HET WERELD EPISCOPAAT DE SINT PIETER TIJDENS HET CONCILIE Nabeschouwing over New Delhi Toelating Russische kerk H Aüostolaat van het Gebed D Zal het komend Concilie veroordelingen uitspreken ftSL -Mtf HH mm mm Uit de pers ZATERDAG 6 OKTOBER 1962 PAGINA H Vensters op de wereld iiwiFï V' Moraal en zeden Gf 'y™ fr mmm fut/ 8 I lil a, a; Meer dan zichzelf Negatieve formulering De gevaarlijkste dreiging Nel als bij ons HWVV wel (Vervolg van vorige pagina) Kardinaal DÖPFNER, aartsbisschop van Miinchen. gen met een grote gemeenschappelijke maaltijd tot besluit. Mgr. Van Cauwe- laert Leopoldville, Congo) is een an der fervent voorstander van aanpas sing van de liturgie aan locale, gebrui ken (geboortefeesten, rouwplechtighe- den enz.). Overal ter wereld zijn er bisschoppen die het lekenapostolaat in al zijn vormen bevorderen: mgr. Guer- ry en mgr. Garonne spannen zich in voor de groepskerstening, mgr. De Smedt van Brugge ijvert voor het wijk- apostolaat en kardinaal Suenens is voorstander van het directe aposto laat. Niet alle bisschoppen zijn in hun jonge jaren opgekweekt in de schutse van het klein-seminarie. Mgr. Castella- no van Slena is ingenieur geweest en kardinaal Gilrov van Sidney radiotele grafist b\j de koopvaardij. Mgr. Her- rera van Malaga heeft als advocaat gewerkt en richtte in die jaren het dag blad „El Debate" op. Kardinaal Silva Henriques van Santiago di Chili was al 2' jaar toen hij naar het seminarie ging; hij werd bisschop in 1959, aarts bisschop in 1961, kardinaal in 1962 en is nog maar 54 jaar oud. Talrijke bisschoppen hebben ingrij pende ervaringen opgedaan tijdens de oorlog. Zo hebben zeventien nu in leven zijnde Franse bisschoppen in ge vangenkampen gezeten. Kardinaal Sil va Henriques. kardinaal Cerejeira, kar dinaal Rpgambwa en mgr. Cuerry zijn gepromoveerd in profane vakken. Mgr. v'ago is in Parijs gevormd. In het wereldepiscopaat staan vele vensters open op de wereld. Ofschoon voor de meeste bisschoppen „vrijheid" op de eerste plaats wil zeg gen: vrijheid voc de K?rk, zijn er ónder hen voor wie de vrijheid ondeel baar is en die dat ook zeggen. Kardi naal Lercaro's verhandeling over de vrijheid, uit 1958, wordt wel beschouwd als richtinggevend document in dezen. Als men de pausen buiten beschou wing laat, telt het katholieke episco paat blijkbaar heel wat minder belang rijke pleitbezorgers voor de internatio nale vrede dan sommige andere gods diensten. Men wil gewoonlijk liever ge duldig en in stilte de weg voor de j-r H Kardinaal LIÉNART, bisschop van Rijssel. vrede, bereiden; dat ls bijvoorbeeld het werk van kardinaal Feltin, mgr. Théas en de andere bisschoppen die de Pax Christi-beweging presideren. Het concilie komt in een tijd, waarin de dekolonisatie bijna haar beslag ge kregen heeft. Veel bisschoppen zullen eraan deelnemen, die de rechten'van koloniale volken op volledige zelfstan digheid in het verleden nadrukkelijk hebben verdedigd, zoals mgr. Lefèvre van Rabat, de bisschoppen van Tan ganyika, die van Madagascar, van de Cameroen enz. Negenennegentig pro cent van de blanke bisschoppen dacht en sprak zo. Velen van hen hebben, nadat mgr. Roberts (Bombay) en mgr. Parisot (Cotonou) hun daarin waren voorgegaan, sedertdien hun zetel aan autochtone bisschoppen afgestaan. Huwelijksmoraal en zedelijkheid wor den overal sterk op de proef gesteld. Het Britse episcopaat toont zich op dit punt zeer waakzaam; er gaat geen zomer voorbij of de een of andere Spaanse bisschop waarschuwt zijn kud de tegen de indecente mode die door vreemdelingen wordt geïmporteerd; de Amerikaanse en Italiaanse bisschoppen ijveren voor film- en boekenkeunng. Allerwegen worden de gezinnen gecon fronteerd met geboorteproblemen. In 1948 hebben de Japanse bisschoppen gewezen op het kwaad van de onge oorloofde geboortebeperking. Terwijl men zich haast overal door scherpe veroordelingen te weer stelde, stichtte kardinaal Suenens in Brussel een stu diecentrum voor huwelijksethiek, waar voor hij wetenschapsmensen, moralisten en medici, aantrok. „Wij hebben niet het recht", aldus de kardinaal, „om van de mensen te eisen dat zij zich aan de wet houden zonder alles te doen wat in ons vermogen ligt om naleving van die wet mogelijk te maken." De prediking van de bisschoppen op het gebied van de huwelijksmoraal v;;i De Sint-Pieter is thans van binnen op sommige punten bijna onher kenbaar veranderd door de ver schillende voorzieningen ten be hoeve van het Concilie. De plattegrond geeft de accommodatie van de „Concilie aula" weer. 1. Bronzen beeld van St. Petrus. Ge durende het Concilie zal dit beeld met pauselijke gewaden omhangen worden teneinde daarmee te sym boliseren, dat de prins der apos telen aanwezig is en het Concilie beschermt. 2. Verplaatsbaar altaar voor het beeld van St. Petrus. Op het altaar komt het Evangelieboek te liggen. Wan- Mgr. POTHACAMURY, aartsbisschop van Bangalore. Kardinaal MEYER, aartsbisschop van Chicago. vindt over het algemeen geen gro te weerklank. Anders is dat wanneer de bisschoppen de menselijke persoon in bescherming nemen en pleiten voor de gerechtigheid. Men denke aan de houding van mgr. Hurley (Durban), mgr. McCann 'Kaapstad), kardinaal Ritter (St. Louis) en mgr. Rummel (New Orleans) in de kwestie van de gelijkberechtiging der rassen, terwijl mgr. Léonard een schisma onder zijn gelovigen in Tiruchirappali (Indië) trotseerde om het kastestelsel buiten de Kerk te houden. Er komen in Frankrijk nauwelijks nog arbeidsconflicten voor zonder dat een bisschoppelijke stem wordt gehoord om eerbied op te eisen voor de werkers en hun rechten. In Spanje hebben twee aartsbisschoppen meer rechtvaardigheid geëist in de verdeling van de rijkdom. In Texas, in Mozambique, in Argenti nië: overal hebben bisschoppen zich so lidair verklaard met misdeelde arbei ders. Dom Gorge Marcos de Oliveira, bisschop van Santo Andreas in Brazi lië bracht laatst de nacht door op een stakersbijeenkomst. Hij is trouwens een „recidivist": al in I960 verleende hij aanzienlijke steun aan de stakers van een biscuitfabriek in Aymores. De La tijns-Amerikaanse bisschoppen die vóór herverdeling van landbouwgronden zijn denken onderling vaak verschil lend over de manier waarop of de mate waarin. Geen heeft zich ooit in het openbaar tegen het idee zelf ver zet; maar toegegeven moet worden dat het in heel wat streken bij een idee blijft. Mgr. Larrain van Talca in Ohili heeft honderdvierentachtig hectaren van zijn bezittingen aan achttien arme fa milies afgestaan. Anderen overwegen ook zo te doen. En de hulpbisschop van Rio de Janeiro heeft een twaalfjaren plan opgesteld om vierhonderdduizend „favellados" aan redelijke huisvesting te helpen. De aartsbisschop van Cha- ganacherry, mgr. Kavukatt, vroeg als cadeau ter gelegenheid van een priester jubileum huizen voor de armen en mgr. La Ravoire Morrow in Krishnagar (In dië) heeft stenen huizen geïntroduceerd en het technisch onderwijs ontwikkeld, Is dat alles werk voor bisschoppen? Bij gebrek aan een kader van leken moeten bisschoppen en priesters zich wel met de elementaire noderi van het volk bemoeien. Eveneens bij gebrek aan een dergelijk kader van leken is mgr. La Ravoire Morrow die van Amerikaansen hui ze is en in Mexico zijn opleiding ont ving in de gemeenteraad van Krish nagar de vertegenwoordiger van de christenen. Er is geen reden tot de ver onderstelling, dat hij op het Concilie zijn kiezers en de burgers van Krish nagar (die nog heel iets anders vertegen woordigen dan zijn elfduizend gelovigen doen) buiten de deuren van de Sint Pieter zal houden. Veel bisschoppen trou wens vertegenwoordigen aldus aanzien lijk meer dan zichzelf: soms hele werel den. De Portugese kardinaal Cerejeira is een studievriend van Salazar; mgr. Kozlowiecki is sinds hun beider ver blijf in Auschwitz bevriend met pre sident Cyrankiewlcz; N'Krumah heeft les gegeven aan het seminarie van mgr. Strebler en zij zijn nog altijd met elkaar bevriend; mgr. Berlier leeft in zeer goede verstandhouding met de moham- - 'i* neer de H. Mis wordt opgedragen, kan het altaar naar het midden van de aula geschoven worden, waar allen het kunnen zien. 3. De Pauselijke troon voor het Con- fessio-altaar. De troon komt op een hoog podium te staan en is van bei de zijden via 11 treden tellende trappen te bereiken. Boven de troon komt een baldakijn welke harmoni eert met de baldakijn van Bernini boven het Confessio-altaar. Het po dium met de paustroon staat op wie len en kan aldus worden weggescho ven. 4 Tafel voor de kardinaal-president van het Concilie. Aan weerszijden de tafels voor de secretaris-generaal van het Concilie en zijn staf. Deze tafels staan ook op een verhoging maar beletten het uitzicht van de bisschoppen op de Pauselijke troon niet. 5. Zitplaatsen voor de kardinalen met schrijfblad en knielbank, 8 oplopen de rijen van elk 11 zetels. 6. Zes plaatsen voor de patriarchen met schrijfblad en knielbank. Ze zjjn gelijk aan de zetels der kardi nalen, behalve de kleur. De pa triarchen hebben groene bekleding op de stoelen, de kardinalen rode. Hiermee is uitdrukking gegeven aan de hiërarchische voorrang der pa triarchen boven de bisschoppen. 7. Plaatsen voor de Concilie-vaders met schrijfblad en knielbank over twee langgestrekte tribunes. Aan beide kanten zijn deze tribunes in 16 sectoren onderverdeeld. In elke sector 60 tot 80 plaatsen. In totaal bieden deze tribunes aan 2265 bis schoppen plaats. Tussen beide tri bunes een 5.30 meter brede gang. 8. Verhoogde podia tussen de rode pi laren, die net middenschip van dc zijbeuken scheiden. Deze. podia zijn van buiten af via een houten trap bereikbaar. Zjj bieden elk plaats aan 51 Concilie-deelnemers, in to taal dus 306 zitplaatsen. 9. Spreekgestoelte. 10. Tafel voor de Conciliestenografen. 11. Tafel voor de stemmentellers met hun apparatuur. 12. Tribune bestemd voor de buiten landse missies bij officiële gelegen heden. 13. Tribune voor het beeld van de H. Longinus met 200 plaatsen, bestemd voor het Corps Diplomatique bij de H. Stoel. 14. Tribune voor het beeld van de H. Helena met 250 plaatsen, bestemd voor journalisten. 15. Tribune voor het beeld van de H. Veronica, bestemd voor repor ters etc. van radio en t.v. A. plaatsen voor de microfoons (een voor elke twee sectoren), zodat nie mand verder dan 15 meter van zijn plaats hoeft te gaan. B Doorgang, die het middenschip di rect met de zijbeuken verbindt. C. Trappen naar de zes hoge podia (zie ook 8). D. Technische apparatuur voor het stemmentellen. E. Cabines voor de radio-apparatuur en geluidsinstallaties. F. W.C.'s en cafetaria's, afgescheiden van Concilieruimte maar wel direct bereikbaar. G. Posten voor eerste-hulp-verlening. et uitstekende, driemaandelijkse tijdschrift van het Apostolaat der Hereniging: „Het christelijk Oos ten en Hereniging" (administra tie: Sophiatveg 42, Nijmegen),^ heeft zijn laatste nummer geheel gewijd aan een bijzonder heldere nabeschouwing over de derde Assemblée van de We reldraad van keiken, die einde ver leden jaar te New Delhi gehouden werd. Het eerste artikel geeft een zo volledig mogelijk overzicht van de Oos terse kerken, die momenteel deel uit maken van de Wereldraad. De drie vol gende studies houden zich bezig met de hoofdthema's, die te New Delhi be handeld zijn: eenheid, "getuigen, dienst baarheid. P. drs. E. van Montfoort A.A. tekent voor een zeer overzichtelijke weergave van alle Orthodoxe kerken, die nu met de Wereldraad samenwerken. Vanzelf sprekend ligt het hoofdaccent op het re cente lidmaatschap van de Russische kerk, die zoals men weet, samen met enkele andere orthodoxe kerken van achter het IJzeren Gordijn, te New Del hi officieel als lid-kerk is geaccepteerd. De volledige tekst van het schrijven van patriarch Alexej van Moskou aan de secretaris-generaal van de Wereldraad, waarin hij het lidmaatschap voor de Russische kerk aanvroeg, is in Van Montfoorts artikel opgenomen evenals de complete boodschap van de patriarch, die, na de gunstige stemming, werd voorgelezen. De moeilijkheid ligt uiteraard in de motieven, die de kerk van Moskou hebben bewogen de toelating tot cie Wereldraad aan te vragen, waarbij men mag veronderstellen, dat diezelf de beweegredenen ook voor de nieu we orthodoxe leden-kerken van Bul garije, Romenië en Polen gelden, P. van Montfoort zegt, dat men hier mag aannemen met religieuze achtergron den te doen te hebben. Er is langza merhand een beter begrip gegroeid voor de Wereldraad, die, ondanks de weigering van 1948, niet opgehouden heeft de Russische kerk alsnog tot toetreden te bewegen. Politieke motieven hebben echter bij de kerk van Moskou óók een rol ge speeld, getuige de passus ovet het stre ven naar wereldvrede uit de brief van patriarch Alexej. Bovendien moet men aannemen, dat de toestemming van het Kremlin nodig was voor dit lidmaat schap, waarin de partij een voordeel heeft gezien. Russlsch-orthodoxen uit de emigratie spieken van „niet-theologi- sche factoren", die tot het aanvragen van het lidmaatschap hebbeu geleid, of, duidelijker, van een staatso p d r a c h t. En dan noemt men het instemmen met dat verzoek „een onherstelbare fout van de protestantse kerken". Felt is in elk geval, dat de Wereldraad zal „moe ten inbinden" door de aanwezigheid van de Russische kerk. minstens reeds om deze kerk niet in een onaangename si tuatie te brengen. Is. wat te New Delhi in verhand met Angola gebeurde, niet ai een bewijs daarvan? Anderzijds is van het nu zeer grote aantal Orthodoxen in de Wereldraad te verwachten, dat interne verhoudingen hierin anders komen' te liggen. De Oos terse kerken getuigen van een opvallen de eensgezindheid. Er is geen sprake meer van een pan-protestants milieu, wat reeds is toegegeven door vooraan staande reformatorische theologen. De vertegenwoordiging van de z.g. „katho lieke" stromingen zal de Wereldraad verplichten meer oecumenisch en ge nuanceerder te handelen. P. v. Mont foort ziet de verklaring daarvan niet in het a.s. optreden van de Russische kerk als zodanig, maar veeleer 'n het door haar aanwezigheid toegenomen zelfbewustzijn der overige Orthodoxen. Blijft tenslotte nog de kwestie in hoe verre het lidmaatschap van de Russen de toenadering tot de Kerk van Rome zal bemoeilijken. De toekomst zal dat leren. P. Jeröme Cornelis A.A. behandelt de vraag of er te New Delhi vooruitgang is gemaakt op de weg naar eenheid. Het antwoord is zeer voorzichtig bevesti gend. De argumenten hiervoor worden aangehaald, maar tevens wpst de auteur op de nog zeer ernstige moeilijkheden, waarvan sommige voorlopig onoplos baar lijken. Het ontbreken van eenstem migheid aangaande de bronnen der Openbaring maakt de leerstellige ver schillen onder de protestantse kerken uitermate gr°°t- Intercommunie, ambt, hiërarchie zün kwesties, waarmee men alsnog geen raad weet. Toch stemt de invloed van „Faith and Order" hoopvol. Over de sectie „Getuigenis" schrijft dr. H. v. d. Linde zeer mooie dingen. Mgr. BENGSCH, bisschop van Berlijn. medaanse bestuurders van Nigerlë. En de inheemse Afrikaanse bisschoppen brengen naar het Concilie hun hele volk met zich mee. Meer dan een dozijn bisschoppen zul len de Oekraïense christenen die in de verspreiding leven, representeren. Met de patriarch Méouchi doet niet alleen het Libanese volk zi)n intrede op het concilie; hij brengt tevens met zich mee een uitzonderlijke ervaring omtrent een samenleving van mohammedanen en katholieken. En met patriarch Maxi- mos IV en diens gevolg van vijfentwin tig bisschoppen van de Grieks-Melkieti- sche ritus treedt tevens de Arabische wereld, en nog meer de wereld der oosterse orthodoxie, het Concilie binnen. De bisschoppen van Polen, Joegoslavië en Oost-Duitsland vertegenwoordigen in de Sint Pieter de vervolgde Kerk, maar tevens vertegenwoordigen zjj een'wereld die door het communisme van aanschijn is veranderd, een wereld die, bij alle afwijzing of beaming, in ieder gevai vragen stelt. Bedenkt men dan nog dat mgr. Peiris alles weet van de cultuur van Ceylon, dat mgr. D'Souza (45 jaar oud) als weinig anderen de Hindoe-wereld we tenschappelijk én uit ervaring kent, dat mgr. Mabathoana een geducht kenner is van de wijsbegeerte der Bantoe's, dan beseft men dat op dit concilie, ook al ls het een binnenkerkelijke gebeurte nis, de vensters naar buiten ver open staan. In het bovenstaande is hier en daar een vluchtig licht geworpen op een aantal leden van het wereldepisco paat. Van geen van hen is ook maar bij benadering een volledig portret getekend. Bovendien; zovaak er één voor het voetlicht werd gehaald moes ten er tezelfder tijd tientallen ln het duister blijven. Maar misschien heeft men nu een vaag besef van wat men zou kunnen noemen de menselijke kant van de wereldwijde kerkvergadering. Apos laat van het Gebéd luidt; „Moge het onfeilbaar leergezag van het Tweede Vaticaanse Concilie de dwalingen en gevaren voor geloof en zeden voor ieder in het licht stellen." „Ons, in het Oosten, wordt het ma terialisme met een houten hamer inge- timmerd. Jullie, in het Westen, krijgt het in de vorm van pillen toegediend: die slik je zonder dat je het merkt." Met een bijtende overtuiging en toch heel mild werden deze woorden gespro ken door een vurig Oostduits priester. Zijn snel en levendig reageren past nau welijks bij zijn veel ouder lijkende ge zicht en grijzend haar. Hij heeft de ge legenheid gevonden de massale Katho liekendag, die enige jaren geleden in Berlijn onder de titel „Gott lebt" werd gehouden, bij te wonen. Over het com munistisch regime sprak hij weinig. Aarzelend of om zijn toehoorders niet te kwetsen beantwoordde hij hun vraag, of hij niet liever als zielzorger in het Westen zou werken: „Ik zou niet wil len ruilen zegt hij, ondanks die aar zeling, met nadruk het is alsof wij temidden van de armoede en het ge bed God directeur ontmoeten in het ge loof van onze mensen; het Westen is stoffelijk en geestelijk oververzadigd, meen ik zijn godsdienst is veruiterlijkt. Bi) ons is het materialisme doctrine en macht, bij u voel ik het als een kli maat, als de lucht, die je inademt." Het is mogelijk veel genuanceerder en wetenschappelijker te spreken over de dialoog tussen Christendom en Com munisme. Toch stemt dit getuigenis van vlees en bloed indringender tot naden ken. Althans het liet ons niet los bij het lezen van de algemene maandintentie voor oktober van dit jaar: „Moge het onfeilbaar leergezag van het Tweede Vaticaans Concilie de dwalingen en ge varen voor geloof en zeden voor leder in het licht stellen." Toen deze intentie me te behoeden. voor heel de wereld werd vastgesteld, stond nog geenszins vast, wanneer het Concilie zou beginnen. Voor de ope- ningsmaand van deze gebeurtenis van geschiedkundig belang evenwel had men zich een positiever formulering kunnen denken. Het is uit alles duidelijk, dat dit Concilie positief gericht zal zijn op de innerlijke opbouw van de Kerk en op het perspectief van de toekomstige eenheid der Christenen. „Het Concilie is tegen niemand gericht," heeft kardi naal Tardini al in 1959 voor de Franse T.V, verklaard, daarmee weergevend de duidelijke bedoeling van paus Joan nes. De eerste zes Concilies, alle ln Kleln- Azië gehouden, werden samengeroepen om een duidelijke uitspraak te doen te genover de dwaalleren, die de Kerk be dreigden. Zo was het ook nog vaak met Middeleeuwse Kerkvergaderingen. Deze 21e Kerkvergadering is niet sa mengeroepen uit zelfverdediging van de Kerk of om wat voor systeem dan ook te veroordelen. Er zijn in onze dagen geen duidelijk omschreven dwalingen binnen de kerkgemeenschap, en tegen over ideologieën buiten haar heeft zij reeds duidelijk stelling genomen. Alles wat leeft bij de gescheiden Christenen, vraagt eerder begrip en be middeling dan afwijzing, en zeker geen veroordeling. Sommigen pleiten voor een nieuwe, plechtige veroordeling van het Communisme. Dat zou de posities echter slechts nog meer verharden, ter wijl het de vraag is. of zelfs in landen als Italië of Zuia-Amerika geen betere middelen bestaan om de Katholieken voor de verleiding van het Communis- Nog veel minder zin heeft het vroe gere uitspraken over liberalisme of so cialisme te vernieuwen of zich te keren tegen het humanisme van onze dagen, of om iets ongrijpbaars als het existen tialisme te veroordelen. Al zijn dan nauwelijks veroordelingen te verwachten, toch ontkomt de Kerk er niet aan, dat, w nneer zij zich door middel van een Concilie bezint op haar wezen en haar zending ln onze wereld, zjj waarheid en dwaling helder in het licht moet stellen. In die zin mag dan de gebedsintentie het allereerst ver staan worden. Om dat te begrijpen is het boven aangehaalde getuigenis uiter mate verhelderend. Het openbaart wel licht de gevaarlijkste dreiging voor de Christenen in deze tUd, de zuigkracht van al het aardse, dat de mens gege ven is tot vreugde en opbouw van de samenleving, maar waarin hi1 zichzelf kan verliezen. De leuze van onze sa menleving is: verdienen, genieten! Alle aandacht schijnt erop gericht al maar meer geld te verdienen en al maar luxueuzer en onbeperkter ervan te pro fiteren. Ook zelfs dit praktisch materialisme zal de Kerk niet zonder meer mogen veroordelen, maar vooral de geeste lijke waarden van het Evangelie: Gods geloof, eenvoud, vrede en vooral naas tenliefde moeten versterken. In die zin past deze intentie toch bij de opening van het Concilie. L. Hij wijst erop, dat hier vooral geëist werd, dat de kerken zich uit eigen ver kozen ghetto van geïntroverteerd leven moeten losmaken om tot echj missio naire ontmoeting met de wereld te ko men. De leek heeft daarbij een wezen lijke taak, die niet ligt in hulp aan het ambt, maar in de heiliging van het da gelijkse leven. Het gaat niet zo-eer om de structuur van de kerk, veeleer om haar „leven". Vormingsinstituten voor godsdienstige training der leken zijn dan ook onmisbaar. Dr. v. d. Linde herinnert de tegenstanders van het z.g. institutio- nalisme in de kerk eraan, dat de nood niet in de eens en voor altijd gegeven institutionele elementen van de kerk zelf ligt, maar in de vele geijkte idee- en en gedragspatronen, die gebonden zijn aan een vervlogen cultuurperiode, wier drukkende last nü de volle uitbloei van een eigentijdse kerkbeleving ver hindert. G. H. Tavard onderwerpt 'iet werk van de sectie „Dienstbaarheid" aan een kritische beschouwing. Hij noemt het document over dit onderwerp zeer mid delmatig en vraagt zich af, of de Oecu menische Beweging daarmee gediend is. Leerstellig-theologisch is het document zwak en snijdt veel te veel onderwerpen aan zonder tot een aanvaardbare oplos sing te komen. Vergeleken bij Evanston is net resultaat van New Delhi op dit terrein maar pover. Toch was de een heid in de bezorgdheid om dienstbaar te zijn aan Christus door dienstbaarheid aan de mens indrukwekkend. Tavard stelt, dat de aanwezigheid der Russische kerk belemmerend heeft gewerkt op open meningsuiting. De veroordeling van Angola noemt hij ronduit partijdig en onverstandig. Politiek vooroordeel en intriges hebben hier meegesproken. Hij stelt verder de vraag, of de Wereldraad, om in de toekomst efficiënt te werken, wel behoort door te gaan met zulke massale vergaderingen. De diepgang staat daarbij in geen verhouding tot de omvang. Dit artikel is uitstekend ge documenteerd en geeft een verantwoord oordeel over het werk van de betreffen de sectie. Zo is al met al dit nummer van „Het christelyk Oosten en Hereniging" een rijke informatiebron over de derde As semblée van de Wereldraad te New Delhi, waarvan w\j de bestudering all® belangstellenden krachtig aanbevelen. L. *ng Uöodzakel ijlt mtmnmino een be\c\in van te» In het dagblad Trouw schrijft prof. dr. G. Kuiper Hzn., hoogleraar aan de Vrije Universiteit, een artikel, dat wij niet uit leedvermaak grotendeels overnemen, doch integendeel als een hartig woordje aan onze Roomse dwingelanden die óók klaar staan Om sancties toe te passen op geloofsgeno ten wie zij, in dikwijls de meest vrije kwesties, een verschil van mening verwijten in de trant van: „dat noemt zich katholiek!" Het is goed van tijd tot tijd als ortho dox-protestanten afstand te nemen van onsz'elf en ons gedrag als groep onder de loep te nemen. Wie dat doet kan een bijzonder lelijke trek waarnemen, waar van men zich kan afvragen hoe wij daaraan zijn gekomen. Ik doel hier op de onderlinge onverdraagzaamheid. Het „verdraagt elkanders lastigheden" en „de één achte de ander uitnemender dan zichzelf" is bij ons maar al te vaak lippendienst. Wij bidden niet voor wie ons geweld aandoen, maar wij slaan terug en erop los, vaak in Christus' naam: in de kerk wordt Gods naam soms' op gruwelijker wiize ijdel ge bruikt dan daarbuiten. Dat doen we dan bijzonder geraffi neerd, nl. door te bedanken. We be danken voor alles wat ons niet precies zint. Als we middenstander zijn en da AR-fractie heeft gestemd voor een soci ale maatregel, die ons minder goed uit komt, dan bedanken we voor de AR Par tij en stemmen WD, Als „Trouw" korte filmrecensies geeft en wjj nog de traditionele houding tegenover da bioscoop hebben, dan zeggen we „Trouw" af. Als we het niet met de Indonesië-politiek van de regering eens zijn, bedanken we voor de AR Partij en stemmen PvdA. Als een hoogleraar van de VU in oprechte bewogenheid op een openbare bijeenkomst, georgani seerd door de PvdA, zijn verontrusting over de regeringspolitiek uitspreekt (wat velen op 't AR-partijconvent ook hebben gedaan) en zich daarbij op dat ogenblik niet heeft gerealiseerd dat ook de PvdA zeer veel boter op het hoofd heeft, dan is dat voor sommigen aan leiding hun lidmaatschap van de VU op te zeggen. En tenslotte, want men kan hiermee eindeloos doorgaan als het bestuur van een christelijk® vakbond er niet in geslaagd is alle ver langens ingewilligd te Krijgen, dan zijn er die voor het lidmaatschap bedanken. Wij zün er eigenlijk wat trots op, dat alles bij ons zo goed geïntegreerd ls: de AR Partij is een volkspartij, de VU staat in en rust op het gereformeerde volk, zeggen we dan. Maar is dat zo? Wat mag men van dat volk verwach ten? Ik dacht primair vurig gebed en verder solidariteit. Niemand van ons weet van dat eer ste af: het is een zaak tussen God en leder van ons persoonlijk. Ik kan niet zeggen dat er niet of wel, weinig of veel voor de CHU, de AR Partij, de VU, het CNV enz. wordt gebeden. Maar ik weet niet hoe ik die afstraffingen want als zodanig ls dat bedanken be doeld moet rijmen met solidariteit en gebed. Dit soort onaangepaste aanval als ant woord op de eigen frustratie heeft iets onvolwassens: men ziet geen kans zelf standig en positief de teleurstelling over de daad, het woord of de houding van de ander tegemoet te treden. De eigen (vaak traditionele) zekerheden mogen niet betwijfeld worden. Wie van het gangbare patroon afwijkt behoort er niet bij; we schrijven dan een ingezon den stuk of brandbrief en... bedanken. Het ergste is dat men zich er geen ander nio- waarvan ke overwegingen en motieven die voort kwam. In feite is het een zelfmoord motief'. we zullen die ander wel krij gen, hij zal als de boel capot is (zelf moord, bedanken) wel tot ons inzicht komen en dan zijn leven lang wroe ging hebben. Laten we toch eindelük in onze kring proberen niet onmiddellijk alles goed of fout te vinden, te oordelen en te ver oordelen en sancties toe te passen. Hoe komt het, dat wij, die zo vertrouwd zijn met de belijdenis van de mens die uit zichzelf niets goeds voortbrengt en van de menselijke onvolkomenheid, dat Juist wü zo snel oordelen over anderen en die veroordelen. Staat, er niet geschre ven: „Oordeelt niet opdat gij niet ge oordeeld wordt"?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 14