T elevisie-
reclame
OP EERSTE NET ZEKER
GEEN RECLAME
In prognose van N.T.S. zijn
kosten te laag geraamd
CONCESSIONARIS NOG
NIET AANGEWEZEN
I
K.A.B. schort oordeel op
over nieuw loon-systeem
5Groepen ambtenaren hebben
nog salaris achterstand
Gematigd stakingsrecht
onderwerp van studie
Merkwaardig fenomeen
Nota inzake de reclame-T.V.
'S&e&wa
Jewenka
Peek&Cloppenburg
NVVstreven naar wegneming-
van gebleken bezwaren
Geen sprake van
moordende
concurrentie
Jongensmarkt
Radio Vaticana
Koningin bezoekt
reactorcentrum
ARKA-CONGRES IN NIJMEGEN
VAKCENTRALES OVER LOONPOLITIEK:
Dr. J. Klein Swormink
DINSDAG 13 NOVEMBER 1962
PAGINA 5
f,TwXel'dat, er,mi» drfM-
JfUd a:
Het
commerciële de a®st krijgt dan
"merciele gegadigde, maar in-
Parmantig vestje
Kraagmodel met S^ove
fantasiestee^, zmveiwol
in 8 kleuren voor kleuters
van 1-5 jaar Q 80
vanaf U
let op het .DELANAl ETIKET I
Pilkington-rapporf
Kleurentelevisie
elke woensdag
De afwerking is even
mooi als de pasvorm en...
de plooi blijft erin.
Smalle pijpen zonder
omslag. In de nieuwste
grijze tint.
inrin
Het voortdurend misverstand dat
het station voor officieel verslijt, komt
voort uit de naam. Waarom beeft liet
station geen meisjesnaam, zoals Ra
dio Veronica? Ja, en als bet dan nog
„reclameboodschappen" uitzond, dan
zou niemand bet nog zo verschrikke
lijk ernstig nemen.
Bezitsvorming
D® memorie van antwoord op
het voorlopig verslag over de
nota Scholten-Veldkamp inza-
ke reclame-televisie is thans
«schenen. Deze keer is het een
°ta Scholten-Grjzels. De eerste on
dergetekende is nu het meest aan
h51 woord. Ten dele is de M.v.A. een
®rhaling en versteviging van oude
rghmenten, maar er zijn ook nieu-
We
len
argumenten en nieuwe voorstel-
die erop gericht zijn de in de
Rarner gerezen bezwaren tegen de
-ptspronkelijke nota weg te nemen.
?^,wa.s uit het voorlopig verslag al
mdelijk geworden, dat de denkbeel
den der regering de instemming van
de
meerderheid van de Kamer niet
°Uden behalen. Zouden de staatsse
cretarissen z'ch beperkt hebben tot
o®t nastreven van een louter debat-
®Ucces, men zou hun kansen, on
danks de spitsvondigheid naarmede
oeze M.v.A. ongetwijfeld is opge-
gering moeten achten. Maken
die kansen groter door hun nieu
we voorstellen? Het eerste nadeel, dat
zichzelf berokkend hebben, is
waarschijnlijk tijdnood. Want om-
IIent deze nieuwe voorstellen zal de
Kamercommissie nog wel iets te
l'ragen hebben en als de staatssecre
tarissen daarop nog moeten antwoor-
?eb, betekent dit uitstel van de open
bare behandeling. En de verkiezin
gen naderen.
Het voornaamste nieuwe voorstel
®®staat hierin, dat het tweede tele
visienet, dat volgend jaar gereed
S?mt, zal worden verdeeld tussen
tf T.S.-omroepverenigingen en een
h°g niet aangewezen commerciële
programmamaatschappij in de ver
houding eenderde tegen tweederden.
de nota was het hele tweede net
voor de commerciële gegadigde be
stemd. Intussen had de N.T.S. doen
^eten in staat te zijn reeds onmiddel-
hlk tien zenduren op het tweede net
verzorgen en elk jaar vier uur
meer, zodat in 1969 het aantal zend
uren dertig zou zijn. Welnu, de
hf.T.S. krijgt onmiddellijk tien uur
?P het tweede net aangeboden en in
1969 zal zij, als het derde net haar
wordt toegewezen waartoe een re
delijke kans aanwezig wordt geacht
beschikken over dertig zenduren.
Heeft de N.T.S. en hebben de om
roepverenigingen dan nog te klagen?
Het klinkt in schijn allemaal heel
redelijk. Alleen zal de N.T.S. die tien
Uren veel moeilijker kunnen verzor
gen, wanneer de commerciële gega
digde op hetzelfde moment bezig is
op de beschikbare talenten beslag te
leggen Want het was niet zonder re
den, dat de N.T.S. een geleidelijke
Uitbreiding van het aantal uren had
voorgesteld. Dit bezwaar is nog maar
Van bijkomstige aard. Een groter he
rwaar is, dat de derde zender niet
meer is dan toekomstmuziek Drie
zenders zijn voor een klein land rii
keljjk veel. Het allergrootste be
mercTwl vastgelegd, dat de com-
j j Pr°grammamaatschappij
n derde van de zendtijd in beslag
neemt. De K.R.O. heeft nu vier uur
tendtijd in de week, volgens het nieu
we voorstel worden het er zes. Verge
lijk dit eens met de Wvintig uren
Zendtijd, die de commerciële pro
grammamaatschappij zou krijgen en
beoordeel dan of het katholieke
volksdeel, een derde van de kijkers,
Wildoende aan zijn trekken komt.
Hoe kan de K.R.O. met deze schaar
se zendtijd, welke meerdere dagen
Uiteenligt, nog adequaat reageren op
actualiteiten als bijvoorbeeld het
^oftenon-proces? In dit licht is het
ronduit ergerlijk, dat ten behoeve
•®n een commerciële gegadigde,
Wien het begonnen is om het intro
duceren van reclame in de televisie
on die geen andere mening heeft te
verkondigen dan dat hij zich in staat
?cnt een aantrekkelijk programma te
Pokostigen, met een beroep op de
rijheid van meningsuiting wordt be
voorrecht boven levensbeschouwelij
ke groepen, die reeds eerder door
Pe toewijzing van veertig procent van
Pe zendtijd aan de N.T.S. in hun uit
drukkingsmogelijkheden waren be-
In de discussies over de toepasse-
ukheid van vrije meningsuiting was
Pr°P gewezen, dat de overheid bij de
erdeling van de nu eenmaal niet on-
operkte zendtijd moest uitgaan van
-Ploctieve en voor alle gegadigden
?elClende maat.st.avpn. Dp MvA
jOujke maatstaven? Dat is hele-
n®al niet nodig, als een der gegadig-
eq geen aanspraak maakt op belas-
jbggeiden, zijn geld meebrengt en
zendtijd kosteloos, d.w.z. uit de
Vun ngsten van reclame> weet te
tol Nietwaar, eisen voor toelating
top de publieke zendtijd stelt men
0 cu slechts inzoverre die zendtijd
-s geld kost? De overheid beheert
rut hierop met een even verras-
d als onthullend tegenargument.
&s het cultuurbrengend of cultuur-
Uervend medium van de televisie.
argument is onthullend. De
j-jWi van de zaak is, dat de rege-
Sj 6 de zendtijd op het tweede televi-
te I Sevuld wilde zien zonder over
Up.fdan tot verhoging van de kijk
en a' To€wijzing aan de N.T.S.
ljc, de omroepverenigingen zou al-
kijk °P den duur t°t verhoging der
q{, geIden moeten leiden. Men weet
ej, pueteen hoeveel kans de N.T.S.
ken °mroePveren'gingen in '69 ma-
oen derde net, dat zij onmo-
hogj, kunnen verzorgen zonder ver-
kan« der kijkgelden: evenveel
den aJs °P verhoging der kijkgel-
anno 1962.
ste] u®sen zit in het nieuwe voor-
Van' h aan de N.T.S. een derde
heen (.e zendtijd op het tweede net
therkJ'oebedacht- een 'n dit verband
S. aardige complicatie. De N.T
Uqr uarnelijk de keus: deze tien
Uit -jp ostigen uit de kijkgelden, of
ais do "nt omsten van reclame. Maar
kan T-s het laatste kiest, dan
op J, eyengoed de hele zendtijd
t^eds inr?QSn'er vullen! Wij hebben
ovpt? de ouiroepverenigingen
[n dn ,w|eglnS gegeven, de reclame
het 1Prtt--xV1,s'e niaar ter wille van
aanvo'ilsleven als onvermijdelijk
ver aan arden' omdat wij toch lie
Ingram™ omroePverenigingen de
sPotsmn?af tussen da reclame-
^arciédn ertr,ouwden dau aan com-
de recbn,!"'1 .an'en wie het om
1,14 beeon 6n niet om het program
*Iaatssecrofn 's Waar'om hebben de
dus donn arissen de keuze niet al-
Wleen mnt w-?n: indien de N.T.S.
*tj tien ni, kijkgelden werkt, krijgt
(Vervol), van pagina 1)
De staatssecretarissen zijn het niet
eens met het NTS-standpunt, dat de
01 richting en instandhouding van het
tweede net uit het kijkgeld kan wor
den gefinancierd. Aangezien zij tegen
een verhoging van het kijkgeld zijn,
moet, volgens hen, het geld voor het
tweede programma grotendeels uit an
der bronnen worden gehaald. Naar
hun mening biedt de opbrengst uit re
clame hiervoor de enige reële moge
lijkheid.
Bij de memorie van antwoord is als
bijlage de prognose gevoegd, die de
NTS vorig jaar op verzoek van mr.
Scholten heeft gemaakt. Uit deze prog
nose blijkt, dat de financiering van het
tweede programma uit het kijkgeld mo
gelijk is met behoud van het huidige
tarief van 36 gulden per jaar. De NTS
stelt zich voor om de eerste twee jaar
slechts tien uur op het tweede net uit
te zenden en de daarop volgende jaren
de zendtijd steeds met vier uur uit te
breiden totdat in 1969 over beide net
ten in totaal zestig uur per week zal
worden verzorgd.
De bewindslieden laten van deze prog
nose niet veel heel. Punt voor punt
worden de kostenramingen doorgelicht.
Na ieder punt luidt de conclusie dat
de NTS er met haar raming naast
of liever gezegd te laag zit. Er is
geen rekening gehouden met de regio
nale uizendingen en de schooltelevisie
en met onverwachte schommelingen in
het loon en prijsniveau. De kostenra
ming van de NOEMA en de PTT
(zenderhuur, inningskosten en gebruik
straalzender verbindingen) en de bere
kening van het gemiddelde uurbedrag
voor directe programmakosten deugen
niet. Ook is men het niet eens met de
voorgestelde uitbreiding van zendtijd.
,,Bü de ingebruikneming van het twee
de net mag de eis worden gesteld,
dat het tweede programma de kijkers
een reële keuzemogelijkheid geeft"
Volgens de staatssecretarissen is die
alleen aanwezig als beide zenders ge
lijktijdig een programma van gelijke
duur uitzenden. Voor de overgangspe
riode zou dat een minium aantal van
twintig uur per week moeten zijn.
Kortom de NTS geeft een rooskleurige
voorstelling van zaken, die niet in
Advertentie)
DEDEMSVAART
dien zij toch reclame in de televisie
aanvaardt, hebben wij voor de pro
grammaverzorging geen commercië
le gegadigde nodig.
Het is waar, dat ook de N.T.S. c.s.
dit denkbeeld eerder hadden kunnen
lanceren, indien zij eerder en met
meer geestdrift de reclame in de te
levisie hadden aanvaard. Kunnen zij.
als de Kamer hun deze oplossing
min of meer oplegt, de hele zend
tijd vullen? Niet onmiddellijk, zie bo
ven, maar over enige jaren blijkbaar
wel.
Er is ongetwijfeld nog heel wat
meer te zeggen over de zeer uitvoe
rige M.v.A. Er zal ook nog wel het
een en ander gezegd worden. Voor
vandaag beperken wij ons tot deze
eerste indrukken. Zij zijn niet zo af
wijkend van onze indruk, die wij van
de nota zelf aldus formuleerden: als
man de monaan wast, wordt hij wei
schoner, maar niet wit. Hij is nu niet
alleen gewassen, maar ook ge
schminkt en aangekleed. Zijn figuur
is er niet waarschijnlijker op gewor
den.
overeenstemming is met de werkelijk
heid. Om dit aan te tonen hebben de
bewindslieden zelf enige prognoses ge
maakt, die moeten bewijzen, dat de
NTS zelfs bij een verhoging van het
kijkgeld tot veertig gulden per jaar
niet in staat is het volledige tweede
programma te verzorgen zonder dat
er steeds een tekort ontstaat. Slechts
een tweede programma van tien uur
zou voorlopig wel uit het thans geheven
kijkgeld kunnen worden bekostigd".
In de memorie van antwoord wordt
uitvoerig ingegaan op het voor en te
gen van reclame. De staatssecretaris
sen wijzen op de betekenis van de re
clame voor de economische ontwikke
ling van ons land. Zij belichten niet al
leen de gunstige aspecten van de recla
me, maar besteden ook aandacht aan
de schadelijke consequenties die, zo vin
den zij, niet moeten worden tegenge
gaan door de reclame te bestrijden,
maar door opvoeding en het zo nodig
geven van aanvullende informaties.
„Als reclame in het algemeen uit eco
nomisch oogpunt positieve betekenis
heeft dan moet dat naar de mening
van de bewindslieden a fortiori gelden
voor de meest indringende en meest
effectieve vorm daarvan: reclame via
de televisie".
Erkend wordt, aar ook ue televisie
reclame in de eerste plaats mogelijk
is voor de grotere ondernemingen. Dit
betekent echter niet dat de kleine onder
neming er oezwaar tegen Dehoeft te
hebben of er schade van zal ondervin
den. Deaacht moet worden, dat ook on
der de reeds in gebruik zijnde media
er zfjn, die het kleine bedryi zich niet
kan veroorloven, maar waaraan het
ook veelal geen beboette heeft. Mr.
Scholten en drs. Gijzeis vestigen er te
vens de aandacht op,"' dat het technisch
mogelijk is op iedere straalzender een
zeüstandige uitzending te verzorgen.
Dit betekent, dat over Nedeland ver
spreid tegemKertud dertien verschillen
de programma's gegeven kunnen wor
den. Hierdoor kan worden bereikt, dat
het midden- en kleinbedrijf, dat vaak
slechts een regionaal debiet heeft, re
clameboodschappen tegen aanzienlijk la
gere prijs kan uitzenden. Bovendien zul
len de kleine ondernemingen ook in col
lectief verband reclame via de televisie
gaan brengen.
Naar aanleiding van een opmerking
in het voorlopig verslag, dat reclame
televisie in de meeste Europese lan
den verboden Is zeggen de bewinds
lieden, dat er negen landen in het
vrije West-Europa zijn waar geregeld
reclame via televisie wordt uitgezon
den en dat in vrije landen buiten Eu
ropa reclame practiscta overal is toe
gelaten". Wil net Nederlandse be
drijfsleven in eigen land even krach
tig staan als het bedrijfsleven elders,
dan dient het onder meer over de
zelfde reclamemiddelen te beschikk .n.
De bewindslieden delen niet de vrees
van Kamerleden, die menen, dat de
reclame-televisie tot schade van Neder
landse ondernemingen vooral door bui
tenlandse kapitaalkrachtige onderne
mingen zal worden gebruikt. Zeker zal
ook voor buitenlandse ondernemingen de
mogelijkheid om in Nederland televisi-
sie-reclame te maken moeten worden
opengesteld. Het wordt echter niet
aannemelijk geacht, dat het buitenland
een overwegende plaats in de tv-recla-
me zou gaan innemen. De staatssecre
tarissen menen echter wel, dat er een
zekere invloed van de Duitse t.v.-recla-
me op de afzet van Nederlandse pro-
dukten bestaat. Een neutralisatie door
reclame van Nederlandse onderne
mingen in de buitenlandse program
ma's valt bijna niet te realiseren.
Het betoog van de bewindslieden over
het Verdrag van Rome beslaat enige
kolommen in de memorie van antwoord.
Zij merken op, dat ook reclame-mede
delingen vallen onder artikel tien van
dit verdrag. „Het is duidelijk, dat bij
de beoordeling van de aanvragen van
nieuwe gegadigden naast die van de
bestaande concessionarissen het aller
eerste richtsnoer voor de overheid be
hoort te zijn: nauwlettend er voor te
waken, dat het recht van vrije menings
uiting niet zonder voldoende grond
wordt beperkt. Dat nu zou inderdaad
gebeuren indien met voorbijgaan van
redelijke aanspraken van serieus te
achten gegadigden in een geval dat de
technische mogelijldieden voor zendtijd-
uitbreiding aanwezig zijn, de overheid
uitsluitend machtiging zou geven aan
benj d^e reeds in het bezit zijn van een
zendvergunning of met die groep iden
tiek zijn. Het toelaten van een nieuwe
concessionaris is een uitvloeisel van het
beginsel van vrije meningsuiting. Beide
beginselen zijn een wezenlijk element
van onze democratie."
De suggestie in het voorlopig ver
slag dat het uitzenden van reclame
boodschappen in strijd zou zijn met
de geestelijke volksgezondheid, achten
de staatssecretarissen onaanvaard-
baar. De dagbladreclames, de adver
tentiebladen en de reclamefilms in de
bioscopen vindt men niet onverenig
baar met de geestelijke volksgezond-
-1 j' 3° If'dt hun redenering. De be
windsheden merken verder op, dat
de ,invoe!"inS van reclame-televisie en
in het bijzonder commerciële televisie
het peil van de programma's niet zal
verlagen. Zij noemen dit denkbeeld
een onderschatting van het Neder
landse publiek en de preventieve wer
king van de voorwaarden, waaraan
de concessionaris moet voldoen. Met
nadruk stellen mr. Scholten en drs.
Gjjzels, dat er nog geen gegadigde
is aangewezen als concessionaris. Ook
zeggen zij niets te voelen voor een
proefconcessie.
Van een moordende concurrentie tus
sen de NTS en de commerciële ex
ploitant met als inzet artistieke me
dewerkers zal volgens de bewinds
lieden geen sprake zijn, „omdat het ta
lent in ons land niet zo benauwend
klein is, als wel wordt voorgesteld" en
er bovendien overleg gepleegd zal wor
den.
Ondanks het Pilkington-rapport, dat
beslist niet alleen in Engeland veel
stof heeft doen opwaaien, blijven de
beide staatssecretarissen geporteerd voor
het Engelse systeem. ,,Het is een uiter
mate leerzaam rapport, maar bij het
lezen ervan moet men in het oog houden,
dat de situatie in Engeland op het ge
bied van radio en televisie wezenlijk
iets anders is als bij ons. Ook ten aan
zien van de pers bestaan er grote ver
schillen. Het Pilkington-rapport bevat in
feite geen kritiek op de commerciële
televisie als zodanig, maar wei op de
wijze waarop het systeem heeft gewerkt."
De bewindslieden hebben een voorkeur
voor een gemitigeerd Engels systeem,
dat elementen van het Beierse systeem
bevat. Over het peil van de Engelse
programma's wordt opgemerkt, dat de
reacties op 't Pilkington-rapport wel dui
delijk gemaakt hebben, dat het oordeel
van de commissie van verschillende zij
den wordt bestreden. ,,Elk televisie-pro
gramma kan zwakke momenten heb-
j ^an£t ervan af of men zijn
oordeel daarop baseert of op het gehele
programma. In de nota is van dit laat
ste standpunt uitgegaan."
De Invoering van kleurentelevisie, zo
wordt verder gezegd, kan op financiële
gronden niet binnenkort worden ver
wacht. Niet alleen is de zendappara
tuur zeer kostbaar, maar ook ligt de
prijs van de ontvangsttoestellen nog erg
hoog (vier maal zwartwit beeld). Ten
zij zich plotseling nieuwe technische ont
wikkelingen voordoen, die de produk-
tiekosten drukken, zal de invoering van
kleurentelevisie de eerste jaren niet
plaats hebben.
(Advertentie)
Speciaal verlaagde
J, M. prijs
leeftijd 6 jaar
met kleine stijging per meat
b.v. 10 jaar 13
Verschillende bladen hebben Radio
Vaticana verweten zich te direct over
personen uit te laten. Terecht, dunkt
ons. Wij zullen bet radiostation niet
verdedigen. Wij hebben er tenslotte
niets mee te maken. Het is een ge
zelschap paters wier gezag daarin be
staat dat niemand bet waarschijn
lijk acht dat zij in die omgeving slor
dig met de orthodoxie zullen om
springen. Voor de rest zijn hun reac
ties op bet dagelijks gebeuren voor
eigen particuliere rekening. Zij zijn
geen orgaan van de Kerk, evenmin
als wij.
DEN HAAG, 13 nov. De koningin
is voornemens vrijdag "en bezoek te
brengen aan het reactorcentrum Ne
derland te Petten.
UTRECHT, 13 nov. Het dagelijks
bestuur van de katholieke arbeiders
beweging heeft zich ppsteren beraden
over de door de regering in haar brief
van 5 november aan de Stichting van
n Arbeid neerge' gde opvatting over
het toekomstige loonpolitieke systeem.
Het KAB-bestuur betreurt, dat de re
gering haar opvattingen op deze wijze
in een brief heeft neergelegd en als een
beslissing in hoofdzaak ook aan de pers
heeft medegedeeld.
In het overleg over deze brief, dat
vrijdag j.i. werd gevoerd, heeft de minis
ter van Sociale Zaken en Volksgezond
heid een toelichting gegeven, waaruit,
volgens het KAB-bestuur, een geheel
andere interpretatie van de in de toe
komst te voeren loonpolitiek naar voren
kwam dan uit de brief van de regering
gelezen kon worden.
Wanneer de KAB voor haar beoorde-
I. - over he systeem uitsluitend de brief
tot uitgangspunt zou nemen, dan meent
zij, een afwijzende houding te moeten
innemen. Zij gelooft evenwel, dat er na
een nadere toelichting en vastlegging
van de wijze, waarop regering en col
lege van de hun toegemeten bevoegd
heden gebruik kunnen maken, nog mo
gelijkheden z„ om in de voortzetting
vr-i de besprekingen ussen regering en
stichting tot een oplossing te komen.
In afwachting van deze besprekingen
meent het KAB-bestuur zijn oordeel over
het systeem nog enige tijd te moeten
opschorten, ondanks het feit, dat de tijd
dringt en de onderhandelingen in vele
bedrijfstakken in volle gang zijn.
Het KAB-bestuur is verheugd, dat de
regering ten aanzien van het gesprek
van jongstleden vrijdag te kennen heeft
gegeven het unanieme S.E.R.-advies
over de ruimte in 1963 te willen over
nemen. Hierbij wordt ervan uitgegaan,
dat alsnog overeenstemming over het té
voeren systeem zal worden bereikt. Het
verband tussen een en ander acht het
KAB-bestuur duidelijk. Het zal zich ver
der in eigen kring en met de andere
vakcentralen beraden.
AMSTERDAM 13 nov. Het ver-
bondsbestuur van het NVV zegt over het
nieuwe systeem van de loonpolitiek:
„Tot zijn teleurstelling kan het ver-
bondsbestuur uit de inhoud van deze be
slissing geen andere conclusie trekken,
dan dat de regering op essentiële onder
delen afwijkt van het standpunt van de
S.E.R, en in het bijzonder van de meer
derheid van de S.E.R. waarvoor ook het
NW zich heeft uitgesproken.
Het verbondsbestuur spreekt als zijn
oordeel uit dat de inhoud van de be
slissing de conclusie wettigt, dat de be
voegdheden van de overheid op loon-
gebied worden uitgebreid en de Stichting
va" den Arbeid wordt gemaakt tot uit
voerder van het regeringsbeleid zonder
eigen verantwoordelijkheid. Een derge
lijke constructie moet door het NVV
worden afgewezen.
Het verbondsbestuur is van mening
dat in nauwe samenwerking met KA?"
en CNV getreefd mo. t worden, naar een
oplossing waarbq de hierboven gesig
naleerde bezwaren zullen worden weg
genomen"»
(Van een onzer verslaggevers)
NIJMEGEN, 13 nov. „Wij kunnen
en mogen niet berusten in een sinds
19S6 en sindsdien enigszins afgebrok
kelde achterstand van een aantal la
gere en middelbare functies. Niettegen
staande de per 1 januari 1962 in vier
fasen te realiseren salarisverhoging, be
staat wel degelijk de achterstand. De
cijfe welke de minister én bij de on
derhandelingen én in de Staten-Gene-
raal op tafel heeff gebracht, om aan te
tonen, dat er per 1 juli 1961 geen ach
terstand meer aanwezig zou zijn voor
de lagere en middelbare ambtenaren,
zijn ondanks de betoonde kunst van het
groeperen van cijfers, voor ons niet te
aanvaarden.
Daarom willen -en moeten wij onze
arbeid per 1 januari 1963 wederom
sterk richten op het wegnemen van
deze achterstand naast zo mogelijk
een algemene salarisverhoging. Dit
als resultaat van een eigen loonbe-
leid voor het overheidspersoneel met
voldoende coördinatie met de loonont
wikkeling in het particuliere bedrijfs
leven voorzover dit voor de over
heidsfuncties als representatief kan
worden beschouwd."
Dit zei vanmorgen mr. G. A. A. M.
Boot, voorzitter van de A.R.K.A., op het
jaarlijks congres, waar tevens aandacht
wordt gewijd aan het 45-jarig bestaan.
Sedert het vorig congres is een netto
ledenwinst geboekt van 1659.
De heer Boot bepleitte een jaarlijkse
uitkering (voor deze groep van werkne
mers is er immers geen winstdeling of
tantième) en een totale herziening van
de structuur van het bezoldigingsbe
sluit. Het aantal schalen kan z.i. be
langrijk worden ingekrompen, de loop
tijd van een aantal schalen is veel te
lang, de z.g. schrijverscarrière dient be
langrijk te worden ingekort en het pro
motiebeleid verruimd.
Ernstige kritiek had de heer Boot
op het lang uitblijven van maatrege
len inzake aanpassing en de waarde
vastheid der pensioenen. „Wij blijven
iedere korting van het overheidspen-
sioen kwalificeren als een aantasting
van verkregen rechten."
Nu het probleem van de aanpassing
schijnbaar wordt gekoppeld aan dat van
de waardevastheid der pensioenen, meen
de de voorzitter bezwaar te moeten ma
ken tegen een al te gemakzuchtige kop
pelverkoop. „Zou men immers het
waardevast pensioen introduceren ten
koste van het gedeeltelijk voortbestaan
van de korting op het ambtelijk pen
sioen, dan zou men een nieuwe onrecht
vaardigheid bedrijven. Onze gepension-
neerden mogen niet het slachtoffer wor
den van de lange duur, welke een prin
cipiële stellingname ten aanzien van het
waardevast pensioen vergt."
De samenwerkende centrales heb
ben aan de Centrale Commissie ver
zocht de minister van Binnenlandse
Zaken te adviseren de pensioenen aan
te passen aan het bezoldigingspeil per
1 januari 1962.
Ten aanzien van een eigen ziektekos
tenregeling blijft de A.R.K.A. op het
standpunt staan, dat één onverdeelde
regeling voor het gehele rijkspersoneel,
gebaseerd op het verriohtingenstelsel
nodig is. Van regeringszijde schijnt men
een afzonderlijk uitvoeringsapparaat
met meer dan 300 ambtenaren te willen
gaan opbouwen, doch de R.K. Centrale
van overheidspersoneel heeft op initia
tief van de A.R.K.A. voorgesteld de be
staande lichamen met de uitvoering te
belasten. De gedachten van de heer
Boot gaan daarbij uit naar de Raden
van Arbeid.
De voorzitter uitte vervolgens het ver
langen, dat naast de premiespaarrege
ling andere mogelijkheden worden
overwogen tot bezitsvorming voor het
overheidspersoneel met medewerking
van de overheid, zoals bezit van eigen
woning en effectenbezit.
Met de benoeming van een directeur-
generaal voor personeelsaangelegenhe
den is volgens de heer Boot een betere
c nisatie van het Georganiseerd Over
leg nog allerminst verkregen.
De heer Boot bestreed het standpunt
van staatssecretaris Bot dat de rege
ring alleen de verantwoordelijkheid
voor de ambtenaren op Nieuw-Guinea
had te dragen. Hij keurde het in de
staatssecretaris af, dat hij veel te af
hankelijk was geweest van zijn depar
tement, waarvan het beleid voor de
ambtenaren op Nieuw-Guinea funest zou
zijn geweest.
Inzake de structuur van de katholieke
organisaties, deelde de heer Boot mee,
dat 7 november nog een bespreking van
een werkcommissie onder voorzitter
schap van de heer Middelhuis plaats
had. Hij zag nog grote moeilijkheden
op te ruimen. Er is meerdere malen
contact tussen KABO en A.R.K.A. ge
weest.
Ter behartiging van de belangen van
de A.R.K.A.-leden is er een perma
nente contactcommissie tussen KVP
en A.R.K.A. ingesteld. Gezien de er
varingen van het N.V.V. met de
P.v.d.A. wil de V.R.K.A. deze verhou
ding met een politieke organisatie
voorzichtig hanteren.
Vooruitlopend op een begin volgend
jaar te verschijnen rapport van een
commissie, waarin naast enkele hoofd
bestuursleden van de A.R.K.A. zitting
hebben pater Hoefnagels S.J. en prof.
F. van Mechelen uit Ueuven, deelde de
heer Boot mee, dat de gedachten uit
gaan naar toekenning van een zeker
stakingsrecht.
Dit zou echter niet onmiddellijk in
werking mogen komen, doch eerst na
een z.g. afkoelingsperiode waarin het
uiterste zou moeten worden gedaan om
aan gerechtvaardigde verlangens tege
moet te komen en eventueel prominente
personen trachten partijen tot elkaar te
brengen.
„Slechts node" aldus de voorzit
ter „is het stakingsvraagstuk in stu
die genomen, omdat de regering, waar
van het beleid steeds onder druk staat
van z.g. pressiegroepen, heeft nagela
ten de maatregelen te nemen, welke het
evenwicht van de invloed der maat
schappelijke groeperingen, waaronder
die van het overheidspersoneel, waar
borgen."
HILVARENBEEK, 13 nov. Het be
stuur van de stichting Groot-Kempische
Cultuurdagen heeft besloten de cultuur-
dagen 1963 te houden op 20 en 21 juli.
De Groot-Kempische cultuurdagen 1963
zullen in het teken staan van het the
ma „Kunst en moraal".
(Advertentie)
Uw zorger voor morgen bij DE OLVEH geborgen.
Woensdag is de genees
heer-directeur van het Bre
dase St. Ignatiusziekenhuis,
dr. J. A. Klein Swormink,
veertig jaar in functie.
Voor jubileren is er deze
dag echter geen tijd, want
men viert de officiële ope
ning van de nieuwe ver-
pleegstersschool. Dadrmee is
dan voor dr. Klein Swormink
de laatste mijlpaal bereikt:
donderdag combineert hij zijn
jubileum met zijn afscheid.
Hij is een merkwaardig fe
nomeen; allereerst is zijn 40-
jarig jubileum als geneesheer
directeur een exclusiviteit die
in de toekomsf niet gemak
kelijk meer vertoond zal wor
den; vervolgens is hij een per
soonlijkheid die evenmin voor
herhaling vatbaar lijkt. Men
verwacht een arts te treffen,
die een gesprek zal vullen
met wat zijn leven heeft ge
vuld: de opbouw van een mo
dern ziekenhuis. En dan wordt
men ontvangen door een man
die de meest uiteenlopende in
teressen koestert en doodern
stig opmerkt, dat hij nog eens
graag opnieuw zou beginnen,
maar dan in een heel andere
sector. Iemand die even wel
willend als trots de snufjes
van zijn nieuwe huis laat zien,
de herkomst van monumentale kasten onthult, een hobbykamer vol machi
nerieën demonstreert en tenslotte sterke, maar ware verhalen vertelt over
iachtavonturen in de 236 hectare bos die hij zijn eigendom mag noemen.
Zijn vrouw, die onuitputtelijke hoeveelheden pittige koffie serveert,
mart aan eenzelfde openhartigheid een plezierige jovialiteit. Ze laat o.a.
ie kast zien waar de sigaren worden drooggehouden; dat is een van de
•ele wonderen die haar kolenfornuis verricht.
Maar we moeten schrijven over de persoon van dr. Klem Iswormmk,
'•redanaar in hart en nieren, al is hij dan in sept. 1893 m Amsterdam
eb oren. Zijn vader, die uit Deventer kwam, was in de hoofdstad leraar
an de zeevaartschool, maar kwam anderhalf jaar later aan de Bredase
IBS
Dr. Klein Swormink voltooide de HBS m 1911 en vertrok daarop naar
imsterdam, waar hij in drie jaar tijd het staatsexamen Grieks en Latijn
met het kandidaatsexamen geneeskunde combineerde. In juni 1917 was hij
arts, nog geen 23 jaar oud; een jaar later promoveerde hij. Datzelfde jaar
begon in Breda de bouw van het ziekenhuis. Dr. Klein Swormink, die m
Breda een praktijk als huisarts begon, werd als zodanig verbonden aan het
oude gasthuis en toen het nieuwe ziekenhuis klaar kwam, was hij de
aangewezen man om directeur te worden. Breda had m die tijd twee
chirurgen, een neuroloog een oogarts en een neus-keel-oor-arts; nu zijn
er 30 specialisten en 18 specialismen. Het ziekenhuis telde destijds 300 bedden,
de helft van het huidige aantal Bij de opening vond vrijwel iedereen dat
het wel erg groot was. Welwillende collega s feliciteerden met de opmer
king: „Je kunt er de eerste vijftig jaar tegen" Minder weiwillenden
verdachten hem ervan, de bedden te vullen met gezonden. „Is dat kind
nu wel echt ziek?" informeerde een argwanende wethouder, die zich
bezorgd maakte over de doelmatigheid van de gemeentelijke bijdragen.
De ruimte is niet lang te groot gebleven: na enkele jaren begon het
woekeren, dat ondanks alle bouwerij tot op de dag van vandaag voortduurt.
Dr. Klein Swormink heeft een „profetische blik": hij zag altijd al lang
tevoren, welke ontwikkelingen ophanden waren en zette dan bijtijds zijn
plannen op, a' werd hij bij herhaling voor gek verklaard. Hij heeft
commerciële gaven meegekregen van zijn moeder, die een koopmansdochter
was. Dat heeft hem ook afgehouden van zijn eigenlijke voorliefde: de
chemie. Op het eindexamen H.B.S. haalde hij een tien voor dit vak, maar
welke toekomst bood deze richting in die jaren? De chemici in de industrie
waren nog niet wat ze nu rijn en een leraarsbaan? „Vaste armoe", zei zijn
moeder; dus koos hij een zelfstandig beroep en werd hij arts! Maar de
chemie verloochende zich niet: in Breda werd een laboratorium gecreëerd,
dat tot over de landsgrenzen befaamd is. Maar ook de leraarszoon ontpopte
zich: 44 jaar heeft dr. Klein Swormink voor de klas gestaan en zijn leerboek
uoor verpleegsters beleefde vorig jaar de tweede druk. Bijna 1000 kandi
daten heeft hij opgeleid voor het A-diploma en de verstandhouding is zo,
dat de verpleegsters hem al jarenlang „pa" noemen. Tekort aan verpleeg
krachten kent het Bredase ziekenhuis niet.
Bij dat al is dr Klein Swormink arts gebleven: in 1933, toen hij zijn
kuis artsenpraktijk aan kant deed, werd hij erkend als internist en hij
heeft ook nog röntgenologie gedaan. Hij is hoofdbestuurslid van de
Maatschappijgeweest, hoofd van de bloedtransfusiedienst, voorzitter van
de reumacommissie voor Noord-Brabant en meer dan veertig jaar bestuurs
lid van het Wit-Gele Kruis. De gemeente Breda heeft hem begiftigd met
zilveren stadspenning en sinds vorig jaar is hij Ridder in de Orde van
de H. Gregorius de Grote.