Planning volksgezondheid
nog in de kinderschoenen
SER-advies gevraagd over
sociale zekerheidsbeleid
op lange termijn
Vermiste bladzijde brief
tóch in Nijmeegs archief
mm
Renate Tebaldi
-in ons land-
Als wij een nieuwe REGEN
JAS kopen, dan willen wij
er een die licht is bij zwaar
weer, die sterk is als een
beer. Wij willen een regen
jas die ons nooit in de steek
aat en altijd correct is. Voor
ons is er géén ander mate
riaal dat zó weinig kreukt
aisTerlenkaendus...kijken
wij naar TERLENKA, door en
door gecontroleerd... Klaar!
Tegen de regen
Missionerings arbeid
gaat normaal voort
After dinner
„Dienen' en overhouden
l^P- I
MINISTER VELDKAMP IN BEGROTING:
Arbeidsmarkt kan
buitenlanders nog
niet missen
„Eenieder kan nu bewering
over vervalsing beoordelen
B. en W. beraden
zich op stappen
bij de justitie
\gÈg*
rlSR
Mgr. dr. Hubertus
NOOTS 0. Praem.
trekt zich terug
Bisschoppen van Nieuw-Guiner
in herderlijk schrijven
H. Flaumenhaft
De lichamelijke en
geestelijke gezond
heidszorg probleem
van de eerste orde
ÏE
Doet U het
eens anders
LIQUEUR
Na Spanje en Italië nu
Portugal en Griekenland
Vragen over postzegels
Wie gaf drukkerij
opdracht koningin
te blinddoeken
met „New
Afscheid in Rome
Mr. D. U. Stikker moet
worden geopereerd
ZES TON VOOR
PERZIË
DONDERDAG 27 SEPTEMBER 19ö.
Liqueur
Vieille Cure
met een
blokje ijs.
i
A rap
99
.4SBIK
L nfiKÊËm
MB
i-.
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG, 27 sept. De plan
ning van maatregelen op het terrein van
de volksgezondheid staat nog in de
kinderschoenen. Dit in tegenstelling tot
de planning op sociaal gebied, die veel
verder is. Dit zegt minister Veldkamp
In de memorie van toelichting op de
begroting van Sociale Zaken en Volks
gezondheid.
Over de planning op sociaal ge
bied wordt in de memorie opge
merkt, dat het hierbij veel meer
gaat om het voortdurend afwegen
van prioriteiten dan dat nog een vol
ledig programma zou moeten wor
den opgesteld, terwijl bij de sociaal-
geneeskundige planning het steeds af
wegen van prioriteiten vooral zal
moeten geschieden binnen het kader
van een ontworpen programma.
Intussen blijft deze afweging van pri
oriteiten zowel op kortere als langere
termijn alle aandacht vragen, aldus de
bewindsman. In dit verband herinnert
(Advertentie)
hij aan het gelijktijdig invoeren van
een huurverhoging en een belangrijke
loonstijging in de tijd van één jaar.
Omdat ook de SER over het systeem
van loonvorming in zijn advies daar
over de wens te kennen heeft gegeven,
dat de regering steeds tijdig bekend
zou maken welke algemeen kostenver
hogende maatregelen zij voor de naas
te toekomst nastreeft, heeft de rege
ring, aldus de memorie, met het oog
op de huidige economische situatie en
met het oog op de economische ver
wachtingen voor 1963 overleg geopend
met het georganiseerde bedrijfsleven
over het in het komende jaar te voeren
loonbeleid.
De regering heeft zich verder be
raden op het te voeren sociale zeker-
tttfOltivm (ffihfljACQHUs hof.lknJ
DEN HAAG, 27 sept. Minister
Veldkamp verwacht dat de vraag naar
arbeidskrachten ook het komende jaar
het aanbod nog in belangrijke mate
zal overtreffen. Het aantrekken van
buitenlandse arbeidskrachten zal hij
daarom blijven bevorderen. Dit deelt
de bewindsman mee in de memorie
van toelichting op de begroting van
Sociale Zaken en Volksgezondheid.
Voor het aantrekken van buitenland
se werknemers zal de voorkeur van de
minister bepaald blijven uitgaan naar
die uit de landen, die zijn aangesloten
bij de Europese Economische Gemeen
schap en de Organisatie voor Europe
se Samenwerking en Ontwikkeling.
Omdat het aanbod van Italianen en
Spanjaarden is afgenomen, zijn inmid
dels contacten opgenomen voor de wer
ving van arbeidskrachten in Grieken
land en Portugal. In het tekort aan
arbeidskrachten in ons land wordt ver
der voorzien, aldus de memorie, door
het aantrekken van Belgen. Hun aan
tal was eind maart van dit jaar ge
stegen tot 14.420. Daartegenover staat
echter, zo wordt opgemerkt, de zuig
kracht, die de gunstige conjuncturele
situatie in West-Duitsland op onze ar
beidsmarkt uitoefent. Op het einde van
het eerste kwartaal van dit jaar werk
ten 16.704 Nederlandse mannen en 2780
vrouwen in Duitsland.
DEN HAAG, 27 sept. Het Eerste-
Kamerlid mr. R. Pollema (CHU), heeft
schriftelijk gevraagd of de regering kan
bevestigen dat Papoea-typografen bij de
landsdrukkerij in Hollandia hebben ge
weigerd opdrukken aan te brengen op
de Nieuw-Guinese postzegls met de af
beelding van de koningin. Die opdruk
ken, bestaande uit de letters UNTEA,
zouden nodig geweest zijn door de over
dracht van Nieuw-Guinea aan de VN. De
letters vormen de Engelse afkorting
..Tijdelijk gezagsorgaan van de VN."
Bij de hoogste waarden van de post
zegels bedekt de zwarte opdruk de ogen
van de koningin, waardoor het lijkt als
of zij is geblinddoekt.
De heer Pollema informeert, welke
autoriteit of autoriteiten aan de lands
drukkerij in Hollandia opdracht heeft
of hebben gegeven tot dit „blinddoe
ken" en of de regering dit niet in
strijd acht met de in elk geval nog
bestaande Nederlandse soevereiniteit
over westelijk Nieuw-Guinea de jure
en de facto. Hij vraagt tenslotte, of
de regering alsnog bereid is opdracht
te geven de „geblinddoekte" zegels
te vernietigen.
99
(Van onze correspondent)
NIJMEGEN. 27 sept. De bladzijde
van de brief uit het Nijmeegse gemeen
te-archief, die dinsdagochtend als fotoko
pie lil De Telegraaf prijkte ter illustra
tie van een aanklacht tegen de gemeen
te Nijmegen wegens frauduleuze han
delingen bij de afwikkeling van de oor
logsschade, is terecht.
Op de eergisteren door burgemees
ter mr. Ch. M. J. H. Hustinx gehou
den persconferentie bleek deze eerste
bladzijde niet in het betreffende dos
sier te zitten. De veronderstelling was
toen, dat deze bladzijde wel eens io
het bezit zou kunnen zijn van degene™
die ook een fotokopie van deze eer
ste bladzflde m zijn bezit bleek te heb
ben. Een nader onderzoek heeft ech
ter uitgewezen, dat de bladzijde in een
ander dossier zat, waarin zich nog
meer s*ukken bevonden, die als bij
lage (in fotokopie) van een brief in
1954 aan het bureau financiering we
deropbouw hebben gediend.
Aan het begin van de gisteravond
gehouden raadsvergadering heeft burge
meester Hustinx over deze zaak onder
meer gezegd: „Bij het eerste, uiteraard
enigermate gehaaste, onderzoek werd
een foutief gebleken veronderstelling
geopperd, welke ik hier gaarne intrek.
De eerste bladzijde was opgenomen in
een tijdelijk dossiertje, waaruit de stuk
ken nog niet waren teruggevoerd naar
de dossiers, waarin ze naar onder-
JJfpE en ^dstip gerangschikt thuisho-
,,:^u thans de volledige brief voor-
anaen is, kan een ieder de bewering
over een zogenaamde vervalsing be-
+fu ii8ny brief is namelijk onder
tekend door de toenmalige directeur
van gemeentewerken, C. E. Blaauw,
overleden in 1943, die de gewoonte
had op de getypte originelen van uit
gaande brieven op de eerste pagina
eigenhandig met de pen het onderwerp
van de brief in de marge te vermel
den. De authenticiteit staal dus ontwij
felbaar vast en de bewering als zou
deze brief een vervalsing zyn uit de
naoorlogse jaren mist elke grond.
Op dezelfde wijze ook zou op andere
punten d® ongegrondheid van naar vo
ren gebrachte klakkeloze beschuldigin
gen in den brede kunnen worden be
toogd. Het komt mij overbodig voor op
alle gewraakte onderwerpen in te
gaan.
Voorshands vormt het een raadsel op
grond van welke motieven de heer H.
van Mil viereneenhalf jaar na zijn vrij
willige vertrek uit de dienst van deze
gemeente tot deze handelwijze is geko
men. Ons college heeft dinsdag van
deze aangelegenheid kennis genomen en
zal op korte termijn een besluit ne
men of er aanleiding bestaat een klacht
by de justitie in te dienen".
heidsbeleid op lange termijn. Dit
heeft er toe geleid, dat minister
Veldkamp terzake advies heeft ge
vraagd aan de SER, waarbij hij de
raad erop heeft gewezen, dat het
wenselijk is de vraagstukken op lan
gere termijn met name het waar
devast maken van bedrijfspensioe-
nen, het niveau van de AOW-pensi-
oenen in de toekomt, een voorziening
in zware geneeskundige risico's en
het vraagstuk van de uitkering aan
gehandicapten in .onderling ver
band te bezien in het licht van de
economische mogelijkheden op lange
re termijn om naarmate dit noodza
kelijk is een prioriteitenkeuze te kun
nen doen.
Bij de planning op het gebied van
de volksgezondheid op langere termijn
denkt minister Veldkamp in de eerste
plaats aan de verhouding van lichame
lijke en geestelijke gezondheidszorg en
daarbij in het bijzonder aan het vraag
stuk van de langdurig zieken en de
geestelijk en lichamelijk gehandicap
ten.
Verder denkt hij aan de verhouding
van de gezondheidszorg voor jeugdi
gen, volwassenen en bejaarden. Wat
de laatste groep betreft beziet de mi
nister het vraagstuk vooral in het licht
van de toeneming van de oudere leef
tijdsgroepen en de aanpassing van de
geneeskundige voorzieningen daarvan.
Ook gaan zijn gedachten uit naar de
verhouding van preventieve zorg, cu
ratieve zorg en revalidatie, en hierbij
ook het probleem van de toenemende
behoefte aan geschoold personeel. Ten
slotte noemt de bewindsman de bete
kenis van het medisch-wetenschappe-
lijk speurwerk en de vraagstukken die
betrekking hebben op het algemene
klimaat voor de volksgezondheid in een
hoog industrieel ontwikkeld land en die
welke liggen op het terrein van de bo
dem-, water- en luchtverontreiniging.
99
SCHIPHOL, 27 sept. Met een ljjn-
toestel van Alitalia is gisteren de Ita
liaanse sopraan Renate Tebaldi uit Mi
laan op Schiphol aangekomen. Vrijdag
avond zal zij in het Concertgebouw een
deel van de opera „Madame Butterfly"
en het „Ave Maria" uit „Othello" ten
gehore brengen. Dit optreden is een
onderdeel van het Grand Gala du Dis-
<jue. Het klassieke gedeelte hiervan
wordt in het Concertgebouw gegeven.
Het lichte programma volgt zaterdag
in het Kurhaus te Scheveningen.
(Advertentie)
'*v*'
krevkherstellend -»«e»W - k> .mpvri,
ademend - wattooar
oor9et<li'Ov<-o tomemlclling J
Renate Tebaldi is één van de acht win
naars van een „Edison", een bronzen
beeldje, dat vrijdag wordt uitgereikt
aan solisten die dit jaar de beste muzi
kale prestaties hebben verricht. Zy ont
vangt het beeldje voor haar rol in
„Othello", waarin zij Desdemona ver
tolkte.
Het is de eerste maal dat zjj in ons
land is. In de perskamer op Schiphol
trok zjj met haar kleine gryze poedel
„New" grote belangstelling. „Poseren
voor een foto doet hij in ieder geval veel
beter dan ik", zei Renate Tebaldi.
Kaar poedeltje is v\jf jaar en verge
zelt haar op al haar buitenlandse reizen.
Naar bekend gaat de zangeres ieder
jaar,met de „Metropolitan Opera" van
New York mee op een Amerikaanse
tournee, die langs alle grote Amerikaan
se steden leidt.
(Van onze Romeinse correspondent)
ROME, 27 sept. Mgr. dr. Hubertus
Noots O. Praem, de 81-jarige generale
abt der Norbertijnen heeft een week
voor zijn 25-jarig jubileum als hoofd
van de „Candidus et Canonicus Ordo
Praemonstratensis" de herdersstaf neer
gelegd. Het algemeen kapittel, dat te
Rome bijeenkwam om zijn opvolger te
kiezen, achtte zich echter niet aan de
chronometer gebonden en heeft met een
kalenderonnauwkeurigheid van 1 op
1300 de prelaat plechtig gehuldigd op
dit zeldzame herdenkingsfeest.
Byna zestig jaar draagt mgr. Noots
de witte monnikspij der Praemonstra-
tensers. Veertig jaar lang werd hem in
zyn orde een leidende positie toebedeeld
als procurator, a's definitor en sinds
30 september 1937 als generaal abt.
Meer dan een generatie woont mgr.
Noots reeds in Rome. Hij werd geroe
pen tot functies in het centrale bestuur
van de Kerk, maar zijn eigenlijke niet-
geringe invloed, die hij dankte aan zijn
diepe menselijkheid en wijsheid, onttrok
zich aan de directe waarneming. Het
motto der Norbertijnen is: „Tot elk
goed werk bereid"; de wapenspreuk
van mgr. Noots was daarvan de per
soonlijke en functionele vertaling:
„Mijn bediening uitoefenen en wèl doen"
Allen die hem van nabij kennen, getui
gen dat dit ministrare et benefacere de
meest kernachtige beschrijving van zijn
leven is geworden.
Hubert Noots is geboortig uit Neer-
pelt aan de kruising van het Kempens
Kanaal en de Dommel. Hij is altijd een
Kempenaar gebleven, maar hij telt
evenveel vrienden benoorden als ten
zuiden van de grens, die de Lage Lan
den verdeelt.
c VN/a.'v.'!
AMSTERDAM, 27 sept. De bis
schoppen van Nederlands Nieuw Gui
nea hebben zich onlangs in een brief
tot hun priesters, religieuzen en gelo
vigen gericht. In deze brie! zeggen de
apostolisch vicarissen en de aposto
lisch prefect byeen te zjjn geweest om
zich te bezinnen op de veranderingen,
die zich gaan voltrekken en op de
maatregelen, die deswege getroffen die
nen te worden.
Zij vertrouwen er op, dat allen dit
herderlijk schrijven willen zien als een
bewijs van aandacht en bezorgdheid.
„Het spreekt vanzelf," aldus de brief,
„dat de politieke vraagstukken u nu
meer dan ooit interesseren, maar gij
zult van ons niet verwachten, dat wij
ons daarover uitspreken. Christus heeft
ziel. altijd afzijdig gehouden van het
politiek gewoel in zijn dagen. Hij was
gekomen om het Evangelie te brengen,
niet om richtlijnen uit te geven voor
het politiek bestel.
De Kerk mug niet anders handelen
dan haar Heer en de leiders van de
Kerk hebben de dure plicht ervoor te
waken, dat de Kerk en dat de arbeid
van de Kerk niet besmet worden
door stelling te nemen in politieke
twistpunten. Daarom hebben wij in de
voorbije jaren en in de spanning van
de voorbije maanden over de politieke
vraagstukken steeds gezwegen".
De brief gaat verder: „Als wij in deze
dagen toch het woord tot u richten,
dar. is het om u te midden van uw
twijfels en zorgen steun te bieden en
zekerheid te verschaffen. De uittocht
van vrouwen en kinderen is nagenoeg
voltooid. Na 1 oktober zullen zij gevolgd
worden door hun echtgenoten, hun va
ders. Ambtenaren van allerlei landaard
§aan Nieuw Guinea voorgoed verlaten,
teeds meer plaatsen vallen open; het
werk vindt vertraagde voortgang. Ont
reddering en verval dreigen allerwegen
Wie zal kunnen zeggen hoeveel er ver
loren gaat, hoeveel er wegvalt in deze
dagen! Maar overeind bluft staan de
Kerk, de Kerk van Christus, juist omdat
zi) niet door mensen is gemaakt en
door mensen wordt bewaakt, maar om
dat de Zoon van God haar Heer en Ko
ning is.
Dag aan dag wordt overal in Nieuw
Guinea aan paters, aan broeders, aan
zusters, aan onze leerkrachten en aan
ander missiepersoneel gevraagd: ,,Gaat
de missie óók weg?" Er is maar één
antwoord, krachtig en beslist: „De
missie blijft; in alle omstandigheden."
Dit antwoord mogen en moeten wij ge
ven, omdat wy' zeker zijn; zeker, niet
van onszelf, maar zeker van God. Wij
zullen ons werk voortzetten met grote
liefde, met veel energie en met een
warm enthousiasme."
In de brief wijzen de bisschoppen
er verder op, dat alles wat het gou
vernement van Ned. Nieuw-Guinea als
mede de Nederlandse regering en het
Nederlandse volk gedaan hebben om de
missioneringsarbeid mogelijk te maken
en te ondersteunen, tot vreugde en
dankbaarheid stemt.
„Dit gevoel van erkentelijkheid
strekt zich uit tot alle ambtenaren
van hoog tot laag, van.it zijne excel
lentie de gouverneur tot de jongste
kantooroppas, waarbij wy met name
denken aan degenen, die op eenzame
buitenposten lief en leed van onze mis
sionarissen ais een vriend hebben ge
deeld. Uitdrukkelijk willen wij in dit
woord ook betrekken de zogenaamde
particulieren, alweer vanaf de groot
ste maatschappijen tot de eenvoudig
ste tokohouder, om hen te danken
voor hetgeen wy van hen aan hulp
en dienstbetoon mochten ondervin
den" aldus de bisschoppen, die allen
die heengaan de zegen van God en
alle goed in hun verder leven toe
wensen.
Tot hen, die besloten hebben voor
lopig nog te blyven, betuigen de bis
schoppen hun grote waardering. „Dat
er juist onder het missiepersoneel zo-
velen zyn, die zolang mogelijk willen
doorwerken, vervult ons met oprechte
vreugde. De Kerk blijft en haar werk
gaat door. God zal daarvoor zorgen,
maar God rekent op de medewerking
van ons allen, want 'samen in en met
Christus vormen wy de Kerk. En als
ons werk doorgaat, dan is dat niet
alleen te danken aan het Nederlands
(en in Agats Amerikaans) missieper
soneel, maar ook aan ons personeel, dat
afkomstig is uit dit land zelf: onze
dorpsonderwijzers en onze voorlopers."
De bisschoppen memoreren in de
brief, dat de Kerk in Nieuw-Guinea
reeds diep wortel heeft geschoten en
dat zjj door de dagelykse arbeid var
haar kinderen uit Nieuw-Guinea zelf zich
uitbreidt. Zij vertrouwen, dat ook deze
juist nu, meer dan ooit hun best zullen
doen om alle werk normaal doorgang
te doen vinden. „Laat dan de rest, die
hier blijft doorwerken, zyn als een hei
lige rest, die stand houdt en harder
werkt naarmate haar gelederen zwak
ker worden. En laten de bewoners van
Nieuw-Guinea de handen met kracht
zetten aan het werk en aan de opbouw
en de ontwikkeling van dit land. Gy
moet voortzetten, wat anderen begon
nen zyn". Door dit alles te doen voort
gaan, bewaart men de rust en de orde,
dient men het land en het volk, dient
men ook het belang van de eigen kin
deren.
Over het Concilie zegt de brief, dat
de Kerk van Nieuw-Guinea daar in haar
bisschoppen minstens tijdelijk tegen
woordig moet zyn. Daarom zal de Apos
tolisch Vicaris van Hollandia (mgr. M.
Staverman O.F.M.) de eerste maanden
van het Concilie bijwonen, om dan naar
Nieuw-Guinea terug te keren. De Apos
tolisch Vicaris van Merauke (mgr. H.
Tillemans M.S.C.) zal voorlopig nog
hier blyven en zich inmiddels op het
Concilie laten vertegenwoordigen door
pater J. Verhoeven M.S.C. om dan op
een later tydstip zelf naar Rome af te
reizen. In een groot vertrouwen op Hem.
die de Vader is van ons allen, in ver
trouwen ojp de kracht van ons gebed,
waarin wy dagelyks het welzyn van
Nieuw-Guinea van God afbidden, in ver
trouwen ook op elkaar, gaan wij de toe
komst tegemoet als gelovige mensen,
in vrede en vreugde, dit land en dit
volk ten zegen," aldus de brief door de
drie bisschoppen ondertekend.
Dezer dagen mocht ik m?t
een uitgelezen gezelschap di
neren in een zeer exclusief
hotel-restaurant Ik bedoel
zo'n etablissement, bij het
betreden waarvan je in nor
male omstandigheden met
een denkt: ik heb toch niet
zo'n honger als ik wel dacht
en met een eenvoudig kopje koffie
kun je ook een boel plezier hebben.
Kortom, een gelegenheid die het vol
strekte tegendeel is van een cafetaria
en die tijdens het inrichten Nicolaas
Kroese als geestelijk adviseur heeft
gehad.
Overigens denk ik met de grootste
dankbaarheid terug aan het verstrek
te voedsel. Ofschoon ik enige benauw
de ogenblikken heb beleefd bij het
vóórproeven van de wijn. Gelukkig
hadden wij een even voo-'reffelijke als
humane gastheer. En hij zei dus na
enig bedachtzaam kauwen loyaal:
„Ja. dat is wel goed". Had zijn oor
deel anders geluid, dan ware wel
licht het diner niet doorgegaan, maar
waarschijnlyker acht ik het nog dat
op hetzelfde moment de hele tent ge
sloten en publiekelyk geveild zou zyn.
Maar nu ging dus alles gewoon door.
En. zoals gezegd, tot myn innig ge
noegen. Alleen met de soep had ik
enige moeite. Het was een heldere
soep. Zo verdraaid helder, dat je bij
na zou denken: Dat kan nooit goed
wezen. Geen vleesje, geen vermieel-
li-sliertje, geen stippeltje peterselie,
niets. Slechts naakte soep. Een soep.
die mij dezelfde sensatie bezorgde als
die, welke ik wel eens onderga bjj
het aanschouwen van een eenzaam
vaasje in een voor de rest lege eta
lage van toegepaste kunstnijverheid.
Je weet niet of je er eigenlijk wel
aan mag komen. In alle eenvoud stel
len ze je soep en vaasje voor
een verschrikkelyk en het innerlijk
verscheurend dilemma. Het is uiter
mate helder, maar niet helemaal dui
delijk. In het geval van de soep tast
je dan in 's hemelsnaam maar toe.
Met de rest van het menu lagen de
zaken trouwens aanzienlijk eenvoudi
ger. Kreeft, kip en kaas. het zijn alle
maal reële, culinaire zaken.
Het bedienend personeel was ook
uitermate correct. Het stak goed in
het pak en het liet geen enkele on
regelmatigheid toe. Vooral één gerok
te ober van wie ik nog steeds niet
weet of hy door Ingmar Bergmann
dan wel door Alfred Hitchcock was
uitgevonden excelleerde in een ver
warrend soort bereidwilligheid. Hij
doseerde plechtig erwt voor erwt. zei
„pardon" als je een bescheiden kuch
je liet horen, en toonde je ongevraagd
het etiket van de wijnfles. Als volg
zaam eter en overtuigd democraat
sta je machteloos tegenover zo'n slim
superioriteitsvertoon. Ik ben. geloof
ik, niet wraakzuchtig maar bij de kof
fie, de cognac en de sigaar dacht ik
toch wel:
„Vriend, ik zou best eens één
avondje met je willen ruilen".
Ik acht het overigens niet uitge
sloten, dat hy op dat moment precies
hetzelfde heeft gedacht.
PARIJS, 27 sept. (Rtr) De se-
■retaris-generaal van de NAVO, mr.
D. U. Stikker, is gisteren in een
Parys ziekenhuis opgenomen voor
een kleine operatie. Hij heeft zjjn
plannen voor een bezoek aan Ameri
ka in oktober geannuleerd, zo staat
in een NAVO-communiqué.
Iemand van het NAVO-hoofdkwartier
deelde later mee, dat mr. Stikker naar
verwachting een dag of v eertien in het
ziekenhuis zal moeten bljjven.
UTRECHT. 27 sept. Door de negen
kerkgenootschappen die in' relatie staan
met de stichting Oecumenische Hulp
zyn speciale collecten gehouden voor
de hulpverlening aan de slachtoffert
van de aardbeving in Perzië. Hoewel
nog lang niet alle gemeenten de op
brengst van de collecten hebben afge
dragen, is reeds thans een bedrag var,
f 600.000,- beschikbaar.
(Advertentie)
Rustig oud met OLVEH pensioen.
Het veertienjarige Poolse boe
renjongetje Herman Flaumen
haft legde Jules Verne's boek „In
tachtig dagen de wereld rond"
met een zucht weg, staarde even
in het niets en deelde zijn moe
der toen mee, dat hij later, als
hij groot zou zijn, ook zo'n reis
zou maken. Het veertienjarige
Poolse jongetje van toen is nu
een zeventigjarige Nederlandse
heer geworden en in zijn fraai
ingericht kantoor aan de Mau-
ritskade in Den Haag bevestigt
hij ons, dat zijn kinderdroom
inmiddels is verwezenlijkt. „Ver
leden jaar heb ik die reis ge
maakt," zegt hij. Verontschuldi
gend voegt hij eraan toe, dat hij
er slechts 59 dagen over heeft
gedaan. De heer Flaumenhaft is
in Den Haag zeer bekend. Onder
zijn auspiciën wordt morgen in
de Houtrusthallen de tachtigste
Damesbeurs geopend, de huis
houdelijke tentoonstelling, waar
van geen enkele Hagenaar kan
zeggen, dat hij er nog nooit van
gehoord heeft. Verne, de wereld
reis en de Damesbeurs hebben
met elkaar te maken, Tijdens
zijn trip besloot de heer Flaumenhaft namelijk wat op de tentoonstelling
van 1962 de grote trekpleister moest worden: Afearfco. „Het heeft diepe
indruk op me gemaakt wat ik daar gezien heb. Wanneer ik jong was zou
ik daar gaan werken," zegt hij. Met zijn Mexicaanse stand hoopt de heer
Flaumenhaft het nuttige met het aangename te verenigen: bezoekers lokken
voor de beurs en belangstelling te wekken voor Mexico. Vanaf de eerste
maal dat de beurs gehouden werd, in 1920, heeft de heer Flaumenhaft een
trekpleister, een noviteit, voor zijn tentoonstelling gehad. Die eerste keer
was het een stofzuiger, later de tomaten („Ik heb Nederland tomaten
soep leren eten"), nog later de snijbloemen (,JDat men 's zaterdags een
bloemetje mee naar huis neemt is ons werk"), na de oorlog onder meer
een huis, dat geheel van plastic was, verleden jaar een Amerikaanse
maquette van een wolkenkrabber. „Op mijn wereldreis heb ik voor volgend
jaar ook al iets gevonden," zegt de heer Flaumenhaft. „Wanneer Ameri
kanen me vroegen of ik voor mijn plezier reisde, zei ik altijd: „Mijn werk
is mijn plezier en mijn plezier is mijn werk."
In tegenstelling met veel anderen werkt de heer Flaumenhaft niet om
rijk te worden. „Ik heb van mijn ouders en grootouders geleerd dat je moet
dienen. Dat is ook mijn doel. Mijn broers en zusters doen dat ook, die zijn
allen arts. Vlak voor de oorlog ben ik naar Amerika geëmigreerd en ik
kon daar rijk worden. Maar „moneymaking" beviel me niet en daarom ben
ik teruggekomen." En met een armzwaai naar de luxueuze omgeving vei-
volgt hij: „Natuurlijk moet je genoeg overhouden om goed te kunren
leven en je te kunnen ontspannen."
Dat „dienen" en „overhouden" lukt de heer Flaumenhaft wonderw
wanneer deze beurs is afgelopen staan de exposanten alweer voor z. n
deur otji ruimte te huren voor het volgend jaar. De beurs trekt altCa
meer dan honderduizend bezoekers, niet in het minst dank zij de ideetjes van
de heer Flaumenhaft, zoals het dagelijkse cabaret (vroeger verzorgd door
Pisuisse, nu door Alex de Haas), de verkiezing van een „elegantste vrouw
van de damesbeurs" en het ontvangen van een bruidje, die de avond po»
de dag van haar leven doorbrengt op de beurs van de heer Flaumenha-t
om daar van de exposanten een hele uitzet cadeau te krijgen.
Waren er vroeger in den lande soms wel vijf Damesbeurzen per iaar, ri
de oorlog is er elk jaar maar één in Den Haag. Maar met de leiding 'van
de beurs en van zijn bekend vertaalbureau „Babylon" zijn de dagen vr~
de heer Flaumenhaft welgevuld. Om daarvoor in goede conditie te blijve
houdt hij zich stipt aan enkele gewoonten: van april tot november word
er gezwommen in zeeelke daq, ook wanneer het water negen graden i:
en elke dag wordt er 's morgens een uur gewandeld. „Slecht weer bestaat
niet. Een slechte regenjas en slechte schoenen bestaan."