Padula herdenkt vermoorde detective PETROSINO Wraak van Maffia jegens topman van VS-politie Chefarine 4 The art of Pipe Smoking fruitsappen HYACINTH HERMANS 60 jaar prediker-per-pen Oreste Pinto vertelt over con tra-spionage Zijn .,Spycatcher" vertaald E NASUTION ONDERSCHEIDT JANI Merkwaardig natuurtalent CHEFAROX Aanslag in 1909 nimmer opgehelderd 4-voudige combinatie, een wetenschappelijk succes! NAV O-studenten conferentie Freddy Schotte met zijn moeder in Nederland Het „voodooïsme in Amerika In het wegverkeer omgekomen M pagina Nog redding mogelijk? Studiereis van Chandu Maagklachten? In eerste jaarhelft Grotere export van tuinbouwproduktèn Johanna Bordewijk- Roepman DINSDAG 14 AUGUSTUS 1962 De 12e maart 1909 werd een zekere Guglielmo De Simo- ne op de Piazza Marina te Palermo door een sluipmoorde naar doodgeschoten. De dader is nooit gevonden, niettegenstaande de Italiaanse en de Amerikaanse politie alles op alles zetten. Want De Simone was in werkelijkheid een topman der Amerikaanse federale politie, de Italo-Ameri kaan Guiseppe Petrosino. Hij was 47 jaar oud, toen hij sneuvelde. Zijn dood liet een plaats open, die lange tijd niet door een even be kwaam man als hij gevuld kon worden en menselijkerwijs ge sproken kreeg toen een onder wereldgeneratie van Ciro Ter ranova en Ignazio Lupo tot Joe Adonis, Lucky Luciano en Frank Costello haar kans. Een belangrijke ontdekking op ge neeskundig gebied is „synergismus". Hiermede wordt bedoeld de weder zijdse versterking van verschillende geneesmiddelen. De vier middelen verenigd in Chefarine „4" - elk af zonderlijk al beroemd - werken te zamen nog beter. Ze helpen vaak ook dan, wanneer andere middelen falen en doen werkelijk wonderen! Dodelijke val Drink het pure sap uit rijpe, zoete sinaasappelen.- Drink B3 Jus d'Orange. Puur verrukking! Puur gezondheid! Puur verkwikking! Geniet van B3Jus d'Orange. appelsap Jus d'orange tomatensap tomatencocktail vormlrf (Van onze Romeinse correspondent) (Adver tentie) Viér werkelijk betrouwbare middelen helpen elkaar en... doen wonderenI BEROEMDE GENEESMIDDELEN IN ÉÉN TABLET Tegen pijn en griep. Geschikt voor een gevoelige maag, «ent die wordt beschermd door het bestanddeel Chefarox. SO tabletten 10.80,40 tabletten f 1.50,100 tabletten f 3.50 Er is een boekje van zestig blad zijden verschenen bij Curlew Press Limited te Londen over het roken van pijpen. De schrij ver is Joaquin Verdaguer, naar de naam te oordelen een Zuid-Amerikaan oi een Portugees, naar het boekje te oordelen een verrukkelijke man. De eerste en wel zeer korte zin, waarmee zijn geschrift begint, is de vraag: what is important in life, the whole or the parts? Hij antwoordt: de grote dingen komen maar een paar keer voor in ons leven, de klei ne alle dagen. Het roken bijvoorbeeld. Wel nu: Ovidius schreef zijn Ars amandi, een andere poëet zijn Ars moriendi, Joaquin zijn Ars fumandi. En dat is het roken van een pijp. Een sigaar még wel, is zelfs aan te be velen. maar het is beginnerswerk. De volheid van het roken is de pijp. Over de sigaret vallen boze woorden: er is verschil tussen roken en roken. Laten we daar aan vasthouden! Hij heeft het niet over het iin brand steken van een sigaret puffing at it ten or twelve times, and tossing away the stub. Call this sport by any name you like, but, for heaven's sake, don't call it smoking". Velen zijn geroepen maar weinigen uitverkoren. Verreweg de meeste mensen blijven in hun juvenile staat van sigarettenrokers, en betrekkelijk weinig mensen halen de volmaakte rokersstaat: de pijp. Maar de pijp rokers hebben voor hun hooggestem de bedrijvigheid heel wat moeten over hebben in de loop der geschiedenis. Er is een Perzische barbaar geweest, Abbas de Grote, Shah, die een decreet uitvaardigde, behelzende de medede ling dat de lippen van pijprokers zou den verminkt worden. En het is nog maar twee eeuwen geleden, dat de pijprokers in Turkije aan de kaak wer den gesteld met een bungelende pijp aan hun doorboorde neus. Ln nu? Pij pen op straat, in de trein, in de ka mers, en etalages vol pijpen in de winkels. Verdaguer vertelt dan in het kort de geschiedenis van de pijp en ver zuimt niet te vermelden, dat de oud ste aarden pijp is aangetroffen in Ne derland. Een mooi hoofdstuk is On Smoking a Pipe. Geen kinderwerk, laten we daaraan denken. Alleen voor mannen en liefst voor wijze mannen. Want de pijp en de man zijn samen één feno meen. My pipe and I. Wat kan je gebeuren in je geliefkoosde luie stoel met je geliefkoosde pijp? Doux charme de ma solitude, Brülante pipe, ardent foumeau, Qui purge d'Humeurs mon cerveau Et mon esprit d'inquiétudes Vóór alles wordt de „briar" aanbe volen, de doornstruik, de brem. Zo'n pijp kan alleen gemaakt worden door een kunstenaar, een priester van de ptjpcultus en die worden alleen in En geland gevonden. Bruyère dus. Dan volgt nog een lesje in het pijp- stoppen. Wat daar al niet van af hangt: je humeur, je levensgeluk, je dromen, je rust. Wie daarvan weet, begrijpt eerst goed, wat de Franse uitdrukking „II a cassé sa pipe" be tekent. Deze droeve woorden spreekt men, als iemandgestorven is. Maar tot zo ver: smoke, smoke your pipe O, pijprokers, leest dit heerlijk boek je, want het is voor u geschreven, _elukkige buiten staan en nimmer zullen in- meer dan voor de ongel gaan. tigen, die n in- Dbg. Petrosino werd in augustus 1862 ge boren in het Zuiditaliaanse plaatsje Padula. In 1880 emigreerde zijn fa milie naar Amerika. De vader was kleermaker, maar Giuseppe was niet voor de schaar, el en spelden geboren. Hij begon zijn leven op de traditionele manier van krantenjongen, bordewas ser, schoenpoetser en wat dies meer zij. Het was in de tijd, dat de emi grantenschepen legers van paupers aanvoerden, die vaak zonder geschikt heid, zonder enige materiële of gees telijke voorbereiding hun geluk gin gen beproeven in de fabuleuze nieuwe wereld. Het grote gros vond het ge droomde Klondyke nooit. Een aantal wist zich er moeizaam boven op te werken, heel enkelen brachten het ver. De litteratuur geeft aan, dat van deze heel enkelen de meerderheid het ver bracht in demisdaad. Waarom Giuseppe Petrosino, die al spoedig met de onderwereld in aanra- (Van onze correspondent) OOSTERBEEK, 13 aug. De vraag wordt weieens gesteld of de Navo nog wel een lunctie heeft te vervullen. De Berljjnse muur is het symbool voor het bevestigend antwoord dat op die vraag moet worden gegeven. Aldus dr. p. Koets onder wiens voorzitterschap vanmorgen hier in „De Pietersberg" de vierde conferentie van Navo-studen- ten officieel is geopend door de staats secretaris van Buitenlandse Zaken, dr. Van Houten. SCHIPHOL, 13 aug. Twee grootmoe ders, een grootvader en ettelijke tantes hebben gisteravond stilletjes tranen weg gepinkt bij het weerzien van de negen jarige Freddy Schotte, zoontje van een Nederlandse immigrant in Australië, die door zijn moeder naar Nederland is ge bracht in de hoop, dat zij ergens in Nederland of Europa nog redding voor hem zal weten te vinden. Volgens de Australische artsen lijdt Freddy aan kanker. „Ik heb nog geen vaste plannen," zei de 34-jarige mevr. Schotte-v d. Berg berustend, „ik moet het eerst een dag aanzien. Nee, de berichten zijn niet overdreven, de diagnose van de Aus tralische artsen is helaas aan geen twij fel onderhevig." Vier weken lang was de jongen de vorige maand in een ziekenhuis in Mel bourne verpleegd. Daar constateerden de artsen de oorzaak van de pijn, die Freddy in buik en benen had. Meer dan de pijn stillen konden ze niet. Ze gaven de ouders in Australië helemaal geen hoop meer, maar misschien zou er in Europa een heel kleine kans zijn. Toen kwam, zoals wjj zaterdag meld den het lot letterlijk te hulp. Hoe lang mevr. Schotte, die elf jaar geleden met haar man naar Australië emigreerde, thans hier zal blijven weet ze niet. Ze had een enkele reis genomen. Haar man en haar twee andere kinderen, een dochtertje van zes en een zoontje van vier zijn in Australië achtergebleven. Ze wonen daar in Ararat in de pro vincie Victoria. DEN HAAG, aug. Dezer dagen is na een reis van ruim vijf maanden öoor Noord-, Centraal- en Zuid-Amerika in ons land teruggekeerd de heer J. Chandu. Het doel van de reis, die deze Hagenaar heeft gemaakt, was onder meer de studie van godsdienstige riten en van parapsychologische verschijnse len, zoals deze bijvoorbeeld bij India nenstammen op Haïti en in Zuid-Ame- rika voorkomen. In totaal heeft onze landgenoot niet minder dan 5000 dia's gemaakt, waar van hij er 1500 zal gebruiken voor drie avondlezingen. De eerste van deze serie gewijd aan Noord-Amerika is ge titeld: „Droomreis door dollarland", de tweede, welke over Midden-Amerika zal gaan, is geheten: „Piraten, plunderaars en vulkanen" en de derde, waarin de reiziger Zuid-Amerika bespreken zal, wordt aangekondigd als „in het land van morgen misschien?" De lezingen zullen verder geïllustreerd worden door op een bandrecorder opgenomen geluids effecten. Eén van de interessantste aspecten van de reis» was de studie van het „Voodooïsme". in het binnenland van Haïti en in een aantal Zuidamerikaan- se staten. Onder Voodooïsme, zo zei de heer Chandu, verstaat men een vorm van religie en magie, welke de neger slaven destijds uit Afrika hebben ge ïmporteerd. Bij dit Voodooïsme spelen zowel „de witte magie" als „de zwar te magie" een rol. Met de eerste wil men zieken genezen en met de tweede tegenstanders vernietigen. De deelne mers aan zulke voodooïstische seances brengen zich zelf met zang en dans onder het aanhoudend geroffel van trommels in een soort trance, waarna zij, volgens hun opvattingen, media van rorden. E ong de omgéving van Rio de Janeiro en Ba- allerlei geesten worden. Een soortgelij ke religie en magie vindt men ook in hia, maar daar draagt zij de naam van „Macoumba". In het algemeen zijn de hierbij ge bruikelijke riten zeer luguber. De oude primitieve magie, gelijk de Maya's de ze nog propageerden, zag de heer Chan du in Chichicastenanga (Guatemala). Een zeer primitieve stam is die van de „Motilonen", gevestigd op circa 200 kilometer van Maracaibo. Pas in 1960 is het een rooms-katholieke orde in Venezuela gelukt deze mensen te bezoe ken en heelhuids terug te keren, want tot dat jaar werden alle vreemdelin gen onherroepelijk door de Motilonen vermoord. king kwam, de andere kant op ging, is niet bekend. Misschien bood de hech tere sociale basis der familie hem steun. Toen hij twintig was, gaf hij zich op voor de politieschool. Hij was een sterke jongen, moedig en intelligent, een mees ter op de wapens, een meester tevens in het zich vermommen. Petrosino maakte snel carrière. Hij wist de hand te leggen op misdadigers, die tot dan toe politie en justitie hadden weten te ontsnappen. De mentaliteit, gedach- tengang en werkmethoden der gangsters kende hij als geen en Petrosino werd de schrik der onderwereld. De maffia veroordeelde hem ter dood, maar steeds was de luitenant-recher cheur zijn tegenstanders te slim af. Toen hij in de kracht van zijn leven stond en beroemder was dan zijn fictie ve tjjdgenoot Sherlock Holmes, stelde hij zich tot taak de zeer gevaarlijke gangsterbenden, die opereerden onder het symbool van „De Zwarte Hand" op te rollen. Zijn onderzoekingen wezen uit, dat enige belangrijke Italo-Amerikaanse figuren in het politieke en economische leven achter de Zwarte Hand stonden en dat er tussen hen en de Siciliaanse Maffia verbindingen bestonden. Om de organisatie in haar werke lijke leiding dodelijk te treffen moest hij zijn speurwerk bekronen met ge gevens uit Italië. In februari 1909 stak Petrosino over, Zijn twee adjudanten waren gewezen zware jongens. Alles voltrok zich als top secret. Een geze ten Amerikaans burger De Simone kwam in Rome aan. Hij werd ontvan gen door premier Giolitti en was de gast van de Romeinse politiepresident Leonardi. Als toerist reisde hijwat rond en zo kwam hij in maart op Sici lië. De 12e ging hij bij het vallen van de avond in Palermo naar zijn hotel en toen hij op de piazza Marina op de tram stond te wachten, vielen van uit een poort drie -trefzekere schoten. De bevolen maffia-executie was vol trokken. De eer van Italië en de revanche der Amerikaanse politie stonden op het spel. Maar er was geen enkele aanwijzing, niemand had iets gezien of gehoord. Tot de politie erachter kwam, dat Don Vito Cascio Ferro, die gold als het hoofd der Siciliaanse Maffia, er prat op gegaan zou zijn, dat hij eigenhandig de brutale vlegel, die het gewaagd had de wolf in zijn hol op te zoeken, had neergelegd. Cascio Ferro werd gegre pen. Maar een Palermitaans parlements lid legde voor de rechtbank de beslissen de getuigenis af, dat Cascio Ferro de namiddag en avond van de 12e maart zijn gast geweest was en zijn huis voor geen moment had verlaten. Het onderzoek liep verder dood. Een mysterieuse rol had een krant uit Bos ton gespeeld. Twintig dagen voor het zwaar geheim gehouden vertrek van Pe trosino had dit dagblad er melding van gemaakt en dezelfde krant wist zo snel van Petrosino's dood, dat er voor de politie aanleiding bestond om op rigo- reuze manier de achtergronden dezer berichtgeving te onderzoeken. Er werd niets aan het licht gebracht. 's Werelds roem is als gras, schrijft Thomas van Kempen. In de annalen der Amerikaanse federale politie leeft Petrosini's naam voort als een der zeer grote. Verder is hij vergeten. Maar het bergdorpje Padula rekent het zich tot een ereplicht om dezer dagen de hon derdste verjaardag van Giuseppe Petro sino's geboorte plechtig te herdenken. DEN HAAG, 13 apg. Vanmorgen is de 63-jarige gemeentearbeider H.H. Schraven, werkzaam bij de afbraak van een oud koelhuis op het terrein van het gemeentelijk slachthuis, door een luchtkoker gevallen en op een zes meter lager gelegen betonnen vloer ge stort. Hij is enkele uren later in de Ursulakliniek overleden. Het slacht offer is waarschijnlijk door een duize ling bevangen toen hij bij de koker stond. (Advertentie) voor blijvende verbetering Vormt een genezende laag op de 'maagwand (Advertentie) Zestig jaar geleden bereikte een 26- jarige Dominicaan een raadselach tig briefje van zijn overste. Hij meest maar naar zijn geboortestad Rotterdam gaan en daar zou hem wel worden meegedeeld wat hij te doen zou krijgen. Als pas gewijd priester zou dat dan zijn eerste standplaats worden. „Een volkomen verrassing" noemde hij de boodschap die hij hier kreeg; hij was benoemd tot redacteur van „De Maasbode". Een krant, over welke toentertijd rector Thompson de scepter zwaaide. De jonge Hyacinth Hermans moest er zijn eigen weg maar vinden. „De Voorzienigheid heeft ons persoon lijk langs andere wegen gevoerd dan wij aanvankelijk zelve hebben gedacht en gedroomd", schreef hij later, toen hij terugblikte naar dat moment van ver rassing over een levensweg, die hem tot Predikheer-per-pen stempelde. En die bovendien zijn priesterschap klonk aan het schrijverschap, zodat zijn dia manten jubileum van woensdag a.s. eigenlijk een dubbel jubileum is. „De Père", zoals zijn vrienden hem noemen, hééft zijn eigen weg gevonden. Hjj wilde, zoals zijn roeping hem ingaf, door velen worden verstaan en met zijn „lichte toets" doorbrak hij de barrière der plechtstatigheid, die de journalis tiek der eeuw-wende typeerde. Dat doorbreken was niet gemakkelijk. Hij gie hem nog nooit had ontmoet, - moest een vakantie van zijn hoof dredac- zending druiven kreeg toegestuurd- teur benutten om zijn eerste „Hors - d'Oeuvre" in de krant te krijgen, het bab beltje van hart-tot-hart, gekrjiid met wat humor-pepertjes, dat later zulk een geliefd weekend-gerecht is geworden. Rector Thompson vond die eerste proe ve bij zijn terugkeer niet onaardig, maar het moest niet te dikwijls gebeu ren. Typerend voor de populariteit van de- bij zijn g ,de Père" van een Westlandse tui»a5 ontmoet. ze rubriek was, dat bij zijn gouden feest en van de bekendste speurders uit de Nederlandse contraspiona ge tijdens en na de oorlog is ge weest een luitenant-kolonel met een zeer onnederlandse naam: Oreste Pinto, die een paar jaar vóór zijn dood in Engeland een boek heeft uitgegeven, dat men zijn memoires zou kunnen noe men. Het boek heette The Spycatcher omnibus, dat nu in de Nederlandse ver taling van J. F. Kliphuis bij Scheltens en Giltay is uitgegeven. Pinto's boek bevat een reeks hoofd stukken, die ieder een apart verhaal vertellen, alles bij elkaar boeiend ge noeg om aanbeveling te verdienen. Schrijver dezes heeft de teleurstelling beleefd, dat hij niets of vrijwel niets mocht vernemen over het zogenaamde England Spiel of Nordpollspiel, waarin Gieskes en vooral de lugubere Schxeieder zo'n afschuwelijke rol hebben gespeeld. Het ware interessant geweest, Pinto's mening te horen over die trieste affaire (waarover nog meningsverschil bestaat) temeer omdat bekend is, dat zijn me ning enigszins afwijkt van de officiële, waarvan gefluisterd wordt, dat ze maar liever de zaken wil laten rusten. Wat we wèl uit het boek van Pinto te weten komen, is zijn mening over Ohristiaan Lindemans, alias King Kong, alias de gorilla, de krachtpat ser, die een paar jaar het vaderland onschatbare diensten heeft bewezen als strijder tegen de Duitsers en daar na overstag is gegaan en in Duitse dienst is getreden. Ten aanzien van deze griezelige man houdt Pinto er alweer een andere mening op na dan de gangbare. Hij houdt vol, dat Lin demans wel degelijk de droppings bij Arnhem heeft verraden, al heeft hij de naam Arnhem nooit genoemd. Hem was bekend, dat er parachutisten zou den landen ten noorden van Eindho ven. Hij had opdracht van Nederland se autoriteiten om zich ,in verbinding te stellen met de verzetslieden uit Eindhoven en maakte van zijn ken- De verantwoordelijkheid voor alle operaties, die Indonesische militairen op of om Nieuw-Guinea uitvoeren, berust bij de stafchef van het leger, generaal Achmed Jani. Men ziet hem hier (rechts), terwijl de Indonesische minister van defensie, generaal Nasution, hem in Djakarta een onderscheiding opspeldt. nis gebruik om het grote plan aan de Duitse kolonel Kiesewetter te verra den. Pinto was hem toen al op het spoor, maar zijn verzoek aan de auto riteiten om King Kong onmiddellijk te arresteren, werd niet ingewilligd. Pinto houdt het er op, dat Lindemans dat verraad heeft gepleegd en steekt die mening niet onder stoelen of ban ken. Zijn lezing over de dood van de Go rilla wijkt eveneens af van wat er door gaans over verteld wordt. Hij is niet, zoals Noell de Gaulle in zijn Carnaval der Desperado's zo kleurig beschrijft, in de cel op de vuist gegaan met zijn bewakers, die hem met veel moeite en planken en balken hebben doodgeslagen... maar hij heeft met behulp van een verliefde ver pleegster zelfmoord kunnen plegen door het Innemen van tachtig aspirientjes, een dosis die ook de verpleegster tot zich had genomen. Wat Pinto verbaast, is het feit, dat de verpleegster, die nog gered kon worden, nooit terecht heeft gestaan. Maar deze verbazing geldt wel méér gevallen... In Pinto's verhalen komt ook een merkwaardig hoofdstuk voor, dat han delt over een vroegere Nederlandse ülmimporteur, die op verdachte wijze met toestemming en zelfs hulp van de Duitsers naar Zuid-Amerika is vertrok ken, zomaar midden in de oorlog, daar na als officier door Londen heeft ge wandeld, tenslotte is ontmaskerd, in de gevangenis opgesloten en door een Duitse GENDRINGEN. Alhier is bericht ontvangen, dat een twintigjarige inwo ner van deze gemeente, B. W. Heinen, leerling machinist op het motorschip „Lijnbaansgracht", in de Russische ha ven Klaipeda bij het zwemmen is ver dronken. UTRECHT, 14 aug. De tweejarige Hendrikus W. Pot is gisteren in een sloot achter het fort Lunetten alhier verdronken. Het jongetje speelde bjj de salonwagen van zijn ouders aan de Rijndijk en is zonder dat iemand het merkte in de met modder en water gevulde sloot geraakt. BRUMMEN, 14 aug. Het zesjarig zoontje van de familie Sluyter uit Die ren is gisteren bij een verkeersongeval om het leven gekomen. Hij fietste ach ter zijn ouders aan en is vermoedelijk komen te vallen, waarna hij door een trekker met oplegger werd overreden. DOETTNCHEM. Op de autosnelweg Elten - Stokkum is de twintigjarige A. H. Kniest uit Lengel (gemeente Berg) met zijn bromfiets geslipt en daarna gevallen. Hij overleed tijdens het vervoer naar het ziekenhuis. BOXTEL. In het ziekenhuis alhier is gisteren overleden de 22-jarige M. A. Mutsaars uit Vught, die zondagavond ernstig werd gewond bij een verkeers ongeval op rijksweg 64 onder Boxtel. DEN HAAG, 14 aug. Volgens me dedeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek bedroeg de waarde van de uitvoer van land- en tuinbouwpro duktèn in het 2e kwartaal van 1962 1178,3 min. Dit betekent een stijging ten opzichte van het overeenkomstige kwartaal van 1961 van 119,2 min of 11,3 pet. Wederom lag de oorzaak van deze stijging' voornamelijk bij de tuinbouw produktèn van Nederlandse herkomst, waarvan de exportwaarde toenam met 60,8 min (23,4 procent) tot 320,6 min. De agrarische export over het eerste halfjaar van 1962 bereikte een waarde van 2.307,1 min, dat was 150,8 min of 7 procent meer dan in het eerste halfjaar van 1961. Daarmee herstelde de agrarische uitvoer zich van de te ruggang tussen 1960 en 1961. Van de stijging in dit jaar kwam 113,4 min voor rekening van de tuinbouw, waar van de uitvoerwaarde met 25,9 pro cent steeg. De uitvoer van veehouderij- produkten nam over het eerste halfjaar nog iets af, nl 5,5 min (0,6 procent). Het aandeel van de land- en tuin- bouwprodukten in de totale Nederland se uitvoer bedroeg over het eerste half jaar 1962 28,5 procent tegen 28 procent in dezelfde periode van verleden jaar. vliegende bom gedood. Het verhaal wijkt nogal af van wat er door al of niet ingewijden over verteld is in de loop der jaren. Er zit een heel mysterieus element in, dat enigszins doet twijfe len aan de schuld van de man in kwes tie; maar het is duidelijk, dat Pinto in zijn schuld gelooft. Alle hoofdstukken zijn de moeite waard en maken nog eens duidelijk, dat de werkelijkheid fantastischer kan zijn dan de meest ongebreidelde fantasie. Hier en daar last de schrijver een stuk theorie in over het vak van de spionage en contraspionage. Daar is hij een beet je schoolmeesterachtig. Hij zegt ook graag, dat hij spreekt als een man met een ervaring van meer dan dertig jaar en dat hij in de loop der jaren geleerd heeft, zijn geheugen te oefenen. Dat is natuurlijk de volle waarheid, maar ze is zó waar, dat het naïef xs, baar nadrukkelijk te signaleren. Intussen: wie belangstelling heeft voor een stof, als door Pinto behandeld wordt, moet zijn boek lezen. Dfog. iiUlllg uj. ui v-ii "---ö 'ytff Deze rubriek is maar een ëenPs. derdeel van het bijzonder veeizu oeuvre van deze priester-journai» toneel en film erkende hij de rijke uitdragers van gedachtenwer» en de kritiek in deze sector van h®1 jj6(, turele leven werd hem bijzonder In die kritiek was hij zijn tijd voo Hij zegt er zelf van: „Ik beleefd niet altijd vreugde en voldoening Tot bij de hoogste kerkelijke autorit U werd ik aangeklaagd, dat ik zo j vaardig alles maar goedkeura Maar hij heeft tenslotte gelijk gekr®»^ Méér dan gelijk, want hij is er van» tuigd, lezende wat de katholieke kritiek zich heden ten dage mag oorloven, dat zulke kritiek hem ujj jonge jaren de kop zou hebben Het schrijven heeft hjj niet KUJug, laten. Toen hij, tijdens de bez®t bewaarder was van de pauselijks teJ ternuntiatuur in Den Haag, dat? velen dat zijn toen geschreven ste Reportage" wel een zwanezang p» zijn. Maar daarna kwamen nog 'U Mens en zijn Engel", ,,Van M®Vei> en Dingen die mij voorbij gingen „Wij gelukskinderen". Zelfs nu JLj als een bepaalde gebeurtenis of pers^ hem beweegt, grijpt hij de pen. efJ Hoe zijn werk in ai die decennia g gewaardeerd en hoezeer de invloeo van werd erkend, is vooral bij zijn gouden priesterfeest, toen *\.ji dinaal Montini hem namens de gelukwenste en een grote schare 9t' ritëiten uit alle geledingen der pltet, schappij hem huldigde. Zijn huisdo»^ die kort na zijn geboorte meende. die kleine Hermans geen lang zou beschoren zijn, heeft hij ove» gend te schande gemaakt. «v Zestig jaar ijverig priesterschap. eej paard aan evenzovele jaren geest- hartverkwikkende publiciteit, dat zondag 19 augustus gevierd worde"™, de kerk van O.L. Vrouw van het H o' zenkrans, in welker pastorie „de Lp,te( sedert jaren zijn verblijf heeft. van Waesberge zal er om 9 uur plechtige hoogmis komen opdrage" daarna, omstreeks half 11 begint receptie. Dat een vrouw zoiets heeft geschreven!, luidde de com mentaar van een parmantig oud dametje, dat Johanna Bordewijk-Roepman in de pauze van een concert kwam compli menteren met haar compositie Boerencharleston: „mijn man heeft meegezongen, hij vindt het een fijn stuk!" „Manne: koor, ja, daar heb ik veel voor ge schreven," vertelt ons de Neder landse componiste, die dezer dagen haar zeventigste verjaar dag viert „Op het eerste gezicht lijkt dat niet zo voor de hand te liggen voor een vrouw" (eigen lijk is zij temidden van haar kunstbroeders nog altijd betrek kelijk een rara avis, maar dan ook nog mannenkoren). „Hoe ik ertoe gekomen ben? Ja, dat heeft een hele voorgeschiedenis; u moet weten, dat ik uit een on muzikale familie stam en als meisje geen interesse, in de mu ziek had. Toen ik me op 19-jarige leeftijd verloofde (met de roman schrijver mr. F. Bordewijk) had ik het diploma middelbaar Engels al in mijn zak, maar pas toen ik zes jaar getrouwd was is het op eens uit de lucht komen vallen: ik wilde componeren! Hoe ik dat aangepakt heb? Via zelfstudie tie-orkefy kreeg ik inzicht in muzikale en "instrumentatie. Ik nam contact op met leden van het Residenüe-orkyZ vroeg één uur „audiëntie" aan, waarbij ze niets hoefden te vertellen, aLLZet. antwoorden op de lange waslijst van vragen, die ik zorgvuldig had opBf*,. Zo kwam ik de mogelijkheden en moeilijkheden van de fluiten, noon trombone's enz. enz. haarfijn te weten. Toen ik aldus de praktijk ffeproi had ging ik die toetsen op muziekpapier, en zo ontstond mijn eerste werk, The garden of Allah, naar het gelijknamige boek van Hickens, dat zijn eerste uitvoering beleefde in Groningen onder lew van Kor Kuiler. Ik vond die première doodgriezelig, mijn enige try was, dat ze plaats vond zo ver in het hoge noorden: een eventueel zou in mijn Haagse vrienden- en kennissenkring niet zo snel of diepgiy doordringen! Het resultaat viel mee, iedereen was tevreden en ik 9 moedig voort op de ingeslagen weg. Sem Dresden zei me eens: »rLj» theoretische opleiding, weet u niet eens wat een Icwintenparallel is doodzonde in het harmonieschrïft van iedere conservatoriumleerling). is onmogelijk, je kunt toch ook geen smeedijzeren hek maken als 3® eerst de knepen van het vak geleerd hebt?" h£id In het seizoen 1936—1937 stelde Eduard Flipse me in de gelegen repetities van het Rotterdams Philharmonisch Orkest bij te wonen en ue de hand van mijn composities besprak hij allerlei theoretische en praktw^ kwesties met mij. Op een gegeven moment zei hij: „Dat werk zit elBeLve; vol fouten. Schrijf eens een zuiver vierstemmig werk: de zwaarste opS in een orkeststuk kun je door middel van de orkestratie heel wat fStl bloemen!" Zo ontstond toen de Boerencharleston (als het beroemde schaap, waarop vele andere zouden volgen), óók vol verboden ParaJzeiift „Dat mag eigenlijk niet, maar houd je mond en laat het zo gauw tn°K-0ei drukken, het klinkt goed", kreeg ik tot mijn verbazing te horen, y klinken, dddr gaat het om, dadr heb ik altijd naar gezocht. Ik PT°ben ftë> samenklank op de piano, peins minutieus een half uur over een f of e®Lgr"- maar zonder kennis van of binding door de regels der akkoorden Merkwaardig natuurtalent, natuurlijk wel beïnvloed door de componisten, maar niet in te delen in enige richting of school. gen, ongebondenheid komt ook tot uiting in de zéér gevarieerde Tlc„rvesK waarin haar compositorische activiteiten zich begeven hebben: werken, waarvan „Les Illuminations" tien uitvoeringen in Neay en beleefde, o.a. een in Amsterdam o.l.v. Eduard van Beinum, pianoconc* ^jjs, -sonate, Impromptu 1960 in opdracht van het ministerie van Onae Kunsten en Wetenschappen; mannenkoren, liederen en, alweer niet„ net daags: beiaardwerken. „Daarvoor ben ik viermaal op de toren Rotterdamse Stadhuis geklommen, waar beiaardier Ferdinand Timm terioJó mij leerde hoe ik met die galmende reuzen moest omspringen. InR°„pgel® zijn 44 klokken, later werden mijn drie carilloncomposities óok ^^caa'' in Chicago en New York, waar ze 89 klokken hebben, door de Am* James Lawson, die ik tijdens zijn Expo-bezoek leerde kennen. -atoriuh, „Met mijn man samengewerkt? Ja, in twee werken, het °y v0cdl. Plato's dood en de eenakter Rotonde. Ik vind de tekst voor een $0lnS compositie ontzettend belangrijk. Is het niet jammer, dat Schuoei zulke treffende melodieën heeft geschreven bij zulke onbenullige Mijn kamermuziek is grotendeels verloren gegaan bij het bomoa v^0ieni van Den Haag in 1945, evenals de Bechstein, de cello en de twee waarmee ik met man en kinderen pianokwartetten uitvoerde. eernoe^n Met een resoluut gebaar wuift Johanna Bordewijk die wee ggianv gedachten weg. Ze is opnieuw begonnen, werkt weer spontaan naa jcom, van de inspiratie van het ogenblik, soms en heel jaar niet, fiVr'T. het weer uit de lucht vallen." Worden er geen nootjes gekraakt, a .eren ze bij voorkeur bij de bloemen en planten in de tuin, want «"jt, p c<[ de hobby van deze energieke vrouw, die zeventig „stokoud t,lbe vijfendertig voelt en de knop der inspiratie nog menigmaal i hoopt te zien opengaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 6