Wij moeten ons zonder vrees beijveren voor het werk5 dat onze tijd van ons vraagt Het woord Concilie kwam als een onverwachte opwellin; DE TOESPRAAK VAN DE PAUS IN DE ST. PIETER PAUS TOT CONCILIEVADERS Doel van Concilie: erfdeel christelijke leer bewaren en op doeltreffender wijze verkondigen Vier kardinalen niet aanwezig Waarnemers van Russische kerk thans in Rome VRIJDAG 12 OKTOBER 1962 Eeniheidi vain christenen era van: mensenfamilie moet gr oeien Eerbiedwaardige broeders, Dat is het doel van het Tweede Vaticaanse Oecumenische Conci lie. Het verenigt de beste krach ten der Kerk in zich. Het spant zich in aan de mensen de heils boodschap zo te verkondigen, dat zij het gereder aannemen. Op deze wijze bereidt en vestigt het de weg tot die eenheid van het men selijk geslacht, welke de nood zakelijke basis verschaft „om een op de hemel gelijkende aardse stad te worden, waarin de waarheid heerst en waarin de liefde de wet is en welke van eeuwige duur zaamheid is (Augustinus, Epist. 13 3). Oudste Concilievader binnenkort 100 jaar Priesterwijding van Jos Beerepoot Braziliaans\e bisschop komt hiervoor uit Rome Aarid era marnier van cle uitbr eidiing vara de christelijke leer Oorsprong era reden vara he t Tweede Va ticaanse Oecumenii- siche Concilie Concilie i® raodig De Paus wordt in de Sedes Gestatoria over het St. Pietersplein gedragen. Hoe dwalingen moeten wordlera bestreden Eerbiedwaardige broeders, Vandaag jubelt de heilige Moe derkerk, omdat de Goddelijke Voorzienigheid haar de vurig Verbeide dag geschonken heeft, Waarop hier bij het graf van St. Petrus het Tweede Vaticaanse Oecumenische Concilie begint. Het staat onder bescherming van de Allerzaligste Maagd Maria, van wie de Kerk vandaag het godde lijk moederschap viert. De Oecumenische Corxiliie® in die Kerk V oiorraaarraste taiak vara Concilieverdediging era versterking der waarheid smSm» barmhartigheid dan van gestrengheid. Zij wil de noden van de tegenwoordi ge wereld tegemoetkomen door te wij zen op de deugdelijkheid van haar leer en niet zozeer door veroordelingen uit te spreken. Dat wil niet zeggen, dat er geen valse leer, geen gevaarlijke meningen en begrippen zouden be staan, waarvoor men zich moet hoe den en die men moet bestrijden. Doch zij staan in zo'n duidelijke tegenspraak tot de juiste zedelijke normen en heb ben zulke destructieve resultaten op geleverd, dat de mensen deze thans reeds uit zichzelf veroordelen. Dat geldt in het bijzonder van de zeden, die God en Zijn wet verachten, voor het blinde vertrouwen in de techni sche vooruitgang en voor het streven naar welstand, die uitsluitend op een gemakkelijk leventje is gericht. Zij zijn steeds meer van de superieure waarde van de persoonlijke waardigheid van de mens overtuigd geraakt en van de verplichting, die daaruit voorkomt. Wat nog meer telt: de ervaring heeft hun geleerd, dat het geweld tegen an deren, het gebruik van wapenen en de politieke bevoogding voor een gelukki ge oplossing der huidige moeilijke pro blemen geenszins bevorderlijk zijn. Met het oog hierop laat de Katholieke Kerk in dit Oecumenisch Concilie het licht der waarheid zien. Zij wil zich daarbij de liefhebbende, goede en ge duldige moeder van allen tonen, vol erbarmen en goedheid tegenover de zonen, die van haar gescheiden zijn. Zoals reeds Petrus dat deed tot de ar me, die hem om een aalmoes vroeg, zegt zij tot de door zo talrijke moei lijkheden gekwelde mensheid: „goud en zilver bezit ik niet, maar wat ik heb, geef ik u;; in naam van Jesus Christus van Nazareth sta op en ga" (H.A. 3,6) Zo biedt de Kerk aan de huidige mensen geen vergankelijke rijkdom men. Zij belooft geen zuiver aards ge luk. Veel meer is zij de bemiddelares bij de uitdeling der Goddelijke gena de, die de mensen tot de waardigheid van kinderen Gods verheft en die tot bescherming en hulp van een mens waardig leven dient. Zij opent de bron van haar levengevende leer, die de mensen met het licht van Christus ver licht en hen leert begrijpen, wat zij in waarheid zijn, hun verhevenheid en het doel van hun leven. De zorg der Kerk om de bevorde ring en verdediging der waarheid be rust op goddelijk bevel. Want volgens het heilsplan van God, „Die wil dat alle mensen gered worden en komen tot erkenning van de waarheid (Tim. X 2,4), kunnen de mensen zonder de hulp der gehele geopenbaarde leer met die diepe en gevestigde eenheid, die Jezus Christus op de vooravond van <£ijn mi- den zo vurig van Zijn hemelse Vader heeft afgesmeekt, verwerkelijken. Het vervult de Kerk met grote vreugde, wanneer Zij ziet, dat deze bede van Christus ook onder hen, die van haar gescheiden zijn, vruchten draagt. Ja, wanneer men deze door Christus voor Zijn Kerk afgesmeekte eenheid bezit, schijnt zij een drievoudig licht uit te stralen: de eenheid der katholieken on der elkaar, die in voorbeeldige, stand vastigheid behouden moet blijven dan de eenheid in gebed en in het bran dende verlangen, waarmee de van de apostolische stoel gescheiden christe nen de eenheid met ons afsmeken, e tenslotte de eenheid in de achting en het respect der Katholieke K'rk voor diegenen, die nog niet tot de jjhnstehj- ke godsdiensten behoren. Daarbij doet het ons groot verdriet, wanneer wij zien hoe het grootste deel der mensen nog geen deel heeft aan de bronnen der goddelijke genade, welke de Ka tholieke Kerk bezit, ofschoon alle men sen toch van hun geboorte af in het bloed van Christus verlost zijn. Bij het denken aan de Katholieke Kerk, wel ker licht alles verlicht en welke haar bovennatuurlijke eenheid tot voordeel van de gehele mensheid ontvouwt, dringen de woorden van de H. Cypria- nus zich op: „vervuld van goddelijk licht straalt dë Kerk over de gehele wereld haar licht uit. Maar het is een licht, dat overal straalt zonder dat het de eenheid van haar lichaam ver breekt Haar takken strekken zich in rijke bloei uit over de gehele wereld. Zij doet rijke stromen, vloeien. Maar er is slechts een bron, een oorsprong, een moeder, die met overstromende vruchtbaarheid gezegend is. Uit haar schoot worden wij geboren, met haar melk gevoed, van haar geest bezield...' Nu „richten wij ons tot u" (Kor. 6,11), eerbiedwaardige broeders in het bisschopsambt. Wij zijn hier in deze Vaticaanse basiliek bij elkaar, waar het middelpunt van de kerkgeschiede nis is, waar hemel en aarde nu nauw met elkaar verbonden zijn, hier bij (het graf van de H. Petrus, bij zovele rustplaatsen van onze heilige voorgan gers, die zich in deze feestelijke uren eveneens in verborgen jubel verheu gen. Het Concilie, dat nu begint, spreekt de Kerk aan als een voorbode van een lichtende dag. Nauwelijks is het be gonnen of reeds vervult de eerste groet van de beginnende dag ons met grote vreugde. Alles hier ademt hei ligheid, alles roept jubel op. Kijken wij maar naar de sterren, die met hun gloed de verhevenheid van dit godshuis vermeerderen. Deze sterren zijt gij, volgens het getuigenis van de apostel Joannes (Openbaring 1,20) en met u zien wij de gouden luchters bij het graf van de vorst der apostelen stralen, nl. de u toevertouwde kerken. Met u zien wij de waardigheidsbe kleders, die met grote eerbied en har telijke verwachting aanwezig zijn. Uit vijf continenten zijn zij naar Borne ge komen om de naties van de wereld te vertegenwoordigen. Men kan zeggen, dat hemel en aar de zich in de viering van het Concilie verenigen. De heiligen in de hemel, om onze arbeid te beschermen, de ge lovigen op aarde, die onafgebroken de Heer bidden, opdat gij de ingevingen van de H. Geest volgt en om te ver krijgen, dat deze gemeenschappelijke arbeid in overeenstemming zal zijn met de verwachtingen en behoeften der volkeren. Dit vraagt van u even wichtigheid, broederlijke eendracht, verstandige matiging in de voorstellen, waardigheid bij de discussies en wijs beraad. Moge de Hemel geven, dat uw moeiten en arbeid, waarop de ogen en de hoop van alle volkeren gericht zijn, volkomen aan aller verwachtingen ten volle beantwoorden. Almachtige God, in U stellen wij al ons vertrouwen, daar wij op onze ei gen krachten niet vertrouwen kunnen. Zie genadig neer op deze herders van Uw Kerk. Het licht van Uw genade helpe ons, wanneer wij besluiten ne men en voorschriften geven. En ver hoor de gebeden, die wij in eensgezind heid van geloof, woord en hart tot U richten. O Maria, Hulp der Christenen, hulp der bisschoppen. In Uw heiligdom van Loreto, waar wij over het geheim der Menswording gemediteerd hebben, hebben wij nog kortgeleden Uw liefde bijzonder ervaren. Moogt Gij ook nu dan alles tot een goed einde brengen. Bidt voor ons bij God met de H. Jozef Uw bruidegom, met de H.H. Aposte len Petrus en Paulus, met de H. Joan nes de Doper en Evangelist. Aan Jezus Christus, onze beminde Verlosser, de onsterfelijke Koning van alle volkeren en tijden zij liefde, macht en heerlijkheid in eeuwigheid. Amen. ROME, 12 okt. (Beuter, UPI) Bij de plechtige opening van het Concilie gisteren zijn maar vier van de 85 kar dinalen niet aanwezig geweest. De 70- jarige primaat van Hongarije, kardinaal Mindszenty, kon niet komen, omdat hij het Amerikaanse gezantschap in Boeda pest, waar hij naar toe is gevlucht tij dens de mislukte Hongaarse opstand, niet kan verlaten. Afwezig waren voorts de 82-jarige aartsbisschop van Havan na, kardinaal Arteaga y Betancourt, de 75-jarige aartsbisschop van Bordeaux, kardinaal Bichaud, en de 82-jarige vi caris-generaal van Rome, kardinaal Mi- cara, wiens gezondheidstoestand al eni ge tijd veel te wensen overlaat. Het Tweede Vaticaanse Concilie is de eerste oecumenische Kerkvergadering, waarop de bisschoppen uit Europa een minderheid vormen. De meerderheid, 62 procent, komt uit landen huiten de „oude wereld". .Onder hen bevinden zich 160 niet-blanke bisschoppen. De oudste aanwezige bisschip, mgr. Alfonso Carinchi, hoopt tijdens het Con cilie, op 9 november, honderd jaar te worden. De jongste bisschop, mgr. Ma rio Zanchin, is 34 jaar oud en werd pas tien dagen geleden gewijd. ROME, 12 okt. (Reuter-AFP) Het persbureau „Italia" meldt, dat de ver tegenwoordiger van de Russisch-Ortho- doxe kerk in Genève, Vitali Borovoi en de plaatsvervangende missieleider van deze kerk in Jeruzalem, Vladimir Kot- liarov, gisteravond per vliegtuig uit Mos kou in Rome zijn aangekomen, waar zjj hun kerk als waarnemers bij het Concilie zullen vertegenwoordigen. Radio Vaticana heeft gisteren zo meldt UPI een directe uitzending vanuit Moskou verzorgd. Dat gebeurde tijdens een serie directe gesprekken over het Concilie met mensen in ver schillende delen van de wpreld. In Mos kou sprak pater Brevinski, verbonden aan de Franse katholieke kerk St. Louis, die in het Russisch vertelde, dat de katholieken daar zich bij hun ge loofsgenoten over de gehele wereld aan sluiten in gebed voor het Concilie. OVERASSELT, 12 okt. (KNP) De aartsbisschop van Belo Horizonte in Brazilië, mgr. M. Joao Rezende Costa. komt volgende week naar Overasselt om Jos Beerepoot, die zes jaar gele den voor zijn hogere studies naar Bra zilië vertrok, priester te wijden. Mgr. Costa moet daarvoor de zittingen van het Concilie verlaten, waarvoor hjj speciale toestemming van de Paus heeft gekregen. De priesterwijding heeft zondag 21 oktober plaats in de parochiekerk van de H. Antonius Abt te Overasselt. De jonge wijdeling werd te Amster dam geboren op 28 mei 1933 en stu deerde aan de Latijnse School te Ge- mert. Omdat hij wereldheer-missiona ris wilde worden, vertrok J. Beerepoot ruim zes jaar geleden naar Brazilië, waar hij in Belo Horizonte de hogere studies volgde. De lagere wijdingen ontving hij in Brazilië. Aanwezig zullen o.a. zijn de commis saris van de koningin in Noord-Brabant de heer Kortmann, de burgemeester van Overasselt W. baron van Hugenpoth tot Aerdt, de Braziliaanse vice-consul dr. Docote en de provinciaal van de paters van de H. H. Harten pater Brinkhoff. De wijdingsplechtigheden beginnen zondag 21 oktober om 10 uur. 28 oktober draagt de neomist zijn eerste plechtige H. Mis op in de parochiekerk van Overasselt. Inderdaad zijn er in de Kerk steeds mensen geweest, en zij zijn er nog, die met alle kracht naar de Evangelische volmaaktheid streven en niet verzui men de gemeenschap te dienen. Hun steeds voorgeleefd voorbeeld en hun werken van naastenliefde versterken en verrijken alles, wat er in de men selijke samenleving aan voortreffelijks en edels is. Opdat deze leer doordringt op de veelvoudige gebieden van het mense lijke handelen, tot ieder individu, tot de gezinnen en het sociale leven, mag de Kerk voor alles geen afstand deen van de schat van de waarheid, die door de vaders is overgeleverd. Tevens echter moet zij met deze tijd rekening houden en met de gewijzigde situaties en nieuwe levensnormen, die in de mo derne wereld ingang hebben gevonden en die nieuwe wegen geopend hebben voor het katholieke apostolaat. Op grond hiervan stond de Kerk bij de verbazingwekkende vooruitgang van de ontdekkingen van de menselij ke geest niet werkeloos ter zijde en heeft zij niet geaarzeld haar waarde ring daarvoor te tonen. Maar in de opvolging van deze ontwikkelingen ver zuimt zij niet de mensen voor te hou den door al de aardse dingen heen God, de bron van alle wijsheid en schoonheid, te zoeken. Zij moeten niet het gebod vergeten: Gij zult de Heer uw God aanbidden en Hem alleen die nen" (Mt. 4,10, Lc 4,8). Anders zal de vluchtige betovering van de aardse dingen de ware vooruitgang verhinde ren. Daaruit blijkt duidelijk, wat men van het Concilie ten aanzien van de leer verwacht. Het 21ste Oecumenisch Con cilie, dat beschikt over een overvloed van ervaringen op het gebied van het kerkelijk recht, de liturgie, van het apostolaat en het bestuur, wil de leer helder en onaangetast doorgeven zon der haar te verzwakken of te verande ren, zoals zij ondanks allerlei moei lijkheden en tegenspraak twintig eeu wen lang een gemeenschappelijk erf goed der mensheid is geworden. Niet allen hebben het goed bewaard, maar voor de mensen van goede wil staan zijn rijkdommen altijd ter beschikking. We hebben echter niet alleen de plicht deze kostbare schat te bewaren, alsof wij ons alleen met het verleden bezig houden, wij moeten ons veeleer moedig en zonder vrees beijveren voor het werk, dat onze tijd van ons vraagt. Zo gaan wij verder op de weg, die Wat de aanleiding voor het grote ge- beuren, dat ons hier bijeen heeft ge- bracht, betreft, moge het tot eenvou- dig doel van historische documentatie voldoende zijn, onze bescheiden, maar persoonlijke getuigenis nogmaals te be vestigen en verklaren hoe het woord Concilie aanvankelijk zo onverwacht in ons hart opkwam en werd uitgespro ken. Het woord werd voor het H. Col lege van kardinalen op die gelukkige 25 januari 1959, het feest van de beko ring van de H. Paulus, in de basiliek van St. Paulus buiten de Muren uitge sproken. Het was een onverwachte opwelling, een straal bovenaards licht, het bracht grote vreugde in ogen en harten, maar tegelijk ijver en grote gloed, die zich onvoorzien over de wereld uitbreidde in het vooruitzicht van een Concilie. Drie jaren van hard werken aan voorbereiding, gewijd aan veelomvat tende en diepgaande research naar de situatie van het geloof en het godsdien stige leven in de moderne wereld, kwa men ons voor als een eerste teken en geschenk van goddelijke genade. Verlicht door het licht van het Conci lie zal de Kerk, dat vertrouwen wij vast, rijker aan geestelijke goederen en met nieuwe kracht en onverschrok kenheid naar de toekomst zien. Door een gepaste vernieuwing en verstandige en georganiseerde samen werking zal de Kerk bereiken, dat de mensen, gezinnen en volkeren hun zin nen richten op hemelse zaken. Zo wordt het feest van het Concilie een reden tot grote dankbaarheid te genover de Schenker van alle goeds en tot verheerlijking van onze Heer Christus, de glorierijke en onsterfelij ke koning van alle tijden en volkeren. Nog een ander punt willen wij aan u, eerbiedwaardige broeders, voorleggen. de Kerk twintig eeuwen gegaan is. De beslissende taak van dit Concilie is het dan ook niet een of ander stuk van de leer der Kerk uit te leggen en zo slechts de leer der vaders en der theo logen van vroeger en nu opnieuw te herhalen. Deze leer is vanzelfsprekend eenieder bekend en vertrouwd. Daar voor zou geen Concilie nodig zijn. Maar van een vernieuwde, heldere en rusti ge instemming met de gehele leer der Kerk in haar volheid en nauwkeurig heid, zoals deze uitstraalt uit de Con- cilieacten van Trente en het Eerste Vaticaanse Concilie, verwacht de ge zamenlijke katholieke christenheid een stap voorwaarts naar een nieuw door dringen van de leer en een juistere gewetensvorming. Dat zal zeker in vol komen harmonie met de ware leer gaan, maar ook deze moet in het licht der moderne onderzoekingen en in de taal van hef huidige denken vastgelegd en nagegaan worden. Men moet de substantie van de geloofsleer onder scheiden van de formulering, waarin zij is gegoten. Daaraan moet men in ieder geval met geduld grote waarde hechten en daarbij alles zo afwegen, als wordt gevraagd van een leerambt, dat overwegend een pastoraal karak ter draagt. Bij het begin van het Oecumenisch Concilie is het volkomen duidelijk, dat de waarheid van de Heer tot in eeuwig heid blijft bestaan. Wij zien immers hoe in de loop der tijden de meest te genstrijdige meningen van de mensen over en weer verdwijnen en hoe de dwalingen al spoedig weer als sneeuw voor de zon verdwijnen. De Kerk heeft de dwalingen altijd bestreden. Vaak heeft zij ze scherp veroordeeld. Thans echter maakt de Bruid van Christus liever gebruik van de heilmiddelen der Paus Joannes XXIII tijdens het voor lezen van zijn toespraak. ■lllllllillilliiiiililliiiiillliillliiliiilliillllilillllllllllllllllilllllli De Concilies, die in de loop der ge schiedenis gehouden werden, de twin- tig Oecumenische Concilies en de on telbare provinciale en regionale conci lies, welke ook hun betekenis hebben getuigen met volkomen duidelijk heid van de levenskracht der Katho lieke Kerk en staan als lichtpunten in haar geschiedenis. De nederige opvolger van de H. Pe trus, die tot u spreekt, wilde door de aankondiging van deze plechtige ver- adering het kerkelijk leerambt in zijn estendigheid opnieuw beklemtonen om het in deze buitengewone vorm aan de mensheid van onze dagen te to nen zoals de dwalingen, de eisen en de noden van de moderne tijd dit ver langen. Het ligt voor de hand, dat wij bij het begin van dit Algemeen Concilie onze blik graag naar het verleden wen den. Wij horen uit dit verleden stem men, die ons aanmoedigen, de stem men van onze voorgangers uit de oude etl nieuwe tijd, plechtige en eerbied waardige stemmen, welker getuigenis m de Concilies van Oost en West, van vierde eeuw tot in onze tijd, tot vnL.gikonien is. Het zijn stemmen, die Ch de roem der Kerk van na= S verkondigen, die van Jezus' m1 ®enade en inhoud krijgt, t-' Sr naast deze vele redenen tot innerlijke 'vreugde ligt sedert negentien eeuwen ook een wolk van droefheid en beproeving over de Kerk. Niet vöor niets sprak de oude Sime on tot Maria, de Moeder van Jezus, de profetische woorden, die tot op de dag van vandaag waar zijn: „Dit Kind Is bestemd tot val en opstanding van velen en tot teken, dat men zal tegen spreken". (Lucas 2,34). En „Wie niet met Mij is, is tegen Mij. Wie zich niet met Mij verzamelt, wordt verstrooid (Lucas 11,23). De grote vraag, waarvoor de wereld staat, is na bijna tweeduizend jaren nog dezelfde: Christus, is het steeds lichtende middelpunt der geschiedenis en des levens. De mensen zijn met Hem en met Zijn Kerk en dan bezitten zij licht, goedheid, orde en vrede. Of Zij leven zonder Hem, ja zelfs tegen Hem en Zijn Kerk en dan brengen zij verwarring, Laten de menselijke betrek kingen verstarren en roepen het ge vaar van broederoorlog op. Telkens, wanneer een Oecumenisch Concilie gehouden wordt, is dit een plechtige bevestiging van de eenheid van Christus en Zijn Kerk. Zij bevorderen de Concilies ook de verbreiding der waarheid. De Conci lies geven richting aan het leven van ieder afzonderlijk, van het gezin en van de maatschappij. Zij versterken de geesteskracht, daar zij steeds de blik tot het ware en tot de eeuwige goederen richten. Voor ons staan in de opeenvolging van verscheidene tijdperken der eer ste twintig eeuwen van christelijke ge schiedenis en getuigenissen van dit bui tengewoon leerambt der Kerk, verza meld in vele en indrukwekkende boek werken, die hier in Rome en in de be roemdste bibliotheken over de gehele wereld een heilige erfenis der kerke lijke archieven vormen. Om onze vreugde nog vollediger tot uitdrukking te brengen, willen wij aan tonen, onder welke gelukkige omstan digheden het Oecumenische Concilie begint. In de dagelijkse uitoefening van ons herderlijke ambt dringen soms droefmakende stemmen aan ons oor, die weliswaar van grote ijver getuigen, maar niet van overmatige zin voor wijsheid en de juiste maat. Zij zien in de moderne tijd slechts onrecht en neergang. Zij zeggen steeds, dat onze tijd in vergelijking met vroeger steeds slechter wordt. Zij gedragen zich alsof zij niets uit de geschiedenis geleerd hebben, welke toch de leermeesteres van het leven is, en alsof ten tijde van vroegere Concilies alles verliep in vol triomf der christelijke leer, van het christe lijke leven en in de gerechte vrijheid van geloof. Wij kunnen het niet met die onge luksprofeten eens zijn, wanneer zij slechts onheilvolle gebeurtenissen pro feteren alsof het einde van de wereld voor de deur staat. In onze tegenwoor dige wereldordening leidt de Goddelij ke Voorzienigheid ons juist naar een nieuwe ordening onder de mensen. Zij voltooit aldus door het menselijk werk zelf en ver boven hun verwachtingen uit in steeds grotere mate haar plan nen, welke uitstijgen boven elk men selijk denken en niet na te rekenen zijn. En alles, ook de meningsverschil len onder de mensen, dient aldus tot het grotere welzijn der Kerk. Deze feiten liggen voor de hand, wanneer men slechts met opmerk zaamheid de wereld van vandaag be kijkt. Zij is zo in politieke en econo mische meningsverschillen gewikkeld, dat zij geen tijd meer vindt voor din gen van geestelijke orde, waarmee het leerambt der Kerk zich bezig houdt. Deze verhouding leidt niet tot het goede en kan niet goedgekeurd worden. Toch kan men niet ontkennen, dat de nieuwe verhoudingen in het mo derne leven minstens dit voordeel bie den, dat talloze hindernissen opge ruimd zijn, waarmee vroeger de kin deren van deze wereld het vrije wer ken van de Kerk beïnvloedden. Het is voldoende een vluchtige blik op de Kerkgeschiedenis te slaan om duidelijk te zien hoe juist de Oecumenische Con cilies, die toch roemrijke gebeurtenis sen voor de Kerk waren, door de on rechtmatige inmenging der staatsauto- riteiten met de grootste moeilijkheden en moeiten te kampen hadden. De vor sten dezer wereld wilden inderdaad soms in alle oprechtheid de Kerk be schermen, maar zij brachten daardoor veel vaker de Kerk grote_ schade toe en grote gevaren, daar zij zich lieten leiden door de doeleinden van een ego ïstische en gevaarlijke politiek. Bij deze gelegenheid zouden wij u willen bekennen met welk groot ver driet wij moeten vaststellen, dat veie van onze geliefde bisschoppen hier ont breken. Zij zijn gevangen genomen om wille van hun trouw aan Christus of zijn om andere redenen verhinderd. De gedachte aan hen dwingt ons tot vurige gebeden tot God. Toch zien wij met grote hoop en tot onze grote troost, hoe de Kerk thans, eindelijk van zo vele belemmeringen uit vroeger tijden bevrijd vanuit deze Vaticaanse ba siliek, als vanuit een tweede apostoli sche zaal van het Laatste Avondmaal, haar stem vol majesteit en grootheid verheffen kan. De voornaamste taak van het Oecu menisch Concilie is deze: het heilige erfdeel van de christelijke leer te be waren en op doeltreffender wijze te verkondigen. Deze leer omvat de mens met ziel en lichaam en omdat hij pel grim op deze aarde is, gebiedt zij hem naar de hemel te streven. Dit toont ons aan, dat wij ons aardse leven zo moeten inrichten, dat wij onze plich ten als burgers van deze aarde en he mel vervullen en zo het door God ge stelde doel bereiken. Dat betekent, dat alle mensen, zowel individueel als collectief, verplicht zijn onophoudelijk hun hele leven door naar de hemelse gaven te streven. De aardse goederen hebben daarbij slechts dit tot doel en moeten zo gebruikt worden, dat zij de eeuwige zaligheid niet schaden. De Heer heeft gezegd: „Zoekt eerst het Rijk Gods en Zijn gerechtigheid" (Matt. 6,33). Dit woord „eerst" toont in welke richting wij onze gedachten en inspanningen moeten leiden. Men moet echter niet de andere woorden van de Heer over het hoofd zien: „en al het andere zal u geschonken wor den".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 9