Oscar van Hemel 70 jaar
GLAS UIT DE OUDHEID
400 jaar Romeinse bezetting
19 UUR WACHTEN VOOR KONINKLIJKE KUNSTSCHATTEN
Van alle kanten schalt „de boodschapt ons om de oren
R
Platen en radioprogramma's
als openlijke verleiders
Hoe ouder je wordt, hoe wijder je panorama
JK VOEL ME ALS COMPONIST GEROEPEN
De MENSEN IETS VROLIJKS TE GEVEN"
ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1962
PAGINA 11
Kom niet te vroeg, dan kan ik
eerst nog wat verkeerde
noten opschrijven", zegt Os-
kar van Hemel aan de telefoon,
Wanneer hij zijn zoveelste afspraak
jDet een „krantenman" maakt:
"et loopt storm deze dagen in de
gezellige, ouderwets - ruime wo
ning aan de drukke Hilversumse
Emmastraat, schuin tegenover de
^RO-studio en onder de hoede van
«e rijzige St.Vitustoren; vóór- en
Achtertuin, waar momenteel bloe
den en struiken in volle bloei
staan, geven toch nog een illusie
van „in de vrije natuur". „Ik ben
§raag buiten, in de stilte, maar
toch ben ik volop stadskind: mijn
^'ieg stond in Antwerpen", ver
telt de bijna-zeventigjarige gast
heer. Het feit, dat hij op 3 augus
tus a.s. de zeven kruisen (voor een
Uiusicus altijd een speciale toon-
Aard!) heeft bereikt is één van die
redenen voor die stormloop van
Pers en muziekwereld; de andere,
bijna daarmee samenvallend, is
6en officiële erkenning voor zijn
scheppend oeuvre in de vorm van
de Prof. van der Leeuwprijs, hem
tu het bijzonder toegekend voor
zijn Vierde Strijkkwartet.
Humor
Critiek
..Het is niet mijn eerste „bewijs van
Roea gedrag", zo vertelt de componist,
kinderen elf in getal, waarvan
Keen één in het vak gegaan is, want
;.le kunt hier thuis nooit studeren, va-
£er is altijd aan het componeren"
nebben al uitgevonden dat ze mij, naar
Analogie van de Mokumse pistolen-Paul-
w wel prijzen-Oscar zouden kunnen noe-
Aten. U moet dat goed begrijpen, 'k
*ou mezelf eerder de grootste gokker
jTder de componisten willen noemen:
Jheedoen aan compositiewedstrijden was
•oor mij destijds een bittere noodzaak,
Ptndat ik tijdens mijn vele geïsoleerde
-uren in Bergen op Zoom hoegenaamd
Kee« contacten met de .grote muziek
wereld" had. Om gezondheidsredenen
as de stadslucht voor mij taboe, ik
reisde wel eens een enkele maal naar
Rotterdam (Eudard Flipse gaf de ore
Jji'ere van mijn eerste drie symfonieën)
r-aar Amsterddam was het oord waar
in ik mijn hart verloren had, speciaal
Concertgebouw, dat in die tijd
rp n soort tempel voor me betekende.
ó?an ik het Concertgebouworkest onder
Y|llem Mengelberg eenmaal gehoord
had, was er geen houden meer aan:
möp baantje als violist bij de opera
gaf ik na een jaar op, componeren
moest het worden, ik begon vier tot
vijf uur per dag piano te studeren,
partituren doo-spelen, harmonie en con
trapunt beoefenen. Het vioolspelen be
vredigde me muzikaal nief voldoende,
altijd maar weer dezelfde uitstapjes op
d;e vier snaren boeiden me niet meer.
Als vijftienjarige knaap had ik aan
het Antwerpse Conservatorium het di
ploma solfège al in mijn zak: dat wilde
wat zeggen voor die tijd, waarin er
weinig aan theorie gedaan werd: men
kweekte muzikanten! In die dagen ben
ik eigenlijk veel te hard gaan werken.
Alles interesseerde mij, alles wilde ik
verkennen en me eigen maken. Er was
teen nog werkelijk sprake van een we
reld van stilte: geen radio, geen gramo-
foon, je moest werkelijk naa>- een con
cert gaan om goede uitvoeringen te ho
ren, je kon zo maar niet kennis nemen
van wat je tijdgenoten gewrocht had
den. Toen de hel van de Eerste Wereld
oorlog losgebarsten was, werd ik ge
mobiliseerd. Door toedoen van een mi
litair arts in het Rode Kruis-hospitaal
in Rozendaal ging ik componeren in
Frans-impressionistische stijl: die man
speelde dagelijks drie uur piano, altijd
Debussy of Ravel. Ik voelde me aan
vankelijk de koning te rijk met dat heel
nieuwe kleurengamma; op een bepaald
o oment krijg je dan weer door, dat
ook die stijl een „manier kan worden;
kijk maar eens naar Debussy in zijn
Tweede album préludes' Er was voor
mij nog zóveel te ontdekken1
Bijzonder onder de indruk was ik bij
voorbeeld weer van de Russ:che ballet
ten, die (niet voorafgegaan door tam
tam via televisie, radio en bioscoop zo
als dat nu gaat) een ware openbaring
voor me vormden. Na de oorlog werd
het dus Brabant, waar een drukke
muziekpraktjjk mljr componeerdrang
gelukkig toch niet wist te overwoeke
ren. Om mijzelf te testen, mijn zelfver
trouwen te steunen, begon ik zo af
toe eens wat in te zenden naar wed
strijden. Het was zo'n soort proef of
het misschien de moeite waard was
n ik deed en de resultaten waren erg
bemoedigend. Ongetwijfeld waren de
stimulans en de aanwijzingen, die Wil
lem Pijper mij gaf, beslissend voor mijn
compositorisch werken."
Vier symfonieën, zes strijkkwartet
ten, trio's, liederen, ballade voor or
kest, concerten voor viool, altviool
piano en hobo zijn de abondante oogst
van deze zeventigjarige eeuwigjeug-
dige speelse en humoristische geest.
Zo is ook zjjn muziek,blijmoedig,spi
ritueel, joyeus: met grote zorg ;n
kunde wordt daarin voldaan aan de
eisen van het vak, waarbij een open
oor voor de tekenen des tijds duidelijk
waarneembaar is. Invloeden van
twaalftoonstechniek zjjn niet rigoureus
maar luchtig erin verwerkt „Ik vind
het prettig, heb er zelfs een intuitieve
behoefte aan, om bij te blijven waar
het de geestelijke en artistieke stro
mingen betreft. Wat wil je toch?
vraagt mijn vrouw wel eens als ze mij
bezig ziet met moderne literatuur, de
allerlaatste vakbladen en artikelen
over onze jongste componistengenera
tie. Maar hoe ouder je wordt, hoe wijder
je panorama, hoe breder ook je in
teresse. Je ziet het bijna in terras
sen: toen verscheen dit, op de volgen
de trap werd dat uitgevonden, nog
een trede hoger werd een vroeger
luxe-artikel tot gemeengoed. Het is
een rijk gevoel, het optimisme wint
het altijd weer, bij mij tenminste. Ik
voel me als componist genoopt, de
mensen iets vrolijks te geven. Met
mijn vorige verjaardag heb ik de blij
spelen van Molière cadeau gekregen:
daaruit put ik weer inspiratie en tek
sten voor nieuwe composities.
Het eigenaardige is, dat ik veel op
drachten heb gekregen van overheidsin
stanties of voor gelegenheidswerken.
Nooit vielen die op het terrein waar
ik me bij voorkeur op beweeg, met na
me de strijkkwartetten. Toch heb ik er
zes gemaakt. Net als Bari:ok? Ja daar
durf ik me niet mee te vergelijken.
Dan liever met Beethoven," zijn som
brre kop hangt boven de vleugel
„die heeft er achttien gemaakt, dan
kan ik nog even voort. Door al die
opdrachten schreef ik bijvoorbeeld man
nenkoren, een trombonekwartet en zelfs
een opera, Viviane, bij het vijfentwin
tigjarig bestaan van de K.R.O. Daarin
moest ik een onuitstaanbare juffrouw in
noten vangen. Zjj staat op een band,
ik zou haar nog wel eens willen horen.
Maar nog liever zou ik weer een nieu
we opera maken. De grote moeilijkheid
is een goed libretto, misschien brengt
Molière inspiratie, of anders zal het
wel weer een opdracht moeten wor
den
Het vierde Strijkkwartet, dat nu on
derscheiden is, heb ;k destijds (in
1953)... ingezonden, en wel naar het
internationale concours in Luik,
waar prijzen voor instrumentenbouw
èn composities voor strijkkwartet uit
geloofd worden; het werd toen uit
verkoren uit 120 inzendingen. Het
staat op het repertoire van het Neder
lands strijkkwartet, dat het o.a. in
Amerika geintroduceerd beeft. Dit en
semble speelt het ook voor de gramo-
foonopname, die aan d° Van der
Leeuwprijs inhaerent is. Zojuist kreeg
ik bericht, dat het Algemeen Neder
lands Verbond mijn Zpsde Strijkkwar
tet heeft bekroond met de eerste prijs
in een prijsvraag waaraan Noord- en
Zuidnederlanders mochten deelnemen.
Ja, u ziet dat ik het niet laten kan,
dat meedoen aan deze muzikale toer
nooien. Ik zou het zelfs iedere jonge
componist aanraden. Dat componeren
is soms als en ongeneeslijke ziekte.
Of ik er vanaf wil komen? Om de
drommel niet. Je ziet in jezelf een
zekere evolutie, je weet nauwkeuriger
wat je wil; soms voel je 't, hoor je
'i, maar om het „onder noten te
brengen" blijft een zware strijd met
de materie. Als je ouder wo^dt ga
je door critiek van buitenaf en bin
nenin jezelf langzamer schrijven. Gro
te bewondering heb ik voor persoon
lijkheden als Anton Webern en
Alban Berg, die geniaal en moedig
voortschreven in een geheel nieuw
idioom dat geen half procent van het
mensdom aanspreekt: verloren moei
te, zegt men dan.
Het is een probleem voor de jonge
componisten: natuurlijk hebben zij het
volste recht tot experimenteren, dat is
a 'tijd gebeurd, maar hun experimenten
moeten niet als volwaardige composi
ties opgedrongen worden; het blijft een
kwestie van handwerk èn geest. Hce
zal de muzikale markt er over tien
jaar uitzien?" Om volledig >o de hoogte
(e blijven wil Oscar van Hemel ook zijn
functie van muziekrecensent bij de
„Gooi en Eemlander" nog maar niet
laten varen. Het is wel dikwijls nacht
werk als hij de „Tempel" aan de
Amsterdamse Van Baer.estraat weer
bezocht heeft, maar het deunen - an
de wielen inspireert hem menigmaal
ztfn recensie vast in de treincoupé te
schrijven. „Als het heilige moeten er niet
achter zit, ga je ook niet meer zo
plichtsgetrouw: welke Nederlandse com-
Zittende vrouw of godin, brons. Afge
beeld in het boekje „400 jaar Romeinse
bezetting van Nijmegen."
Het maken van glas is een van de
oudste technieken die de „histo
rische" mens beheerste en ook
een van de weinige technieken
die door de eeuwen heen nooit
meer verloren gingen. Al van het vier
de millenium v. Chr. werd in Egypte
en Mesopotamië glas gemaakt, toege
past in de vorm van glazuur in ver
schillende kleuren op voorwerpen van
steen en terracotta, o.a. kralen. Echt
vaatwerk schijnt echter pas in de vijf
tiende eeuw voor Christus te zijn ver
vaardigd in Egypte, in de vorm van
kleine veelkleurige vaasjes en flesjes,
die waarschijnlijk voor welriekende
oliën werden gebruikt.
Hoe nu maakte men dat glas in de
oudheid? De onverbeterlijke klassieke
encyclopedist Plinius de Oudere (23
79 n. Chr.) geeft hierop in zijn Natura-
lis Historia een antwoord.
„Voor het smelten van de glasmassa
gebruikt men een vuur van droog licht
hout en men voegt er koper en soda
aan toe, bij voorkeur soda van Ophir.
Het smelten gebeurt in een serie van
ovens, net als het smelten van brons.
Men verkrijgt dan een materiaal van
een diepe en donkere kleur. Dit materi
aal wordt opnieuw gesmolten en ge
kleurd. Dan wordt het glas gevormd
door blazen of door draaien op een
draaibank, óf door drijven als zilver.
In Sidon dat weleer beroemd was door
zijn glasateliers, zijn zelfs spiegels uit
gevonden. Zo werd vroeger glas ge
maakt. Thans vindt men ook bij de
Volturnus, aan de Italiaanse kust, wit
zand over een afstand van zes mijlen
tussen Cumae en Liternum. Dit zand
is heel zacht en het wordt in vijzels of
tussen molenstenen fijn gemaakt. Ver
volgens wordt het gemengd met drie
delen soda. Dit mengsel wordt gesmol
ten en in een andere smeltover overge
goten. Het materiaal dat dan ontstaat
wordt ammonitum genoemd. Dit wordt
nogmaals gesmolten en dan ontstaat
zuiver en kleurloos glas."
Uit deze wat rommelige beschrijving
van Plinius wordt in ieder geval duide
lijk dat de tegenwoordig hooggeroemde
kunst van het glas blazen niet de enige
manier is waarop men glas kan ma
ken. Het glasblazen is zelfs betrekke
lijk laat gevonden. Deze methode ont
dekte men waarschijnlijk pas kort voor
het begin van onze jaartelling in Phoe-
nicië.
Exemplaren van de verschillende
manieren waarop het glas werd ge
maakt kan men momenteel (tot 19
augustus) bezichtigen op een interes
sante, zij het wat eentonige, tentoon
stelling in het Rijksmuseum van Oud
heden in Leiden. Daar zijn enkele hon
derden glazen voorwerpen, bijna alle
eigendom van het museum, opgesteld
in verband met een in begin juli daar
gehouden internationaal congres over
antiek glas. Men vindt er Egyptisch
zandkemglas, mozaïekglas en in vorm
gegoten en geperst glas uit de hellenisti
sche tijd en de vroege Romeinse kei
zertijd, in een vorm geblazen glas en
huishoudelijk glaswerk uit de vroege
en late keizertijd en glas met allerlei
later opgebrachte versieringen.
De tentoonstelling is zeer fraai opge
steld. maar men gaat het allemaal ei
genlijk pas leuk vinden en waarderen
als men rustig de catalogus heeft door
gelezen en de voorwerpen beter kan
plaatsen. Wat men bij voorbeeld be
slist niet moet doen is op doorreis naar
Leiden eerst naar de Frans Halsten
toonstelling in Haarlem gaan kijken.
Dan is het contrast wel iets té groot.
Verschillende van de in Leiden ge
toonde glaswerken zijn gevonden
in ons eigen land. Zij zijn afkom
stig uit grafvondsten in Esch.
N.-Brabant, Stein, Limburg, Heerlen,
Rhenen, Cuyk en voor: ook uit Nij
megen. Daarom lijkt het ons juist hier
tegelijkertijd enige aandacht te beste
den aan het juist uitgekomen boekje
„400 jaar Romeinse bezetting van Nij
megen" van de hand van prof. dr. H.
Brunsting, buitengewoon hoogleraar
aan de Vrije Universiteit te Amster
dam én conservator bij het Rijksmu
seum van Oudheden te Leiden.
Deze bijzonder goed verzorgde uit
gave vvas eigenlijk de catalogus bij een
ook al in het Rijksmuseum van Oudhe
den gehouden tentoonstelling over het
zelfde onderwerp. Waarschijnlijk om
dat er vraag naar was heeft de ge
meente Nijmegen het boekje laten her
drukken met de nagenoeg ongewijzig
de tekst uit de catalogus en met iets
meer reprodukties.
Het boekje geeft een historisch over
zicht van de vierhonderd jaar dat Nij
megen (Noviomagus Batavorum) door
de Romeinen bezet is geweest aan de
hand van de archeologische vondsten
(en hun vindplaatsen) die al geruime
tijd in en rond Nijmegen gedaan wor
den. Omdat Nijmegen onder de Romei
nen toch nooit veel meer geweest is
dan een nederzetting of een leger
plaats, bestaan deze vondsten uiter
aard voornamelijk uit gebruiksvoor
werpen: vooral veel aardewerk, dak
pannen, glas, munten enz. Bronzen
voorwerpen worden al zeldzamer en de
typische verschijnselen die bij een ge
vestigde cultuur horen, treft men er
helemaal niet aan. De voornaamste
vindplaatsen zijn begraaf- en leger
plaatsen. De bezetting van Nijmegen
is tamelijk continu geweest, getuige
verschillende in steen opgetrokken ge
bouwen en andere aanduidingen.
Voor de prijs van 3,50 is het interes
sante boekje verkrijgbaar in de Nij
meegse boekhandel.
Zogenaamde Syrische lekyth. Parfum-
flesje van lichtgroen glas met vier afde
lingen, versierd met er omheen gewonden
glasdraden. 3e-4e eeuw n.Chr.
ponist bezoekt er eigenlijk min of meer
geregeld concertzalen? Zo a verschijn
sel zie je ook bü veel koorzangers- en
zangeressen: ze komen niet meer naar
elkaar luisteren..." Zo komt de criticus
dan om de hoek kijken. Deze moet
s morgens echter plaats maken voor
de componist, die zich dagelijks na zijn
mentale ochtendgymnastiek, bestaande
uit een preludium en fuga uit Bachs
Wohltemperierte Klavier, overschakelt
van de realiteit naar het tijk der klan
ken, alles vergetend een ander mens;
een andere wereld.
Zijn Te Deum voor koor, solisten en
orkest, uitgevoerd in de basiliek van
Tongeren onder leiding van Roelof Krol
zal op 3 augustus door de KRO wor
den uitgezonden als feestelijke, karakte
ristieke huldiging van deze harmonieu
ze jubilaris.
MIA ALEVEN-VRANKEN
Deze lange rij stond te wachten voor Buckingham Palace op de dag, dat de tentoonstelling van kunstschatten uit het
bezit van de Britse koningin geopend werd. Negentien uur wachten had mevrouw Lyall Ramsay, uit Sydney in
Australië, er voor over om de eerste te zijn, die het koninklijk paleis werd binnengelaten. Men ziet haar, voldaan
voor zich uit kijkend, geheel rechts op de foto. Dinsdagmiddag om drie uur had de Australische mevrouw zich
voor het hek opgesteld ze had er gegeten, gedronken en overnacht, tot ze de volgende morgen om tien uur het
genoegen smaakte de eerste te Zijn.
NIEUWSTE TOVERTRUC: „RECLAME OP MUZIEK
ustig schalt ons de laatste tijd om de oren welke
sigaret wp moeten roken, welk bier gezond voor
ons is en welk overhemd ons zo flatteus staat.
j Het klinkt swingend uit de radio, walsend door
s® bioscoop en in een driftige cha cha cha over de
iptveiden. Wij ontvangen de aanprijzingen, op wel-
Vqo nc*e muziekjes gedragen, als cadeautje thuis. En
Von t WU het weten zingen wij m een vrolijke bui de
ht-Urerfelijkheden van een nylonkous of een melk-
fmdukt uit.
eny® Nederlandse reclamewereld verheugt zich sinds
Wot Djd in een nieuwe tovertruc. Ze heet Auditieve
ZieUame. En het is vooral de lieve muze van de mu-
die optreedt als de onweerstaanbare verleidster.
°Ud yerschillende vorm is de muzikale reclame vrij
iM' In de jaren Twintig was de AVRO-directeur Wil-
ple' I ogt met Anton Philips tot een afspraak geko-
e6rr v°°r concerten op donderdagavond door het Con-
borjpbouworkest. „Dit programma wordt u aange-
orgM door Philips", werd er dan gezegd, hetgeen de
hieiPeP danig in haar onkosten verlichtte. In de pauze
een 1 vaak een directeur van een zus-of-zo-fabriek
tv 'ezmg over het door hem vervaardigde produkt,
dep ?2or zÜn verkoop geen schade zal hebben gele-
die "•«TWereldberoemd werden later de operaconcerten
liaaTrartini.ten gunste van zijn vermouth voor de Ita-
dio hp radio ten gehore bracht. De commerciële ra-
Dat iTïi toen Wer en daar een toontje mee te zingen,
tot rp„ een twintigtal jaren geleden in Amerika
Dallad nTleuwe vorm. Pepsi-Cola pepte de Engelse
haar pi °hn Peel" wat op en verkondigde in de tekst
en h„Tgen i°f- Dat vond iedereen een lekker liedje
het W Tmderging het lot van alle top-hits. De „jingle",
■•jinpik „reclame-liedje, was geboren en zou voortaan
aH the way".
e reclame door de ether kon ook in Frankrijk
grote omvang krijgen na de oprichting van
commerciële zenders als Europa I en Monte
dw d arl0, en Radio Luxemburg. Nederland kwam
Ook 7?.a Veronica pas goed op gang, maar toen had
Alla„ r de muzikale reclame al ingang gevonden,
ftratn immers was het hier niet nieuw meer om een
ïha'Lrr°t00nplaat-ie met reclame te verspreiden. Ftr-
IopW 5 door orkestjes en vocalisten op een 45-
*onri ij e, ve.rklanken hoe goed hun waren waren,
ae Plasticjes naar klanten en reikten ze uit op
ftnpM" e" tentonnsfellingen. Een van de bekendste,
W!Lwat Aong,ere- voorbeelden is het plaatje dat
°Ver h spi?i j tekstje liet horen wat er allemaal
.SemppntL r^del?de, '«Hike eendje was te zingen. De
l'edip ,erj Kaf Louis Noiret opdracht een
''i« ?e i? maken dat in een Engelse verta
kten .Ke,lele wereld werd gestuurd om toe-
a gal Jill .lTlaken op de „charming place, like
ka'h em mlTi ie - Later deponeerde Amster-
krlevenh„<? over de U-tunnel in de
Ser>- In rol» tovln"1 j" en reKeringsfunctionaris-
Ilïen wanrlwJï. a ï1 VPnd F1611 toen al speciale vor-
doodeewpL P aat Ml me®r waarde bezat dan
then een gitTS t eAamef0lderJ °p de ene kant zette
een stuk muziek en op de andere kant vernam
men al of niet muzikaal opgedirkt dat men (bijvoor
beeld) zo heerlijk kon reizen met de Uitstuif. In het
praatgedeelte had men gelegenheid om hele uiteen
zettingen te geven. Een nog simpeler, veel gebruik
te vorm is een plaat met een integraal, goed stuk
muziek (doorgaans in het genre „for the millions")
die een bedrijf als relatie-geschenk verzendt, al of niet
bij de jaarwisseling. Een begeleidend briefje, een ver
melding op de hoes of op de label, of een korte intro
ductie m de eerste groeven van de plaat, moet
dan de herkomst duidelijk maften. Men pleegt dit in
de reclame soft-selling" te noemen (het is dan ook
gewoonlpk vooral als attentie bedoeld), maar het
hoeft niet minder doeltreffend te zijn, want zo iets
waardevols als een mooie langspeelplaat zal men door
gaans niet achteloos wegstoppen.
De Nederlandse Uitzendingen van Radio Luxem
burg hebben ook hier de reclame-bureaus at
tent gemaakt op het scala van mogelijkheden
voor de auditieve advertentie. Een van de meest
bewerkelijke activiteiten ontketenden de horeca-bedrU-
ven, die Annie M. G. Schmidt opdracht lieten geven
Zij zeggen dat Radio Veronica hen flink op streek
heeft geholpen. Maar als de zender, naar men kan
verwachten, moet verdwijnen, zullen zij niet brode
loos worden.
Benny Vreden bijvoorbeeld heeft de pauze-tijd ge
pacht van veertig Nederlandse voetbalvelden. Daar
iaat hij achter elkaar de korte jingles door de verster
kers schallen, meezingertjes waarin enkele malen de
merken en reclame-boodschappen van verbruiksarti-
keien zjjn verwerkt. In een heel voetbalseizoen be
reikt hij ongeveer vier miljoen mensen. Terwijl zijn
zwager Dick de Vilder zich voornamelijk met de za
kelijke kant bezig houdt en voor de relaties met de
reclame-bureaus en adverteerders zorgt, zit Benny
Vreden aan de liedjes te werken. Dit vak verstaat
hü al vele jaren. Zijn eerste jingle zou men kunnen
noemen „Zeg groenteman, wat eten wij vandaag", dat
lang door de Nederlandse zender in alle huiskamers
binnendrong. Teksten en muziek schrijft hl) zelf. Hij
contracteert orkest(je), zangers en zangeressen en be
steedt een halve dag in zijn studio (het Bavo-huis
in Amsterdam) om een pittig gevalletje over siga
retten of bier op de band te zetten, dezelfde band die
gitte Bardot". Het bleek dat de oppervlakkige
luisteraar meende een merk damesondergoed te ho
ren aanprijzen. De tekst gold echter bovenkleding.
Bjj uitzondering kan men wel met bestaande mu
ziek werken. Pieter Goemans bezingt op het aloude
kinderliedje „Bim Bam beieren" (uiteraard vrfl van
auteursrecht) de lof van een merk kindermeel, en hij
zou hiervoor niet zo gauw een beter melodietje vinden.
Dezelfde Goemans is wat zlin opvattin een over re
clame-teksten aangaat een (overigens ervaren) vrij
buiter. Hjj is niet de man voor de simpele, veelvou
dige herhaling. Hij vertelt liever een onderhoudend
verhaal waarin de reclame listig verstopt zit „Het
onverwachte komt hard aan", zegt hij. Zijn liedje
over de Amsterdamse grachten heeft hij ookMn een
Engelse vertaling de wereld ingestuurd. Midden in
de tekst komen ineens de volgende regels: „There's
Amstel-river that keeps on flowing along, and Am-
stel-beer that inspires so many a song". Dat is het
enige waaraan de internationale relaties van deze brou
werij kunnen merken waar de herkomst ligt Wie za)
uitmaken of dit slechter, of beter, verkoopt aan het
vele malen herhaalde „Heerlijk Helder Heineken",
analoog aan haar Familie Doorsnee een serie te schrij
ven die de luisteraars van „drempelvrees" moest
bevrijden.
Thans kan de Nederlandse adverteerder zich op ve
lerlei manieren laten horen, voor Luxemburg, Vero
nica, in Engeland en Frankrijk als hH een interna
tionaal produkt verkoopt, en nog op talrijke andere
plaatsen. Auditieve reclame ls een big-business ge
worden. De televisie-regisseur Thijs Chanowski is aan
het begin van dit jaar gestart met een maatschappij,
die o.a. deze reclame-werkzaamheden vervult. Hij
heeft op dit moment 360 commerciële radio-program
ma's onder handen, maakt shots en jingles etc., en
kan nu al tevreden constateren dat hij goed boert.
Toch ls hH niet de enige tn het vak. Hij weet aan zijn
zliden een even florissante Pieter Gnemnns (een dui
zendpoot op het gebied van liedjes en teksten, en al
leen al door zijn succesvolle „Aan de Amsterdamse
grachten" hoog genoteerd op de markt), voorts door
de maatschappij van Benny Vreden (lange jaren Ba
rend Bluf voor de radio) én zijn zwager Dick de Vil
der (opgegroeid in alle sectoren van de publiciteit)
en nog enkele anderen.
men 's zondags in het stadion kan beluisteren. Ge
woonlijk krijgt men een hoogst eenvoudig, direct aan
sprekend liedje te horen. Maar dat neemt niet weg
dat er veel vakkennis bjj komt kijken.
e sfeer van het liedje moet bfl het produkt pas
sen. Het moet duidelijk te onderscheiden zijn
van andere reclame-liedjes. De tekst moet meer
dan goed te verstaan zfjn, direct en simpel de
reclame-boodschap verkondigen. Het moet op een of
andere manier een „gimmick" bezitten, d.w.z. een
opvallend trekje, een karakteristiek effect, een soort
kenmerk, waardoor ook dit ene liedje, evenals alle
andere jingles in het (onder)bewustzljn van de luiste
raar blijft hangen. Een jingle korter dan een mi
nuut moet een spel spelen met emoties, niet appel
leren aan de logica, het moet herhalen, suggereren
associaties opwekken, enzovoort.
Liever maakt men geen gebruik van bestaande mu
ziek. Een van de redenen daarvoor is dat men de kos
ten met auteursrechten verhoogt. Bestaande muziek
ook kan associaties opwekken die misleiden. Men heeft
eens een reclametekst gemaakt op het liedje „Bri-
waarmee Benny Vreden de voetbalsupporters muzi
kaal pleegt te laven?
Daverende successen komen in deze branche
meestal even onverwacht als bö bet andere slag
populaire liedjes. In deze zin mag men wellicht
„Vazalon" noemen, een orchestrate cha cha
cha waarin aanvankelijk op enkele rust unten op ge
wone spreektoon het merk werd genoemd. Het merk
moest met dit liedje geïntroduceerd worden. Nadat
dit voor de commerciële radio de nodige keren was
uitgezonden, haalde men de gesproken te>jst weg
verkocht de muziek aan een muziekuitgeverij, braern
er een tekstloos plaatje van in de handel, en ni.
kan men het onder dezelfde titel (merknaam voor
lingerie) via de Nederlanr se omroepen, in juke-boxe:
en van pick-ups beluisteren De pianobewerking onder
vindt in alle argeloosheid eveneens goede aftrek.
De mogelijkheden zI1n groot. Een lipstick-fabrikant
liet een plaatje maker waarop aan de ene kant een
aardig muziekje stond en aan de andere kant een
voorlichtend verhaaltje over make-up. Hij bestelde
er tweeduizend, die h(j door de winkeliers voor 4,95
liet verkopen. Op deze manier verdiende de winkelier
er wat aan en had de fabrikant een mooie reclame.
De dames zijn er op afgestormd. Op net ogenblik zijn
al bijna 30.000 van deze plaatjes geperst en ver
kocht. Een zelfde succes verwacht een thee-fabri
kant, die in oplagen van tienduizenden sprookjes van
Piggelmee op de plaat heeft laten zetten. Een gram
mofoonplatenfirma zou er 6.25 voor vragen. De
theefabrikant verkoopt ze zonder noemenswaardig ver-
les voor negentig cent. en zal er wel bit varen,
vant zijn naam staat op de hoes.
Benny Vreden en Pieter Goemans maken gewoon
lijk zelf de teksten en liedjes die zij uitbrengen. Thijs
Chanowski besteedt op dit gebied bijna alles uit, ter
wijl h;j genoeg van dit werk op de hoogte is om te
beoordelen of zijn opdrachten goed vervuld zijn. Na
genoeg iedereen in de vaderlandse kleinkunst of show
business is gaarne bere'd mee te werken aan audi
tieve reclame. Soms heeft een grammofoonplaten
maatschappij bezwaar om een bij haar gecontracteer
de artiest voor een speciale campagne in te zetten, die
wellicht strijdig is met de „image" die de maat
schappij voor deze artiest wil kweken of in stand wil
houden. Thijs Chanowski echter kan de zaken ook
omdraaien door zelf artiesten onder contract te stel
len, die hij ook weer als free lance radio- en televisie
regisseur voor niet-commerciële programma's kan la
ten optreden. „Iedereen is te krijgen", zeggen hij en
zijn collega's. De prijzen voor hun medewerking han
gen natuurlijk af van hun „marktwaarde". Vele zan
geressen en zangers van naam kan men voor het zin
gen van een jingle een bedrag tussen de 35 en 50 gul
den betalen. Rudi Carrel, Jules de Corte, Johnnie
Kraaykamp, Wim Povel „de duurste hoorspelstem van
Nederland'' zullen meer gegireerd krijgen, maar wor
den ook voor de wat exclusievere opnamen gevraagd.
De zaak die een opvallende stunt wil uithalen, zal
er dan ook wel iet£ voor over hebben. Zo is er een
fotohandei die als relatie-cadeau een plaat verstuur
de met aan de ene kant een moppen-vertellenrie Max
Tailleur en aan de andere kant propagandistische lied
jes over de fotografie, gezongen door Corrie Brokken.
Dat is toch heus niet zo alledaags op de platenmarkt
De bedrevenheid in de auditieve reclame ts in kor
te tijd hoog gestegen. Men stelt voor de com
merciële zenders hele programma's samen,
waarin de advertentie op allerlei manteren is
opgenomen. Dat kunnen hoorspelen zI1n wedstrij
den, prijsvragen, en ook „spots" Deze „spots" zijn
van heel korte duur. zijn slechts een reclame-tekst
met een muzikaal herkennmesthema De ideeën voor
de auditieve reciame-hoodschapnen en de zendklare
programma's behoeven niet altHd van een der ge
noemde Nederlanders afkomstig te zijn. men koop'
ze ook uit het buitenland vooral Frankrijk en Ameri
ka. Ze hebben hun succes veelal bewezen en hoever
nu slechts voor ons land aangepast te worden.
HENK SUèR