HET BEDRIJFSLEVEN DINGT NOC GEEN VF.TTEL1IKE R KOF,LING IN ZICHT DE VIVISECTIE ~HEE ZESTIG MILJOEN DIEREN NODIG li Nijmeegs centraal laboratorium werkt èn stimulerend èn perfectionerend 'ezinning op de universiteiten I H na» a AANDACHT VOOR EVEN ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1962 PAGINA 11 fectiM** d8 ontPloo"n' d &1 ntraal verwarmde flats met stromend water. meer efficiënt geheel. Aan vele is h vereitelten unl et experimentele werk over allerlei afdelingen, JaapHjks liggen ongeveer zestig mil ten dieren op de snijtafels van Universiteiten, farmaceutische fa- Vlv. "Heken en andere instellingen die A. junctie plegen. Deze schatting maakt 'n Inlandse Anti-Vi'dsectie-Stich ting. m "geland, waar de vivisectie gere- ln erd wordt, is het aantal proeven ho„5°Sr geen eeuw tijd gestegen van ioén tot drie en een half mil- a: Het illustreert de evolutie van de v'usche en aanverwante wetenschap- die hun successen op het gebied IfJ operatief ingrijpen en het ontwik- van nieuwe medicamenten ten hal°eve van de lijdende mensheid be- to„®n ten koste van de levens van een "emend aantal proefdieren. Weinig *0a?Sen vinden dit afkeurenswaardig; ftC het dier moet sterven om de h-Vjs te voeden, zo moet het in be- L 'de gevallen lijden om de mensellj- Gezondheid te verbeteren: de vivi- 70 lu'dt de algemene opinie, is *ch .noodzakelijk kwaad. Plotselinge af- pUatflng ervan zou onmiddellijk ontei gen6 mensenlevens eisen; zo goed als jL? Plotselinge sluiting van de slacht- <Wi?n dat zou doen. Wie er zo over de P'eegt zich niet te verdiepen in H, ,Vpaag, of de manier waarop de Wi n en de proefnemende labora- jj te werk gaan, ln overeenstemming 'iid de ethische normen, die in onze tfBf,Wat de verhoudingen mens-dier be ft algemeen, zijn aanvaard. ail et Positieve van degenen, die tegen feit vivisectie zjjn. is gelegen in het hoV.' dat ze ons daar voortdurend aan Ovk'"neren- Hiin opvattingen wijken oni r-lgens sterk af van de communis .wnio: zoals de principiële vegetariërs j.? stelling willen bewijzen, dat een r^ntaardig menu veel gezonder is dan vleesrijk dieet, zo propageren de «nti-vivisectionisten de vivisectievrlje P. heeskunst en ze aarzelen zelfs niet beweren, dat de huidige medi etas wetenschap en praktijk mensen in a ven houden met kunst- en vliegwerk ®t in wezen ontoelaatbaar is. De be- g nse verklaring van de Anti-Vivisectie- nrsj*® n?eï7)t de vivisectie op mens z®delpk ongeoorloofd, niet no- ig voor de wetenschap Zorgvuldigheid moet bij dierproeven voorop staan. 1J OUKCUU11UU1U, iiict HL/" fyio-in wetenschap en een belem- *nnr voor de ontplooiing van de vivi- hat, vSe Seneeskunst. Dat laatste is het* een feit: de mensheid is in [^algemeen te zeer aan het leven ge- trft, om niet haar toevlucht te nemen de wetenschap die haar, al of niet P6t kunst- en vliegwerk, het bestaan Sfn rekken. Weinig tegenstanders van jhvisectie zullen zo principieel zijn. dat nee zeggen als alleen een injectie I-®11 een op basis van vivisectie ver- gen geneesmiddel hun leven of dat bn", hun kinderen nog kan redden. De BSlnselverklaring vertolkt een extreem standpunt, dat door een zeer geringe minderheid wordt onderschreven. De stichting voelt dat wel aan en ze tracht haar uiteindelijke doel: een maatschap pij zonder vivisectie, te bereiken via de beproefde weg der geleidelijkheid. Ze doet wat water in haar principiële wijn als ze in dezelfde beginselverkla ring stelt, dat ze bereid is mee te wer ken aan de afschaffing van de vivisec tie tot op enkele procenten na, „weten de, dat wanneer dit bereikt is, zelfs de vivisectoren zullen inzien, dat deze en kele procenten ook overbodig zullen zjjn". Het lijkt ons een vermetel ver trouwen: alles wjjst erop, dat de ge neeskunst steeds verder zal gaan op de eenmaal ingeslagen weg van het experi ment op levende organismen. Worden daarbij nodeloze proeven gedaan? Wordt de zorgvuldigheid bij deze proeven en bjj de verzorging van de proefdieren altijd in acht genomen? Dat zijn vragen die. naarmate de praktijk van de vivi sectie toeneemt, klemmender worden en die ook degenen die deze praktijk in principe aanvaarden, gemakkelijk in het kamp van de anti-vivisectiemensen kunnen drijven, voorzover dezen aan dringen op een wettelijke regeling. Het mag een wonder heten, maar in ons toch zo keurig georganiseerde vader land, waar wetten en reglementen zo welig kunnen opschieten, ontbreekt zulk een regeling, en dat ondanks het feit, De eerste Europa zegels van dit jaar zijn reeds ver schenen. Zo als bekend B werd door ■T.T.-administraties van landen aan- 8eh en hij de C.E.P.T. in een te Bonn Ouden vergadering besloten op 17 yA^ftiber met een gezamenlijke emissie kty homen. Het vorstendom Monaco tiwhi echter reeds enige weken geleden l«rb.®en serie van vier Europa-zegel r hegin deze maand Lichtenstein 50 ct. in omloop bracht. Ij'h beide gevallen wijkt de tekening vNan het geadviseerde ontwerp in de van een boom met negentien bla- lij-u, voorstellende de gemeenschappe- Sesf insPanning van de 19 landen aan- ooten bij de C.E.P.T. tt^hUrent het aantal staten dat dit jaar bj een Europa-zegel zal komen is nog tilt definitiefs bekend. Uit Noorwegen v'ngen we bericht dat op 17 septem- een propaganda-actie voor priester- en kloosterroepingen. Op de 10, 70 en 200 L. komt een tekening voor van de Goede Herder, naar een beeldhouwwerk uit de 14-de eeuw in het museum van La- teranen. De 15 en 115 L. geven een ko renveld te zien met in het Latijn de woorden uit het Mattheus-evangelie: „Vraagt de Heer van de oogst, dat Hij arbeiders zendt voor Zijn oogst." Ter herdenking van het feit, dat 500 jaar geleden de H. Catharina van Sie na heilig verklaard werd, verschenen voorts drie zegels (15, €0 en 100 L.) alle met een afbeel ding van de heilipe naar een fresco in de Dominicanen- kerk in Siena. (Zie de afbeelding hier bij). Duitsland Tekeningen Vqq e hierbij afgedrukte zegel met de Vj 'gestelde afbeelding in de waarden 90 öre zal verschijnen. Zoals be girt ^eten vorig jaar de Scandinavische verstek gaan. Ierland zou twee Hf,-S uitgeven, terwijl Oostenrijk zich °cdelijk weer afzijdig zal houden. N?a,?a' Iemand die in de geschie dt an dit land een belangrijke rol Cbtenfspeeld was Jean Talon, een S lowar; ,die van 11665 tot 1668 voor ook e m.eer heeft gedaan dan Hij organiseerde o.m. de eerste volkstelling, waaruit l%Au hleek dat 'n grotere bevolking gewenst was. Hij verzocht Frankrijk om uit zending van meer mensen, vooral meis jes om te kunnen trouwen met de reeds aanwezige mannen. „N N'''"'8 gezinnen gaf Talon vee een d^^oht 6n zaad wordt in beeld b, °P de P°stzegel. uitgegeven om - °nier te eren. (Berlijn). van oud-Berlijn treft men aan op een serie van zes waarden, die echter niet alle tegelijk worden uitgegeven. Drie zijn er tot nu toe verschenen nl. een 7 Pt., waarop voorkomt „Die Linden" een stadsbeeld van omstreeks 1650. een 10 Pf. met een afbeelding van de Waisen- brücke uit 1783 en de hierbij geplaatste 70 Pf. met een tekening van de Pa- rochialkirche uit omstreeks 1780. Op 12 hi ..hieu U *Van r-, Seis ^oor middel van vijf post ed de aandacht gevestigd op september worden nog een 20 Pf. en een 40 Pf. verwacht, terwijl tot slot een ze gel van 1 DM op 26 oktober in koers zal komen. Suriname. Ter gelegenheid van de opening van het nieuwe hotel Torarica en tevens als propaganda voor het toe risme kwamen twee postzegels in om loop: een 15 ct. met het nieuwe hotel en een 10 ct. waar een ander bekend toeristenverblijf „Stoelmans guesthouse" op voorkomt dat we pas een gloednieuwe wet op de dierenbescherming hebben gekregen. Natuurlijk is dat geen vergeten werk: er is, door de Anti-Vivisectie-Stichting, voldoende over geadresseerd aan de Kamers etc., maar de materie was nog te glibberig om zich te laten vast leggen in artikelen. Voorlopig moe ten de dierenbeschermers het doen met de algemene bepaling, dat „no deloze dierenkwelling" verboden is. Maar is de nodeloosheid van een proef te bewijzen, als er geen enkel toezicht is op de experimenten? Het is nu zover, dat de zaak bestudeerd wordt door een commissie, tegenwoordig met het meer sympathieke woord „werkgroep" aan geduid. Deze stelt in opdracht van de minister van Sociale Zaken en Volks gezondheid een onderzoek in naar de omvang van de commerciële vivisectie. Volgens de stichting zijn er in Neder land 250 chemisch-farmaceutische fa brieken die dierproeven nemen, maar ook fabrikanten van zeep en andere cosmetica hebben laboratoria waar der gelijke proeven worden verricht. Tegen deze groep richt zich de actie van de anti-vivisectiemensen het eerst: hier kan immers moeilijk van een noodzakelijk kwaad gesproken worden. Daarna l.omt de farmaceutische industrie en tenslotte zjjn de laboratoria van de universitei ten en academische ziekenhuizen aan de beurt, die men voorlopig nog als ta melijk ongenaakbare bolwerken ziet, waar zich de genoemde enkele procen ten zullen handhaven. Men weet ook heel goed, dat de professoren en hun assistenten, die zich daar met proeven bezig houden, weinig voelen voor een toezicht van buitenaf. Wie zal een hoog geleerde onderzoeker kunnen vertellen dat een bepaalde proef niet noodzake lijk is voor zijn onderzoek? ntussen is men in universitaire krin gen doende, zelf méér orde op de zaken te stellen. Daarmee wil niet gezegd zijn, dat er allerlei uitwas sen zouden bestaan, die men zou wil len gaan inperken, maar dat men wil komen tot een beter georganiseerd en versnipperd waar het verricht wordt zo goed als het met de gebrekkige accommodatie die men er heeft, mogelijk is. Hoe het kan bewijst de medische faculteit van de R.-K. Universiteit in Nijmegen, waar men één centraal dierenlaboratorium heeft, dat onder leiding staat van een dierenarts, dr. M. J. Dobbelaar. Die centrale bestaat uit een modern ge outilleerde experimenteerflat, met proeflokalen, operatiekamers etc., uit gerust met de meest moderne appara tuur. Gediplomeerde biotechnici tref fen er de nodige voorbereidingen voor de proefnemingen en verlenen tijdens de experimenten assistentie. De expe rimentator hoeft zich niet, zoals elders vaak het geval is, met allerlei beslom meringen bezig te houden die niet tot zjjn wetenschappelijke arbeid horen: hij heeft zijn handen volledig vrij voor het wetenschappelijke 'verk. Doordat het laboratorium ten dienste staat van alle afdelingen, heeft men er alles kunnen installeren wat men redelijkerwijs kan wensen. Het gebouw is zo ingericht, dat men er aan alle eisen kan voldoen, die op het gebied van temperatuur, vochtigheidsgraad en ventilatie kunnen worden gesteld: in de proeflokalen wordt via luchtroosters de juiste atmosfeer geschapen. De die ren worden er verzorgd door een staf van gediplomeerde dierenverzor gers, die evenals de biotechnici aan dat laboratorium worden opgeleid. Het toe zicht op dit alles berust bij de direc teur, die van iedere experimentator te voren bericht krijgt, welke proeven ophanden zijn. Hij regelt de af spraken voor het gebruik van de dieren en de operatiekamer etc., maar de verantwoordelijkheid voor de proe ven blijft berusten bij de experimen tator. Naast de experimenteerflat lig gen de voorraadschuren, waar de die ren worden ondergebracht, die aan het laboratorium geleverd worden en in quarantaine gezond bevonden zijn, Het is een modelboerderij: de honden heb ben buitenverblijven en keurige stenen nachthokken, de marmotten rennen er rond in royale hooibakken geiten en schapen lopen er in een open binnenhof, en in lange rijen flats met stromend water en centrale verwarming gedijen vele families ratten en muizen. Ook de poezen komen niets tekort, al stelt de noodzaak van hun beperkte afzonder lijke ruimte wel grenzen aan hun na tuurlijke neiging tot avontuurlijke esca pades. Het trieste van hun bestaan is het alleen aan de mensen bekende feit, dat ze hun fatale proef moeten af wachten: en bij sommige ratten komt daarbij, dat ze hun leven lang aan geelzucht lijden, omdat ze voortkomen uit een zorgvuldig opgekweekt ras van erfelijk aan deze ziekte lijdende die ren. Deze ratten dienen voor proeven die ten doel hebben, middelen te pro beren die mogelijk baat kunnen opleve ren voor pasgeboren baby's die aan geelzucht lijden en daar veelal aan sterven. Het laboratorium kweekt ook muizen die extra gevoelig zjjn voor kanker. In de kelder is een voorraad van kikkers, die „bewaard" worden bjj een temperatuur van 10 graden; daar bij hebben ze bijna geen voedsel nodig een belangrijk punt, aangezien kik kers in gevangenschap moeilijke eters zijn terwijl ze nog juist niet in win terslaap gaan. Het centrale laboratorium heeft jaar lijks heel wat dieren nodig. In 1961 zijn er niet minder dan 18.713 gewervelde dieren gebruikt, ondanks het feit, dat men zoveel mogelijk gebruik maakt van organen die men van het slacht huis betrekt, vervolgens van bebroede kippeëieren, waarvan er hetzelfde jaar liefst 128.232 zijn gebruikt en pas daarna zijn toevlucht neemt tot leven de dieren, te beginnen met lagere dier soorten. De bijna 19.000 dieren van 1961 waren voor 47 pet muizen: 8794 stuks; op de tweede plaats kwamen de kik kers, 3276 stuks of 17,5 pet, daarna de ratten, 2607 of 13,9 pet en daarna de marmotten, 1464 of 7,8 pet. Daarnaast werden 537 honden, 492 katten, 24 apen, 24 varkens en 16 scha pen en geiten aan experimenten opge offerd. De proefdieren komen uit eigen fok kerij, van andere laboratoria waarmee geruild wordt, of van TNO in Zeist, waar men zes soorten: konijnen, mar motten, ratten, muizen, hamsters en fretten, speciaal voor dit doel ver meerdert. In geringe mate levert ver der de boerderij (kippen en varkens) en de dierenhandel, die het sluitstuk vormt en waarop men is aangewezen voor apen, kikkers, honden en katten. Deze laatste worden ook wel van par ticulieren aangekocht; daarbij worden alle dieren zorgvuldig geregistreerd, zodat men altijd kan nagaan, van wie men een bepaald dier gekregen heeft. Dit is een voorzorgsmaatregel tegen aanbiedingen van gestolen dieren. et laboratorium en zijn dieren staan ter beschikking van alle 25 afdelingen van de medische faculteit. Ongeveer de helft van de 250 hoogleraren en stafleden maken er regelmatig gebruik van. Bij de an dere universiteiten is dit percentage veel lager; men kan dus zeggen dat een dergelijk laboratoiium het experi menteren stimuleert. Afdelingen, die „van huis uit" nooit of zelden expe rimenten ondernamen, zoals die van de kindergeneeskunde, de fysiologische chemie, de radiologie, de anatomie, de dermatologie, de oogheelkunde en de interne geneeskunde, hebben in Nijme gen hun kans gekregen en gegrepen. Toch levert het systeem van een cen traal laboratorium behalve wetenschap pelijke, economische en organisatori sche voordelen ook winst op wat de dierenbescherming betreft: de verzor ging is er ideaal en de experimenten zelf kunnen worden verricht op een «ij- ze die én voor het wetenschappelijk doel én voor het dier de meest ideale is. De vakkundige assistentie van de biotechnici is daarbU een factor van betekenis. Het hele verzorgende appa raat, gedirigeerd door de directeur dierenarts, speelt eveneens mee. Dr. Dobbelaar ziet niet veel in een wette lijke regeling. „De verantwoordelijk heid blijft toch bij de man die experi menteert; die is niet over te plaatsen naar een controlerend apparaat. Wel is een vorm van post-universi- tair onderwijs denkbaar, waarbij de toekomstige experimentatoren opmerk zaam worden gemaakt op het pro bleem, zodat ze mens blijven als ze met leven gaan spelen". De experimenten die in de operatie kamers van het Nijmeegse laboratori um worden genomen, zijn niet allemaal louter wetenschappelijk: vaak is het hoofddoel de instructie van de studen ten. Kunnen deze demonstratieproeven vervangen worden door filmvertonin gen van dezelfde operaties? Het wordt vaak door de tegenstanders beweerd. Dr. Dobbelaar stelt daar tegenover, dat een vlekkeloze filmopname heel iets anders is dan het werkelijke ex periment, het in de praktijk bedienen van de ingewikkelde hart-long-machine, het daadwerkelijk reageren als er iets mis gaat etc. Bij de hartoperaties op honden, die regelmatig plaats hebben, is een van de belangrijkste punten het samenspel in de praktijk van narcoti- seur, chirurg, biochemicus, technicus en fysioloog met hun helpers, een team van in totaal zo'n dertig mensen. Nijmegen streeft niet alleen naar perfectie wat de kwaliteit van de on derzoekers en de technische outillage betreft, men wil ook de kwaliteit van de dieren zo hoog mogelijk opvoeren en zelfs ziektevrije dieren gaan kwe ken. Dat is van groot belang voor fun damenteel wetenschappelijk onder zoek: de gezondheidstoestand van het Zijn galgemaal. proefdier kan het resultaat van de proeven sterk beïnvloeden. Om zo uni form mogelijke proefdieren te krijgen tracht men voorts, de erfelijke varia ties te beperken door middel van krui singen. Een andere factor bij het stre ven naar uniforme proefdieren is de voeding; reeds nu wordt getracht, de dieren een standaardmenu te geven dat zo min mogelijk aan veranderingen on derhevig is; een volkomen stabiel me nu wordt pas mogelijk, als men een ge- tel synthetisch dieet kan geven. Kunst- en vliegwerk dus. Het is zelfs mogelijk, dieren te kweken die vrij zijn van alle kiemen: met de keizersnee verlost, worden ze met behulp van af standsbediening van steriel water en voedsel voorzien, in steriel gemaakte luchtDr. Dobbelaar kan over deze zaken uren vertellen. Bij al het destruc tieve van zijn laboratorium zijn er vol doende positieve kanten om tegenwicht te geven. Als extra tegenwicht dient de particuliere dierenarts-praktijk, die hij daarnaast nog aanhoudt. Om een hond van het laDoratorium die dood gaat, treurt geen mens; niemand heeft er weet van. Dat vraagt compensatie. Ook bij de andere universiteiten is er een streven om de praktijk dierproeven zo goed mogelijk te organiseren. Men is bezig met het oprichten van een landelijke werk- commissie, waarin alle universiteiten zitting hebben, alsmede een aantal grote instituten zoals het Kankerinsti tuut. de proefdierenfokkerij TNO te Zeist, de Rijksverdedigingsorganisatie TNO te Rijswijk en het Riiksinstituuf voor de Volksgezondheid, die onder ling gegevens zullen gaan uitwisselen. Men bezint zich op de problematiek, die ondanks de optimistische verwach tingen van de Anti-Vivisectie-Stichting, in de naaste toekomst nog weinig aar. actualiteit zal inboeten. VIC LANGENHOFï Het Centraal Dierenlaboratorium te Nijmegen. (Van onze verslaggevers) De vele duizenden jongelui die de zer dagen de lagere technische school met een diploma hebben verlaten, zijn ook ditmaal weer met weinig moeite aan een plaats in het bedrijfsleven geholpen, overigens zonder ook maar in de verste verte aan de behoefte van dit bedrijfsleven te kunnen voldoen. Voor bepaalde branches zoals de autotechniek, het lood- en zinkwerkersbedrijf, de bouw nijverheid en de scheepsbouw, bete kent het aantal beschikbaar gekomen jeugdige werkkrachten zelfs niet meer dan een druppel op de gloeiende plaat. De indruk bestaat, dat de ongunstige verhouding tussen vraag en aanbod steeds groter vormen gaat aannemen. Op het arbeidsbureau te Middelburg vertelde men ons, dat sommige bedrij ven niet eens meer de moeite nemen hun vraag te laten registreren; er komt toch niemand op af. In dit Zeeuw se rayon heeft zich van de 130 afgestu deerde LTS-ers slechts één laten in schrijven; hij kon uiteraard onmiddel lijk worden geplaatst. Alle overige jon gelui hadden dus al lang vóór het ein de van het schooljaar ven besluit ge nomen en rechtstreeks met hun eerste werkgever contact gezocht. Ofwel het contact is gelegd op initiatief van de werkgever, want talrijk zijn de wegen, waarlangs het bedrijfsleven de toekom stige abituriënten van de LTS tracht te benaderen en te beïnvloeden. Zo ontving de directeur van de ka tholieke lagere technische school St. Joseph in Den Haag dit jaar niet min der dan 25 schriftelijke en telefonische verzoeken om een bepaald bedrijf in de aandacht der jongelui aan te beve len. Het was hem onmogelijk alle invitaties voor excursies en voorlich tingsbijeenkomsten in het lesschema in te voegen en in principe staat hij zelfs afwijzend tegen dergelijke vormen van propaganda. Als een bedrijf bij hem gunstig bekend staat, hangt hij wel eens een circulaire van die onderne ming op het aanplakbord, maar ver der krijgt het bedrijfsleven geen voet aan de grond, evenmin trouwens als in welke Haagse technische school ook. De bemiddeling loopt sinds ruim tien jaar geheel via het arbeidsbureau. Ook de directeur van de Rotterdamse St. Josephschool, een van de twee katho lieke LTS-en die deze stad rijk is (sa men ruim 1200 leerlingen) is de afge lopen maanden door het bedrijfsleven weer hevig bewerkt. Verolme, de Rot- terdamsche Droogdok, Fokker, Hen- sen en meer dergelijke groot-industrie- en boden excursies aan voor de exa menklassen onder tal van aantrekkelij ke condities, zoals halen en brengen met bussen, koffie met lekkernijen en filmvoorstellingen. Enkele invitaties moesten wegens tijdgebrek worden af geslagen, maar zeven maal zijn de jon gelui er toch op uit getrokken, verge zeld van eigen leraren. Het gevolg is, dat zeer veel gedi- Elomeerden binnenkort in deze grote edrijven aan de slag gaan, wel enigszins tot ongenoegen van hun vroegere schooldirecteur, want deze ziet hen liever de wat bescheidener bedrijven binnengaan, die relatief steeds minder personeel kunnen aan trekken. Maar ook zonder die excursies en an dere wervingsactiviteiten zouden de grote ondernemingen bij de jongelui voorkeur blijven genieten, zo is de me ning van een functionaris van het Rot terdamse arbeidsbureau. „Het grootbe drijf heeft nu eenmaal een bijna na tuurlijke aantrekkingskracht", zo zei hij. Waarin die bekoring nu precies zit, is moeilijk te zeggen. De salarissen zijn in de grote en kleine bedrijven gelijk, vastgelegd als ze zijn in de jeugd-c.a.o.'s. Maar misschien appel leert het werken aan grote projecten aan hun zin voor avontuur, al is hun aandeel van nog zo ondergeschikt be lang. Voorts worden de ruime canti- nes met soms gratis koffie en de eigen vervoersdienst der bedrijven als be langrijke voordelen beschouwd boven een baan in een klein bedrijf, terwijl toch in het laatste geval het eigen aan deel in het werk van meer directe be tekenis is. En voorzover de jonge LTS- ers daar zelf niet aan mochten denken, wijzen de ouders wel op de doorgaans goede sociale voorzieningen die de werknemers in de grote bedrijven ge nieten. In de IJmond s het Hoogoven bedrijf de grootste slokop van LTS-ers. Jaar lijks solliciteren 400 gediplomeerden uit heel Noordholland naar een plaats op de bedrjjfsschool, van «ie na de selec tie slechts de helft resteert. Maar >ok op de overige ondernemingen in de sterk industri. 'iserende IJmond komt een steeds ruimere werkgelegenheid vrjj, die helaas voor een groot deel on bezet blijft. Van de 240 afgestudeerde LTS-ers op de twee scholen in Veisen en Beverwijk zijn er dit seizoen 75 bij de Hoogovens terecht gekomen en onge veer 125 bij andere bedrijven. Er bleef toen nog een vraag bestaan naar bij na 400 jonge werkkrachten, een aan merkelijk ongunstiger situatie dan in 1961, toen het arbeidsbureau nog aan 181 van 350 aanvragen in de sectoren hout en metaal kon voldoen. In het district Haarlem met zijn twee lagere technische scholen zitten de gro te bedrijven, zoals Stork, Hijseh, Figee en Fokker eveneens om jonge gedi- lomeerde werkkrachten te springen, 'it jaar leverden beide scholen ruim driehonderd gediplomeerden af. Ruim een kwart stelt zich niet met het L.T.S.- diploma tevreden en gaat verder stu deren. Vooral bij de jonge Haarlemse metaalbewerker is verdere studie in trek. Veel metaalbewerkers ook gaan naar een bedrijf, waar zij de hedrijfs- school kunnen volgen. De grote Haar lemse bedrijven bieden daartoe uitste kend gelegenheid. „Er is een ontstel lend tekort aan jonge arbeidskrachten in Haarlem. We hebben ruim dertien honderd vacatures", aldus de heer J. Venema, hoofd van de afdeling Jeugd van het Gewestelijk Arbeidsbureau. Zijn afdeling occupeert zich vooral met het geven van voorlichting op de twee L.T.S.-en en andere scholen voor tech nisch onderwijs in Haarlem. Hoewel er in Haarlem een groot tekort is aan jonge werkkrachten, zal de afdeling Jeugd nooit nalaten te wijzen op de voordelen van verdere studie. Ook in het district Eindhoven is de situatie bijzonder nijpend. Om enkele voorbeelden te noemen: in de sector electrotechniek is vraag naar ongeveer 150 jongelui met LTS-dipioma, terwijl er in totaal slechts hoogstens dertig be schikbaar komen; negentig ionge schil ders zouden meteen aan de slag kunnen, maar er is een aanbod van 15, en ruim dertig plaatsen in het lood- en zinkwer- kersvak (centrale verwarming) zullen onbezet blijven. Het betreft hier uitslui tend de geregistreerde ruimte; het aan tal stille vacatures is ongetwijfeld veel froter. Ook voor Eindhoven geldt, dat e gediplomeerde LTS-ers met moeite de kleinere bedrijven zijn binnen te bren gen. Volgens opgave van het arbeids bureau bestond er een totale vraag naar ongeveer duizend abituriënten. Honderden plaatsen zullen daarvan open blijven. Amsterdam met zijn veelzijdig opge bouwde industrie heeft constant werkge legenheid voor LTS-ers van alle richtin gen, maar ook hier moeten de werkge vers zich tot het uiterste inspannen om hun open posten bemand te krijgen. Al naargelang de bedrijfstak overtreft de vraag het aanbod drie tot vijfmaal! Al le lagere technische scholen tezamen leverden vorig jaar bijna 1800 gediplo meerden af, van wie er ongeveer 1470 daadwerkelijk een vak gingen beoefe nen. Daarnaast traden nog 123 jongelui zonder diploma het bedrijfsleven binnen. Wanneer het betreffende aanbod zich op hetzelfde niveau zal handhaven, gaat in de metaalnijverheid met name de scheepsbouw een moeilijke tijd tege moet. De belangstelling voor dit vak is zelfs zozeer gedaald, dat de vijfde tech nische school aan de Meeuwenlaan dit jaar de afdeling scheepsbouw heeft ge sloten. Vorig jaar kwamen slechts vier jongens beschikbaar tegen een behoef te van 107. Het aantal benodigde lood gieters kon nog niet voor de helft ge dekt worden en in de secter metaalnij verheid kon het arbeidsbureau 362 LTS- ers aanbieden, terwijl de bedrijven er tezamen 1333 konden plaatsen. Ook in Den Haag en Rotterdam is in deze sec tor het tekort zeer nijpend. Plaatma ken bijvoorbeeld is verre van populair. Den Haag levert dit jaar 158 jonee automonteurs af. Eén enkel bedrijf kan er daarvan al dertig werk aanbie den. Laten de LTS-abituriënten, wier gunst de maatschappij met allerlei middelen tracht te winnen, zich nu door deze verlokkingen afhouden van verdere stu die? Beslist niet, integendeel. Door de arbeidsbureaus en de bedrijven wordt de (kosteloze) voortgezette ontwikkeling sterk aangemoedigd, hetzij op de eigen bedrijfsscholen, hetzij in het kader van parttime-onderwijs op de LTS. Slechts enkelingen staken de studie na hun LTS-diploma. Het technisch avondonder wijs trekt weinig belangstelling meer; in enkele jaren töds is het aantal leer lingen met veelvouden geslonken, een "ke ontwikkeling nu steeds meer bedrijven er in hun eigen belang !1S( Hing én HTS ondervindt geen invloed van de toe overgaan het leerlingstelsel toe te passen. Ook de belangstelling voor UTS zuigkracht van het bedrijfsleven uit oefent op de gediplomeerde LTS-ers. De onderwijskrachten zijn doorgaans wel zo verstandig om, in weerwil van de krap pe arbeidsmarkt, hun meer begaafde pupillen naar het voortgezette techni sche onderwijs door te sturen. De voor lichtingsavonden die de arbeidsbureaus voor ouders en leerlingen beleggen, spe len in dit opzicht een belangrijke rol. Ze worden goed bezocht, alleen in Den Haag bleek men met 450 personen op zes avonden minder tevreden. „Let niet op wat je verdient, maar op de mogelijkheden je verder te ont wikkelen" is het advies dat alle ar beidsbureaus en alle schooldirecties de jonge LTS-ers meegeven. De gro te industrieën verkeren in dit opzicht ontegenzeglijk in het voordeel. Zij hebben of eigen bedrijfsscholen ofwel kunnen hun jeugdige employé's zon der bezwaar parttime-onderwijs la ten volgen. Voorts kunnen zij zich grote, kostbare wervingscampagnes, al of niet met inbegrip van excursies, veroorloven, terwijl de kleinere onder nemingen, die evenzeer zitten te springen om mensen, niet in staat zyn hun stem daarboven te verheffen. De LTS-er maakt zich bjj dat alles niet druk. Hij weet, dat er rondom hem een fiks robbertje touwtrekken wordt uitgevochten en hjj straks zonder de minste moeite een aantrekkelijke baan kan binnenstappen. Daarom is het goed, dat een onpartijdig orgaan als het ar beidsbureau, dat de jongenman in kwes tie tevoren nauwkeurig op zijn kwalitei ten en eigenschappen heeft beproefd en uiteraard ten volle met diens eigen voorkeur rekening houdt maar de ze tegelijk helpt vormen - een vinger in de pap houdt Weliswaar Komt het in de meeste gevallen neer op een verdeling van het tekort, maar dat tekort wordt dan tenminste zo evenwichtig mogelijk over het bedrijfsleven uitgespreid.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 11