Planning volksgezondheid nog in de kinderschoenen SER-advies gevraagd over sociale zekerheidsbeleid op lange termijn Vermiste bladzijde brief tóch in Nijmeegs archief mm Renate Tebaldi -in ons land- Als wij een nieuwe REGEN JAS kopen, dan willen wij er een die licht is bij zwaar weer, die sterk is als een beer. Wij willen een regen jas die ons nooit in de steek aat en altijd correct is. Voor ons is er géén ander mate riaal dat zó weinig kreukt aisTerlenkaendus...kijken wij naar TERLENKA, door en door gecontroleerd... Klaar! Tegen de regen Missionerings arbeid gaat normaal voort After dinner „Dienen' en overhouden l^P- I MINISTER VELDKAMP IN BEGROTING: Arbeidsmarkt kan buitenlanders nog niet missen „Eenieder kan nu bewering over vervalsing beoordelen B. en W. beraden zich op stappen bij de justitie \gÈg* rlSR Mgr. dr. Hubertus NOOTS 0. Praem. trekt zich terug Bisschoppen van Nieuw-Guiner in herderlijk schrijven H. Flaumenhaft De lichamelijke en geestelijke gezond heidszorg probleem van de eerste orde ÏE Doet U het eens anders LIQUEUR Na Spanje en Italië nu Portugal en Griekenland Vragen over postzegels Wie gaf drukkerij opdracht koningin te blinddoeken met „New Afscheid in Rome Mr. D. U. Stikker moet worden geopereerd ZES TON VOOR PERZIË DONDERDAG 27 SEPTEMBER 19ö. Liqueur Vieille Cure met een blokje ijs. i A rap 99 .4SBIK L nfiKÊËm MB i-. (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG, 27 sept. De plan ning van maatregelen op het terrein van de volksgezondheid staat nog in de kinderschoenen. Dit in tegenstelling tot de planning op sociaal gebied, die veel verder is. Dit zegt minister Veldkamp In de memorie van toelichting op de begroting van Sociale Zaken en Volks gezondheid. Over de planning op sociaal ge bied wordt in de memorie opge merkt, dat het hierbij veel meer gaat om het voortdurend afwegen van prioriteiten dan dat nog een vol ledig programma zou moeten wor den opgesteld, terwijl bij de sociaal- geneeskundige planning het steeds af wegen van prioriteiten vooral zal moeten geschieden binnen het kader van een ontworpen programma. Intussen blijft deze afweging van pri oriteiten zowel op kortere als langere termijn alle aandacht vragen, aldus de bewindsman. In dit verband herinnert (Advertentie) hij aan het gelijktijdig invoeren van een huurverhoging en een belangrijke loonstijging in de tijd van één jaar. Omdat ook de SER over het systeem van loonvorming in zijn advies daar over de wens te kennen heeft gegeven, dat de regering steeds tijdig bekend zou maken welke algemeen kostenver hogende maatregelen zij voor de naas te toekomst nastreeft, heeft de rege ring, aldus de memorie, met het oog op de huidige economische situatie en met het oog op de economische ver wachtingen voor 1963 overleg geopend met het georganiseerde bedrijfsleven over het in het komende jaar te voeren loonbeleid. De regering heeft zich verder be raden op het te voeren sociale zeker- tttfOltivm (ffihfljACQHUs hof.lknJ DEN HAAG, 27 sept. Minister Veldkamp verwacht dat de vraag naar arbeidskrachten ook het komende jaar het aanbod nog in belangrijke mate zal overtreffen. Het aantrekken van buitenlandse arbeidskrachten zal hij daarom blijven bevorderen. Dit deelt de bewindsman mee in de memorie van toelichting op de begroting van Sociale Zaken en Volksgezondheid. Voor het aantrekken van buitenland se werknemers zal de voorkeur van de minister bepaald blijven uitgaan naar die uit de landen, die zijn aangesloten bij de Europese Economische Gemeen schap en de Organisatie voor Europe se Samenwerking en Ontwikkeling. Omdat het aanbod van Italianen en Spanjaarden is afgenomen, zijn inmid dels contacten opgenomen voor de wer ving van arbeidskrachten in Grieken land en Portugal. In het tekort aan arbeidskrachten in ons land wordt ver der voorzien, aldus de memorie, door het aantrekken van Belgen. Hun aan tal was eind maart van dit jaar ge stegen tot 14.420. Daartegenover staat echter, zo wordt opgemerkt, de zuig kracht, die de gunstige conjuncturele situatie in West-Duitsland op onze ar beidsmarkt uitoefent. Op het einde van het eerste kwartaal van dit jaar werk ten 16.704 Nederlandse mannen en 2780 vrouwen in Duitsland. DEN HAAG, 27 sept. Het Eerste- Kamerlid mr. R. Pollema (CHU), heeft schriftelijk gevraagd of de regering kan bevestigen dat Papoea-typografen bij de landsdrukkerij in Hollandia hebben ge weigerd opdrukken aan te brengen op de Nieuw-Guinese postzegls met de af beelding van de koningin. Die opdruk ken, bestaande uit de letters UNTEA, zouden nodig geweest zijn door de over dracht van Nieuw-Guinea aan de VN. De letters vormen de Engelse afkorting ..Tijdelijk gezagsorgaan van de VN." Bij de hoogste waarden van de post zegels bedekt de zwarte opdruk de ogen van de koningin, waardoor het lijkt als of zij is geblinddoekt. De heer Pollema informeert, welke autoriteit of autoriteiten aan de lands drukkerij in Hollandia opdracht heeft of hebben gegeven tot dit „blinddoe ken" en of de regering dit niet in strijd acht met de in elk geval nog bestaande Nederlandse soevereiniteit over westelijk Nieuw-Guinea de jure en de facto. Hij vraagt tenslotte, of de regering alsnog bereid is opdracht te geven de „geblinddoekte" zegels te vernietigen. 99 (Van onze correspondent) NIJMEGEN. 27 sept. De bladzijde van de brief uit het Nijmeegse gemeen te-archief, die dinsdagochtend als fotoko pie lil De Telegraaf prijkte ter illustra tie van een aanklacht tegen de gemeen te Nijmegen wegens frauduleuze han delingen bij de afwikkeling van de oor logsschade, is terecht. Op de eergisteren door burgemees ter mr. Ch. M. J. H. Hustinx gehou den persconferentie bleek deze eerste bladzijde niet in het betreffende dos sier te zitten. De veronderstelling was toen, dat deze bladzijde wel eens io het bezit zou kunnen zijn van degene™ die ook een fotokopie van deze eer ste bladzflde m zijn bezit bleek te heb ben. Een nader onderzoek heeft ech ter uitgewezen, dat de bladzijde in een ander dossier zat, waarin zich nog meer s*ukken bevonden, die als bij lage (in fotokopie) van een brief in 1954 aan het bureau financiering we deropbouw hebben gediend. Aan het begin van de gisteravond gehouden raadsvergadering heeft burge meester Hustinx over deze zaak onder meer gezegd: „Bij het eerste, uiteraard enigermate gehaaste, onderzoek werd een foutief gebleken veronderstelling geopperd, welke ik hier gaarne intrek. De eerste bladzijde was opgenomen in een tijdelijk dossiertje, waaruit de stuk ken nog niet waren teruggevoerd naar de dossiers, waarin ze naar onder- JJfpE en ^dstip gerangschikt thuisho- ,,:^u thans de volledige brief voor- anaen is, kan een ieder de bewering over een zogenaamde vervalsing be- +fu ii8ny brief is namelijk onder tekend door de toenmalige directeur van gemeentewerken, C. E. Blaauw, overleden in 1943, die de gewoonte had op de getypte originelen van uit gaande brieven op de eerste pagina eigenhandig met de pen het onderwerp van de brief in de marge te vermel den. De authenticiteit staal dus ontwij felbaar vast en de bewering als zou deze brief een vervalsing zyn uit de naoorlogse jaren mist elke grond. Op dezelfde wijze ook zou op andere punten d® ongegrondheid van naar vo ren gebrachte klakkeloze beschuldigin gen in den brede kunnen worden be toogd. Het komt mij overbodig voor op alle gewraakte onderwerpen in te gaan. Voorshands vormt het een raadsel op grond van welke motieven de heer H. van Mil viereneenhalf jaar na zijn vrij willige vertrek uit de dienst van deze gemeente tot deze handelwijze is geko men. Ons college heeft dinsdag van deze aangelegenheid kennis genomen en zal op korte termijn een besluit ne men of er aanleiding bestaat een klacht by de justitie in te dienen". heidsbeleid op lange termijn. Dit heeft er toe geleid, dat minister Veldkamp terzake advies heeft ge vraagd aan de SER, waarbij hij de raad erop heeft gewezen, dat het wenselijk is de vraagstukken op lan gere termijn met name het waar devast maken van bedrijfspensioe- nen, het niveau van de AOW-pensi- oenen in de toekomt, een voorziening in zware geneeskundige risico's en het vraagstuk van de uitkering aan gehandicapten in .onderling ver band te bezien in het licht van de economische mogelijkheden op lange re termijn om naarmate dit noodza kelijk is een prioriteitenkeuze te kun nen doen. Bij de planning op het gebied van de volksgezondheid op langere termijn denkt minister Veldkamp in de eerste plaats aan de verhouding van lichame lijke en geestelijke gezondheidszorg en daarbij in het bijzonder aan het vraag stuk van de langdurig zieken en de geestelijk en lichamelijk gehandicap ten. Verder denkt hij aan de verhouding van de gezondheidszorg voor jeugdi gen, volwassenen en bejaarden. Wat de laatste groep betreft beziet de mi nister het vraagstuk vooral in het licht van de toeneming van de oudere leef tijdsgroepen en de aanpassing van de geneeskundige voorzieningen daarvan. Ook gaan zijn gedachten uit naar de verhouding van preventieve zorg, cu ratieve zorg en revalidatie, en hierbij ook het probleem van de toenemende behoefte aan geschoold personeel. Ten slotte noemt de bewindsman de bete kenis van het medisch-wetenschappe- lijk speurwerk en de vraagstukken die betrekking hebben op het algemene klimaat voor de volksgezondheid in een hoog industrieel ontwikkeld land en die welke liggen op het terrein van de bo dem-, water- en luchtverontreiniging. 99 SCHIPHOL, 27 sept. Met een ljjn- toestel van Alitalia is gisteren de Ita liaanse sopraan Renate Tebaldi uit Mi laan op Schiphol aangekomen. Vrijdag avond zal zij in het Concertgebouw een deel van de opera „Madame Butterfly" en het „Ave Maria" uit „Othello" ten gehore brengen. Dit optreden is een onderdeel van het Grand Gala du Dis- <jue. Het klassieke gedeelte hiervan wordt in het Concertgebouw gegeven. Het lichte programma volgt zaterdag in het Kurhaus te Scheveningen. (Advertentie) '*v*' krevkherstellend -»«e»W - k> .mpvri, ademend - wattooar oor9et<li'Ov<-o tomemlclling J Renate Tebaldi is één van de acht win naars van een „Edison", een bronzen beeldje, dat vrijdag wordt uitgereikt aan solisten die dit jaar de beste muzi kale prestaties hebben verricht. Zy ont vangt het beeldje voor haar rol in „Othello", waarin zij Desdemona ver tolkte. Het is de eerste maal dat zjj in ons land is. In de perskamer op Schiphol trok zjj met haar kleine gryze poedel „New" grote belangstelling. „Poseren voor een foto doet hij in ieder geval veel beter dan ik", zei Renate Tebaldi. Kaar poedeltje is v\jf jaar en verge zelt haar op al haar buitenlandse reizen. Naar bekend gaat de zangeres ieder jaar,met de „Metropolitan Opera" van New York mee op een Amerikaanse tournee, die langs alle grote Amerikaan se steden leidt. (Van onze Romeinse correspondent) ROME, 27 sept. Mgr. dr. Hubertus Noots O. Praem, de 81-jarige generale abt der Norbertijnen heeft een week voor zijn 25-jarig jubileum als hoofd van de „Candidus et Canonicus Ordo Praemonstratensis" de herdersstaf neer gelegd. Het algemeen kapittel, dat te Rome bijeenkwam om zijn opvolger te kiezen, achtte zich echter niet aan de chronometer gebonden en heeft met een kalenderonnauwkeurigheid van 1 op 1300 de prelaat plechtig gehuldigd op dit zeldzame herdenkingsfeest. Byna zestig jaar draagt mgr. Noots de witte monnikspij der Praemonstra- tensers. Veertig jaar lang werd hem in zyn orde een leidende positie toebedeeld als procurator, a's definitor en sinds 30 september 1937 als generaal abt. Meer dan een generatie woont mgr. Noots reeds in Rome. Hij werd geroe pen tot functies in het centrale bestuur van de Kerk, maar zijn eigenlijke niet- geringe invloed, die hij dankte aan zijn diepe menselijkheid en wijsheid, onttrok zich aan de directe waarneming. Het motto der Norbertijnen is: „Tot elk goed werk bereid"; de wapenspreuk van mgr. Noots was daarvan de per soonlijke en functionele vertaling: „Mijn bediening uitoefenen en wèl doen" Allen die hem van nabij kennen, getui gen dat dit ministrare et benefacere de meest kernachtige beschrijving van zijn leven is geworden. Hubert Noots is geboortig uit Neer- pelt aan de kruising van het Kempens Kanaal en de Dommel. Hij is altijd een Kempenaar gebleven, maar hij telt evenveel vrienden benoorden als ten zuiden van de grens, die de Lage Lan den verdeelt. c VN/a.'v.'! AMSTERDAM, 27 sept. De bis schoppen van Nederlands Nieuw Gui nea hebben zich onlangs in een brief tot hun priesters, religieuzen en gelo vigen gericht. In deze brie! zeggen de apostolisch vicarissen en de aposto lisch prefect byeen te zjjn geweest om zich te bezinnen op de veranderingen, die zich gaan voltrekken en op de maatregelen, die deswege getroffen die nen te worden. Zij vertrouwen er op, dat allen dit herderlijk schrijven willen zien als een bewijs van aandacht en bezorgdheid. „Het spreekt vanzelf," aldus de brief, „dat de politieke vraagstukken u nu meer dan ooit interesseren, maar gij zult van ons niet verwachten, dat wij ons daarover uitspreken. Christus heeft ziel. altijd afzijdig gehouden van het politiek gewoel in zijn dagen. Hij was gekomen om het Evangelie te brengen, niet om richtlijnen uit te geven voor het politiek bestel. De Kerk mug niet anders handelen dan haar Heer en de leiders van de Kerk hebben de dure plicht ervoor te waken, dat de Kerk en dat de arbeid van de Kerk niet besmet worden door stelling te nemen in politieke twistpunten. Daarom hebben wij in de voorbije jaren en in de spanning van de voorbije maanden over de politieke vraagstukken steeds gezwegen". De brief gaat verder: „Als wij in deze dagen toch het woord tot u richten, dar. is het om u te midden van uw twijfels en zorgen steun te bieden en zekerheid te verschaffen. De uittocht van vrouwen en kinderen is nagenoeg voltooid. Na 1 oktober zullen zij gevolgd worden door hun echtgenoten, hun va ders. Ambtenaren van allerlei landaard §aan Nieuw Guinea voorgoed verlaten, teeds meer plaatsen vallen open; het werk vindt vertraagde voortgang. Ont reddering en verval dreigen allerwegen Wie zal kunnen zeggen hoeveel er ver loren gaat, hoeveel er wegvalt in deze dagen! Maar overeind bluft staan de Kerk, de Kerk van Christus, juist omdat zi) niet door mensen is gemaakt en door mensen wordt bewaakt, maar om dat de Zoon van God haar Heer en Ko ning is. Dag aan dag wordt overal in Nieuw Guinea aan paters, aan broeders, aan zusters, aan onze leerkrachten en aan ander missiepersoneel gevraagd: ,,Gaat de missie óók weg?" Er is maar één antwoord, krachtig en beslist: „De missie blijft; in alle omstandigheden." Dit antwoord mogen en moeten wij ge ven, omdat wy' zeker zijn; zeker, niet van onszelf, maar zeker van God. Wij zullen ons werk voortzetten met grote liefde, met veel energie en met een warm enthousiasme." In de brief wijzen de bisschoppen er verder op, dat alles wat het gou vernement van Ned. Nieuw-Guinea als mede de Nederlandse regering en het Nederlandse volk gedaan hebben om de missioneringsarbeid mogelijk te maken en te ondersteunen, tot vreugde en dankbaarheid stemt. „Dit gevoel van erkentelijkheid strekt zich uit tot alle ambtenaren van hoog tot laag, van.it zijne excel lentie de gouverneur tot de jongste kantooroppas, waarbij wy met name denken aan degenen, die op eenzame buitenposten lief en leed van onze mis sionarissen ais een vriend hebben ge deeld. Uitdrukkelijk willen wij in dit woord ook betrekken de zogenaamde particulieren, alweer vanaf de groot ste maatschappijen tot de eenvoudig ste tokohouder, om hen te danken voor hetgeen wy van hen aan hulp en dienstbetoon mochten ondervin den" aldus de bisschoppen, die allen die heengaan de zegen van God en alle goed in hun verder leven toe wensen. Tot hen, die besloten hebben voor lopig nog te blyven, betuigen de bis schoppen hun grote waardering. „Dat er juist onder het missiepersoneel zo- velen zyn, die zolang mogelijk willen doorwerken, vervult ons met oprechte vreugde. De Kerk blijft en haar werk gaat door. God zal daarvoor zorgen, maar God rekent op de medewerking van ons allen, want 'samen in en met Christus vormen wy de Kerk. En als ons werk doorgaat, dan is dat niet alleen te danken aan het Nederlands (en in Agats Amerikaans) missieper soneel, maar ook aan ons personeel, dat afkomstig is uit dit land zelf: onze dorpsonderwijzers en onze voorlopers." De bisschoppen memoreren in de brief, dat de Kerk in Nieuw-Guinea reeds diep wortel heeft geschoten en dat zjj door de dagelykse arbeid var haar kinderen uit Nieuw-Guinea zelf zich uitbreidt. Zij vertrouwen, dat ook deze juist nu, meer dan ooit hun best zullen doen om alle werk normaal doorgang te doen vinden. „Laat dan de rest, die hier blijft doorwerken, zyn als een hei lige rest, die stand houdt en harder werkt naarmate haar gelederen zwak ker worden. En laten de bewoners van Nieuw-Guinea de handen met kracht zetten aan het werk en aan de opbouw en de ontwikkeling van dit land. Gy moet voortzetten, wat anderen begon nen zyn". Door dit alles te doen voort gaan, bewaart men de rust en de orde, dient men het land en het volk, dient men ook het belang van de eigen kin deren. Over het Concilie zegt de brief, dat de Kerk van Nieuw-Guinea daar in haar bisschoppen minstens tijdelijk tegen woordig moet zyn. Daarom zal de Apos tolisch Vicaris van Hollandia (mgr. M. Staverman O.F.M.) de eerste maanden van het Concilie bijwonen, om dan naar Nieuw-Guinea terug te keren. De Apos tolisch Vicaris van Merauke (mgr. H. Tillemans M.S.C.) zal voorlopig nog hier blyven en zich inmiddels op het Concilie laten vertegenwoordigen door pater J. Verhoeven M.S.C. om dan op een later tydstip zelf naar Rome af te reizen. In een groot vertrouwen op Hem. die de Vader is van ons allen, in ver trouwen ojp de kracht van ons gebed, waarin wy dagelyks het welzyn van Nieuw-Guinea van God afbidden, in ver trouwen ook op elkaar, gaan wij de toe komst tegemoet als gelovige mensen, in vrede en vreugde, dit land en dit volk ten zegen," aldus de brief door de drie bisschoppen ondertekend. Dezer dagen mocht ik m?t een uitgelezen gezelschap di neren in een zeer exclusief hotel-restaurant Ik bedoel zo'n etablissement, bij het betreden waarvan je in nor male omstandigheden met een denkt: ik heb toch niet zo'n honger als ik wel dacht en met een eenvoudig kopje koffie kun je ook een boel plezier hebben. Kortom, een gelegenheid die het vol strekte tegendeel is van een cafetaria en die tijdens het inrichten Nicolaas Kroese als geestelijk adviseur heeft gehad. Overigens denk ik met de grootste dankbaarheid terug aan het verstrek te voedsel. Ofschoon ik enige benauw de ogenblikken heb beleefd bij het vóórproeven van de wijn. Gelukkig hadden wij een even voo-'reffelijke als humane gastheer. En hij zei dus na enig bedachtzaam kauwen loyaal: „Ja. dat is wel goed". Had zijn oor deel anders geluid, dan ware wel licht het diner niet doorgegaan, maar waarschijnlyker acht ik het nog dat op hetzelfde moment de hele tent ge sloten en publiekelyk geveild zou zyn. Maar nu ging dus alles gewoon door. En. zoals gezegd, tot myn innig ge noegen. Alleen met de soep had ik enige moeite. Het was een heldere soep. Zo verdraaid helder, dat je bij na zou denken: Dat kan nooit goed wezen. Geen vleesje, geen vermieel- li-sliertje, geen stippeltje peterselie, niets. Slechts naakte soep. Een soep. die mij dezelfde sensatie bezorgde als die, welke ik wel eens onderga bjj het aanschouwen van een eenzaam vaasje in een voor de rest lege eta lage van toegepaste kunstnijverheid. Je weet niet of je er eigenlijk wel aan mag komen. In alle eenvoud stel len ze je soep en vaasje voor een verschrikkelyk en het innerlijk verscheurend dilemma. Het is uiter mate helder, maar niet helemaal dui delijk. In het geval van de soep tast je dan in 's hemelsnaam maar toe. Met de rest van het menu lagen de zaken trouwens aanzienlijk eenvoudi ger. Kreeft, kip en kaas. het zijn alle maal reële, culinaire zaken. Het bedienend personeel was ook uitermate correct. Het stak goed in het pak en het liet geen enkele on regelmatigheid toe. Vooral één gerok te ober van wie ik nog steeds niet weet of hy door Ingmar Bergmann dan wel door Alfred Hitchcock was uitgevonden excelleerde in een ver warrend soort bereidwilligheid. Hij doseerde plechtig erwt voor erwt. zei „pardon" als je een bescheiden kuch je liet horen, en toonde je ongevraagd het etiket van de wijnfles. Als volg zaam eter en overtuigd democraat sta je machteloos tegenover zo'n slim superioriteitsvertoon. Ik ben. geloof ik, niet wraakzuchtig maar bij de kof fie, de cognac en de sigaar dacht ik toch wel: „Vriend, ik zou best eens één avondje met je willen ruilen". Ik acht het overigens niet uitge sloten, dat hy op dat moment precies hetzelfde heeft gedacht. PARIJS, 27 sept. (Rtr) De se- ■retaris-generaal van de NAVO, mr. D. U. Stikker, is gisteren in een Parys ziekenhuis opgenomen voor een kleine operatie. Hij heeft zjjn plannen voor een bezoek aan Ameri ka in oktober geannuleerd, zo staat in een NAVO-communiqué. Iemand van het NAVO-hoofdkwartier deelde later mee, dat mr. Stikker naar verwachting een dag of v eertien in het ziekenhuis zal moeten bljjven. UTRECHT. 27 sept. Door de negen kerkgenootschappen die in' relatie staan met de stichting Oecumenische Hulp zyn speciale collecten gehouden voor de hulpverlening aan de slachtoffert van de aardbeving in Perzië. Hoewel nog lang niet alle gemeenten de op brengst van de collecten hebben afge dragen, is reeds thans een bedrag var, f 600.000,- beschikbaar. (Advertentie) Rustig oud met OLVEH pensioen. Het veertienjarige Poolse boe renjongetje Herman Flaumen haft legde Jules Verne's boek „In tachtig dagen de wereld rond" met een zucht weg, staarde even in het niets en deelde zijn moe der toen mee, dat hij later, als hij groot zou zijn, ook zo'n reis zou maken. Het veertienjarige Poolse jongetje van toen is nu een zeventigjarige Nederlandse heer geworden en in zijn fraai ingericht kantoor aan de Mau- ritskade in Den Haag bevestigt hij ons, dat zijn kinderdroom inmiddels is verwezenlijkt. „Ver leden jaar heb ik die reis ge maakt," zegt hij. Verontschuldi gend voegt hij eraan toe, dat hij er slechts 59 dagen over heeft gedaan. De heer Flaumenhaft is in Den Haag zeer bekend. Onder zijn auspiciën wordt morgen in de Houtrusthallen de tachtigste Damesbeurs geopend, de huis houdelijke tentoonstelling, waar van geen enkele Hagenaar kan zeggen, dat hij er nog nooit van gehoord heeft. Verne, de wereld reis en de Damesbeurs hebben met elkaar te maken, Tijdens zijn trip besloot de heer Flaumenhaft namelijk wat op de tentoonstelling van 1962 de grote trekpleister moest worden: Afearfco. „Het heeft diepe indruk op me gemaakt wat ik daar gezien heb. Wanneer ik jong was zou ik daar gaan werken," zegt hij. Met zijn Mexicaanse stand hoopt de heer Flaumenhaft het nuttige met het aangename te verenigen: bezoekers lokken voor de beurs en belangstelling te wekken voor Mexico. Vanaf de eerste maal dat de beurs gehouden werd, in 1920, heeft de heer Flaumenhaft een trekpleister, een noviteit, voor zijn tentoonstelling gehad. Die eerste keer was het een stofzuiger, later de tomaten („Ik heb Nederland tomaten soep leren eten"), nog later de snijbloemen (,JDat men 's zaterdags een bloemetje mee naar huis neemt is ons werk"), na de oorlog onder meer een huis, dat geheel van plastic was, verleden jaar een Amerikaanse maquette van een wolkenkrabber. „Op mijn wereldreis heb ik voor volgend jaar ook al iets gevonden," zegt de heer Flaumenhaft. „Wanneer Ameri kanen me vroegen of ik voor mijn plezier reisde, zei ik altijd: „Mijn werk is mijn plezier en mijn plezier is mijn werk." In tegenstelling met veel anderen werkt de heer Flaumenhaft niet om rijk te worden. „Ik heb van mijn ouders en grootouders geleerd dat je moet dienen. Dat is ook mijn doel. Mijn broers en zusters doen dat ook, die zijn allen arts. Vlak voor de oorlog ben ik naar Amerika geëmigreerd en ik kon daar rijk worden. Maar „moneymaking" beviel me niet en daarom ben ik teruggekomen." En met een armzwaai naar de luxueuze omgeving vei- volgt hij: „Natuurlijk moet je genoeg overhouden om goed te kunren leven en je te kunnen ontspannen." Dat „dienen" en „overhouden" lukt de heer Flaumenhaft wonderw wanneer deze beurs is afgelopen staan de exposanten alweer voor z. n deur otji ruimte te huren voor het volgend jaar. De beurs trekt altCa meer dan honderduizend bezoekers, niet in het minst dank zij de ideetjes van de heer Flaumenhaft, zoals het dagelijkse cabaret (vroeger verzorgd door Pisuisse, nu door Alex de Haas), de verkiezing van een „elegantste vrouw van de damesbeurs" en het ontvangen van een bruidje, die de avond po» de dag van haar leven doorbrengt op de beurs van de heer Flaumenha-t om daar van de exposanten een hele uitzet cadeau te krijgen. Waren er vroeger in den lande soms wel vijf Damesbeurzen per iaar, ri de oorlog is er elk jaar maar één in Den Haag. Maar met de leiding 'van de beurs en van zijn bekend vertaalbureau „Babylon" zijn de dagen vr~ de heer Flaumenhaft welgevuld. Om daarvoor in goede conditie te blijve houdt hij zich stipt aan enkele gewoonten: van april tot november word er gezwommen in zeeelke daq, ook wanneer het water negen graden i: en elke dag wordt er 's morgens een uur gewandeld. „Slecht weer bestaat niet. Een slechte regenjas en slechte schoenen bestaan."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 5