SITUATIE IS INGEWIKKELD
EN ONOVERZICHTELIJK
Laatste twee jaren minder schijnprocessen
en minder openlijke gewelddaden
Zij bedoelde het toch zo goed....
Ma lak ka: geen lepels
voor Canadese vissoep
De ervaringen der voedsel-
voorlichting, verteld op groot
_s congres in Amsterdam s
luÏstÈfTnaar\
EVEN AANDACHT VOOR
ZATERDAG 29 SEPTEMBER 1962
PAGINA 11
drink Joy, gezond
en
Wk lekker!
Het graf van kardinaal Stepinac is
chocolade hagel
Examens
mm
AMSTERDAM, 28 sept. Een
ijverige voedingsvoorlichtster uit
Canada liet aan huismoeders in
Malakka zien hoe ze voor hun
kleintjes vissoep kunnen klaar
maken. Dat is zo'n goed en eiwit
rijk voedsel en aan eiwit is in die
streken gebrek. De moeders sloe
gen de inspanningen van de voor
lichtster beleefd gade, maar daar
bleef het bij, er volgde geen na-
maak.Waarom niet?Wel, eenvou
dig omdat in de keukens van Ma
lakka het nodige instrumentarium
ontbrak: geen vork, geen zeef en
maar hier en daar een lepel.
gen van
PT2L* M lid van het Con"
SI NAS
3i5&"
IS DE „KERK DER STILTE"
J_ T^"i-i.11,„ +V1
Kardinaal Stepinac verlaat zijn cel in de gevangenis van Lepoglava om zijn
geboortedorp Krasic (1951).
(Van een speciale verslaggever)
De Joegoslavische priester zuchtte
uiteindelijk met een hulpeloos
gebaar: „Ik kan het u toch niet
begrijpelijk maken."
Hij stond voor het open venster en
keek voor de zoveelste keer de lege
straat af. Gastvrij had hij mij ontvan
gen. Of m\jn introductie hem iets zei,
liet hij niet blijken. In ieder geval wilde
hij van alles van mij weten. Hij werd
merkbaar geruster, maar op mijn vra
gen ging hij nauwelijks in. Liever ver
telde hij van andere dingen, tot het
uur kwam dat hij er niet meer langs
kon zonder ineens onbeleefd te lijken.
Hij vertelde feitelijkheden over de si
tuatie van de Kerk in Joegoslavië, en
persoonlijke wederwaardigheden over
de keren dat hij of zijn familieleden
bedreigd waren. Maar zijn meningen
•n verklaringen bleven doorgaans uit.
Dat ervaart men meestal als men
fnet katholieken in Joegoslavië in ge
sprek is geraakt. Ze hebben belang bij
zwijgen, want steeds is het door spre
ken geweest dat zij zich narigheid op
de hals hebben gehaald. Men kan ze
soms horen zeggen dat ze gevangen
hebben gezeten of mishandeld zijn, be
roofd of in het openbaar bespottelijk
zijn gemaakt, maar ze lijken er zo
gelaten onder dat ze amper laten mer
ken dat hun iets onrechtvaardigs is
aangedaan. Ook aan een oordeel over
anderen wagen zij zich niet. Hoogstens
bekennen ze dat de situatie te inge
wikkeld en onoverzichtelijk is om een
oordeel te kunnen vormen. Dat is trou
wens waar en misschien wel het meest
tragische in de tegenwoordige situatie
van de Kerk daar. De katholieken van
Joegoslavië vormen geen gelijk gerich
te eenheid van gelovigen meer. Overal
is het anders; men kan niet zeker zijn
van hetgeen men hoort of ziet. Het re
giem van Tito heeft in ieder geval be
reikt dat de Kerk in Joegoslavië de
Kerk der Stilte is geworden.
Honderdduizenden toeristen kunnen
Wekenlang door het ontzagwekkende
land reizen en na een menigte erva
ringen concluderen dat het met de dic
tatuur dragelijk gesteld is De boer
gromt niet zonder genoegen dat Belgra
do ver van zijn bed ligt. Het kamer
meisje lacht hartelijk mee om de fei
len in de accommodatie van het ho
tel en zegt dat de hoge heren wel graag
duur voor de dag willen komen, maar
het eerst nog moeten leren. De taxi
chauffeur kankert, als iedereen in de
wereld, dat de belastingen te hoog zijn
en de lonen te laag. Weliswaar infor
meert hij eerst of je soms communist
bent en ook voegt hij eraan toe dat men
tegenwoordig voor het minste of ge
ringste met veel gekletter van gewe
ren wordt opgepikt, maar intussen zegt
hij toch de onbekende wat hp op het
hart heeft.
Tegelijk ondervindt de ondernemen
de toerist ook dat het land buiten de
grote weg grenzenloos arm is, te arm
vaak om iets meer te eten dan rijst of
gestoofde mais, met misschien wat vij
gen of druiven. Men hoort van toeristen
die oog m oog met deze armoede hun
koffers met kleren achterlieten. Maar
moet men deze armoede direct op re
kening van de dictatuur schrijven? Het
land is arm op ongeveer dezelfde ma
nier als Zuid-Italië. De nood en schaar
ste in de steden is voor een groot deel
te herleiden tot de ontstellende oor
logsverwoestingen,
verdere straftijd uit te zitten in zijn
ïn dit totaalbeeld passen desgewenst
de resten van een platgebrand dorp of
kerken die als pakhuis in gebruik zijn.
Toch arriveert de buitenlandse bezoeker
vroeg of laat in de kathedraal van Za
greb. Hij schuift met kleine groepjes
mensen langs de zuilen tot achter het
hoofdaltaar. Plotseling stort een wereld
in elkaar. Achterin de kerk, bij het
graf van kardinaal Stepinac, staan
drommen Kroatiërs bijeen, meest vrou
wen, bijna allen in de donkere kleding
en met de tanige handen en gezichten
van het platteland. Wat een afgeleefde,
treurige mensen! Ze steunen op stok
ken, dragen een etenszak over de schou
der. En ze bidden, zoals men nog nooit
mensen heeft zien bidden. Ze bidden
vaak veel langer dan een uur. Ze steu
nen en hijgen soms in hun gebed. Ze
knielen en heffen krampachtig hun oker
bruine, magere handen omhoog. Don
komen ze met hun rozenkransen en me-
daijons zacht naar voren om even over
een stuk beeld van de kardinaal te strij
ken. Behoedzaam beneen ze dat kleinood
weg om het later, thuis, te voorschijn te
halen, het te iaten zien en erover te
vertellen. Ze gaan weg van het graf
als gebroken, verslagln mensen. In
mets lijken zp op het sterke, opgewekte
volk van Kroatiërs^ dat men in de over
volle straten van Zagreb een eenoegliik
avonduur ziet slijten. Doch die strhten
van Zagreb onthullen niets, even weinig
als de rest van het toeristenland en
trouwens even weinig als de zondags
mis in de meeste andere kerken van
Joegoslavië. In die zondagsmis voeren
de oude mannen en vrouwen de boven
toon. De moeders met haar kinderen
zijn er ook, maar de jonge mensen en
de werkende mannen zijn slechts gering
in getal. Het is een verschijnsel dat men
in meer zuidelijke landen kan aantreffen,
zodat de buitenstaander er niet per se
iets achter hoeft te zoeken.
het meest veelzeggend. Hier wordt in
één keer de begoocheling van de toe
rist verbroken en krijgt hjj het ver
moeden van het ware gezicht van Tito's
regiem. Hier vangt hij een glimp op
van het lijden van de Kerk in Joego
slavië. In de roodbetraande ogen van de
biddende Kroatiërs schemert het bloed
van duizenden martelaren. Dat is geen
verdichtsel van de kathedraalbezoeker,
die op een afstand tegen een pilaar ge
leund, stomgeslagen, in de ban staat
van dit tafereel. Het is de pure feite
lijkheid van een zeer recente geschie
denis zoals die op velerlei plaatsen on
weersprekelijk is vastgelegd. Een ge
schiedenis met een onoverzienbare scha
re doden, die vooral van Kroatië een
kerkhof hebben gemaakt, van gemar
telde bisschoppen en priesters, van ver
volgde, gevangen en onmenselijk be
handelde gelovigen, van lastering, angst
en rechteloosheid.
Aan dit alles denkt men meestal niet
als men als toerist geniet aan het azu
ren water van tie Adriatische zee. Het
is tweeëneenhalf jaar geleden dat kardi
naal Stepinac aan de gevolgen van zijn
gevangenschap, dwangarbeid en mis
handelingen overleed. Deze gebeurtenis
heeft de schijn van een soort eindpunt
te zijn in een enterend drama. Na zijn
dood waren er gebeurtenissen die kon
den wijzen op een ontspanning in de
verhouding tussen Kerk en Staat. Het
regiem was beducht voor de publieke
opinie in het buitenland. Het kon de
dollars uit Amerika niet missen. Het
had intussen al enige bisschoppen (maar
lang niet alle) toestemming gegeven hun
ad limina-reis naar Rome tc maken. De
regering ging in onderhandeling met
mgr. Josip Ujcic, de aartsbisschip van
Belgrado en tijdens het primaat van
kardinaal Stepinac waarnemend voor
zitter van de conferentie van bisschop
pen, met de bedoeling tot suggesties te
komen die aan het Vaticaan gedaan
moesten worden, zodat het kon instem
men met een modus vivendi tussen
Kerk en Staat. Maar naar men meent
te weten was mgr. Stepinac altijd sterk
gekant geweest tegen de modus die de
communisten wensten. In vijftien jaar
had hij aan den lijve ondervonden dat
de Staat slechts de vernietiging van de
Kerk in Joegoslavië beoogde. En het
Vaticaan bleef afwijzend. De bisschop
pen stuurden ook een memorandum aan
de regering waarin een soort bestand
werd voorgesteld. De regering heeft
dit met enige al of niet toneelmatige
bijval ontvangen, maar zij weigerde te
voldoen aan de principiële eis, nl. om
onderhandelingen aan te knopen met
de H. Stoel. Tito zegt een normale re
latie voor te staan, maar dat dit af
hangt van de andere partij, het Vati
caan.
Is thans de situatie in Joegoslavië
nog steeds als kardinaal Stepinac tij
dens zijn proces karakteriseerde: „Geen
bisschop of priester uit dit land weet
's morgens of hij de avond zal zien"?
Weliswaar zijn de openlijke geweld
daden en de schijnprocessen de laatste
iaren in frequentie verminderd, maar
Tito zal inmiddels ook wel begrepen
hebben dat die de faam van zijn bewind
nergens goed doen. Het belangrijkste
schijnproces, voor zover mij bekend, da
teert van mei '61 toen pastoor Ramai
(van Stubla in Kroatië) tot acht jaar
werd veroordeeld wegens de moord die
hli gepleegd zou hebben op de secre
taris van de communistische partij in
de gemeente. Het volk heeft de be
schuldiging die aan deze zeer gerespec
teerde priester was gericht, direct als
een schaamteloze leugen gebrandmerkt,
die in heel het land grote verontwaar
diging heeft doen ontstaan.
Het aantal gevangen zittende pries
ters neemt af. In de gevangenis van
Stata Gradiska, waar in '4? omstreeks
vijfhonderd priesters waren opgesloten,
zitten er nu volgens sommige schat
tingen geen tweehonderd meer. In
de gevangenis van Zenica wordt de
bisschop, mgr. Franic, nog vastgehou
den, mogelijk ook nog daarover heb
ik geen zekerheid kunnen krijgen de
71-jarige mgr. Andreas Magic, vicaris-
generaal van Mostar, wiens straftijd
nu ongeveer voorbij moet zijn. Ook in
Lepoglava, waar kardinaal Stepinac
gevangen heeft gezeten, waar men cel
len van één bij één meter dertig me
ter onder de grond heeft, verblijven nog
geestelijken, maar hoeveel precies is
onbekend. Waar zoveel priesters ver
jaagd en gevlucht zijn, gedood of weg
getrokken in de bossen met groepen
vogelvrij-verklaarden, afgevallen of op
genomen in leger en industrie, heeft
men het uitzicht op de exacte situatie
van de clerus verloren. In 1940 telde
Joegoslavië zesduizend priesters, vijf
jaar later nog maar vierduizend. Van
hen heeft naar schatting ongeveer een
derde korte of lange tijd in gevangenis
of dwangarbeiderskamp doorgebracht,
eens of meermalen.
Mag men nu uit het langzaamaan ver
dwijnen van schijnprocessen en het ver
minderende aantal gevangen geestelij
ken en religieuzen opmaken, dat er mis
schien toch iets verbeterd is voor de
katholieken in Joegoslavië? Dit is de
vraag die men zo hier en daar in Joe
goslavië stelt, maar dan kan men als
antwoord vernemen: „Ik kan het u niet
duidelijk maken". De ondertoon is mat
en gelaten.
Een deel van het antwoord kan men
geleidelijk gaan vermoeden, maar het
is niet in één zin of één alinea te geven.
De tragedie van de Joegoslavische volken
is al eeuwenoud. In zekere zin beleven
zij onder de communistische overheer
sing (het aantal communisten in het
land wordt gewoonlijk op vijf percent
geschat) niets nieuws. De Turken en de
Servische koningen tussen 1918 en 1940
zjjn voorgegaan in dwingelandij. Van
heel lang dateert ook de haat tussen
het katholieke Kroatische volk en de
orthodoxe Serven. De Serven heb ik
meermalen en van verscheidene kanten
horen beschrijven als een opportunis
tisch, veroveringszuchtig volk, de Kroa
ten als rechtlijnig denkende Principiën-
reiter, die in de eindeloze strijd voor
het behoud van hun land en hun ge
loof zelfbewust en hartstochtelijk na
tionalistisch zijn geworden. De bloed
wraak was kennelijk een geaccepteerd
recht bij beiden. En deze twee volkeren
waren sinds 1918 samengebracht in één
staat. Door de Servische overheersing
kwamen vooral de Serven op de belang
rijke posten in het land te zittten,
zelfg in Kroatië, waar enkele honderd
duizenden Serven leefden, nadat hun
voorouders voor de Turken waren uit
geweken. De barbarij hield dit land in
zijn greep en tussen 1918 en 1941 werden
er ongeveer 50.000 Kroaten vermoord.
Men kon de mishandelingen en bloedige
vechtpartijen op straat meemaken.
Tal van Kroaten hebben de komst
van de Duitsers als een bevrijding ge
zien. Uit de Joegoslavische legers deser
teerden zij bij bosjes, en in groten getale
was men enthousiast toen in april '41
Kroatië onder Duits patronage tot een
zelfstandige staat werd geproclameerd.
Onder de Servische nationalisten, de
Cetnici, en de Tito-partizanen kwam het
verzet tegen de Duitsers op gang.
Deze toestand heeft het Kroatische
volk hevig gecompromitteerd, maar men
moet er onmiddellijk aan toevoegen dat
zeer veel Kroaten spoedig hun bekomst
hadden van de Duitse „bevrijding". Ze
keerden zich openlijk, met hun aarts
bisschop Stepinac aan het hoofd tegen
de ontstellende gewelddaden die de ont
aarde nationalisten onder hun landgeno
ten, de Oestasja's van Pavelic, begin
gen. Daar er onder de lagere geestelijk
heid, ondanks de houding van Stepinac,
nogal wat priesters te vinden waren die
meeliepen met de despotische Pavelic,
kwamen de Kroatische katholieken nog
meer in discrediet. De verdeeldheid was
er. De Servische partizanen hadden nu
voor zichzelf argumenten genoeg om de
Kroaten direct te bestrijden. Er heeft
een ontzettende strijd gewoed.
Op een bevolking van toen ongeveer
15 miljoen heeft de jongste wereldoor
log Joegoslavië ruim 1,5 miljoen doden
gekost, en men kan waarschijnlijk stel
len dat meer ^an de helft daarvan aan
de onderlinge strijd is opgeofferd.
De strijd die de communisten de laat
ste vijftien jaar tegen de katholieken
hebben gevoerd, is voor een groot deel
nog de strijd van Serven (de meeste
communisten zijn Servisch) tegen Kro
aten. Tito, hoewel zelf geboren in Kro
atië en met een katholieke moeder uit
Slovenië, heeft daar zonder moeite ge
bruik van kunnen maken om zijn re
giem in zeer korte tijd te vestigen. De
Servische moordbrigades gingen ge
woon door, terwijl hij aan de politieke
conceptie van zijn communistische
staat bouwde, waarbij hij het niet zon
der terreur kon stellen. De slachtoffers
bleven vallen bij vele duizenden.
Wat later is Tito de excessen gaan
veroordelen die, zoals hij zei, door het
geprikkelde volk waren begaan tegen
bepaalde onverzoenlijke en vijandige
kerkelijke oversten. „Wij veroordelen
deze methoden. Wij beschikken over ef
ficiëntere middelen," aldus de presi
dent, zonder overigens ooit in te grij
pen bij dé nog talloze gewelddaden.
Vanaf ongeveer '52 werd de systema
tische campagne tegen het obscurantis
me, waarmee het katholieke geloof werd
betiteld, ingezet met die zgn. efficiënte
re middelen.
Zou men, gezien deze bittere histo
rische oorsprong, al kunnen hopen op
een verbetering in' de betrekkingen? Dat
is nogal onaannemelijk. De tweespalt
is te groot en nog barstensvol vijandig
heid. Overal bloeden nog de wonden.
(Advertentie)
Radio Luxemburg 208 meter
■zondag 12 uur
Radio Veronica 192 meter
woensdag 13.45 uur
Een muzikaal verhaal van
Annie M. G. Schmidt
en Cor Lemaire
aangeboden
door
NIJMEGEN, 29 sept. Rechten: de
heer J. J. M. Sweens (Helmond).
GRONINGEN, 29 sept. Kand. ex. ge
neeskunde 2a: mej M.C.E. Heeres (Sap-
pemeer), mej. F. R. Wilfis (Gronin
gen) mej. S. T. Mumme, (Oslo) en de
heren: J. B. Bakker (Overveen) K.
Bakker (Bussum), L. H. Betferman (S
Hertogenbosch) H. W. Leemhuis (Sant
poort) D. P. Braa, (Ter Apel) C. T.
Buiter (Almelo), J. Bloem (Vlagtwed-
de). Artsex. Ie ged: E. H. de Maar
(Groningen), bevorderd tot arts: B. G.
ten Cate (Enschede) en J. Ph. Peters
(Apeldoorn).
Tito ontvangt (1953) de aartsbisschop van Belgrado, mgr. Josip Ujcic
DE KERK VAN JOEGOSLAVIË
Oe graftombe van kardinaal Stepinac in de kathedraal van Zagreb trekt dagelijks grote drommen Joegoslavische katholieken.
üiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimj
Dit was een van de vele verhaal
tjes, die mej. dr. ir. Th. S. F. M.
van Schaik gistermiddag op het gro
te voedingscongres in Amsterdam
vertelde om te illustreren dat de
voedingsvoorlichting niet altyd het
succes heeft waar men op hoopt.
Mej. Van Schaik is hoofd van de af
deling voedingsvoorlichting van de
stichting Voorlichtingsbureau voor de
voeding in Den Haag.
Teleurstellende ervaringen doet
men zowel in eigen land op het
geringe succes van de anti-snoepvoor-
lichting bijvoorbeeld als in de
ontwikkelingslanden. Dat komt vol
gens mej. Van Schaik doordat men
zo vaak over het hoofd ziet, dat
voedingsgewoonten overal een deel
zijn van de cultuur en dat de culturen
van groep tot groep anders zijn. Men
kan de voeding niet zo maar, afzon
derlijk van andere aspecten van het
leven, veranderen.
Om die stelling te staven had mej.
Van Schalk nog een waar verhaal.
Een Amerikaanse oliemaatschappij
in het Midden-Oosten wilde verbe
tering brengen in de voeding van
haar Arabische arbeiders en be
sloot, hun elke dag een voedzaam
maal te verstrekken. Daartoe werd
een cafetaria gebouwd. In plaats van
verblijd bleken de begunstigden be
ledigd te zijn. Het cafetariasysteem
was daaraan schuldig: in dit land
stonden alleen bedelaars in de rij
voor voedsel.
Dit soort voorbeelden, aldus mej.
Van Schaik, leert dat men bij het
samenstellen van een voorlichtings
programma terdege op de hoogte
moet zijn van de cultuur van de ge
meenschap waar het voor bestemd is.
De moeilijkheid is echter dat de
meeste mensen, uit welke gemeen
schap ze ook afkomstig zijn, de van
de hunne verschillende leefwijze en
(Advertentie)
cultuur van anderen niet begrijpen en
waarderen. Ze reageren daarop met
beoordelingen als „dom, idioot, onlo
gisch".
Daaraan maken niet alleen zij zich
schuldig, die in andere landen voor
lichting gaan geven, maar ook zij die
in ons land voorlichten en met cul
tuurgemeenschappen te maken heb
ben, die slechts weinig van de eigene
afwijken. Zo vinden bijvoorbeeld dië
tisten van boven de Moerdijk de soep
een waardeloos bestanddeel in de
maaltijd van de zuiderlingen. Onkun
de van de voedingsgewoonten brengt
met zich mee, dat men voorlichtings
programma's opzet die niet terzake
zijn.
De voordracht van mej. Van Schaik
bleef niet tot het einde toe in mineur.
Men moet nu ook weer niet denken
dat de voedingsvoorlichting een grote
mislukking is: over de successen zou
evengoed een voordracht kunnen
worden gehouden. Voorbeelden van
een aam het voedingspatroon en aan"
de mogelij'kheden aangepaste voor
lichting zijn er ook.
Zo heeft men bijvoorbeeld inge
zien, dat het melkpoeder, dat de
UNESCO aan vele landen verstrekt,
daar niet op Amerikaanse of Euro
pese wijze zal worden gebruikt. Men
heeft die bevolkingsgroepen, die niet
gewend waren melk te drinken en
melkgerechten te eten, geleerd hoe
het poeder in inheemse gerechten
kan worden verwerkt. En ook het
streven de uit Indonesië naar Neder
land gerepatrieerden te leren, Ne
derlandse levensmiddelen „op zijn
Indonesisch" te bereiden met Ne
derlandse keukenmaterialen, mag ge
slaagd heten.
Binnen
kort zal een
begin wor-
den ge-
IuStoIL IJmaakt met
het vervan-
onze fran
keerzegels van het z.g. cijfertype (1 tot
en met o ct.) door zegels met afbeeldin
gen van Nederlandse landschappen. De
directeur-generaal van de P.T.T. deed
in zijn nieuwjaarsrede reeds mede
deling van deze plannen, die o.m. een
uitvloeisel waren van in de Tweede
Kamer geuite wensen, doch die ook
verband houden met het streven om de
traditionele cijferzegels meer in over
eenstemming te brengen met de „plaat
jes-mode" die thans in de filatelie op
geld doet.
Het cijfertype-zegel van 6 ct. zal het
eerst gewijzigd worden. Het wordt ver
vangen door een zegel waarop een pol
derlandschap is afgebeeld. Voordat met
de verkoop zal worden begonnen, zal
de nog op de postkantoren aanwezige
voorraad van het cijfertype worden uit
verkocht; op verzoek zal men ook de
nieuwe zegels kunnen verkrijgen.
België. Ter her
innering aan de
slachtoffers van de
concentratiekampen
werd een 40 ct uit
gegeven; door mid
del van twee om
hoog geheven han
den, waarvan de
ene vrij is en de
andere met prik
keldraad is om
strengeld, wordt het
in deze kampen
geleden leed sym
bolisch voorgesteld.
De uitgifte op 16 september viel samen
met de achttiende jaarlijkse nationale
bedevaart naar het fort Breendonck;
van hieruit vond destijds de deportatie
van duizenden Belgen plaats.
Zweden. De komende jaren zal een
aantal postzegels in omloop komen waar
op monumenten en historische gebou
wen voorkomen. Op 24 september a.s.
worden de eerste twee verwacht. De
50 öre geeft het Skokloster-kasteel te
zien, gelegen aan het Malaren-meer ten
zuiden van Uppsala; met zijn kostbare
collectie oude wapens, meubelen en
schilderijen wordt dit kasteel jaarlijks
door vele toeristen bezocht. Een beeld
houwwerk uit de vijftiende eeuw, voor
stellende St.-Joris met de draak, dat
zich bevindt in de grote kerk te Stock
holm, vormt het motief van de hier
boven afgedrukte 20 Öre.
Duitsland (Bonds-
rep.). Bij bet 150-
jarig bestaan van
het Württembergse
Bijbelinstituut ver
scheen een 20 Pf.
met als motief een
opengeslagen bijbel
met een Christus
monogram en een
kelk. Dit genootschap heeft bijzonder»
verdiensten verworven door zijn weten
schappelijke uitgaven van de bijbel in
de oorspronkelijke talen. Zo genieten
wereldvermaardheid het Nieuwe Testa
ment in het Grieks, de Hebreeuwse
bijbel en de Septuaginta, de pl.m. 200
jaar voor Christus door zeventig joodse
geleerden te Alexandrië tot stand ge
brachte vertaling van het oude testament
uit het Hebreeuws in het Grieks.
Frankrijk. Door middel van twee post
zegels zal het tot stand komen van tele-
.•erbindingen tussen Frankrijk en Ame
rika via de Telstar-satelliet gememo
reerd worden. Een overzicht van het
KI nihW bb -VHiïH
centrum voor tele-communicatie te
Pieumeur-Bodou vormt de tekening
van de 0.25 NF, terwijl het eerste con
tact per televisie op 11 en 12 juli 1.1.
op de 0.50 NF in beeld is gebracht door
een wereldbol, een t.v.-toestel en de
Telstar.
„gig Ver. Staten. Op
4 september kwam
■mm TTF een 4 ct. in koers
s\:% vakssta» met het portret van
I i# Sam Rayburn en op
Clsslr "fe' ?e achtergrond de
k'Pm koepel van het Ca-
FlP -Jk pitool. Van 1913 tot
IÉ11 HÉ aan z')n dood ver-
I fl leden jaar was Ray-
t h burn onafgebroken
gress, waarvan ge-
durende zeventien
I IK Jw jaar speaker in het
I Huis van Afgevaar-
A M Sp de
dat hij 22 jaar ge
leden als zodanig werd gekozen,
vond de emissie van deze postzegel
plaats.