostra-werk
Afscheid adjudant
Hoogtepunten op Frans Halstentoonstelling
m
Troosteres
Telefoon no. 21544
Drukke dagen
ZATERDAG 28 JULI 1962
PAGINA 3
Z andvoort, 28 juli Dagen met fraai strandweer zijn zeldzaam
aan onze kust. Maar als het weer eens een beetje meeloopt en
het kwik tot ver over de twintig graden stijgt schijnt dat op
het strandminnend publiek als een injectiespuit te werken. Grote
drommen strandliefhebbers trekken naar de smalle kuststrook met
haar zand, water en zon. Maar tegelijk komen ook de strandpolitie
en de reddingsbrigades in actie. Vooral de strandpolitie krijgt op
hoogseizoendagen handen vol werk, onder meer met de zoekgeraakte
kindertjes. Overal heeft men er mee te maken: op de stranden van
Scheveningen en Katwijk, maar ook op het strand van Zandvoort.
Het is een dagelijks verschijnsel in een badplaats van enige allure en
men heeft er de handen vol aan. Enkele ogenblikken maar behoeven
ouders hun peuters uit het oog te verliezen, of zij zijn geheel opge
gaan in de vreemde en onpersoonlijke, zonne-badende menigte. Zand
voort breekt wat het zoekraken van kinderen betreft records. Tijdens
warme dagen, wanneer het strand overvol is, telt het per dag ge
middeld tweehonderd tijdelijk „ouderloze" kinderen. Zij vinden een
meestal kortstondig onderkomen in een vertrek naast de post van de
Zandvoortse strandpolitie, onder de rotonde. Een derde-jaars meisjes
studente Brenda Balfoort uit Haarlem, heeft deze zomermaanden de
zorg op zich genomen over al die eenzame, diep ongelukkige kin
dertjes.
Soms staat het verloren „schaap" liever op de uitkijk om naar vader
of moeder uit te zien.
mi
Brenda Balfoort in actie om het vedriet van de zoekgeraakte
kinderen te verdrijven.
m
leed is gauw geleden, als de zoekgeraakte kleuter weer terecht w.
Voor telefonische mede
delingen over de
BEZORGING van ons
blad gebruike men
(des avonds ioi 7 uur)
Nieuwe Haarlemsche Courant
UITZENDING VAN DINERS
FRANKESTRAAT 53
Telefoon 15527
Dezer dagen zijn wij op bezoek ge
weest in dat vertrek onder de Rotonde
■en toen we rond dé lange vierkante ta
fel, waarop allerlei speelgoed lag, zes
tien huilende jongens en meisjes aan
troffen, „was het niet eens zo druk",
vertelde Brenda Balfoort. Dikwijls ge
beurt het, dat het vertrekje ruim der
tig bibberende, in badpakjes en bad-
broekjes gestoken peuters bergt, die al
lemaal een plaatsje aan de tafel wil
len hebben of bij een van de ramen, die
uitzien op het strand. Daar zouden va
der of moeder eens kunnen lopen
De „aanloop" begint 's morgens vroeg
al. De eerste kindertjes druppelen te
gen half tien binnen. Meestal zijn het
kinderen uit tentenkampen, die zonder
dat vader of moeder er erg in heb
ben, de tent of de caravan uitgaan en
op pad gaan. „Liefst met de wind in
de rug", vertelt een van de Zandvoort
se agenten, die Brenda bij „topdrukte"
assisteert. Over het algemeen zijn de
ze peuters weer vlug in de veilige han
den van de ouders, omdat vrijwel elk
tentenkamp telefonisch contact kan op
nemen met de strandpolitie, dus even
eens met Brenda Balfoort. Tegen elf
uur, het moment waarop tijdens een
warme dag het strand vol begint te
lopen, komen de kinderen binnen, die
slechts een dagje aan zee zijn. En in
groten getale. Van her en der. In dat
geval duurt de „ouderloosheid" wat lan
ger. De ouders van deze kinderen kun
nen het verlies van hun kind niet on
middellijk aan de politie rapporteren
en dikwijls ook zijn ze zelf te lang op
zoek naar hun kind, een zoeken, dat
vooral bij de moeders in tranen resul
teert.
Het is vrijwel ondoenlijk in de we
melende strandmassa een kind terug
te vinden. Bovendien doet zich het ver
schijnsel voor, dat tal van kinderen
plotseling sterke gelijkenis gaan ver
tonen met het zoekgeraakte Marietje
en het weggelopen Jantje. Maar de
echte Marietje en Jantje blijven spoor
loos. Alle mogelijkheden worden door
de verontruste ouders onder ogen ge
zien. Misschiet zijn ze op hun eentje
aan het kuieren langs het water, of
schelpen aan het zoekenMisschien
zij'n ze naar de ijscoman of staan ze
b\j het café-terras op de duinglooiing...
Zouden ze bij het haringtentje staan?
Zenuwachtig beginnen de bange ouders
te zoeken. In negen van de tien geval
len zal het antwoord op „heeft u ze
gezien, of u soms?" een afdoend „neen"
zijn en gaat het tevergeefse zoeken
verder. „Kwamen de ouders maar wat
vlugger naar de rotonde toe. Het zoe
ken helpt toch meestal niets. Dikwijls
gebeurt het, dat verloren spruiten al
lang bij ons zijn, terwijl de ouders of
zusjes en broertjes op dat moment nog
vertwijfeld aan het zoeken zijn", zegt
Brenda Balfoort.
Behalve het zo mogelijk geruststel
len van de kinderen, heeft Brenda Bal
foort ook de moeilijke taak de ouders
ingeval hun kroost nog niet terecht is
op hun gemak te stellen. Zij weet
moeders-met-waterlanders overtuigend
duidelijk te maken, dat er beslist geen
reden voor paniek is. Meestal verdwij
nen de tranen dan, vooral wanneer zij
zien hoe een andere moeder wel reeds
het geluk heeft het verloren schaap te
gen zich aan te drukken. „Mijn beurt
komt ook", weten ze. En dat is altijd
zó! Afgedwaalde kinderen komen altijd
terecht. „Het is al enkele malen voor-
fekomen", vertelt Brenda, „dat we kin-
ertjes uit IJmuiden en Noordwijk bij
ons kregen. Meestal weten wij daar
reeds van af. Men heeft ons dan vanuit
deze plaatsen op de bewuste kindertjes
geattendeerd. Zodra ze hier belanden,
kunnen we de ouders daar per tele
foon geruststellen. Kinderen, die van
het BÏoemendaalse strand naar Zand
voort komen wandelen zijn aan de or
de van de dag".
juni in het
vertrek onder de Rotonde. Zij is twin
tig jaar en weet op bijzonder knappe
wijze de diep trieste kindertjes te troos
ten. Het is geen gemakkelijke taak,
vooral omdat het dikwijls weinig of
niets uithaalt. Alle kinderen varië
rend van twee tot twaalf jaar wor
den zoveel mogelijk „ingeschreven".
Zoveel mogelijk, want het gebeurt vrij
dikwijls, dat ze nog niet kunnen pra
ten of uit pure zenuwen of verdriet geen
woord uit kunnen brengen. Opgetekend
worden naam en voornamen, kleur bad
pak of zwembroekje, de leeftijd en
eventuele herkenningstekenen, zoals
pleisters op wangen, lip-stick op rug
getjes of een blauw of rood emmertje,
dat ze stevig tegen zich aangeklemd
houden. De meesten zetten het, bij het
zien van al die andere huilende en sip
kijkende kindertjes, óók op een huilen.
Ontroostbaar zijn sommigen en Brenda
verspilt meters toiletpapier de rol
staat midden op haar bureautje aan
de tientallen snotneuzen en gezichtjes,
die maar nat van de tranen blijven.
Na een tijdje houden de waterlanders
wel op. Vooral wanneer „anderen" ook
wat flinker worden. En trouwens, Bren
da heeft ze op het hart gedrukt, dat
hun papa's en mama's niet lang op zich
zullen laten wachten. Toch is dat voor
velen geen geruststelling en beduusd
en met waterlanders zitten zij voor hun
speelgoed, dat onaangeraakt blijft. Al
leen de vaders en moeders schijnen be
droefde Anneke, Pietertje en Fritsje in
zijn vuurrode badbroekje weer gelukkig
te kunnen maken. En geheel in de
wacht stódn vader en moeder in de
deuropening en dan is het leed gele
den. Ze weten niet hoe vlug zij hun ge
dwongen verblijf moeten verlaten.
Brenda is gewend aan het komen-en-
gaan van de kinderen. Soms krijgt zij
een recidivist(e) bij zich, die dan een
standje van haar krijgt. Brenda is een
zelfverzekerd meisje, dat met alle rust
ook de vele honderden moeders gerust
stelt, ook al zijn ze al voor de tiende
maal radeloos het vertrek binnenge
stapt. Het meeste plezier heeft Brenda
in „her-ontmoetingstafereeltjes", waar
bij dan plotseling alle tranen tot het
verleden behoren. „Wat ook herhaalde
lijk gebeurt, is dat sommige peuters er
helemaal niet om malen, dat zjj hun
ouders kwijt zijn. Geanimeerd zitten
ze aan de tafel te spelen dikwijls
zijn dat de allerkleinsten en komen
HAARLEM, 27 juli B. en W. van
Haarlem stellen voor de Stichting Pe-
regrinus Haarlem, die het opvangen
van vooral Italiaanse arbeiders in deze
omgeving op zich heeft genomen, als
instelling van algemeen maatschappelijk
werk ne beschouwen. De stichting komt
daardoor in aanmerking voor gemeen
telijk subsidie en B. en W. stellen de
raad voor de stichting over 1961 en 1962
in totaal een subsidie te verlenen van
3680.
De stichting exploiteert in Haarlem
met succes het „Casa Nostra", waarin
buitenlandse arbeidskrachten hun vrije
tjjd kunnen doorbrengen. De inrichtings-
en exploitatiekosten worden bestreden
uit particuliere bijdragen, vooral van de
bedrijven waar deze buitenlanders werk
zaam zijn. Sinds 1 december heeft de
Stichting Peregrinus een maatschappe
lijk werker aangesteld, die de buiten
landse arbeiders bijstaat in het oplos
sen van hun individuele en groepspro-
blemen.
bij hen de tranen pas, wanneer zij door
een nog wat angstige moeder worden
afgehaald". Duitse zoekgeraakte kin
dertjes blijken hetzelfde verdriet te heb
ben als hun Nederlandse collegaatjes.
Alleen zijn ze nog wat meer „fatalis
tisch": Duitse papa's en mama's schij
nen beslist „niet de weg in Holland
te weten en dus zeker niet op zo'n druk
strand, waar bijna alleen maar Hol
landers zijn".
Het vertrek naast de post van de
Zandvoortse strandpolitie is gezellig in
gericht, met kleurige plaatjes aan de
wand en een grote tafel vol speelgoed.
Het speelgoed, dat steeds aangevuld
wordt met op het strand gevonden voor
werpen, is door het gemeentebestuur
beschikbaar gesteld. Op de kinderver
blijfplaats is het de hele dag een ge
ëmotioneerde drukte, die pas afneemt
wanneer de schemer invalt of het plots
begint te onweren of te regenen en
de mensen wel verplicht worden naar
huis te gaan. De meldingen gaan de
hele dag door: aarzelend, met een ge
zicht dat op huilen staat en aan de hand
van een „vreemde" meneer of me
vrouw komen zij binnen en dolgelukkig
verdwijnen ze even later of na enkele
uren weer, de koning te rijk met him
vader of moeder naast zich. Geen mo
ment is het vertrek overdag verlaten,
's Avonds, wanneer het strand uitge
storven is en alle zoekgeraakte kin
deren weer teruggevonden zijn keert
Brenda Balfoort huiswaarts. De volgen
de dag, ten minste wanneer het fraai
strandweer is, is zij wederom present
onder de rotonde en is zij opnieuw de
charmante toeverlaat voor tientallen
snikkende kleuters.
Voor de achttien organisten die de
afgelopen drie weken in Haarlem de
Zomer -academie hebben gevolgd
kwam gistermiddag een einde aan
de cursus evenals voor de vijf do
centen. Uit negen verschillende lan
den waren de deelnemers afkomstig:
Duitsland, Engeland, Frankrijk, Ier
land, Italië, Mexico, Nederland,
Spanje en Amerika. De docenten
kwamen uit Frankrijk, Duitsland,
Italië en Nederland. De directeur
van de academie, dr. J. F. Ober-
mayr, kan als bezorgde „grootva
der" weer even op adem komen. De
bijnaam heeft hij gekregen van de
Mexicaanse deelnemers Felipe Ra
mirez, die in Regensburg directie en
compositie studeert. In Haarlem
heeft hij de improvisatie- en Bach-
cursus gevolgd.
„Het meest heeft me verbaasd",
vertelde prof. Siegfried Reda, die de
lessen in de moderne Duitse orgel
muziek gaf, „het hoge niveau va-n
de deelnemers. Men kon duidelijk
merken dat hun vooropleiding goed
was geweest. Een heel verschil met
dergelijke cursussen elders." Heel
resoluut is hij in zijn beweringen.
Dat is ook Felipe Ramirez, de 23-
jarige Mexicaan met duidelijke in
diaan-type. „Als het uitkomt met
mijn studies in Regensburg ben ik
volgend jaar weer van de partij. Ik
heb hier heel veel geleerd", vertelt
hij. Bescheiden als hij is, wordt hij
onderbroken door de heer Obermayr
met„Het improviseren ging je heel
goed af." Felipe Ramirez lacht dan
een beetje verlegen.
Prof. Reda is vol lof over de aca
demie. Zowel over de organisatie,
het peil als over de>aandacht waar
mee zijn lessen gevolgd zijn. Hij
vindt de ligging van Nederland op
het vlak van de moderne muziek
ideaal. Het ligt precies tussen
Frankrijk en Duitsland, waarvan de
scholen veel verschillen. De invloed
van beide scholen op Nederland
maakt het hem juist aantrekkelijk
hier les te geven. Ook bij andere ge
legenheden is hij in Nederland ge
weest. Onder meer bij het openings
concert voor het Internationale Or
gel Congres in 1955 te Amsterdam
in de Jerusalemkerk. In Essen geeft
hij als leerling van Hugo Distier en
Ernst Pepping leiding aan het Insti
tuut voor Evangelische Kerkmuziek
aan de Folkwangschule. Op de vraag
hoe hij er toe gekomen is lessen aan
de Haarlemse Zomer -academie te
geven, antwoordt hij dat dit geen
toeval is geweest. In België en
Duitsland over andere landen
durft hij niet te oordelen is de cur
sus befaamd door de Nederlandse
radio-uitzendingen, ook van het im
provisatie-concours. Maar niet alleen
het prachtige orgel van de Grote
Kerk trekt hem aan ook het vlakke
land van Nederland is hem lief. Al
jaren lang komt hij zijn vacantie
hier doorbrengen. Na de academie
Zes deelnemers aan de Zomer Academie voor Organisten zaten in de anti-chambre
van het Stadhuis in Haarlem rond de tafel voor een gezellig onderonsje. Zij
vertegenwoordigden vijf verschillende nationaliteiten. Van links naar rechts ziet
men: Eileen Kane uit Ierland, James Wyly uit de Verenigde Staten, Charles
Barnes uit Engeland, Kees van Houten uit Nederland, Anita Greenlee uit de
Verenigde Staten en Felipe Ramirez uit Mexico.
moet hij voor enige tijd naar Berlijn,
omdat hij verantwoordelijk is voor
de bouw van het nieuwe orgel in de
Keizer Wilhelm Kerk. Daarna keert
hij terug naar Nederland: voor een
rustige vacantie op Terschelling.
„Twee ja>ar geleden had ik al wil
len komen", vertelt Felipe Ramirez,
maar toen kon hij niet wegens stu-
commercie een woordje meespre
ken.
Op de vraag hoe hij er toe is ge
komen naar Haarlem te komen voor
de Zomer-academie is het antwoord
even simpel als duidelijk: door de
foldertjes waarmee reclame was ge
maakt. Vol herinneringen gaat le-
lipe Ramirez terug om zijn laatste
Met een spontaan .Hasta la vista'
(tot ziens) neemt hij afscheid. Een
reporter van de Wereld Omroep
staat klaar voor een interview met
hem en enkele andere leerlingen.
En „grootvader" Obermayr is
tevreden met de lof. Het aantal
deelnemers aan de academie is in
vergelijking met verleden jaar wel
gehalveerd, toen er 35 leerlingen
zich hadden laten inschrijven. Hij
noemt dit echter een winstpunt om
dat twintig deelnemers precies vol
doende is. Bij een groter aantal
wordt alles te massaal.
dies. H- is nu bijna drie jaar in Euro- jaar in Regensburg af te maken,
pa. Volgend jaar hoopt hij naar zijn
vaderland terug te keren, om in
Querétaro aan het conservatorium
les te geven. Voor zijn vertrek was
hij als organist verbonden aan de
Santiago Kathedraal in dezelfde
plaats. De naam van de plaats be
tekent zoiets als „voetbal" en op de
verwonderde blikken bij deze ver
klaring zegt hij breed-lachend„Het
woord is afkomstig uit de Azteken-
tijd. Die kenden al iets van voetbal
en basketbal". Het programma
van de academie had hij tamelijk
zwaar gevonden, maar hij had toch
nog wel een beetje tijd kunnen uit
trekken om Haarlem en omgeving te
bekijken. Ook de Frans Hals Ten
toonstelling had hij bezocht. Veel
had hij genoten van de twee excur
sies die men had gemaakt. Hij her
innerde zich nog het meest de rit
over de Afsluitdijk. „Daar is Neder
land toch beroemd om in de hele
wereld", verklaart hij. Als men hem
vraagt of hij weer graag naar Mexi
co teruggaat, klaart zijn gezicht he
lemaal op. Natuurlijk wil hij dat.
Al was het alleen maar voor de zon,
welke hij hier iedere dag had ge
mist. Niet alleen voor de serieuze
muziek heeft Felipe Ramirez aan
dacht. Ook over de in Mexico zo po
pulaire ranchera's praat hij graag.
De populaire muziek in Europa doet
hem in de verte denken aan choraaï-
muziek. De Mexicaanse volksmuziek
ontstaat nog echt bij het volk, later
wordt het in het notenschrift over
gebracht en van instrumentale be
geleiding voorzien. Dan gaat de
Als we Hals' modellen, die in een vro
lijk klimaat werden vereeuwigd, vol
gens de huidige stand van het kunst
historische onderzoek tezamen brach
ten, zouden ze ternauwernood een mu
seumkabinet vullen. En toch blijft
Hals' faam hardnekkig verbonden
met de begrippen lachen en drinken,
met jolijt en braspartijen... Naast het
denkbeeldige museum-kabinet, gewijd
aan de „opgewekte" Hals, zou een
reeks van grotere en kleinere zalen
zijn eigenlijke wereld onthullen, waar
in de lach dus zeer zeker heeft ge
klonken, maar die daarin evenmin
dominerend zal zijn geweest als in
het leven van de meeste stervelin
gen. Evenals een „chronische" lach
geen verrijking van ons leven zou be
tekenen, zo zou Hals' levenswerk zijn
grootheid ontberen als daarin de
lach de overwegende plaats had in
genomen die romantici en oppervlak
kige commentatoren van zijn oeuvre
ons plegen te suggeren.
De reeks grotere en kleinere museum
zalen met werken van Frans Hals,
als hierboven gedroomd, kwam tot
realiteit in de Frans Hals-tentoonstel
ling, waar géén kabinet werd gewijd
aan de acht of negen modellen, bij
wie de lach latent aanwezig is of
zichtbaar werd. Deze werken (vóór
1630 ontstaan! werden verspreid ge-
exposeerd tussen de vele portretten
die buiten de sfeer van de lach ont
stonden: géén „lach-kabinet" dus,
maar de lach opgenomen in het leven
dat zich in oneindige differentiatie
weerspiegelt over gelaat, handen en
houding van de mensen die onder
Hals' penseel werden vereeuwigd.
De lach verkwikt onze geest en is daar
om een onontbeerlijke stimulans in
het leven. Onontbeerlijk ook als wij
een representatief beeld willen oproe
pen van Hals' levenswerk, zoals deze
zomer in het Frans Halsmuseum werd
nagestreefd. En het verkwikt ons als
te midden van de banketterende en
paraderende schutters, waar wel ap
petijt heerst en pronkzucht, maar
waar geen vrolijkheid valt waar te ne
men, de lach weerklinkt. Temidden
van die verrukkelijke kleuren-sympho-
niën klinkt plotseling het bevrijdende
getokkel van de nar. Hij is geheel
en al lach en de losheid van de han
den die het instrument bespelen werkt
als een bevrijding! Hier niet de ver
starde pose van de meesters van de
Utrechtse i school, die dergelijke figu
ren plachten te schilderen naar de
naturalistische trant van de Italiaan
Caravaggio, maar een van vreugde
en zorgeloosheid vervuld mens, die
ook Frans Hals eens tot troost moet
zijn geweest. Frans Hals, die hier be
wijst óók de schilder van de lach te
kunnen zijn, toont zich daarbij een
even geniaal conterfeiter als bij zijn
portrettering van de melancholicus,
de godsdienstige ijveraar, van de
nouveau riche, de hautaine jonker of
van de respect afdwingende autoriteit.
Nar met luit, geschilderd door Frans Hals omstreeks 1624-1626. Het stuk bevindt
zich in een particuliere verzameling te Parijs en is thans te zien op de Frans
Halstentoonstelling (catalogus no. 12).
prachtig stuk peinture op geniaal
plan brengen. In feite is het natuur
lijk net andersom, want de prachtige
Nar in het Rijksmuseum, is de re
pliek waarschijnlijk van de hand
van Hals' leerlinge Judith Leyster
naar het origineel dat die unieke ver-
gelijkingsmogelijkheid biedt. In ge-
Vanaf heden hopen wij iedere
week een reproductie van een der
werken van Frans Hals te publice
ren, waarbij de heer H. P. Baard,
directeur van het Frans Halsmuseum,
enkele kanttekeningen zal maken.
Hopelijk zal dat voor velen een
stimulans zijn,e die schilderstukken
op de tentoonstelling te gaan bekijken.
De Nar werd geschilderd met een ver
rassende plasticiteit, die de concrete
aanwezigheid van het leven verhoog
de zonder een zweem van panopti-
cum-achtig effect. Dit meesterwerk
biedt een unieke gelegenheid om de
subtiele nuances te ontdekken die een
noemde copie ontbreekt juist die ge
niale „finishing touch", die het Parij-
se stuk klassiek maakt. Het is boeiend
en leerzaam deze nuances na te speu
ren, waarbij men bovendien niet uit
het oog moet verliezen, dat de con
ceptie van Frans Hals is en dat juist
dié copie, die het origineel het dichtst
benadert, de meest volstrekte nega
tie is van eigen visie en persoonlijk
heid.
K. P. BAARD
Dinsdag 31 juli neemt het hoofd
van de rijkspolitie in Sassenheim,
adjudant H. G. A. van der Laan,
afscheid in verband met het bereiken
van de pensioengerechtigde leeftijd.
Sassenheim zal dan afscheid nemen
van een man, die ruim dertig jaar
in deze gemeente zijn politionele taak
heeft vervuld.
Adjudant Van der Laan werd in
Rotterdam geboren op 27 juli 1902 en
kwam in 1924 bij de politie. Hij begon
in Delft, waar hij zes jaar verbleef.
Op 1 januari 1930 27 jaar oud
kwam hij naar Sassenheim, waar hij
werd aangesteld als gemeenteveld
wachter. Toen kort na ie oorlog, in
1946, het Nederlandse politie-appa-
raat werd gereorganiseerd en ook in
Sassenheim de rijkspolitie werd ge
stationeerd, ging de heer Van der
Laan naar deze rijksdienst over en
werd hij benoemd tot opperwacht
meester. Met ingang van 1 april 1950
werd hij groepscommandant der
rijkspolitie in Sassenheim, twee jaar
later volgde zijn bevordering tot ad
judant.
In die dertig jaar heeft Sassenheim
de heer Van der Laan dus wel leren
kennen, en hij Sassenheim. Als veld
wachter was het werk destijds be
trekkelijk eenvoudig, bij de groei van
de gemeente werd de taak van adju
dant Van der Laan omvangrijker.
Ter gelegenheid van het afscheid
is een comité gevormd met als voor
zitter wethouder A. Vogelaar. Op 31
juli is er een afscheidsreceptie om
drie uur in de raadzaal van het ge
meentehuis. Deze bijeenkomst zal een
besloten karakter dragen. De burge
rij kam adjudant Van der Laan de
hand drukken tijdens een samen
komst, 's avonds van zeven uur tot
half negen, eveneens in de raadzaal.
(Advertentie)
Dagelijks keuze uit verschillende
maaltijden.
Ook voor grotere partijen met
bij levering van servies enz.
Wij bezorgen ook zaterdags en
zondags.