SITUATIE IS INGEWIKKELD EN ONOVERZICHTELIJK Laatste twee jaren minder schijnprocessen en minder openlijke gewelddaden Zij bedoelde het toch zo goed.... Ma lak ka: geen lepels voor Canadese vissoep De ervaringen der voedsel- voorlichting, verteld op groot _s congres in Amsterdam s luÏstÈfTnaar\ EVEN AANDACHT VOOR ZATERDAG 29 SEPTEMBER 1962 PAGINA 11 drink Joy, gezond en Wk lekker! Het graf van kardinaal Stepinac is chocolade hagel Examens mm AMSTERDAM, 28 sept. Een ijverige voedingsvoorlichtster uit Canada liet aan huismoeders in Malakka zien hoe ze voor hun kleintjes vissoep kunnen klaar maken. Dat is zo'n goed en eiwit rijk voedsel en aan eiwit is in die streken gebrek. De moeders sloe gen de inspanningen van de voor lichtster beleefd gade, maar daar bleef het bij, er volgde geen na- maak.Waarom niet?Wel, eenvou dig omdat in de keukens van Ma lakka het nodige instrumentarium ontbrak: geen vork, geen zeef en maar hier en daar een lepel. gen van PT2L* M lid van het Con" SI NAS 3i5&" IS DE „KERK DER STILTE" J_ T^"i-i.11,„ +V1 Kardinaal Stepinac verlaat zijn cel in de gevangenis van Lepoglava om zijn geboortedorp Krasic (1951). (Van een speciale verslaggever) De Joegoslavische priester zuchtte uiteindelijk met een hulpeloos gebaar: „Ik kan het u toch niet begrijpelijk maken." Hij stond voor het open venster en keek voor de zoveelste keer de lege straat af. Gastvrij had hij mij ontvan gen. Of m\jn introductie hem iets zei, liet hij niet blijken. In ieder geval wilde hij van alles van mij weten. Hij werd merkbaar geruster, maar op mijn vra gen ging hij nauwelijks in. Liever ver telde hij van andere dingen, tot het uur kwam dat hij er niet meer langs kon zonder ineens onbeleefd te lijken. Hij vertelde feitelijkheden over de si tuatie van de Kerk in Joegoslavië, en persoonlijke wederwaardigheden over de keren dat hij of zijn familieleden bedreigd waren. Maar zijn meningen •n verklaringen bleven doorgaans uit. Dat ervaart men meestal als men fnet katholieken in Joegoslavië in ge sprek is geraakt. Ze hebben belang bij zwijgen, want steeds is het door spre ken geweest dat zij zich narigheid op de hals hebben gehaald. Men kan ze soms horen zeggen dat ze gevangen hebben gezeten of mishandeld zijn, be roofd of in het openbaar bespottelijk zijn gemaakt, maar ze lijken er zo gelaten onder dat ze amper laten mer ken dat hun iets onrechtvaardigs is aangedaan. Ook aan een oordeel over anderen wagen zij zich niet. Hoogstens bekennen ze dat de situatie te inge wikkeld en onoverzichtelijk is om een oordeel te kunnen vormen. Dat is trou wens waar en misschien wel het meest tragische in de tegenwoordige situatie van de Kerk daar. De katholieken van Joegoslavië vormen geen gelijk gerich te eenheid van gelovigen meer. Overal is het anders; men kan niet zeker zijn van hetgeen men hoort of ziet. Het re giem van Tito heeft in ieder geval be reikt dat de Kerk in Joegoslavië de Kerk der Stilte is geworden. Honderdduizenden toeristen kunnen Wekenlang door het ontzagwekkende land reizen en na een menigte erva ringen concluderen dat het met de dic tatuur dragelijk gesteld is De boer gromt niet zonder genoegen dat Belgra do ver van zijn bed ligt. Het kamer meisje lacht hartelijk mee om de fei len in de accommodatie van het ho tel en zegt dat de hoge heren wel graag duur voor de dag willen komen, maar het eerst nog moeten leren. De taxi chauffeur kankert, als iedereen in de wereld, dat de belastingen te hoog zijn en de lonen te laag. Weliswaar infor meert hij eerst of je soms communist bent en ook voegt hij eraan toe dat men tegenwoordig voor het minste of ge ringste met veel gekletter van gewe ren wordt opgepikt, maar intussen zegt hij toch de onbekende wat hp op het hart heeft. Tegelijk ondervindt de ondernemen de toerist ook dat het land buiten de grote weg grenzenloos arm is, te arm vaak om iets meer te eten dan rijst of gestoofde mais, met misschien wat vij gen of druiven. Men hoort van toeristen die oog m oog met deze armoede hun koffers met kleren achterlieten. Maar moet men deze armoede direct op re kening van de dictatuur schrijven? Het land is arm op ongeveer dezelfde ma nier als Zuid-Italië. De nood en schaar ste in de steden is voor een groot deel te herleiden tot de ontstellende oor logsverwoestingen, verdere straftijd uit te zitten in zijn ïn dit totaalbeeld passen desgewenst de resten van een platgebrand dorp of kerken die als pakhuis in gebruik zijn. Toch arriveert de buitenlandse bezoeker vroeg of laat in de kathedraal van Za greb. Hij schuift met kleine groepjes mensen langs de zuilen tot achter het hoofdaltaar. Plotseling stort een wereld in elkaar. Achterin de kerk, bij het graf van kardinaal Stepinac, staan drommen Kroatiërs bijeen, meest vrou wen, bijna allen in de donkere kleding en met de tanige handen en gezichten van het platteland. Wat een afgeleefde, treurige mensen! Ze steunen op stok ken, dragen een etenszak over de schou der. En ze bidden, zoals men nog nooit mensen heeft zien bidden. Ze bidden vaak veel langer dan een uur. Ze steu nen en hijgen soms in hun gebed. Ze knielen en heffen krampachtig hun oker bruine, magere handen omhoog. Don komen ze met hun rozenkransen en me- daijons zacht naar voren om even over een stuk beeld van de kardinaal te strij ken. Behoedzaam beneen ze dat kleinood weg om het later, thuis, te voorschijn te halen, het te iaten zien en erover te vertellen. Ze gaan weg van het graf als gebroken, verslagln mensen. In mets lijken zp op het sterke, opgewekte volk van Kroatiërs^ dat men in de over volle straten van Zagreb een eenoegliik avonduur ziet slijten. Doch die strhten van Zagreb onthullen niets, even weinig als de rest van het toeristenland en trouwens even weinig als de zondags mis in de meeste andere kerken van Joegoslavië. In die zondagsmis voeren de oude mannen en vrouwen de boven toon. De moeders met haar kinderen zijn er ook, maar de jonge mensen en de werkende mannen zijn slechts gering in getal. Het is een verschijnsel dat men in meer zuidelijke landen kan aantreffen, zodat de buitenstaander er niet per se iets achter hoeft te zoeken. het meest veelzeggend. Hier wordt in één keer de begoocheling van de toe rist verbroken en krijgt hjj het ver moeden van het ware gezicht van Tito's regiem. Hier vangt hij een glimp op van het lijden van de Kerk in Joego slavië. In de roodbetraande ogen van de biddende Kroatiërs schemert het bloed van duizenden martelaren. Dat is geen verdichtsel van de kathedraalbezoeker, die op een afstand tegen een pilaar ge leund, stomgeslagen, in de ban staat van dit tafereel. Het is de pure feite lijkheid van een zeer recente geschie denis zoals die op velerlei plaatsen on weersprekelijk is vastgelegd. Een ge schiedenis met een onoverzienbare scha re doden, die vooral van Kroatië een kerkhof hebben gemaakt, van gemar telde bisschoppen en priesters, van ver volgde, gevangen en onmenselijk be handelde gelovigen, van lastering, angst en rechteloosheid. Aan dit alles denkt men meestal niet als men als toerist geniet aan het azu ren water van tie Adriatische zee. Het is tweeëneenhalf jaar geleden dat kardi naal Stepinac aan de gevolgen van zijn gevangenschap, dwangarbeid en mis handelingen overleed. Deze gebeurtenis heeft de schijn van een soort eindpunt te zijn in een enterend drama. Na zijn dood waren er gebeurtenissen die kon den wijzen op een ontspanning in de verhouding tussen Kerk en Staat. Het regiem was beducht voor de publieke opinie in het buitenland. Het kon de dollars uit Amerika niet missen. Het had intussen al enige bisschoppen (maar lang niet alle) toestemming gegeven hun ad limina-reis naar Rome tc maken. De regering ging in onderhandeling met mgr. Josip Ujcic, de aartsbisschip van Belgrado en tijdens het primaat van kardinaal Stepinac waarnemend voor zitter van de conferentie van bisschop pen, met de bedoeling tot suggesties te komen die aan het Vaticaan gedaan moesten worden, zodat het kon instem men met een modus vivendi tussen Kerk en Staat. Maar naar men meent te weten was mgr. Stepinac altijd sterk gekant geweest tegen de modus die de communisten wensten. In vijftien jaar had hij aan den lijve ondervonden dat de Staat slechts de vernietiging van de Kerk in Joegoslavië beoogde. En het Vaticaan bleef afwijzend. De bisschop pen stuurden ook een memorandum aan de regering waarin een soort bestand werd voorgesteld. De regering heeft dit met enige al of niet toneelmatige bijval ontvangen, maar zij weigerde te voldoen aan de principiële eis, nl. om onderhandelingen aan te knopen met de H. Stoel. Tito zegt een normale re latie voor te staan, maar dat dit af hangt van de andere partij, het Vati caan. Is thans de situatie in Joegoslavië nog steeds als kardinaal Stepinac tij dens zijn proces karakteriseerde: „Geen bisschop of priester uit dit land weet 's morgens of hij de avond zal zien"? Weliswaar zijn de openlijke geweld daden en de schijnprocessen de laatste iaren in frequentie verminderd, maar Tito zal inmiddels ook wel begrepen hebben dat die de faam van zijn bewind nergens goed doen. Het belangrijkste schijnproces, voor zover mij bekend, da teert van mei '61 toen pastoor Ramai (van Stubla in Kroatië) tot acht jaar werd veroordeeld wegens de moord die hli gepleegd zou hebben op de secre taris van de communistische partij in de gemeente. Het volk heeft de be schuldiging die aan deze zeer gerespec teerde priester was gericht, direct als een schaamteloze leugen gebrandmerkt, die in heel het land grote verontwaar diging heeft doen ontstaan. Het aantal gevangen zittende pries ters neemt af. In de gevangenis van Stata Gradiska, waar in '4? omstreeks vijfhonderd priesters waren opgesloten, zitten er nu volgens sommige schat tingen geen tweehonderd meer. In de gevangenis van Zenica wordt de bisschop, mgr. Franic, nog vastgehou den, mogelijk ook nog daarover heb ik geen zekerheid kunnen krijgen de 71-jarige mgr. Andreas Magic, vicaris- generaal van Mostar, wiens straftijd nu ongeveer voorbij moet zijn. Ook in Lepoglava, waar kardinaal Stepinac gevangen heeft gezeten, waar men cel len van één bij één meter dertig me ter onder de grond heeft, verblijven nog geestelijken, maar hoeveel precies is onbekend. Waar zoveel priesters ver jaagd en gevlucht zijn, gedood of weg getrokken in de bossen met groepen vogelvrij-verklaarden, afgevallen of op genomen in leger en industrie, heeft men het uitzicht op de exacte situatie van de clerus verloren. In 1940 telde Joegoslavië zesduizend priesters, vijf jaar later nog maar vierduizend. Van hen heeft naar schatting ongeveer een derde korte of lange tijd in gevangenis of dwangarbeiderskamp doorgebracht, eens of meermalen. Mag men nu uit het langzaamaan ver dwijnen van schijnprocessen en het ver minderende aantal gevangen geestelij ken en religieuzen opmaken, dat er mis schien toch iets verbeterd is voor de katholieken in Joegoslavië? Dit is de vraag die men zo hier en daar in Joe goslavië stelt, maar dan kan men als antwoord vernemen: „Ik kan het u niet duidelijk maken". De ondertoon is mat en gelaten. Een deel van het antwoord kan men geleidelijk gaan vermoeden, maar het is niet in één zin of één alinea te geven. De tragedie van de Joegoslavische volken is al eeuwenoud. In zekere zin beleven zij onder de communistische overheer sing (het aantal communisten in het land wordt gewoonlijk op vijf percent geschat) niets nieuws. De Turken en de Servische koningen tussen 1918 en 1940 zjjn voorgegaan in dwingelandij. Van heel lang dateert ook de haat tussen het katholieke Kroatische volk en de orthodoxe Serven. De Serven heb ik meermalen en van verscheidene kanten horen beschrijven als een opportunis tisch, veroveringszuchtig volk, de Kroa ten als rechtlijnig denkende Principiën- reiter, die in de eindeloze strijd voor het behoud van hun land en hun ge loof zelfbewust en hartstochtelijk na tionalistisch zijn geworden. De bloed wraak was kennelijk een geaccepteerd recht bij beiden. En deze twee volkeren waren sinds 1918 samengebracht in één staat. Door de Servische overheersing kwamen vooral de Serven op de belang rijke posten in het land te zittten, zelfg in Kroatië, waar enkele honderd duizenden Serven leefden, nadat hun voorouders voor de Turken waren uit geweken. De barbarij hield dit land in zijn greep en tussen 1918 en 1941 werden er ongeveer 50.000 Kroaten vermoord. Men kon de mishandelingen en bloedige vechtpartijen op straat meemaken. Tal van Kroaten hebben de komst van de Duitsers als een bevrijding ge zien. Uit de Joegoslavische legers deser teerden zij bij bosjes, en in groten getale was men enthousiast toen in april '41 Kroatië onder Duits patronage tot een zelfstandige staat werd geproclameerd. Onder de Servische nationalisten, de Cetnici, en de Tito-partizanen kwam het verzet tegen de Duitsers op gang. Deze toestand heeft het Kroatische volk hevig gecompromitteerd, maar men moet er onmiddellijk aan toevoegen dat zeer veel Kroaten spoedig hun bekomst hadden van de Duitse „bevrijding". Ze keerden zich openlijk, met hun aarts bisschop Stepinac aan het hoofd tegen de ontstellende gewelddaden die de ont aarde nationalisten onder hun landgeno ten, de Oestasja's van Pavelic, begin gen. Daar er onder de lagere geestelijk heid, ondanks de houding van Stepinac, nogal wat priesters te vinden waren die meeliepen met de despotische Pavelic, kwamen de Kroatische katholieken nog meer in discrediet. De verdeeldheid was er. De Servische partizanen hadden nu voor zichzelf argumenten genoeg om de Kroaten direct te bestrijden. Er heeft een ontzettende strijd gewoed. Op een bevolking van toen ongeveer 15 miljoen heeft de jongste wereldoor log Joegoslavië ruim 1,5 miljoen doden gekost, en men kan waarschijnlijk stel len dat meer ^an de helft daarvan aan de onderlinge strijd is opgeofferd. De strijd die de communisten de laat ste vijftien jaar tegen de katholieken hebben gevoerd, is voor een groot deel nog de strijd van Serven (de meeste communisten zijn Servisch) tegen Kro aten. Tito, hoewel zelf geboren in Kro atië en met een katholieke moeder uit Slovenië, heeft daar zonder moeite ge bruik van kunnen maken om zijn re giem in zeer korte tijd te vestigen. De Servische moordbrigades gingen ge woon door, terwijl hij aan de politieke conceptie van zijn communistische staat bouwde, waarbij hij het niet zon der terreur kon stellen. De slachtoffers bleven vallen bij vele duizenden. Wat later is Tito de excessen gaan veroordelen die, zoals hij zei, door het geprikkelde volk waren begaan tegen bepaalde onverzoenlijke en vijandige kerkelijke oversten. „Wij veroordelen deze methoden. Wij beschikken over ef ficiëntere middelen," aldus de presi dent, zonder overigens ooit in te grij pen bij dé nog talloze gewelddaden. Vanaf ongeveer '52 werd de systema tische campagne tegen het obscurantis me, waarmee het katholieke geloof werd betiteld, ingezet met die zgn. efficiënte re middelen. Zou men, gezien deze bittere histo rische oorsprong, al kunnen hopen op een verbetering in' de betrekkingen? Dat is nogal onaannemelijk. De tweespalt is te groot en nog barstensvol vijandig heid. Overal bloeden nog de wonden. (Advertentie) Radio Luxemburg 208 meter ■zondag 12 uur Radio Veronica 192 meter woensdag 13.45 uur Een muzikaal verhaal van Annie M. G. Schmidt en Cor Lemaire aangeboden door NIJMEGEN, 29 sept. Rechten: de heer J. J. M. Sweens (Helmond). GRONINGEN, 29 sept. Kand. ex. ge neeskunde 2a: mej M.C.E. Heeres (Sap- pemeer), mej. F. R. Wilfis (Gronin gen) mej. S. T. Mumme, (Oslo) en de heren: J. B. Bakker (Overveen) K. Bakker (Bussum), L. H. Betferman (S Hertogenbosch) H. W. Leemhuis (Sant poort) D. P. Braa, (Ter Apel) C. T. Buiter (Almelo), J. Bloem (Vlagtwed- de). Artsex. Ie ged: E. H. de Maar (Groningen), bevorderd tot arts: B. G. ten Cate (Enschede) en J. Ph. Peters (Apeldoorn). Tito ontvangt (1953) de aartsbisschop van Belgrado, mgr. Josip Ujcic DE KERK VAN JOEGOSLAVIË Oe graftombe van kardinaal Stepinac in de kathedraal van Zagreb trekt dagelijks grote drommen Joegoslavische katholieken. üiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimj Dit was een van de vele verhaal tjes, die mej. dr. ir. Th. S. F. M. van Schaik gistermiddag op het gro te voedingscongres in Amsterdam vertelde om te illustreren dat de voedingsvoorlichting niet altyd het succes heeft waar men op hoopt. Mej. Van Schaik is hoofd van de af deling voedingsvoorlichting van de stichting Voorlichtingsbureau voor de voeding in Den Haag. Teleurstellende ervaringen doet men zowel in eigen land op het geringe succes van de anti-snoepvoor- lichting bijvoorbeeld als in de ontwikkelingslanden. Dat komt vol gens mej. Van Schaik doordat men zo vaak over het hoofd ziet, dat voedingsgewoonten overal een deel zijn van de cultuur en dat de culturen van groep tot groep anders zijn. Men kan de voeding niet zo maar, afzon derlijk van andere aspecten van het leven, veranderen. Om die stelling te staven had mej. Van Schalk nog een waar verhaal. Een Amerikaanse oliemaatschappij in het Midden-Oosten wilde verbe tering brengen in de voeding van haar Arabische arbeiders en be sloot, hun elke dag een voedzaam maal te verstrekken. Daartoe werd een cafetaria gebouwd. In plaats van verblijd bleken de begunstigden be ledigd te zijn. Het cafetariasysteem was daaraan schuldig: in dit land stonden alleen bedelaars in de rij voor voedsel. Dit soort voorbeelden, aldus mej. Van Schaik, leert dat men bij het samenstellen van een voorlichtings programma terdege op de hoogte moet zijn van de cultuur van de ge meenschap waar het voor bestemd is. De moeilijkheid is echter dat de meeste mensen, uit welke gemeen schap ze ook afkomstig zijn, de van de hunne verschillende leefwijze en (Advertentie) cultuur van anderen niet begrijpen en waarderen. Ze reageren daarop met beoordelingen als „dom, idioot, onlo gisch". Daaraan maken niet alleen zij zich schuldig, die in andere landen voor lichting gaan geven, maar ook zij die in ons land voorlichten en met cul tuurgemeenschappen te maken heb ben, die slechts weinig van de eigene afwijken. Zo vinden bijvoorbeeld dië tisten van boven de Moerdijk de soep een waardeloos bestanddeel in de maaltijd van de zuiderlingen. Onkun de van de voedingsgewoonten brengt met zich mee, dat men voorlichtings programma's opzet die niet terzake zijn. De voordracht van mej. Van Schaik bleef niet tot het einde toe in mineur. Men moet nu ook weer niet denken dat de voedingsvoorlichting een grote mislukking is: over de successen zou evengoed een voordracht kunnen worden gehouden. Voorbeelden van een aam het voedingspatroon en aan" de mogelij'kheden aangepaste voor lichting zijn er ook. Zo heeft men bijvoorbeeld inge zien, dat het melkpoeder, dat de UNESCO aan vele landen verstrekt, daar niet op Amerikaanse of Euro pese wijze zal worden gebruikt. Men heeft die bevolkingsgroepen, die niet gewend waren melk te drinken en melkgerechten te eten, geleerd hoe het poeder in inheemse gerechten kan worden verwerkt. En ook het streven de uit Indonesië naar Neder land gerepatrieerden te leren, Ne derlandse levensmiddelen „op zijn Indonesisch" te bereiden met Ne derlandse keukenmaterialen, mag ge slaagd heten. Binnen kort zal een begin wor- den ge- IuStoIL IJmaakt met het vervan- onze fran keerzegels van het z.g. cijfertype (1 tot en met o ct.) door zegels met afbeeldin gen van Nederlandse landschappen. De directeur-generaal van de P.T.T. deed in zijn nieuwjaarsrede reeds mede deling van deze plannen, die o.m. een uitvloeisel waren van in de Tweede Kamer geuite wensen, doch die ook verband houden met het streven om de traditionele cijferzegels meer in over eenstemming te brengen met de „plaat jes-mode" die thans in de filatelie op geld doet. Het cijfertype-zegel van 6 ct. zal het eerst gewijzigd worden. Het wordt ver vangen door een zegel waarop een pol derlandschap is afgebeeld. Voordat met de verkoop zal worden begonnen, zal de nog op de postkantoren aanwezige voorraad van het cijfertype worden uit verkocht; op verzoek zal men ook de nieuwe zegels kunnen verkrijgen. België. Ter her innering aan de slachtoffers van de concentratiekampen werd een 40 ct uit gegeven; door mid del van twee om hoog geheven han den, waarvan de ene vrij is en de andere met prik keldraad is om strengeld, wordt het in deze kampen geleden leed sym bolisch voorgesteld. De uitgifte op 16 september viel samen met de achttiende jaarlijkse nationale bedevaart naar het fort Breendonck; van hieruit vond destijds de deportatie van duizenden Belgen plaats. Zweden. De komende jaren zal een aantal postzegels in omloop komen waar op monumenten en historische gebou wen voorkomen. Op 24 september a.s. worden de eerste twee verwacht. De 50 öre geeft het Skokloster-kasteel te zien, gelegen aan het Malaren-meer ten zuiden van Uppsala; met zijn kostbare collectie oude wapens, meubelen en schilderijen wordt dit kasteel jaarlijks door vele toeristen bezocht. Een beeld houwwerk uit de vijftiende eeuw, voor stellende St.-Joris met de draak, dat zich bevindt in de grote kerk te Stock holm, vormt het motief van de hier boven afgedrukte 20 Öre. Duitsland (Bonds- rep.). Bij bet 150- jarig bestaan van het Württembergse Bijbelinstituut ver scheen een 20 Pf. met als motief een opengeslagen bijbel met een Christus monogram en een kelk. Dit genootschap heeft bijzonder» verdiensten verworven door zijn weten schappelijke uitgaven van de bijbel in de oorspronkelijke talen. Zo genieten wereldvermaardheid het Nieuwe Testa ment in het Grieks, de Hebreeuwse bijbel en de Septuaginta, de pl.m. 200 jaar voor Christus door zeventig joodse geleerden te Alexandrië tot stand ge brachte vertaling van het oude testament uit het Hebreeuws in het Grieks. Frankrijk. Door middel van twee post zegels zal het tot stand komen van tele- .•erbindingen tussen Frankrijk en Ame rika via de Telstar-satelliet gememo reerd worden. Een overzicht van het KI nihW bb -VHiïH centrum voor tele-communicatie te Pieumeur-Bodou vormt de tekening van de 0.25 NF, terwijl het eerste con tact per televisie op 11 en 12 juli 1.1. op de 0.50 NF in beeld is gebracht door een wereldbol, een t.v.-toestel en de Telstar. „gig Ver. Staten. Op 4 september kwam ■mm TTF een 4 ct. in koers s\:% vakssta» met het portret van I i# Sam Rayburn en op Clsslr "fe' ?e achtergrond de k'Pm koepel van het Ca- FlP -Jk pitool. Van 1913 tot IÉ11 HÉ aan z')n dood ver- I fl leden jaar was Ray- t h burn onafgebroken gress, waarvan ge- durende zeventien I IK Jw jaar speaker in het I Huis van Afgevaar- A M Sp de dat hij 22 jaar ge leden als zodanig werd gekozen, vond de emissie van deze postzegel plaats.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 11