Gesprek tussen de Kerk en het socialisme noodzakelijk Daardoor contact mogelijk met grote groepen van de arbeidende klasse WHITE Vele Kamerleden vragen verlaging leeftijdsgrens voor passief kiesrecht Stoom de kreukels weg... strijk droog wanneer U wilt GENERAL ELECTRIC Speciale feestdagen aanbieding ƒ45.- ƒ27.- Dr. Hoitrop: geen recessie in de naaste toekomst Loonadvies van de S.E.R. houdt zekere risico's in Reg ermg wijst m principe volksaandelen niet af priesters IN AKEN OVER ANTI-CLERICALISME - m Maar verdeeldheid over minimum Harde strijd bij export 4 bruynzeel Intensiever contact geestelijkheid-leek DONDERDAG 29 NOVEMBER 1962 PAGINA 11 P' Katholieke inbreng Partijpolitiek Meer contact Kind in cjekentjes gestikt totaal vermogen ruim f 40.000.000,— FISCALE VRIJSTELLINGEN Kosten hardnekkige kreukels u tijd? Niet meer nodig! Dit GE twee-in-één-strijkijzer perst met stoom de kreukels binnen een paar tellen volkomen glad. Druk de knop in en u strijkt droog. Nog meer voordelen? Het ingebouwde snoer kan het oppervlak, sneller strijken met reeds gestreken gedeelte met verfomfaaien. Het ijzer staat minder moeite. stabiel rechtop. Het heeft een geheel nieuw element dat stoom van een lage temperatuur maakt (ideaal voor wassen- drogen-dragen stoffen). Bovendien is het gemaakt door General Electric, 's werelds meest ervaren fabrikant van elektrische huishoudelijke apparaten! Laat u zich vandaag nog dit nieuwe stoomjjzer bij uw handelaar demonstreren. T IJ D E L IJ K General Electric strijkijzers tegen sterk verlaagde prijzen. met het gemak van twee voor de prys van één. Van 57.50 nu voor met handige, nauwkeurige tem- peratuurinstelling. Van ƒ34.50 nu voor OOSTERBEEK, 29 nov. Met betrekking tot de nabije toekomst meent dr. M. W. Hoitrop, presi dent van de Nederlandsche Bank, dat er geen tekenen zijn die wij zen op een reeds aangevangen of spoedig te verwachten recessie, die vergeleken zou kunnen wor den met die welke in 1957 begon. Het is duidelijk dat de algemene inkrimping van de winstmarges en de aan de dag tredende over capaciteit in enkele basisindus trieën geleid heeft tot matiging van uitbreidingsplannen. Ander zijds is te verwachten dat de con sumptieve vraag zal blijven toe nemen. Aldus sprak dr. Hoitrop tot de ledenvergadering van het Verbond van Protestants-Chris telijke Werkgevers. Conjunctuurgolven niet overwonnen Kleinere groei produktiviteit Geen monetaire verstoringen Voor Sinterklaas een kleurige verrassing BALPENNEN; blauw rood zwart groen in etui de etuis tn de kleuren wit. rood, blauwen parolgrijs AKEN, 29 nov. Een slechts terloops 'oor de Luxemburgse priester, seminarie' g'ofessor en publicist dr. André Hei derscheid aangesneden facet van het 'in-clericalisme: de houding van de Scheidende klasse ten opzichte van de £*]-. is gisteren op de tweede en laat- I f dag van het internationaal pries- •ertreffen alhier geworden tot hét on derwerp van gesprek. Zowel de door de Duits sprekende Priesters gevormde studiegroep, als de Franse groep, samengesteld uit Priesters van Frankrijk en België, be studeerden de noodzaak van een gesprek •ossen de Kerk en het Socialisme. Met name de leden van de Duitse groep jjPraken zich uit voor een dergelijke dialoog. Hun woordvoerder beargumen teerde dit als volgt. Het huidige socia- ~sme is niet meer het Marxisme van vroeger. Het vertoont diverse stromin gen; het is om zo te zeggen meer ver burgerlijkt dan het Marxisme. Verschil lende socialisten, aldus de Duitse con gressisten, komen steeds meer tot het besef, dat hun systeem niet op alle vra gen. van het leven een pasklaar ant woord geeft. Met name niet ten aan- fjen van het probleem van het „hierna maals". Deze situatie houdt voor de Kerk een pracht kans in om deze fOcialisten via de dialoog meer zin voor 5?t „eeuwige" bij te brengen. Boven- 5len, aldus de Duitse studiegroep, kan ue Kerk, getuige de pas verschenen Encycliek „Mater et Magistra", diver se punten van het sociale program van "et Socialisme onderschrijven. Met an dere woorden: deze punten kunnen een dialoog op .tang brengen. Ook de leden van de Franse studie groep wierpen de vraag op, of de tijd hiet rijp is voor een gesprek tussen de Kerk en het socialisme, be jongeren Onder de socialisten, bijvoorbeeld in België, zo betoogden zij, zijn veel meer toegankelijk dan de oude garde. Voorts wezen zij erop, dat de priesters zich niet uitsluitend mogen beschouwen als vrienden van de katholieken, maar van alle mensen. Zij dienen zich te spiege len aan het voorbeeld van grote figu ren in de kerk als St. Paulus of St. Augustinus, die zoals dr. Heiderscheid in zijn inleiding gesteld- had „de poor ten openden voor de heidense vanda len". Dit resultaat van de onderlinge dis cussies bood dr. Heiderscheid de gele genheid om nader terug te komen op het door hem slechts zijdelings aange sneden onderwerp: de dialoog tussen de Kerk en het socialisme. Door middel van een dergelijk gesprek kan de Kerk, aldus de inleider, opnieuw in contact komen met grote groepen van de ar beidende klasse, die thans afkerig staan ten opzichte van het katholicis me. Nader contact zou bepaalde ver keerde denkbeelden, welke over en weer blijken te bestaan kunnen weg ruimen. De Kerk heeft in het verleden te zeer in de mening verkeerd, dat alle zgn. socialistische arbeiders verant woordelijk zijn voor de vrijdenkerij aan de top van de partij. In werkelijkheid echter is voor vele arbeiders het so cialisme niet zozeer een levensbeschou wing, als wel een systeem van sociale vooruitgang. Voorts heeft de clerus on voldoende gezien of niet willen zien, dat het socialisme bepaalde doeleinden nastreeft, waarvan de katholiek de waarde zonder meer kan onderschrij ven. Doeleinden, welke zich richten op en beperkt blijven tot het „tijdelijke''. De dialoog tussen de Kerk en het socialisme. Zo waarschuwde dr. Hei derscheid, mogen de priesters niet zien als een middel om van het socialisme een „kerkelijke vereniging" te maken. Met de dialoog mag met gewacht wor den, tot „het socialisme zich bekeert". Wie zo over een gesprek denkt, maakt zich schuldig aan een van de ernstig ste vormen van clericalisme. Er schuilt (Advertentie) T he -vre HotiéCellar- (Van onze Haagse redactie) Den HAAG, 29 nov. Vele leden de Tweede Kamer zouden de Ieef- •Jjdsgrens voor het passieve kiesrecht verlagen van 30 tot 21 jaar. Zij Sibben vertrouwen in de wijsheid van 2egenen die de kandidaatstelling voor ®e vertegenwoordigende lichamen, met J'flie de Eerste en Tweede Kamer, ver- ï?rBen. Dit blijkt uit het voorlopig ver- ?aS op een voorstel tot wijziging van v® Grondwet over de leeftijdsgrens voor actief kiesrecht. "Tegen de door de regering voorge leide verlaging van de leeftijdsgrens j.P °r het actief kiesrecht van 23 tot 21 bo bestaat bij de Kamerleden geen .^waar. Integendeel. Met warme in; ürn.np- wordt dit reeerincsvoorste t>a?*.ieh van de leeftijdsgrens voor het ^sief kiesrecht. ogen over de vraag van de vele tiia n °f de regering bereid is de leef- bfb voor het passief kiesrecht terug te w 8en tot die van de leeftijd der vol- anrfenen- staat de opvatting van vele W6 re leden, die van mening zijn, dat 1\!;n voor het lidmaatschap van de (jp/eede Kamer niet verder moet gaan £Sn een minimum leeftijd van 25 jaar. voegen daaraan toe, c" t deze leef- V,? aansluit bij die, welke te zijner tijd Vj 1vereist voor het lidmaatschap bet Europees Parlement. tj,"e landen, zo wordt gezegd, houden <}jtttas deze leeftijd aan. Nimmer heeft va fot moeilijkheden gejeid in de zin Veil bet optreden van „onrijpe" volks- jjegenwoordigers. Or,,,golfde leden stellen zich achter de WAftihg van de regering de minimum ÈerS A00r het lidmaatschap van de 2ii „te Kamer te handhaven op 30 jaar. floo- en bet geen bezwaar, dat daar- Oïitsto€en verschil in toelatingsleeftijd Karno^ Aoor de Eerste en Tweede Jh6n J- Een soortgelijke situatie kent in België. Daar geldt voor de 4e gp„ een grens van 25 jaar en voor naat een van 40 jaar. d enkele weer andere leden zou den vI20rsbnnds genoegen willen ne- een verlaging van de leef- - Si s voor het passief kiesrecht laar. V°°r hen is dit het mini- Ue bezwaren van de regering Ie tegen een verlaging, aldus het ver slag, hebben op hen weinig indruk gemaakt. Voor een verlaging van de grens van 30 jaar wordt voorts nog als argument aangevoerd, dat deze leeftijd in de praktijk betekent, dat aan het einde van een parlementaire leriode van vier jaar de minimum- eeftijd behoudens dan eventueel tussentijds benoemde leden tot 34 jaar gestegen is. In feite is daarom thans de gemiddelde minimum-leef tijd niet 30, maar 32 jaar. Vele leden zijn blijkens het voorlopig verslag teleurgesteld, dat de regering van de onderhavige herziening van de Grondwet geen gebruik heeft gemaakt om de voorstellen van de commissie- Van Schalk over de positie van de Eerste Kamer over te nemen. Zij scha ren zich volledig achter het voorstel van de commissie de taak van de Eer ste Kamer te beperken met betrekking tot het vaststellen van de begrotings wet. Van deze leden gaan er versohelde- nen nog veel verder door zich over tuigde voorstanders te verklaren van afschaffing van de Eerste Kamer. In dit verband vragen zij of de regering genegen is een voorstel in deze rich ting te doen. Ook al zou dit tot gevolg hebben, dat een groot aantal artikelen van de Grondwet zou moeten worden gewijzigd, zijn zij van oordeel, dat de daarvoor nodige veranderingen ieder voor zich van eenvoudige aard zijn. Vele leden betreuren het voorts, dat de regering nog altijd geen stappen heeft ondernomen om de Grondwet aan het statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden aan te passen. Nog steeds bestaat de wonderlijke toestand, zo wordt opgemerkt, dat met het begrip „Rijk" volgens het Statuut het gehele Koninkrijk wordt aangeduid, terwijl de Grondwet daaronder uitsluitend het Riik in Europa verstaat. Vele leden hebben er, aldus het ver slag, geen behoefte aan, dat de ver plichting in de Grondwet neergelegd tot het jaarlijks uitbrengen van een verslag over de verrichtingen van het armbestuur, wordt gehandhaafd. Daar naast zouden verscheidene leden de Grondwettelijke verplichting tot het ge ven van een jaarlijks verslag van de staat van het onderwijs willen laten vervallen. iets in van de clericale heerszucht, waartegen het anti-clericalisme zich juist richt. Als er plaats is voor de katholieke ideologie m het kader van het huidige socialisme met een veel grotere ver scheidenheid dan vroeger, dan is, vol gens dr. Heiderscheid, de vraag ge wettigd of de katholieken hun inbreng aan dit socialisme mogen onthouden. Vragenderwijs ging hu vervolgens na der in op een tegenwerping van drA. Böhm, hoofdredacteur van de „Rhei- nische Merkur", of de dialoog bij de barricade-strijders niet de indruk kan wekken, dat de Kerk hen plotseling in de steek laat. Wat deze barricade-strij ders betreft moeten wjj ons o.m. afvra gen, aldus dr. Heiderscheid.: „Welke leken staan op de barricade?" en „wat zijn hun motieven?" „Domineren in derdaad zuiver apostolische motieven of vechten zij op de barricade omwille van politieke redenen, omwille van par tijbelangen, omwille van stemmen bij verkiezingen?" In dit verband merkte dr. Heider scheid op, dat hij zich niet aan de indruk kan onttrekken, dat de strijd tegen het socialisme in onze West- europese landen te veel of uitsluitend wordt ingegeven door partijpolitiek. Wij mogen ons rustig de vraag stel len of de Kerk wel alles kan onder schrijven, wat de barricadestrijders van bijvoorbeeld een partij als de C.D.U. propageren en voorstaan. Ook is het nuttig, zo vervolgde prof. Heiderscheid, ons af te vragen, waarom de clerus zoveel ophef maakt over de bestrijding van het socialisme en zo weinig over de bestrijding van het li- berahsme, waardoor verderfelijker doel einden worden nagestreefd dan bepaal de socialistische strevingen, welke de clerus zonder meer veroordeelt. Aan sluitend op dit alles stelde spreker vast, dat het ideaal zou zijn, wanneer de Kerk zelfs de schijn van gebonden heid aan bepaalde politieke partijen zou kunnen vermijden. Teruggekomen op de dialoog tussen de Kerk en het socialisme merkte dr. Heiderscheid tenslotte nog op, dat de onwetendheid over het resultaat van een dergelijk gesprek geen reden mag zijn om niet serieus de mogelijkheden daartoe te onderzoeken. Ter oplossing van het vraagstuk van het anti-clericalisme binnen de Kerk het eigenlijke thema van dit internatio nale priestertreffen onder auspiciën van het Katholiek Genootschap voor In ternationale Betrekkingen voerden de leiders van de discussiegroepen nog aan, dat de geestelijkheid het contact met de leek moet intensiveren en voor al moet „vermenselijken"; dat de se minarie-opleiding meer openheid aan de dag moet leggen; dat de clerus meer aan functie-zuivering moet gaan doen; dat de leek meer kansen moet krijgen o.a. op onderwijsgebied, etc. De Nederlandse discussiegroep gaf als haar mening te kennen, dat Tn ons land het anti-clericalisme wellicht min der groot is dan elders. Van oudsher hebben de leken hier een grotere so lidariteit met de priesters aan de dag gelegd, omdat zij zich vele eeuwen lang geplaatst zagen tegenover een gro te groep niet-katholleken. Het Neder landse anti-clericalisme zou men be ter kunnen aanduiden met de term be zorgdheid van de leek voor de Kerk. Overigens beweerde de woordvoerder van deze groep niet, dat in Nederland geen vormen van anti-clericalisme zou den bestaan. Nader gingen de Neder landse priesters nog m op de huns in ziens onvoldoende openheid van semina rie-professoren en -studenten. HORST, 29 nov. In het kerkdorp America is gistermiddag het twee maanden oude dochtertje uit het gezin van de landbouwer W. G. Linders in de dekentjes verward geraakt en ge stikt. (Advertentie) BELEGGINGSFONDS ONROERENDE GOEDEREN (B.O.G.) anno 1947 Vraagt Inlichtingen b|| uw bank of commissionair of by de H.B.B. Keizersgracht 706, Ameterdam-c (Advertentie) - -f -.s. Grote zoolplaat met groot stoom- -U.S.A.- MIJNSSEN CO. N.V. - KEIZERSGRACHT 205 - AMSTERDAM - TELEFOON 020-64876 Handige knopengleuf laat u rond om knopen strijken. aL» d/ d/ d* d« d* 1» d> d» «L d^ dj d* *1* STOOMSTRIJKIJZER d* di> d/ d* kjf* d* d* d* rp SNEL LICHTGEWICHT STRIJKIJZER Voor ons eigen land betekent dit, dat 1963 de hoop biedt dat het bedrijfsleven zich in een atmosfeer van verminderde overspanning, maar niet van ernstige te rugslag, zal kunnen concentreren op de consolidatie van wat in de jaren 1959- 1962 werd bereikt. (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG, 29 nov. —.De regering staat in beginsel niet afwijzend tegen over een verbreiding van het aandelen bezit door uitgifte van z.g. volksaande len. De positieve ervaringen, die men in Oostenrijk met de uitgifte van soort gelijke „Volksaktien" heeft opgedaan, maken echter een beoordeling van het vraagstuk van afstoting van het staats bezit op haar eigen merites niet over bodig. Dit deelt minister-president prof. dr. J. E. de Quay naar aanleiding van vragen mee in de memorie van ant woord aan de Tweede Kamer op de begroting van Algemene Zaken betref fende bezitsvorming en de publiekrech telijke bedrijfsorganisatie. De minister-president geeft in de me morie toe dat net inzake de uitbreiding en de onplooiing van de p.b.o. zijn nut zou hebben bij een beraad daarover op de hoogte te zijn van de recente ge- dachtenwisseling van de SER en de resultaten daarvan. Zolang echter deze gegevens niet beschikbaar zijn, kunnen volgens prof. De Quay zowel regering als Staten-Generaal zich niet aan hun verantwoordelijkheid daaromtrent ont trekken. Zeer waarschijnlijk is het, zo voegt hij hieraan toe, dat de behande ling van de afdeling p.b.o. en bezits vorming van de begroting van Algeme ne Zaken eerder plaats vindt dan de behandeling van het rapport van de or ganisatiecommissie in de SER. Niet zonder enig scepticisme staat prof. De Quay tegenover de gedachte een vakraad in te stellen als voorportaal van het bedrijfsschap. Het valt volgens de bewindsman niet bij voorbaat te zeg gen of van een vakraad in een bedrijfs tak, waarin de p.b.o. nog niet gereali seerd is, een remmende of bevorderen de werking voor het totstandkomen van een (publiekrechtelijk) bedrijfsorgaan te verwachten is. Waar, zoals meermalen het geval is, een vakraad wordt aanbe volen als middel om de boot van de p.b.o. af te houden, zou instelling daar van, aldus de memorie, alleen maar remmend werken. In Continentaal Europa Is de toestand in Duitsland nog het meest met die in ons eigen land! te vergelijken. In Frank rijk en Italië moet verwacht worden dat de expansie zich nog vrijwel onver zwakt zal voortzetten. In Engeland waar de in 1961 genomen maatrege len van bestedingsbeperking tot herstel van de betalingsbalans met succes wer. den bekroond, is men thans tot refla- toire maatregelen overgegaan. In de Verenigde Staten, waar het krachtige herstel van 1963 heeft geleid tot een plateau-conjunctuur in 1962, die gepaard bleef gaan met een te hoog werkloos heidspercentage, wordt thans ernstig een belastingverlaging overwogen, waar van een nieuwe expansieve invloed op de bedrijvigheid wordt verwacht. Zeker is, dat het verschijnsel dat de scherpe conjunctuuromslag van 1957 te weegbracht, te weten: de uitputting van de financieringsmogelijkheden, die dwong tot herziening van de investe ringsdisposities, thans niet dreigt. De kapitaalmarkten zijn vrijwel in de ge hele Westelijke wereld ruim, het bank wezen is liquide, de reservepositie van Europa eerder overmatig dan gelijk in 1957 krap, en de internationale monetaire samenwerking is zodanig dat van de deficitaire landen niet te vre zen valt dat zij zich tot een deflatie- politiek zouden zien gedwongen. Ten aanzien van de loonontwikkeling stelt de president van de Nederlandsche Bank zich achter het door de SER aan de regering gegeven advies. De toelaat baar geachte verhoging van 2,7 pet. be tekent echter uitdrukkelijk het aanvaar den van zekere risicio's. Het is echter van wezenlijk belang dat thans in vrije onderhandeling overeenkomsten tot stand komen die werkgevers en werkne mers beiden buiten de atmosfeer van een steeds voortgaande looninflatie brengen, maar ook buiten de sfeer van een loonvorming, die bij de werknemers de indruk wekt dat het de politiek van de regering zou zijn hun het economisch mogelijke loon te onthouden. Of met de in uitzicht genomen ver hoging he bereikte evenwicht met het buitenland enerzijds en het hoge peil van werkgelegenheid anderzijds in stand ge houden kunnen worden, zal de toekomst moeten leren. Mocht het evenwicht wor den doorbroken dan zijn er voldoende reserves om een tijdelijk betalingsba- lanstekort te overbruggen, en behoort het daamr te volgen loonbeleid ver standig genoeg te zijn, om door het markeren van de pas, in een volgend jaar het concurrentievermogen en de werkgelegenheid weer te herstellen. De vraag besprekende of het bedrijfs leven in de komende jaren al of niet rekening moet houden met de mogelijk heid van een algemene depressie van het karakter van die van 1929 tot 1933, komt dr. Hoitrop tot de conclusie dat men zich over die mogelijkheid geen zorgen be hoeft te maken. Hij meent dat noch de politieke en monetaire autoriteiten, noch het bankwezen, noch ook het bedrijfs leven en het publiek zelf, de fouten zul len herhalen, die tot de catastrophe van 1929-1932 hebben geleid. Dit wü ech ter nog niet zeggen dat men het ver schijnsel van de conjunctuurgolving zou hebben overwonnen. De conjunctuurbeweging op zichzelf is, naar zijn mening, inhaerent aan elk door de mens geleid produktiestelsel. Hij acht haar, naar bedrijfstak gespro ken, ook in zoverre geen ongezond ver schijnsel, dat het goed is dat perioden waarin alle energie zich concentreert op vernieuwing en expansie worden ge volgd door perioden waarin de aandacht wordt gewijd aan consolidatie en ra tionalisatie. Het grote gevaar is echter dat een gelijkgerichte conjunctuurbewe ging in alle of vele bedrijfstakken tege lijk optreedt. Dit laatste te voorkomen is mede de taak van het overheidsbe leid en hij gelooft, dat daarin goede vorderingen zijn gemaakt. Terugblikkende op wat in het recente verleden werd bereikt memoreert Dr. Hoitrop dat in de 10 jaren, 1953-1962, het reële nationale inkomen met 62 pet. is gestegen. De stijging van de produk- tie was ongeveer gelijk aan de vermeer dering van het reële inkomen; die in de industrie bedroeg niet minder dan 83 pet. In diezelfde periode nam de ac tieve afhankelijke beroepsbevolking met 27 pet. toe; de produktie per werkne mer in de bedrijven steeg met 30 pet. Voor de periode die thans voor ons ligt meent de president intussen niet met een herhaling van de resultaten van 1953-1962 te mogen rekenen. Met name lijkt een voortzetting in hetzelfde tempo van de toeneming van de produk- tiviteit, en derhalve ook van het reële nationale inkomen, hem niet waarschijn lijk. Op grond van verschillende over wegingen acht hij voor de komende 20 jaar voor Nederland een stijging van de produktiviteit per werknemer van 2'/i pet. reeds een betrekkelijk optimis tische raming. Mede rekening houdende met het accres van de beroepsbevolking zou men dan mogen rekenen met een stijging van het reële nationale inko men van gemiddeld tenminste 344 pet., hetgeen een verdubbeling in 20 jaar zou betekenen. Zich vervolgens de vraag stellende welk klimaat het bedrijfsleven in de komende jaren heeft te verwachten zei dr. Hoitrop het niet waarschijnlijk te achten dat de lichtelijk inflatoire toe stand van een uit het buitenland voort komend vraagexeedent zich zal voort zetten. Het was deze toestand die in 10 jaar tijds een exportsttjglng met 128 pot. mogelijk maakte. Voor de toe komst mag op een zo bevoorrechte ex portpositie niet meer worden gerekend. De verhoging der arbeidskosten in ons land overtreft die in de concurreren de landen. Er wacht de industrie op de exportmarkt een harde strijd. Voor het voor de binnenlandse marlet werkende bedrijfsleven kan enig soulaas ontstaan, indien onder het nieuwe toonstelsel loonsverhogingen, die als niet vermijd baar zouden worden erkend, als kosten factor mogen worden aangemerkt. Dat in de toekomst ernstige versto ringen van monetaire aard zouden zijn te verwachten, wordt niet aannemelijk ge acht. Noch in het binnenland, noch in het buitenland zal de monetaire politiek op inflatie of deflatie zijn gericht. Te recht is echter onlangs door Per Jacobs- son gewaarschuwd voor de indirecte de- flatoire ontwikkelingen die zouden kun nen voortvloeien uit een te ver opdrijven der arbeidskosten. Het klimaat met betrekking tot de con currentieverhoudingen zal, naar spre kers mening, in hoge mate beïnvloed worden door do ontwikkelingen in de E.E.G. Van een voor ieder gunstige wer king kan moeilijk sprake zijn; wel van verhoogde kansen, maar ook van ver hoogde risico's. Gerekend moet worden met de noodzaak van versterkte specia lisatie en de wenselijkheid van aaneen sluiting. De ontwikkeling op het gebied van de massa-communicatiemiddelen ver eist de bijzondere aandacht van dat deel van het bedrijfsleven dat zich recht streeks richt op de consumptieve vraag. Een element van onzekerheid voor het bedrijfsleven ligt in de verhouding tot de ontwikkelingslanden. Deze zuilen slechts dan een toenemende betekenis als afnemer kunnen verkrijgen indien de ontwikkelde landen bereid zijn hun markten te openen voor de industriële produkten, die de ontwikkelingslanden kunnen voortbrengen. Dit stelt de be drijfstakken, waarvan het traditionele produktieprogramma daardoor wordt getroffen, voor zeer moeilijke proble men, die niet kunnen worden opgelost door een negatieve afweerhouding. Met betrekking tot het te verwachten financieringsklimaat meent spreker, dat de vooruitzichten voor het Nederlandse bedrijfsleven gunstig zijn, mits de over heid voortgaat haar financiering te rich ten op een slechts beperkt beroep op de kapitaalmarkt. Een onzekere factor voor de toekomst is de invloed die een verdere liberalisatie van het kapitaal verkeer binnen de Gemeenschap op de Nederlandse rentevoet zou kunnen uit oefenen. (Advertentie)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 11