DOOR MUGGEN VERWOEST
Alleen Athene kan met
zijn tempels wedijveren
HAITINK, MONTEUX EN SAWALLISCH
Concertgebouworkest onder
drie dirigenten
CATERINA - ELVIS PRESLEY - VALENTE
Vraas
Antwoord
GRIEKSE STAD
INZUID-ITALIE
en
Strijd tegen de muggen..
In de zevende eeuw vóór
Christus
Een matgouden glans
B
VRIJDAG 19 OKTOBER 1962
PAGINA 9
LANGS DE AUTOWEG NAPELS—SALERNO ligt een dode stad.
Evenals Pompeji wordt ze weer tot leven opgewekt. Maar velen
ryden er nog steeds langs, zonder haar op te merken. De faam van
Paestum (Italiaans Pesto) kan niet vergeleken worden met die van
Pompeji, dat immers door een catastrofe verwoest werd, die met
vette letters in de geschiedenis staat opgetekend. Een uitbarsting van
de Vesuvius bedolf de stad en het grootste gedeelte van haar bevol
king onder kokende lava en hete, natte as. Eeuwenlang lagen de
puinhopen onder een dikke laag verstolde lava verborgen. Er werden
nieuwe steden gebouwd, waar zich eens de tuinen van Pompeji uit
strekten en de bevolking langs de beboste oevers der rivieren en
beken uitrustte van de vermoeienissen. De nijvere handels- en indu
striestad Pompeji werd echter in de vorige eeuw, nadat men reeds
Vroeger de eerste sporen ervan gevonden had, herontdekt en allengs
opgegraven. Zo is het inmiddels ook met Paestum gegaan. Het ligt
«v niet eens zo ver vandaan. Maar er zijn geen populaire boeken over
geschreven. Misschien viel aan de opgravingen daar ook minder
Publiciteit ten deel. Inderdaad, Pompeji met zijn talrijke, tamelijk
goed bewaard gebleven huizen en villa's, sprak ook meer tot de
Verbeelding Echter, Paestum kan groot gaan op de imposante over
blijfselen van enkele Griekse tempels, welker weerga men zowaar in
Griekenland zelf nauwelijks zal kunnen aanwijzen. Alleen Athene
kan met Paestum wedijveren. De zg. Basilica en de tempel van
Neptunus of Poseidon (de Griekse naam voor de zeegod) zijn schier
onvergelijkelijke voortbrengselen van de Griekse bouwkunst en er
zijn bepaalde stijlkarakteristieken in aangetroffen, waarvan de idee
tot voor kort aan beroemde Griekse bouwmeesters werd toegeschre
ven.
Paestum is bijzonder interessant voor bewonderaars van de oudheid
en speciaal van de Griekse bouwkunst. Echter, wie er ook heen tijgt,
eenieder zal diep onder de indruk komen van hetgeen hij aanschouwt.
De Griekse tempels op Sicilië zijn prachtig en schier even indruk
wekkend, doch er omheen is niet veel meer overgebleven. Om de
tempels van Paestum heen liggen de contouren van de stad, zoals deze
in haar glorietijd is geweest en in de bodem niet ver er vandaan is
men gestuit op een begraafplaats uit prehistorische tijden, welke
ongeveer tweeduizend jaar vóór Christus werd aangelegd. Er zijn
heel interessante vondsten gedaan van een kunst, tot dusver vrijwel
onbekend.
Als men zich naar Paestum be
geeft, nog vol van hetgeen men in
Pompeji bewonderd heeft, aarzelt
men aanvankelijk even. Want wat
kan die kale vlakte daar in de
verte eigenlijk opleveren, zo denkt
men onwillekeurig. Mensen die het
weten konden, hadden ons inmid
dels verzekerd, dat wie het Ro
meinse Pompeji heeft gezien, be
slist niet vergeten mag, het Griek
se Paestum te bezoeken. Daar
vindt men immers zovele herinne
ringen aan hetgeen eens het Mag
na Grecia was, de grote kolonie
der Grieken in Zuid-Italië en op
Sicilië, waar zich een tweede Grie
kenland ontwikkeld had, hetwelk
in menig opzicht niet achterstond
in beschaving en economische ont
wikkeling bij het oude, mooie
moederland, het wellicht in enkele
opzichten zelfs vóóruit was, naar
de tempels van Paestum tonen.
En wanneer men zich aan de
rand van het gebied van dat merk
waardige Paestum neerzet en het
boek doorbladert aan deze Griek
se stad in Italië gewijd, aarzelt men
niet meer en aanvaardt de lange
tocht langs de met grote technische
en artistieke kennis zoveel moge
lijk herstelde bouwwerken. Ze
roepen een groots verleden op.
Vertellen in hun betrekkelijke on
gereptheid tevens, dat Paestum
niet door een catastrofe werd ver
woest, maar.door de muggen.
L'oiseau de feu
Huur autobox
Viool
S°ra°ra3?tano
Extra toelage
Belasting
Stephanotus
PAESIUM
Vazen, daterend ongeveer uit het jaar
iOOO vóór Christus, bij Paestum ge
vonden.
De bewoners van Paestum hebben
hun enorm versterkte stad, met haar
muren van vijf tot zeven meter dikte en
haar talrijke zwaar versterkte poorten
moeten verlaten op hun vlucht voor de
muggen. De tot een moerassig land ver
zande rivier de Sele was een broedplaats
van allerlei ongedierte geworden. Het
bracht een miljoenen-, ja een miljarden-
leger van muggen „op de been het
welk zich op de stad wierp en er de be
ruchte malaria deed uitbreken, waarvoor
toenmaals geen enkel geneesmiddel be
stond.
Hoe lang de strijd van de bewoners
van Paestum tegen de muggen geduurd
heeft, hoevelen er bezweken zijn aan ae
malaria, voordat de gedecimeerde b -
volking ten langen leste het wanhopige De
sluit nam, de wellicht reeds half verval
len stad te verlaten, staat niet in de his
torie opgetekend. Wel, dat in de middel
eeuwen zich er weer mensen vestigden,
die gingen huizen in de bouwvallen van
een der grootste tempels. Om die beter
in te richten gebruikten ze de stenen en
onderdelen van al in puin gestorte ge
bouwen. Ook ditmaal echter wonnen de
muggen de strijd. Het dorp werd weer
goeddeels verlaten. Het moeras werd la
ter ten dele een woestijnachtig gebied.
In de omgeving vestigden zich opnieuw
mensen. Aldus kan men in sommige hui
zen van een prachtig uitzicht over de
ruïnenstad Paestum genieten. Ze bezit
haar eigen, soms schier beklemmende
schoonheid. Want deze eenzame tempels
staan midden in een voelbare stilte,
op een met bloemen bezaaid plateau,
waar het gras weelderig tussen de zware
stenen groeit van de straten, waarlangs
eens velen opgingen, om aan hun goden
te offeren. Geen huis duidt evenwel op
vroegere bewoning. Het zou een spook
stad kunnen zijn geweest. De Griekse
stad in Zuid-Italië ligt daar als de ruï
nes van Angkor Vat in de bossen van
Indo China en die van Chichen Itza in
Yicatan. De sporen van de mensen zijn
er rondom uitgewist. Als we de grond
doorwoelen, vinden we echter de resten
van 'n waterleiding: door de tijd aan flar
den gescheurde loden buizen. Maar dit
speelt geen rol in het totaalbeeld van
grootse verlatenheid, hetwelk de mens
stil maakt en weer doet bladeren in zijn
geschiedenisboek
Dan rijst een boeiend beeld voor hem
op. Hij geeft er zich rekenschap van, dat
Machtig rijzen de zuilen van de Basi
lica op, die eens de prachtige dakbeij
dekking van de imposante tempel
droegenFoto Harry Tromp)
de Romeinen, toen ze hun koninkrijk con
solideerden en de grondslag legden voor
hun wereldrijk, waarin ook 't oude Grie
kenland zou worden opgenomen, eeu
wenlang de Griekse cultuur als het ware
naast en voor hun deur hebben gehad en
er de invloed van ondergingen. Want
Paestum is het Poseidonia der Grieken,
ofwel de stad van poseidon. Het moet
zijn gesticht, zeer waarschijnlijk onge
veer op de plaats, waar veel vroeger
nog een stad had gelegen, door kolo
nisten uit het land der beruchte Syba-
rieten, die van Grieksen bloede waren.
Dit land lag ten dele aan de huidige Golf
van Taranto.
Resten van de hoofdstad worden
thans blootgelegd. Ze zullen vermoedelijk
een nieuw licht werpen op de historie
van Magna Grecia. De Sybarieten heb
ben vermoedelijk een harde krijg moeten
voeren, om de bewoners van de streek
te onderwerpen. Wie eens woonden op
het plateau van kalksteen, waarop de Sy
barieten hun Poseidonia bouwden, zullen
te zijner tijd de archeologen wel vaststel
len.
De in de bodem van Paestum gevon
den kunstvoorwerpen maakten net mo-
gelijk, de stichting van de stad m de ze-
vende eeuw vóór Christus te dateren. In
de zesde en vijfde eeuw richtten de be-
woners twee der prachtigste tempels op,
welker schoonheid een bekroning is^ ge
weest van een groot architectonisch
kunnen, waarvan ook het Forum, t Civic
center der Antieken als een unieke pres
tatie mag worden aangemerkt. Toen
tertijd lag Poseidonia aan zee. De Griek
se aardrijkskundige Strabo vermeldt al
thans in één zijner geschriften, dat de
muren van de stad zich tot aan de zee uit
strekten. Hij maakt nog melding van de
gevolgen welke de verovering van de
reeds bestaande, ons onbekende stad
en de inwoners ervan had. Ze vluchtten,
evenals de landlieden, de naburige ber
gen in
Inmiddels, de bloeiende handelsstad
Poseidonia met haar rijkdommen wekte
de begeerte op van een naburig volk,
de Lucaniërs. Deze krijgshaftige bergbe
woners daalden naar de vlakten langs
de zee af. Een der eerste steden, die
door hen veroverd werden, was Poseido- j
nia. Dit gebeurde omstreeks het jaar 400
vóór Christus. De Lucaniërs herdoop- j
ten Poseidonia in Paistom of Paistos.
welke naam het bleef behouden, tot het
door de Romeinen veroverd werd. Gedu
rende korte tijd werd het weer Grieks,
nadat koning Alexander van Eplrus in
Griekenland er In geslaagd was, alle
Griekse staatjes van Zuid-Italië in een
strijdbare bond te verenigen. Poseido
nia werd heroverd, maar viel weer spoe
dig in handen van de Lucaniërs, die er
een streng bewind doorvoerden en da
stad, naar Griekse geschiedschrijvers
boekstaafden, steeds meer „verbarbari-
seerden". Ze verboden de bewoners zelfs
Grieks te spreken.
Eens per jaar, zo verhalen de histo
rici, kwamen nadien de Poseidoniërs bij'
een, om gezamenlijk de vergane groot
heid te bewenen. Dan spraken ze ook
Grieks en noemden elkaar bij hun Griek
se namen, waaruit te concluderen valt,
dat de Lucaniërs hun gelast hadden,
„barbaarse" namen aan te nemen. Het
tijdstip van de verovering door de Romei-
nen kan met zekerheid worden vastge
steld. Ze geschiedde in het jaar 273 vóór
Christus. Rome vestigde er een sterke
Romeinse kolonie, haar de verplichting
opleggend, Rome schepen en matrozen
voor zijn vloot te leveren. Ze noemden
Poseidonia - Paistos voortaan Paestum,
welke naam tot op de dag van heden is
blijven voortbestaan.
Paestum is steeds een trouwe vazal van
Rome gebleven. De inwoners zijn zelfs
overtuigde Romeinen geworden. Het is
alweer de geschiedenis, die vertelt, dat
ze de senaat van Rome eens al het goud
uit hun tempels aanboden, toen dit In gro
te nood verkeerde. Maar de senaat wei
gerde het geschenk te aanvaarden. In
plaats van goud zond paestum nu sche
pen en graan naar een door Hannibal te
Taranto ingesloten Romeins leger
Dusdanig erkentelijk was Rome voor
deze trouw en edelmoedigheid een
trouw in een der zwaarste perioden van
zijn geschiedenis dat het Paestum als
enige Romeinse stad het recht verleende,
zijn eigen bronzen munten te slaan, van
welk privilege het tot de regering van
keizer Tiberius gebruik heeft gemaakt.
Hiertegenover zond Rome zijn beste ar
chitecten en de Griekse stad werd ver
fraaid met typisch Romeinse bouwwer
ken, vooral op het Forum. Nog geduren
de de laatste periode van het keizer
rijk genoot Paestum een grote faam als
leverancier van uitstekend graan, het
welk in zijn omgeving verbouwd werd en
door de stad naar alle windstreken geëx
porteerd. In die dagen echter verwierf
Paestum zich ook een slechte naam
door de verpestende lucht, die er heer
ste, veroorzaakt door het langzaam tot
moeras degenererende land. Uit die moe
rassen kwamen, zoals we bereids aan
stipten, de leger muggen. Ze maak
ten op den duur het leven in Paestum
vrijwel onmogelijk. Het klimaat werd er
ondraaglijk, mede door de slechte dam
pen, opstijgend uit de reusachtige mod
derpoelen, welke zich in de bedding van
de verzandende rivier vormden en zich
steeds meer uitbreidden
In het licht van haar bewogen geschie
denis verkrijgen de bouwvallen van deze
door kleine diertjes verdelgde stad een
uitzonderlijk suggestief aspect. Wonder
lijk genoeg was het een ander licht, het
zonnelicht, dat de steen, waaruit ze op
getrokken werden, een matgouden glans
verschafte, waardoor ze vooral tegen
een blauwe hemel een aanblik scheppen,
waarlijk onvergetelijk. We zullen onze
lezers niet meenemen op een lange pel
grimstocht langs de dikke muren en
door de lange zuilenrijen. Men kan dit
alles niet beschrijven, zonder in herhaling
en een opeenstapeling van superlatieven
te vervallen, waardoor het mysterie van
deze wonderlijke reliek uit een ver, heel
ver verleden gebanaliseerd zou worden.
Slechts willen we volledigheidshalve
nog vermelden, dat de prehistorische
begraafplaats tijdens de oorlog toevallig
ontdekt is door de Amerikanen, die bij
Paestum een vliegveld aanlegden. Oor
logen zijn in de historie van Paestum
schering en inslag geweestDes te
merkwaardiger daarom «de ondergang
van deze stad, die de strijd verloor te-
een het gedierte, waarmee de Amerika
nen met hun D.D.T. korte metten maak
ten
OBSERVATOR.
C—7-v
Van het jubilerende Concertgebouw
orkest zijn hier drie opnamen
aan te kondigen onder evenzove-
le dirigenten gemaakt. Het is
typerend voor de huidige praktijk van
symphonie-orkesten in het algemeen en
van het Concertgebouw-orkest in het
bijzonder. Men kan daar verschillend
over denken, doch men kan er niet
van beweren dat het de kwaliteit van
het orkest behoeft te schaden.
Van de eerste opname, in de vaker
voorkomende albumverpakking valt
niet nauwkeurig uit te maken of het
plaat is met toelichting of een boek
met e-en plaat. De hele zaak heet
„Feest in het Concertgebouw" en de
ondertitel „een boekje over Amster
dam, het Concertgebouw en Het Con
certgebouworkest". De schrijfster is
Hélène Nolthenius en het is rijkelijk
geïllustreerd uitgegeven door Philips
in zijn serie „Klassieke Discotheek"
(St-ereo 836 221 VZ). Achterin komt
dan de plaat, waarvoor het orkest on
der leiding van Bernard Haitink zulke
klassieke standaardstukken heeft ge
speeld als Tschaikowsky's „Capriccio
Italien" en Smetana's „Die Moldau".
Het is dus wel duidelijk, dat dit her
denkingsalbum bestemd is om in het
bezit te komen van de brede schare
der bewonderaars van het orkest en
zelfs van de niet zo heel erg diep in
de muziek gravende bewonderaars, die
het meer in het eenvoudige zoeken:
populair maar toch heel goed.
Daarop heeft Hélène Nolthenius haar
boekje kennelijk ook afgestemd. Op
de levendige en met lyriek aangedane
manier, die men van haar kent ver
telt zjj over Amsterdam van zijn ont
staan af, het Concertgebouw, het or
kest en de plaats, die dit laatste in de
stad inneemt. Het lijkt er wel een tikje
op, alsof zij vooral geen grond wil
raken. Het is allemaal heel opvallend
goed gehumeurd, om niet te zeggen
idyllisch, men denkt eerder aan een
jropagandageschrift voor het vreemde-
ingenverkeer. Heeft de schrijfster het
beeld van Amerikaanse bezoekers voor
ogen gehad, althans zoals zij zich die
voorstelt: cowboys die zojuist van hun
paarden gestegen zijn?
Men vindt in dit geschrift bepaald
geen poging tot een houtsnijdende ver
klaring omtrent het ontstaan en het
bestaan van het Concertgebouworkest
in deze stad en in dit land. Maar het
is opgewekte lectuur, zoals de muziek
die er per plaat op volgt muziek is
waar men zich geen rimpeltje bij in
het voorhoofd behoeft te trekken.
Philips heeft voorts een opname ge
publiceerd (stereo 835 132 AY) van
Beethovens Eroica, waarin Pierre Mon-
teux zijn lange staf over het Concert
gebouworkest heeft gezwaaid. In een
eloge op Monteux, geschreven door
Paul Cronheim op de achterkant van
de hoes herinnert deze aan het oordeel
dat Strawinsky in zijn „Chroniques de
ma vie" heeft uitgesproken over de
dirigent: een man die precies volgens
de voorschriften van de partituur de
muziek uitvoert, wat volgens Strawins
ky de hoogste lof is, die een „chef
d'orohestre" kan verdienen, omdat
ieder», andere houding aanstonds in
een interpretatie verkeert, waarvan
hij, Strawinsky, een afschrik heeft.
Zoals Strawinsky het beschrijft heeft
Monteux inderdaad tot zijn glorie en
ons genot zijn hele lange leven gedi
rigeerd. En zo doet hij ook weer de
Eroica, waarbij men moeilijk kan uit
maken wat meer te bewonderen is: die
feilloze en met een gemak alsof het
vanzelf gaat te voorschijn tredende
precisie, die geweldige kracht van een
tachtig-jarige of de virtuositeit waar
mee het orkest aan de geringste van
zijn intenties voldoet. Het kan niet an
ders dan boeiend zijn, omdat men
Beethoven hier zoals zelden hoort in
zijn tomeloze energie en de luciditeit
van zijn architectuur, geen accent ge
mist, geen detail van zijn plaats ge
raakt. Maar is dat de hele Beethoven?
Ik betwijfel het. Al deze briljante no
ten zijn toch niet meer dan noten. Ze
hebben geen geheim. Ze verschijnen
niet in een perspectief noch van diepte
noch van verten. Ze zijn er voor het
ogenblik en gaan voorbij. Men moet
deze prestatie teöhnisch en in zekere
zin zelfs muzikaal zo onnavolgbaar
vergelijken met Furtwangler, juist met
hem omdat men dan twee antipoden
ziet. Maar voor Furtwangler had Stra
winsky hoegenaamd geen waardering.
Er is ook wel verschil tussen de we
reld van Strawinsky en die van Beet
hoven.
Als derde opname is er dan even
eens op Philips (A 02228 L) de Vijfde
symphonie van Tschaikowsky maar nu
onder leiding van een dirigent van
een geheel ander type. Wolfgang Sa-
wallisch. Hij is nog steeds jong. geen
veertig jaar, en ook hjj kent. zoals
men dat van een ma,- van zjjn gene
ratie mag verwachten Muck, Mon
teux en Toscanini hebben waarlijk niet
voor niets geleefd de „Werktreue",
maar hij heeft nog enkele andere din
gen: een warm lyrisch gevoel en een
bewonderenswaardig soepele hand. Dat
levert alles tezamen naar mijn smaak
toch een bevredigender muzikaal beeld
op van een warme, gepassioneerde en
met grote beheersing gespeelde Tschai
kowsky. De wonderen van virtuoos
exact orkestspel zijn er niet minder
om. Het is een bijzonder schone ver
tolking, die haar verwantschap met Van
Beinum vertoont en met Mravinsky uit
Leningrad.
Een veel minder discutabele opname
van Pierre Monteux verschaft Decca
(mono LXT 5677) waarvoor de grote
oude man met het London Symphony
Een trotse zuilenrij getuigt van vroe
gere glorie (Foto Harry Tromp)
Orchestra een Debussy-Ravel-program-
ma speelt: de „Prélude a l'après-
midi d'un faune", „Nuages" en „Fêtes"
uit de Nocturnes, de „Rapsodie espag-
nole" en de „Pavane pour une Infante
défunte", een opname die niets anders
dan de room bevat van het klassieke
Franse repertoire, en waarin Monteux
weliswaar niet de uitsluitende maar
toch altijd een groot autoriteit blijft.
Zijn gevoel voor lijnigheid en precieze
heldere klank, zijn markante rhythmiek,
het z(jn eigenschappen die hem maken
tot een belangrijk reproducent van deze
Franse muziek. Het is goed dat deze
plaat is uitgekomen als document van
zijn grote vermogens als „chef d'or-
chestre".
Een uitzonderlijk geslaagde opname
heeft Mercury geleverd (mono MMA
11089) met de complete partituur van
Strawinsky's „L'Oiseau de feu" on
der leiding van Antal Dorati eveneens
gespeeld door de London Symphony.
De klank is zeer ruim en levendig,
vertekening treedt praktisch niet meer
op. Dorati geeft een zeer krachtige en
rhythmisch markante lezing van het
stuk met een welbewust op het ruig
barbaarse afgestelde klank in de mu
ziek van de tovenaar Katchei. Dat
komt uitstekend tot zün recht op de
plaat. En het is een groot voordeel
om het hele werk te horen instede
van de bekende suite, terwille van de
goede fragmenten, die anders wegval
len.
Fontana publiceerde op 698 076 CL
(mono) een opname, die gewijd is aan
Schumanns Vierde symphonie en zijn
totaal in vergetelheid geraakte Kon-
zertstüek voor vier hoorns en orkest
Men kan de vergetelheid van het laat
ste begrijpen. Het is danig verbleekt.
De voortreffelijke hoornisten Peter
Damm, Hermann Marker, Werner Pilz
en Georg Böhner kunnen het niet ver
beteren. Ook de Vierde symphonie is
een problematisch stuk, doch een diri
gent van de kwaliteit van Franz Kon-
witschny en een orkest als het Leip-
ziger Gewandhaus Orchester maken
het toch boeiend door zijn bloeiende,
bewogen klank en onstuimige stuwing.
Tenslotte op Decca (mono LXT 5682)
een dierbaarheid uit de balletwereld':
excerpjen uit de muziek voor het bal
let „La fille mal gardée", muziek die
oorspronkelijk is geweest een pastic
cio uit volksmelodieën, toen door Hé-
rold is uitgebreid tot een pasticcio uit
zijn eigen muziek en de composities
van anderen (o.a. Rossini) en enkele
jaren geleden door John Lanchbery,
die haar ook uitvoert met het orkest
van Covent Garden, nog eens aan
een bewerking is onderworpen. Een
aaneenschakeling dus van gezellige me
lodietjes, waarop men de danseressen
van romantisch-klassiek ballet voor
zün ogen ziet voorbij zweven.
L. H.
Caterina Valente staat voor niets. In haar nieuwste tv-show geeft zij een persiflage
op Elvis Presley, de koning van de rock-'n'-roll, die klinkt als een klok. Aan
deze foto hoeft verder niets meer te worden toegevoegd.
Vragen voor deze rubriek moeten worden gericht aan de
Redactie van ons blad (met in de linker-bovenhoek der
enveloppe„Vragenrubrlek"). De beantwoording ge
schiedt gratis. De Redactie behoudt zich echter het recht
voor, bepaalde vragen niet voor beantwoording in aan
merking te doen kom Ai. Over de beslissing dienaangaande
kan niet worden gecorrespondeerd. Gaarne vermelding
van naam en adres bij de ingezonden vragen.
Men houde er nog rekening meedat men minstens 14
dagen op antwoord zal moeten wachten en dat het ons
niet mogelijk is, in te gaan op verzoeken tot persoonlijke
beantwoording der brieven.
Van een woningbouwvereniging heb
ik een jaar geleden een autobox
gehuurd voor 6 per week, doch
deze is niet voorzien van licht of
water. Bij de laatste huurverhoging
kreeg ik de mededeling, dat ik ook
voor de autobox 10 pet. huurver
hoging moest betalen, zodat de
huur nu is geworden 6,60 per
week. Het bepreemdt mij wel enigs
zins, dat een woonhuis, dat nog
geen 9 per week aan huur doet
buiten de verhoging valt en dat
men dan wel gerechtigd is om een
autobox van 6 per week met 10
pet. te verhogen. Aldus B. A. de G.
Het is niet juist, dat een woonhuis, dat
nog geen 9 per week aan huur doet
(in een eerste klasse gemeente) buiten
de verhoging valt. Als het huis goed is
onderhouden en geen gebreken vertoont
kan de huuradviescommissie een ver
gunning afgeven -de huurverhoging wel
toe te passen.
Een autobox is een bedrijfspand en
hiervoor geldt de regeling, dat de op
31 augustus 1962 geldende huurprijzen
van kracht blijven, tenzij partijen na
deze datum anders overeenkomen.
Een dergelijke huurverhoging kan dus
slechts tot stand komen door een nieu
we overeenkomst tussen partijen. Ech
ter, als die autobox onder een of an
dere premieregeling valt, d.w.z. ge
bouwd is met financiële steun van
overheidswege (dit kunt u te weten ko
men op het gemeentehuis), zal nader
bekeken moeten worden of de huur
mag worden verhoogd, dit alleen ech
ter voor na-oorlogse panden. De huur
adviescommissie in uw woonplaats kan
u hierover nader inlichten.
In mijn bezit zjjn twee violen. In
de eerste staat: Antonius Stradiva
rius, Cremonensis, Faciebat Anno
1721 in de tweede staat hetzelf
de, alleen het jaartal is daar: 1793.
Zjjn dit echte Stradivariussen?
vraagt mevr. A. D.
De gegevens, welke men in een Stra
divarius aantreft zijn: Antonius Stradi
varius Cremonensis Faciebat Anno
(volgt het jaartal, b.v. 1721), verge
zeld van een kruisje met -de letters A
en S.
Mocht dit alles in uw (eerstbedoelde)
viool vermeld staan, dan blijft altlid
nog de kans bestaan, dat de betreffen
de viool een vervalsing is, doch dit is
door een deskundige gemakkelijk te be
oordelen. Wendt u zich eens tot de di
rectie van een onzer conservatoria of
tot een conservator van een museum
(b.v. van het Gemeentemuseum te
's-Gravenhage, dat een verzameling
muziekinstrumenten bezit) Dat df
tweede door u genoemde viool een ecte
Indien een weduwe als enig inko
men A.O.W. heeft, kan zijn dan
aanspraak maken op een extra toe
lage? Zo ja, hoe moet dan gehan
deld worden? Aldus P.K.
Als de overleden echtgenoot in loon
dienst was en er zijn voor hem rente
zegels geplakt, dan kan de weduwe wel
licht aanspraak maken op een uitkering
van de Raad van Arbeid. Hiermee be
doelen wij uiteraard niet de uitkering
volgens de A.W.W., die aan .weduwen
boven de 65 jaar niet wordt verstrekt.
Zij kan zich in dat geval hjj de Raad
van Arbeid vervoegen om inlichtingen.
Kan de weduwe niet voldoende in haar
onderhoud voorzien, dan kan zij een be
roep doen op Sociale Zaken van haar
gemeente van inwoning.
Ik ben in september 1962 getrouwd.
Mijn vrouw werkt nog gedurende
de gehele maand oktober en ver
dient plm. 450. Moet ik nu bij de
belastingdienst een aangiftebiljet
1962 aanvragen? Hoe luidt in grote
trekken de nieuwe belastingrege
ling voor de werkende gehuwde
vrouw? A. H. te S.
Als van de inkomsten van uw vrouw
loonbelasting wordt ingehouden volgens
de nieuwe regeling voor gehuwde vrou
wen en u verder geen neveninkomsten
als b.v. rente van spaartegoed of der
gelijke geniet, zult u vermoedelijk niet
in de inkomstenbelasting vallen. U kunt
echter een aangiftebiljet indienen,
waarop u alle inkomsten over het jaar
1962 aangeeft, dus ook het salaris van
uw vrouw.
De nieuwe regeling, welke 1 januari
j.l. van kracht is geworden is zo inge
wikkeld (en verschillend o.a. ten aan
zien van inkomstenbelasting en loon
belasting) dat hierover alleen reeds een
heel boek is verschenen. Een uitput
tende beantwoording van uw vraag valt
dus buiten dit bestek. In het algemeen
is de bedoeling dat vein bijverdiensten
van de vrouw deel vrij zal zijn, doch
minimaal 500 en maximaal 2.000.
Het vrqgestelde bedrag blijft vrij, al
leen het meerdere is dus belast.
In principe valt iedere gehuwde man
m de inkomstenbelasting voor het in
komen van hemzelf en van zijn echt
genote. Dit lijdt alleen uitzonderingen
in bepaalde gevallen waarin het inko
men bijna of geheel uit alleen loon be
staat en dan nog slechts indien aan be
paalde voorwaarden is voldaan.
Hoe behandelt men een stephano
tus?, aldus G. B. G. v. H.
Deze plant vraagt een warme stand
plaats in het volle licht, doch niet in
de volle zon. Ze verlangt een vochtige
omgeving, vandaar dat liefst dagelijks
gesproeid moet worden en de plant op
een zogenaamd eilandje moet worden
gezet, dat wil zeggen op een omge
keerd schoteltje in een sierpot met
daarin steeds water tot juist onder pot-
rand.
In de winter minder water geven en
geen mest. In de zomer veel water en
geregeld mest. Als grondmengsel b.v.
1 deel bladgrond of bloemistengrond,
1 deel goede tuingrond en 1 deel ver
teerde mest en wat scherp zand. In
maart terugsnoeien en de nieuwe ran
ken langs -draad leiden. Geregeld ver
plaatsen van de pot heeft bloemafval
tengevolge.