Gesprek tussen de Kerk en
het socialisme noodzakelijk
Daardoor contact mogelijk met grote
groepen van de arbeidende klasse
WHITE
Vele Kamerleden vragen
verlaging leeftijdsgrens
voor passief kiesrecht
Stoom de kreukels weg... strijk droog wanneer U wilt
GENERAL ELECTRIC
Speciale
feestdagen
aanbieding
ƒ45.-
ƒ27.-
Dr. Hoitrop: geen recessie
in de naaste toekomst
Loonadvies van de S.E.R.
houdt zekere risico's in
Reg
ermg wijst m principe
volksaandelen niet af
priesters IN AKEN OVER ANTI-CLERICALISME
-
m
Maar verdeeldheid over minimum
Harde strijd
bij export
4
bruynzeel
Intensiever contact
geestelijkheid-leek
DONDERDAG 29 NOVEMBER 1962
PAGINA 11
P'
Katholieke inbreng
Partijpolitiek
Meer contact
Kind in cjekentjes gestikt
totaal vermogen
ruim f 40.000.000,—
FISCALE VRIJSTELLINGEN
Kosten hardnekkige kreukels u tijd? Niet meer nodig! Dit
GE twee-in-één-strijkijzer perst met stoom de kreukels binnen
een paar tellen volkomen glad. Druk de knop in en u strijkt
droog. Nog meer voordelen? Het ingebouwde snoer kan het
oppervlak, sneller strijken met reeds gestreken gedeelte met verfomfaaien. Het ijzer staat
minder moeite. stabiel rechtop. Het heeft een geheel nieuw element dat
stoom van een lage temperatuur maakt (ideaal voor wassen-
drogen-dragen stoffen). Bovendien is het gemaakt door
General Electric, 's werelds meest ervaren fabrikant van
elektrische huishoudelijke apparaten! Laat u zich vandaag
nog dit nieuwe stoomjjzer bij uw handelaar demonstreren.
T IJ D E L IJ K
General Electric strijkijzers
tegen sterk verlaagde prijzen.
met het gemak van twee voor
de prys van één. Van 57.50
nu voor
met handige, nauwkeurige tem-
peratuurinstelling. Van ƒ34.50
nu voor
OOSTERBEEK, 29 nov. Met
betrekking tot de nabije toekomst
meent dr. M. W. Hoitrop, presi
dent van de Nederlandsche Bank,
dat er geen tekenen zijn die wij
zen op een reeds aangevangen of
spoedig te verwachten recessie,
die vergeleken zou kunnen wor
den met die welke in 1957 begon.
Het is duidelijk dat de algemene
inkrimping van de winstmarges
en de aan de dag tredende over
capaciteit in enkele basisindus
trieën geleid heeft tot matiging
van uitbreidingsplannen. Ander
zijds is te verwachten dat de con
sumptieve vraag zal blijven toe
nemen. Aldus sprak dr. Hoitrop
tot de ledenvergadering van het
Verbond van Protestants-Chris
telijke Werkgevers.
Conjunctuurgolven
niet overwonnen
Kleinere groei
produktiviteit
Geen monetaire
verstoringen
Voor Sinterklaas
een kleurige
verrassing
BALPENNEN;
blauw
rood
zwart
groen
in etui
de etuis tn de
kleuren wit. rood,
blauwen parolgrijs
AKEN, 29 nov. Een slechts terloops
'oor de Luxemburgse priester, seminarie'
g'ofessor en publicist dr. André Hei
derscheid aangesneden facet van het
'in-clericalisme: de houding van de
Scheidende klasse ten opzichte van de
£*]-. is gisteren op de tweede en laat-
I f dag van het internationaal pries-
•ertreffen alhier geworden tot hét on
derwerp van gesprek.
Zowel de door de Duits sprekende
Priesters gevormde studiegroep, als de
Franse groep, samengesteld uit
Priesters van Frankrijk en België, be
studeerden de noodzaak van een gesprek
•ossen de Kerk en het Socialisme. Met
name de leden van de Duitse groep
jjPraken zich uit voor een dergelijke
dialoog. Hun woordvoerder beargumen
teerde dit als volgt. Het huidige socia-
~sme is niet meer het Marxisme van
vroeger. Het vertoont diverse stromin
gen; het is om zo te zeggen meer ver
burgerlijkt dan het Marxisme. Verschil
lende socialisten, aldus de Duitse con
gressisten, komen steeds meer tot het
besef, dat hun systeem niet op alle
vra gen. van het leven een pasklaar ant
woord geeft. Met name niet ten aan-
fjen van het probleem van het „hierna
maals". Deze situatie houdt voor de
Kerk een pracht kans in om deze
fOcialisten via de dialoog meer zin voor
5?t „eeuwige" bij te brengen. Boven-
5len, aldus de Duitse studiegroep, kan
ue Kerk, getuige de pas verschenen
Encycliek „Mater et Magistra", diver
se punten van het sociale program van
"et Socialisme onderschrijven. Met an
dere woorden: deze punten kunnen een
dialoog op .tang brengen.
Ook de leden van de Franse studie
groep wierpen de vraag op, of de tijd
hiet rijp is voor een gesprek tussen
de Kerk en het socialisme, be jongeren
Onder de socialisten, bijvoorbeeld in
België, zo betoogden zij, zijn veel meer
toegankelijk dan de oude garde. Voorts
wezen zij erop, dat de priesters zich
niet uitsluitend mogen beschouwen als
vrienden van de katholieken, maar van
alle mensen. Zij dienen zich te spiege
len aan het voorbeeld van grote figu
ren in de kerk als St. Paulus of St.
Augustinus, die zoals dr. Heiderscheid
in zijn inleiding gesteld- had „de poor
ten openden voor de heidense vanda
len".
Dit resultaat van de onderlinge dis
cussies bood dr. Heiderscheid de gele
genheid om nader terug te komen op
het door hem slechts zijdelings aange
sneden onderwerp: de dialoog tussen
de Kerk en het socialisme. Door middel
van een dergelijk gesprek kan de Kerk,
aldus de inleider, opnieuw in contact
komen met grote groepen van de ar
beidende klasse, die thans afkerig
staan ten opzichte van het katholicis
me. Nader contact zou bepaalde ver
keerde denkbeelden, welke over en
weer blijken te bestaan kunnen weg
ruimen.
De Kerk heeft in het verleden te
zeer in de mening verkeerd, dat alle
zgn. socialistische arbeiders verant
woordelijk zijn voor de vrijdenkerij aan
de top van de partij. In werkelijkheid
echter is voor vele arbeiders het so
cialisme niet zozeer een levensbeschou
wing, als wel een systeem van sociale
vooruitgang. Voorts heeft de clerus on
voldoende gezien of niet willen zien,
dat het socialisme bepaalde doeleinden
nastreeft, waarvan de katholiek de
waarde zonder meer kan onderschrij
ven. Doeleinden, welke zich richten op
en beperkt blijven tot het „tijdelijke''.
De dialoog tussen de Kerk en het
socialisme. Zo waarschuwde dr. Hei
derscheid, mogen de priesters niet zien
als een middel om van het socialisme
een „kerkelijke vereniging" te maken.
Met de dialoog mag met gewacht wor
den, tot „het socialisme zich bekeert".
Wie zo over een gesprek denkt, maakt
zich schuldig aan een van de ernstig
ste vormen van clericalisme. Er schuilt
(Advertentie)
T he -vre HotiéCellar-
(Van onze Haagse redactie)
Den HAAG, 29 nov. Vele leden
de Tweede Kamer zouden de Ieef-
•Jjdsgrens voor het passieve kiesrecht
verlagen van 30 tot 21 jaar. Zij
Sibben vertrouwen in de wijsheid van
2egenen die de kandidaatstelling voor
®e vertegenwoordigende lichamen, met
J'flie de Eerste en Tweede Kamer, ver-
ï?rBen. Dit blijkt uit het voorlopig ver-
?aS op een voorstel tot wijziging van
v® Grondwet over de leeftijdsgrens voor
actief kiesrecht.
"Tegen de door de regering voorge
leide verlaging van de leeftijdsgrens
j.P °r het actief kiesrecht van 23 tot 21
bo bestaat bij de Kamerleden geen
.^waar. Integendeel. Met warme in;
ürn.np- wordt dit reeerincsvoorste
t>a?*.ieh van de leeftijdsgrens voor het
^sief kiesrecht.
ogen over de vraag van de vele
tiia n °f de regering bereid is de leef-
bfb voor het passief kiesrecht terug te
w 8en tot die van de leeftijd der vol-
anrfenen- staat de opvatting van vele
W6 re leden, die van mening zijn, dat
1\!;n voor het lidmaatschap van de
(jp/eede Kamer niet verder moet gaan
£Sn een minimum leeftijd van 25 jaar.
voegen daaraan toe, c" t deze leef-
V,? aansluit bij die, welke te zijner tijd
Vj 1vereist voor het lidmaatschap
bet Europees Parlement.
tj,"e landen, zo wordt gezegd, houden
<}jtttas deze leeftijd aan. Nimmer heeft
va fot moeilijkheden gejeid in de zin
Veil bet optreden van „onrijpe" volks-
jjegenwoordigers.
Or,,,golfde leden stellen zich achter de
WAftihg van de regering de minimum
ÈerS A00r het lidmaatschap van de
2ii „te Kamer te handhaven op 30 jaar.
floo- en bet geen bezwaar, dat daar-
Oïitsto€en verschil in toelatingsleeftijd
Karno^ Aoor de Eerste en Tweede
Jh6n J- Een soortgelijke situatie kent
in België. Daar geldt voor de
4e gp„ een grens van 25 jaar en voor
naat een van 40 jaar.
d enkele weer andere leden zou
den vI20rsbnnds genoegen willen ne-
een verlaging van de leef-
- Si s voor het passief kiesrecht
laar. V°°r hen is dit het mini-
Ue bezwaren van de regering
Ie
tegen een verlaging, aldus het ver
slag, hebben op hen weinig indruk
gemaakt. Voor een verlaging van de
grens van 30 jaar wordt voorts nog
als argument aangevoerd, dat deze
leeftijd in de praktijk betekent, dat
aan het einde van een parlementaire
leriode van vier jaar de minimum-
eeftijd behoudens dan eventueel
tussentijds benoemde leden tot 34
jaar gestegen is. In feite is daarom
thans de gemiddelde minimum-leef
tijd niet 30, maar 32 jaar.
Vele leden zijn blijkens het voorlopig
verslag teleurgesteld, dat de regering
van de onderhavige herziening van de
Grondwet geen gebruik heeft gemaakt
om de voorstellen van de commissie-
Van Schalk over de positie van de
Eerste Kamer over te nemen. Zij scha
ren zich volledig achter het voorstel
van de commissie de taak van de Eer
ste Kamer te beperken met betrekking
tot het vaststellen van de begrotings
wet.
Van deze leden gaan er versohelde-
nen nog veel verder door zich over
tuigde voorstanders te verklaren van
afschaffing van de Eerste Kamer. In
dit verband vragen zij of de regering
genegen is een voorstel in deze rich
ting te doen. Ook al zou dit tot gevolg
hebben, dat een groot aantal artikelen
van de Grondwet zou moeten worden
gewijzigd, zijn zij van oordeel, dat de
daarvoor nodige veranderingen ieder
voor zich van eenvoudige aard zijn.
Vele leden betreuren het voorts, dat
de regering nog altijd geen stappen
heeft ondernomen om de Grondwet
aan het statuut voor het Koninkrijk der
Nederlanden aan te passen. Nog steeds
bestaat de wonderlijke toestand, zo
wordt opgemerkt, dat met het begrip
„Rijk" volgens het Statuut het gehele
Koninkrijk wordt aangeduid, terwijl de
Grondwet daaronder uitsluitend het
Riik in Europa verstaat.
Vele leden hebben er, aldus het ver
slag, geen behoefte aan, dat de ver
plichting in de Grondwet neergelegd
tot het jaarlijks uitbrengen van een
verslag over de verrichtingen van het
armbestuur, wordt gehandhaafd. Daar
naast zouden verscheidene leden de
Grondwettelijke verplichting tot het ge
ven van een jaarlijks verslag van de
staat van het onderwijs willen laten
vervallen.
iets in van de clericale heerszucht,
waartegen het anti-clericalisme zich
juist richt.
Als er plaats is voor de katholieke
ideologie m het kader van het huidige
socialisme met een veel grotere ver
scheidenheid dan vroeger, dan is, vol
gens dr. Heiderscheid, de vraag ge
wettigd of de katholieken hun inbreng
aan dit socialisme mogen onthouden.
Vragenderwijs ging hu vervolgens na
der in op een tegenwerping van drA.
Böhm, hoofdredacteur van de „Rhei-
nische Merkur", of de dialoog bij de
barricade-strijders niet de indruk kan
wekken, dat de Kerk hen plotseling in
de steek laat. Wat deze barricade-strij
ders betreft moeten wjj ons o.m. afvra
gen, aldus dr. Heiderscheid.: „Welke
leken staan op de barricade?" en „wat
zijn hun motieven?" „Domineren in
derdaad zuiver apostolische motieven
of vechten zij op de barricade omwille
van politieke redenen, omwille van par
tijbelangen, omwille van stemmen bij
verkiezingen?"
In dit verband merkte dr. Heider
scheid op, dat hij zich niet aan de
indruk kan onttrekken, dat de strijd
tegen het socialisme in onze West-
europese landen te veel of uitsluitend
wordt ingegeven door partijpolitiek.
Wij mogen ons rustig de vraag stel
len of de Kerk wel alles kan onder
schrijven, wat de barricadestrijders
van bijvoorbeeld een partij als de
C.D.U. propageren en voorstaan.
Ook is het nuttig, zo vervolgde prof.
Heiderscheid, ons af te vragen, waarom
de clerus zoveel ophef maakt over de
bestrijding van het socialisme en zo
weinig over de bestrijding van het li-
berahsme, waardoor verderfelijker doel
einden worden nagestreefd dan bepaal
de socialistische strevingen, welke de
clerus zonder meer veroordeelt. Aan
sluitend op dit alles stelde spreker
vast, dat het ideaal zou zijn, wanneer
de Kerk zelfs de schijn van gebonden
heid aan bepaalde politieke partijen zou
kunnen vermijden.
Teruggekomen op de dialoog tussen de
Kerk en het socialisme merkte dr.
Heiderscheid tenslotte nog op, dat de
onwetendheid over het resultaat van
een dergelijk gesprek geen reden mag
zijn om niet serieus de mogelijkheden
daartoe te onderzoeken.
Ter oplossing van het vraagstuk van
het anti-clericalisme binnen de Kerk
het eigenlijke thema van dit internatio
nale priestertreffen onder auspiciën
van het Katholiek Genootschap voor In
ternationale Betrekkingen voerden de
leiders van de discussiegroepen nog
aan, dat de geestelijkheid het contact
met de leek moet intensiveren en voor
al moet „vermenselijken"; dat de se
minarie-opleiding meer openheid aan
de dag moet leggen; dat de clerus
meer aan functie-zuivering moet gaan
doen; dat de leek meer kansen moet
krijgen o.a. op onderwijsgebied, etc.
De Nederlandse discussiegroep gaf als
haar mening te kennen, dat Tn ons
land het anti-clericalisme wellicht min
der groot is dan elders. Van oudsher
hebben de leken hier een grotere so
lidariteit met de priesters aan de dag
gelegd, omdat zij zich vele eeuwen
lang geplaatst zagen tegenover een gro
te groep niet-katholleken. Het Neder
landse anti-clericalisme zou men be
ter kunnen aanduiden met de term be
zorgdheid van de leek voor de Kerk.
Overigens beweerde de woordvoerder
van deze groep niet, dat in Nederland
geen vormen van anti-clericalisme zou
den bestaan. Nader gingen de Neder
landse priesters nog m op de huns in
ziens onvoldoende openheid van semina
rie-professoren en -studenten.
HORST, 29 nov. In het kerkdorp
America is gistermiddag het twee
maanden oude dochtertje uit het gezin
van de landbouwer W. G. Linders in
de dekentjes verward geraakt en ge
stikt.
(Advertentie)
BELEGGINGSFONDS
ONROERENDE
GOEDEREN (B.O.G.)
anno 1947
Vraagt Inlichtingen b||
uw bank of commissionair
of by de H.B.B.
Keizersgracht 706, Ameterdam-c
(Advertentie)
- -f
-.s.
Grote zoolplaat met groot stoom-
-U.S.A.-
MIJNSSEN CO. N.V. - KEIZERSGRACHT 205 - AMSTERDAM - TELEFOON 020-64876
Handige knopengleuf laat u rond
om knopen strijken.
aL» d/ d/ d* d« d*
1»
d> d» «L d^ dj d*
*1*
STOOMSTRIJKIJZER
d* di> d/ d* kjf* d* d* d*
rp
SNEL LICHTGEWICHT STRIJKIJZER
Voor ons eigen land betekent dit, dat
1963 de hoop biedt dat het bedrijfsleven
zich in een atmosfeer van verminderde
overspanning, maar niet van ernstige te
rugslag, zal kunnen concentreren op de
consolidatie van wat in de jaren 1959-
1962 werd bereikt.
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG, 29 nov. —.De regering
staat in beginsel niet afwijzend tegen
over een verbreiding van het aandelen
bezit door uitgifte van z.g. volksaande
len. De positieve ervaringen, die men
in Oostenrijk met de uitgifte van soort
gelijke „Volksaktien" heeft opgedaan,
maken echter een beoordeling van het
vraagstuk van afstoting van het staats
bezit op haar eigen merites niet over
bodig. Dit deelt minister-president prof.
dr. J. E. de Quay naar aanleiding van
vragen mee in de memorie van ant
woord aan de Tweede Kamer op de
begroting van Algemene Zaken betref
fende bezitsvorming en de publiekrech
telijke bedrijfsorganisatie.
De minister-president geeft in de me
morie toe dat net inzake de uitbreiding
en de onplooiing van de p.b.o. zijn nut
zou hebben bij een beraad daarover op
de hoogte te zijn van de recente ge-
dachtenwisseling van de SER en de
resultaten daarvan. Zolang echter deze
gegevens niet beschikbaar zijn, kunnen
volgens prof. De Quay zowel regering
als Staten-Generaal zich niet aan hun
verantwoordelijkheid daaromtrent ont
trekken. Zeer waarschijnlijk is het, zo
voegt hij hieraan toe, dat de behande
ling van de afdeling p.b.o. en bezits
vorming van de begroting van Algeme
ne Zaken eerder plaats vindt dan de
behandeling van het rapport van de or
ganisatiecommissie in de SER.
Niet zonder enig scepticisme staat
prof. De Quay tegenover de gedachte
een vakraad in te stellen als voorportaal
van het bedrijfsschap. Het valt volgens
de bewindsman niet bij voorbaat te zeg
gen of van een vakraad in een bedrijfs
tak, waarin de p.b.o. nog niet gereali
seerd is, een remmende of bevorderen
de werking voor het totstandkomen van
een (publiekrechtelijk) bedrijfsorgaan te
verwachten is. Waar, zoals meermalen
het geval is, een vakraad wordt aanbe
volen als middel om de boot van de
p.b.o. af te houden, zou instelling daar
van, aldus de memorie, alleen maar
remmend werken.
In Continentaal Europa Is de toestand
in Duitsland nog het meest met die in
ons eigen land! te vergelijken. In Frank
rijk en Italië moet verwacht worden
dat de expansie zich nog vrijwel onver
zwakt zal voortzetten. In Engeland
waar de in 1961 genomen maatrege
len van bestedingsbeperking tot herstel
van de betalingsbalans met succes wer.
den bekroond, is men thans tot refla-
toire maatregelen overgegaan. In de
Verenigde Staten, waar het krachtige
herstel van 1963 heeft geleid tot een
plateau-conjunctuur in 1962, die gepaard
bleef gaan met een te hoog werkloos
heidspercentage, wordt thans ernstig
een belastingverlaging overwogen, waar
van een nieuwe expansieve invloed op
de bedrijvigheid wordt verwacht.
Zeker is, dat het verschijnsel dat de
scherpe conjunctuuromslag van 1957 te
weegbracht, te weten: de uitputting van
de financieringsmogelijkheden, die
dwong tot herziening van de investe
ringsdisposities, thans niet dreigt. De
kapitaalmarkten zijn vrijwel in de ge
hele Westelijke wereld ruim, het bank
wezen is liquide, de reservepositie van
Europa eerder overmatig dan gelijk
in 1957 krap, en de internationale
monetaire samenwerking is zodanig dat
van de deficitaire landen niet te vre
zen valt dat zij zich tot een deflatie-
politiek zouden zien gedwongen.
Ten aanzien van de loonontwikkeling
stelt de president van de Nederlandsche
Bank zich achter het door de SER aan
de regering gegeven advies. De toelaat
baar geachte verhoging van 2,7 pet. be
tekent echter uitdrukkelijk het aanvaar
den van zekere risicio's. Het is echter
van wezenlijk belang dat thans in vrije
onderhandeling overeenkomsten tot
stand komen die werkgevers en werkne
mers beiden buiten de atmosfeer van
een steeds voortgaande looninflatie
brengen, maar ook buiten de sfeer van
een loonvorming, die bij de werknemers
de indruk wekt dat het de politiek van
de regering zou zijn hun het economisch
mogelijke loon te onthouden.
Of met de in uitzicht genomen ver
hoging he bereikte evenwicht met het
buitenland enerzijds en het hoge peil van
werkgelegenheid anderzijds in stand ge
houden kunnen worden, zal de toekomst
moeten leren. Mocht het evenwicht wor
den doorbroken dan zijn er voldoende
reserves om een tijdelijk betalingsba-
lanstekort te overbruggen, en behoort
het daamr te volgen loonbeleid ver
standig genoeg te zijn, om door het
markeren van de pas, in een volgend
jaar het concurrentievermogen en de
werkgelegenheid weer te herstellen.
De vraag besprekende of het bedrijfs
leven in de komende jaren al of niet
rekening moet houden met de mogelijk
heid van een algemene depressie van
het karakter van die van 1929 tot 1933,
komt dr. Hoitrop tot de conclusie dat men
zich over die mogelijkheid geen zorgen be
hoeft te maken. Hij meent dat noch de
politieke en monetaire autoriteiten, noch
het bankwezen, noch ook het bedrijfs
leven en het publiek zelf, de fouten zul
len herhalen, die tot de catastrophe
van 1929-1932 hebben geleid. Dit wü ech
ter nog niet zeggen dat men het ver
schijnsel van de conjunctuurgolving zou
hebben overwonnen.
De conjunctuurbeweging op zichzelf
is, naar zijn mening, inhaerent aan elk
door de mens geleid produktiestelsel.
Hij acht haar, naar bedrijfstak gespro
ken, ook in zoverre geen ongezond ver
schijnsel, dat het goed is dat perioden
waarin alle energie zich concentreert
op vernieuwing en expansie worden ge
volgd door perioden waarin de aandacht
wordt gewijd aan consolidatie en ra
tionalisatie. Het grote gevaar is echter
dat een gelijkgerichte conjunctuurbewe
ging in alle of vele bedrijfstakken tege
lijk optreedt. Dit laatste te voorkomen
is mede de taak van het overheidsbe
leid en hij gelooft, dat daarin goede
vorderingen zijn gemaakt.
Terugblikkende op wat in het recente
verleden werd bereikt memoreert Dr.
Hoitrop dat in de 10 jaren, 1953-1962,
het reële nationale inkomen met 62 pet.
is gestegen. De stijging van de produk-
tie was ongeveer gelijk aan de vermeer
dering van het reële inkomen; die in
de industrie bedroeg niet minder dan
83 pet. In diezelfde periode nam de ac
tieve afhankelijke beroepsbevolking met
27 pet. toe; de produktie per werkne
mer in de bedrijven steeg met 30 pet.
Voor de periode die thans voor ons
ligt meent de president intussen niet
met een herhaling van de resultaten
van 1953-1962 te mogen rekenen. Met
name lijkt een voortzetting in hetzelfde
tempo van de toeneming van de produk-
tiviteit, en derhalve ook van het reële
nationale inkomen, hem niet waarschijn
lijk. Op grond van verschillende over
wegingen acht hij voor de komende 20
jaar voor Nederland een stijging van
de produktiviteit per werknemer van
2'/i pet. reeds een betrekkelijk optimis
tische raming. Mede rekening houdende
met het accres van de beroepsbevolking
zou men dan mogen rekenen met een
stijging van het reële nationale inko
men van gemiddeld tenminste 344 pet.,
hetgeen een verdubbeling in 20 jaar
zou betekenen.
Zich vervolgens de vraag stellende
welk klimaat het bedrijfsleven in de
komende jaren heeft te verwachten zei
dr. Hoitrop het niet waarschijnlijk te
achten dat de lichtelijk inflatoire toe
stand van een uit het buitenland voort
komend vraagexeedent zich zal voort
zetten. Het was deze toestand die in
10 jaar tijds een exportsttjglng met
128 pot. mogelijk maakte. Voor de toe
komst mag op een zo bevoorrechte ex
portpositie niet meer worden gerekend.
De verhoging der arbeidskosten in ons
land overtreft die in de concurreren
de landen. Er wacht de industrie op de
exportmarkt een harde strijd. Voor het
voor de binnenlandse marlet werkende
bedrijfsleven kan enig soulaas ontstaan,
indien onder het nieuwe toonstelsel
loonsverhogingen, die als niet vermijd
baar zouden worden erkend, als kosten
factor mogen worden aangemerkt.
Dat in de toekomst ernstige versto
ringen van monetaire aard zouden zijn
te verwachten, wordt niet aannemelijk ge
acht. Noch in het binnenland, noch in
het buitenland zal de monetaire politiek
op inflatie of deflatie zijn gericht. Te
recht is echter onlangs door Per Jacobs-
son gewaarschuwd voor de indirecte de-
flatoire ontwikkelingen die zouden kun
nen voortvloeien uit een te ver opdrijven
der arbeidskosten.
Het klimaat met betrekking tot de con
currentieverhoudingen zal, naar spre
kers mening, in hoge mate beïnvloed
worden door do ontwikkelingen in de
E.E.G. Van een voor ieder gunstige wer
king kan moeilijk sprake zijn; wel van
verhoogde kansen, maar ook van ver
hoogde risico's. Gerekend moet worden
met de noodzaak van versterkte specia
lisatie en de wenselijkheid van aaneen
sluiting. De ontwikkeling op het gebied
van de massa-communicatiemiddelen ver
eist de bijzondere aandacht van dat deel
van het bedrijfsleven dat zich recht
streeks richt op de consumptieve
vraag.
Een element van onzekerheid voor het
bedrijfsleven ligt in de verhouding tot
de ontwikkelingslanden. Deze zuilen
slechts dan een toenemende betekenis
als afnemer kunnen verkrijgen indien
de ontwikkelde landen bereid zijn hun
markten te openen voor de industriële
produkten, die de ontwikkelingslanden
kunnen voortbrengen. Dit stelt de be
drijfstakken, waarvan het traditionele
produktieprogramma daardoor wordt
getroffen, voor zeer moeilijke proble
men, die niet kunnen worden opgelost
door een negatieve afweerhouding.
Met betrekking tot het te verwachten
financieringsklimaat meent spreker, dat
de vooruitzichten voor het Nederlandse
bedrijfsleven gunstig zijn, mits de over
heid voortgaat haar financiering te rich
ten op een slechts beperkt beroep op
de kapitaalmarkt. Een onzekere factor
voor de toekomst is de invloed die een
verdere liberalisatie van het kapitaal
verkeer binnen de Gemeenschap op de
Nederlandse rentevoet zou kunnen uit
oefenen.
(Advertentie)