HET TOVERPOTLOOD
jf
HET WOLVEN JONG
'Hl
Alfredo
Kiri-Wiri geeft dansles
Amalia. van Solms
Condoleanties bij
overlijden van
adm. Helfrich
Doos gevaarlijke
tabletten zoek
MOORD in de
Apollokliniek
Grote gaten kaas
SCHILDPADDEN
krijgen radio
n
m
i-gpsgp
ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1962
PAGINA 19
door LUK ACS
f s&&~
ERIC DE NOORMAN
Op een winterse morgen verlaat een grote troep krijgers, ruiters
en voetvolk de burcht van Gunlaug de Elanddoder, om op weg te gaan
naar het zuiden. Aan het hoold van de stoet rijdende, kijkt Eric de
Noom&n nog eenm^I om: hii kan tevreden zijn. De oude ziekelijke
Gunlaug is van zijn veel te zware verantwoordelijkheden verlost. Hij
heeft er mee ingestemd, dat Leif Olavson, de handelaar uit Vosbu,
zijn taken gaat overnemen, als 's konings Yarl. Samen met Leif en
zijn troep hebben Eric en zijn krijgers zich nu op weg begeven naar
Leifs bezitting aan de kust. In verband met de winter lijkt het Eric
namelijk verstandiger over zee naar huis terug te keren. De stemming
onder de mannen is opgewekt. Het weer houdt zich goed en ze schieten
dus vrij snel op. „Die Leif vertrouw ik niet helemaal, Noorman,"
fluistert Svein op een dag. „Hij zit maar zuur voor zich uit te kijken
en zegt er geen eentje." Dat is ook Eric al opgevallen en ongemerkt
brengt hij zijn paard naast dat van Leif Olavson. De grote trotse
koopman knikt hem even toe, maar staart dan weer somber voor
zich uit. „Komaan Leif," zegt Eric, „je poogt iets voor me te ver
bergen. Voor de dag er mee."
DRINK
SINAS
door
MARTIN MONS
op/v
A1A2T/N 'S N/N/S-fcy EEN
onfe/l e/\Af> geneeshiD
del
F
o zult oo/z eau
f/ecaBoec. gfote
V/SSCN ZteN Cr A
tv AA F DE AN DE FE
KANT VAN DE FOTS,
ALLES ts Vootë.
U'
GOEDE
I/ANGST/
-y
MOCO
LONDEN, 22 sept. (UPI) Het Brit-
Se ministerie van marine heeft de Ne
derlandse marine getelegrafeerd met
leedwezen te hebben kennig genomen
van de dood van admiraal Helfrich.
De Britse marine geeft uitdrukking
aan haar diepe sympathie met de ko
ninklijke Nederlandse marine.
WASHINGTON. Admiraal George
W. Anderson, chef-operatien van de
Amerikaanse marine, heeft gisteren
naar aanleiding van het overlijden van
admiraal b.d. C. E. L. Helfrich ver-
klaard, dat dit een zwaar verlies bete
kent voor degenen die het voorrecht
hebben genoten onder hem te dienen.
Admiraal Chester W. NJmmitz zei
aat hij in zijn Nederlandse ranggenoot
een goede vriend en een loyaal wapen
broeder had verloren. „Ik betuig de
Nederlandse marine mijn medeleven
met dit verlies van zijn zeer grote lei
der", aldus Nimnitz.
(Advertentie)
Jog
gezond en lekker
VELSEN, 22 sept. Gisteravond
tussen 6 en 7 uur is in Velsen in het
gemeentedeel Santpoortdorp of Drie
huis verloren een kokervormig doosje
met 60 tabletjes digoxin, die bij ge
bruik levensgevaarlijk zijn. Op het
doosje vindt, wordt verzocht het on-
de Wilde, Santpoort. Degene, die het
doosje vindt, wordt verzocht het doosje
middellijk bij de politie in te leveren,
aldus de politie van Velsen.
81
Dokter Van der Mast? Nooit van gehoord,'1 hoort
Jij Charlotte nerveus zeggen. ,,Ik begryp niet hoe u...
Mevrouw Servaes' huis opgebeld? Wat zegt u. Moe
der? O, god, is het... is het... zij is toch met... Neen,
Jk kom dadelijk. Wilhelminagasthuis, zegt u. Ja, ja,
'k kom
Zij keert een doodsbleek gezichtje naar Susanne.
„Mams, Susanne! O, gotogot, mans!"
„Wat is er met je moeder, Charlotte? Charlotte,
*eg dan toch wat."
..Eer ongeluk! Ze stapte van de tram.Haar bei
de voeten. Oh, die lieve voetjes van mams! En nu
|al ze nooit meer kunnen lopen! Nooit meer! O.
&usanne toch, Susanne!
-Le tranen schieten Susanne Servaes in de ogen.
Dat lieve mevrouwtje Terbeek, teer als een poppetje
van Sèvres-porselein. Altijd in beweging, altijd, ook
onder de zwaarste zorgen goed gehumeurd. Nooit
{}®t van haar Weense moeder geërfde gevoel voor
uumor verliezend. En dat kwikzilveren wezentje zou
nu voor de rest van haar leven gebonden zijn aan
nfv? lnvabdenkarretje. Als ze tenminste het leven er
SL, cht' Susanne weet een ogenblik niet of zn dit
hot- voor Charlottes moeder moet hopen. Maar zij zal
net zelf wensen, ondanks alles, ze zal vechten voor
naar leven, omdat ze weet hoe nodig haar man en
7T Raderen haar hebben,
dani, kt nog eens naar de snikkende Charlotte,
aan keert ze zich naar de telefoon en belt een taxi.
d« i?a,a\ met Charlotte de binnenplaats over, door
nol klinkende marmeren gang van het voorhuis
naar de deur, wacht met haar op de komst van de
wagen.
„Zou je niet mee gaan, Susanne, dan kan jij met de
taxi doorgaan naar huis?"
„Neen, ik blijf nog, ik geloof, dat ik gezien heb
waar de fouten zitten. Het is slordigheid, geen on
eerlijkheid. Men heeft eenvoudig vergeten terug te
boeken als een bestelling werd veranderd of gean
nuleerd. Ik zal op zijn hoogst nog een uurtje werk
hebben. Het is niet de moeite waard daar nog eens
voor terug te komen. Bel je me even op Chariot,
Wanneer de deur weer is dichtgevallen en zij
alleen door het grote lege huis gaat, overvalt Su
sanne Servaes weer die beklemmende angst, die
het verdiept zijn in haar werk en de aanwezigheid
het verdiept zijn in haar werk en de aanwezigheid
van Charlotte Terbeek tot nu toe op de achtergrond
hadden gedrongen. De geluiden om haar heen schij
nen opeens talrijker en dreigender dan tevoren. Op
een holletje steekt ze de binnenplaats over, terwijl
ze alle lichten op haar weg laat branden. Met een
zucht van verlichting bereikt ze het magazijn en
doet haar best alle aandacht weer te bepalen bij
haar werk. Maar op de achtergrond van haar den
ken blijft de vraag of ze misschien toch niet ver
standiger had gedaan met Charlotte mee te rijden.
Flauwtjes hoopt ze, dat juffrouw Mindermans, die
toch haar hulp had toegezegd nog zal komen op
dagen. Maar geloven aan haar komst doet ze niet
meer.
Het afwikkelen, meten en weer opwikkelen van
de stukken stof is nu veel moeilijker dan zoëven,
toen ze het met Charlotte deed. Af en toe worstelt
ze als wijlen Laocoön verward in de meters stof,
die zich om haar heen winden en haar elke beweging
bemoeilijken.
Daar kraakt een traptree. Gewikkeld in een lap
bijzonder weerbarstige zijde als een vlinder in zijn
cocon staat Susanne Servaes roerloos. Het hart klopt
haar in de keel en het wordt haar zwart voor de
ogen, met moeite herovert zjj haar zelfbeheersing.
Weer kraakt een tree, in het stille huis klinkt dat
kraken als een pistoolschot. Susanne probeert zich
te bevrijden uit de kronkelingen en plooien van de
stof, maar het is alsof die stof Ineens duizenden
zuignappen heeft gekregen, waarmee ze zich aan
haar vasthecht. En haar krachteloze vingers zijn niet
in staat haar te bevrijden.
Zo staat ze, de ogen op de deur gericht, die
langzaam opengaat.
„Maar, mevrouw Servaes, wat voert u in 's he
melsnaam uit?" klinkt een lachende stem.
„O, is u het!" Er klinkt een wereld van verlich
ting in Susanne's toon. En opeens hebben haar vin-
fers hun kracht herkregen en bevrijden haar zonder
e minste moeite van de zoëven nog haar verstikken
de plooien.
„Maar dat is toch geen werk voor één persoon,
ik dacht, dat juffrouw Terbeek..."
„Juffrouw Terbeek was een kwartier geleden nog
hier, maar ze kreeg een telefoontje. Haar moeder
tSR? e®n onf=eluk gehad hebben. Ze is naar het
Wilhelminagasthuis gebracht. U begrijpt wel, dat
het arme kind onmiddellijk
»Ja natuurlijk. Wil ik u even verder helpen? Ik
kwam een boek halen, dat ik hier had laten liggen.
Verdiende loon voor het lezen in mijn werkuren. En
omdat ik het vanavond' graag uit wou lezen en toch
hier voorbijkwam... Maar een kwartiertje om u te
helpen met dit onmogelijke werk kan 'er nog wel
af."
„De telefoon. Dat zal Charlotte zijn, ze zou mij
nog opbellen."
Hij heeft de hoorn al opgenomen.
„Niet? Dat is toch wel heel vreemd. Neen zoëven.
Ik zou zeggen, geen vijf minuten geleden. Juist
Hipman. Neen, er is geen reden tot ongerustheid.
In een taxi, ja. We zullen ons best doen, de zaak zal
natuurlijk onderzocht worden. Ja Hipman. Neen,
over een paar minuten ga ik ook weg."
Langzaam zorgvuldig legt hij de hoorn neer.
„Neen, dat was juffrouw Terbeek niet, mevrouw
Servaes. Het was om mij te doen. Het schijnt dat
die kerel zowat de halve stad om me afgebeld
heeft. Dat is het ellendige met superklanten, die lui
denken, dat je dag en nacht voor ze klaar moet
staan. Enfin, vooruit dan maar weer. Kunt u het
verder alleen af, prachtig. Iets gevonden tot nu toe?
O, geen opzettelijke malversaties, alleen slordigheid?.
Ik heb altijd wel gezegd, dat de goederenadminis
tratie van Masion Saleminq niet aan juffrouw Bra-
kelmans moest worden overgelaten. Al ben je een
genie met de schaar, dat wil nog niet zeggen, dat
je ook administratief..."
„Nu sterkte in uw eentje, mevrouw Servaes."
(Wordt vervolgd)
wX-XvX
Er was iets bijzonders met kabou
ter Kiri-wiri. Hij hield niet van
tuinieren, zoals zoveel van zijn
broertjes in kabouterland. Hij
hield niet van bomenklimmen, niet van
bosbessen plukken en niet van padde
stoelen zoeken. Hij hield niet van tim
meren, verven of klerenmaken. Niet
van schoenlappen, eten koken, visjes
vangen of taarten bakken. En dat zijn
toch allemaal dingen, waarmee je in
kabouterland de kost verdienen kunt.
Maar kabouter Kiri-wiri hield er niet
van en als je werk moet doen, waar
je niets voor voelt, komt er meestal
niets van terecht.
De andere kabouters zeiden dan ook
dikwijls: het gaat mis met onze Kiri-
wiri. Die zal in zijn leven nooit wat
worden. Geen tuinman, geen houthak
ker, geen bosbessen-plukker en geen
koopman in paddestoelen. Hij wordt
geen timmerman, geen schilder, geen
kleermaker. En evenmin schoenlap
per, kok, visboer of bakker. Kiri-wiri
wordt helemaal niks, als het zo door
gaat. En dat is voor een kabouter
toch wel heel verschrikkelijk erg.
Kabouter Kiri-wiri wist er zelf ook
niet goed raad mee. Er moet toch één
soort werk zijn, waar ik plezier in heb
zei hij. Dikwijls zat hij op een omge
vallen boom er over na te denken.
Maar hij schoot er niets mee op. Er
was geen enkei werkje waar hij graag
aan zou beginnen. Er was niets wat
Kiri-wiri nou eens graag zou willen
doen.
Maar op een nacht mocht het kabou
tertje, samen met zijn honderd broer
tjes naar het dansfeest van de elfjes.
En daar ontdekte Kiri-wiri iets wat hij
bijzonder graag deed. Dansen, een-
twee-drie-een-twee-drie, op de maat van
Kiri-Wiri danst met de elfjes in het bos.
In het buitenland heet vrij wel alle
Zwitserse kaas Emmentaler of Gruyère.
Maar alleen in Zwitserland zelf leert
men ze werkelijk kennen en onderschei
den.
De .Emmentaler' produkt van de Ber-
ner kaasmakerijen en de grote boeren
hofsteden met de grote gaten, zacht
en fijn van samenstelling, sappig, is
het voorbeeld van de beste kaas ter
wereld. De „Gruyère" is wat kleiner
van vorm en heeft ook wat kleinere
gaten. Vele bekende kaassoorten zijn
er in Zwitserland. In ieder bergkanten
worden speciale soorten vervaardigd.
Beroemd is de „Vaeherin du Jura",
die zeer veel room bevat en bewaard
wordt in dozen van verse sparrenbast,
waardoor zij de geur van hars aan
neemt.
de muziek! Hij kon het meteen al ge
weldig goed. En de broertjes zeiden:
kijk die Kiri-wiri eens. Hij danst als
de beste. Kon hij maar zo goed tuinie
ren, zei de kabouter-tuinman. Kon hij
maar zo goed bomen-klimmen, zei de
houthakker. Of bosbessen-plukken, zei
de bosbessenplukker. Kon hij maar
even goed timmeren, bedacht de tim
merman-kabouter. Of verven, kwam
de schilder. Of kleren maken of schoe
nen lappen, zeiden de kleermaker en
de schoenlapper. Had hij maar even
veel plezier in eten koken, zei de kok.
Of in visjes vangen, zuchtte de vis
boer. Of in taartenbakken, zei de bak
ker en hij schudde zijn hoofd. Maar
Kiri-wiri hoorde er allemaal niets van.
Hij danste en danste maar. Nooit was
hij uit de maat, nooit trapte hij de elf
jes op hun tenen, zoals zijn broertjes
dikwijls deden en nooit werd hij duize
lig of moe. De honderd broertjes van
Kiri-wiri waren blij, toen het elfjes-
dansfeest was afgelopen. We zijn dood
op van dat gespring, zeiden ze. En we
hebben pijn aan onze tenen. En kramp
in onze kuiten. En warm dat we zijn!
Dat komt, omdat jullie niet goed dan
sen kunt, zei Kiri-wiri. En hij nam zich
voor om de volgende nacht wéér naar
het elfen-dansfeest te gaan. Ja, want
de elfjes dansten elke nacht. Maar
ééns per jaar werden daarbij de ka
bouters uitgenodigd. De elfjes vonden
het eerst wel een beetje brutaal, toen
ze de volgende nacht Kiri-wiri terug
zagen. Hij was stilletjes weggeslopen
uit kabouterland, terwijl de anderen
sliepen. Niemand had er wat van ge
merkt.
Maar Kiri-wiri danste zo licht en zo
sierlijk, dat de elfjes het toch leuk
gingen vinden, dat hij gekomen was.
Aan het eind van de nacht vroegen ze
zelfs of Kiri-wiri de volgende nacht
wéér terug wilde komen. Graag elfjes,
zei Kiri-wiri. En toen ging hij voort
aan elke nacht.
Kiri-wiri wordt alle dagen luier, zei-
Amalia van Solms was de gemalin
van Frederik Hendrik, door jullie zeker
bekend uit de vaderlandse geschiede
nis als de „Stededwinger". Driehon
derd en zestig jaar geleden (op 31
augustus) werd Amalia van Solms ge
boren.
In het jaar 1620 werd te Bohemen
een veldslag geleverd en de daar re
gerende vorst zag zich tenslotte ge
noodzaakt zich uit de voeten te ma
ken. Met zijn gezin nam hjj de wijk
naar zijn oom Maurits van Nassau in
het gastvrije Nederland. Tot het gevolg
behoorde de tweeëntwintigjarige Ama
lia van Solms. Zij trok in Den Haag
spoedig veler aandacht door haar knap
uiterlijk en haar helder verstand. In
het jaar 1625 huwde zij met Frederik
Hendrik. Zjj was een kunst- en pracht-
lievende vorstin, waarvan het paleis
„Huis ten Bosch" bij Den Haag, dat
onder haar leiding werd gebouwd, ge
tuigt. Het stadhouderlijk verblijf te Den
Haag was een van de schitterendste
en aantrekkelijkste hoven van Europa.
Een bonte menigte van officieren, vor
sten, edelen en ambtenaren met hun
dames gaven leven en gezelligheid aan
het statige Binnenhof en van die vro
lijke kring van aanzienlijken was de
prinses het gevierde middelpunt. Molt
zegt in zijn boek „Oranje boven", dat
zij er bijzonder slag van had, in het
vorstelijk hof een sfeer van gezelligheid
te scheppen, waar ieder zich thuis voel
de.
Over het „Huis ten Bosch" willen wij
een paar bijzonderheden meedelen: Na
de dood van Frederik Hendrik (in 1647)
liet zij te zijner ere de ontvangzaal,
met behulp van de schilderkunst, her
scheppen in een Mausoleum (een mau-
Amalia van Solms,
gemalin van Frederik Hendrik.
soleum is eigenlijk een grafmonument,
maar in deze betekenis meer een zaal
of hal ter ere van de dode), dat de
roem van de stededwinger vereeuwig
de. Negen Noord- en Zuid-Nederlandse
kunstschilders waren de scheppers van
het kunstwerk in de grote erezaal van
het Huis ten Bosch. Alle schilderstuk
ken (van geweldige afmetingen) hebben
betrekking op Frederik Hendrik als ze
gevierende krijgsheld.
Het fraaie interieur van het „Huis ten Bosch" in de nabijheid van Den Haag. Je
kunt op deze foto een gedeelte van de geweldig grote schilderingen zien (hele wand).
den de broertjes van kabouterland. Hij
slaapt 's morgens lang uit en voor de
rest doet hij helemaal niets.
Maar ze wisten dan ook niet, dat
Kiri-wiri elke nacht danste op het el-
fenfeest. Alleen de schoenlapper had
nog wat meer te vertellen: wat die ka
bouter toch met zijn schoenen doet, zei
hij. Elke dag verslijt hij een paar zo
len. En dat, terwijl hij bijna nooit uit
wandelen gaat.
Tegen Kiri-wiri zelf mopperde de
schoenlapper: ik heb aan jouw schoe
nen alleen al mijn handen vol. Kim je
niet wat zuiniger worden? Ik heb meer
te doen, dan jouw schoenen te repare
ren. Als je morgen wéér terug komt,
help ik je niet meer.
Ai, dacht Kiri-wiri, hoe moet dat nu?
Hij begreep heel goed, dat zijn schoe
nen door het dansen telkens stuk gin
gen. Maar hij deed het toch zo graag.
Hij kon eenvoudig geen nacht thuis
blijven. En het liefst van al, zou hij
ook overdag nog aan het dansen zijn
gegaan. Maar dat durfde hij niet, want
wat zouden zijn broertjes daar wel van
zeggen?
En wat deed Kiri-wiri toen het wéér
nacht werd. Hij sloop naar het huisje
van zijn buurman, pakte stilletjes de
schoentjes weg onder het bed en ging
ermee naar het dansfeest van de elf
jes. Tegen de morgen bracht hij ze
even stil weer terug. Buurman hoorde
of zag er niets van. Alleen zei hij de
volgende morgen verbaasd: hela er
zit een gaatje in mijn schoenzool. Hoe
komt dat er nou in? De volgende nacht
sloop Kiri-wiri een deurtje verder en
pakte in het tweede huisje de schoen
tjes weg. En zo deed hij het elke keer
weer ergens anders. Wat is dat toch
met onze schoentjes? zeiden de kabou
ters. De schoenlapper zet er zeker erg
slechte zolen onder.
Nee, zei de schoenlapper. Het leer
is van de beste kwaliteit. Maar de
broertjes geloofden hem niet. En ze
werden allemaal op de schoenlapper
een beetje boos. Zo was er bijna een
jaar voorbij gegaan en er kwam een
brief, waarin de elfjes de kabouter»
uitnodigden voor het jaarlijkse dans
feest. Ik krijg al pijn in mijn tenen
als ik er aan denk, zei de een. En ik
word al dóód-op bij de gedachte alleen,
zei de ander.
Zo wisten ze allemaal wat, maar er
was niets aan te doen: ze zouden naar
het dansfeest van de elfjes moeten
gaan.
Zal ik jullie leren, hoe je dansen
moet? vroeg Kiri-wiri, die het hoorde.
Phoe, hoe zou de luiste kabouter van
het land ons iets kunnen leren, zeiden
de broertjes boos. Maar Kiri-wiri riep:
Let op, ik zal het eens voor doen. Ver
baasd keken alle kabouters toe, want
nu Kiri-wiri haast een jaar lang geoe
fend had, kon hij nog veel beter dan
sen dan verleden jaar.
Hoe heb je dat toch geleerd? vroe
gen ze allemaal
Van de elfjes, zei Kiri-wiri en met
een beschaamd gezicht vertelde hij al
les. Ook van de schoentjes, die hij elke
nacht stilletjes had weggehaald.
Da's mooi van je, riep de schoen
lapper. En ik kreeg de schuld van de
kapotte zolen!
Het spijt me, zei Kiri-wiri zachtjes.
Maar om het goed te maken, mag jij
het eerst bij mij op dansles komen.
En je hoeft er niets voor te betalen.
Toen begon Kiri-wiri dansles te ge
ven en hij deed het zó goed, dat alle
kabouters er plezier in kr-gen en voor
taan graag met de elfjes wilden dan
sen. De elfjes waren ook blij, nu de
kabouters niet meer onder het dansen
op hun tenen trapten. Komen jullie in
't vervolg maar elke week, zeiden ze.
En dat deden ze allemaal wat graag.
Eindelijk had Kiri-wiri dus zijn baan
tje gevonden. Heel veel lange jaren
gaf hij dansles aan zijn broertjes en
als ik goed geteld heb, danste hij pre
cies tweehonderd-ze ven-en vijftig
schoentjes kapot.
Maar de schoenlapper mopperde er
niet meer om. Hij had er een extra
knechtje voor in dienst genomen en
daar schiet je in zo'n geval méér mee
op, *an met mopperen!
LEA SMULDERS
HiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuniniBniiiiinm
De universiteit van Florida in de
er. Staten gaat een merkwaardige
proefneming doen. Op tien grote zee
schildpadden gaat men radiozendertjes
monteren, waarna de dieren in vrij
heid worden gesteld. Voor de oostkust
van Brazilië laat men de dieren in zee
en dan maar afwachten en naar de ra
dio van de schildpadden luisteren. Men
verwacht n.l dat de dieren in een vrij
wel rechte lijn naar liet eiland Ascen-
cion zuilen zwemmen. Die hele tocht
van de schildpadden zal nauwkeurig op
de kaart worden aangetekend, alsme
de de diepte waarop de schildpadden
zich bewegen. Men onderneemt dit ex
periment omdat men de veronderstel
ling heeft gemaakt dat sommige schild
padden de kunst verstaan hun route
te bepalen aan de hand van de... ster
ren. Precies zoals een zeeman dit kan
doen. Er moet immers een verklaring
zijn daarom deze dieren praktisch niet
verdwalen op hun lange routes die zjj
al zwemmende afleggen. Sommige
schildpadsoorten zwemmen regelmatig
naar het eiland Ascencion en aange
zien dit een tocht betekent over de
halve Atlantische Oceaan, waarbij
zjj nauwelijks van de kortste route af
wijken, is het vermoeden dat de ster
ren een hulpmiddel voor de schildpad
den zijn bü het bepalen van de route.
Indien men nu precies de juiste koers
van de schildpadden kan volgen, kan
men aan de hand van de heersendé
standen van de sterren een en ander
gaan onderzoeken.