Elektriciteits- gewetens- onderzoek ELEKTRICITEIT IN DE HUISHOUDING I Meer „LUX" is deen LUXE!. Leerrijke „LICHT-TUNNEL" Gemiddelde Nederlandse huiskamer is veel te donker V HUISGEEST" doet meer dan tien knechten tezamen Mixer ee koelkast geen luxe» maar ze verhogen het LEVENSNIVEAU Eschenbach Wansmaak bij de verlichting woekert voort n Gebruikt U nooit verkeerd snoer? vraag m Lichtbehoefte met leeftijd Elektrische dekens hier nog onbekend X. J WOENSDAG 10 OKTOBER 1%2 Lichtdouche De elektriciteit kunnen we ge rust een verlengstuk van de huisvrouwelijke energie noemen. Voor zover die onzicht bare kracht dan het bedrijvig zijn in huis met materiële zorg ver gemakkelijkt, versnelt en minder gecompliceerd maakt. Hoewel bij dat laatste soms een vraagteken (tje) gezet moet worden. Er wordt tegenwoordig zoveel geschermd met robotten in huis: de elektrici teit is een geest-robot. Onzicht baar is die geest de ganse dag in huis bezig. De bakker belt: elek triciteit veroorzaakt het waar schuwend geluid; tegelijkertijd zorgt de geest dat de telefoon gaat en dat de radio iets nodigs of onnodigs laat klinken, dat het kopje koffie vanzelf gereed komt. Elektrisch maalt u de koffie, elek trisch kookt u het water en is het een beetje donker in de keuken hoek dan komt er door het ma gische knopje vanzelf licht. Laat u, omdat u zelf nog geen robot bent, de suikerpot uit uw handen vallen, dan zuigt de elektrische slokop het in de kortst mogelijke tijd naar binnen, en zelfs als de melkboer in geen twee weken aan de deur is geweest,vindt u in de koelkast die ook van de huisgeest profiteert verse koffiemelk. Werkplaats Voorlichting Alle elektrische mechanieken worden door de geest-robot in beweging gebracht. Flinke bedragen Enfin, op „Idéé '62" krijgt u al deze dingen en nog veel meer aan schouwelijk gepresenteerd. Er is zelfs voor dit 'doel een „lichttun- nel" gebouwd waarin tal van nieuwe verlichtingsarmaturen worden gedemonstreerd. Ga er uw licht maar eens opsteken. "1 1/ rat doet u in huis als het snoer W/ kapot is van de stofzuiger of ff van de schemerlamp? Prutst u er zelf aan? Dat kan heel gevaarlijk zijn. Door zelf repareren van dit soort dingen kunnen er af schuwelijke ongevallen gebeuren, zo als onlangs gebeurd is met een was machine. Elektriciteit in huis is een potentieel gevaar. Het schijnt, dat iedere huisvrouw in haar leven zo wat drie maal een flinke schok krijgt doordat er iets onklaar is of ze iets verkeerds doet. Maar wat doe je met een kapot snoer? Dat zijn van die vervelende dingen in huis, tenzij een van de mannelijke huisgenoten een deskun dige knutselman is die het vakkundig kan repareren. Anders is er maar één oplossing: wegbrengen naar de vak man en vragen of je het zo gauw mogelijk weer terug krijgt. Maar dat wegbrengen is soms ook heel lastig als het snoer aan het apparaat vast zit wat bij de nieuwere toestellen nogal eens het geval is. Vragen of er iemand komt wordt steeds onmo gelijker vooral nu we ons ook nog de vrije zaterdag op de hals gehaald hebben met als gevolg de verknipte werkweek. Maar snoeren, stekkers en stopcon tacten zijn nu eenmaal de onmisbare kanalen waarlangs we ons de energie toeëigenen. Het hoofd van de Huis houdelijke Voorlichtingsdienst van het gemeentelijk energiebedrijf in Amsterdam, mejuffrouw Heieen Hal- verhout, zegt dat de huisvrouwen altijd vergeten, dat hel gebruik van ieder toestel begint bij de wand contactdoos (u en IJc zeggen daar .stopcontact" tegen) en dat de meeste huisvrouwen nogal dom zijn in de omgang met het snoer dat ze in het stopcontact steken. Er zijn namelijk snoeren en snoeren, en dat geldt ook voor verlengsnoeren. Een dun snoer- tje waar het schemerlampsnoer mee verlengd wordt gebruikt men dood- rustig ook bij het strijken. Maar een lampje geeft alleen maar licht ter wijl een bout een behoorlijke hitte ontwikkelt, wat veel meer energie kost. U eist van een lampsnoertje wanneer u het aan een verwarmings- i1 apparaat zet dus ook aan een straal- kachel een veel te grote capaciteit, zoiets of u de waterkraan veel te wijd openzet boven een te nauw pijpje. En zo hoort het snoer van de stofzuiger niet bij de straalkachel. Waarom morden deze doodgewone huishoudelijke dingen eigenlijk niet op school geleerd? Laten we eerlijk zijn, wie kent het a.b.c. van de elek triciteit in huis? Wie prutst niet met veel te veel dubbelstekkers inplaats van wat meer wandcontactdozen te laten aanbrengen? Wie let bij de aanschaf van een elektrisch appa raat op het KEMA-keur, dat een veiligheidskeur is? En wie denkt er aan dat het niet goed is een snoer uit een hete bout of een hete kachel te trekken? Wie bergt het snoer op zonder het al te zeer te mishandelen? Er is ook het andere uiterste. Wij hebben eens een oude dame gekend, die zó precies en netjes was, dat ze de snoeren nu en dan een sopje gaf. Op nog iels wat men geneigd is te vergeten, wees mejuffrouw Halver hout ons, namelijk het feit dat auto matische elektrische apparatuur be halve de aanschafkosten, kosten van service meebrengt. Naarmate een toestel meer automatisch is, is er meer precisiewerk in aanwezig. Zo'n precisietoestel is heel gevoelig en reageert sneller op een fout bij de behandeling. De monteur wordt ge beld, hij komt en repareert. Dat moet betaald worden. Het heeft geen zin om daar telkens weer over te vallen, tenminste niet wanneer het dan ook goed gebeurt. De auto moet ook wel eens worden gerepareerddat is ook een precisie-ding, maar dat schijnt nooit zo erg te zijn als wanneer de wasmachine of de koelkast stuk is. Voor het huishouden bekijkt men de zaken nog altijd anclers. Er is' een vereniging die haar best doet om de huisvrouwen meer weg wijs te maken bij het dagelijkse om gaan met elektrische toestellen. Dat is de Nederlandse Vrouwen Elektri- citeits Vereniging, die in Arnhem is gevestigd, Vtrechtseweg 310. In 1932 is dat instituut opgericht omdat de vereniging „in de elektriciteit eet energiebron bij uitstek zag om tot „doelmatiger gezinsarbeid" te komen." Dat was dertig jaar geleden. Sinds dien heeft de Vrouwen Elektriciteits Vereniging haar doel trachten te be reiken door het geven van voorlich ting via lezingen, demonstraties, cur sussen en adviezen. Ze geeft vouw bladen uit en een bulletin dat acht maal per jaar verschijnt. piiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiintiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiHiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiniiiiiiiiiiiiiiii Nu de dagen merkbaar krimpen, gaat de lamp dagelijks een paar minuten eerder aan. Gedurende steeds langere perioden zullen we, ter verlenging van de dag, onze toe vlucht moeten nemen tot een kunstma tige lichtbron, per jaar zelfs in totaal 1800 tot 2000 uur, zoals deskundigen hebben berekend, en dank zij die merk waardige vaderlandse gewoonte de gor dijnen 's avonds niet te sluiten is het vrij eenvoudig vast te stellen, waaruit die kunstverlichting in de Nederlandse huiskamers bestaat. Daar hangt dan de grote lamp boven tafel, een onverwoest baar instituut en nog daterend uit de tijd dat het hele gezin zich des avonds om de huiskamertafel groepeerde en onledig hield met uiteenlopende bezig heden dan wel zich gezamenlijk over gaf aan de spanningen van het ganzc- bordspel. En verder staat ergens in een hoek de staande schemerlamp, ook al zo'n traditioneel meubelstuk, waaraan behalve een lichtgevende ook een sfeer- scheppende functie is toebedeeld. Ten slotte misschien hier en daar nog een klein wandpitje om een anders wat donkere hoek enigszins op te luisteren, daar komt grosso modo onze huiska merverlichting wel op neer. Maar is het nu ook gezellig in al die interieurs? Dragen dé lichtbronnen bij tot het scheppen van sfeer en huiselijk heid, zaken waaraan wij Nederlanders toch verknocht heten te rijn? Natuur lijk moet ieder voor zich uitmaken, in welk soort verlichting hij zich het be haagljjkst voelt; de vraag is echter of men wel bewust naar de mogelijkhe den zoekt. Als wij tenminste wel eens een, overigens altijd wat gegêneerde, blik werpen in zulke onbekommerd opengevouwen interieurs heel wat onthullender dan bi) daglicht gebeurt het maar zelden dat wij ons op slag bekoord voelen door het tafereel dat gepresenteerd wordt. Nu eens heerst er in het vertrek voornamelijk duis ternis, met uitzondering van één ka merhoek waar de heer des huizes on der een volstrekt onvoldoende lichtbron vertwijfelde pogingen doet de dansende kranteletters in het gareel te voegen. Maar de „sfeer" mag niet verstoord worden en dus blijft het bij dit brakke, oogbedervende schijnsel. Een andere keer passeren wij een rij kelijk verlicht interieur, zodanig dat geen detail verborgen blijft en daardoor zonder enige sfeer. Sfeer immers valt pas te bereiken met een juiste dose ring van het licht, en het is het resul taat van een spel met contrasten en contouren. Zelfs het schamelste inte rieur kan bij kunstlicht dat alle fines ses zo onbarmhartig blootlegt, nog iets warms, iets intiems krijgen. Een derde groep wjjst alle knusheid bij lamplicht als burgerlijk af en tracht zich tlhuis te voelen onder het koele schijnsel van neonbuizen, hetzij direct hetzij indirect toegepast. De laatsten ondernemen ten minste welbewust iets met de mogelijk heden van het elektrische licht, maar grote groepen hebben toch blijkbaar weinig notie van hetgeen er met de mo derne verlichtingsbronnen en het uitge breide assortiment armaturen te berei ken is. Men hoeft er de collectie mon sterachtige en/of kitscherige lichtkro nen en andere attributen maar up aan te zien die zo menige etalage met ver lichtingsartikelen ontsieren. Op weinig gebieden woekert de wansmaak zo on gehinderd voort als juist hier, en het hoeft daarom niet te verwonderen dat zovele huiskamers door dit bederf zijn aangetast. Goed licht bij de aanrecht, de „werkbank" van de huisvrouw, komt hier van de fluorescentie- buislamp van 50 W, die even veel licht geeft als de gloeilamp van 150 W. Advertentie) Aan de lamp boven tafel zijn we alle maal erg gehecht. We doen van deze lichtbron niet graag afstand, omdat de huiskamertafel in de meeste gezinnen nog steeds een centrale positie inneemt en ook 's avonds een belangrijke taak blijft vervullen, al was het alleen maar voor de maaltijd. In tal van moderne woningen, vooral flats, hlijkt overigens met deze omstandigheid onvoldoende rekening gehouden te worden. Op de plaats waar krachtens formaat en in deling van de woonkamer de tafel ment te staan, ontbreekt dikwijls een licht punt in het plafond. De lamp komt in zo'n geval een meter naast de tafel te hangen, tenzij de bewoner zelf maatre gelen neemt. Dergelijke hinderluke te kortkomingen zijn toch gemakkelijk tr voorkomen. Wel is de tijd voorbij da» de kamer genoten in een douche van licht rond de tafel bijeenzitten en de rest van het vertrek in donker gehuld blijft. Althans: behoort voorbij te zyn, want de theorie is de praktijk in dit opzicht een eind vooruit. Ook in andere op zichten trouwens. Wij herinneren ons nog de verbijsterde uitdrukking op het gezicht van de monteur die in onze huiskamer een kokervormige touw- lamp zou ophangen. In alle ernst hing hjj het ding ongeveer één meter van het plafond, zodat zich daar er gens in de hoogte een doelloze lam pion ophield. Op ons „zakken" liet hü de lamp aarzelend tien centimetei neer, als uiterste concessie aan een onbegrijpelijke gril. Maar er moest nog uljna anderhalve meier bjj voor dat de cylinder tot op de goede hoogte boven de salontafel was gedaald. De monteur verrichtte verder werktuig lijk zjjn bezigheden, maar het was duidelijk dat hij zich geschokt voelde, om niet te zeggen aangetast in zijn beroepseer. Ietwat peinzend heeft hij iiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiifin Licht op ooghoogte in de woonkamer. ons tenslotte bij onze touwlamp ach tergelaten. Behoudzucht en vermeende zuinigheid hebben er toe bijgedragen dat het me rendeel der Nederlanders nog steeds niet weet te profiteren van de vele nieu we mogelijkheden die er op het gebied der kunstverlichting zijn uitgedacht. De gemiddelde vaderlandse huiskamer is veel te donker, zoals onderzoekingen hebben aangetoond. Om dit te bepalen maakt men gebruik van de lichteen- heid „lux", die een bepaalde sterkte aangeeft. De volle zomerzon bereikt in open veld soms waarden van 100.000 lux, en in de schaduw van een boom of op een terras nog altijd 10.000 lux. Kunstlicht kan zich met de natuur bij lange na niet meten. Is een kamer goed verlicht zodat daar allerlei bezigheden tegelijk kunnen geschieden, dan komt men nog slechts aan 500 lux. Maar over de hele linie genomen bedraagt de lichtwaarde, naar is gebleken, nog min der dan 150 lux, en het is duidelijk dat op die manier het menselijk oog aan te grote inspanningen wordt blootgesteld. Een doelmatiger toepassing van licht bronnen is dus alleen al om deze reden, het welzijn van ons gezichtsvermogen, gewenst. Laten we de modeterm „func tioneel" In dit verband maar vermij den. aangezien aan dit woord in de praktijk zovaak de betekenis van „ste riel" wordt gehecht, en het misver stand dat doelmatigheid in het interieur een gezellige atmosfeer uitsluit, is toch al hardnekkig genoeg. Niettemin is het een misverstand, ook waar het ver lichting betreft. Een goede verspreiding der lichtbronnen werkt de sfeer juist in de hand, mits er maar gezorgd wordt voor contrasten tussen de sterk en min der sterk belichte „partijen" en mits de secondaire lampen op of onder oog hoogte worden aangebracht. De Intrede van de televisie heeft uiteraard invloed gehad op de aard der kunstverlichting in de Nederlandse huis kamer. Maar ook hier moet gewaagd worden van een nu en dan optredend Het is kil in de keuken, u zet het straalkacheltje aan want u gaat even deeg maken met de mixer en als dat klaar is steekt u de bout in het stop contact want wasmachine en centrifuge hebben hun werk gedaan en de was is strjjkdroog. De nare strljklucht verjaagt u door de ventilator even te laten snor ren tot u dat (ling afzet omdat het u invalt dat u in dit rustige uurtje alleen met het strijkgoed en de kinderen naar school best op de pick up de nieuwe plaat kunt aanzetten. Vanavond kan dat niet want dan zit u met gewassen haar onder de huishaardroger. De huis geest die dit alles doet lijkt ons meer waard dan tien vroegere huisknechten. Maar die knechten moesten gehuis vest en gevoed worden en dat moeten alle apparaten die door de huisgeest geactiveerd worden ook in zekere zin. In ieder geval moeten ze onderhouden worden, opgeborgen en weer te voor schijn gehaald en moet men er een tik je verstand van hebben. Als ze stuk gaan worden ze lastig en de last die ze veroorzaken als ze niet goed werken, weigeren of haperen is de keerzijde van de medaille. In Amerika stapt men al af van het maar raak kopen van steeds meer, Steeds nieuwere, steeds vervolmaaktere elektrische apparaten voor in huis, want zo'n stuk techniek ko pen betekent nog niet dat men er de monteurs-service bij koopt. En dat is het knelpunt. u plaatsen en dat blijkt kuren te heb ben. waar men machteloos tegenover staat en waar telkens een (min of meer) deskundige voor geroepen moet worden met alle ellende van dien in deze tijd van gebrek aan geschoold personeel. Lang niet iedere man of vrouw die een auto bestuurt heeft verstand van het mechaniek, en met de apparaten die via een motor werken in huis is het net zo. Maar hoe méér je er al thans van begrijpt, hoe makkelijker het is en hoe minder fouten er ge- Nu gaat men bij een grote aanschaf meestal niet over één nacht ijs, er is volop gelegenheid om uit de vloed van merken en modellen die de winkels overspoelt, te kiezen na grondig over- leg en verkregen inzicht, wat voor het eigen geval, dus de woonruimte en de gezinsgrootte het meest geschikt is. En behalve de commerciële voorlichting die men bij de handel en op handelsexpo sities opdoet, kan men te rade gaan bij de volstrekt objectieve voorlichting die van de kant van de consument wordt gegeven. Dat is onder meer het Instituut van de Huishoudelijke Voorlichting maar dat kunnen ook zijn de voorlichtingsinstitu- ten van de provinciale of gemeentelij ke energiebedrijven. Schriftelijke of mondelinge adviezen over elektrische toesteilen kan men ook altijd inwinnen bij de Vereniging van Exploitanten van Elektriciteitsbedrijven in Nederland, de V.E.E.N., Utrechtseweg 310, Arnhem. Niets is zo teleurstellend als de aan koop van een duur apparaat in huis, dat men met hoge verwachtingen laat maakt zullen worden in de dagelijkse omgang. Het huishouden is óók een soort werkplaats en het is heel nor maal om van de grote apparaten een handleiding te bezitten, die goed wordt gelezen en nog eens wordt herlezen. „Moeilijke" apparatuur in huis vraagt meer hersenwerk, meer oplettendheid, het vergemakkelijkt het werk van de huisvrouw maar compliceert het óók weer. Met stoffer én blik was er nooit iets aan de hand, een stoffer heeft geen enkele pretentie. Maar om bi) de oudste huis-robot te blijven, de stofslikker heeft méér zorg nodig en die moet ook zorgvuldiger worden op geborgen. Opbergen en te voorschijn halen zijn uitgesproken vervelende karweitjes. Je moet extra aandacht hebben voor het snoer. Op een gege ven moment gaat er aan de stekker iets rammelen en dan moet dat weer nagekeken worden en hersteld. De hulpstukken moeten verwisseld wor den en onderhouden. Alle elektrische apparatuur moet goed onderhouden worden, zelfs straalkacheltjes blijven niet vanzelf eeuwig glimmen. Er zjjn ook huisvrouwen die het zich door het aanschaffen van een elektrisch werkend apparaat willens en wetens moeilijker maken. Ze kopen een was machine en vinden dat ze nu verplicht zjjn om behalve het lijfgoed de grote stukken die vroeger de deur uit gingen nu ook thuis te wassen. En daar zitten ze dan met die lappen van lakens, die ze door een druk op de knop laten rondsnorren, maar die verder alleen naar door hun eigen handen weer droog en glad in de kast komen. Er zijn meestal flinke bedragen ge moeid met die tijdbesparende appara ten, maar ze zijn geen luxe, al horen ze wel bij de welvaart. In Amerika lig gen er zoveel afgedankte koelkasten op de vuilnisbelten dat men kinderen waarschuwen moet er niet mee te spe len omdat de deuren kunnen dichtslaan en ze er in opgesloten zouden worden. Maar wij zijn nog geen Amerika en de koelkast is hier nog maar pas ont dekt als nuttige „conservator", als be sparing van keldertrappen lopen en als regelaar van het inkopen doen. Kweekt de koelkast nieuwe behoeften omdat nu ijskoud bier en room voor de pudding altijd bij de hand zjjn? Men kan hetzelfde vragen van de mixer die allerlei klop-, snij. en perswerkjes uit de hand neemt. Want nu „het ding or eenmaal is", waarom zou je nu niet eens wat meer mayonnaise maken? En wat meer cake bakken. Het deeg is zó geklopt. Alleen betekent het natuurlijk ThlAT !e het iedere keer moet schoonmaken. Maar aan schoonmaken1 vÜX i „vaat"werk, in welke vorm ook, zal de huisvrouw nooit hele maal ontsnappen. a. Bgl. rig&jjmlaa Goed licht bij de opmaakspiegel misverstand. Het is namelijk verkeerd te menen dat het voor de duidelijk heid van het beeld gewenst zou zjjn alle lichten te doven en aldus in complete duisternis naar het blauwe schijnsel van de kijkkast te staren. Het contrast tussen licht en donker werkt vermoei end voor de ogen. Een bescheiden bij verlichting heft dit bezwaar op. De verlichtingskosten plegen op de rekening van het totaal aan verbruikte elektrische energie maar een bescheiden plaats in te nemen, al valt dit niet al tijd even duidelijk uit de nota op te maken. Boiler, koelkast en elektrische verwarming eisen het leeuwendeel van de kosten op, en wat er overschiet voor de verlichting, is bepaald aan de billij ke kant. Gaat men uit van een tarief van tien cent per kilowatt uur hier om» schommelt het in ons land dan betekent dit bijvoorbeeld dat men een lamp van 150 watt vier uur kan laten branden voor de somma van zes cent. Zou de walmende petroleumlamp van destijds daar tegenop hebben gekund? Trouwens, men kan tegenwoordig de charme van de antieke olielamp heel prettig combineren met het comfort van elektrische stroom. Uit een medisch onderzoek bij een groot aantal mensen tus sen de tien en zestig jaar is destijds komen vast te staan dat de behoefte aan licht zeer snel toeneemt met het voortschrijden van de leeftijd, sneller dan men vroeger aannam. Na ongeveer tienduizend metingen konden de volgende con clusies worden getrokken: voor het lezen van een goed gedrukt boek neemt bij personen tussen tien en twintig jaar de lichtbehoefte met 29 procent toe, bjj die tussen twintig en dertig jaar met 40 procent, bij die tussen dertig en veertig jaar met 51 procent, bij die tussen veertig en vijftig jaar met 82 procent en bij personen van vijftig tot zestig jaar met liefst 168 procent. Iemand van zestig jaar heeft dus vijftien keer zoveel licht nodig ais een kind van tien jaar en vijfmaal meer dan een veertigjarige. Bij personen boven de zestig jaar gaat de curve van de lichtbehoefte nog steiler omhoog. Iets voor bejaardentehuizen om re kening mee te houden! (Advertentie) Schrijf voor foto's en prijzen naar: Eschenhacb International, Hilversum we© van de drie Nederlandse gezinnen hebben een wasma chine. Daarvan is twee procent geheel automatisch. Een van de vyi gezinnen in ons land heeft beschikking over een koelkast. Bijna iedereen heeft een stofzuiger, er zijn zelfs gezinnen waar men twee stofzuigers nodig vindt; een gewone en een handstofzuigertje. We zijn een „schoon" land behalve op straat, waar niet gestofzuigd wordt. Een vijfde van de Nederlandse huisvrou wen heeft een mixer of een elektri sche keukenmachine. Elektrische de- kens hebben we hier nog nauwelijks, terwijl de statistieken zeggen dat in Amerika een kwart van de bevol king onder elektrisch dek slaapt. Maar daar heeft men intensere kou en is men meer verwend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 9