DOOR MUGGEN VERWOEST Alleen Athene kan met zijn tempels wedijveren HAITINK, MONTEUX EN SAWALLISCH Concertgebouworkest onder drie dirigenten CATERINA - ELVIS PRESLEY - VALENTE Vraas Antwoord GRIEKSE STAD INZUID-ITALIE en Strijd tegen de muggen.. In de zevende eeuw vóór Christus Een matgouden glans B VRIJDAG 19 OKTOBER 1962 PAGINA 9 LANGS DE AUTOWEG NAPELS—SALERNO ligt een dode stad. Evenals Pompeji wordt ze weer tot leven opgewekt. Maar velen ryden er nog steeds langs, zonder haar op te merken. De faam van Paestum (Italiaans Pesto) kan niet vergeleken worden met die van Pompeji, dat immers door een catastrofe verwoest werd, die met vette letters in de geschiedenis staat opgetekend. Een uitbarsting van de Vesuvius bedolf de stad en het grootste gedeelte van haar bevol king onder kokende lava en hete, natte as. Eeuwenlang lagen de puinhopen onder een dikke laag verstolde lava verborgen. Er werden nieuwe steden gebouwd, waar zich eens de tuinen van Pompeji uit strekten en de bevolking langs de beboste oevers der rivieren en beken uitrustte van de vermoeienissen. De nijvere handels- en indu striestad Pompeji werd echter in de vorige eeuw, nadat men reeds Vroeger de eerste sporen ervan gevonden had, herontdekt en allengs opgegraven. Zo is het inmiddels ook met Paestum gegaan. Het ligt «v niet eens zo ver vandaan. Maar er zijn geen populaire boeken over geschreven. Misschien viel aan de opgravingen daar ook minder Publiciteit ten deel. Inderdaad, Pompeji met zijn talrijke, tamelijk goed bewaard gebleven huizen en villa's, sprak ook meer tot de Verbeelding Echter, Paestum kan groot gaan op de imposante over blijfselen van enkele Griekse tempels, welker weerga men zowaar in Griekenland zelf nauwelijks zal kunnen aanwijzen. Alleen Athene kan met Paestum wedijveren. De zg. Basilica en de tempel van Neptunus of Poseidon (de Griekse naam voor de zeegod) zijn schier onvergelijkelijke voortbrengselen van de Griekse bouwkunst en er zijn bepaalde stijlkarakteristieken in aangetroffen, waarvan de idee tot voor kort aan beroemde Griekse bouwmeesters werd toegeschre ven. Paestum is bijzonder interessant voor bewonderaars van de oudheid en speciaal van de Griekse bouwkunst. Echter, wie er ook heen tijgt, eenieder zal diep onder de indruk komen van hetgeen hij aanschouwt. De Griekse tempels op Sicilië zijn prachtig en schier even indruk wekkend, doch er omheen is niet veel meer overgebleven. Om de tempels van Paestum heen liggen de contouren van de stad, zoals deze in haar glorietijd is geweest en in de bodem niet ver er vandaan is men gestuit op een begraafplaats uit prehistorische tijden, welke ongeveer tweeduizend jaar vóór Christus werd aangelegd. Er zijn heel interessante vondsten gedaan van een kunst, tot dusver vrijwel onbekend. Als men zich naar Paestum be geeft, nog vol van hetgeen men in Pompeji bewonderd heeft, aarzelt men aanvankelijk even. Want wat kan die kale vlakte daar in de verte eigenlijk opleveren, zo denkt men onwillekeurig. Mensen die het weten konden, hadden ons inmid dels verzekerd, dat wie het Ro meinse Pompeji heeft gezien, be slist niet vergeten mag, het Griek se Paestum te bezoeken. Daar vindt men immers zovele herinne ringen aan hetgeen eens het Mag na Grecia was, de grote kolonie der Grieken in Zuid-Italië en op Sicilië, waar zich een tweede Grie kenland ontwikkeld had, hetwelk in menig opzicht niet achterstond in beschaving en economische ont wikkeling bij het oude, mooie moederland, het wellicht in enkele opzichten zelfs vóóruit was, naar de tempels van Paestum tonen. En wanneer men zich aan de rand van het gebied van dat merk waardige Paestum neerzet en het boek doorbladert aan deze Griek se stad in Italië gewijd, aarzelt men niet meer en aanvaardt de lange tocht langs de met grote technische en artistieke kennis zoveel moge lijk herstelde bouwwerken. Ze roepen een groots verleden op. Vertellen in hun betrekkelijke on gereptheid tevens, dat Paestum niet door een catastrofe werd ver woest, maar.door de muggen. L'oiseau de feu Huur autobox Viool S°ra°ra3?tano Extra toelage Belasting Stephanotus PAESIUM Vazen, daterend ongeveer uit het jaar iOOO vóór Christus, bij Paestum ge vonden. De bewoners van Paestum hebben hun enorm versterkte stad, met haar muren van vijf tot zeven meter dikte en haar talrijke zwaar versterkte poorten moeten verlaten op hun vlucht voor de muggen. De tot een moerassig land ver zande rivier de Sele was een broedplaats van allerlei ongedierte geworden. Het bracht een miljoenen-, ja een miljarden- leger van muggen „op de been het welk zich op de stad wierp en er de be ruchte malaria deed uitbreken, waarvoor toenmaals geen enkel geneesmiddel be stond. Hoe lang de strijd van de bewoners van Paestum tegen de muggen geduurd heeft, hoevelen er bezweken zijn aan ae malaria, voordat de gedecimeerde b - volking ten langen leste het wanhopige De sluit nam, de wellicht reeds half verval len stad te verlaten, staat niet in de his torie opgetekend. Wel, dat in de middel eeuwen zich er weer mensen vestigden, die gingen huizen in de bouwvallen van een der grootste tempels. Om die beter in te richten gebruikten ze de stenen en onderdelen van al in puin gestorte ge bouwen. Ook ditmaal echter wonnen de muggen de strijd. Het dorp werd weer goeddeels verlaten. Het moeras werd la ter ten dele een woestijnachtig gebied. In de omgeving vestigden zich opnieuw mensen. Aldus kan men in sommige hui zen van een prachtig uitzicht over de ruïnenstad Paestum genieten. Ze bezit haar eigen, soms schier beklemmende schoonheid. Want deze eenzame tempels staan midden in een voelbare stilte, op een met bloemen bezaaid plateau, waar het gras weelderig tussen de zware stenen groeit van de straten, waarlangs eens velen opgingen, om aan hun goden te offeren. Geen huis duidt evenwel op vroegere bewoning. Het zou een spook stad kunnen zijn geweest. De Griekse stad in Zuid-Italië ligt daar als de ruï nes van Angkor Vat in de bossen van Indo China en die van Chichen Itza in Yicatan. De sporen van de mensen zijn er rondom uitgewist. Als we de grond doorwoelen, vinden we echter de resten van 'n waterleiding: door de tijd aan flar den gescheurde loden buizen. Maar dit speelt geen rol in het totaalbeeld van grootse verlatenheid, hetwelk de mens stil maakt en weer doet bladeren in zijn geschiedenisboek Dan rijst een boeiend beeld voor hem op. Hij geeft er zich rekenschap van, dat Machtig rijzen de zuilen van de Basi lica op, die eens de prachtige dakbeij dekking van de imposante tempel droegenFoto Harry Tromp) de Romeinen, toen ze hun koninkrijk con solideerden en de grondslag legden voor hun wereldrijk, waarin ook 't oude Grie kenland zou worden opgenomen, eeu wenlang de Griekse cultuur als het ware naast en voor hun deur hebben gehad en er de invloed van ondergingen. Want Paestum is het Poseidonia der Grieken, ofwel de stad van poseidon. Het moet zijn gesticht, zeer waarschijnlijk onge veer op de plaats, waar veel vroeger nog een stad had gelegen, door kolo nisten uit het land der beruchte Syba- rieten, die van Grieksen bloede waren. Dit land lag ten dele aan de huidige Golf van Taranto. Resten van de hoofdstad worden thans blootgelegd. Ze zullen vermoedelijk een nieuw licht werpen op de historie van Magna Grecia. De Sybarieten heb ben vermoedelijk een harde krijg moeten voeren, om de bewoners van de streek te onderwerpen. Wie eens woonden op het plateau van kalksteen, waarop de Sy barieten hun Poseidonia bouwden, zullen te zijner tijd de archeologen wel vaststel len. De in de bodem van Paestum gevon den kunstvoorwerpen maakten net mo- gelijk, de stichting van de stad m de ze- vende eeuw vóór Christus te dateren. In de zesde en vijfde eeuw richtten de be- woners twee der prachtigste tempels op, welker schoonheid een bekroning is^ ge weest van een groot architectonisch kunnen, waarvan ook het Forum, t Civic center der Antieken als een unieke pres tatie mag worden aangemerkt. Toen tertijd lag Poseidonia aan zee. De Griek se aardrijkskundige Strabo vermeldt al thans in één zijner geschriften, dat de muren van de stad zich tot aan de zee uit strekten. Hij maakt nog melding van de gevolgen welke de verovering van de reeds bestaande, ons onbekende stad en de inwoners ervan had. Ze vluchtten, evenals de landlieden, de naburige ber gen in Inmiddels, de bloeiende handelsstad Poseidonia met haar rijkdommen wekte de begeerte op van een naburig volk, de Lucaniërs. Deze krijgshaftige bergbe woners daalden naar de vlakten langs de zee af. Een der eerste steden, die door hen veroverd werden, was Poseido- j nia. Dit gebeurde omstreeks het jaar 400 vóór Christus. De Lucaniërs herdoop- j ten Poseidonia in Paistom of Paistos. welke naam het bleef behouden, tot het door de Romeinen veroverd werd. Gedu rende korte tijd werd het weer Grieks, nadat koning Alexander van Eplrus in Griekenland er In geslaagd was, alle Griekse staatjes van Zuid-Italië in een strijdbare bond te verenigen. Poseido nia werd heroverd, maar viel weer spoe dig in handen van de Lucaniërs, die er een streng bewind doorvoerden en da stad, naar Griekse geschiedschrijvers boekstaafden, steeds meer „verbarbari- seerden". Ze verboden de bewoners zelfs Grieks te spreken. Eens per jaar, zo verhalen de histo rici, kwamen nadien de Poseidoniërs bij' een, om gezamenlijk de vergane groot heid te bewenen. Dan spraken ze ook Grieks en noemden elkaar bij hun Griek se namen, waaruit te concluderen valt, dat de Lucaniërs hun gelast hadden, „barbaarse" namen aan te nemen. Het tijdstip van de verovering door de Romei- nen kan met zekerheid worden vastge steld. Ze geschiedde in het jaar 273 vóór Christus. Rome vestigde er een sterke Romeinse kolonie, haar de verplichting opleggend, Rome schepen en matrozen voor zijn vloot te leveren. Ze noemden Poseidonia - Paistos voortaan Paestum, welke naam tot op de dag van heden is blijven voortbestaan. Paestum is steeds een trouwe vazal van Rome gebleven. De inwoners zijn zelfs overtuigde Romeinen geworden. Het is alweer de geschiedenis, die vertelt, dat ze de senaat van Rome eens al het goud uit hun tempels aanboden, toen dit In gro te nood verkeerde. Maar de senaat wei gerde het geschenk te aanvaarden. In plaats van goud zond paestum nu sche pen en graan naar een door Hannibal te Taranto ingesloten Romeins leger Dusdanig erkentelijk was Rome voor deze trouw en edelmoedigheid een trouw in een der zwaarste perioden van zijn geschiedenis dat het Paestum als enige Romeinse stad het recht verleende, zijn eigen bronzen munten te slaan, van welk privilege het tot de regering van keizer Tiberius gebruik heeft gemaakt. Hiertegenover zond Rome zijn beste ar chitecten en de Griekse stad werd ver fraaid met typisch Romeinse bouwwer ken, vooral op het Forum. Nog geduren de de laatste periode van het keizer rijk genoot Paestum een grote faam als leverancier van uitstekend graan, het welk in zijn omgeving verbouwd werd en door de stad naar alle windstreken geëx porteerd. In die dagen echter verwierf Paestum zich ook een slechte naam door de verpestende lucht, die er heer ste, veroorzaakt door het langzaam tot moeras degenererende land. Uit die moe rassen kwamen, zoals we bereids aan stipten, de leger muggen. Ze maak ten op den duur het leven in Paestum vrijwel onmogelijk. Het klimaat werd er ondraaglijk, mede door de slechte dam pen, opstijgend uit de reusachtige mod derpoelen, welke zich in de bedding van de verzandende rivier vormden en zich steeds meer uitbreidden In het licht van haar bewogen geschie denis verkrijgen de bouwvallen van deze door kleine diertjes verdelgde stad een uitzonderlijk suggestief aspect. Wonder lijk genoeg was het een ander licht, het zonnelicht, dat de steen, waaruit ze op getrokken werden, een matgouden glans verschafte, waardoor ze vooral tegen een blauwe hemel een aanblik scheppen, waarlijk onvergetelijk. We zullen onze lezers niet meenemen op een lange pel grimstocht langs de dikke muren en door de lange zuilenrijen. Men kan dit alles niet beschrijven, zonder in herhaling en een opeenstapeling van superlatieven te vervallen, waardoor het mysterie van deze wonderlijke reliek uit een ver, heel ver verleden gebanaliseerd zou worden. Slechts willen we volledigheidshalve nog vermelden, dat de prehistorische begraafplaats tijdens de oorlog toevallig ontdekt is door de Amerikanen, die bij Paestum een vliegveld aanlegden. Oor logen zijn in de historie van Paestum schering en inslag geweestDes te merkwaardiger daarom «de ondergang van deze stad, die de strijd verloor te- een het gedierte, waarmee de Amerika nen met hun D.D.T. korte metten maak ten OBSERVATOR. C—7-v Van het jubilerende Concertgebouw orkest zijn hier drie opnamen aan te kondigen onder evenzove- le dirigenten gemaakt. Het is typerend voor de huidige praktijk van symphonie-orkesten in het algemeen en van het Concertgebouw-orkest in het bijzonder. Men kan daar verschillend over denken, doch men kan er niet van beweren dat het de kwaliteit van het orkest behoeft te schaden. Van de eerste opname, in de vaker voorkomende albumverpakking valt niet nauwkeurig uit te maken of het plaat is met toelichting of een boek met e-en plaat. De hele zaak heet „Feest in het Concertgebouw" en de ondertitel „een boekje over Amster dam, het Concertgebouw en Het Con certgebouworkest". De schrijfster is Hélène Nolthenius en het is rijkelijk geïllustreerd uitgegeven door Philips in zijn serie „Klassieke Discotheek" (St-ereo 836 221 VZ). Achterin komt dan de plaat, waarvoor het orkest on der leiding van Bernard Haitink zulke klassieke standaardstukken heeft ge speeld als Tschaikowsky's „Capriccio Italien" en Smetana's „Die Moldau". Het is dus wel duidelijk, dat dit her denkingsalbum bestemd is om in het bezit te komen van de brede schare der bewonderaars van het orkest en zelfs van de niet zo heel erg diep in de muziek gravende bewonderaars, die het meer in het eenvoudige zoeken: populair maar toch heel goed. Daarop heeft Hélène Nolthenius haar boekje kennelijk ook afgestemd. Op de levendige en met lyriek aangedane manier, die men van haar kent ver telt zjj over Amsterdam van zijn ont staan af, het Concertgebouw, het or kest en de plaats, die dit laatste in de stad inneemt. Het lijkt er wel een tikje op, alsof zij vooral geen grond wil raken. Het is allemaal heel opvallend goed gehumeurd, om niet te zeggen idyllisch, men denkt eerder aan een jropagandageschrift voor het vreemde- ingenverkeer. Heeft de schrijfster het beeld van Amerikaanse bezoekers voor ogen gehad, althans zoals zij zich die voorstelt: cowboys die zojuist van hun paarden gestegen zijn? Men vindt in dit geschrift bepaald geen poging tot een houtsnijdende ver klaring omtrent het ontstaan en het bestaan van het Concertgebouworkest in deze stad en in dit land. Maar het is opgewekte lectuur, zoals de muziek die er per plaat op volgt muziek is waar men zich geen rimpeltje bij in het voorhoofd behoeft te trekken. Philips heeft voorts een opname ge publiceerd (stereo 835 132 AY) van Beethovens Eroica, waarin Pierre Mon- teux zijn lange staf over het Concert gebouworkest heeft gezwaaid. In een eloge op Monteux, geschreven door Paul Cronheim op de achterkant van de hoes herinnert deze aan het oordeel dat Strawinsky in zijn „Chroniques de ma vie" heeft uitgesproken over de dirigent: een man die precies volgens de voorschriften van de partituur de muziek uitvoert, wat volgens Strawins ky de hoogste lof is, die een „chef d'orohestre" kan verdienen, omdat ieder», andere houding aanstonds in een interpretatie verkeert, waarvan hij, Strawinsky, een afschrik heeft. Zoals Strawinsky het beschrijft heeft Monteux inderdaad tot zijn glorie en ons genot zijn hele lange leven gedi rigeerd. En zo doet hij ook weer de Eroica, waarbij men moeilijk kan uit maken wat meer te bewonderen is: die feilloze en met een gemak alsof het vanzelf gaat te voorschijn tredende precisie, die geweldige kracht van een tachtig-jarige of de virtuositeit waar mee het orkest aan de geringste van zijn intenties voldoet. Het kan niet an ders dan boeiend zijn, omdat men Beethoven hier zoals zelden hoort in zijn tomeloze energie en de luciditeit van zijn architectuur, geen accent ge mist, geen detail van zijn plaats ge raakt. Maar is dat de hele Beethoven? Ik betwijfel het. Al deze briljante no ten zijn toch niet meer dan noten. Ze hebben geen geheim. Ze verschijnen niet in een perspectief noch van diepte noch van verten. Ze zijn er voor het ogenblik en gaan voorbij. Men moet deze prestatie teöhnisch en in zekere zin zelfs muzikaal zo onnavolgbaar vergelijken met Furtwangler, juist met hem omdat men dan twee antipoden ziet. Maar voor Furtwangler had Stra winsky hoegenaamd geen waardering. Er is ook wel verschil tussen de we reld van Strawinsky en die van Beet hoven. Als derde opname is er dan even eens op Philips (A 02228 L) de Vijfde symphonie van Tschaikowsky maar nu onder leiding van een dirigent van een geheel ander type. Wolfgang Sa- wallisch. Hij is nog steeds jong. geen veertig jaar, en ook hjj kent. zoals men dat van een ma,- van zjjn gene ratie mag verwachten Muck, Mon teux en Toscanini hebben waarlijk niet voor niets geleefd de „Werktreue", maar hij heeft nog enkele andere din gen: een warm lyrisch gevoel en een bewonderenswaardig soepele hand. Dat levert alles tezamen naar mijn smaak toch een bevredigender muzikaal beeld op van een warme, gepassioneerde en met grote beheersing gespeelde Tschai kowsky. De wonderen van virtuoos exact orkestspel zijn er niet minder om. Het is een bijzonder schone ver tolking, die haar verwantschap met Van Beinum vertoont en met Mravinsky uit Leningrad. Een veel minder discutabele opname van Pierre Monteux verschaft Decca (mono LXT 5677) waarvoor de grote oude man met het London Symphony Een trotse zuilenrij getuigt van vroe gere glorie (Foto Harry Tromp) Orchestra een Debussy-Ravel-program- ma speelt: de „Prélude a l'après- midi d'un faune", „Nuages" en „Fêtes" uit de Nocturnes, de „Rapsodie espag- nole" en de „Pavane pour une Infante défunte", een opname die niets anders dan de room bevat van het klassieke Franse repertoire, en waarin Monteux weliswaar niet de uitsluitende maar toch altijd een groot autoriteit blijft. Zijn gevoel voor lijnigheid en precieze heldere klank, zijn markante rhythmiek, het z(jn eigenschappen die hem maken tot een belangrijk reproducent van deze Franse muziek. Het is goed dat deze plaat is uitgekomen als document van zijn grote vermogens als „chef d'or- chestre". Een uitzonderlijk geslaagde opname heeft Mercury geleverd (mono MMA 11089) met de complete partituur van Strawinsky's „L'Oiseau de feu" on der leiding van Antal Dorati eveneens gespeeld door de London Symphony. De klank is zeer ruim en levendig, vertekening treedt praktisch niet meer op. Dorati geeft een zeer krachtige en rhythmisch markante lezing van het stuk met een welbewust op het ruig barbaarse afgestelde klank in de mu ziek van de tovenaar Katchei. Dat komt uitstekend tot zün recht op de plaat. En het is een groot voordeel om het hele werk te horen instede van de bekende suite, terwille van de goede fragmenten, die anders wegval len. Fontana publiceerde op 698 076 CL (mono) een opname, die gewijd is aan Schumanns Vierde symphonie en zijn totaal in vergetelheid geraakte Kon- zertstüek voor vier hoorns en orkest Men kan de vergetelheid van het laat ste begrijpen. Het is danig verbleekt. De voortreffelijke hoornisten Peter Damm, Hermann Marker, Werner Pilz en Georg Böhner kunnen het niet ver beteren. Ook de Vierde symphonie is een problematisch stuk, doch een diri gent van de kwaliteit van Franz Kon- witschny en een orkest als het Leip- ziger Gewandhaus Orchester maken het toch boeiend door zijn bloeiende, bewogen klank en onstuimige stuwing. Tenslotte op Decca (mono LXT 5682) een dierbaarheid uit de balletwereld': excerpjen uit de muziek voor het bal let „La fille mal gardée", muziek die oorspronkelijk is geweest een pastic cio uit volksmelodieën, toen door Hé- rold is uitgebreid tot een pasticcio uit zijn eigen muziek en de composities van anderen (o.a. Rossini) en enkele jaren geleden door John Lanchbery, die haar ook uitvoert met het orkest van Covent Garden, nog eens aan een bewerking is onderworpen. Een aaneenschakeling dus van gezellige me lodietjes, waarop men de danseressen van romantisch-klassiek ballet voor zün ogen ziet voorbij zweven. L. H. Caterina Valente staat voor niets. In haar nieuwste tv-show geeft zij een persiflage op Elvis Presley, de koning van de rock-'n'-roll, die klinkt als een klok. Aan deze foto hoeft verder niets meer te worden toegevoegd. Vragen voor deze rubriek moeten worden gericht aan de Redactie van ons blad (met in de linker-bovenhoek der enveloppe„Vragenrubrlek"). De beantwoording ge schiedt gratis. De Redactie behoudt zich echter het recht voor, bepaalde vragen niet voor beantwoording in aan merking te doen kom Ai. Over de beslissing dienaangaande kan niet worden gecorrespondeerd. Gaarne vermelding van naam en adres bij de ingezonden vragen. Men houde er nog rekening meedat men minstens 14 dagen op antwoord zal moeten wachten en dat het ons niet mogelijk is, in te gaan op verzoeken tot persoonlijke beantwoording der brieven. Van een woningbouwvereniging heb ik een jaar geleden een autobox gehuurd voor 6 per week, doch deze is niet voorzien van licht of water. Bij de laatste huurverhoging kreeg ik de mededeling, dat ik ook voor de autobox 10 pet. huurver hoging moest betalen, zodat de huur nu is geworden 6,60 per week. Het bepreemdt mij wel enigs zins, dat een woonhuis, dat nog geen 9 per week aan huur doet buiten de verhoging valt en dat men dan wel gerechtigd is om een autobox van 6 per week met 10 pet. te verhogen. Aldus B. A. de G. Het is niet juist, dat een woonhuis, dat nog geen 9 per week aan huur doet (in een eerste klasse gemeente) buiten de verhoging valt. Als het huis goed is onderhouden en geen gebreken vertoont kan de huuradviescommissie een ver gunning afgeven -de huurverhoging wel toe te passen. Een autobox is een bedrijfspand en hiervoor geldt de regeling, dat de op 31 augustus 1962 geldende huurprijzen van kracht blijven, tenzij partijen na deze datum anders overeenkomen. Een dergelijke huurverhoging kan dus slechts tot stand komen door een nieu we overeenkomst tussen partijen. Ech ter, als die autobox onder een of an dere premieregeling valt, d.w.z. ge bouwd is met financiële steun van overheidswege (dit kunt u te weten ko men op het gemeentehuis), zal nader bekeken moeten worden of de huur mag worden verhoogd, dit alleen ech ter voor na-oorlogse panden. De huur adviescommissie in uw woonplaats kan u hierover nader inlichten. In mijn bezit zjjn twee violen. In de eerste staat: Antonius Stradiva rius, Cremonensis, Faciebat Anno 1721 in de tweede staat hetzelf de, alleen het jaartal is daar: 1793. Zjjn dit echte Stradivariussen? vraagt mevr. A. D. De gegevens, welke men in een Stra divarius aantreft zijn: Antonius Stradi varius Cremonensis Faciebat Anno (volgt het jaartal, b.v. 1721), verge zeld van een kruisje met -de letters A en S. Mocht dit alles in uw (eerstbedoelde) viool vermeld staan, dan blijft altlid nog de kans bestaan, dat de betreffen de viool een vervalsing is, doch dit is door een deskundige gemakkelijk te be oordelen. Wendt u zich eens tot de di rectie van een onzer conservatoria of tot een conservator van een museum (b.v. van het Gemeentemuseum te 's-Gravenhage, dat een verzameling muziekinstrumenten bezit) Dat df tweede door u genoemde viool een ecte Indien een weduwe als enig inko men A.O.W. heeft, kan zijn dan aanspraak maken op een extra toe lage? Zo ja, hoe moet dan gehan deld worden? Aldus P.K. Als de overleden echtgenoot in loon dienst was en er zijn voor hem rente zegels geplakt, dan kan de weduwe wel licht aanspraak maken op een uitkering van de Raad van Arbeid. Hiermee be doelen wij uiteraard niet de uitkering volgens de A.W.W., die aan .weduwen boven de 65 jaar niet wordt verstrekt. Zij kan zich in dat geval hjj de Raad van Arbeid vervoegen om inlichtingen. Kan de weduwe niet voldoende in haar onderhoud voorzien, dan kan zij een be roep doen op Sociale Zaken van haar gemeente van inwoning. Ik ben in september 1962 getrouwd. Mijn vrouw werkt nog gedurende de gehele maand oktober en ver dient plm. 450. Moet ik nu bij de belastingdienst een aangiftebiljet 1962 aanvragen? Hoe luidt in grote trekken de nieuwe belastingrege ling voor de werkende gehuwde vrouw? A. H. te S. Als van de inkomsten van uw vrouw loonbelasting wordt ingehouden volgens de nieuwe regeling voor gehuwde vrou wen en u verder geen neveninkomsten als b.v. rente van spaartegoed of der gelijke geniet, zult u vermoedelijk niet in de inkomstenbelasting vallen. U kunt echter een aangiftebiljet indienen, waarop u alle inkomsten over het jaar 1962 aangeeft, dus ook het salaris van uw vrouw. De nieuwe regeling, welke 1 januari j.l. van kracht is geworden is zo inge wikkeld (en verschillend o.a. ten aan zien van inkomstenbelasting en loon belasting) dat hierover alleen reeds een heel boek is verschenen. Een uitput tende beantwoording van uw vraag valt dus buiten dit bestek. In het algemeen is de bedoeling dat vein bijverdiensten van de vrouw deel vrij zal zijn, doch minimaal 500 en maximaal 2.000. Het vrqgestelde bedrag blijft vrij, al leen het meerdere is dus belast. In principe valt iedere gehuwde man m de inkomstenbelasting voor het in komen van hemzelf en van zijn echt genote. Dit lijdt alleen uitzonderingen in bepaalde gevallen waarin het inko men bijna of geheel uit alleen loon be staat en dan nog slechts indien aan be paalde voorwaarden is voldaan. Hoe behandelt men een stephano tus?, aldus G. B. G. v. H. Deze plant vraagt een warme stand plaats in het volle licht, doch niet in de volle zon. Ze verlangt een vochtige omgeving, vandaar dat liefst dagelijks gesproeid moet worden en de plant op een zogenaamd eilandje moet worden gezet, dat wil zeggen op een omge keerd schoteltje in een sierpot met daarin steeds water tot juist onder pot- rand. In de winter minder water geven en geen mest. In de zomer veel water en geregeld mest. Als grondmengsel b.v. 1 deel bladgrond of bloemistengrond, 1 deel goede tuingrond en 1 deel ver teerde mest en wat scherp zand. In maart terugsnoeien en de nieuwe ran ken langs -draad leiden. Geregeld ver plaatsen van de pot heeft bloemafval tengevolge.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 9