- 4it *- S Uitstekend boek van dr. P. H. Pott Ooggetuigen waren vroeger schaars en onbetrouwbaar Het levenswerk van OSSIP ZADKINE Recente beelden in Arnhem geëxposeerd boeiend IK i VANEEN KARAKTER WESTEN EEN KIJK OP DE BUITENWERELD MET VEEL HORTEN EN STOTEN KREEG HET ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1962 rtUlNA 11 -- V S-^AN- A **t 1 44* le zich in het Parijse Lou vre heeft vergast aan Van Van v, D«ck's grandioze evocatie n het Engelse ridder-ideaal in Kar ,g?nte Portret van Koning k]p.el is gauw geneigd een piep- kah'n Portretje in het Hollandse de? 'ir^over ket hoofd te zien dat Van h 6 koning voorstelt. Het is Rp j hand van de Haarlemmer tiir' Poh' een weinig bekende een"enoot van Van Dijck, maar ivie Set een fotografisch oog, voor ge 4arel I niet meer was dan een *ht dat zo natuurgetrouw mo- tir 3> verf moest worden gere- dr' C!Uceerd- De Karei I van Hen- sch Pot is allerminst een heer- "aP om er een goede J*te vernoemen. Het ge|a^onooglijk heerschap, eerlijk sigaar is een H9Ék v Cge be f^cepalen omdat'm «Me «v? in drionn"aSt0ten heeft de mens Op 14 juli is de Russische beeldhouwer Ossip Zadkine 72 jaar geworden. Een groot overzicht voornamelijk van recente beelden en wandtapijten is thans in het Gemeentemuseum te Arnhem te zien en heel de stormachtige ontwikkeling die deze emigrant doormaakte vindt eigenlijk haar neerslag in de beel den van de laatste jaren. Het is of hij teruggrijpt op vroegere verworvenheden en zowel de ge sloten torso's als de warrige vorm- uitbarstingen keren thans terug. Men zegt wel eens dat Zadkine in Nederland meer gewaardeerd wordt dan in Frankrijk of Italië. Hij heeft vele vrienden hier te lande, zijn werken zijn in vele collecties te vinden en zijn chef d'oeuvre is wellicht zijn beeld /oor de verwoeste stad Rotterdam. J3k ^"34, is men geneigd te den- «H 'us°ml derde met zjjn ogen dicht. *<3ltept e uit wat zÜn fantasie op de teerde ant van 7Ün oogleden projec- in Z en dat was precies wat Karei I ^Ur]iiugen van z«n onderdanen en na- lijir 00 k in eigen ogen moest v0o;. ®®n vorst, een symbool van «Vgnai ^ikheid. De spiegel is derii?js het fototoestel, een verra- s'®cht onthuPer. maar beide geven kosth een momentopname, die het tljr, aarste van de mens, zijn fantasie, dat C®voe' van eigenwaarde, het beeld iti .pJ van zichzelf heeft geprojecteerd j. iaderen, verborgen kan houden. di0u, aardrijkskundeleraar uit het ge- Wttk Van Gerard den Brabander spant en rt„en duim tussen Dover en Calais doceert „Het Kanaal", maar in zijn asie ziet hjj: "de weeke buik van de verzande daar bocht ar wenkte wuft, half uit 't bewo- 4« gen vocht zeemeermin en rinkelde met schel- Pen" 6gen'0geI en fnntasie, open en gesloten °or]n vei"keren meestal op voet van Verr Sla de oude fotoboeken van ba,landen op en alles ademt een ca,,7a rust. Zo kon de Parijzenaar "Qelaire nog van Holland dromen: »vois sur ces canaux van de oudheden van Persepolis, zegt dr. Pott, zijn nu nog van wetenschap pelijk belang. Cornelis de Bruin was de ideale reiziger; een kunstzinnig man zonder vooropgezette ideeën en met een diepe belangstelling voor de mensen, die hij ontmoette. In diezelfde tijd opereerde echter de Franse oplichter, die zich getooid had met de naam Georg Psalmanazaar. Deze had een veelgelezen en rijk ge ïllustreerd boek over het eiland Formo sa gepubliceerd, dat hij volkomen - uit zijn duim had gezogen. Het boek verscheen in Londen waar Psalmanazaar zeer welkom was, omdat hij geen goed woord 'had voor de Hollandse handelsconcurrenten. Even min trouwens voor de Jezuïeten, hoewel die als schrijvers van deskundige vol kenkundige studiën in die tijd hun ge lijke niet hadden. Psalmanazaar gaf, gehuld in een exotisch gewaad, les in een brabbeltaaltje van eigen maaksel, dat hij Formosaans noemde en de da mes onder zijn leerlingen bracht hij in verrukking met minnedichten, die even eens aan zijn vruchtbare fantasie wa ren ontsproten. Later zei hij: „Hoe meer kwaad ik sprak van degenen, die men haatte, des te meer ondersteuning ontving ik; het vak was niet moeilijk." De bewuste vertekening terwille van economische of andere rivali teiten is al niets nieuws. Het Engels heeft een rijke schat van bijzonder laatdunkende eigenschappen, die aan s de „Dutch" worden toegeschreven. En hoe lang zal het nog duren voor- dat de „rare Chinees" uit onze taal is verdwenen. - - Afj Dr. Pott trekt de lijn tot op de dag jÉjPwT van vandaag door. HH signaleert de fr; "S .-L„griezel-Chinees" van Ton van Duinho- W. 'WreBl'' ^^^"^TIIWTIff^nffV ven, die onlangs nog in het „Chin se i JfjÊL %^Swf0| Landhuis" voor de televisie alle mis- WÉ&SÊÊM verstanden over de Chinese cultuur f V-Sll.'gweer eens oprakelde. Hij legt de vin- /mm eer op de eens zo populaire Tiger van WWW 'N* I Eschnapur", die een volkomen ver- fMÉi 'i q ^wÉjlpIry twiSmfrJmS'Wf fakend beeld geeft van het leven in Ir k-WLÏit JHwr\ 'AarTf ïndië- H'j signaleert de merkwaardige ff 'iAS -W? t i dualiteit in de Wild West-films, die nooit rv* iSHn mÊÊ%ÊÊ$ÊÊf-j* goed raad weten met de rol die de oFii^: 1 f. Indiaanse tegenstanders moeten spelen. Kijk naar de glimlachende weldoor- .r Tttfjmétm I 'SL voede mandarijnen, die de chinoiserieën BI ISMrntjf tin de Franse salons bevolken en lees «isffc **r£ dan de verhalen van de Boxersopstand. r' i i'w Hoe rvjmt de mens in het Westen de -• rozengeurende tuinen van Omar Kay- yam met de oliegevechten van Mossa- deq en hoe de Duizend en een Nacht Cornelis de Bruin, de ideale reiziger, hier een pijpje smorend bij de nomaden met de huidige bewindhebbers in Bag- in Rusland. tot op de dag van vandaag vertoont dit beeld nog het scala van alle denkbare gemoedsstemmingen. Voor de Russen is het Westen voorlopig een „stinkende geit" en voor de medestanders van dr. Paardekooper vertoont het Waalse Bel gië ook niet bepaald de nobelste trek- hoeft geen liefde ken der Latijnse cultuur. Dr. Pott's onderzoek is echter alleen gericht op het beeld dat het Westen zich van de rest van de wereld heeft gevormd sinds de Kruisvaarders de eer ste stap zetten die later tot de verove- 11 ring van vrijwel de gehele wereld zou £)r leiden. Hij heeft bijzondere aandacht zon"' dad. En wat te denken van de eens voor barbaren uitgekreten negers, die nu met hun oude sculptuur een diepe invloed uit oefenen op de moderne beeldhouwers van het westen. Het proces is voortdurend gaande. Terwijl de aardrijkskundele raar van Gerard den Brabander nog droomt van zeemeerminnen, van Ispa han, Zanzibar, Taj Mahal en Granada, gaat de wetenschap voort om de cultuur van zelfs de kleinste volkjes nauwkeu rig in kaart te brengen. De tjjd, die dr. Pott zo begeert, van een ontmoeting op het persoonlijke vlak staan geen grote hinderpalen meer in de weg. Hij is voorzichtig in zün slotconclusie van zijn boek. Het is niet de wetenschap alleen, die de conflicten kan uitbannen. Zelfs de meest gede tailleerde kennis van eikaars cultuur voort te brengen. Maar als het leidt tot een zeker in zicht van de betrekkelijkheid van eigen zeden en tot een krit'sche toetsing van eigen houding, is er ai veel gewonnen. BEN KROON P. H. Pott. „Naar wijder hori- Kaleidoscoop op ons beeld van de buitenwereld. Haag 1962. Mouton en Co. Den Ur°Peane7l op weg naar een diner in Cochinchina in 1879. Angstvallig worden de westerse gewoonten in de vreemde omgeving gehandhaafd. voor de vertekeningen die al spoedig zijn onlstaan door ondeskundigheid, eigen zinnigheid, oppervlakkigheid en pure .an- tasie. Hoe lang heeft het Westen niet no- -? dig gehad voordat uit de verhalen der ontdekkingsreizigers een enigszins ver- antwoord beeld werd gevormd van de jffit f5?N_ cultuur van vreemde volkeren. Hoe lang <1^ jgteaü?" heeft het geduurd voordat men oog. oor en hart ojaenstelde voor d° eigen aaTd gfr van de vreemde volkeren. Op dezelfde wereldtentoonstelling jl van 1883 in Amsterdam waar de Su- Q, WmBlSlk rinaamse inboorlingen levensecht te K JDuHB m bewonderen waren, presenteerde zich ook een groep Javanen met een ga- JKVhPH' melan. Terecht vrezend dat de onge- W' oefende Hollandse oren in deze mu- j ziek niet veel meer dan „monotoon 3L getjingel" zouden horen, had men de j 'gamelan zo verbouwd dat zelfs ..Wien j Neerlandsch Bloed" en „God save the Queen" ten gehore konden worden ge- I 4*-1 bracht. Het pronkstuk staat nu in de kelders van het Museum voor Volken- kunde, want het is onbruikbaar voor J Javaanse muziek. j De illustratoren vooral hebben in de i 'm 't loop der eeuwen talryke misverstanden Wl veroorzaakt. Zij moesten zich thuis uit [Ai' V de verhalen van de reizigers een beeld vormen en dat beeld was er meestal 3Hf i j ver naast. Daarom, zegt dr. Pott, klopt JÊm&Bf? J er soms weinig van de illustraties in «MMjl. s de boeken van Jules Verne, want zijn J tekenaars snuffelden in dezelfde oude f reisgidsen met hun fantasieprenten als I Jules zelf. Niet alle handelaars waren als de zeventiende-eeuwer Nicolaes Wit- sen, die op eigen kosten de tekenaar Cornelis de Bruin naar Rusland en In- die stuurde om het leven daar in teke- - s ningen vast te leggen. De resultaten Zo zag de Japanse schilder Shiba Kokan kunnen na 2'/s eeuw nog steeds de toets omstreeks 1820 een Nederlandse bewoner der critiek doorstaan en de tekeningen van de factorij op het eiland Deshima. naamse inboorlingen „in hun natuurlijke omgeving" stelling van 1883 in Amsterdam. op de Wereldtentoon- öopt 'L ces vaisseaux j, humeur est vagabonde". l^ter de horizon van het rumoe- O v>v; LI-, "Uivan act uinuc c® lanri rS za8 Baudelaire dat beloof- eauté !JëSen; een land van „ordre e u con^w' calme et volupté" Pafen 7i„u ert men dat de oude foto- b bioe,..^ ^el tot statische pastora- :ttfe hon Palen omdat ze met hun ®8ihe J'Tltingstyden geen enkele be- j?« rn0p^!ctl ,wel tot statische pastora- Ze gin8 kona 8st^den geen d»11 en hT ,en toestaan. Sinds de len- her a,®n sneller zyn geworden bh-d in i^easelÜl< oog rumoert de we- ii®'en. \A 'otoboeken even erg als er j. htal r,;„A han de toeneming van het bo r tot i'Urale decibels vrijwel van tcw aald ri„r yolgen. Die groei werd VVa°techniek1 -ie. ontwikkeling van de ^tlt met door het object zelf, veranderde aauwelijks. y h "*,UC1 nc .iduwei\jf de hem r eeuwen zijn kennis ti^htaakt Tringende wereld eigen van ri w'sten de middeleeuwers ^Üb. dat ^?rei,d ,bu'ten het Ijzeren Va", llet'beroemd ohristenheid omsloot? ®vi ^ëzeinv^ tympaan van de kerk all^§ehewoorrin ??urgondië. dat het hol Volkeren/? "Gaat en onderwijst •toL^n zondeJ-e eeldt' wemelt het *4 ekoPt>en m ge wezentjes met 'an cycfonee'e et enorme oren en met '4® heef? h 8 op het voorhoofd. Hoe be«r wil,1 JIV geduurd voordat men de hden a .deze gedrochten niet Wen uise 'ofeenmin als de centaur en tiemors van u"rn- Hoe zullen de in- ben eeu4 h'jvoorbeeld, het zeven- °P de tfo P°,orn gereageerd heb- verhalen van de zeelieden, die de reis om de Kaap hadden over leefd en niet uitgepraat kwamen over de gouden tempels en de. in hun ogen bizarre zeden der Aziaten. Trouwens nog geen honderd jaar geleden vergaapten zich de Amster dammers op hun Wereldtentoonstel ling aan een troep levensechte Suri naamse inboorlingen die in hun blootje te kijk werden gezet alsof het wilde dieren waren. Wisten die Am sterdammers veel. Eeuwen lang heeft men Casper, de zwarte koning der drie koningen, afgebeeld als een zwart gemaakte blanke. Eerst Rembrandt zou een volkomen natuur getrouw en tegelijk menselijk diep ontroerend beeld geven van een „zwarte Moor". Hij liep trouwens met alle Amsterdammers uit toen voor de eerste maal een olifant en later een leeuw werden tentoonge steld. Hij heeft ze dagen lang zitten tekenen. r. P. H. Pott, de directeur van het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden, heeft het voortdurend wisselende beeld dat de vol keren zich van elkaar vormen, aan een onderzoek onderworpen en daarover een bijzonder interessant, lezenswaardig boek geschreven. Hij heeft een onuit puttelijk onderwerp aangesneden, want Ossip adkine naast een van zijn werken op de tentoonstelling te Arnhem. Maar wanneer men de lijst van ten toonstellingen ziet dan bespeurt men dat hij over geheel de wereld vertegenwoor digd is geweest. Deze kleine beweeglij ke en ook wel zelfingenomen man heeft een geweldige productie in zijn gehele king met de ruimte. Dit is meer dan alleen het silhouet van het beeld. Zadkine heeft deze grondgedachte sterk uitgebuit maar soms is het alsof we van een -eker maniërisme kunnen spreken. Bij het beeld in Rotterdam spreekt de uitgeholde vorm van het lichaam sterk litterair aan. Men kent het verhaal van de figuur waar het hart uit is weggerukt. Maar bij een gro ter overz'cht bemerkt men dat de mees te beelden deze karaktertrek bezitten en het hulpeloos gebaar van in de lucht klauwende handen komt ook geregeld terug. Merkwaardig is dat Zadkine de laatste tjjd weer werkt in een trant die hem kenmerkte in de twintiger jaren: houten torsen met gegraveerde handen en een gepolijst oppervlak vindt men steeds weer terug. Hierin handhaaft hjj hoogtepunten van zijn werk Ook de uit een boomstam gehakte figuur, zoals zijn nieuwste werk „Prometheus," toont hem in zijn s'erke vitaliteit maar bij zijn beeld voor Vincent van Gcgh en de vele voorstudies daarvan heeft het hem beslist aan allure ontbroken. Destijds op de laatste Sonsbeeck-ten- toonstelling bleek deze vergissing dui delijk. Soms wekt zjjn werk de indruk nu reeds gedateerd te zijn. Dat ziet men ook zo goed aan „De gevange nen", een beeld dat ons kor* na de ocr- log bijzonder inspireerde en thans bljjkt dat het toch te veel tot een theatraal gebaar geworden is. De laatste jaren heeft Zadkine ook een groot aantal tapijten in Auousson laten weven. Doorgaans zijn het motie ven van mensen die tot bomen of bo men die tot mensen geworden zijn. Ook hier weer toont hjj soms een bijzonder warrig karakter en het komt mij voor dat de kartons voor de tapijten dik wijls naar kleine gouaches of tekenin gen zijn gemaakt. Zadkine bljjft dan ook op de eerste plaats beeldhouwer en zjjn laatste avontuur met het kleurrijke wollen materiaal lijkt mjj niet geheel geslaagd. Deze kritische opmerkingen doen ove rigens niets af aan de algemene bewon- leven gekend. Hjj schuwt daarbjj het De drie Gratiën een gepolijst beeld van dermg die ik voor Zadkine koster en materiaal niet en ettelijke boomstam men heeft hjj omgevormd tot wonder lijke plastieken. Bjj die grote productie zou een sterkere zelfkritiek en selec tie ongetwijfeld de kwaliteit ten goede zjjn gekomen. De 70 beelden die thans te Arnhem staan opgesteld tonen wel het vastberaden productieve leven maar ook geven ze een beeld van verwarring. Al zegt Zad kine in een van zjjn uitspraken: „Wjj beeldhouwers van deze tijd vleien ons met de gedachte de enkelen te zjjn die ontkwamen aan het innerlijk bederf van de 19e eeuw, een eeuw waarin de eens zo machtige taal meer en meer tot verval geraakte. Wjj zjjn het die het z[ch voornamelijk nog maar wist uit te voor de vitaliteit van zjjn karakter bljjft deze tentoonstelling een zeer le vendige getuigenis. MARIUS VAN BEEK evenwicht herstellen in een kunst die De „status" van de Europeaan in de Congo vereiste, dat hij zich in een hangmat tiet vervoeren, hetgeen een inheemse houtsnijder tot deze humoristische sculptuur verleidde. drukken door de natuur zo natuurlijk mogelijk na te bootsen. Haar beste en meest talentvolle vertegenwoordigers, zoals Carpeau, Dalou en tenslotte Kodin hadden geen begrip voor de grondbe ginselen van het beelden en zijn onveran derlijke wetten. Voor hen bestond alleen de heftige gemoedsuitstorting, waardoor zjj tot een ontwaarde verheerlijking van het oppervlak gedoemd werden die haar uitdrukking vond in een tot uiterste ge voeligheid opgevoerd modelleren waar van de uitzichtloze en vaak ronduit Ier Ijjke resultaten al onze openbare par ken en gebouwen sieren." Deze uitspraak is niet van arrogantie ontbloot en men vraagt zioh af of het vormbesef van de moderne beeldhouw kunst dikwijls niet evenzeer tot een ver heerlijking van het oppervlak gedoemd is. Juist in de abstraherende kunst is dikwjjls sprake van een verheffing van de uiterlijke schijn, waarbij de gemoeds gesteldheid tot het uiterste wordt opge schroefd en in de beelden van Zadkine kan men zeker niet altijd zeggen dat de emotie een adequate vorm in de ex pressie van het materiaal gevonden heeft. Bedenkelijker wordt het, wanneer vondsten die een eigen plastische taal ontwikkeld hebben, klakkeloos in latere werken opnieuw worden aangewend. Zad kine is het geweest die ontdekte dat een holle vorm een even sterke plasti sche werking kan hebben als een bolle. Hierdoor kon hij zjjr, spel met plasti sche volumen door het invoegen van een zeker letterlijk negatief element aanmerkelijk verruimen. In de plastiek een boomstam aehokie Prometheus is de vorm bepaald door zijn aanra- van Ossip Zadkine. naar wijder horizon

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 11