T elevisie- reclame OP EERSTE NET ZEKER GEEN RECLAME In prognose van N.T.S. zijn kosten te laag geraamd CONCESSIONARIS NOG NIET AANGEWEZEN I K.A.B. schort oordeel op over nieuw loon-systeem 5Groepen ambtenaren hebben nog salaris achterstand Gematigd stakingsrecht onderwerp van studie Merkwaardig fenomeen Nota inzake de reclame-T.V. 'S&e&wa Jewenka Peek&Cloppenburg NVVstreven naar wegneming- van gebleken bezwaren Geen sprake van moordende concurrentie Jongensmarkt Radio Vaticana Koningin bezoekt reactorcentrum ARKA-CONGRES IN NIJMEGEN VAKCENTRALES OVER LOONPOLITIEK: Dr. J. Klein Swormink DINSDAG 13 NOVEMBER 1962 PAGINA 5 f,TwXel'dat, er,mi» drfM- JfUd a: Het commerciële de a®st krijgt dan "merciele gegadigde, maar in- Parmantig vestje Kraagmodel met S^ove fantasiestee^, zmveiwol in 8 kleuren voor kleuters van 1-5 jaar Q 80 vanaf U let op het .DELANAl ETIKET I Pilkington-rapporf Kleurentelevisie elke woensdag De afwerking is even mooi als de pasvorm en... de plooi blijft erin. Smalle pijpen zonder omslag. In de nieuwste grijze tint. inrin Het voortdurend misverstand dat het station voor officieel verslijt, komt voort uit de naam. Waarom beeft liet station geen meisjesnaam, zoals Ra dio Veronica? Ja, en als bet dan nog „reclameboodschappen" uitzond, dan zou niemand bet nog zo verschrikke lijk ernstig nemen. Bezitsvorming D® memorie van antwoord op het voorlopig verslag over de nota Scholten-Veldkamp inza- ke reclame-televisie is thans «schenen. Deze keer is het een °ta Scholten-Grjzels. De eerste on dergetekende is nu het meest aan h51 woord. Ten dele is de M.v.A. een ®rhaling en versteviging van oude rghmenten, maar er zijn ook nieu- We len argumenten en nieuwe voorstel- die erop gericht zijn de in de Rarner gerezen bezwaren tegen de -ptspronkelijke nota weg te nemen. ?^,wa.s uit het voorlopig verslag al mdelijk geworden, dat de denkbeel den der regering de instemming van de meerderheid van de Kamer niet °Uden behalen. Zouden de staatsse cretarissen z'ch beperkt hebben tot o®t nastreven van een louter debat- ®Ucces, men zou hun kansen, on danks de spitsvondigheid naarmede oeze M.v.A. ongetwijfeld is opge- gering moeten achten. Maken die kansen groter door hun nieu we voorstellen? Het eerste nadeel, dat zichzelf berokkend hebben, is waarschijnlijk tijdnood. Want om- IIent deze nieuwe voorstellen zal de Kamercommissie nog wel iets te l'ragen hebben en als de staatssecre tarissen daarop nog moeten antwoor- ?eb, betekent dit uitstel van de open bare behandeling. En de verkiezin gen naderen. Het voornaamste nieuwe voorstel ®®staat hierin, dat het tweede tele visienet, dat volgend jaar gereed S?mt, zal worden verdeeld tussen tf T.S.-omroepverenigingen en een h°g niet aangewezen commerciële programmamaatschappij in de ver houding eenderde tegen tweederden. de nota was het hele tweede net voor de commerciële gegadigde be stemd. Intussen had de N.T.S. doen ^eten in staat te zijn reeds onmiddel- hlk tien zenduren op het tweede net verzorgen en elk jaar vier uur meer, zodat in 1969 het aantal zend uren dertig zou zijn. Welnu, de hf.T.S. krijgt onmiddellijk tien uur ?P het tweede net aangeboden en in 1969 zal zij, als het derde net haar wordt toegewezen waartoe een re delijke kans aanwezig wordt geacht beschikken over dertig zenduren. Heeft de N.T.S. en hebben de om roepverenigingen dan nog te klagen? Het klinkt in schijn allemaal heel redelijk. Alleen zal de N.T.S. die tien Uren veel moeilijker kunnen verzor gen, wanneer de commerciële gega digde op hetzelfde moment bezig is op de beschikbare talenten beslag te leggen Want het was niet zonder re den, dat de N.T.S. een geleidelijke Uitbreiding van het aantal uren had voorgesteld. Dit bezwaar is nog maar Van bijkomstige aard. Een groter he rwaar is, dat de derde zender niet meer is dan toekomstmuziek Drie zenders zijn voor een klein land rii keljjk veel. Het allergrootste be mercTwl vastgelegd, dat de com- j j Pr°grammamaatschappij n derde van de zendtijd in beslag neemt. De K.R.O. heeft nu vier uur tendtijd in de week, volgens het nieu we voorstel worden het er zes. Verge lijk dit eens met de Wvintig uren Zendtijd, die de commerciële pro grammamaatschappij zou krijgen en beoordeel dan of het katholieke volksdeel, een derde van de kijkers, Wildoende aan zijn trekken komt. Hoe kan de K.R.O. met deze schaar se zendtijd, welke meerdere dagen Uiteenligt, nog adequaat reageren op actualiteiten als bijvoorbeeld het ^oftenon-proces? In dit licht is het ronduit ergerlijk, dat ten behoeve •®n een commerciële gegadigde, Wien het begonnen is om het intro duceren van reclame in de televisie on die geen andere mening heeft te verkondigen dan dat hij zich in staat ?cnt een aantrekkelijk programma te Pokostigen, met een beroep op de rijheid van meningsuiting wordt be voorrecht boven levensbeschouwelij ke groepen, die reeds eerder door Pe toewijzing van veertig procent van Pe zendtijd aan de N.T.S. in hun uit drukkingsmogelijkheden waren be- In de discussies over de toepasse- ukheid van vrije meningsuiting was Pr°P gewezen, dat de overheid bij de erdeling van de nu eenmaal niet on- operkte zendtijd moest uitgaan van -Ploctieve en voor alle gegadigden ?elClende maat.st.avpn. Dp MvA jOujke maatstaven? Dat is hele- n®al niet nodig, als een der gegadig- eq geen aanspraak maakt op belas- jbggeiden, zijn geld meebrengt en zendtijd kosteloos, d.w.z. uit de Vun ngsten van reclame> weet te tol Nietwaar, eisen voor toelating top de publieke zendtijd stelt men 0 cu slechts inzoverre die zendtijd -s geld kost? De overheid beheert rut hierop met een even verras- d als onthullend tegenargument. &s het cultuurbrengend of cultuur- Uervend medium van de televisie. argument is onthullend. De j-jWi van de zaak is, dat de rege- Sj 6 de zendtijd op het tweede televi- te I Sevuld wilde zien zonder over Up.fdan tot verhoging van de kijk en a' To€wijzing aan de N.T.S. ljc, de omroepverenigingen zou al- kijk °P den duur t°t verhoging der q{, geIden moeten leiden. Men weet ej, pueteen hoeveel kans de N.T.S. ken °mroePveren'gingen in '69 ma- oen derde net, dat zij onmo- hogj, kunnen verzorgen zonder ver- kan« der kijkgelden: evenveel den aJs °P verhoging der kijkgel- anno 1962. ste] u®sen zit in het nieuwe voor- Van' h aan de N.T.S. een derde heen (.e zendtijd op het tweede net therkJ'oebedacht- een 'n dit verband S. aardige complicatie. De N.T Uqr uarnelijk de keus: deze tien Uit -jp ostigen uit de kijkgelden, of ais do "nt omsten van reclame. Maar kan T-s het laatste kiest, dan op J, eyengoed de hele zendtijd t^eds inr?QSn'er vullen! Wij hebben ovpt? de ouiroepverenigingen [n dn ,w|eglnS gegeven, de reclame het 1Prtt--xV1,s'e niaar ter wille van aanvo'ilsleven als onvermijdelijk ver aan arden' omdat wij toch lie Ingram™ omroePverenigingen de sPotsmn?af tussen da reclame- ^arciédn ertr,ouwden dau aan com- de recbn,!"'1 .an'en wie het om 1,14 beeon 6n niet om het program *Iaatssecrofn 's Waar'om hebben de dus donn arissen de keuze niet al- Wleen mnt w-?n: indien de N.T.S. *tj tien ni, kijkgelden werkt, krijgt (Vervol), van pagina 1) De staatssecretarissen zijn het niet eens met het NTS-standpunt, dat de 01 richting en instandhouding van het tweede net uit het kijkgeld kan wor den gefinancierd. Aangezien zij tegen een verhoging van het kijkgeld zijn, moet, volgens hen, het geld voor het tweede programma grotendeels uit an der bronnen worden gehaald. Naar hun mening biedt de opbrengst uit re clame hiervoor de enige reële moge lijkheid. Bij de memorie van antwoord is als bijlage de prognose gevoegd, die de NTS vorig jaar op verzoek van mr. Scholten heeft gemaakt. Uit deze prog nose blijkt, dat de financiering van het tweede programma uit het kijkgeld mo gelijk is met behoud van het huidige tarief van 36 gulden per jaar. De NTS stelt zich voor om de eerste twee jaar slechts tien uur op het tweede net uit te zenden en de daarop volgende jaren de zendtijd steeds met vier uur uit te breiden totdat in 1969 over beide net ten in totaal zestig uur per week zal worden verzorgd. De bewindslieden laten van deze prog nose niet veel heel. Punt voor punt worden de kostenramingen doorgelicht. Na ieder punt luidt de conclusie dat de NTS er met haar raming naast of liever gezegd te laag zit. Er is geen rekening gehouden met de regio nale uizendingen en de schooltelevisie en met onverwachte schommelingen in het loon en prijsniveau. De kostenra ming van de NOEMA en de PTT (zenderhuur, inningskosten en gebruik straalzender verbindingen) en de bere kening van het gemiddelde uurbedrag voor directe programmakosten deugen niet. Ook is men het niet eens met de voorgestelde uitbreiding van zendtijd. ,,Bü de ingebruikneming van het twee de net mag de eis worden gesteld, dat het tweede programma de kijkers een reële keuzemogelijkheid geeft" Volgens de staatssecretarissen is die alleen aanwezig als beide zenders ge lijktijdig een programma van gelijke duur uitzenden. Voor de overgangspe riode zou dat een minium aantal van twintig uur per week moeten zijn. Kortom de NTS geeft een rooskleurige voorstelling van zaken, die niet in Advertentie) DEDEMSVAART dien zij toch reclame in de televisie aanvaardt, hebben wij voor de pro grammaverzorging geen commercië le gegadigde nodig. Het is waar, dat ook de N.T.S. c.s. dit denkbeeld eerder hadden kunnen lanceren, indien zij eerder en met meer geestdrift de reclame in de te levisie hadden aanvaard. Kunnen zij. als de Kamer hun deze oplossing min of meer oplegt, de hele zend tijd vullen? Niet onmiddellijk, zie bo ven, maar over enige jaren blijkbaar wel. Er is ongetwijfeld nog heel wat meer te zeggen over de zeer uitvoe rige M.v.A. Er zal ook nog wel het een en ander gezegd worden. Voor vandaag beperken wij ons tot deze eerste indrukken. Zij zijn niet zo af wijkend van onze indruk, die wij van de nota zelf aldus formuleerden: als man de monaan wast, wordt hij wei schoner, maar niet wit. Hij is nu niet alleen gewassen, maar ook ge schminkt en aangekleed. Zijn figuur is er niet waarschijnlijker op gewor den. overeenstemming is met de werkelijk heid. Om dit aan te tonen hebben de bewindslieden zelf enige prognoses ge maakt, die moeten bewijzen, dat de NTS zelfs bij een verhoging van het kijkgeld tot veertig gulden per jaar niet in staat is het volledige tweede programma te verzorgen zonder dat er steeds een tekort ontstaat. Slechts een tweede programma van tien uur zou voorlopig wel uit het thans geheven kijkgeld kunnen worden bekostigd". In de memorie van antwoord wordt uitvoerig ingegaan op het voor en te gen van reclame. De staatssecretaris sen wijzen op de betekenis van de re clame voor de economische ontwikke ling van ons land. Zij belichten niet al leen de gunstige aspecten van de recla me, maar besteden ook aandacht aan de schadelijke consequenties die, zo vin den zij, niet moeten worden tegenge gaan door de reclame te bestrijden, maar door opvoeding en het zo nodig geven van aanvullende informaties. „Als reclame in het algemeen uit eco nomisch oogpunt positieve betekenis heeft dan moet dat naar de mening van de bewindslieden a fortiori gelden voor de meest indringende en meest effectieve vorm daarvan: reclame via de televisie". Erkend wordt, aar ook ue televisie reclame in de eerste plaats mogelijk is voor de grotere ondernemingen. Dit betekent echter niet dat de kleine onder neming er oezwaar tegen Dehoeft te hebben of er schade van zal ondervin den. Deaacht moet worden, dat ook on der de reeds in gebruik zijnde media er zfjn, die het kleine bedryi zich niet kan veroorloven, maar waaraan het ook veelal geen beboette heeft. Mr. Scholten en drs. Gijzeis vestigen er te vens de aandacht op,"' dat het technisch mogelijk is op iedere straalzender een zeüstandige uitzending te verzorgen. Dit betekent, dat over Nedeland ver spreid tegemKertud dertien verschillen de programma's gegeven kunnen wor den. Hierdoor kan worden bereikt, dat het midden- en kleinbedrijf, dat vaak slechts een regionaal debiet heeft, re clameboodschappen tegen aanzienlijk la gere prijs kan uitzenden. Bovendien zul len de kleine ondernemingen ook in col lectief verband reclame via de televisie gaan brengen. Naar aanleiding van een opmerking in het voorlopig verslag, dat reclame televisie in de meeste Europese lan den verboden Is zeggen de bewinds lieden, dat er negen landen in het vrije West-Europa zijn waar geregeld reclame via televisie wordt uitgezon den en dat in vrije landen buiten Eu ropa reclame practiscta overal is toe gelaten". Wil net Nederlandse be drijfsleven in eigen land even krach tig staan als het bedrijfsleven elders, dan dient het onder meer over de zelfde reclamemiddelen te beschikk .n. De bewindslieden delen niet de vrees van Kamerleden, die menen, dat de reclame-televisie tot schade van Neder landse ondernemingen vooral door bui tenlandse kapitaalkrachtige onderne mingen zal worden gebruikt. Zeker zal ook voor buitenlandse ondernemingen de mogelijkheid om in Nederland televisi- sie-reclame te maken moeten worden opengesteld. Het wordt echter niet aannemelijk geacht, dat het buitenland een overwegende plaats in de tv-recla- me zou gaan innemen. De staatssecre tarissen menen echter wel, dat er een zekere invloed van de Duitse t.v.-recla- me op de afzet van Nederlandse pro- dukten bestaat. Een neutralisatie door reclame van Nederlandse onderne mingen in de buitenlandse program ma's valt bijna niet te realiseren. Het betoog van de bewindslieden over het Verdrag van Rome beslaat enige kolommen in de memorie van antwoord. Zij merken op, dat ook reclame-mede delingen vallen onder artikel tien van dit verdrag. „Het is duidelijk, dat bij de beoordeling van de aanvragen van nieuwe gegadigden naast die van de bestaande concessionarissen het aller eerste richtsnoer voor de overheid be hoort te zijn: nauwlettend er voor te waken, dat het recht van vrije menings uiting niet zonder voldoende grond wordt beperkt. Dat nu zou inderdaad gebeuren indien met voorbijgaan van redelijke aanspraken van serieus te achten gegadigden in een geval dat de technische mogelijldieden voor zendtijd- uitbreiding aanwezig zijn, de overheid uitsluitend machtiging zou geven aan benj d^e reeds in het bezit zijn van een zendvergunning of met die groep iden tiek zijn. Het toelaten van een nieuwe concessionaris is een uitvloeisel van het beginsel van vrije meningsuiting. Beide beginselen zijn een wezenlijk element van onze democratie." De suggestie in het voorlopig ver slag dat het uitzenden van reclame boodschappen in strijd zou zijn met de geestelijke volksgezondheid, achten de staatssecretarissen onaanvaard- baar. De dagbladreclames, de adver tentiebladen en de reclamefilms in de bioscopen vindt men niet onverenig baar met de geestelijke volksgezond- -1 j' 3° If'dt hun redenering. De be windsheden merken verder op, dat de ,invoe!"inS van reclame-televisie en in het bijzonder commerciële televisie het peil van de programma's niet zal verlagen. Zij noemen dit denkbeeld een onderschatting van het Neder landse publiek en de preventieve wer king van de voorwaarden, waaraan de concessionaris moet voldoen. Met nadruk stellen mr. Scholten en drs. Gjjzels, dat er nog geen gegadigde is aangewezen als concessionaris. Ook zeggen zij niets te voelen voor een proefconcessie. Van een moordende concurrentie tus sen de NTS en de commerciële ex ploitant met als inzet artistieke me dewerkers zal volgens de bewinds lieden geen sprake zijn, „omdat het ta lent in ons land niet zo benauwend klein is, als wel wordt voorgesteld" en er bovendien overleg gepleegd zal wor den. Ondanks het Pilkington-rapport, dat beslist niet alleen in Engeland veel stof heeft doen opwaaien, blijven de beide staatssecretarissen geporteerd voor het Engelse systeem. ,,Het is een uiter mate leerzaam rapport, maar bij het lezen ervan moet men in het oog houden, dat de situatie in Engeland op het ge bied van radio en televisie wezenlijk iets anders is als bij ons. Ook ten aan zien van de pers bestaan er grote ver schillen. Het Pilkington-rapport bevat in feite geen kritiek op de commerciële televisie als zodanig, maar wei op de wijze waarop het systeem heeft gewerkt." De bewindslieden hebben een voorkeur voor een gemitigeerd Engels systeem, dat elementen van het Beierse systeem bevat. Over het peil van de Engelse programma's wordt opgemerkt, dat de reacties op 't Pilkington-rapport wel dui delijk gemaakt hebben, dat het oordeel van de commissie van verschillende zij den wordt bestreden. ,,Elk televisie-pro gramma kan zwakke momenten heb- j ^an£t ervan af of men zijn oordeel daarop baseert of op het gehele programma. In de nota is van dit laat ste standpunt uitgegaan." De Invoering van kleurentelevisie, zo wordt verder gezegd, kan op financiële gronden niet binnenkort worden ver wacht. Niet alleen is de zendappara tuur zeer kostbaar, maar ook ligt de prijs van de ontvangsttoestellen nog erg hoog (vier maal zwartwit beeld). Ten zij zich plotseling nieuwe technische ont wikkelingen voordoen, die de produk- tiekosten drukken, zal de invoering van kleurentelevisie de eerste jaren niet plaats hebben. (Advertentie) Speciaal verlaagde J, M. prijs leeftijd 6 jaar met kleine stijging per meat b.v. 10 jaar 13 Verschillende bladen hebben Radio Vaticana verweten zich te direct over personen uit te laten. Terecht, dunkt ons. Wij zullen bet radiostation niet verdedigen. Wij hebben er tenslotte niets mee te maken. Het is een ge zelschap paters wier gezag daarin be staat dat niemand bet waarschijn lijk acht dat zij in die omgeving slor dig met de orthodoxie zullen om springen. Voor de rest zijn hun reac ties op bet dagelijks gebeuren voor eigen particuliere rekening. Zij zijn geen orgaan van de Kerk, evenmin als wij. DEN HAAG, 13 nov. De koningin is voornemens vrijdag "en bezoek te brengen aan het reactorcentrum Ne derland te Petten. UTRECHT, 13 nov. Het dagelijks bestuur van de katholieke arbeiders beweging heeft zich ppsteren beraden over de door de regering in haar brief van 5 november aan de Stichting van n Arbeid neerge' gde opvatting over het toekomstige loonpolitieke systeem. Het KAB-bestuur betreurt, dat de re gering haar opvattingen op deze wijze in een brief heeft neergelegd en als een beslissing in hoofdzaak ook aan de pers heeft medegedeeld. In het overleg over deze brief, dat vrijdag j.i. werd gevoerd, heeft de minis ter van Sociale Zaken en Volksgezond heid een toelichting gegeven, waaruit, volgens het KAB-bestuur, een geheel andere interpretatie van de in de toe komst te voeren loonpolitiek naar voren kwam dan uit de brief van de regering gelezen kon worden. Wanneer de KAB voor haar beoorde- I. - over he systeem uitsluitend de brief tot uitgangspunt zou nemen, dan meent zij, een afwijzende houding te moeten innemen. Zij gelooft evenwel, dat er na een nadere toelichting en vastlegging van de wijze, waarop regering en col lege van de hun toegemeten bevoegd heden gebruik kunnen maken, nog mo gelijkheden z„ om in de voortzetting vr-i de besprekingen ussen regering en stichting tot een oplossing te komen. In afwachting van deze besprekingen meent het KAB-bestuur zijn oordeel over het systeem nog enige tijd te moeten opschorten, ondanks het feit, dat de tijd dringt en de onderhandelingen in vele bedrijfstakken in volle gang zijn. Het KAB-bestuur is verheugd, dat de regering ten aanzien van het gesprek van jongstleden vrijdag te kennen heeft gegeven het unanieme S.E.R.-advies over de ruimte in 1963 te willen over nemen. Hierbij wordt ervan uitgegaan, dat alsnog overeenstemming over het té voeren systeem zal worden bereikt. Het verband tussen een en ander acht het KAB-bestuur duidelijk. Het zal zich ver der in eigen kring en met de andere vakcentralen beraden. AMSTERDAM 13 nov. Het ver- bondsbestuur van het NVV zegt over het nieuwe systeem van de loonpolitiek: „Tot zijn teleurstelling kan het ver- bondsbestuur uit de inhoud van deze be slissing geen andere conclusie trekken, dan dat de regering op essentiële onder delen afwijkt van het standpunt van de S.E.R, en in het bijzonder van de meer derheid van de S.E.R. waarvoor ook het NW zich heeft uitgesproken. Het verbondsbestuur spreekt als zijn oordeel uit dat de inhoud van de be slissing de conclusie wettigt, dat de be voegdheden van de overheid op loon- gebied worden uitgebreid en de Stichting va" den Arbeid wordt gemaakt tot uit voerder van het regeringsbeleid zonder eigen verantwoordelijkheid. Een derge lijke constructie moet door het NVV worden afgewezen. Het verbondsbestuur is van mening dat in nauwe samenwerking met KA?" en CNV getreefd mo. t worden, naar een oplossing waarbq de hierboven gesig naleerde bezwaren zullen worden weg genomen"» (Van een onzer verslaggevers) NIJMEGEN, 13 nov. „Wij kunnen en mogen niet berusten in een sinds 19S6 en sindsdien enigszins afgebrok kelde achterstand van een aantal la gere en middelbare functies. Niettegen staande de per 1 januari 1962 in vier fasen te realiseren salarisverhoging, be staat wel degelijk de achterstand. De cijfe welke de minister én bij de on derhandelingen én in de Staten-Gene- raal op tafel heeff gebracht, om aan te tonen, dat er per 1 juli 1961 geen ach terstand meer aanwezig zou zijn voor de lagere en middelbare ambtenaren, zijn ondanks de betoonde kunst van het groeperen van cijfers, voor ons niet te aanvaarden. Daarom willen -en moeten wij onze arbeid per 1 januari 1963 wederom sterk richten op het wegnemen van deze achterstand naast zo mogelijk een algemene salarisverhoging. Dit als resultaat van een eigen loonbe- leid voor het overheidspersoneel met voldoende coördinatie met de loonont wikkeling in het particuliere bedrijfs leven voorzover dit voor de over heidsfuncties als representatief kan worden beschouwd." Dit zei vanmorgen mr. G. A. A. M. Boot, voorzitter van de A.R.K.A., op het jaarlijks congres, waar tevens aandacht wordt gewijd aan het 45-jarig bestaan. Sedert het vorig congres is een netto ledenwinst geboekt van 1659. De heer Boot bepleitte een jaarlijkse uitkering (voor deze groep van werkne mers is er immers geen winstdeling of tantième) en een totale herziening van de structuur van het bezoldigingsbe sluit. Het aantal schalen kan z.i. be langrijk worden ingekrompen, de loop tijd van een aantal schalen is veel te lang, de z.g. schrijverscarrière dient be langrijk te worden ingekort en het pro motiebeleid verruimd. Ernstige kritiek had de heer Boot op het lang uitblijven van maatrege len inzake aanpassing en de waarde vastheid der pensioenen. „Wij blijven iedere korting van het overheidspen- sioen kwalificeren als een aantasting van verkregen rechten." Nu het probleem van de aanpassing schijnbaar wordt gekoppeld aan dat van de waardevastheid der pensioenen, meen de de voorzitter bezwaar te moeten ma ken tegen een al te gemakzuchtige kop pelverkoop. „Zou men immers het waardevast pensioen introduceren ten koste van het gedeeltelijk voortbestaan van de korting op het ambtelijk pen sioen, dan zou men een nieuwe onrecht vaardigheid bedrijven. Onze gepension- neerden mogen niet het slachtoffer wor den van de lange duur, welke een prin cipiële stellingname ten aanzien van het waardevast pensioen vergt." De samenwerkende centrales heb ben aan de Centrale Commissie ver zocht de minister van Binnenlandse Zaken te adviseren de pensioenen aan te passen aan het bezoldigingspeil per 1 januari 1962. Ten aanzien van een eigen ziektekos tenregeling blijft de A.R.K.A. op het standpunt staan, dat één onverdeelde regeling voor het gehele rijkspersoneel, gebaseerd op het verriohtingenstelsel nodig is. Van regeringszijde schijnt men een afzonderlijk uitvoeringsapparaat met meer dan 300 ambtenaren te willen gaan opbouwen, doch de R.K. Centrale van overheidspersoneel heeft op initia tief van de A.R.K.A. voorgesteld de be staande lichamen met de uitvoering te belasten. De gedachten van de heer Boot gaan daarbij uit naar de Raden van Arbeid. De voorzitter uitte vervolgens het ver langen, dat naast de premiespaarrege ling andere mogelijkheden worden overwogen tot bezitsvorming voor het overheidspersoneel met medewerking van de overheid, zoals bezit van eigen woning en effectenbezit. Met de benoeming van een directeur- generaal voor personeelsaangelegenhe den is volgens de heer Boot een betere c nisatie van het Georganiseerd Over leg nog allerminst verkregen. De heer Boot bestreed het standpunt van staatssecretaris Bot dat de rege ring alleen de verantwoordelijkheid voor de ambtenaren op Nieuw-Guinea had te dragen. Hij keurde het in de staatssecretaris af, dat hij veel te af hankelijk was geweest van zijn depar tement, waarvan het beleid voor de ambtenaren op Nieuw-Guinea funest zou zijn geweest. Inzake de structuur van de katholieke organisaties, deelde de heer Boot mee, dat 7 november nog een bespreking van een werkcommissie onder voorzitter schap van de heer Middelhuis plaats had. Hij zag nog grote moeilijkheden op te ruimen. Er is meerdere malen contact tussen KABO en A.R.K.A. ge weest. Ter behartiging van de belangen van de A.R.K.A.-leden is er een perma nente contactcommissie tussen KVP en A.R.K.A. ingesteld. Gezien de er varingen van het N.V.V. met de P.v.d.A. wil de V.R.K.A. deze verhou ding met een politieke organisatie voorzichtig hanteren. Vooruitlopend op een begin volgend jaar te verschijnen rapport van een commissie, waarin naast enkele hoofd bestuursleden van de A.R.K.A. zitting hebben pater Hoefnagels S.J. en prof. F. van Mechelen uit Ueuven, deelde de heer Boot mee, dat de gedachten uit gaan naar toekenning van een zeker stakingsrecht. Dit zou echter niet onmiddellijk in werking mogen komen, doch eerst na een z.g. afkoelingsperiode waarin het uiterste zou moeten worden gedaan om aan gerechtvaardigde verlangens tege moet te komen en eventueel prominente personen trachten partijen tot elkaar te brengen. „Slechts node" aldus de voorzit ter „is het stakingsvraagstuk in stu die genomen, omdat de regering, waar van het beleid steeds onder druk staat van z.g. pressiegroepen, heeft nagela ten de maatregelen te nemen, welke het evenwicht van de invloed der maat schappelijke groeperingen, waaronder die van het overheidspersoneel, waar borgen." HILVARENBEEK, 13 nov. Het be stuur van de stichting Groot-Kempische Cultuurdagen heeft besloten de cultuur- dagen 1963 te houden op 20 en 21 juli. De Groot-Kempische cultuurdagen 1963 zullen in het teken staan van het the ma „Kunst en moraal". (Advertentie) Uw zorger voor morgen bij DE OLVEH geborgen. Woensdag is de genees heer-directeur van het Bre dase St. Ignatiusziekenhuis, dr. J. A. Klein Swormink, veertig jaar in functie. Voor jubileren is er deze dag echter geen tijd, want men viert de officiële ope ning van de nieuwe ver- pleegstersschool. Dadrmee is dan voor dr. Klein Swormink de laatste mijlpaal bereikt: donderdag combineert hij zijn jubileum met zijn afscheid. Hij is een merkwaardig fe nomeen; allereerst is zijn 40- jarig jubileum als geneesheer directeur een exclusiviteit die in de toekomsf niet gemak kelijk meer vertoond zal wor den; vervolgens is hij een per soonlijkheid die evenmin voor herhaling vatbaar lijkt. Men verwacht een arts te treffen, die een gesprek zal vullen met wat zijn leven heeft ge vuld: de opbouw van een mo dern ziekenhuis. En dan wordt men ontvangen door een man die de meest uiteenlopende in teressen koestert en doodern stig opmerkt, dat hij nog eens graag opnieuw zou beginnen, maar dan in een heel andere sector. Iemand die even wel willend als trots de snufjes van zijn nieuwe huis laat zien, de herkomst van monumentale kasten onthult, een hobbykamer vol machi nerieën demonstreert en tenslotte sterke, maar ware verhalen vertelt over iachtavonturen in de 236 hectare bos die hij zijn eigendom mag noemen. Zijn vrouw, die onuitputtelijke hoeveelheden pittige koffie serveert, mart aan eenzelfde openhartigheid een plezierige jovialiteit. Ze laat o.a. ie kast zien waar de sigaren worden drooggehouden; dat is een van de •ele wonderen die haar kolenfornuis verricht. Maar we moeten schrijven over de persoon van dr. Klem Iswormmk, '•redanaar in hart en nieren, al is hij dan in sept. 1893 m Amsterdam eb oren. Zijn vader, die uit Deventer kwam, was in de hoofdstad leraar an de zeevaartschool, maar kwam anderhalf jaar later aan de Bredase IBS Dr. Klein Swormink voltooide de HBS m 1911 en vertrok daarop naar imsterdam, waar hij in drie jaar tijd het staatsexamen Grieks en Latijn met het kandidaatsexamen geneeskunde combineerde. In juni 1917 was hij arts, nog geen 23 jaar oud; een jaar later promoveerde hij. Datzelfde jaar begon in Breda de bouw van het ziekenhuis. Dr. Klein Swormink, die m Breda een praktijk als huisarts begon, werd als zodanig verbonden aan het oude gasthuis en toen het nieuwe ziekenhuis klaar kwam, was hij de aangewezen man om directeur te worden. Breda had m die tijd twee chirurgen, een neuroloog een oogarts en een neus-keel-oor-arts; nu zijn er 30 specialisten en 18 specialismen. Het ziekenhuis telde destijds 300 bedden, de helft van het huidige aantal Bij de opening vond vrijwel iedereen dat het wel erg groot was. Welwillende collega s feliciteerden met de opmer king: „Je kunt er de eerste vijftig jaar tegen" Minder weiwillenden verdachten hem ervan, de bedden te vullen met gezonden. „Is dat kind nu wel echt ziek?" informeerde een argwanende wethouder, die zich bezorgd maakte over de doelmatigheid van de gemeentelijke bijdragen. De ruimte is niet lang te groot gebleven: na enkele jaren begon het woekeren, dat ondanks alle bouwerij tot op de dag van vandaag voortduurt. Dr. Klein Swormink heeft een „profetische blik": hij zag altijd al lang tevoren, welke ontwikkelingen ophanden waren en zette dan bijtijds zijn plannen op, a' werd hij bij herhaling voor gek verklaard. Hij heeft commerciële gaven meegekregen van zijn moeder, die een koopmansdochter was. Dat heeft hem ook afgehouden van zijn eigenlijke voorliefde: de chemie. Op het eindexamen H.B.S. haalde hij een tien voor dit vak, maar welke toekomst bood deze richting in die jaren? De chemici in de industrie waren nog niet wat ze nu rijn en een leraarsbaan? „Vaste armoe", zei zijn moeder; dus koos hij een zelfstandig beroep en werd hij arts! Maar de chemie verloochende zich niet: in Breda werd een laboratorium gecreëerd, dat tot over de landsgrenzen befaamd is. Maar ook de leraarszoon ontpopte zich: 44 jaar heeft dr. Klein Swormink voor de klas gestaan en zijn leerboek uoor verpleegsters beleefde vorig jaar de tweede druk. Bijna 1000 kandi daten heeft hij opgeleid voor het A-diploma en de verstandhouding is zo, dat de verpleegsters hem al jarenlang „pa" noemen. Tekort aan verpleeg krachten kent het Bredase ziekenhuis niet. Bij dat al is dr Klein Swormink arts gebleven: in 1933, toen hij zijn kuis artsenpraktijk aan kant deed, werd hij erkend als internist en hij heeft ook nog röntgenologie gedaan. Hij is hoofdbestuurslid van de Maatschappijgeweest, hoofd van de bloedtransfusiedienst, voorzitter van de reumacommissie voor Noord-Brabant en meer dan veertig jaar bestuurs lid van het Wit-Gele Kruis. De gemeente Breda heeft hem begiftigd met zilveren stadspenning en sinds vorig jaar is hij Ridder in de Orde van de H. Gregorius de Grote.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 5