NA ENORM SLOOPKARWEI IN BINNENSTAD
Bij Diaconie aan de Jansstraat
groot tehuis voor verpleging
van langdurig zieken
Vöör
Emiel Meulenbroek: vijfhonderdste
geslaagde r.-k. Avondmulo
Spectaculaire bedrijvigheid langs Korte
Wijngaardstraat en Ridderstraat
Lachende jongen: levende getuige
van Hals' picturaal vaderschap
TAXI 13000
Koffie KREMER Thee
Hoogtepunten op Frans Halstentoonstelling
Wegdek Spaarne
wordt verbeterd
Onteigeningen in
Spaarndam
GEMEENTEZAKEN
i ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1962
PAGINA 3
I r
1
U
HAARLEM, 18 aug. In het
hart van de stad, nabij de Jans
straat, is een groot gat geslagen.
Slopers zijn reeds maandenlang
bezig een gedeelte van het complex
van de Diaconie tegen de grond
te hakken. Het is een spectaculair
geval en het is verwonderlijk, wat
een ruimte er is vrijgekomen in de
benauwde binnenstad. Er wordt
nog gehakt en gebroken. Verschil
lende huizen moeten nog afgebro
ken worden. Het resultaat zal ten
slotte zijn een grote kale vlakte,
begrensd door Schapenpleintje,
Korte Wijngaardstraat, Ridder
straat en Jansstraat. Op dat ter
rein zal de nieuwbouw van de
Diaconie verrijzen, een verpleegte
huis voor langdurig zieken. Wie
langs de enorme schutting wan
delt, die voorzien is van gazen ra
men, ontdekt, dat er van de vroe-
Er is reeds flink gebroken in
de hoek, die gevormd wordt
door het Schapenpleintje, Korte
Wijngaardstraat en Jansstraat.
Een grote kale vlakte is vrij
gekomen, waarop straks met de
nieuwbouw van het verpleegte
huis kan worden begonnen.
Hier staat het oude Janskerkje
nog ontmanteld met daarvoor
de boom, die als enige herinne
ring zal worden opgenomen in
de tuin. Men is er namelijk in
geslaagd binnen de nieuwbouw)
nog grond voor een tuin vrij te
houden van 36 bij 25 meter. In
de tuin zal een vijverpartij wor
den aangelegd.
gere bouw niets is overgebleven.
De oude Janskerk, waar nu het
gemeentelijk archief zetelt, staat
er ontmanteld bij. De achterzijde
van het gerestaureerde diaconie
huis aan de Jansstraat staat plot
seling naar buiten opengebroken.
Er is niets, dat aan de vroegere
toestand herinnert. Alleen een
grote boom is tot nu toe gespaard
en blijft hopelijk gespaard voor de
nieuwe tuin.
Zo zal binnen enkele jaren de
Jansstraat er uitzien ter hoogte
van het Diaconiehuis. Op de te
kening is de nieuwbouw, rechts
op de voorgrond, sterk geaccen
tueerd. Zo zwaar dominerend
zal het nieuwe diaconaal ver
pleegtehuis in de praktijk niet
zijn. Het gebouw, dat aan de
Jansstraat vanaf de Ridder
straat doorloopt tot aan het be
staande huis nummer 36 zal in
vergelijking met de huidige,
nog af te breken percelen, iets
naar achteren wgrden gebouwd.
Ook in de Ridderstraat wordt
de rooilijn naar achteren ver
plaatst, zo zelfs, dat die straat
daar ter plaatse zeven meter
breder wordt. De representa
tieve ingang van het tehuis
blijft aan de Jansstraat, maar
voor dagelijks gebruik zal de
meer royale toegang aan de
Ridderstraat dienen.
i
;.\v.,.%%v//.,.,A,.v.,.v.v.\v.v.v.,.,.v.vAV.,.VA,.,^v.w.v.v.vA,.v.\\yAv.v.vAv.v!v.v.,/vXvy ■vX^wlvIvXv'vl-ï
WMWrfMSBÖWm,>AVM,AW/WW.VAV.V.VAV/A,.VJVAVACfc«^«WWÏwfftXwiW}(ffiWJ>X,Xv»ï
,,Ik wist het werkelijk niet, dat
ik de vijfhonderdste gediplomeerde
was van de r.-k. Avondmulo. Ik las
het in de krant", vertelde mejuf
frouw Emilia Meulenbroek, die hui
selijk Emiel genoemd wordt. Op
maandag 23 juli werd deze mijlpaal
bereikt voor de r.-k. Avondmulo St.
Augustinus in Haarlem en Omstre
ken in het twintigste jaar van haar
bestaan. Emiel Meulenbroek had er
eerlijk gezegd niet op gerekend dat
zij haar diploma zou halen. Toen zij
het zweetkamertje de rug toe keer
de en op het resultaat moest wach
ten zonk. haar de moed in de schoe-
Meer dan een eeuw sedert 1856
zetelt de Diaconie van de Nederlands
Hervormde Gemeente aan de Jans
straat, tegenover de Sint Josephkerk.
Er is daar een stuk geschiedenis ge
maakt en een traditie gevestigd, in het
kader waarvan de nieuwbouwplannen
des te ingrijpender zijn. Maar ook het
bestuur van het Diaconiehuis, waarin
gedurende verschillende generaties be
jaarden een onderdak hebben gevonden,
kreeg na de oorlog te maken met een
bejaardenprobleem. Het bestuur wilde
er geen probleem van maken in de
gebruikelijke zin van het woord. Het
benaderde de kwestie meer als een
snelle ontwikkeling tengevolge van so
ciale en medische omstandigheden. Die
ontwikkeling eiste voorzieningen, en in
Haarlem werd onder leiding van wet
houder W. C. Bakker een onderzoek in
gesteld. Daaruit bleek en hier citeren
wij dokter K. Kok, geneesheer-direc
teur van het diakonaal verpleegtehuis
aan da Jansstraat dat men schro
melijk overdrijft, als men over een
„bejaardenprobleem" spreekt. Het lijkt,
alsof we het over een sprinkhanen-of
muizenplaag hebben. Verreweg de
meeste bejaarden weten zich wel te
redden en willen helemaal geen pro
bleem zijn. Er vallen hoogstens wat
moeilijkheden op te lossen.
Anders is het gesteld met de bejaar
den, die langdurig ziek zijn en die niet
of niet meer in een ziekenhuis thuis
horen. Maar dat is geen bejaarden
probleem, want zulke zieken zijn er
m iedere leeftijdsgroep, zij het dan
ook, dat de meerderheid bejaard is.
Op het gebied van de verpleging van
patiënten, jong en oud, die het zie
kenhuis niet langer nodig hebben,
maar die toch niet thuis kunnen wor
den verpleegd, was en is er een nood
toestand. Steeds meer ging men den
ken aan verpleegtehuizen voor deze
groep zieken. De oprichting daarvan
werd met het jaar urgenter.
In de dertiger jaren reeds onderkende
men bij de Diaconie de nood, die ont
staan v/as bij de verpleging van aller
lei patiënten. In 1934 werd op een stuk
grond langs de Korte Wijngaardstraat
het Adriana Koenen Rusthuis gebouwd.
Feitelijk werd het een grote verpleeg-
afdeling voor die patiënten, welke niet
meer in het voorhuis aan de Jansstraat
verpleegd konden worden. Men nam
echter ook patiënten uit de stad op. De
aanvragen werden tenslotte zo groot in
getal, dat men in 1953 het plan opvatte,
een groot verpleegtehuis te bouwen. Het
was alleen de vraag, of de Diaconie op
het bestaande terrein zou gaan bouwen
of elders, bijvoorbeeld in een nieuwe
wijk. Men besloot toch maar in de
binnenstad te blijven, waarbij vooral
overwogen was, dat juist langdurig zie
ken behoefte hebben aan direct con
tact met de buitenwereld, niet alleen
in de vorm van bezoek, maar ook door
een vrij uitzicht op een straat met druk
verkeer. Dokter Kok formuleert het al
dus: „Voor het bezoek ligt het com
plex aan de Jansstraat bijzonder gun
stig, dichtbij station en bushaltes en
in de onmiddellijke omgeving van het
Haarlems winkelcentrum. Hoe mooi het
uitzicht op een park of een vijver ook
mag zijn, de patiënten kijken op den
duur toch liever naar de gaande en
komende man in de straat".
De ingrijpende beslissing van de Dia
conie betekende overigens, dat de ge
zonde bejaarden uit het tehuis aan de
Jansstraat moesten vertrekken. Voor
hen is inmiddels een nieuw bejaarden
centrum geprojecteerd aan de Prins
Bernhardlaan. Voorlopig hebben zij on
derdak gekregen in hotel „Duin en Dal"
te Bloemendaal. Aan architect H. W.
van Kempen werd opdracht verleend
een plan voor de nieuwbouw te ontwer
pen. Op het vrijkomende terrein zal een
groot vierkant gebouw in drie woonla
gen opgetrokken worden. Het verpleeg
tehuis zal een capaciteit hebben van
ongeveer 225 bedden, verdeeld over
zeven afdelingen van ongeveer 32 bed
den. Deze 32 bedden zijn weer verdeeld
over kamers van 6, 4, 3, en 2 bedden,
terwijl er per afdeling 2 isoleerkamers
zijn met 1 bed. Elke afdeling heeft weer
haar eigen utiliteitsruimten. Voor het
gehele tehuis zjjn er speciale ruimten:
kapel, mortuarium, gelegenheden voor
heilgymnastiek, massage, oefeningen en
bestralingen, een röntgenkamer, een la
boratorium, leslokaal, ruimten voor de
technische dienst, fietsenberging, pro
visieruimte, magazijnen, zustereetzaal
en zusterzitzaal, een afgeschermd dak
terras voor de zusters en aan de bin
nenzijde van het gehele complex een
ongeveer drie meter breed terras voor
de patiënten. Op de tweede verdieping
komen ongeveer 20 kamers voor inwo
nende zusters. In de stad is nog een
huis gekocht, waar ongeveer 15 zusters
kunnen worden ondergebracht. Dat
laatste zal op korte termijn te klein
blijken en zal dan uitgebreid moeten
worden.
Uit het rapport van dokter Kok blijkt
dus wel, dat er rond het bestaande te
huis aan de Jansstraat heel wat staat
te gebeuren. De afbraak zal in septem
ber wel voltooid zijn. Men is nu bezig
met de sloop van de laatste huizen aan
de Ridderstraat nabij de Jansstraat.
Aan de Jansstraat zelf moeten nog de
percelen 24 tot en met 34 verdwijnen,
van de hoek van de Ridderstraat dus
tot aan het Diaconiehuis. Het zou ge
makkelijker geweest zijn, het gehele
oude complex te slopen, maar dat bleek
niet mogelijk, omdat het oudste gedeel
te, Jansstraat 36, op de monumenten
lijst voorkwam. Onder toezicht van mo
numentenzorg werd dat eerst grondig
gerestaureerd en is bestemd voor de
onderbrenging van verschillende dien
sten. Alle patiënten zijn nu in het oude
gedeelte ondergebracht. Men heeft na
melijk de verpleging niet willen stop
zetten terwille van de nieuwbouw.
(Advertentie)
nen. Maar bij de uitslag van het
examen bleek zij een van de beste
puntenlijsten te hebben behaald met
verschillende tienen en negens. Voor
de tweede keer was zij opgegaan,
want verleden jaar had zij een gooi
naar het diploma gedaan toen zij nog
op de dagschool zat. Zij had de
boot toen net gemist. „Ik heb toen
nog lange tijd gehoopt op het diplo
ma, omdat ik een twijfelgeval was.
Ik had namelijk in plaats van Frans
de vakken algebra en meetkunde ge
nomen. Bij het examen kreeg ik een
onvoldoende voor twee talen. Voor
algebra en meetkunde had ik ruim
voldoende. Achteraf bleek dat men
die twee vakken in de plaats had
kunnen stellen voor het Frans en
dan had ik eigenlijk toch het diplo
ma gekregen. Mijn puntenlijst heeft
toen nog in het Onderwijzersblad ge
staan. Afijn, ik heb het toch niet
gekregen", vertelde zij. Emiel Meu
lenbroek voelde er toen niets meer
voor om nog eens een jaar op school
te zitten en al gauw kwam ze tot het
besluit om een jaar de avondschool
:e volgen. Met alle geweld wilde zij
wel het „papiertje" in handen krij
gen. Zij kwam op de avondmulo in
de groep te zitten, waarvan de meer
derheid al een tentamen of examen
op een dagschool had gemaakt. In
de andere groep zaten meer de vol
wassenen die al werkten en nader
hand pas met de avondmulo begon
nen waren. Ook op een avondmulo
bekleedde zij een uitzonderingspositie,
omdat zij het Frans weer liet schie
ten om algebra en meetkunde te doen.
Daar kwam nog bij, dat zij de eer
ste maanden het enige meisje in de
groep was, want de rest waren alle
maal jongens. Bij een reorganisatie
van de groepen kreeg zij op dit ge
bied versterking. Omdat haar rooster
anders was volgde zij haar lessen in
verschillende groepen.
„Het was wel vreemd op de avond
mulo. Het gaat er veel minder
schools aan toe dan op een dag
school. Daap krijg je soms straf
regels en andere karweitjes als je
iets uithaalt dat niet door de beugel
kan. Op een avondschool ben je
meer verantwoordelijk voor je eigen
doen en laten. De verleiding om er
eens tussen uit te knijpen is veel
groter. Wel wordt de presentielijst
bijgehouden, maar men accepteert
veel eerder een excuus als je weg
gebleven bent", was haar mening.
Een van de nadelen van een avond
school vond zij het feit dat er niet
gauw een onderlinge band ontstaat
tussen de leerlingen. De meerder
heid haastte zich om tien uur des
avonds gauw naar huis. Drie avon
den in de week werden in beslag
genomen door de lessen. De andere
avonden kon men huiswerk maken.
Want een groot deel van de leer
lingen werkte overdag en kon dus
alleen maar 's avonds huiswerk ma
ken. Emiel Meulenbroek had een
tussenweg gevonden en werkte drie
dagen per week en had overdag ge
legenheid haar werk te maken. Het
huiswerk neemt op de avondmulo
een belangrijker plaats in dan op de
dagscholen, omdat het aantal lessen
veel minder is. „Daarom heb ik
wel bewondering voor de leerlingen
die op latere leeftijd met de avond-
mulo beginnen. Zij zijn er alle avon
den aan kwijt en moeten hard blok
ken om in drie jaar klaar te komen.
De avondmulo is precies hetzelfde
als de dagschool. Het diploma heeft
gelijke waarde", vertelde Emiel
Meulenbroek. Op het examen weten
de examinatoren niet wie er wel en
wie er niet op een dagschool heeft
gezeten. Zij houden er ook geen re
kening mee. Alleen bij de ouderen
kunnen ze het natuurlijk wel mer
ken. Emiel Meulenbroek behoorde
daar niet toe. Zij telt achttien len
tes om het onbescheiden uit de
doeken te doen en kan nu met
haar diploma haar opzet verwezen
lijken. Vorig jaar wilde zij al de op
leiding gaan volgen aan de School
voor Heilgymnastiek en Massage in
Amsterdam. Daar is een mulo-di
ploma een minimum-vereiste. De
minimum-leeftijd is achttien jaar
zodat er nu geen enkel bezwaar
meer is dat haar tegenhoudt. Ach
teraf gezien is zij dolgelukkig dat
zij de avondmulo heeft gevolgd. Het
was wel eens moeilijk om 's avonds
naar school te gaan terwijl het thuis
gezellig was. Dat leed is nu gele
den. Niet alleen Emiel Meulenbroek
is er blij mee. Ook de heer J. Uttien,
is trots op het resultaat. Het vijf
honderdste diploma dat aan een van
zijn leerlingen van de avondmulo werd
uitgereikt bewees dat het initiatief
van de donkere oorlogsjaren om een
avondcursus te beginnen vruchtbaar
is geweest. Dertig leerlingen ont
vingen dit jaar hun A-diploma,
terwijl vier hun B-diploma behaal
den. Door de avondmulo hebben in
twintig jaren tijd vijfhonderd men-
sen betere perspectieven gekregen
voor de toekomst en daar was het
hem om begonnen.
De „kinderkamer" in Frans Hals'
levenswerk is aanvankelijk spontaan
en zonder te veel reserve betreden,
gelijk het betaamt als we een blik
slaan in de hart-verwarmende wereld
van het kind. Groeiend kritisch ver
mogen van de betrekkelijk jonge
Kunsthistorische wetenschap, schiep
echter grotere waarborg voor objec
tieve benadering en zo kon ook Hals'
kinderkamer niet ontkomen aan de
vreedzame razzia van jongere onder
zoekers van ons oude kunstbezit, met
als gevolg dat Hals' geestelijk vader
schap in vele gevallen niet langer
kon worden erkend. Men zal zich af
vragen met welk gezag dit vader
schap werd erkend, betwijfeld of ver
worpen. Het antwoord daarop zou kun
nen luiden: met het gezag van de vi
sueel gevoelige en ervaren beschou
wer, die ontvankelijk is voor de ka
rakteristiek van het „tijd-eigen" van
de periode waarin het kunstwerk ont
stond en die is toegerust met diep
gaande kennis van het handschrift"
van de kunstenaar in de onderschei
den fasen van zijn ontwikkeling.
Verschillen bij replieken, dat zijn
dus herhalingen van een bestaande
beeltenis of voorstelling, zijn dikwijls
zeer subtiel, zodat zelfs de ervarenen,
als hierboven omschreven, de kenners
dus, soms aarzelen en het vaderschap
alleen maar in twijfel kunnen trekken.
De beeltenis van het lachende kind
werd het enfant chéri van de Frans
Halstentoonstelling. Er is geen twijfel
dat Hals zijn „vader" was, hetgeen
niet alleen blijkt uit de onvoorwaar
delijke beantwoording dat het kind
zélf geeft aan de eisen die aan Hals'
picturaal vaderschap kunnen worden
gesteld. Overtuigend indirect bewijs
temeer is namelijk het te constate
ren feit, dat de drie bestaande re
plieken van dit kinderportret (ver
meld in de beschrijvende catalogus)
alle zwakheden aantonen, die de co-
piërende hand niet bij machte was te
verhullen. En die zwakheden accen
tueren juist de oorspronkelijke groot
heid en het onnavolgbare van Hals'
penseel en de originaliteit van ons
paneeltje! Gedurfde en losse toetsen
bij Frans Hals zijn altijd verantwoord
en groeien in ons oog tot een orde en
een samenhang, met behoud van het
sprankelende leven. Bij de navolger
vallen die toetsen uiteen en ontberen
het organische verband, omdat niet
de geest maar de letter werd gevolgd.
De copie blijft ambachtelijk en cere
braal en is niet uit een impuls ont
staan. Het lachende jong getuigt er
dus zélf van dat hij uit Hals' hand is
geboren: het spontane leven manifes
teert zich in elk onderdeel van het
kleine, jeugdoverstroomde paneeltje.
De kindermond breekt open als een
(AActruiMa)
rijpe vrucht: hij werd tot een open vi-
sier dat ongecompliceerd, eerlijk en
driest het leven toelacht. De tanden
zijn niet geschilderd naar hun stoffe
lijk verschijnen, maar maken de har
monie zichtbaar tussen stof en licht.
Hierdoor krijgen ze een meer geeste
lijke betekenis in de zin van het on-
vermoed-vrije tegemoet treden van
zijn vertrouwde omgeving. Bovendien
ontglipte de kunstenaar daardoor aan
de verstarring die in de meeste ge
vallen het schilderen van de lach tot
een „moment-opname" maakt W'~
hem doet versterven in een kramp
achtige pose.
Het kattekwaad dat in dit gezonde
kind latent aanwezig is, breekt spon
taan baan naar buiten en krijgt ge
stalte in de verrukkelijk verwarde
haardos, in het verkreukelde kraagje
en in de sprankelende blik die ons
weinig hoop geeft dat hij het katte
kwaad zal onderdrukken Alleen al
zijn aanwezigheid maakt Hals' kin
derkamer onvergetelijk!
H. P. BAARD
HAARLEM, 17 aug. Het wegdek
van het Spaarne tussen Gedempte Oude
Gracht en Damstraat is niet in overeen
stemming met het toenemende verkeer
op deze verkeersweg en zeker niet met
de functie die deze verkeersader in de
toekomst is toegedacht. B en W willen
nu de rijbaanbreedte op 8 meter laten
brengen en langs de bebouwing een par-
keerstrook laten aanbrengen. B en W
stellen voor deze rijbaan te laten asfal
teren.
De commissie Openbare Werken is het
hiermee niet eens. Deze vindt dat een
asfaltwegdek niet past in deze omgeving
en wil uit estetische overwegingen lie
ver een klinkerbestrating op dit gedeel
te van het Spaarne. B en W geloven
edhter, dat asfalt minder lawaai en min
der trillingen veroorzaakt, hetgeen voor
de omgeving een voordeel mag heten.
Bovendien is een asfalt-wegdek goedko
per in onderhoud. Derhalve vragen B
en W voor het verbeteren (asfalteren)
van dit gedeelte van het Spaarne een
krediet aan de raad van 80.000,-.
HAARLEM, 17 aug. Tegen het
plan tot onteigening van gronden in het
uitbreidingsplan „Spaarndam" in
Spaarndam zijn twee bezwaarschriften
ingediend. Deze bezwaarschriften heb
ben betrekking op de financiële schade
die requestranten zullen lijden. B. en
W. menen, dat deze financiële belan-
ten voldoende gewaarborgd worden via
e Onteigeningswet en stellen daarom
voor deze bezwaren ongegrond te ver
klaren. Tegen het eveneens ter visie
gelegen hebbende plan tot onteigening
van gronden in net uitbreidingsplan
„Grote Sluis" zijn geen bezwaren inge
bracht, zodat B. en W. voorstellen dit
plan ongewijzigd goed te keuren.
Tenslotte hebben een plan tot onteige
ning van gronden in het uitbreidinspfan
„Penningsveer" en een wijziging daar
op ter visie gelegen. Daartegen is één
bezwaarschrift ingekomen, maar B. en
W. stellen voor dit ongegrond te ver
klaren. Een aantal bezwaren van deze
requestrant slaan op gronden die niet
in het uitbreidingsplan begrepen zijn,
en wat zijn financiële bezwaren betreft,
achten B. en W. deze eveneens vol
doende gewaarborgd via de Onteige
ningswet.
HAARLEM, 17 aug. Voor het leg
gen van een stamriool tussen Lorentz-
kade en Fradaystraat vragen B. en W.
van Haarlem de raad om een krediet
van 146.300. Voor de aanleg van riole
ring en bestrating ten behoeve van de
geprojecteerde nieuwbouw aan de Bij
dorplaan in de omgeving van de Zijl-
weg, wordt 110.000 gevraagd. Het rio-
leren van de Slachthui sstraat gaat
50.400 meer kosten dan de in 19B9 toe
gestane 143.000 en B. en W. vragen
de raad nu ook deze verhoging goed te
keuren. Het krediet van 798.000 dat
de raad in 1958 verleende voor de vej>
betering van de Oudeweg, blijkt nog
11.000 te laag te zijn. Ook de goed
keuring van deze verhoogde uitgave
wordt aan de raad verzocht.