HET WERELD
EPISCOPAAT
DE SINT PIETER TIJDENS HET CONCILIE
Nabeschouwing
over New Delhi
Toelating Russische kerk
H
Aüostolaat van het Gebed
D
Zal het komend Concilie
veroordelingen uitspreken
ftSL -Mtf
HH
mm
mm
Uit de pers
ZATERDAG 6 OKTOBER 1962
PAGINA H
Vensters op de wereld
iiwiFï
V'
Moraal en zeden
Gf 'y™
fr
mmm
fut/
8
I
lil
a, a;
Meer dan zichzelf
Negatieve formulering
De gevaarlijkste
dreiging
Nel als bij ons
HWVV wel
(Vervolg van vorige pagina)
Kardinaal DÖPFNER,
aartsbisschop van Miinchen.
gen met een grote gemeenschappelijke
maaltijd tot besluit. Mgr. Van Cauwe-
laert Leopoldville, Congo) is een an
der fervent voorstander van aanpas
sing van de liturgie aan locale, gebrui
ken (geboortefeesten, rouwplechtighe-
den enz.). Overal ter wereld zijn er
bisschoppen die het lekenapostolaat in
al zijn vormen bevorderen: mgr. Guer-
ry en mgr. Garonne spannen zich in
voor de groepskerstening, mgr. De
Smedt van Brugge ijvert voor het wijk-
apostolaat en kardinaal Suenens is
voorstander van het directe aposto
laat.
Niet alle bisschoppen zijn in hun
jonge jaren opgekweekt in de schutse
van het klein-seminarie. Mgr. Castella-
no van Slena is ingenieur geweest en
kardinaal Gilrov van Sidney radiotele
grafist b\j de koopvaardij. Mgr. Her-
rera van Malaga heeft als advocaat
gewerkt en richtte in die jaren het dag
blad „El Debate" op. Kardinaal Silva
Henriques van Santiago di Chili was al
2' jaar toen hij naar het seminarie
ging; hij werd bisschop in 1959, aarts
bisschop in 1961, kardinaal in 1962 en
is nog maar 54 jaar oud.
Talrijke bisschoppen hebben ingrij
pende ervaringen opgedaan tijdens de
oorlog. Zo hebben zeventien nu in
leven zijnde Franse bisschoppen in ge
vangenkampen gezeten. Kardinaal Sil
va Henriques. kardinaal Cerejeira, kar
dinaal Rpgambwa en mgr. Cuerry zijn
gepromoveerd in profane vakken. Mgr.
v'ago is in Parijs gevormd. In het
wereldepiscopaat staan vele vensters
open op de wereld.
Ofschoon voor de meeste bisschoppen
„vrijheid" op de eerste plaats wil zeg
gen: vrijheid voc de K?rk, zijn er
ónder hen voor wie de vrijheid ondeel
baar is en die dat ook zeggen. Kardi
naal Lercaro's verhandeling over de
vrijheid, uit 1958, wordt wel beschouwd
als richtinggevend document in dezen.
Als men de pausen buiten beschou
wing laat, telt het katholieke episco
paat blijkbaar heel wat minder belang
rijke pleitbezorgers voor de internatio
nale vrede dan sommige andere gods
diensten. Men wil gewoonlijk liever ge
duldig en in stilte de weg voor de
j-r H
Kardinaal LIÉNART,
bisschop van Rijssel.
vrede, bereiden; dat ls bijvoorbeeld het
werk van kardinaal Feltin, mgr. Théas
en de andere bisschoppen die de Pax
Christi-beweging presideren.
Het concilie komt in een tijd, waarin
de dekolonisatie bijna haar beslag ge
kregen heeft. Veel bisschoppen zullen
eraan deelnemen, die de rechten'van
koloniale volken op volledige zelfstan
digheid in het verleden nadrukkelijk
hebben verdedigd, zoals mgr. Lefèvre
van Rabat, de bisschoppen van Tan
ganyika, die van Madagascar, van de
Cameroen enz. Negenennegentig pro
cent van de blanke bisschoppen dacht
en sprak zo. Velen van hen hebben,
nadat mgr. Roberts (Bombay) en mgr.
Parisot (Cotonou) hun daarin waren
voorgegaan, sedertdien hun zetel aan
autochtone bisschoppen afgestaan.
Huwelijksmoraal en zedelijkheid wor
den overal sterk op de proef gesteld.
Het Britse episcopaat toont zich op dit
punt zeer waakzaam; er gaat geen
zomer voorbij of de een of andere
Spaanse bisschop waarschuwt zijn kud
de tegen de indecente mode die door
vreemdelingen wordt geïmporteerd; de
Amerikaanse en Italiaanse bisschoppen
ijveren voor film- en boekenkeunng.
Allerwegen worden de gezinnen gecon
fronteerd met geboorteproblemen. In
1948 hebben de Japanse bisschoppen
gewezen op het kwaad van de onge
oorloofde geboortebeperking. Terwijl
men zich haast overal door scherpe
veroordelingen te weer stelde, stichtte
kardinaal Suenens in Brussel een stu
diecentrum voor huwelijksethiek, waar
voor hij wetenschapsmensen, moralisten
en medici, aantrok. „Wij hebben niet
het recht", aldus de kardinaal, „om
van de mensen te eisen dat zij zich aan
de wet houden zonder alles te doen wat
in ons vermogen ligt om naleving van
die wet mogelijk te maken."
De prediking van de bisschoppen op
het gebied van de huwelijksmoraal
v;;i
De Sint-Pieter is thans van binnen
op sommige punten bijna onher
kenbaar veranderd door de ver
schillende voorzieningen ten be
hoeve van het Concilie. De plattegrond
geeft de accommodatie van de „Concilie
aula" weer.
1. Bronzen beeld van St. Petrus. Ge
durende het Concilie zal dit beeld
met pauselijke gewaden omhangen
worden teneinde daarmee te sym
boliseren, dat de prins der apos
telen aanwezig is en het Concilie
beschermt.
2. Verplaatsbaar altaar voor het beeld
van St. Petrus. Op het altaar komt
het Evangelieboek te liggen. Wan-
Mgr. POTHACAMURY,
aartsbisschop van Bangalore.
Kardinaal MEYER,
aartsbisschop van Chicago.
vindt over het algemeen geen gro
te weerklank. Anders is dat wanneer
de bisschoppen de menselijke persoon
in bescherming nemen en pleiten voor
de gerechtigheid. Men denke aan de
houding van mgr. Hurley (Durban),
mgr. McCann 'Kaapstad), kardinaal
Ritter (St. Louis) en mgr. Rummel
(New Orleans) in de kwestie van de
gelijkberechtiging der rassen, terwijl
mgr. Léonard een schisma onder zijn
gelovigen in Tiruchirappali (Indië)
trotseerde om het kastestelsel buiten
de Kerk te houden.
Er komen in Frankrijk nauwelijks nog
arbeidsconflicten voor zonder dat een
bisschoppelijke stem wordt gehoord om
eerbied op te eisen voor de werkers en
hun rechten. In Spanje hebben twee
aartsbisschoppen meer rechtvaardigheid
geëist in de verdeling van de rijkdom.
In Texas, in Mozambique, in Argenti
nië: overal hebben bisschoppen zich so
lidair verklaard met misdeelde arbei
ders. Dom Gorge Marcos de Oliveira,
bisschop van Santo Andreas in Brazi
lië bracht laatst de nacht door op een
stakersbijeenkomst. Hij is trouwens een
„recidivist": al in I960 verleende hij
aanzienlijke steun aan de stakers van
een biscuitfabriek in Aymores. De La
tijns-Amerikaanse bisschoppen die vóór
herverdeling van landbouwgronden
zijn denken onderling vaak verschil
lend over de manier waarop of de
mate waarin. Geen heeft zich ooit in
het openbaar tegen het idee zelf ver
zet; maar toegegeven moet worden dat
het in heel wat streken bij een idee
blijft. Mgr. Larrain van Talca in Ohili
heeft honderdvierentachtig hectaren van
zijn bezittingen aan achttien arme fa
milies afgestaan. Anderen overwegen
ook zo te doen. En de hulpbisschop van
Rio de Janeiro heeft een twaalfjaren
plan opgesteld om vierhonderdduizend
„favellados" aan redelijke huisvesting
te helpen. De aartsbisschop van Cha-
ganacherry, mgr. Kavukatt, vroeg als
cadeau ter gelegenheid van een priester
jubileum huizen voor de armen en mgr.
La Ravoire Morrow in Krishnagar (In
dië) heeft stenen huizen geïntroduceerd
en het technisch onderwijs ontwikkeld,
Is dat alles werk voor bisschoppen?
Bij gebrek aan een kader van leken
moeten bisschoppen en priesters zich
wel met de elementaire noderi van het
volk bemoeien.
Eveneens bij gebrek aan een dergelijk
kader van leken is mgr. La Ravoire
Morrow die van Amerikaansen hui
ze is en in Mexico zijn opleiding ont
ving in de gemeenteraad van Krish
nagar de vertegenwoordiger van de
christenen. Er is geen reden tot de ver
onderstelling, dat hij op het Concilie
zijn kiezers en de burgers van Krish
nagar (die nog heel iets anders vertegen
woordigen dan zijn elfduizend gelovigen
doen) buiten de deuren van de Sint
Pieter zal houden. Veel bisschoppen trou
wens vertegenwoordigen aldus aanzien
lijk meer dan zichzelf: soms hele werel
den. De Portugese kardinaal Cerejeira
is een studievriend van Salazar; mgr.
Kozlowiecki is sinds hun beider ver
blijf in Auschwitz bevriend met pre
sident Cyrankiewlcz; N'Krumah heeft
les gegeven aan het seminarie van mgr.
Strebler en zij zijn nog altijd met elkaar
bevriend; mgr. Berlier leeft in zeer
goede verstandhouding met de moham-
- 'i*
neer de H. Mis wordt opgedragen,
kan het altaar naar het midden van
de aula geschoven worden, waar
allen het kunnen zien.
3. De Pauselijke troon voor het Con-
fessio-altaar. De troon komt op een
hoog podium te staan en is van bei
de zijden via 11 treden tellende
trappen te bereiken. Boven de troon
komt een baldakijn welke harmoni
eert met de baldakijn van Bernini
boven het Confessio-altaar. Het po
dium met de paustroon staat op wie
len en kan aldus worden weggescho
ven.
4 Tafel voor de kardinaal-president
van het Concilie. Aan weerszijden
de tafels voor de secretaris-generaal
van het Concilie en zijn staf. Deze
tafels staan ook op een verhoging
maar beletten het uitzicht van de
bisschoppen op de Pauselijke troon
niet.
5. Zitplaatsen voor de kardinalen met
schrijfblad en knielbank, 8 oplopen
de rijen van elk 11 zetels.
6. Zes plaatsen voor de patriarchen
met schrijfblad en knielbank. Ze
zjjn gelijk aan de zetels der kardi
nalen, behalve de kleur. De pa
triarchen hebben groene bekleding
op de stoelen, de kardinalen rode.
Hiermee is uitdrukking gegeven aan
de hiërarchische voorrang der pa
triarchen boven de bisschoppen.
7. Plaatsen voor de Concilie-vaders
met schrijfblad en knielbank over
twee langgestrekte tribunes. Aan
beide kanten zijn deze tribunes in
16 sectoren onderverdeeld. In elke
sector 60 tot 80 plaatsen. In totaal
bieden deze tribunes aan 2265 bis
schoppen plaats. Tussen beide tri
bunes een 5.30 meter brede gang.
8. Verhoogde podia tussen de rode pi
laren, die net middenschip van dc
zijbeuken scheiden. Deze. podia zijn
van buiten af via een houten trap
bereikbaar. Zjj bieden elk plaats
aan 51 Concilie-deelnemers, in to
taal dus 306 zitplaatsen.
9. Spreekgestoelte.
10. Tafel voor de Conciliestenografen.
11. Tafel voor de stemmentellers met
hun apparatuur.
12. Tribune bestemd voor de buiten
landse missies bij officiële gelegen
heden.
13. Tribune voor het beeld van de H.
Longinus met 200 plaatsen, bestemd
voor het Corps Diplomatique bij de
H. Stoel.
14. Tribune voor het beeld van de H.
Helena met 250 plaatsen, bestemd
voor journalisten.
15. Tribune voor het beeld van de
H. Veronica, bestemd voor repor
ters etc. van radio en t.v.
A. plaatsen voor de microfoons (een
voor elke twee sectoren), zodat nie
mand verder dan 15 meter van zijn
plaats hoeft te gaan.
B Doorgang, die het middenschip di
rect met de zijbeuken verbindt.
C. Trappen naar de zes hoge podia
(zie ook 8).
D. Technische apparatuur voor het
stemmentellen.
E. Cabines voor de radio-apparatuur
en geluidsinstallaties.
F. W.C.'s en cafetaria's, afgescheiden
van Concilieruimte maar wel direct
bereikbaar.
G. Posten voor eerste-hulp-verlening.
et uitstekende, driemaandelijkse
tijdschrift van het Apostolaat der
Hereniging: „Het christelijk Oos
ten en Hereniging" (administra
tie: Sophiatveg 42, Nijmegen),^ heeft
zijn laatste nummer geheel gewijd aan
een bijzonder heldere nabeschouwing
over de derde Assemblée van de We
reldraad van keiken, die einde ver
leden jaar te New Delhi gehouden
werd. Het eerste artikel geeft een zo
volledig mogelijk overzicht van de Oos
terse kerken, die momenteel deel uit
maken van de Wereldraad. De drie vol
gende studies houden zich bezig met
de hoofdthema's, die te New Delhi be
handeld zijn: eenheid, "getuigen, dienst
baarheid.
P. drs. E. van Montfoort A.A. tekent
voor een zeer overzichtelijke weergave
van alle Orthodoxe kerken, die nu met
de Wereldraad samenwerken. Vanzelf
sprekend ligt het hoofdaccent op het re
cente lidmaatschap van de Russische
kerk, die zoals men weet, samen met
enkele andere orthodoxe kerken van
achter het IJzeren Gordijn, te New Del
hi officieel als lid-kerk is geaccepteerd.
De volledige tekst van het schrijven van
patriarch Alexej van Moskou aan de
secretaris-generaal van de Wereldraad,
waarin hij het lidmaatschap voor de
Russische kerk aanvroeg, is in Van
Montfoorts artikel opgenomen evenals
de complete boodschap van de patriarch,
die, na de gunstige stemming, werd
voorgelezen.
De moeilijkheid ligt uiteraard in de
motieven, die de kerk van Moskou
hebben bewogen de toelating tot cie
Wereldraad aan te vragen, waarbij
men mag veronderstellen, dat diezelf
de beweegredenen ook voor de nieu
we orthodoxe leden-kerken van Bul
garije, Romenië en Polen gelden, P.
van Montfoort zegt, dat men hier mag
aannemen met religieuze achtergron
den te doen te hebben. Er is langza
merhand een beter begrip gegroeid
voor de Wereldraad, die, ondanks de
weigering van 1948, niet opgehouden
heeft de Russische kerk alsnog tot
toetreden te bewegen.
Politieke motieven hebben echter bij
de kerk van Moskou óók een rol ge
speeld, getuige de passus ovet het stre
ven naar wereldvrede uit de brief van
patriarch Alexej. Bovendien moet men
aannemen, dat de toestemming van het
Kremlin nodig was voor dit lidmaat
schap, waarin de partij een voordeel
heeft gezien. Russlsch-orthodoxen uit de
emigratie spieken van „niet-theologi-
sche factoren", die tot het aanvragen
van het lidmaatschap hebbeu geleid, of,
duidelijker, van een staatso p d r a c h t.
En dan noemt men het instemmen met
dat verzoek „een onherstelbare fout
van de protestantse kerken". Felt is in
elk geval, dat de Wereldraad zal „moe
ten inbinden" door de aanwezigheid van
de Russische kerk. minstens reeds om
deze kerk niet in een onaangename si
tuatie te brengen. Is. wat te New Delhi
in verhand met Angola gebeurde, niet
ai een bewijs daarvan?
Anderzijds is van het nu zeer grote
aantal Orthodoxen in de Wereldraad te
verwachten, dat interne verhoudingen
hierin anders komen' te liggen. De Oos
terse kerken getuigen van een opvallen
de eensgezindheid. Er is geen sprake
meer van een pan-protestants milieu,
wat reeds is toegegeven door vooraan
staande reformatorische theologen. De
vertegenwoordiging van de z.g. „katho
lieke" stromingen zal de Wereldraad
verplichten meer oecumenisch en ge
nuanceerder te handelen. P. v. Mont
foort ziet de verklaring daarvan niet
in het a.s. optreden van de Russische
kerk als zodanig, maar veeleer 'n het
door haar aanwezigheid toegenomen
zelfbewustzijn der overige Orthodoxen.
Blijft tenslotte nog de kwestie in hoe
verre het lidmaatschap van de Russen
de toenadering tot de Kerk van Rome
zal bemoeilijken. De toekomst zal dat
leren.
P. Jeröme Cornelis A.A. behandelt de
vraag of er te New Delhi vooruitgang is
gemaakt op de weg naar eenheid. Het
antwoord is zeer voorzichtig bevesti
gend. De argumenten hiervoor worden
aangehaald, maar tevens wpst de auteur
op de nog zeer ernstige moeilijkheden,
waarvan sommige voorlopig onoplos
baar lijken. Het ontbreken van eenstem
migheid aangaande de bronnen der
Openbaring maakt de leerstellige ver
schillen onder de protestantse kerken
uitermate gr°°t- Intercommunie, ambt,
hiërarchie zün kwesties, waarmee men
alsnog geen raad weet. Toch stemt de
invloed van „Faith and Order" hoopvol.
Over de sectie „Getuigenis" schrijft
dr. H. v. d. Linde zeer mooie dingen.
Mgr. BENGSCH,
bisschop van Berlijn.
medaanse bestuurders van Nigerlë. En
de inheemse Afrikaanse bisschoppen
brengen naar het Concilie hun hele
volk met zich mee.
Meer dan een dozijn bisschoppen zul
len de Oekraïense christenen die in de
verspreiding leven, representeren. Met
de patriarch Méouchi doet niet alleen
het Libanese volk zi)n intrede op het
concilie; hij brengt tevens met zich
mee een uitzonderlijke ervaring omtrent
een samenleving van mohammedanen
en katholieken. En met patriarch Maxi-
mos IV en diens gevolg van vijfentwin
tig bisschoppen van de Grieks-Melkieti-
sche ritus treedt tevens de Arabische
wereld, en nog meer de wereld der
oosterse orthodoxie, het Concilie binnen.
De bisschoppen van Polen, Joegoslavië
en Oost-Duitsland vertegenwoordigen in
de Sint Pieter de vervolgde Kerk, maar
tevens vertegenwoordigen zjj een'wereld
die door het communisme van aanschijn
is veranderd, een wereld die, bij alle
afwijzing of beaming, in ieder gevai
vragen stelt.
Bedenkt men dan nog dat mgr. Peiris
alles weet van de cultuur van Ceylon,
dat mgr. D'Souza (45 jaar oud) als
weinig anderen de Hindoe-wereld we
tenschappelijk én uit ervaring kent, dat
mgr. Mabathoana een geducht kenner
is van de wijsbegeerte der Bantoe's,
dan beseft men dat op dit concilie, ook
al ls het een binnenkerkelijke gebeurte
nis, de vensters naar buiten ver open
staan.
In het bovenstaande is hier en daar
een vluchtig licht geworpen op een
aantal leden van het wereldepisco
paat. Van geen van hen is ook maar
bij benadering een volledig portret
getekend. Bovendien; zovaak er één
voor het voetlicht werd gehaald moes
ten er tezelfder tijd tientallen ln het
duister blijven. Maar misschien heeft
men nu een vaag besef van wat men
zou kunnen noemen de menselijke kant
van de wereldwijde kerkvergadering.
Apos
laat van het Gebéd luidt; „Moge
het onfeilbaar leergezag van het
Tweede Vaticaanse Concilie de
dwalingen en gevaren voor geloof en
zeden voor ieder in het licht stellen."
„Ons, in het Oosten, wordt het ma
terialisme met een houten hamer inge-
timmerd. Jullie, in het Westen, krijgt
het in de vorm van pillen toegediend:
die slik je zonder dat je het merkt."
Met een bijtende overtuiging en toch
heel mild werden deze woorden gespro
ken door een vurig Oostduits priester.
Zijn snel en levendig reageren past nau
welijks bij zijn veel ouder lijkende ge
zicht en grijzend haar. Hij heeft de ge
legenheid gevonden de massale Katho
liekendag, die enige jaren geleden in
Berlijn onder de titel „Gott lebt" werd
gehouden, bij te wonen. Over het com
munistisch regime sprak hij weinig.
Aarzelend of om zijn toehoorders niet
te kwetsen beantwoordde hij hun vraag,
of hij niet liever als zielzorger in het
Westen zou werken: „Ik zou niet wil
len ruilen zegt hij, ondanks die aar
zeling, met nadruk het is alsof wij
temidden van de armoede en het ge
bed God directeur ontmoeten in het ge
loof van onze mensen; het Westen is
stoffelijk en geestelijk oververzadigd,
meen ik zijn godsdienst is veruiterlijkt.
Bi) ons is het materialisme doctrine en
macht, bij u voel ik het als een kli
maat, als de lucht, die je inademt."
Het is mogelijk veel genuanceerder
en wetenschappelijker te spreken over
de dialoog tussen Christendom en Com
munisme. Toch stemt dit getuigenis van
vlees en bloed indringender tot naden
ken. Althans het liet ons niet los bij het
lezen van de algemene maandintentie
voor oktober van dit jaar: „Moge het
onfeilbaar leergezag van het Tweede
Vaticaans Concilie de dwalingen en ge
varen voor geloof en zeden voor leder
in het licht stellen." Toen deze intentie me te behoeden.
voor heel de wereld werd vastgesteld,
stond nog geenszins vast, wanneer het
Concilie zou beginnen. Voor de ope-
ningsmaand van deze gebeurtenis van
geschiedkundig belang evenwel had men
zich een positiever formulering kunnen
denken. Het is uit alles duidelijk, dat
dit Concilie positief gericht zal zijn op
de innerlijke opbouw van de Kerk en
op het perspectief van de toekomstige
eenheid der Christenen. „Het Concilie
is tegen niemand gericht," heeft kardi
naal Tardini al in 1959 voor de Franse
T.V, verklaard, daarmee weergevend
de duidelijke bedoeling van paus Joan
nes.
De eerste zes Concilies, alle ln Kleln-
Azië gehouden, werden samengeroepen
om een duidelijke uitspraak te doen te
genover de dwaalleren, die de Kerk be
dreigden. Zo was het ook nog vaak met
Middeleeuwse Kerkvergaderingen.
Deze 21e Kerkvergadering is niet sa
mengeroepen uit zelfverdediging van de
Kerk of om wat voor systeem dan ook
te veroordelen. Er zijn in onze dagen
geen duidelijk omschreven dwalingen
binnen de kerkgemeenschap, en tegen
over ideologieën buiten haar heeft zij
reeds duidelijk stelling genomen.
Alles wat leeft bij de gescheiden
Christenen, vraagt eerder begrip en be
middeling dan afwijzing, en zeker geen
veroordeling. Sommigen pleiten voor
een nieuwe, plechtige veroordeling van
het Communisme. Dat zou de posities
echter slechts nog meer verharden, ter
wijl het de vraag is. of zelfs in landen
als Italië of Zuia-Amerika geen betere
middelen bestaan om de Katholieken
voor de verleiding van het Communis-
Nog veel minder zin heeft het vroe
gere uitspraken over liberalisme of so
cialisme te vernieuwen of zich te keren
tegen het humanisme van onze dagen,
of om iets ongrijpbaars als het existen
tialisme te veroordelen.
Al zijn dan nauwelijks veroordelingen
te verwachten, toch ontkomt de Kerk
er niet aan, dat, w nneer zij zich door
middel van een Concilie bezint op haar
wezen en haar zending ln onze wereld,
zjj waarheid en dwaling helder in het
licht moet stellen. In die zin mag dan
de gebedsintentie het allereerst ver
staan worden. Om dat te begrijpen is
het boven aangehaalde getuigenis uiter
mate verhelderend. Het openbaart wel
licht de gevaarlijkste dreiging voor de
Christenen in deze tUd, de zuigkracht
van al het aardse, dat de mens gege
ven is tot vreugde en opbouw van de
samenleving, maar waarin hi1 zichzelf
kan verliezen. De leuze van onze sa
menleving is: verdienen, genieten! Alle
aandacht schijnt erop gericht al maar
meer geld te verdienen en al maar
luxueuzer en onbeperkter ervan te pro
fiteren.
Ook zelfs dit praktisch materialisme
zal de Kerk niet zonder meer mogen
veroordelen, maar vooral de geeste
lijke waarden van het Evangelie: Gods
geloof, eenvoud, vrede en vooral naas
tenliefde moeten versterken. In die zin
past deze intentie toch bij de opening
van het Concilie. L.
Hij wijst erop, dat hier vooral geëist
werd, dat de kerken zich uit eigen ver
kozen ghetto van geïntroverteerd leven
moeten losmaken om tot echj missio
naire ontmoeting met de wereld te ko
men. De leek heeft daarbij een wezen
lijke taak, die niet ligt in hulp aan het
ambt, maar in de heiliging van het da
gelijkse leven. Het gaat niet zo-eer om
de structuur van de kerk, veeleer om
haar „leven". Vormingsinstituten voor
godsdienstige training der leken zijn dan
ook onmisbaar. Dr. v. d. Linde herinnert
de tegenstanders van het z.g. institutio-
nalisme in de kerk eraan, dat de nood
niet in de eens en voor altijd gegeven
institutionele elementen van de kerk
zelf ligt, maar in de vele geijkte idee-
en en gedragspatronen, die gebonden
zijn aan een vervlogen cultuurperiode,
wier drukkende last nü de volle uitbloei
van een eigentijdse kerkbeleving ver
hindert.
G. H. Tavard onderwerpt 'iet werk
van de sectie „Dienstbaarheid" aan een
kritische beschouwing. Hij noemt het
document over dit onderwerp zeer mid
delmatig en vraagt zich af, of de Oecu
menische Beweging daarmee gediend is.
Leerstellig-theologisch is het document
zwak en snijdt veel te veel onderwerpen
aan zonder tot een aanvaardbare oplos
sing te komen. Vergeleken bij Evanston
is net resultaat van New Delhi op dit
terrein maar pover. Toch was de een
heid in de bezorgdheid om dienstbaar
te zijn aan Christus door dienstbaarheid
aan de mens indrukwekkend. Tavard
stelt, dat de aanwezigheid der Russische
kerk belemmerend heeft gewerkt op
open meningsuiting. De veroordeling
van Angola noemt hij ronduit partijdig
en onverstandig. Politiek vooroordeel en
intriges hebben hier meegesproken. Hij
stelt verder de vraag, of de Wereldraad,
om in de toekomst efficiënt te werken,
wel behoort door te gaan met zulke
massale vergaderingen. De diepgang
staat daarbij in geen verhouding tot
de omvang. Dit artikel is uitstekend ge
documenteerd en geeft een verantwoord
oordeel over het werk van de betreffen
de sectie.
Zo is al met al dit nummer van „Het
christelyk Oosten en Hereniging" een
rijke informatiebron over de derde As
semblée van de Wereldraad te New
Delhi, waarvan w\j de bestudering all®
belangstellenden krachtig aanbevelen.
L.
*ng
Uöodzakel ijlt
mtmnmino
een be\c\in van te»
In het dagblad Trouw schrijft prof.
dr. G. Kuiper Hzn., hoogleraar aan de
Vrije Universiteit, een artikel, dat wij
niet uit leedvermaak grotendeels
overnemen, doch integendeel als een
hartig woordje aan onze Roomse
dwingelanden die óók klaar staan Om
sancties toe te passen op geloofsgeno
ten wie zij, in dikwijls de meest vrije
kwesties, een verschil van mening
verwijten in de trant van: „dat noemt
zich katholiek!"
Het is goed van tijd tot tijd als ortho
dox-protestanten afstand te nemen van
onsz'elf en ons gedrag als groep onder
de loep te nemen. Wie dat doet kan een
bijzonder lelijke trek waarnemen, waar
van men zich kan afvragen hoe wij
daaraan zijn gekomen. Ik doel hier op
de onderlinge onverdraagzaamheid. Het
„verdraagt elkanders lastigheden" en
„de één achte de ander uitnemender dan
zichzelf" is bij ons maar al te vaak
lippendienst. Wij bidden niet voor wie
ons geweld aandoen, maar wij slaan
terug en erop los, vaak in Christus'
naam: in de kerk wordt Gods naam
soms' op gruwelijker wiize ijdel ge
bruikt dan daarbuiten.
Dat doen we dan bijzonder geraffi
neerd, nl. door te bedanken. We be
danken voor alles wat ons niet precies
zint. Als we middenstander zijn en da
AR-fractie heeft gestemd voor een soci
ale maatregel, die ons minder goed uit
komt, dan bedanken we voor de AR Par
tij en stemmen WD, Als „Trouw"
korte filmrecensies geeft en wjj nog
de traditionele houding tegenover da
bioscoop hebben, dan zeggen we
„Trouw" af. Als we het niet met de
Indonesië-politiek van de regering eens
zijn, bedanken we voor de AR Partij
en stemmen PvdA. Als een hoogleraar
van de VU in oprechte bewogenheid
op een openbare bijeenkomst, georgani
seerd door de PvdA, zijn verontrusting
over de regeringspolitiek uitspreekt
(wat velen op 't AR-partijconvent ook
hebben gedaan) en zich daarbij op dat
ogenblik niet heeft gerealiseerd dat ook
de PvdA zeer veel boter op het hoofd
heeft, dan is dat voor sommigen aan
leiding hun lidmaatschap van de VU
op te zeggen. En tenslotte, want
men kan hiermee eindeloos doorgaan
als het bestuur van een christelijk®
vakbond er niet in geslaagd is alle ver
langens ingewilligd te Krijgen, dan zijn
er die voor het lidmaatschap bedanken.
Wij zün er eigenlijk wat trots op, dat
alles bij ons zo goed geïntegreerd ls:
de AR Partij is een volkspartij, de VU
staat in en rust op het gereformeerde
volk, zeggen we dan. Maar is dat zo?
Wat mag men van dat volk verwach
ten? Ik dacht primair vurig gebed en
verder solidariteit.
Niemand van ons weet van dat eer
ste af: het is een zaak tussen God en
leder van ons persoonlijk. Ik kan niet
zeggen dat er niet of wel, weinig of
veel voor de CHU, de AR Partij, de
VU, het CNV enz. wordt gebeden. Maar
ik weet niet hoe ik die afstraffingen
want als zodanig ls dat bedanken be
doeld moet rijmen met solidariteit
en gebed.
Dit soort onaangepaste aanval als ant
woord op de eigen frustratie heeft iets
onvolwassens: men ziet geen kans zelf
standig en positief de teleurstelling over
de daad, het woord of de houding van
de ander tegemoet te treden. De eigen
(vaak traditionele) zekerheden mogen
niet betwijfeld worden. Wie van het
gangbare patroon afwijkt behoort er
niet bij; we schrijven dan een ingezon
den stuk of brandbrief en... bedanken.
Het ergste is dat men zich er geen
ander nio-
waarvan
ke overwegingen en motieven die voort
kwam. In feite is het een zelfmoord
motief'. we zullen die ander wel krij
gen, hij zal als de boel capot is (zelf
moord, bedanken) wel tot ons inzicht
komen en dan zijn leven lang wroe
ging hebben.
Laten we toch eindelük in onze kring
proberen niet onmiddellijk alles goed
of fout te vinden, te oordelen en te ver
oordelen en sancties toe te passen. Hoe
komt het, dat wij, die zo vertrouwd zijn
met de belijdenis van de mens die uit
zichzelf niets goeds voortbrengt en van
de menselijke onvolkomenheid, dat Juist
wü zo snel oordelen over anderen en
die veroordelen. Staat, er niet geschre
ven: „Oordeelt niet opdat gij niet ge
oordeeld wordt"?