Mijmering na zeven eemven
E. J. van Lent na dertig jaar uit
de Heemsteedse politiek
Er moesten weer Begijntjes wonen
tussen Jansstraat en Bakenessergracht
Ds. LANGELIUS: vurig ijveraar
in de bediening van Gods Woord
Dinsdag a.s. belangrijke
dag voor Haarlem
F. K. J. Fijen: cijferaar en realist
AT AX-TAXI
SLEUTEL WEG?
Hoogtepunten op de Frans Hal stentoonstelling
pfiüw] Radio Moors
ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1962
PAGINA 3
1.2.3.4.5.
„DE SLEUTELSPECIALIST"
fjl t zouden weer begijntjes
moeten wonen aan de
straatjes die gelegen zijn in
de beschutting van de Jansstraat,
Bakenessergracht en Klokhuis-
Vlein. Want ook al doen de vracht
wagens, die in groten getale tot
het hart van de stratenwirwar
achter de St. Josephkerk aan de
<fansstraat doorgedrongen zijn,
nog zo luidruchtig kond van de
twintigste-eeuwse snelle gang van
zaken, het Begijnhof blijft zich
zélf. Een weggezakt, decor-achtig
stukje Haarlem, door slechts en-
héle smalle straatjes met het
drukke, nuchtere stadsdeel ver
bonden. Een vondst voor wande
laars en touristen, die in de Jans
straat toevallig een zijstraat in
sloegen en die zich er waarschijn
lijk over verbaasd hébben dat niet
voortdurend alle Haarlemmers
daar te hoop lopen, maar dag in
dag uit achteloos aan een derge
lijk stukje grond voorbijgaan.
Zevenhonderd jaar geleden is het
dat Arent van Sassenheim, pas
toor van de St. Bavo Kerk aan de
Groote Markt zijn huis, erf, tuin
en boomgaard aan de eerste Haar
lemse begijntjes afstond. Dezen
voélden zich daar kennelijk ge
lukkig mee, want al snél ontstond
een bloeiende gemeenschap. De
vrouwen, vaak dochters uit aan
zienlijke families, hadden ieder
haar eigen huisje aan of in de
straten rond het Begijnhof.
Wethouders
Portefeuilles
WÊÊÊËÈÊÈÊmÊËÊH
Mobilofoon service dag en nacht
Advertentie)
LANGE VEERSTRAAT 10 TEL 11493
(Advertentie)
Tot de (zeven) raadsleden, die
niet meer in de nieuwe gemeente
raad van Heemstede terugkeren,
behoort ook de wethouder van
Openbare Werken en Volkshuisves
ting, de heer E. J. van Lent. Der
tig jaar heeft hij deel uitgemaakt
van wat door burgemeester mr. A.
G. A. van Rappard veelvuldig „het
hoogste bestuurscollege van de ge
meente" wordt genoemd. Van deze
dertig jaar is hij ruim zeventien
jaar wethouder geweest (en ook lo
co-burgemeester). In die functie
heeft de heer Van Lent Heemstede
aan zich verplicht. Vooral direct na
de oorlog was er in Heemstede
voor degene, die de portefeuille van
Openbare Werken beheerde, bijzon
der veel te doen. Vele plantsoenen
waren vernield, in het wandelbos
Groenendaal stonden tientallen
bunkers, die opgeruimd moesten
worden en van de wegen en voet
paden was niet veel over. Met een
enorme ijver en toeleg heeft de
scheidende wethouder zich op dit
herstel geworpen.
Veel sprekender nog is het aan
tal woningen, dat na de oorlog in
Heemstede werd gebouwd: er kwa
men niet minder dan 431 woning
wetwoningen klaar, terwijl verder
135 premiewoningen en 50 wonin
gen in de vrije sector werden ge
bouwd. Met dit resultaat is de heer
Van Lent bijzonder ingenomen, of
schoon hij niet verheelt, dat hij nog
wel meer woningen had willen bou
wen. De woningnood in Heemste
de is nog altijd niet tot een oplos
sing gebracht. Momenteel staan op
de lijst ongeveer vierhonderd wo
ningzoekenden ingeschreven.
Het is min of meei toeval ge
weest, dat de heer Van Lent der
tig jaar geleden in de Heemsteed
se gemeenteraad verzeild raakte.
Hij was voorzitter van de afdeling
Heemstede van de Katholieke Mid
denstandsvereniging. Toen hem ge
vraagd werd of hij zich kandidaat
wilde stellen voor het raadslid
maatschap zei hij, dat hij wel op
de lijst wilde komen, maar dan op
een niet-verkiesbare plaats. Toen
de katholieke fractie een over
schotszetel kreeg toegewezen, „viel
het lot op Jonas".
Wie de heer Van Lent in zijn
kwaliteit als wethouder tijdens een
vergadering van de Heemsteedse
gemeenteraad heeft meegemaakt,
zal hebben ervaren, dat hij een
man is van weinig woorden. Hij
spreekt niet makkelijk, maar wat
hij te zeggen heeft, is vaak de
moeite waard. Ook al hadden som
mige raadsleden aan dit weinige
woord niet altijd voldoende. In
tweede instantie herhaalde de heer
Van Lent dan gewoonlijk datgene
wat hij eerder had betoogd.
Onder zijn bewind zijn de plan
nen klaar gekomen voor drie kapi
tale bouwplannende verbouwing
van het raadhuis, een nieuw poli
tiebureau en nieuwe zwemvijvers.
De plannen zijn thans bestekklaar
en het wachten is op de rijksgoed
keuring. Het ziet er naar uit, dat
nog in dit najaar de rijksgoedkeu
ring kan worden verwacht voor de
aanleg van de zwemvijvers. Als dat
het geval mocht zijn dan bestaat
er gerede hoop, dat de zwemvij
vers reeds volgend jaar in gebruik
kunnen worden genomen. Plannen
die eerder werden gerealiseerd,
zijn de bouw van een waterzuive
ringsinstallatie en de aanleg van
een stamriool in De Glip.
De heer Van Lent, die aan het
hoofd staat van een in Heemstede
welbekend schildersbedrijf, be
kleedde in het maatschappelijk le
ven talrijke en voorname functies.
Hij was de eerste voorzitter en een
van de mede-oprichters van het Bij-
drijfsschap voor het Schildersbe
drijf en verder ook voorzitter van
de Stichting Vakopleiding Schil-
toen hij ze
dersbedrijf. Twee jaar geleden,
toen hij zeventig jaar geworden
was, heeft hij deze functies neer
gelegd. Wel is hij nog altijd secre
taris van de Landelijke Bond van
de Katholieke Schildei-spatroons.
De andere raadsleden, die vol
gende week dinsdag niet meer pre
sent zullen zijn, zijn de KVP'ers
Kemp en Hopstaken en de WD'ers
Brink, Van Kesteren, Vooren en
Schuitenmaker. Maandag zullen zij
tijdens een raadsvergadering door
burgemeester Van Rappard worden
uitgeluid en bedankt voor het vele,
vaak ook belangrijke werk, dat zij
in dienst van de Heemsteedse ge
meenschap hebben verricht.
Voor de Begijntjes dus geen strenge
kloosterregels. Trouwens ook de kloos
tergeloften bleken niet erg in de lijn
van de arbeidzame dametjes te liggen.
Natuurlijk, zij legden zich neer bij de
gelofte van zuiverheid en gehoorzaam
heid aan de meesteresse of mater.
Maar niet voor eeuwig. De begijntjes
hadden de zekerheid vrij te zijn om
heen te gaan, wanneer zij dat wilden.
Uit de uitgebreide voorschriften om
trent de soberheid van huisraad, le
venswijze en kleding bleek wel dat
de vrome vrouwen alle luxe verre van
zich hielden. Het paste de begijntjes
„in haar uitwendig kleed haar inwen
dige eerzaamheid te laten blijken". Zij
droegen daarom nooit andere kleuren
dan zwart en wit. Buitensporigheden
als zijde ter afwerking van de naden
of andere bontsoorten dan lam of
schaap voor de voering van de onder
rokken waren tegen de regels. Voor
de bovenrok was zwart laken of
gekaarde saai voorgeschreven, die niet
duurder dan acht gulden mocht zijn.
Daarmee waren de begijntjes mooi ge
noeg om 's zondags ter kerke te gaan.
Voor weekdagen was een zwart schort
met vijf plooien voor en achter de
meest practische kledij. Het was nieu
welingen toegestaan nog twee weken
het wereldse kleed te dragen, terwijl
de overste direct na aankomst de ha
ren zo kort afknipte, dat vlechten on
mogelijk was. Als teken van haar ko
mende waardigheid kregen zij daarna
de begijnendoek, met drie koperen
spelden bevestigd, opgezet. Na ander
half jaar werden de novicen geprofest.
Vanuit haar huisjes repten de nieuwe
begijntjes zich daarop iedere dag naar
haar bezigheden in ziekenhuizen, ar
menhuizen of lazaretten. Zij maakten
prachtige handwerken, deden aan lief
dadigheid waar zij konden, en leerden
de Haarlemse meisjes godsdienst, lezen
en zingen, en hadden waarschijnlijk de
eerste kleuterschool van Haarlem.
's Avonds werden, wanneer allen te
bestemder plaatse waren teruggekeerd,
de drie toegangspoorten aan de Jans
straat, Bakenessergracht en Begijne
straat door zorgzame portiersters ge
sloten en geen buitenstaander kon zich
daarna meer in der begijntjes zaken
mengen.
Na 's Gravenzande was Haarlem
de eerste stad in Nederland
waar begijntjes zich vestigden.
Leiden volgde in 1293 en Am
sterdam mocht zijn eerste begijntjes in
1346 verwelkomen. De afleiding van
de naam is onzeker. Sommigen zeg
gen dat de naam Albigenzen die voor
ketters gebruikt werd, nog altijd voort
leeft in het woord „begijn" „Beghini"
werd een scheldnaam welke begijntjes,
die ketterse stromingen aanhingen, be
delmonniken of leden van de derde or
de toegevoegd werden. Later heeft
men de eer van de begijntjes en haar
werkzaamheden gered door de H. Beg-
ga, dochter van Pepijn van Landen,
als stichteres van de orde te gaan ver
eren.
In het jaar 1347 trof het Grote,
Ronde of Faly-Begijnhof een grote
ramp, toen het tijdens een enorme
brand met de grond gelijk gemaakt
werd. Men begon echter direct ener
giek met de wederopbouw en een
jaar later kon de kerk voor een klein
gedeelte in gebruik genomen wor
den. Eind veertiende eeuw stond de
kerk weer in volle glorie in het mid
delpunt van het leven der begijntjes.
Inmiddels was het aantal van de de
vote maagden of weduwen sterk ge
stegen. De vergadering bestond uit
vijf conventen, aan het hoofd waar
van een meesteres stond. Een der
conventen, alle vernoemd naar vrou
welijke heiligen, werd bewoond door
de meesteressen, de overige vier wa
ren bestemd voor de minder draag-
krachtigen en de nieuwelingen.
De tijd van de Hervorming heeft ook
de begijntjes zeker niet ongemoeid ge
laten. Op de voor haar zwarte dag
van 24 april 1581 vervielen de bezit
tingen van het Begijnhof aan de stad.
Daarmee ging ook de trotste Begijn
hofkerk, die sinds 1407 aan Petrus en
Paulus toegewijd was, in andere han
den over. Daarvan trokken de Waalse
protestanten die omstreeks die tijd
naar Haarlem, dat de zijde van de
Prins van Oranje gekozen had, dade
lijk profijt. In 1587 stichtten deze een
eigen Waalse gemeente en drie jaar
later mochten zij zich eigenaar noe
men van de Begijnhofkerk, die van
toen af Waalse Kerk heette. De be
gijntjes waren dus letterlijk hun Huis
kwijt en de vergadering was ten dode
opgeschreven. Als pleister op de won
de mochten alle begijnen in haar hui
zen blijven wonen „tot ter dood". Bo
vendien kregen zij van de stad een uit
kering. Terwijl van de oude begijntjes
die de bloeitijd rond de kerk op het
Begijnhof hadden meegemaakt steeds
minder overbleven, werd een nieuwe
hof gesticht in de Lange Poort. Een
voor een werden de huizen daar door
nieuwe begijnen ook wel klopjes
aangekocht, zodat de poort in de volks
mond de naam Klopperspoort kreeg.
Het leek echter of alle energie uit de
vergadering geweken was: steeds min
der novicen meldden zich bij de mees
teressen. Tegen het einde van de acht
tiende eeuw was het genootschap van
de vrome vrouwen, dat onder de naam
„MaeChden van den Hoeck" bekend
gestaan had, aan het einde van zijn
krachten. In 1824 stierf het laatste be
gijntje Anna Barbara Amstenraad in
de ouderdom van 86 jaar. De laatste
jaren had zij niet eens meer in haar
huisje op het hof doorgebracht. De eni
ge die nu nog overbleef was de laatste
begijnen-pastoor, die nog lange jaren
na de dood van Anna Amstenraad in
de Appelaarsteeg bleef wonen.
Juist op de plaats waar in 1262 de
tuin en het huis van Arent van Sas
senheim lag werd rond 1845 de St.
Jozefkerk aan de Jansstraat ge
bouwd. Hoewel dus de omgeving van
de Waalse Kerk voor de vroegere be
gijntjes grotendeels onherkenbaar ge
worden is, zouden zij zich zeker thuis
voelen in de ingetogen huizenrij, die
het Begijnhof aan een zijde van aan
zien veranderd heeft. Laat de begijn
tjes maar terugkomen. De hofjes-sfeer
zal altijd hardnekkig rond de kerk
blijven hangen. En meer nog dan
een inrijverbod voor vrachtauto's kan
één begijntje daar de illusie van het
vroegere convent herscheppen.
HAARLEM, l sept. Dinsdag is een
belangrijke dag voor Haarlem. Dan
*omt de gemeenteraad in zijn nieuwe
samenstelling bijeen. De raadsleden,
u»e op 30 mei gekozen zijn, treffen el
kaar dan voor het eerst in de raadzaal
kan het Prinsenhof. Haarlem zorgt
oaarbij dit jaar voor een aantrekkelijke
Nieuwigheid: na de eerste raadsverga
dering wordt er een openbare receptie
Behouden in de Gravenzaal om de bur
gerij, de diensthoofden en de vereni-
jbngsbesturen in de gelegenheid te stel
en met de nieuwe raadsleden kennis te
N'aken. Dit initiatief is een gevolg van
de burgerzinnota, die enige tijd geleden
door de raad is aangenomen. De opzet
's het contact tussen burgerij en plaat
selijke volksvertegenwoordiging te ver
stevigen.
Maandagmiddag komt het college van
f5- en W. voor het laatst in zijn oude
Skrnenstelling bijeen. De lopende zaken
gorden dan zoveel mogelijk afgewerkt,
dpdat het nieuwe college met een scho-
i*® lei kan beginnen. Wettelijk treedt de
raad en dus ook de zittende
Apthouders maandagnacht om 12 uur
w Dat betekent dus, dat de gemeente
r?naf dat moment tot de eerstvolgende
de dsvergadering bestuurd wordt door
ra burgemeester persoonlijk. Tijdens de
ty kdsvergadering van dinsdagmiddag
0J?rden de nieuwe raadsleden maar
bP„ degenen die al eerder zitting heb-
Prtf1 gehad benoemd verklaard en be-
Öirw/15 diezelfde raadsvergadering van
^stfagmiddag komt ook aan de orde
.Punt: verkiezine wethouders. Na-
0--ÜUUU t UIA11 UC VI uv
tü-punt: verkiezing wethouders. Na-
Vr>n„J Saat de nieuwe raad niet on-
Punt u eid aan de behandeling van dit
hehK be?ir>nen. Zoals wij reeds eerder
map®? bericht, heeft er de afgelopen
gpu^Ndag voortdurend contact plaats
tact h tu,ssen de fractieleiders. Dat con
sulair ,een aantal afspraken tot re-
over<?„„ g®had. Aangezien daarbij is
komen (tussen de meeste
ders 1„ei<r?IS>dat het aantal wethou-
breid Jra5rlem moet worden uitge-
raadf-Jf». dinsdagmiddag vanuit de
van dp Jrm°edelpk door de voorzitter
<PvdAï f,ro°tste fractie, drs J.J.Voogd
Orn h t a®Ly?orstal worden ingediend
les te brengen ders van VÜ£ °P
fveLrmpripnfv daarover eens geworden
oedelpk zijn alleen de fracties
van de WD en de CPN tegen), dan
gaan de eigenlijke wethoudersverkiezin
gen beginnen. De fractieleiders leggen
dan doorgaans een korte verklaring af
over de motieven die hun fracties tot
bepaalde standpunten hebben gebracht.
De WD-fractie zal dan waarschijnlijk
te berde brengen, dat zij vijf wethou
ders voldoende acht. De PvdA heeft be
zwaren tegen het feit dat enkele can-
didaat-wethouders ouder dan 65 jaar
zijn. De CPN vindt, dat de KVP geen
rechten kan doen gelden op een tweede
wethouderszetel en is van oordeel dat
die aan de „linkervleugel", de PvdA of
de PSP dient te komen.
Nadat de kaarten dan op tafel zijn ge
legd en nadat het aantal wethouders
zetels, de verdeling van de zetels over
de partijen en de namen der candidaten
bekend zijn geworden, begint de stem
ming: de verkiezing der wethouders.
Het is duidelijk dat die verkiezing niet
veel nieuws kan opleveren. Daarna
heeft de gemeente dus weer wethou
ders en hoeft de burgemeester niet lan
ger zij het dan in gezelschap van de
secretaris alleen achter de groene
tafel te zitten.
Na de sluiting der vergadering en de
openbare receptie in de Gravenzaal,
komt diezelfde avond reeds het nieuwe
college van B. en W. in het stadhuis bij
een. Dan worden de portefeuilles ver
deeld. Ook daarover heeft natuurlijk
reeds voor-overleg plaats gehad tussen
de fracties, maar bindende afspraken
kunnen daar niet gemaakt worden. De
nieuwe wethouders verdelen zelf onder
ling de portefeuilles en dat blijkt niet
altijd een gemakkelijk karwei te zijn.
Bovendien moet het nieuwe college
dinsdagavond reeds een echte werkver
gadering houden, want woensdagmid
dag 12 september komt de raad weer
bijeen en zullen de nieuwe wethouders
verschillende voorstellen in het open
baar moeten verdedigen. Het kan dus
voorkomen, dat zij zaken moeten ver
dedigen die zij voor het eerst van hun
leven in handen krijgen. Na dinsdag
gaat het plaatselijke politieke leven
weer op volle toeren draaien. Veel werk
is de laatste weken blijven liggen tot
het nieuwe college beslissingen kon ne
men. De vacanties hebben een achter
stand veroorzaakt en het grote begro-
tingskarwei wacht.
Dat de Frans Halstentoonstelling
zich mag verheugen in de belangstel
ling van het publiek, wordt bewezen
door het feit dat op 11 augustus, de
57ste dag na opening van de tentoon
stelling, de „100.000ste" feestelijk
werd ontvangen. Het bereiken van
deze mijlpaal geeft aanleiding tot
overpeinzing in deze zin, dat we ons
kunnen afvragen hoeveel honderd
duizenden voor onze „100.000ste"
werden geconfronteerd met de beelte
nissen van hen, die na vereeuwigd
te zijn door Frans Hals, als eersten
wellicht een nieuwsgierige blik sloe
gen op het pas voltooide portret.
Wat de getallen betreft, kunnen we
vaststellen dat de portretten, die sedert
de stichting van musea (in de tweede
helft van de 18e eeuw) in openbare
verzamelingen terecht kwamen, „ge
zien" zijn door miljoenen, terwijl de
conterfeitsels, die binnen de intimiteit
bleven van particuliere verzamelingen,
slechts open stonden voor een beperkt
aantal geprivilegeerden.
Boeiender dan de wetenschap der ge
tallen zou echter de kennis zijn van de
reacties van die honderdduizenden door
de eeuwen... Welke opmerkingen en be
schouwingen zullen de geportretteerden
binnen hun kaders hebben aangehoord
en hoe meeslepend zou hun journaal
zijn geworden als ze hun ervaringen
te boek hadden kunnen stellen! We
zouden dan vernomen hebben dat elk
portret toetssteen is geweest van de
tijd en dat elk geslacht de vereeuwigde
voorvaders anders zag en interpreteer
de. Behoudens dan natuurlijk de per
soonlijke visie van een kleine groep of
enkeling, wier oordeel afweek van de
gangbare smaak.
Naar aanleiding van het portret van
ds. Langelius gaf de heer Waterloos in
1660 als zijn mening te kennen dat
Hals' ogen te zwak waren en zijn
stramme hand te ruw en kunsteloos
was, om het bovenmenselijk, en on
weergadeloos Verstant van deze man,
en Leeraar, uit te drukken"... Tegen
over deze negatieve uitlating, staat
o.m. de positieve uitspraak van de
Fransman Balthazar de Monconys, die
in 1663 in Holland reizende, prijzend
spreekt over Frans Hals. als van de
kunstenaar „qui est avec raison admi-
ré de plus grands peintres" (die te
recht wordt bewonderd als een van de
grootste schilders). Het feit dat het
portret van Langelius werd gegraveerd
door Abraham Blooteling duidt er op
dat het toch ook in Hollandse kringen
moet zijn gewaardeerd.
Als men de kunstproductie van om
streeks 1660 overziet is het begrijpe
lijk dat er toch ook velen geweest zijn,
die met het oordeel van Waterloos in
stemden. Want hoe revolutionair moet
dit portret voor de tijdgenoot zijn ge
weest: het spot met alles wat toen als
„aanvaardbaar" gold. Zelfs nu nog doet
het tegenover portretten van die ande
re revolutionair, Rembrandt „modern'
aan.
Ds. Langelius doet zich aan ons voor
als een vurig ijveraar in de bediening
van het Woord: hi] is als een flam
bouw, een „energie Gods", die missio
nair geladen is en zijn kracht put uit
de Schrift. Hoe emotioneel hij dat doet,
maakte Frans Hals zichtbaar in de
greep van de linkerhand in de bijbel.
Op de tentoonstelling kan men waar
nemen hoe bijvoorbeeld een Johannes
Hoornbeek, professor in de theologie
(Cat.55) de bijbel veeleer bezadigd-in-
tellectueel omhelst, zoals valt af te le
zen uit de wijze waarop hij deze „han
teert". Hebben de honderdduizenden
Hals' portretten steeds zó ervaren?
Ongetwijfeld niet. Men zou zelfs de
vraag kunnen stellen of Hals zelf van
zijn visie uit, ds. Langelius en prof.
Hoornbeek heeft gezien zoals wij. mo
derne mensen, hun beeltenissen erva
ren en interpreteren. Zeker is, dat de
17e eeuwer de wereld en de mens in
die wereld anders zag dan wij dat nu
doen. Maar daar staat tegenover dat
Frans Hals zijn tijd ver vooruit was.
Het afdalen in de psyche, waarvan
vooral Hals' latere portretten getuigen,
past veeleer in de eeuw van Freud dan
in die van Hals zelf. Men zou daarom
kunnen stellen dat eerst wij de volle
draagwijdte van Hals' genie bevroeden
evenals wij ook, zonder aanstoot te ne
men van zijn revolutionaire penseel
voering, zijn origineel artistiek „hand
schrift" objectiever kunnen waarde
ren. Wij moeten echter rekening hou
den met de mogelijkheid dat Hals. be
giftigd met een onvergelijkelijk zintuig
voor de waarneming van de psyche,
daarin volkomen onbewust afdaalde:
hij gaf „eenvoudig" weer wat hij
waarnam. Maar er zullen generaties
zijn geweest aan wie het ontgaan is
dat Hals bewust of onbewust, mèt het
1-e-v-e-n ook gestalte gaf aan de
g-e-e-s-t.
H. P. BAARD
Advertentie
TELEVISIE RADIO
erkend gediplomeerd
KRUISSTRAAT 38. HAARLEM
TeL 14609
gen en goed en realistisch inzicht
in de kwesties, welke aan de orde
waren of aan de orde werden ge
steld.
Het was vooral dat realisme, dat
hem in de raad een zo groot ge
zag verleende. Gezag, dat in het
openbaar niet merkbaar was, maar
dat juist achter de schermen op
bloeide tot fiere zelfverzekerdheid.
Als financieel expert hechtten zijn
mede-raadsleden grote waarde aan
het oordeel van de heer Fijen. Zijn
aangeboren gevoel voor cijfers, dat
hij zelf niet altijd alleen-zaligma
kend vindt, was er mede oorzaak
van, dat hij het voor elkaar kreeg,
dat de jaarlijkse gemeenterekenin
gen volgens een bepaald en over
zichtelijk systeem werden (en ook
na zijn heengaan als raadslid wor
den) ingericht.
De heer Fijen is een bescheiden
man. Hij laat zich niet voorstaan
op alles wat hij in zijn arbeidszaam
leven heeft gedaan. Toch mag het
de lezer niet onthouden worden, dat
hij tijdens de verschrikkelijke oor
logsjaren vele jonge mensen als
gast in zijn huis heeft ontvangen.
Uit deze mentaliteit spreekt de wa
re Nederlander, een kwalificatie,
die bij de heer Fijen ook in ander
opzicht tot de verbeelding spreekt,
wanneer men weet, dat hij jaren
lang in een leidende functie deel
heeft uitgemaakt van de Stoom
vaart Maatschappij „Nederland".
Vorige week heeft de voorzitter
van de Bloemendaalse gemeente
raad, burgemeester dr. D. H. Pee
reboom Voller namens de blijven
de raadsleden afscheid van hem
(en van andere scheidende leden)
genomen. Daarbij heeft hij gewe
zen op zijn verdiensten als cijfe
raar en op zijn eigenschappen als
eminent raadslid. Aan deze eervol
le functie alsook aan zijn leider
schap van de katholieke raads
fractie in Bloemendaal heeft de
heer Fijen thans definitief een ein
de gemaakt. Niet omdat de heer
Fijen dat zo gemakkelijk vond,
maar omdat hij van oordeel is, dat
ouderen voor jongeren plaats moe
ten maken. En ook dat getuigt van
een realistische kijk op het leven.
imiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiit
Nadat de heer Fijen tijdens de laatste vergadering van de huidige gemeenteraad
van Bloemendaal door burgemeester dr. D. H. Peereboom Voller was toege
sproken, richtte hij zich met een bescheiden dankwoord tot de voorzitter en de
overige raadsleden, met wie hij in de afgelopen jaren heeft samengewerkt in
dienst van de Bloemendaalse gemeenschap. Naast hem zit de heer P. J. van
Haaster, die evenals zijn fractie-voorzitter niet meer terugkeert in de nieuwe
raad. Vanaf 1945 heeft de heer Van Haaster op de bres gestaan voor de belangen
van Vogelenzang. Voor deze verdienstelijke activiteit werd hem veel lof door de
heer Peereboom Voller toegezwaaid.
Zelf zegt de heer Fijen, dat hij
zich van jongsafaan met de poli
tiek heeft bezig gehouden. Het lijkt
beter te veronderstellen, dat de po
litiek zich in zijn jeugd meer met
hem heeft bemoeid. Want de heer
Fijen woonde in zijn jonge jaren
in het hartje van Amsterdam, ver-
kiezingstechnisch in district IH,
waar het er nogal heet aan toe
placht te gaan. Vooral in 1903, het
jaar van de spoorwegstaking, werd
er in district III een felle verkie
zingsstrijd geleverd, waarvan de
heer Fijen zich nog heel goed her
innert, dat hij er als jongen van
een jaar of twaalf-dertien op zijn
manier dapper aan heeft meege
daan.
Ofschoon de heer Fijen eerst in
Amsterdam en later in Bloemen
daal, zo niet de eerste viool dan
toch altijd een belangrijke rol heeft
gespeeld in het politieke leven, be
gon hij pas ih 1949 deel uit te ma
ken van een politiek bestuurscol
lege. Er moest in de Bloemendaal
se gemeenteraad op zeer korte ter
mijn een vacature worden vervuld
en de heer Fijen, op wie een be
roep werd gedaan, stelde zich toen
beschikbaar. Hij was 58 jaar oud.
De heer Fijen heeft het raads
lidmaatschap altijd bijzonder ge
wetensvol opgevat. In de raadsver
gaderingen was hij nooit veel aan
ht woord. Hij luisterde schijn
baar afwezig naar datgene wat
anderen in het midden hadden te
brengen. Bij deze betogen volstond
hij met het maken van enkele kri
tische kanttekeningen. Uit deze
„opmerkingen in de marge" spra
ken evenwel gedegen voorbereidin-
iiiiiiiiiii mi in ui urn urn in li imiimii in ii mum in minimin