een nieuw emigratie Meer landmeer opbrengst en minder belasting één zo'n seizoen... POR TRET VAN EEN MISLUKTE ZOMER Propaganda T weemaal Zelfde werk Er zit iets onverwoestbaars in de Duitse trek naar het strand PAGINA 9 ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1962 Het kwartjesgezicht van de ijsman aan het strand le verde in één keer het por tret van een mislukte zomer uit. Hij hing mismoedig te kleumen over het zadel van zijn kar. In zijn ogen regende de narigheid van kleffe regenjassen en huilende kinderen. Al vele weken lang wa ren er droevige stoeten aan hem voorbij getrokken. De nieuwelin gen met iets van hoop en verwach ting; maar ook hen wachtte de knock-out van nattigheid en kou. En moedeloos sleepten zij zich voort tot ze op hun laatste vakan tiedag werden uitgeteld. Zoiets kostbaars als vakantie, opgewon den verbeid en juichend in bezit genomen, werd wreed naar de vernieling gezonden. Een verlok kende coupe ijs zakte onderuit tot een verdrietig plasje. Bedol ven onder wind en regen, onder kindergedrein en bleke wangen, zwoeren talloze huisvaders: „Wat er ook gebeurt, volgend jaar gaan wij naar Spanje of Italië." En de resterende dagen zochten ze verdoving bij ochtendbladen en Denksporten. Vertwijfeld waag den zij zich soms aan een wande ling, maar wederom verdronken ze voortijdig in koffie of chocomel. Men zocht troost bij een borrel of een slagroomgebakje. Men maakte hoge kosten, maar de hoogste rekening was voor de ko len of de olie. Men voelde een haat groeien tegen de muren van ho tels en pensions, de winkelstraat van een vakantieplaats. OOST-FRIESLAND FRIESE BOEREN TINEKE EN SJERP KAASTRA werk ongeveer gelijk Bootsma, Postma, Osinga, Kaastra, Hiemstra - deze oprecht Friese fa milienamen hebben sinds kort ook in sommige delen van Duits Fries- jahd een bekende klank. In het groene 'and rondom Emden zijn deze Friezen ?e laatste tijd neergestreken, en met rhn hele hebben en houden, veestapel nciuis trokken ze in de om een 21.. andere reden vrijgekomen be- °r'JVen. Niet allemaal zijn ze door "Un nieuwe buren ontvangen zo- ,.s de familie Koopmans in Rorichem, ",e bij de aankomst boven de deur een li^sierd bord aantrof met daarop „Herz- *ch willkomen", maar de verstand sding tussen de immigranten en de t aatselijke bevolking is heel goed. Als "®t anders was, zou dat niet erg mogen ®rbazen, immers in al deze gevallen j|0 Oostfriese candidaten voor een ^achtboerderij gepasseerd ten voordele 8l?iAe Nederlanders. Waarom? Als wij Pke Vis, agrarisch makelaar in Leeu- arden mogen geloven: omdat de boe ren uit ons land wat minder nonchalant zijn en beter vee bezitten dan hun Oost- friese collega's. Zelf merken de emi granten die verschillen niet zo. Trou wens, überhaupt wijkt hun nieuwe be staan weinig af van het vroegere, zij het dan, dat de bedrijven veel groter zijn dan in ons land, een omstandigheid die op de landverhuizers een grote aan trekkingskracht heeft uitgeoefend. Maar de omvang van het nieuwe be drijf is voor de Friese boeren toch niet de voornaamste beweegreden geweest om het heitelan te verlaten. De oorzaak is eigenlijk veelal dezelfde als die van de grote emigratiestroom in de richting van Canada, Zuid-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland. De trek naar Oost Friesland is te beschouwen als een be scheiden zijrivier van deze stroom, al leen wat laat ontsprongen omdat vrijwel niemand ooit op de gedachte was ge komen, dat zó dicht bij het vaderland ook nog riante mogelijkheden beschik baar konden zijn. En zo vernemen wij BOER S. KAASTRA .voor piekeren geen tijd... dus, dat voor de één het opzeggen van het pachtcontract aanleiding werd te emigreren, voor de ander de steeds in krimpende oppervlakte van het weide gebied door de opmars van woningbouw en industrie. Een vrijkomende pacht- boerderij wordt in het eigen land een steeds grotere zeldzaamheid; eerder ziet men het gebeuren, dat de opper vlakte geleidelijk afbrokkelt tot een nauwelijks meer rendabele omvang. In het hele land doet zich dit verschijnsel voor, maar in de noordelijke provinciën komt een dergelijke slag naar verhou ding harder aan, omdat de landelijke economie daar nog zozeer op het weide- bedrijf gebaseerd is Wordt er eens, bij wijze van uitzondering, ergens een pacht bedrijf ter overname aangeboden, dan stromen de candidaten toe, soms vier honderd k vijfhonderd in totaal. Belang stelling genoeg dus voor het vak; niet iedere boerenzoon is bezweken voor de lokroep van de industrie, en onder de belangstellenden is ook altijd een grote groep boeren, die van vroegere landerijen zijn verdreven of op het punt staan dit lot te ondergaan. Kortom, de motieven zoals die vroeger golden voor de massa emigratie naar verre streken overzee, doen voor Friesland en Groningen nog in onverkorte mate opgeld. Maar wie kwam op het denkbeeld, dat die zee wel eens de Dollard zou kunnen zijn? Bij helder weer hebben de Kaastra's in Wid- delswehr een duidelijk zicht op Delfzijl, en de eeuwige rookpluim van de soda- fabriek is als een wuivende groet, een bemoedigend teken, van het nabije va derland Het is nu ongeveer twee jaar ge leden, dat eerdergenoemde Sipke Vis in contact kwam met een Duit se vee-importeur. Van hem ver nam de heer Vis, dat in Oost-Fri is land, Jeveriand en Varelland vrij regel matig landerijen ter pachting werden aangeboden. Natuurlijk was ook daar de toeloop groot, maar toch lang niet zo massaal als in Friesland. Als makelaar in agrarische goederen, met talloze relaties onder de Friese boeren spitste de heer Vis bij dit bericht de oren. Hij ondernam wat tochten naar Duitsland, knoopte con necties aan met „auktionatoren" zoveel als rentmeesters, die in opdracht van de grondeigenaren de zorg hebben voor de pachtcontracten, en maakte flink propa ganda voor de onovertroffen kwaliteiten van de Friese, later wat algemener: de Nederlandse boer. Het bleek hem toen dat het land inderdaad perspectieven biedt. Niet dat de bedrijven bij tientallen tegelijk loskomen zonder voldoende be langstelling van de eigen landgenoten, maar de mededinging is aanmerkelijk minder hevig; met dertig tot veertig ge gadigden is het meestal wel bekeken Maar ook dan, bij een betrekkelijk gering aantal concurrenten vergeleken met Ne derlandse verhoudingen, betekent het voor een Hollandse boer een erkenning van zijn capaciteiten als hij tot pachter van een Duits bedrijf wordt eekozen. Onze reputatie heeft de weg kennelijk geplaveid. Sommige Duitse rentmeesters hebben zelfs een voorkeur voor onze boeren. In de korte tijd had de heer Vis con tacten gelegd met een dertiental auk tionatoren en in Leer opende hij zelfs een kantoortje om zijn belangen bij de oostburen te kunnen behartigen. Er gaat praktisch geen week voorbij of de Leeuwardense makelaar bezichtigt er gens in Oost-Friesland of verder, soms tot voorbij de Wezer, vrijkomende be drijven, al of niet vergezeld van een Nederlandse gegadigde. Zijn eisen zijn hoog, anderzijds selecteert hij streng de vele aanvragen. „Ik moet eerste klas boerderijen hebben, en dan kom ik ook met prima boeren", zo zegt hij. In mei van dit jaar trokken de eerste vijf Friese boerengezinnen door bemiddeling van de heer Vis naar de streek rond Emden cn naar Jever. Een enkeling was hun op eigen initiatief al voorgegaan, maar hier was dan sprake van de eerste georgani seerde emigratie naar Oost-Friesland. Ofschoon de heer Vis liever niet van emigratie spreekt „Het is eigenlijk niet meer dan een landverhuizing, want de boeren behouden de Nederlandse natio naliteit", zo meent hij. Vijf jaar zullen ze inderdaad Nederlander moeten blij ven; ze zijn op voet van vreemdeling het land binnengelaten, maar aangezien het er niet naar uitziet dat ze ooit nog zullen terugkeren naar het moederland, ligt het voor de hand, dat ze na de periode het Duitse staatsburgerschap willen verwer ven. De kinderen hebben nü al geen moeite meer met de taal. Voor zegge en schrijve vijf gezinnen is „emigratie" misschien een wat ruige term. De trek naar Duitsland geschiedt nog op zeer beperkte schaal, behoort nog tot de uitzonderingen, maar toch zien vele agrarische deskundigen in deze in omvang zo bescheiden vlucht naar het oosten de eerste aanzet voor een echte emigratie-beweging. Momenteel staan 2.5 gezinnen op de lijst van goedgekeurde candidaten. Zodra voor deze mensen in Duitsland een bedrijf vrijkomt, zullen zij de pioniers in hun voetstappen volgen. De animo om te verhuizen is al lang niet meer tot de Friezen beperkt gebleven. Op de lijst van aanvragen prijken ook de namen van boeren uit Drente, Gelder land, Noordholland en Zeeland. Het eerstvolgende drietal boerengezinnen, nl. twee uit Friesland en één uit Noordhol land, zal zich in november vestigen in de Bondsrepubliek. Ze kunnen al hun have en goed vrijelijk invoeren; de Duitse douane legt deze immigranten geen en kele belemmering in de weg In Duitsland is de pachtprijsbeheersing nog onverminderd van kracht. Het niveau verschilt weinig van dat in ons land. De boeren betalen er tussen de 250 en 320 D.M. per hectare, inclusief de gebouwen. De melkprijs ligt echter vrij aanzienlijk hoger, namelijk 5 tot 6 cent per liter. Ook voor vlees werden grotere bedragen,neergeteld dan in Ne derland. Voeg daarbij, dat de inkomsten belasting lager is, en het is te begrijpen, i' dat deze aanlokkelijke vooruitzichten niet hebben nagelaten de emigratielust van de Friezen aan te wakkeren. De pachttermijn bestrijkt in het algemeen twaalf jaar, en bevalt de overeenkomst wederzijds, dan kan het contract zonder bezwaar gecontinueerd worden. Bij de bedrijven in Oost-Friesland behoren doorgaans uitgestrekte landerijen, zo tus sen de dertig en de honderd hectare. Voor de Nederlandse boeren betekent dit dat zij tweemaal zoveel grond tot hun beschikking kregen als ze gewend wa ren, en dus, dat ze hun veestapel nave nant konden uitbreiden. Sinds eind april woont de familie G. Koopmans, bestaande uit man, vrouw drie dochters (oudste 18 jaar) en een zoontje, nu in het gehucht Rorichem, na dat zij in Grouw vijf jaar lang hadden geploeterd op een te klein en drassig stuk grond van zo'n twintig hectare. Hun nieuwe boerderij, met zijn helderrode dak een fleurige noot in het landschap, ligt temidden van ruim veertig hectare bijbehorend weidegebied. Ze lijken in hun nieuwe omgeving al volkomen op hun gemak. De dochters werken alle drie op de boerderij, het zoontje zit in de buurt op school en is dan ook de enige, wiens taal al doorspekt is met Duitse uitdrukkingen. Zoals men de Duitse taal in Oost-Friesland uitspreekt, lijkt ze veel op plat-Gronings. Daarom hebben ook de Friezen weinig moeite met het verstaan. Maar zodra ze zich er zelf van moeten bedienen, beginnen de moeilijk heden. De Duitse kranten blijven voor lopig nog onleesbaar. Toch zijn deze be zwaren geen beletsel geweest voor het ontwikkelen van een goede nabuurschap. De Duitse pachters en hun Nederlandse collega's gaan gemoedelijk met elkaar om. Maar de Friezen, individualisten als ze zijn, houden vast aan hun eigen me thodes. Dat blijkt nü al, twee maanden na hun vestiging Een buitenstaander zal er wellicht geringschattend zijn schouders over ophalen, maar boer Koop mans verzekerde ons, dat zijn manier van hooien heel wat beter is dan die van zijn buren. En wat zijn Duitse col lega's er ook van zullen zeggen, Koop mans zal zonder twijfel zijn eigen systeem blijven volgen, en het lijkt zelfs niet uitgesloten dat de Oostfriese boeren uit dit voorbeeld ooit lering zullen trekken Zes andere boerderijen hadden de strenge keuring van de familie Koop mans niet kunnen doorstaan voordat men zich tenslotte neerliet op het be drijf in Rorichem. „Het lijkt »oms wel mooi, maar je moet goed uitkijken waar je terecht komt", zo zegt de heer Koop mans. Nu zit hij dan volkomen naar zijn zin. De eigenaresse van de boerderij woont ook nog in huis. maar het gezin Koopmans heeft een eigen ingang opzij en is ook verder onafhankelijk in doen en laten. Bijzonder in zijn schik is boer Koopmans met een electrische mest- opruimingsmachine, voor ons land een ongebruikelijk attribuut. Voor het ove rige verschillen de bedrijfsvoering en het boerenbestaan niet veel van wat hij in Friesland gewend was. Zijn 65 koeien gedijen uitstekend op de goede gronden van het Oostfriese polderland en de melkprijs is uitermate gunstig Het kan wel eens mooi zijn, maar niet voor elke dag. Sommigen sprongen na een weekje cellulair in hun auto voor een razen de speurtocht naar nog een paar da gen zon in Bretagne, Karinthië of aan de Rivièra. Ontelbare malen is de vraag gesteld of de desertie van de te genwoordige zomers misschien aan de kernproeven is te wijten. Maar nie- Buitenlanders, die zich van ons land niet anders herinneren dan de regen. mand wist het antwoord. Wrokkig ging men uiteindelijk weer aan het werk. De laatste klap komt van de winter. Die zal met zijn versukkeling van griep epidemieën en verkoudheidskoortsjes al het doorstane leed nog een keer op halen. Alsof deze persoonlijke ellende niet erg genoeg is, hebben wij ook de klaag zangen aan te horen van de financieel betrokkenen. In de badplaatsen kan men veelvuldig vernemen: ,,Nog één zo'n zomer en het seizoen is kapot". Voor het eerst sinds jaren waren er in juli nog zomerhuisjes voor juli en augustus te huur. Huizen die anders voor duizend gulden per maand wer den betrokken, kon men op staande voet voor ruim de halve prijs gaan be wonen. Men kan de hele textielindus trie horen jammeren, omdat niemand het verlangen had om eens iets nieuws en iets fleurigs aan te schaffen. Men ontvangt brieven uit het buitenland van toeristen die zich van ons land niet anders herinneren dan de einde loze regen. Dat zijn slechte propagan- Nieuwelingen wie de knock-out nog wacht. Zijn naaste Nederlandse buren be- 1 staan uit de familie Kaastra in Widdelswehr, enkele silometers naar het noorden. Dit Friese gezin van man (54 jaar), vrouw, dochter (19) en zoon (21) heeft zich vrijwel gelijktij dig in Duitsland gevestigd met de familie Koopmans, in begin mei. Een jonger zoontje kon het op de Duitse school niet uithouden en is naar Friesland terug gegaan. Later zal ook hij op de boerderij komen helpen, zoals Tineke en Sjerp lat doen. Waarom de heer Kaastra de grens is overgetrokken? De pacht van zijn be drijf in Friesland werd opgezegd, elders in ons land bleek geen plaats en het boerenleven wilde hij ondanks alles niet prijsgeven. Verhuizen naar Duitsland was de enige oplossing. Het is nog te vroeg om vasl te stellen, of het een onberaden stap is geweest, maar gezien de opge wektheid waarmee het gezin Kaastra zijn nieuwe leven accepteert, ziet de toekomst er bepaald hoopvol uit. Er is trouwens geen tijd om te piekeren. Men was nog niet op de plaats van bestem ming, of het was hard aanpakken ge blazen. 56 hectare grasland vroegen om verzorging, tweemaal zoveel als ze in Nederland hadden. Tineke Kaastra, in haar trui en lange broek een charmante cowgirl en een waardige representante van de Friese boerinnenstand reageert al bijzonder lakoniek op de verhuizing „Het werk blijft ongeveer hetzelfde en de taal went gauw. Mijn vader en moe der hebben met dat Duits meer moeite" Uitgaan in Duitsland? „Daar komt wei nig van terecht. We moeten hier om vier uur opstaan, en dus is het half tien bed tijd". Maar haar moeder vertelt dat haar bestaan door de jongelui uit de buurt wel degelijk is gesignaleerd. Ook dit Friese gezin is erg ingenomen met de gunstige melkprijzen, die straks nog hoger zullen worden Hoelang de infiltratie van Nederlandse poeren in dit gebied nog zal voortduren is moeilijk te voorspellen De eeiste Friese kolonisten zijn er van overtuigd dat het verschijnsel blijft aanhouden „Er is hier nog land genoeg te krijgen, daar heb je niet eens een makelaar voor disten en recidivisten, "elen die aan de zomermaanden geld moeten verdienen voor een heel jaar, heffen de schrilste treurliederen aan. Maar de collectieve schade zal toch wel meevallen. Hoewel men nog niet met de cijfers op tafel kan ko men, valt het gemakkelijk vast te stellen dat de vakantiedrukte weer aanzienlijk is geweest. Al worden er geen records gebroken. En het weer heeft iedere vakantieganger genoopt ook de reserves aan te spreken. Maar de uitgaven verschuiven. De ijsman oogst dagen achtereen nog geen tientje. De friteskraam echter walmt behaaglijk van belangstelling. De badpakkenshop op de Schevening- se pier kan dagenlang gesloten zijn. De botsautootjes van Hommerson daarentegen tieren op hun vrolijkst. Het terras aan de Rijn strekt zich angstig onder grauwe wolken uit. Doch in het pannekoekenhuisje bij Ede komt men niet aan de beurt. Op het strand is het niet om te har den de badstoelenverhuurder teert kniesorend weg in de storm maar in de plaatsjes in de omtrek knor ren de bromfietsen en auto's van toeristen door de schilderachtige straatjes. Een volk wordt opgejaagd door het eigen land. De Frans Hals tentoonstelling komt dubbel en dwars aan haar trekken. De orchideeënuit- stalling richting Alkmaar wordt eind doel van menige tocht. De rondlei ding door de Sint Servaas trekt ver rassend veel publiek. Natuurlijk is ons land een weinig aan trekkelijk vakantieoord geweest. De befaamde toeristische attracties blijven onder hun getallenniveau doordat er zo weinig dagjesmensen op avontuur zijn gegaan. Van deze zomer kan men ook voor volgend jaar een klap ver wachten, want velen zullen niet meer de kans willen lopen op zo'n kolos sale klimatologische sof. Ze slaan des noods een jaar over om dan eindelijk van hun gespaarde centen die verre reis naar de zozeer begeerde zon te on dernemen. Het strand zal wellicht gas ten moeten afstaan aan de Veluwe en de Limburgse heuvels. De camping-en thousiasten zullen zich hun stormkater, hun gescheurde tenten en natte slaap zakken van 7 augustus heugen en gaan plannen maken voor een reis. De jon gelui die op fietstochten in de stijve zuidwesterbries onvrijwillig tot coureurs gekweekt zijn, denken dan wellicht weer aan een minder mobiele vakantie. Verschuivingen zijn dus te verwach ten, maar men kan niet aannemen dat in het totaal veel zal veranderen. Er zit bijvoorbeeld iets onverwoestbaars in de Duitse trek naar het strand. Tal van Duitsers komen uit een soort op dracht naar zee. Voor hun gezondheid stappen ze plichtsgetrouw elke dag de golven in. al zijn ze twaalf graden koud. Ze halen zeewater op in flessen en bekertjes, drinken het thuis op, want ook dat schijnt goed te zijn voor hun lichamelijk heil. Rustig halen ze des a- vonds voor een tientje asperges bij de groenteman, want ze zijn hier ook om eens heel lekker te eten. Een andere stabiliserende invloed kan men raden in de bouwvakvakan tie, die dit jaar de zomer in een ver gevensgezinde bui heeft getroffen. De zeer veel mensen die toen op stap zijn geweest, hebben niet hoeven zwe ren dat ze volgend jaar naar de Mid dellandse of de Adriatische Zee moe ten. nodig' beweren ze De omstandigheden waaronder gewerkt wordt verschillen weinig van de onze, het emigratiegebied is met zo veraf gelegen, dat vertrek daarheen een vrijwel definitieve schei ding betekent van vrienden en verwan ten, en de vooruitzichten zijn aantrekke lijk Is het dus enerzijds te betreuren, dat we de stoere zonen van het Friese boerenland en daarbuiten steeds minder emplooi kunnen bieden, aan de andere kant lijkt Oost-Friesland een welkome uitwijkmogelijkheid. Bovendien: als Friezen verbioederer zij snel tussen nazaten van het gemeenschappelijke stamvolk. HANS STEVENS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 9