i ïèSwiillS GETEKEND LEVEN; een serie pla Israëlische humor AVONTUREN- VERHALEN D Nederlandse literatuur in pockets herdrukt E H I H FONS VITAE BOEKHANDEL LEBESQUE IN CHRISTO PEDAGOGIEK VOOR DE JEUGD: Jupiterboeken: fraaie nieuwe verschijning op boekenmarkt BOEKHANDEL WINANTS VITA VERA WAT IS DAT HUIS WAARD Het dierenrijk in kleuren! Pracht- geschenken KLEIN missaal „llrbi el Orbi En God zag dat het goed was Het heldere uur van Jan Mens De liquiditeit der onderneming boekhandel erasmus NOVA ET VETERA Domstraat 12 - venlo Boekh. G. Mosmans Zn boekhandel crolla „HET BOEKHUIS" Boekhandel van gastel Boekhandel DE GROENE HEL, DE EXPEDITIE, DE ZEEUWEN EN HET DELTAPLAN Hoe verzorgen wij onze hond? Het Economisch stelsel van Keynes G. Janssen, cv. Vervolg op „Marleen DONDERDAG 29 NOVEMBER 1962 M. OOMENS' BOEKHANDEL prehistorische dieren 150 afb. in kleur 7.90 ZOOGDIEREN DER WERELD 250 afb. in kleur 9.50 MOUSSAULT M. BL0MMESTEIJN N.V. BOEKEN BOEKHANDEL ADR. HE1NEN h.stumpel HOORN N.V. ^nge Nieuwstraat 243, IJMUIDÈN telefoon 6138 hoofdstraat 200, SANTPOORT telefoon 8371 boekhandel H. Verhagen-De Reijdt N.V. ^andvliet's Boekhandel ROKIN 130 AMSTERDAM TELEFOON 020 - 37624 en 37586 Kriekemans en Perquin herdrukt e vraag naar het avonturen verhaal voor de jeugd zal groot zijn deze dagen. Men heeft daar op gerekend. De uit gever biedt keus in verhalen vol oerwoudgeweld, krijgsrumoer in en rond de Franse revolutie, wit huiden, die toch Indianen blijken te zijn, of meer in eigen omgeving, de zilte romantiek van Veere, het tchnische spektakel van het Delta plan. Rekenwonder ,De mens „En God zag dat het goed was" HET SCHEPPINGSVERHAAL VOOR KINDEREN VERTELD H|ERLEN tel. (04440) 43 67 (gebedenboek voor meisjes] Geb. 8.50 Het Scheppingsverhaal voor kinderen verteld en gedrukt in 8 kleuren. Onroerend Goed 9 VOOR ALLE BOEKEN: BREDA Ginnekenstraat 30 Ginnekenweg 90 Telefoon (01600) - 34982 r gebedenboekN/oorH I DNteE MAN N EN j Alle besproken uitgaven zijn Verkrijgbaar bij Boekhandel HILVERSUM Kerkstraat 14 - Tel. (02950) 16251 Pracht verzameling op het gebied an kunst. PRESTE. 27 - 's-HERTOGENBOSCH Tel. 04100 - 3 00 12 Boek- en Kantoorboekhandel Grote Noord 83 Hoorn Telefoon 02290 - 46 92 r EEN VOORTREFFELIJK-! GEB EDEN BOEK) Kerkstraat 39 - Telef. 04920 - 29 00 HELMOND Sinds 1900 Telefoon 04700 2220 MARKT 27 's-HERTOGENBOSCH p°stbus 9 - Telef. 04100 -3 27 89 „HUIS OP DE HOEK" Stationsstraat 17 Valkenburg Tel. 04406 26 28 Cimbrichterstraat 44 SITTARD Telefoon 04490 - 22 23 L«hgestraat 86 AMERSFOORT Telefoon 03490-15963 ^ARLEMMERSTRAAT 117a LEIDEN Tel. 01710 2 04 21 •H urnmiliummmmmmmmimmimini Sint Nicolaas' boekenvenster mmiiiiimmumimmimmimmmimumiii Moeder en kind, pentekening van Jacob de Gheyn. Liefhebbers der tekenkunst worden terecht enigszins achterdochtig wanneer litteratoren zich met hun muze gaan bezighouden. Ais Vic tor van Vriesland dan ook zijn naam leent aan een serie platenboeken gewijd aan de tekenkunst, vingert hij onover tuigd door de fraaie albums totdat hij ontdekt dat de keuze van de platen is geschied door <J. Kok. Victor van Vries land is waarschijnlijk de leverancier van de begeleidende citaten uit de Ne derlandse en buitenlandse litteratuur. Ze zijn tenminste met zorg gekozen en soms bijzonder ter snede. Dan zijn er ook nog inleidingen, die erg van aard verschillen. Hella S. Haas- se, bij voorbeeld, die de „Kunst der Vrijagie" preludieert, komt niet verder dan een cultuurhistorische beschouwing van het soort dat, naar wij hopen, op uitsterven staat. Dit soort huisbakken dilettantisme van „in de middeleeuwen deden ze het zus en in de pruikentijd zo" moeten de literatoren nu maar aan de deskundigen overlaten. Er is over het vrijen op litterair niveau, dachten wij, toch wel genoeg te vertellen. Het- ze.'de geldt, hoewel in mindere mate, voor Harriet Freezers begeleiding van de „Spieghel der Jonckheydt". Nee, dan C. C. van Rossem, die zo warmbloedig en deskundig „Ruiter en Paard" intro duceert, dat men er enthousiast van wordt. En R. Boddeke weet ook waar hij over praat als hij „Elk vist op zijn getij" inleidt. Misschien zelfs wat te veel, want binnen enkele pagina's zitten wij al met een „buldo" op de schichtige ruis voorn. Tenslotte dan de platen. Als men één onderwerp kiest is het onvermijdelijk dat de keuze beperkt is. Zelfs de ze- ventiende-eeuwers, die letterlijk alles wat los en vast zat hebben getekend, zijn niet onuitputtelijk. Daarom is er nogal verschil in kwaliteit en karakter. Niettemin ligt het zwaartepunt bij de tekeningen. Men moet ze op zijn ge mak bekijken als de oude verzamelaars die hun portefeuille 's avonds tevoor schijn haalden om prent na prent en tekening na tekening te bewonderen. Die gewoonte sterft helaas uit. Het hele oude teken-oeuvre verdwijnt langzaam aan in de portefeuilles van de prenten kabinetten, waar ze een stille hoewel eervolle dood tegemoet gaan. De liefhebber moet zich noodgedwon gen behelpen met reproducties. Dat is niet zo tragisch want de tekening leent zich als regel beter voor repro- Twee keer zijn in de loop der ge schiedenis de joden uit Egypte getrokken. De eerste keer was het de Heer die ons leidde. De tweede keer verlieten wij Egypte on der auspiciën van de Verenigde Naties. De historische uitvinding, gedaan tij dens de eerste Exodus, was die van het ongezuurde brood de matzoth, ook wel bekend als matzes. Onze voorouders hadden geen tijd om zuur deeg klaar te maken en sinds die tijd eten wij gedurende de hele Pe- saoh-week de ongedesemde matzes, opdat wij ons herinneren eens in slavernij te hebben geleefd. Dit is na tuurlijk allemaal zeer roerend, maar de ellende is dat iedere Israëli na de paasdagen altijd blijkt matzes over te hebben die hij ziék van dit kartonachtige voedsel met geen mogelijkheid door zijn keel kan krij gen. Algemeen bekend mag zo langza merhand worden verondersteld dat in Israël sinds enige tijd een fabriek bestaat, waarin men het nationale matze-surplus tracht te verwerken tot grammofoonplaten. De ene kant van deze platen speelt de Matzeus- Passion en de andere kant de Mat- zeillaise. Wanneer men de plaat ten slotte woedend aan stukken gooit, hoort men nog heel zacht de Matz Funèbre". Er zijn mensen, die dit soort humor niet kunnen waarderen. Ze kunnen Ephraim Kishnon's „Kijk maar om, mevrouw Lot" met een gerust hart on gelezen laten. Wie er wel oor naar heeft, ontmoet er een nieuw fenomeen: een Israëlische humorist. Er is be weerd dat Joden, eenmaal Israëli ge worden, hun humor zouden hebben ver loren. Kishnon is er een uitzondering op. Hij commentarieert alle ergernis sen van het leven in Israël met even veel milde spot als zijn voorouders dat in de verstrooiing hebben gedaan. Kishnon houdt het midden tussen Vic tor Borge en Max Tailleur. Hij spit be paald niet diep, maar hij kent zijn vak. En zijn humor is een gezond en ple zierig compliment op onvermijdelijke pathos van de jonge staat Israël. Nico Polak heeft voor een uitstekende verta ling gezorgd. Uitgever is de Arbeiders pers. K. ductie dan het schilderij. Daarom verdient de serie, die de uitgeverij Haentjens Dekker en Gumbert uit Utrecht nu is begonnen, de aandacht, al geschiedt de ordening niet op kwa liteit of periode maar op een wille keurig onderwerp, hetgeen overigens ook wel zijn charme heeft en de keu ze is met smaak geschied. De serie zal straks worden voortge zet met boeken gewijd o.m. aan het Muziekleven, het Spel van de Volwasse ne, het Koffiehuis, de Kermis en het Soldatenleven. K. l\y nno 1962 is bjj Paul Brand in Hil versum de derde herziene uitgave verschenen van Algemene Peda gogiek van de hand van D. A. Kriekemans, professor aan de katholie ke universiteit te Leuven. Ook van de Utrechtse hoogleraar prof. dr. N. Per quin S.J. is in de loop van dit jaar opnieuw een handboek in herdruk ver schenen en wel de zesde van Pedago giek; J. J. Romen en Zonen te Roer mond geeft het uit. Aan beide boeken is in De Tijd bij verschijnen en vroegere herdrukken reeds aandacht gesohonken. Nu ze her zien opnieuw worden aangeboden, heeft het ongetwijfeld zin de lezers van dit blad nogmaals op de waarde van beide werken te wijzen. De wijze waarop beide hoogleraren te werk gaan, loopt nogal uiteen. Prof. Kriekemans trekt zijn konklusies uit gegevens, die andere wetenschappen hem verschaffen. Prof. Perquin legt er de nadruk op, dat hij zich bezinnen wil op het opvoedingsverschijnsel en wel volgens de fenomenologische methode. Beide schrijvers geven hun lezers een gids mee in hun studie. De Leuvense hoogleraar analyseert de inhoud van zijn boek heel uitvoerig door de titels van de delen, de hoofdstukken en para grafen in een tafel bij elkaar te bren gen. Prof. Perquin geeft niet alleen een personen-, maar ook een zeer uitge breid zakenregister. Overigens kan de lezer zeer overvloedig te weten komen welke werken van andere schrijvers beide hoogleraren bij hun diepgaande studie hebben geraadpleegd. Tenslotte lijkt het mjj niet misplaatst ter aanbeveling van de bedoelde boe ken, die resp. 456 en 300 bladzijden tel len, een enkel citaat aan de rijke in houd te ontlenen. Het kind groeit met eigen, autono me krachten naar de volwassenheid toe, maar het behoeft leiding om in deze niet af te wijken. Alleen een kind wiens leven uit on baatzuchtige liefde geordend wordt, groeit normaal op. Alleen wie de eigene menswording als een levenslange opgave erkent, kan anderen vormen. Het eerste doel van de pedagogiek is praktisch. Zij wil de opvoeders helpen het opvoedingswerk goed te volbrengen. Dr. M. DE HAAS Oor Bruyn voert de Australische jungle ten tonele, een benauwde ver stikkende plantengroei, waarin vele ge varen de expeditie van dr. Ludwig Leichardt bedreigen. Er wordt jacht gemaakt op wilde dieren. Harde, mee dogenloze jachten, zoals die op de reu zenkangoeroe, bijigenaamd „De oude man", die fel van zich afbijt, met zijn krachtige voorpoten aanvallende hon den om de oren slaat. Gevechten met de agressieve „Abo's", krijsende wilden die hun speren trefzeker werpen. De expeditie, waarin een zes tienjarige jongeman grote moed aan de dag legt, wordt er ernstig door be- dreigcl Cor Bruyn heeft de toon die een jonge lezer aanspreekt. Wie ,,In de greep van de wildernis" (Callenbach) koopt, zal zich tevreden moeten stel len met een onbevredigend slot. In zo verre, dat de gekwelde en geteisterde e.\-peditie nog altijd diep in de zorgen zit. Het tweede deel „Aan de wildernis ontworsteld", is er voor om dat verder uit te werken. Ook in Zuid-Suriname is de jungle, wild en ontoegankelijk. Daar moet een vliegveld worden aan gelegd. Men wil er schuwe en primi tieve indianen als arbeidskrachten voor werven. Dat gaat gepaard met veel spanning en opwinding rond een sluwe Braziliaan, die zich uit geeft voor ge leerde, maar in werkelijkheid op zoek is naar diamanten. Hij vindt die ook na een serie gruwelijke misdaden. „Noodlanding in de groene hel" van C. Butner beschrijft heel uitvoe rig, ook hoe de schurk zijn verdiende lot niet ontgaat. Voor jongens rond de leeftijd van twaalf jaar is dit van aardige illustraties voorziene boek, dat bij Van Goor en zonen in Den Haag werd uitgegeven. Bij deze uitgever ver scheen ook het veVhaal over „De witte Indianen" met Noors bloed in de ade ren. Een Franse expeditie ontdekt ze in de afgelegen binnenlanden van Canada. Een door Lidi Luursema uit het Duits vertaald boek, dat R.D.E. Oxenaar voorzag van fraaie illustraties. Dat geldt ook voor „Storm over Valmy" waarmee Geoffrey Trease een jeugd verhaal over de Franse revolutie schreef. Hij deed dat boeiend en met aandacht voor de historische feiten. A. J. Richel vertaalde deze geschiedenis van een jonge tekenaar, die in de slag bij Valmy tegen de gevreesde Pruisén van de oude hertog Brunswijk in het strijdperk treedt. De schrijfster Gertie Evenhuis woont in Zeeland. Zij kent de Zeeuwse aard, de binding van een stoer volk met de open zee. Zij heeft ook alle begrip van deze mensen, die zich door het spek- takulaire Deltaplan van de zilte adem tocht zien afgesneden. In haar verhaal „Verdreven vloot" spelen de vissers van Veere en Arnemuiden de hoofdrol. Zij zien de caissons met gemengde ge voelens komen. Zij, hun vrouwen, hun jongens en meisjes. De jeugd hoort van de ouderen dat al die werken niet goed kunnen zijn. Maar tegelijkertijd trekt de fantastische techniek hen aan. En op de dag, dat het Veerse gat met veel feestelijk vertoon gesloten wordt, zingen ook zij uit volle borst mee. Ger- i tie Evenhuis heeft het alles van nabij meegemaakt. Zij proeft de juiste sfeer en de gevoelens. En dat stelde haar in staat om van deze vrij recente ge beurtenissen op de Zeeuwse stromen een actueel jeugdboek te maken. Bij Ploeg- sma in Amsterdam werd het uitgege ven, in een bijzonder fraaie uitvoering en met opmerkelijke illustraties van Carl Hollander. Goedkoop is het boek dan ook niet, zeker niet wanneer men aan de gemiddelde prijs van jeugdboe ken denkt. Niettemin willen we „Ver dreven vloot" van harte aanbevelen. We horen al lang niet meer tot de ca tegorie der twaalf-jarigen, maar we hebben het in een adem uitgelezen. H. Th. Het is lang niet altüd nodig dat de leek die belang stelt in populair- wetenschappelyke literatuur zich min of meer kostbare boekwer ken aanschaft. In tal van pocketreeksen verschijnen tegenwoordig herdrukken van standaardwerken op dit gebied, ter wijl ook nieuwe uitgaven vaak in een goedkope editie op de markt komen. Er is daarom ruime keus op allerlei terrein voor mensen met smalle beurzen. Zo verscheen In de Sesamreeks van Bosdh en Keunig N.V. te Baam in twee deeltjes de zesde en geheel met de nieuwste wetenschappelijke ontdek kingen aangevulde druk van „De won derwereld der biologie" van dr. W. M. Kruseman onder de titel „Biologie, re laas der wondere levensfuncties", ter wijl in de Aulareeks van het Spectrum te Utrecht uitkwam „Algemene zoölo gie" van Alfred Kühn, een veertiende ruk van „Grundriss der allgemeinen plaats in de bibliotheek van vele zoö logen heeft. In de laatste serie horen ook thuis „De vroegste geschiedenis van de mens" door Rudolf Grahmann, dat de lezer een fascinerend beeld van de halfmens, de oermens en de pre historische mens voor ogen tovert; „Grondbegrippen van de moderne fy sica" naar de derde herziene druk van „An approach to modem physics" van E. N. da Costa Andrade, dat diep door dringt tot de „sleutelposities" in de na tuurkunde; „Keerpunten in die fysica", een gebundelde cyclus van voordrach ten gegeven door hoogleraren uit Ox ford: „De betekenis van de evolutie" door George Gaylord Simpson, geba seerd op een serie beroemd geworden lezingen van de schrijver aan de Ame rikaanse Yale-universiteit; „Algemene celleer" van Joseph G. Hoffmann, dat o.m. uitvoerig ingaat op het fenomeen kanker (een organisatieziekte van de cel) en op de betekenis van de dood en tenslotte „De geschiedenis van het be grip atoom" door de Nijmeegse hoog leraar prof. dr. A. G. M. van Melsen, dat de verschillende gestalten van het atoombegrip vanaf de Griekse tijd tot het heden diepgaand in beschouwing neemt. De meeste van deze Aulapoc kets zijn voorzien van illustraties, bi bliografieën en registers en worden me de daardoor voor de geïnteresseerden een gewaardeerd bezit. „Mens, aarde en kosmos" heet de tweedelige Prismapocket van het Spec trum, waarin de Duitse journalist A. F. Marfeld in kort bestek een inzicht geeft in de vele facetten van deze boeiende materie. In het Prisma-boekje „Toveren met fetallen" voert de Fransman Robert ocquet een aantal menselijke reken wonderfenomenen ten tonele en pro beert hij te analyseren hoe deze feno menen aan hun mysterieuze begaafd heid zijn gekomen. Men krijgt een gro te bewondering voor de verborgen vermogens van de menselijke geest, maar Tocquet onthult ook hoe handi ge goochelaars, „telephaten" of „hel derzienden" te werk gaan in hun be- dotterij van het goedgelovige publiek. „Merkwaardige problemen met ver bazingwekkende uitkomsten" en „re kenende dieren" zijn enige van de andere onderwerpen die in dit aardi ge boekje aan bod komen. Elsevier te Amsterdam verrijkte zijn natuurwetenschappelijke serie met „Versnellers in de kernfysica" van R. Wilson en R. Littauer, dat ook de le vensgeschiedenis verhaalt van de be roemde natuurkundige Lawrence; ..Wa ter" van K. S. Davis en J. A. Day, een vloeistof die de auteurs de „spiegel van r is geen gemakkelijker cadeau dan een pocket, er is ook geen boek moeilijker te kiezen. De mo lens en rekken die in veel boek winkels elk gebaar levensgevaarlijk maken, puilen uit. Er zijn twee soor ten pocketuitgevers: de fabrikanten en de echte uitgevers. De eersten veroor zaken de papierconstipaties in veel boekwinkels. De tweeden gaan selec tiever te werk. De kwaliteit is hun blijvende norm. Doorgaans verschijnen bij die uitgevers herdrukken van be langrijke werken uit hun eigen fonds. Omdat de kring van uitgevers van Ne derlandse literatuur niet groot is, zijn ook de pocketreeksen waarin de Ne derlandse literatuur met volle stem meespreekt, niet talrijk. Er kan op enkele in deze week verschenen be langrijke herdrukken gewezen worden. In de Ooievaarreeks verscheen een derde druk van „Voorbij de laatst' stad", een bloemlezing uit Gerrlt Ach- törbergs poëzie, samengesteld en uit voerig ingeleid door Paul Rodenko Deze derde druk waarmee de bloem lezing het ongewone totaal-bedrag van 35.000 exemplaren heeft bereikt, is uitgebreid met verzen uit Achterbergs laatstverschenen bundels. Rodenko's bloemlezing is goed en zijn inleiding kan voor veel lezers een eerste toe gang tot Achterbergs poëzie betekenen. Het omslag van de derde druk is heel wat fraaier dan dat van de voorgaande twee. De Meulenhoff-pockets vormen een belangrijke reeks en vooral hierdoor: verschillende literaire uitgevers wer ken in de reeks samen. Van Marnix Gijsens aangrijpende roman „De lange nacht" verscheen in deze reeks de vierde druk. Van de wat in de schaduw van. enkele groten levende Vlaamse auteur Bert van Aerschot verscheen in dezelfde reeks een der de druk van zijn ook in dit blad ge prezen roman „Einde van een reis" Bertus Aafjes is in de Meulenhofi- reeks kind aan huis, hoewel dat moei lijk gezegd kan worden, daar hij al tijd op reis is. Van die reizen schrijft hij later kostelijke verslagen, die elke journalist jaloers moeten maken. Van zijn „Logboek voor Dolle Dinsdag" verslag van een Amerikaanse reis, is onder de titel „Ik ga naar Ame rika" nu een herdruk verschenen Het is een nogal hinderlijke gewoon te, titels van boeken te wijzigen. Het bevordert vermoedelijk de verkoop maar versterkt het wantrouwen. Des alniettemin kan Aafjes' omgedooptt boek ieder aanbevolen worden die bet nog niet onder zijn oude naam kende Van Johan Fabrlcius verscheen een herdruk van zijn in 1947 verschenen roman „Hotel Vesuvius", een boek dat zonder twijfel zal lopen, omdat Fabricius goed loopt. In de nog jonge reeks Marnix Poc kets van Uitgeverij Manteau te Brussel zijn opnieuw enkele delen verschenen. De zeer fijnzinnige novelle ,De muur" van de Vlaamse auteur Jos Vandeloo, een boekje dat aansluit bij de beste Vlaamse tradities van heel fijnzinnige vertelkunst, kreeg in de serie haar der de druk. Het wel zeer bijzonder fraaie omslag van deze pocket de naam lijkt te gewoon voor een dergelijke adellijke verschijning mag wel apart vermeld worden. „Van eeuwigheid tot amen" van de Noord-Nederlander Dolf Verroen, diens debuut en tot op heden zijn beste boek, werd onder de naam „Ildebrando" in dezelfde reeks her drukt. De Nederlandse vertaling van .Bonjour tristesse" van Frangoise Sa- gan de Nederlandse uitgave heeft de Franse titel bereikte nu al zijn zevende druk. Tot slot: als grote Mar nix Pocket verscheen een derde druk van „De huid" van Curzio Malaparte (die, naar eigen zeggen, dat pseudo niem koos, omdat de naam Bonaparte al bezet was), de ontstellende roman over de toestanden in het na-oorlogse Napels, waarvan de „tendens" samen te vatten is in de slotzin van de ro man: „Het is een schande de oorlo; te winnen" tog et bekende boek van G. van Herwaarden, dat jarenlang voor véle hondenliefhebbers een be trouwbare en graag geconsul teerde gids is geweest, is door de dierenarts dr. E. J. Voüte herzien en bijgewerkt, echter zonder aan de pret tige stijl van het oorspronkelijke werk iets af te doen. Dr. Voüte heeft een hoofdstuk over E.H.B.O. voor dieren aan Herwaardens boek toegevoegd alsook enkele bijzonderheden over de psychologie van de hond. De nieuwe inzichten over de voeding van honden maakten het noodzakelijk het desbe treffende hoofdstuk geheel te herschrij ven. Zo is een boek ontstaan, dat door zijn duidelijkheid en het vermijden van alle overbodige details, die slechts voor kynologen van belang zijn. voor de gewone bezitters van dit trouwe huisdier een vraagbaak is, die hen niet gauw in de steek laat. De bondige behandeling van de verschillende on derwerpen is, naar onze smaak, een van de voornaamste aantrekkelijkhe den van dit boek, dat wjj daarom met recht kunnen aanbevelen. Het is uitge geven bij de N.V. „Kosmos" te A'dam. de wetenschap" noemen en „Johannes Keppler" van de vermaarde schrijver Arthur Koestier, een spannende levens historie van de geniale astronoom uit de jaren 1570-1630. Van de onlangs over leden prof. dr. A. Sizoo verscheen in de Boeketreeks van J. H. Kok te Kam pen „Techniek in de Oudheid", een boekje dat bewondering vraagt .en door de vlotte beschrijving ook krijgt voor de technische en ambachtelijke vaardigheid en prestaties van de mens van vroeger. Van de hand van de Utrechtse radio toog G. J. van Andel is het Academi sche Zwarte Beertje „Diagnostisch ge bruik van radio-isotopen (uitgave van A. W. Bruna te Utrecht), meer bestemd om de bepaalde groep mensen die met dit soort zaken direct of zijdelings te maken heeft, beter op de hoogte te brengen van de nieuwste ontwikkelin gen op dit gebied. In de Duitse Enzyklopadie des Wis- sens van de Fischer Biicherei versche nen „Technik I" van F Stüssi en H. Jauslin, dat alles over de bouwtech niek geeft en „Biologie I" van S. Strug- ger, dat over planten gaat. Van „Men and atoms" van William L. Lawrence kwam in de Duitse Listbücher een Duitse vertaling uit onder de titel „Mensehen und Atome". een exposé over de geschiedenis en de toekomst van de atoomenergie tf Een bijzonder fraaie maar daardoor ook duurdere 6.90) pocket eigenlijk meer een luxe paperback is het eer ste Jupiterboekeen nieuwe verschij ning op de boekenmarkt van W. de Haan te Zeist en Van Loghum Slaterus te Arnhem. In deze reeks komen uitga ven over natuurwetenschap, kunst en techniek. Het eerste deel heet „De mens. Glsteren-heden-morgen" en is van Gustav Schenk, die een uitermate boeiende rijk met kleuren- en zwart-wit foto's, tekeningen en tabellen verlucht overzicht geeft van het ge hele terrein der menselijke wordings geschiedenis met als apotheose enige overdenkingen over de mogelijke toe komst van de mens die zo zegt Schenk door zijn grote en misschien zelfs overontwikkeide hersenen door overspecialisering wordt bedreigd. Een heel mooie, typografisch ook goed ver zorgde pocket, die menigeen qua Inhoud en vormgeving zal verrassen. J. W. Fritz en Margrit Hug hebben samen een heel aantrekkelijk platenboek samengesteld „En God zag dat het goed was" waarin het Scheppingsverhaal voor kinderen wordt verteld. Fritz Hug heeft er prachtige lithografieën voor gemaakt, deels in kleuren, lie zeer knap getekend zijn en het kinderlijk voorstellingsvermo gen ongetwijfeld sterk zullen stimu leren. De tekst sluit nauw aan bij de bijbeltaal, waar met heldere vrijmoe digheid op wordt voortgeborduurd, be knopt en niet zonder eenvoudige dich terlijkheid. In dit opzicht heeft de Nederlandse bewerker, ds. H. J. Kater, zeer goed werk verricht. Een kort citaat kan dit illustreren: „En God legde in de aarde allerlei zaad. Toen plaatste hij twee grote lichten aan de hemel: net grootste voor de dag, dat was de zon; het kleinere f' or de nacht. Dat was de maan. De zon scheen op de aarde en koesterde haar. En uit de aarde ont sproten grassen en bloemen en strui ken en vele bomen, allemaal met vruchten die zaad droegen. Op de aarde groeiden koren, druiven en an dere vruchten die later een heerlijk voedsel zouden zijn. De velden tooide God met lelies, riddersporen, met paardebloemen en rozen en ontelbaar veel andere bloemen." Uit het laatste deel van dit citaat blijkt tevens, dat getracht is het bijbel verhaal, met behoud van de oorspron kelijke strekking ervan, dichter bij de eigen waarnemingswereld van de kin deren te brengen. Geen onnodige uitweidingen, maar een suggestieve directheid. Het is een goed verzorgde uitgave van Hollandia in Baam; d prijs 8.70. n de „Sterrenserie", een nieuwe se rie „paperbacks" uitgegeven door C. de Boer jr. en Paul Brand te Hilversum, is als eerste deel ver schenen onder de titel „Het economisch stelsel van Keynes", een vertaling door dr. I. Lipschits van het bekende in 1948 in de Ver. Staten uitgegeven boek „The economics of John Maynard Key nes" geschreven door professor Dudley Dillard. Het boek geeft een uiteenzet ting van het economisch stelsel van Key nes, die ongetwijfeld oeschouwd kan worden als een van de belangrijkste economische denkers. Dillard heeft zich tot taak gesteld de theorieën van Key nes op eenvoudige en heldere wijze uit een te zetten en met name de concrete betekenis ervan duidelijk te maken. De bekendheid die het werk in de loop der jaren heeft verworven duidt er op, dat de auteur in belangrijke mate in zijn opzet is geslaagd, en het is verheugend dat er thans een Nederlandse vertaling van Dillards boek is verschenen In een goedkope editie. naast het raadhuis BOEKHANDEL BERGEN OP ZOOM: Fortuinstraat 20, Kortemeestraat 10, Piusplein 18. ROOSENDAAL: Molenstraat 40 EN GOD ZAG DA'f 'ü'-r COht> WAS „Een kostelijk boek" (Brabants Daeblad) Een Hollandia-Uitgave Jan Mens heeft niet geaarzeld een vervolg te schrijven op „Marleen", de geschiedenis van een Durger-meisje in Amsterdam in het begin van deze eeuw. Het verhaalt haar verdere avonturen tot het moment dat ze moeder gaat worden. Het heet „Het heldere uur" en nauwelijks uitgekomen behoort het al tot de meest verkochte romans. Het is te begrijpen want Jan Mens weet heus hoe hij romantiek en spanning moet mixen om een breed lezerspubliek aangenaam bezig te houden. Fijnproe vers zullen wel bezwaren hebben tegen Mens' schrijftechniek, die zeker in zijn series als Griet Manshande, Koen en nu Marleen al te veel gebaseerd Hjkt op het schabloon van een boe! goed, een beetje kwaad, veel sentimen tele sfeer en wat ons weer opviel in zijn laatste boek toch ook wei soms goedkoop aandoend effectbejag zoals in sommige liefdesscènes. In dit tweede deel trouwt Marleen, na een teleurstellende ervaring tijdens de eerste wereldoorlog met een Belgische vluchteling, met de aan zichzelf twij felende antiekwerker Jan Engelmoer. Ze helpt hem het leven weer te aan vaarden en ontpopt zich als een echte zakenvrouw in het beheer van een an tiekzaakje in het hart van Amsterdam. Marleen maakt kennis met de haar eerst zo vreemde wereld van de kunst en de kunstenaars. Het is ook in die wereld dat ze haar grootste verlangen vervuld ziet. Mens laat op de laatste bladzijde nog genoeg belangstelling naai de verdere ervaringen van Marleen le vend om zijn lezers zich al vast op nieuw op een paar prettige leesuren die ze ook met „Het heldere uur" hebben doorgebracht, te doen verheu gen. W „Het Heldere Uur" Uitgeverij Kosmos, werpen 9.75) door Jan Mens. Amsterdam, Ant- Het is ongetwijfeld merkwaardig dat de Nederlandse bedrijfseco nomische literatuur tot nu toe z< weinig aandacht oesteed heeft aan een voor elke onderneming zo be langrijke zaak als de liquiditeit. Het handhaven of herkrijgen daarvan is eer levensvoorwaarde voor elk goed geleid bedrijf. Niet alleen het ontbreken var; een speciaalstudie op dit terrein, maai ook de behoefte, die zowel bij de eco nomische studie als het bedrijfsleven daaraan bleek te bestaan, heeft dr. Th M. Scholten verbonden aan de Ne- derlandsche Economische Hoogeschool in Rotterdam en werkzaam in het be drijfsleven ertoe gebracht zijn aan de liquiditeit gewijde proefschrift uit te geven. Met werk is kort geleden ver schenen bij H. E. Stenfert Kroese in Leiden. Het accent van het werk ligt bij de behandeling van de praktische vraag welke methoden voor de bepaling van de liquiditeit kunnen worden toege past. Uitvoerige aandacht wordt be steed aan de liquiditeitsbegroting. Na gegaan wordt hoe deze op een doelma tige wijze kan worden opgebouwd en tevens welk gebruik ervan gemaakt kan worden. Deze studie richt zich in de eerste plaats tot degenen die in de praktijk van het bedrijfsleven belast zijn met de zorg voor de liquiditeit van de onderneming. Waarbij dan in min dere mate aan het kleine(re) bedrijf gedacht is. Daarenbuiten zal het onge twijfeld zijn waarde weten te bewijzen b(j de bedrijfseconomische studie (fi nanciering), terwijl het voor functiona rissen bij banken en institutionele be leggers, alsmede voor beleggingsadvi seurs, die bij de beoordeling van de liquiditeit van andere ondernemingen belang hebben, zijn weg zal kunnen vinden. Voor, laten wij het noemen, de gewone belegger gaat het boek wat te diep op de materie in, al zal wellicht een en keling onder hen beleggingsstudie clubs? er zijn voordeel mee kunnet doen. et aantal eigen huisbezitters is de laatste jaren - voor een deel door de woningnood gedwongen - sterk toegenomen. Ook hebben particu liere beleggers deze belegging gezocht als waardevast. Wat is het huis waard? Een vraag waarop het antwoord de aanslagen in de belasting in belangrijke mate kan beïnvloeden. In dit lioht schreef de oud-belastinginspecteur J. G. P. Poel in 1957: Wat is dat huis waard? In middels is bij de Uitgeverij FED een tweede druk verschenen. Aanzienlijk uitgebreid en geheel omgewerkt. Ge streefd is daarbij - en o.i. is de schrijver daar volledig in geslaagd - naar het samenstellen van een boekje, dat voor al voor de leek die een eigen huis wil kopen - hetzij voor belegging hetzij voor zelfbewoning - of verkopen, tal van wetenswaardigheden bevat, waarmee hij zjjn voordeel kan doen. Ook notaris sen, ambtelijke instanties en accoun tants en belastingconsulenten kunnen hun blik ermee verruimen. Xn hetzelfde vlak ügt „Onroerend Goed", een uitgave van de Nederland- sche Üitgeversmij, geschreven door de notaris J. L. F. Engelhard. Deze iets technischer handleiding maakt het voor de onroerend-goed-bezitters mogelijk de rechtspositie van het onroerend goed te kennen, alsmede de fiscale consequenties van hun bezit. De jaar lijks terugkomende uitnodiging om .zonder voorbehoud en naar waarheid' aangifte te doen van Inkomen en ver mogen maakt kennis van deze zaken onontbeerlijk. P.B.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 15