Padula herdenkt vermoorde
detective PETROSINO
Wraak van Maffia jegens
topman van VS-politie
Chefarine 4
The art of
Pipe Smoking
fruitsappen
HYACINTH HERMANS
60 jaar prediker-per-pen
Oreste Pinto vertelt over
con tra-spionage
Zijn .,Spycatcher" vertaald
E
NASUTION ONDERSCHEIDT JANI
Merkwaardig natuurtalent
CHEFAROX
Aanslag in 1909 nimmer opgehelderd
4-voudige combinatie, een
wetenschappelijk succes!
NAV O-studenten
conferentie
Freddy Schotte
met zijn moeder
in Nederland
Het „voodooïsme
in Amerika
In het wegverkeer
omgekomen
M
pagina
Nog redding mogelijk?
Studiereis van Chandu
Maagklachten?
In eerste jaarhelft
Grotere export van
tuinbouwproduktèn
Johanna Bordewijk-
Roepman
DINSDAG 14 AUGUSTUS 1962
De 12e maart 1909 werd een
zekere Guglielmo De Simo-
ne op de Piazza Marina te
Palermo door een sluipmoorde
naar doodgeschoten. De dader is
nooit gevonden, niettegenstaande
de Italiaanse en de Amerikaanse
politie alles op alles zetten. Want
De Simone was in werkelijkheid
een topman der Amerikaanse
federale politie, de Italo-Ameri
kaan Guiseppe Petrosino. Hij was
47 jaar oud, toen hij sneuvelde.
Zijn dood liet een plaats open, die
lange tijd niet door een even be
kwaam man als hij gevuld kon
worden en menselijkerwijs ge
sproken kreeg toen een onder
wereldgeneratie van Ciro Ter
ranova en Ignazio Lupo tot Joe
Adonis, Lucky Luciano en Frank
Costello haar kans.
Een belangrijke ontdekking op ge
neeskundig gebied is „synergismus".
Hiermede wordt bedoeld de weder
zijdse versterking van verschillende
geneesmiddelen. De vier middelen
verenigd in Chefarine „4" - elk af
zonderlijk al beroemd - werken te
zamen nog beter. Ze helpen vaak
ook dan, wanneer andere middelen
falen en doen werkelijk wonderen!
Dodelijke val
Drink het pure sap uit rijpe, zoete
sinaasappelen.- Drink B3 Jus d'Orange.
Puur verrukking! Puur gezondheid! Puur
verkwikking! Geniet van B3Jus d'Orange.
appelsap Jus d'orange
tomatensap tomatencocktail
vormlrf
(Van onze Romeinse correspondent)
(Adver tentie)
Viér werkelijk betrouwbare middelen
helpen elkaar en... doen wonderenI
BEROEMDE GENEESMIDDELEN
IN ÉÉN TABLET
Tegen pijn en griep. Geschikt voor een gevoelige maag,
«ent die wordt beschermd door het bestanddeel Chefarox.
SO tabletten 10.80,40 tabletten f 1.50,100 tabletten f 3.50
Er is een boekje van zestig blad
zijden verschenen bij Curlew
Press Limited te Londen over
het roken van pijpen. De schrij
ver is Joaquin Verdaguer, naar de
naam te oordelen een Zuid-Amerikaan
oi een Portugees, naar het boekje te
oordelen een verrukkelijke man.
De eerste en wel zeer korte zin,
waarmee zijn geschrift begint, is de
vraag: what is important in life, the
whole or the parts? Hij antwoordt:
de grote dingen komen maar een
paar keer voor in ons leven, de klei
ne alle dagen. Het roken bijvoorbeeld.
Wel nu: Ovidius schreef zijn Ars
amandi, een andere poëet zijn Ars
moriendi, Joaquin zijn Ars fumandi.
En dat is het roken van een pijp. Een
sigaar még wel, is zelfs aan te be
velen. maar het is beginnerswerk. De
volheid van het roken is de pijp. Over
de sigaret vallen boze woorden: er
is verschil tussen roken en roken.
Laten we daar aan vasthouden! Hij
heeft het niet over het iin brand steken
van een sigaret puffing at it ten or
twelve times, and tossing away the
stub. Call this sport by any name you
like, but, for heaven's sake, don't call
it smoking".
Velen zijn geroepen maar weinigen
uitverkoren. Verreweg de meeste
mensen blijven in hun juvenile staat
van sigarettenrokers, en betrekkelijk
weinig mensen halen de volmaakte
rokersstaat: de pijp. Maar de pijp
rokers hebben voor hun hooggestem
de bedrijvigheid heel wat moeten over
hebben in de loop der geschiedenis.
Er is een Perzische barbaar geweest,
Abbas de Grote, Shah, die een decreet
uitvaardigde, behelzende de medede
ling dat de lippen van pijprokers zou
den verminkt worden. En het is nog
maar twee eeuwen geleden, dat de
pijprokers in Turkije aan de kaak wer
den gesteld met een bungelende pijp
aan hun doorboorde neus. Ln nu? Pij
pen op straat, in de trein, in de ka
mers, en etalages vol pijpen in de
winkels.
Verdaguer vertelt dan in het kort
de geschiedenis van de pijp en ver
zuimt niet te vermelden, dat de oud
ste aarden pijp is aangetroffen in Ne
derland.
Een mooi hoofdstuk is On Smoking
a Pipe. Geen kinderwerk, laten we
daaraan denken. Alleen voor mannen
en liefst voor wijze mannen. Want de
pijp en de man zijn samen één feno
meen. My pipe and I. Wat kan je
gebeuren in je geliefkoosde luie stoel
met je geliefkoosde pijp?
Doux charme de ma solitude,
Brülante pipe, ardent foumeau,
Qui purge d'Humeurs mon cerveau
Et mon esprit d'inquiétudes
Vóór alles wordt de „briar" aanbe
volen, de doornstruik, de brem. Zo'n
pijp kan alleen gemaakt worden door
een kunstenaar, een priester van de
ptjpcultus en die worden alleen in En
geland gevonden. Bruyère dus.
Dan volgt nog een lesje in het pijp-
stoppen. Wat daar al niet van af
hangt: je humeur, je levensgeluk, je
dromen, je rust. Wie daarvan weet,
begrijpt eerst goed, wat de Franse
uitdrukking „II a cassé sa pipe" be
tekent. Deze droeve woorden spreekt
men, als iemandgestorven is.
Maar tot zo ver: smoke, smoke
your pipe
O, pijprokers, leest dit heerlijk boek
je, want het is voor u geschreven,
_elukkige
buiten staan en nimmer zullen in-
meer dan voor de ongel
gaan.
tigen, die
n in-
Dbg.
Petrosino werd in augustus 1862 ge
boren in het Zuiditaliaanse plaatsje
Padula. In 1880 emigreerde zijn fa
milie naar Amerika. De vader was
kleermaker, maar Giuseppe was niet
voor de schaar, el en spelden geboren.
Hij begon zijn leven op de traditionele
manier van krantenjongen, bordewas
ser, schoenpoetser en wat dies meer
zij. Het was in de tijd, dat de emi
grantenschepen legers van paupers
aanvoerden, die vaak zonder geschikt
heid, zonder enige materiële of gees
telijke voorbereiding hun geluk gin
gen beproeven in de fabuleuze nieuwe
wereld. Het grote gros vond het ge
droomde Klondyke nooit. Een aantal
wist zich er moeizaam boven op te
werken, heel enkelen brachten het
ver. De litteratuur geeft aan, dat van
deze heel enkelen de meerderheid het
ver bracht in demisdaad.
Waarom Giuseppe Petrosino, die al
spoedig met de onderwereld in aanra-
(Van onze correspondent)
OOSTERBEEK, 13 aug. De vraag
wordt weieens gesteld of de Navo nog
wel een lunctie heeft te vervullen. De
Berljjnse muur is het symbool voor
het bevestigend antwoord dat op die
vraag moet worden gegeven. Aldus dr. p.
Koets onder wiens voorzitterschap
vanmorgen hier in „De Pietersberg"
de vierde conferentie van Navo-studen-
ten officieel is geopend door de staats
secretaris van Buitenlandse Zaken, dr.
Van Houten.
SCHIPHOL, 13 aug. Twee grootmoe
ders, een grootvader en ettelijke tantes
hebben gisteravond stilletjes tranen weg
gepinkt bij het weerzien van de negen
jarige Freddy Schotte, zoontje van een
Nederlandse immigrant in Australië, die
door zijn moeder naar Nederland is ge
bracht in de hoop, dat zij ergens in
Nederland of Europa nog redding voor
hem zal weten te vinden. Volgens de
Australische artsen lijdt Freddy aan
kanker.
„Ik heb nog geen vaste plannen," zei
de 34-jarige mevr. Schotte-v d. Berg
berustend, „ik moet het eerst een dag
aanzien. Nee, de berichten zijn niet
overdreven, de diagnose van de Aus
tralische artsen is helaas aan geen twij
fel onderhevig."
Vier weken lang was de jongen de
vorige maand in een ziekenhuis in Mel
bourne verpleegd. Daar constateerden
de artsen de oorzaak van de pijn, die
Freddy in buik en benen had. Meer dan
de pijn stillen konden ze niet. Ze gaven
de ouders in Australië helemaal geen
hoop meer, maar misschien zou er in
Europa een heel kleine kans zijn.
Toen kwam, zoals wjj zaterdag meld
den het lot letterlijk te hulp. Hoe lang
mevr. Schotte, die elf jaar geleden met
haar man naar Australië emigreerde,
thans hier zal blijven weet ze niet.
Ze had een enkele reis genomen. Haar
man en haar twee andere kinderen, een
dochtertje van zes en een zoontje van
vier zijn in Australië achtergebleven.
Ze wonen daar in Ararat in de pro
vincie Victoria.
DEN HAAG, aug. Dezer dagen
is na een reis van ruim vijf maanden
öoor Noord-, Centraal- en Zuid-Amerika
in ons land teruggekeerd de heer J.
Chandu. Het doel van de reis, die deze
Hagenaar heeft gemaakt, was onder
meer de studie van godsdienstige riten
en van parapsychologische verschijnse
len, zoals deze bijvoorbeeld bij India
nenstammen op Haïti en in Zuid-Ame-
rika voorkomen.
In totaal heeft onze landgenoot niet
minder dan 5000 dia's gemaakt, waar
van hij er 1500 zal gebruiken voor drie
avondlezingen. De eerste van deze serie
gewijd aan Noord-Amerika is ge
titeld: „Droomreis door dollarland", de
tweede, welke over Midden-Amerika zal
gaan, is geheten: „Piraten, plunderaars
en vulkanen" en de derde, waarin de
reiziger Zuid-Amerika bespreken zal,
wordt aangekondigd als „in het land
van morgen misschien?" De lezingen
zullen verder geïllustreerd worden door
op een bandrecorder opgenomen geluids
effecten.
Eén van de interessantste aspecten
van de reis» was de studie van het
„Voodooïsme". in het binnenland van
Haïti en in een aantal Zuidamerikaan-
se staten. Onder Voodooïsme, zo zei de
heer Chandu, verstaat men een vorm
van religie en magie, welke de neger
slaven destijds uit Afrika hebben ge
ïmporteerd. Bij dit Voodooïsme spelen
zowel „de witte magie" als „de zwar
te magie" een rol. Met de eerste wil
men zieken genezen en met de tweede
tegenstanders vernietigen. De deelne
mers aan zulke voodooïstische seances
brengen zich zelf met zang en dans
onder het aanhoudend geroffel van
trommels in een soort trance, waarna
zij, volgens hun opvattingen, media van
rorden. E
ong
de omgéving van Rio de Janeiro en Ba-
allerlei geesten worden. Een soortgelij
ke religie en magie vindt men ook in
hia, maar daar draagt zij de naam
van „Macoumba".
In het algemeen zijn de hierbij ge
bruikelijke riten zeer luguber. De oude
primitieve magie, gelijk de Maya's de
ze nog propageerden, zag de heer Chan
du in Chichicastenanga (Guatemala).
Een zeer primitieve stam is die van de
„Motilonen", gevestigd op circa 200
kilometer van Maracaibo. Pas in 1960
is het een rooms-katholieke orde in
Venezuela gelukt deze mensen te bezoe
ken en heelhuids terug te keren, want
tot dat jaar werden alle vreemdelin
gen onherroepelijk door de Motilonen
vermoord.
king kwam, de andere kant op ging,
is niet bekend. Misschien bood de hech
tere sociale basis der familie hem steun.
Toen hij twintig was, gaf hij zich op
voor de politieschool. Hij was een sterke
jongen, moedig en intelligent, een mees
ter op de wapens, een meester tevens
in het zich vermommen. Petrosino
maakte snel carrière. Hij wist de
hand te leggen op misdadigers, die tot
dan toe politie en justitie hadden weten
te ontsnappen. De mentaliteit, gedach-
tengang en werkmethoden der gangsters
kende hij als geen en Petrosino werd
de schrik der onderwereld.
De maffia veroordeelde hem ter dood,
maar steeds was de luitenant-recher
cheur zijn tegenstanders te slim af.
Toen hij in de kracht van zijn leven
stond en beroemder was dan zijn fictie
ve tjjdgenoot Sherlock Holmes, stelde
hij zich tot taak de zeer gevaarlijke
gangsterbenden, die opereerden onder
het symbool van „De Zwarte Hand" op
te rollen. Zijn onderzoekingen wezen uit,
dat enige belangrijke Italo-Amerikaanse
figuren in het politieke en economische
leven achter de Zwarte Hand stonden
en dat er tussen hen en de Siciliaanse
Maffia verbindingen bestonden.
Om de organisatie in haar werke
lijke leiding dodelijk te treffen moest
hij zijn speurwerk bekronen met ge
gevens uit Italië. In februari 1909 stak
Petrosino over, Zijn twee adjudanten
waren gewezen zware jongens. Alles
voltrok zich als top secret. Een geze
ten Amerikaans burger De Simone
kwam in Rome aan. Hij werd ontvan
gen door premier Giolitti en was de
gast van de Romeinse politiepresident
Leonardi. Als toerist reisde hijwat
rond en zo kwam hij in maart op Sici
lië. De 12e ging hij bij het vallen van
de avond in Palermo naar zijn hotel
en toen hij op de piazza Marina op
de tram stond te wachten, vielen van
uit een poort drie -trefzekere schoten.
De bevolen maffia-executie was vol
trokken.
De eer van Italië en de revanche der
Amerikaanse politie stonden op het spel.
Maar er was geen enkele aanwijzing,
niemand had iets gezien of gehoord.
Tot de politie erachter kwam, dat Don
Vito Cascio Ferro, die gold als het
hoofd der Siciliaanse Maffia, er prat
op gegaan zou zijn, dat hij eigenhandig
de brutale vlegel, die het gewaagd had
de wolf in zijn hol op te zoeken, had
neergelegd. Cascio Ferro werd gegre
pen. Maar een Palermitaans parlements
lid legde voor de rechtbank de beslissen
de getuigenis af, dat Cascio Ferro de
namiddag en avond van de 12e maart
zijn gast geweest was en zijn huis voor
geen moment had verlaten.
Het onderzoek liep verder dood. Een
mysterieuse rol had een krant uit Bos
ton gespeeld. Twintig dagen voor het
zwaar geheim gehouden vertrek van Pe
trosino had dit dagblad er melding van
gemaakt en dezelfde krant wist zo snel
van Petrosino's dood, dat er voor de
politie aanleiding bestond om op rigo-
reuze manier de achtergronden dezer
berichtgeving te onderzoeken. Er werd
niets aan het licht gebracht.
's Werelds roem is als gras, schrijft
Thomas van Kempen. In de annalen
der Amerikaanse federale politie leeft
Petrosini's naam voort als een der zeer
grote. Verder is hij vergeten. Maar het
bergdorpje Padula rekent het zich tot
een ereplicht om dezer dagen de hon
derdste verjaardag van Giuseppe Petro
sino's geboorte plechtig te herdenken.
DEN HAAG, 13 apg. Vanmorgen
is de 63-jarige gemeentearbeider H.H.
Schraven, werkzaam bij de afbraak
van een oud koelhuis op het terrein
van het gemeentelijk slachthuis, door
een luchtkoker gevallen en op een zes
meter lager gelegen betonnen vloer ge
stort. Hij is enkele uren later in de
Ursulakliniek overleden. Het slacht
offer is waarschijnlijk door een duize
ling bevangen toen hij bij de koker
stond.
(Advertentie)
voor blijvende verbetering
Vormt een genezende laag op de 'maagwand
(Advertentie)
Zestig jaar geleden bereikte een 26-
jarige Dominicaan een raadselach
tig briefje van zijn overste. Hij
meest maar naar zijn geboortestad
Rotterdam gaan en daar zou hem wel
worden meegedeeld wat hij te doen zou
krijgen. Als pas gewijd priester zou dat
dan zijn eerste standplaats worden.
„Een volkomen verrassing" noemde
hij de boodschap die hij hier kreeg; hij
was benoemd tot redacteur van „De
Maasbode". Een krant, over welke
toentertijd rector Thompson de scepter
zwaaide. De jonge Hyacinth Hermans
moest er zijn eigen weg maar vinden.
„De Voorzienigheid heeft ons persoon
lijk langs andere wegen gevoerd dan
wij aanvankelijk zelve hebben gedacht
en gedroomd", schreef hij later, toen hij
terugblikte naar dat moment van ver
rassing over een levensweg, die hem
tot Predikheer-per-pen stempelde. En
die bovendien zijn priesterschap klonk
aan het schrijverschap, zodat zijn dia
manten jubileum van woensdag a.s.
eigenlijk een dubbel jubileum is.
„De Père", zoals zijn vrienden hem
noemen, hééft zijn eigen weg gevonden.
Hjj wilde, zoals zijn roeping hem ingaf,
door velen worden verstaan en met zijn
„lichte toets" doorbrak hij de barrière
der plechtstatigheid, die de journalis
tiek der eeuw-wende typeerde. Dat
doorbreken was niet gemakkelijk. Hij gie hem nog nooit had ontmoet, -
moest een vakantie van zijn hoof dredac- zending druiven kreeg toegestuurd-
teur benutten om zijn eerste „Hors -
d'Oeuvre" in de krant te krijgen, het bab
beltje van hart-tot-hart, gekrjiid met
wat humor-pepertjes, dat later zulk een
geliefd weekend-gerecht is geworden.
Rector Thompson vond die eerste proe
ve bij zijn terugkeer niet onaardig,
maar het moest niet te dikwijls gebeu
ren.
Typerend voor de populariteit van de-
bij zijn g
,de Père" van een Westlandse tui»a5
ontmoet.
ze rubriek was, dat bij zijn gouden feest
en van de bekendste speurders
uit de Nederlandse contraspiona
ge tijdens en na de oorlog is ge
weest een luitenant-kolonel met
een zeer onnederlandse naam: Oreste
Pinto, die een paar jaar vóór zijn dood
in Engeland een boek heeft uitgegeven,
dat men zijn memoires zou kunnen noe
men. Het boek heette The Spycatcher
omnibus, dat nu in de Nederlandse ver
taling van J. F. Kliphuis bij Scheltens
en Giltay is uitgegeven.
Pinto's boek bevat een reeks hoofd
stukken, die ieder een apart verhaal
vertellen, alles bij elkaar boeiend ge
noeg om aanbeveling te verdienen.
Schrijver dezes heeft de teleurstelling
beleefd, dat hij niets of vrijwel niets
mocht vernemen over het zogenaamde
England Spiel of Nordpollspiel, waarin
Gieskes en vooral de lugubere Schxeieder
zo'n afschuwelijke rol hebben gespeeld.
Het ware interessant geweest, Pinto's
mening te horen over die trieste affaire
(waarover nog meningsverschil bestaat)
temeer omdat bekend is, dat zijn me
ning enigszins afwijkt van de officiële,
waarvan gefluisterd wordt, dat ze maar
liever de zaken wil laten rusten.
Wat we wèl uit het boek van Pinto
te weten komen, is zijn mening over
Ohristiaan Lindemans, alias King
Kong, alias de gorilla, de krachtpat
ser, die een paar jaar het vaderland
onschatbare diensten heeft bewezen
als strijder tegen de Duitsers en daar
na overstag is gegaan en in Duitse
dienst is getreden. Ten aanzien van
deze griezelige man houdt Pinto er
alweer een andere mening op na dan
de gangbare. Hij houdt vol, dat Lin
demans wel degelijk de droppings bij
Arnhem heeft verraden, al heeft hij
de naam Arnhem nooit genoemd. Hem
was bekend, dat er parachutisten zou
den landen ten noorden van Eindho
ven. Hij had opdracht van Nederland
se autoriteiten om zich ,in verbinding
te stellen met de verzetslieden uit
Eindhoven en maakte van zijn ken-
De verantwoordelijkheid voor alle operaties, die Indonesische militairen op of
om Nieuw-Guinea uitvoeren, berust bij de stafchef van het leger, generaal
Achmed Jani. Men ziet hem hier (rechts), terwijl de Indonesische minister van
defensie, generaal Nasution, hem in Djakarta een onderscheiding opspeldt.
nis gebruik om het grote plan aan de
Duitse kolonel Kiesewetter te verra
den. Pinto was hem toen al op het
spoor, maar zijn verzoek aan de auto
riteiten om King Kong onmiddellijk
te arresteren, werd niet ingewilligd.
Pinto houdt het er op, dat Lindemans
dat verraad heeft gepleegd en steekt
die mening niet onder stoelen of ban
ken.
Zijn lezing over de dood van de Go
rilla wijkt eveneens af van wat er door
gaans over verteld wordt. Hij is niet,
zoals Noell de Gaulle in zijn Carnaval
der Desperado's zo kleurig beschrijft, in de
cel op de vuist gegaan met zijn bewakers,
die hem met veel moeite en planken en
balken hebben doodgeslagen... maar hij
heeft met behulp van een verliefde ver
pleegster zelfmoord kunnen plegen door
het Innemen van tachtig aspirientjes,
een dosis die ook de verpleegster tot
zich had genomen. Wat Pinto verbaast,
is het feit, dat de verpleegster, die nog
gered kon worden, nooit terecht heeft
gestaan. Maar deze verbazing geldt wel
méér gevallen...
In Pinto's verhalen komt ook een
merkwaardig hoofdstuk voor, dat han
delt over een vroegere Nederlandse
ülmimporteur, die op verdachte wijze
met toestemming en zelfs hulp van de
Duitsers naar Zuid-Amerika is vertrok
ken, zomaar midden in de oorlog, daar
na als officier door Londen heeft ge
wandeld, tenslotte is ontmaskerd, in de
gevangenis opgesloten en door een Duitse
GENDRINGEN. Alhier is bericht
ontvangen, dat een twintigjarige inwo
ner van deze gemeente, B. W. Heinen,
leerling machinist op het motorschip
„Lijnbaansgracht", in de Russische ha
ven Klaipeda bij het zwemmen is ver
dronken.
UTRECHT, 14 aug. De tweejarige
Hendrikus W. Pot is gisteren in een
sloot achter het fort Lunetten alhier
verdronken. Het jongetje speelde bjj de
salonwagen van zijn ouders aan de
Rijndijk en is zonder dat iemand het
merkte in de met modder en water
gevulde sloot geraakt.
BRUMMEN, 14 aug. Het zesjarig
zoontje van de familie Sluyter uit Die
ren is gisteren bij een verkeersongeval
om het leven gekomen. Hij fietste ach
ter zijn ouders aan en is vermoedelijk
komen te vallen, waarna hij door een
trekker met oplegger werd overreden.
DOETTNCHEM. Op de autosnelweg
Elten - Stokkum is de twintigjarige
A. H. Kniest uit Lengel (gemeente
Berg) met zijn bromfiets geslipt en
daarna gevallen. Hij overleed tijdens
het vervoer naar het ziekenhuis.
BOXTEL. In het ziekenhuis alhier is
gisteren overleden de 22-jarige M. A.
Mutsaars uit Vught, die zondagavond
ernstig werd gewond bij een verkeers
ongeval op rijksweg 64 onder Boxtel.
DEN HAAG, 14 aug. Volgens me
dedeling van het Centraal Bureau voor
de Statistiek bedroeg de waarde van
de uitvoer van land- en tuinbouwpro
duktèn in het 2e kwartaal van 1962
1178,3 min. Dit betekent een stijging
ten opzichte van het overeenkomstige
kwartaal van 1961 van 119,2 min of
11,3 pet.
Wederom lag de oorzaak van deze
stijging' voornamelijk bij de tuinbouw
produktèn van Nederlandse herkomst,
waarvan de exportwaarde toenam met
60,8 min (23,4 procent) tot 320,6 min.
De agrarische export over het eerste
halfjaar van 1962 bereikte een waarde
van 2.307,1 min, dat was 150,8 min
of 7 procent meer dan in het eerste
halfjaar van 1961. Daarmee herstelde
de agrarische uitvoer zich van de te
ruggang tussen 1960 en 1961. Van de
stijging in dit jaar kwam 113,4 min
voor rekening van de tuinbouw, waar
van de uitvoerwaarde met 25,9 pro
cent steeg. De uitvoer van veehouderij-
produkten nam over het eerste halfjaar
nog iets af, nl 5,5 min (0,6 procent).
Het aandeel van de land- en tuin-
bouwprodukten in de totale Nederland
se uitvoer bedroeg over het eerste half
jaar 1962 28,5 procent tegen 28 procent
in dezelfde periode van verleden jaar.
vliegende bom gedood. Het verhaal wijkt
nogal af van wat er door al of niet
ingewijden over verteld is in de loop
der jaren. Er zit een heel mysterieus
element in, dat enigszins doet twijfe
len aan de schuld van de man in kwes
tie; maar het is duidelijk, dat Pinto
in zijn schuld gelooft.
Alle hoofdstukken zijn de moeite
waard en maken nog eens duidelijk, dat
de werkelijkheid fantastischer kan zijn
dan de meest ongebreidelde fantasie.
Hier en daar last de schrijver een stuk
theorie in over het vak van de spionage
en contraspionage. Daar is hij een beet
je schoolmeesterachtig. Hij zegt ook
graag, dat hij spreekt als een man met
een ervaring van meer dan dertig jaar
en dat hij in de loop der jaren geleerd
heeft, zijn geheugen te oefenen. Dat is
natuurlijk de volle waarheid, maar ze
is zó waar, dat het naïef xs, baar
nadrukkelijk te signaleren.
Intussen: wie belangstelling heeft voor
een stof, als door Pinto behandeld wordt,
moet zijn boek lezen.
Dfog.
iiUlllg uj. ui v-ii "---ö 'ytff
Deze rubriek is maar een ëenPs.
derdeel van het bijzonder veeizu
oeuvre van deze priester-journai»
toneel en film erkende hij de
rijke uitdragers van gedachtenwer»
en de kritiek in deze sector van h®1 jj6(,
turele leven werd hem bijzonder
In die kritiek was hij zijn tijd voo
Hij zegt er zelf van: „Ik beleefd
niet altijd vreugde en voldoening
Tot bij de hoogste kerkelijke autorit U
werd ik aangeklaagd, dat ik zo j
vaardig alles maar goedkeura
Maar hij heeft tenslotte gelijk gekr®»^
Méér dan gelijk, want hij is er van»
tuigd, lezende wat de katholieke
kritiek zich heden ten dage mag
oorloven, dat zulke kritiek hem ujj
jonge jaren de kop zou hebben
Het schrijven heeft hjj niet KUJug,
laten. Toen hij, tijdens de bez®t
bewaarder was van de pauselijks teJ
ternuntiatuur in Den Haag, dat?
velen dat zijn toen geschreven
ste Reportage" wel een zwanezang p»
zijn. Maar daarna kwamen nog 'U
Mens en zijn Engel", ,,Van M®Vei>
en Dingen die mij voorbij gingen
„Wij gelukskinderen". Zelfs nu JLj
als een bepaalde gebeurtenis of pers^
hem beweegt, grijpt hij de pen. efJ
Hoe zijn werk in ai die decennia g
gewaardeerd en hoezeer de invloeo
van werd erkend, is vooral
bij zijn gouden priesterfeest, toen *\.ji
dinaal Montini hem namens de
gelukwenste en een grote schare 9t'
ritëiten uit alle geledingen der pltet,
schappij hem huldigde. Zijn huisdo»^
die kort na zijn geboorte meende.
die kleine Hermans geen lang
zou beschoren zijn, heeft hij ove»
gend te schande gemaakt. «v
Zestig jaar ijverig priesterschap. eej
paard aan evenzovele jaren geest-
hartverkwikkende publiciteit, dat
zondag 19 augustus gevierd worde"™,
de kerk van O.L. Vrouw van het H o'
zenkrans, in welker pastorie „de Lp,te(
sedert jaren zijn verblijf heeft.
van Waesberge zal er om 9 uur
plechtige hoogmis komen opdrage"
daarna, omstreeks half 11 begint
receptie.
Dat een vrouw zoiets heeft
geschreven!, luidde de com
mentaar van een parmantig
oud dametje, dat Johanna
Bordewijk-Roepman in de pauze
van een concert kwam compli
menteren met haar compositie
Boerencharleston: „mijn man
heeft meegezongen, hij vindt het
een fijn stuk!" „Manne: koor,
ja, daar heb ik veel voor ge
schreven," vertelt ons de Neder
landse componiste, die dezer
dagen haar zeventigste verjaar
dag viert „Op het eerste gezicht
lijkt dat niet zo voor de hand te
liggen voor een vrouw" (eigen
lijk is zij temidden van haar
kunstbroeders nog altijd betrek
kelijk een rara avis, maar dan
ook nog mannenkoren). „Hoe ik
ertoe gekomen ben? Ja, dat heeft
een hele voorgeschiedenis; u
moet weten, dat ik uit een on
muzikale familie stam en als
meisje geen interesse, in de mu
ziek had. Toen ik me op 19-jarige
leeftijd verloofde (met de roman
schrijver mr. F. Bordewijk) had ik
het diploma middelbaar Engels
al in mijn zak, maar pas toen ik
zes jaar getrouwd was is het op
eens uit de lucht komen vallen:
ik wilde componeren! Hoe ik dat
aangepakt heb? Via zelfstudie
tie-orkefy
kreeg ik inzicht in muzikale
en "instrumentatie. Ik nam contact op met leden van het Residenüe-orkyZ
vroeg één uur „audiëntie" aan, waarbij ze niets hoefden te vertellen, aLLZet.
antwoorden op de lange waslijst van vragen, die ik zorgvuldig had opBf*,.
Zo kwam ik de mogelijkheden en moeilijkheden van de fluiten, noon
trombone's enz. enz. haarfijn te weten. Toen ik aldus de praktijk ffeproi
had ging ik die toetsen op muziekpapier, en zo ontstond mijn eerste
werk, The garden of Allah, naar het gelijknamige boek van
Hickens, dat zijn eerste uitvoering beleefde in Groningen onder lew
van Kor Kuiler. Ik vond die première doodgriezelig, mijn enige try
was, dat ze plaats vond zo ver in het hoge noorden: een eventueel
zou in mijn Haagse vrienden- en kennissenkring niet zo snel of diepgiy
doordringen! Het resultaat viel mee, iedereen was tevreden en ik 9
moedig voort op de ingeslagen weg. Sem Dresden zei me eens: »rLj»
theoretische opleiding, weet u niet eens wat een Icwintenparallel is
doodzonde in het harmonieschrïft van iedere conservatoriumleerling).
is onmogelijk, je kunt toch ook geen smeedijzeren hek maken als 3®
eerst de knepen van het vak geleerd hebt?" h£id
In het seizoen 1936—1937 stelde Eduard Flipse me in de gelegen
repetities van het Rotterdams Philharmonisch Orkest bij te wonen en ue
de hand van mijn composities besprak hij allerlei theoretische en praktw^
kwesties met mij. Op een gegeven moment zei hij: „Dat werk zit elBeLve;
vol fouten. Schrijf eens een zuiver vierstemmig werk: de zwaarste opS
in een orkeststuk kun je door middel van de orkestratie heel wat fStl
bloemen!" Zo ontstond toen de Boerencharleston (als het beroemde
schaap, waarop vele andere zouden volgen), óók vol verboden ParaJzeiift
„Dat mag eigenlijk niet, maar houd je mond en laat het zo gauw tn°K-0ei
drukken, het klinkt goed", kreeg ik tot mijn verbazing te horen, y
klinken, dddr gaat het om, dadr heb ik altijd naar gezocht. Ik PT°ben ftë>
samenklank op de piano, peins minutieus een half uur over een f of e®Lgr"-
maar zonder kennis van of binding door de regels der akkoorden
Merkwaardig natuurtalent, natuurlijk wel beïnvloed door de
componisten, maar niet in te delen in enige richting of school. gen,
ongebondenheid komt ook tot uiting in de zéér gevarieerde Tlc„rvesK
waarin haar compositorische activiteiten zich begeven hebben:
werken, waarvan „Les Illuminations" tien uitvoeringen in Neay en
beleefde, o.a. een in Amsterdam o.l.v. Eduard van Beinum, pianoconc* ^jjs,
-sonate, Impromptu 1960 in opdracht van het ministerie van Onae
Kunsten en Wetenschappen; mannenkoren, liederen en, alweer niet„ net
daags: beiaardwerken. „Daarvoor ben ik viermaal op de toren
Rotterdamse Stadhuis geklommen, waar beiaardier Ferdinand Timm terioJó
mij leerde hoe ik met die galmende reuzen moest omspringen. InR°„pgel®
zijn 44 klokken, later werden mijn drie carilloncomposities óok ^^caa''
in Chicago en New York, waar ze 89 klokken hebben, door de Am*
James Lawson, die ik tijdens zijn Expo-bezoek leerde kennen. -atoriuh,
„Met mijn man samengewerkt? Ja, in twee werken, het °y v0cdl.
Plato's dood en de eenakter Rotonde. Ik vind de tekst voor een $0lnS
compositie ontzettend belangrijk. Is het niet jammer, dat Schuoei
zulke treffende melodieën heeft geschreven bij zulke onbenullige
Mijn kamermuziek is grotendeels verloren gegaan bij het bomoa v^0ieni
van Den Haag in 1945, evenals de Bechstein, de cello en de twee
waarmee ik met man en kinderen pianokwartetten uitvoerde. eernoe^n
Met een resoluut gebaar wuift Johanna Bordewijk die wee ggianv
gedachten weg. Ze is opnieuw begonnen, werkt weer spontaan naa jcom,
van de inspiratie van het ogenblik, soms en heel jaar niet, fiVr'T.
het weer uit de lucht vallen." Worden er geen nootjes gekraakt, a .eren
ze bij voorkeur bij de bloemen en planten in de tuin, want «"jt, p c<[
de hobby van deze energieke vrouw, die zeventig „stokoud t,lbe
vijfendertig voelt en de knop der inspiratie nog menigmaal i
hoopt te zien opengaan.