DE GOUDEN WATERBLOEM HET WOLVEN JONG M Alfredo Avontuur aan de Rivièra DE PIAS MET EN ZONDER BELLETJES Riolen van Parijs I SPROOKJESKASTEEL I IN HAARZÜILEN m i Philips verbetert pensioenen mmm De trommels waren leeg Benoeming Wijdingen door ft mem ZATERDAG 6 OKTOBER 1962 PAGINA 19 door LUKACS pu kleins zee meermin KOMT DICHTERBIJ, zon- pef? Her eel/Ms te be merken ERIC DE NOORMAN Mbt 1VELP0N zie je er geen barst vanI CETA-BEVER W. GELDOF Ipgl VERA WITTS WAT <SCH/TTEfëT PAAK EN PA AG EEN KLEINE ZEEMEE&M/N! HUK, EEN KAT! NOOIT DIE Jt \ZEKMOMP lt 7J^TJtlle Zekf^eid wordt Egil het ^ard, dat Eric hem nog LLfT geleden gegeven heeft, weer afgenomen en Erwin i, ilak jongen een beetie in het °og te houden. Achteraf beschouwd had Eric dit beter aan Svein kunnen opdragen, want Egil, geneel onder de indruk van de reusachtige Sakser, wijkt vrijwel niet van diens zijde. Svein Langtand is niet weinig gevleid en vergast zijn jonge bewonderaar op het ene verhaal na het andere over zijn eigen heldendaden, waarbij het feit, dat zeker de helft er bij gefantaseerd Is, niets aan het effect af doet. Ongemerkt slaat Eric het tweetal gade en hij slaakt pas een zucht van verlichting, als de knaap ten slotte in slaap valt. „Die is voorlopig stil," grijnst Svein, met geluidloze passen op de Noorman toetredend. „Een kwaad kereltje is het niet, zogezegd, maar als hij de kans krijgt, gaat hij er vandoor, Noorman. Dat is zeker." Onder de krijgers op de voorplecht ontstaat enige beroering en in het eerste grauwe morgenlicht ontwaart ook de Noorman de smalle streep land rechts vooruit. „Wat is dat voor licht, Svein?" mompelt hij, scherp door de nevels turend. „Kijk, overal kleine licht puntjes." „Vuren zogezegd," gromt de Sakser, „wat anders? De mensen willen hun botten warmen met deze kou. Dat is duidelijk." „En dat doen ze dan zeker buiten," zegt Eric spottend. „Nee, Sveintje, daar is wat aan de hand. Daar... dat lijken wel grote branden..." '"••HU,,,. '""««•I,.,,. ,V©PIB COPENHAGEN MOCO „PW, BOSCH' 6 okt. (KNP) Mgr. W. Bekkers heeft op verzoek van de provinciaal der Paters Dominicanen met ingang van 15 oktober benoemd tot pastoor van de parochie H. Maria S°rta ta Nijmegen pater J. J. M. ontsla »So onder gelijktijdig eervol paterp- J- Simonis O.P.; wPristèn^ï yan de provinciaal der La- naat der ReeJlipr v Van het Pensio" de H. Aumisfiniit Kanunnikessen van weleerw. heer M A ?^ek"ubber8en de r A- M. van Beers CM benoemd en mede namens de bisschop van Breda tot geestelijk adviseur van de Nederlandse R.K. Blindenbond St. Odilia afdeling Zuid pater J. Boerssee O.E.S.A. te Eindhoven, onder dig eervol ontslag aan pater Andreas i.F.M.Cap. DEN BOSCH, 6 okt. (KNP) Mor gen zal mgr. L. van Heygen, bisschop van Doumé, in de kapel van het Mis siehuis der Paters van de H. Geest te Gemert het subdiaconaat toedienen aan (Advertentie) Uw zorgen voor morgen bij DE OLVEH geborgen. de fraters H. Löhe van de Congregatie der paters van de H. Geest en H. van Galen en J. van Geldrop van de Con gregatie der Paters Oblaten van de H. Franoiscus van Sales en het H. Pries terschap aan de fraters Rutgerus Rut ten Bernardus Rutten; Josephus van Roy, Cornelis Molenaar, Henrlcus van Loon, Petrus Govers, Adrianus Otte en Petrus Bennebroek, allen van de Con gregatie der Paters van de H. Geest. (Advertentie) EINDHOVEN. 6 okt. Doordat de raad van bestuur van de N.V. Philips Gloeilampen Fabrieken extra-middelen gaat verschaffen an® zijn pensioen fondsen, zal het pensioenniveau van al le bij deze fondsen aangeslotenen be langrijk gunstiger komen te liggen. „Daar hebt u groot gelijk in!" vielen enkele he ren hem bi). „Bij welk onderdeel hebt u gediend?" George noemde zijn regiment en vertelde nauw keurig waar hij gevochten had. „Meneer Vincent, u mag er trots op zijn dat u Eo n kelner hebt en die man daar behoort zijn ex cuses aan te bieden! Op staande voet!" Talrijke kreten van goedkeuring begeleidden deze woorden. En nu tapte Vincent aanstonds uit een ander vaatje. O ja, natuurlijk, als de zaak zó zat be hoorde Paul zijn verontschuldigingen aan te bieden, dat sprak vanzelf! Maar dan was dat scheldwoord tech ook een vergissing geweest en dat behoorde George in te zien. George knikte en voor Paul zat er niets anders p dan de armzalige smoes te verzinnen, dat hij niet wist dat de ander in het Franse leger had Met gedwongen hoffelijkheid bood hij zijn h»^a uU d!,gl.ngen aan en George was wijs genoeg r, df b?"d te geven en op de schouder te klop- 1pva„ 1 st dat Paul hem deze nederlaag zijn leven lang mgt vergeven zou! trJSS verwjifcrde zich om schone kleren aan te o. en ^eïdra was de rust weer hersteld. Wel nóv Cent, 1lein, eYen later -oe: ..En als je mij hele 2°'ats laPt. vlieg je eruit, al staat de VoorvJSÏ maar George wist dat dit ^oonapig een loos dreigement was. Toen hij even later de lege schotels weghaalde bij de Engelse dame en haar nichtje, bedankte hij de laatste hartelijk, omdat zij voor hem m de ores was gesprongen. Maar de tante wilde van geen bedankje weten. T„„„ .v „Nee, jongeman, dat sprak vanzelf! Stil, Jane, ik heb het woord! In de loopgraven ,waar u vocnt, is ook mijn man gebleven. Als iemand hem zo n scheldwoord had toegevoegd, had hi) precies zó ge handeld!" „Dat geloof ik graag, mevrouw" antwoordde George, „maar dat neemt niet weg, dat ik mijn betrekking kwijt geweest zou zijn als u niet mijn partij had getrokken." Maar nu mengde het meisje zich in het gesprek. „Maar dat sprak toch vanzelf! Ik zag het gebeuren. Ik zag, dat hy u op uw tenen trapte en wa.t toe- siste, want ik was juist op weg naar de deur. Haar blauwe ogen glinsterden van pret. „En wat een opstopper gaf u hem, formidabel!" George moest toch glimlachen om de geestdrift van het meisje, dat vrobjk verder ging: „Als wp nog eens bescherming nodig hebben vragen wij meneero juist, meneer Georgeof hij ons wil. begeleiden, niet waar tante?" George wilde juist antwoorden, dat hy met ge noegen deze taak op zich zou nemen, want haar vroiykheid werkte aanstekeiyk, maar de tante was ernstig gebleven en zei: „Ik geloof dat je een beetje doordraaft, Jane. Ik voor mij heb geen behoefte aan bescherming". Misschien voelde het meisje dat ze iets te ver was gegaan, want ze kleurde en zei niets meer. George laadde de lege schotels op en verwy derde zich, maar zijn ogen gingen nadien nog vaak naar het slanke figuurtje met de donkere krullen, dat hem zo ongedwongen had bewonderd. En voor 't eerst sinds zyn verbbjf in het hotel gevoelde hij iets van schaamte over zyn werk. Want wanneer hy nu eens geen kelner was geweest maar toerist, dan had hij de kennismaking kunnen voortzetten en in het Engels kunnen converseren zoveel hij wilde. Zyn vrijwillig kelnerschap vormde echter een bar rière, dat had hy aan de woorden van de tante wel gemerkt. Maar toen hij 's avonds zijn 1400 francs ontvang en berekende, dat hij deze week meer dan 2.000 van die muntjes had verdiend, verdween zyn spyt- gevoel ommiddeliyk. Tenslotte had jUi dit leven zelf gekozen. Kom, hy had geen reden het hoofd te laten hangen In zyn vrye tyd boeide de zee hem nog altyd buitengewoon. Aan de buitenkant van de stad had hy een café ontdekt met een hoog gelegen terras, dat een schitterend uitzicht gaf op het water. Daar het urenlang in de zon hggen b«n verveelde en lui en loom maakte, bracht hij luer vaak zyn vrije middagen of morgens door met te kijken naar het strandleven, dat zich daar beneden hem afspeelde en met het bewonderen van de auto s, die er soms zeer luxueus uitzagen. Het terrasje was een meter of vier boven de weg gelegen en als hgi zgn stoel teeen het laee muurtje schoof,, kon hy alles over zien. Op zekere middag zat hij. in zyn stoel onder een parasol te soezen. HÓ had.de krant gelezen en was slaperig geworden, maar_°Peehs schrok hit wnk-ker van twee bekende stemmen beneden op de w^ De ene hericende hij onnüddeliyk. Dat was het sniidende geluid van Perm. Maar de andere? O ia nu herinnerde hy het zich weer. Dat was Ducroix, de man van het reisbureau uit Toulon, Hio vaak hii Périn op bezoek kwam. Ik heb dorst al" een paard, Périn!" hoorde hy Ducroix zeggen. „En we zyn zeker een kwartier te vroeg, lullen we er hier eerst eentje nemen? Van hier kun ie trouwens de boot al van ver zien yankomen, dus waarom zouden we in de zon blijven lopen?" 5V.al« ie wilt1" antwoordde de aangesprokene. Maar aaif (Zrd is ook van alles, hoor!" George hoorde nu de twee mannen het steile trap- ie naar het café-terras opklimmen. Meer uit weer- im fegen1yn chefr dan Sit nieuwsgierigheid legde Georgë de 'krant over zon gezicht en zj,n benen op een stoel en deed alsof hü sliep H« had geen lust door Périn te worden opgemerkt, daar hy van die rijde toch geen vriendelijke opmerkingen had te V0HÏÏa hoorde hoe de dikke Ducroix zuchtend en steunend in een krakende rieten stoel zakte en hoe Périn bier bestelde bjj de toe-geschoten kelner. (Wordt vervolgd) 7r e gauw de klok 12 uur geslagen had, kwam alles wat voetjes of J pootjes had, uit de speelgoedkast geslopen. Daar kwam de teddy beer, daar kwamen de zeven poppen, daar kwam het pluchen paardje, het wollen lammetje en het fluwelen poes je. E allemaal dansten ze op vrolijke, vlugge voetjes en pootjes de kamer door. Het was zo heerlijk In de kamer. Je kon er klimmen in de stoelpoten. Je kon er schommelen aan de punten van het tafelkleed. Je kon er vooral heel hard lopen, want er was ruimte ge noeg. Je kon er buitelen en springer., zoveel je maar wou. Het was dan ook wel erg jammer, dat de pias altijd in de speelgoedkast moest biyven De ias, die zulke grappige, slappe benen ad en die het mooiste kon dansen en het hoogste kon springen van allemaal. Arme pias, wat zou hy heerlijk mee heb ben kunnen doen, als hij aan zijn kraag en aan zijn muts maar niet zo veel klingelende belletjes had gehad. Die belletjes waren de schuld van al les. Zo gauw hij zich bewoog, deden ze „ting-tingeling!" Nee, de pias moest maar binnen blijven, want door dat bélletjes-geklingel zouden de nensen wel eens wakker kunnen worden. Iedere nacht om twaalf uur kreeg de plas met de belletjes de wiebel ln zijn lange, dunne armen en de kriebel in zijn slappe, lange benen. De wiebel en de kriebel om mee te gaan doen, met al die andere speelgoeddingen. Maar het kon eenvoudig niet. Hij moest heel stil in de speelgoedkast blijven staan. En toekijken hoe de zeven poppen de polka dansten. Hoe het lammetje over de grond rollebolde. Hoe het paardje galopeerde. Het fluwelen poesje door de kamer stoof. En hoe de teddybeer probeerde kopje te duikelen. Dat viel niet mee voor de pias met de belletjes. Dikke tranen liepen er soms langs zijn malle gezicht. En hij kon ze niet eens even wegvegen, om dat de belletjes aan zijn kraag dan zouden gaan rinkelen. Arme ouwe jongen! zeiden de ande re speelgoeddingen wel eens. Soms bleef er een wat met hem praten en hem een beetje gezelschap houden. Maar nooit zo erg lang, want daarvoor De Parpse stratenaanleg wordt als het ware ondergronds verdubbeld door een constructie van in gelijke richting gaande riolen. Een boottocht door de ze onderaardse stad is een der merk waardigste excursies, die men maken kan. duurt de nacht te kort en ieder, die lopen kon. wilde ervan profiteren. Kon je je muts maar afzetten en je kraag maar losknopen, zei de teddy beer wel eens. Maar daar schoot de pias niet veel mee op. De teddybeer wist even goed als hy, dat de muts en de kraag aan zijn hoofd en aan zijn lijfje zaten vastgenaaid. Die kreeg je niet af, al trok je ook nóg zo hard. De pop Patricia was nog het liefst van allemaal. Ze kon soms midden on der de poppenpolka ophouden met dan sen en naar de speelgoedkast lopen. En als de andere poppen haar niet tel kens kwamen halen, zou ze ook in de speelgoedkast blijven. Elke nacht. De pop Patricia had Jaar arme poppe- hoofd haast suf gedacht, om er iets op te vinden om de pias met de belletjes te helpen. Maar in zo'n klein poppe- hoofd spoken niet zo erg veel bedenk seltjes rond. Daar kon de pop Patricia ook niets aan doen. Op een nacht deden de zeven poppen verstoppertje en de pop Patricia was weggekropen in de naaidoos, al was ze dan ook liever bij de pias met de bel letjes gebleven. Toen zag ze daar een schaar, een klosje garen en een naald liggen. Hela, dacht de pop Patricia, het is net of ik dat garenklosje, die schaar en die naald ergens voor zou kunnen gebrui ken. Wist ik nu maar waarvoor. Die hele verdere nacht dacht de pop Patricia erover en ook de dag die daar op volgde. En kijk. juist toen de klok weer middernacht sloeg, schoot het haar te binnen. Met die schaar kan ik de belletjes van de pias zijn muts en zijn kraag knippen, dacht ze. En met de naald en het garen kan ik ze er weer aannaaien ook. De pop Patricia holde naar de naaidoos en kwam een jiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiihiiiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiniiiiiiiiiijiiiiiiiiiiii! En halve eeuw geleden kwam het kasteel „De Haar" te Haarzuilens in de provincie Utreciht gereed. Het is een van de mooiste en grootste kastelen van Nederland. In de middeleeuwen was „De Haar' een sterke burcht. Deze geraakte meer en meer in verval en in de achttiende eeuw was het niet veel meer dan een ruïne. Maar in het begin van de twin tigste eeuw liet de rijke eigenaar een geheel nieuw kasteel bouwen (in ouder wetse stijl). Het dorp Haarzuilens lag toen voor de bouwers min of meer in de weg, maar men vond er deze oplossing voor: er werd in de buurt een geheel nieuw dorp gebouwd en het oude dorp werd afgebroken! Men had toen ruim schoots plaats om het nieuwe kasteel te bouwen. Het werd opgetrokken met ronde hoektorens, poorten enz. Ook van binnen werd alles in oude styi (gothisch) uitgevoerd: betimmeringen, muurbekleding, schoorstenen, plafonds en meubilering. De eigenaar, baron Van Zuylen, reisde de gehele wereld af, om kostbare kunstschatten te verzame len, zoals schilderijen, porcelein, har nassen en wat al niet. Dit kasteel is dan ook een museum op zichzelf (en is als zodanig ook de bezichtigen). Niet alleen het rijke kasteel, ook het park is prachtig. Rondom het slot waren, toen er gebouwd werd, weinig bomen en men heeft toen een groot aantal, reeds oude re, bomen, laten komen en daar ge plant. Er ontstond ineens een soort bos i - jBPPP*lïï"^~TT-"-'H8IHI Het prachtige kasteel „De Haar". I rondom het kasteel! Zo ia kasteel „De Haar" een bezienswaardigheid van belang. tOiKPkr.iiX Dit is geen afbeelding van een gotische kathedraal echter een neri00n„ prachtige enorme hoge hal van het kasteel .be uZr'-leVa^uylen. de ogenblikje later de speelgoedkast weer ingestormd met alles wat ze nodig had. O, wat was de pias blij. toen hij ein delijk voor even een pias zonder belle tjes was geworden. Samen met de pop Patricia danste hij de kamer door. En midden op het vloerkleed gaf hij later een voorstelling van piaskunsten, waar alle speelgoeddingen stil van werden. De pop Patricia was zó in de wolken, dat ze helemaal vergat, wat een ver schrikkelijk werkje haar nog wachtte. Want je zult begrijpen, dat het vlugger gaat om ergens iets af te knippen, dan dat je het er aan moet naaien. Geluk kig was de pias zelf verstandig genoeg om er aan te denken. Och, dat is waar ook! schrok de pop Patricia en ze ging ijverig aan het werk met draad en naald. Maar o, wat viel dat tegen. Het werd later en lichter buiten, in de dak goot zongen de vogeltjes al hun mor genlied. Maar de pop Patricia was nog lang niet klaar. Hoeveel moet je er nog? vroeg de ias, terwijl hij zenuwachtig omkeek. lO'^ drie en een half, zei de pop Pa tricia. Och, als ik er maar mee klaar kom, vóór de mensen wakker zijn. Met trillende vingers werkte ze door. En gelukkig, net op tijd kon ze het laatste draadje afknippen, toen ze boven, op de slaapkamers gestommel hoorde. Het pluchen paardje ging in draf naar de naaidoos om de schaar, de naald en het garenklosje op te bergen. En daar mee was alles op het nippertje in órde gekomen en niemand van dn mensen bemerkte wat er gebeurd wis. Harte lijk bedankt Pa trie, kon de-pias nog fluisteren. En dat was- dan ook het al lerlaatste. Maar toen 't weer nacht werd begon de wiebel en de kriebel in de armen en de benen van de pias op nieuw. En de pop Patricia moest wéér aan het knippen en later aan het naai en. Ze deed het met plezier, al was het voor haar kleine poppevingertjes dan ook een geweldig werk. Nooit hoef jij meer alleen in de speelgoedkast te blijven, beloofde ze. Nooit zul je 's nachts nog de pias met de belletjes zijn. En zo gebeurde het ook. Gelukkig werd de pop Patricia elke nacht een beetje handiger in het knippen en naaien. Niet lang daarna stond er in de Speelgoedkrant een advertentie: GE TROUWD de pop Patricia met de pias met én zonder Delletjes. Er zijn heel veel poppen geweest, die dat niet be grijpen konden en ik moet toegeven dat het voor hun holle poppekopjes wel een beetje .ngewikkeld was. De pop en de pias leefden samen nog lang en gelukkig en hun enige zorg was, dat er altijd maar een schaar, een naald en een klosje met garen bij hen in de buurt zouden zijn. Maar het was een zorg, die niets te betekenen had, want och, zulke dingen vind je nog allicht. LEA SMULDERS ..Oei", nep moeder Bol uit Heeg. „Al mijn trommeltjes zijn leeg! Paatje, pak de wagen, gauw". „Jip", riep Pa. „Hier ben ik, vrouw." En toen reden zij naar Rijs voor een zak amandelspijs. Verderop in Parrega kochten zij wat chocola. En toen reden ze naar Wons voor een kilo ijsbonbons. En ze kochten in Kubaard zeven stukken appeltaart; en een dikke boterkoek in het vriend'lijk dorpje Broek. p°'"„ zei Moe. „Nu zijn we klaar." „Jip," zei Pa. „Nourijden maar." En zo kwamen zij weer thuis. Alles hadden zij in huis. Pa dook fluitend in z'n krant, een sigaartje in zijn hand. Maar toen riep moe Mol uit Heeg: „Oooooo, één trommel is nog leeg. 't Voornaamste mis ik nóg, Papa." „Ach", zei paatje Bol, „Ach ja." En toen reden ze naar Sneek vo het snoepje van de week.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 19