«STEEDS WEER HET ONVERMIJDELIJKE PUNT" Film en boek moeten het oude misverstand helpen oplossen Vader was een groot schilder s Engelse acteurs spelen in Amerikaanse produktie Op namen m Amsterdam 11 momism Kamer aanvaardt interimregeling voor invaliden Prof. Van Emden: van de ruimtevaart Jong wiskundig talent Tegen vrouwelijke rii-examinatoren Directeur van Fokker ziet alleen wetenschappelijke voordelen geen bezivaren Minister inspec teert grafkelder A. van der Meys J J Celukkig Bezoek van rouwbeklag Senaat aan koningin Nieuw tijdschema WOENSDAG 5 DECEMBER 1962 PAGINA 99 99 (Van een onzer verslaggevers) AMSTERDAM, 5 dec. Enke le weken geleden zijn Jacques van Meegeren en zijn echtgenote Ju liette Ledél naar ons land geko men. Zij hebben hun intrek ge- bomen in een klein, zonnig achter kamertje van een groot grachten buis in de hoofdstad, niet ver van woning waarin Jacques' be noemde vader jarenlang heeft Kewoond. Jacques van Meegeren ls vqftig jaar. Hij heeft het zelf de, scherpe profiel als zijn vader, *Un ogen staan even fel. Hij praat geinig, maar wat hij zegt is posi tief, zonder enig scepticisme. „Ik ben naar Amsterdam gekomen °b> mee te werken aan een film °ver het leven en werk van mijn J'ader Han van Meegeren", zegt bij. Veel mag hij er nog niet over hertellen. Een Amerikaanse maat schappij gaat de film uitbrengen. opnamen worden in de hoofd rad gemaakt; Engelse acteurs gullen er in spelen. Hijzelf heeft de artistieke leiding en is tevens «de zoon" in het verhaal. Hü ver dacht dat de opnamen over drie vier maanden zullen beginnen. Misverstand Nieuw procédé Waarom Verschrikkelijke jaren Prestige MB b r f •A JACQUES v. MEEGEREN: Jucques van Meegeren met zijn vrouw Juliette Ledél. Op de achtergrond het portret van zijn vaderde gelijkenis is opvallend. ;.Ik was nogal gereserveerd toen men vroeg aan de film mee te werken. 5'r ls al eens een toneelstuk geweest ÏLat op een mislukking is uitgelopen, ""t stuk is in het buitenland opgevoerd, ^öder veel succes. In Nederland heeft het niet aangedurfd. Bovendien: t *Un heel slechte en onjuiste boeken "schreven over mjjn vader. Nee, ik h?®lde er aanvankelijk niets voor. Toen mij vertelde dat de Engelsman M°hu Godley sir Kilbracken het scena- llt i50n schriiven gaf ik mij gewonnen: kt, n hem goed. Ik heb hem de ge- £®vens verstrekt voor het boek dat hij 1, er mijn vader heeft geschreven. Het v. ®en hoogstaande, volkomen objectie- U^JWan, waarin ik veel vertrouwen is even stil. De zon speelt over tja, aantal tekeningen en schilderijen iwaan de wand hangt: kinderkopjes tu1 grote onschuldige ogen, vuurvogel en ien een ascetische piëta uit één getekend. In de manier van teke- in het kleurgebriik, kortom in al- tR herkent men de hand van de gro- enige leermeester: Han van Mee- ,'Gedurende het gerechtelijk onder- r°ek vóór het proces in '46-'47 heeft SJlin vader mij het schilderen geleerd. Jrdkele jaren daarvoor had hij mij ]£"g, gezegdéép schilder in de fami- v® ls voldoende. Later veranderde hij Vi».mening. Ik schilder nu dus zo'n éjL,en jaar. Ik heb geëxposeerd in jaa asel en in Nice waar ik woon. Vijf jja.r geleden ben ik met mijn vrquw huiL aan de Cóte d'Azur ver heel k werk daar heerlijk. We zijn gelukkig". ^aria_)V6lcen geleden zijn ze naar Ne- stra gekomen. Ze zijn nog niet veel 'act mat geweest. „Wij wilden het con- toëniftu allerlei vrienden en kennissen gp wat uitstellen. De gesprek- toch steeds over dezelfde pun ten." Toch zijn Jacques en Juliette blij dat ze weer in Amsterdam zijn. Het is een heerlijke stad, vinden ze. „Er ligt hier voor ons natuurlijk een schat van herinneringen. Het is niet geheel toevallig dat ik op een adres zo dicht bij het vroegere huis van mijn vader mijn intrek heb genomen". En dan komt het gesprek natuurlijk op één van die onvermijdelijke punten. Maar voor Jacques wil antwoorden, geeft hij officieel het woord aan zijn vrouw. ,,Ik heb een boek geschreven", zegt zij. „Een boek over de verhouding vader en zoon Van Meegeren. Ik kende Han heel goed. Hij heeft mij dingen verteld die nooit openbaar zijn ge maakt. Veel wil ik van mijn boek niet zeggen. Alleen dit: het is fel. Heel fel. Het behandelt het geruchtmakende pro ces en de onrechtvaardigheden die hier zijn gebeurd. Binnen een half jaar ver schijnt het bij een grote Amerikaanse uitgeverij. In Amerika. Inderdaad. Ik hoop dat op het moment dat de film in première gaat ook hier het boek te krijgen zal zijn. Men zal er van staan te kjjken. In Nederland is de affaire Han van Meegeren nu wat afgekoeld. Ik geloof dat er nog altijd een misverstand be staat omtrent Han. Ik hoop dat in mijn verhaal te kunnen ophelderen. Mijn man heeft het boek geïllustreerd. De titel? „I am the son". Duidelijk, lijkt me", zegt ze. Misverstand. Het echtpaar Van Meegeren heeft in ons land reeds vreemde ervaringen opgedaan. Bij het passagebureau stelde Jacques zich voor als „Van Meegeren." „Bent u de zoon van Han van Meegeren die in de gevangenis is gestorven?" vroeg een bediende. Jacques ant woordde: „Ik ben de zoon van Han van Meegeren, maar ik wil u erbij vertellen, dat mijn vader niet in de gevangenis is gestorven, maar in de Valeriuskliniek, tengevolge van een hartaanval". Hierop riep een der be dienden uit: „U bent helemaal niet de zoon van de grote vervalser". „Ik moest mijn paspoort laten zien om de heren te overtuigen. Ik heb de zaak nu uitgezocht. Het bleek dat er hier een jongen rondliep die zioh uitgaf voor de zoon van Han van Meegeren. Kijk, dan sta je toch wel even raar te kijken". Sprekend over zijn vader zegt hij: „Mijn vader was belangrijk omdat bij het hele instituut van kunsthandelaren, kunstkenners en kunstcritici op de hel ling heeft gezet". Hij geeft toe dat er ook naar zyn mening maar twee ken ners zijn geweest die aan de authenti citeit van de door zijn vader vervalste Vermeers hebben getwijfeld: Huizinga en Frederik Muller. De rest heeft het niet gezien. Het verhaal dat de heer Van Beuningen in Rotterdam tot zijn laatste snik zou hebben gemeend dat hij een echte Vermeer aan zijn verza meling had toegevoegd, noemt Jacques onjuist. „Hij wist later wel degelijk dat hij een valse Vermeer in zijn bezit had." Jacques praat over zijn vader met eerbied en grote sympathie. Hij heeft z{jn werk van nabij gevolgd. Vijf tien jaar lang. Van 1930 tot 1945 heeft hji in Parijs gewoond. Zijn vader werk te in de jaren 1936, '37 en '38 als een stille, teruggetrokken man in het zui den van Frankrijk, in Roquebrunne. „Ik zocht hem vanuit Parijs regelmatig op", zegt Jacques, „maar ik kende hem niet meer terug. Hij werkte als een be zetene, die niet gestoord wilde worden, ook niet door zijn huisgenoten. De wan den, de vloer en het plafond had hij zwart geschilderd om zich beter te kun nen concentreren. Hij liet mij op zekere dag eens een ontwerp zien waarbij hij gebruik had gemaakt van een geheel nieuw procé dé. Ik zag een harde, glanzende email achtige verflaag, maar met een helder, gaaf koloriet. Ik zei: „Ik vind het niet mooi, vader, dat zjjn uw kleuren niet". Hjj werd kwaad en smeet de deur van zijn atelier voor mij dicht. Ik wist dat hij enkele jaren tevoren in Londen het befaamde lapis lazuli had gekocht; ik wist ook dat mijn vader al een tijd lang experimenteerde met nieuwe kleurmengsels. In 1938 vroeg mijn vader mü eens op een dag een bezoek te brengen aan museum Boymans. „Daar hangt een fraaie Vermeer", zei hij. Ik ging er heen en zag op een ere-plaats in het museum „De Emmaüsgangers" han gen. Op hetzelfde moment wist ik dat dit geen Vermeer, maar een echte Van Meegeren was. De handen waren mijn handen, de ogen van Christus waren de ogen van mijn zuster Inez, de apostel met de gele pij was een dronkaard uit Roquebrune die veel bij mijn va der kwam en dan ongewild als model stond. Verder herkende ik allerlei voor werpen uit het ouderlijk huis. Ik zag het z.g. Vermeer-blauw en herkende in het blauw het lapis lazuli dat mijn va der in Londen had gekocht. Ik was ge schokt. Teruggekeerd in Roquebrunne vertelde ik mijn ervaring. Mijn vader werd woedend, maar bekende even la ter, bekende alles Wij vragen waarom zijn vader de vervalsingen maakte. Hij had toch geld en opdrachten genoeg. Zijn „Hertje" (in 1926 getekend) was een werk dat in iedere huiskamer aan de wand hing. „Waarom deed uw vader dat?" Jacques van Meegeren heeft voor zijn doen veel gesproken en grijpt nerveus naar een zware Franse siga- Een van de werken waarmee Jacques van Meegeren in Brussel en Nice geëxposeerd. heeft ret. „Waarom? Mijn vader wist dat vijftien jaar uit Vermeers leven de kunsthistorici onbekend waren. Hij wilde die vijftien jaar invullen. Hij deed dat (na lange onderzoekingen) tenslotte met veel kennis van zaken en groot vakmanschap. De techniek van mijn vader was ongelooflijk. Hij heeft het gedaan met de bedoeling die hele wereld van ingeslapen kunst- regeerders wakker te schudden. En het is hem gelukt". „Heeft uw vader zich bij het ver valsen georiënteerd op het werk van de Italiaanse meester Caravaggio? Hij aar zelt even. „Dat zou ik niet willen zeg gen", klinkt het zacht. Over de arres tatie en de daaruit voortvloeiende be kentenis zegt hij: „Toen hem in '45 werd gevraagd waarom hij het schil derij „De overspelige vrouw" aan Go ring had verkwanseld, moest hij op de eerste plaats vertellen dat hij deze transactie niet had gesloten en vervol gens bekennen dat het zijn eigen werk was. Kort daarop werd hij vrijgelaten. Hij had precies vijf dagen in voorar rest gezeten. En ook daarover gaan hier in Nederland de wildste geruchten. Het schilderij „Christus onder de schrift geleerden" heeft hij niet in de gevan genis gemaakt. Hij heeft het geschilderd in het huis van een kunstvriend. In het huis van de heer Von Rath, Heren gracht. „Ik weet niet wat u bedoelt", zegt Jacques. Het werk is later door tussenkomst vain Ernest Oppenhei- mer verhuist naar een kerk in Jo hannesburg. Na de uitspraak van de rechtbank, waarbij hij tot een jaar ge vangenisstraf was veroordeeld heeft mijn vader twee dagen in de gevangenis door gebracht. Hij kreeg weer last van zijn hart. Hij vroeg om de pillen die hem waren voorgeschreven. Maar de gevan genisdokter weigerde hem de medicij nen te verschaffen. Zijn toestand werd erger. Hjj werd overgebracht naar de Valeriuskliniek waar hij tenslotte aan een laatste, hevige hartaanval is overle den. Dat was op 11 december 1947, vol gende week dinsdag dus precies vijftien jaar geleden. Hij was tpen 58 jaar". „Ik werkte in die tijd in Amster dam. Tien jaar was ik journalist ge weest in Parijs, bij het blad Paris Soir. Ook heb ik nog een tijdje ge studeerd in electro-techniek. Zowel van mijn journalistieke als van mijn electro-technische opleiding heb ik la ter niet meer geprofiteerd. Na de les sen van mijn vader ging ik schilde ren. Dat ben ik blijven doen. Tot nu toe. Ik heb mijn vader in die laatste, verschrikkelijke jaren bijgestaan. Mijn vader was rijk. Hij had vijf en een half miljoen gulden. Wij mijn zuster Inez (ze woont nu in Londen) en ik hebben ze nooit terug gezien. Op de veiling die in 1950 in mijn vaders woning aan de Keizersgracht 321 werd gehouden onder leiding van veilingmees ter Paul Brandt, heb ik verstek laten gaan. Ik wilde er eigenlijk wel heen gaan. Maar ik kon niet. Ik was kapot." Hij tipt zijn sigaret .af. „Mijn va der was een groot schilder", zegt Jacques. „Over de Emmaüsgangers evenals Het Laatste Avondmaal heeft hij precies een jaar gedaan. Hij is nooit op de academie geweest. Hij heeft les gehad van de Deventer on derwijzer Bart Korteling, een ware virtuoos. Mijn vader heeft altijd met groot respect over hem gesproken. Zijn as staat naast die van zjjn vriend en leermeester." Jacques van Meegeren is met zijn gedachten weer helemaal bij het „on vermijdelijke" punt. Straks tijdens de opnamen voor de anderhalf uur duren de speelfilm zal hij het allemaal op nieuw beleven. Hij zal dan trachten het misverstand omtrent zjjn vader op te lossen. Als een goede zoon zal hij nu vijftien jaar later weer voor zijn vader opkomen. Zijn vader, Han van Meegeren, een man die naast ar tistiek knappe werken ook schilderijen maakte van nul en gener waarde, een superintelligente persoonlijkheid, een vervalser, maar een kunstenaar. Een naam die binnen korte tijd weer over ieders lippen zal komen. (Van onze parlementaire redacteur) 1 DEN HAAG, 5 dec. De Tweede Kamer heeft minister Veldkamp giste ren ertoe bewogen genoegen te nemen met twee amendementen op zijn interimwet voor invaliditeitsrentetrek- kers. Daardoor vallen twee nieuwe groepen invaliden onder deze regeling, die oorspronkelijk slechts zou gelden voor een invaliditeit van minstens 66 2/3 procent. De regeling van de minister houdt in, dat zij die van tach tig tot honderd procent invalide zijn, hun uitkeringen zien verhoogd tot 3924 per jaar en de groep van 66 2/3 tot 80 procent invaliditeit tot ƒ3186, waaronder nu een groep komt die door een amendement van de vaste com missie voor Sociale Zaken daaraan is toegevoegd. Het zijn invaliden, die na herkeuring minder invaliditeit verto nen dan 66 2/3 pet., omdat hun toestand door revalidatie is verbeterd. Wanneer zij niet vallen beneden 55 pet invalidi teit krijgen zij, om niet ineens onver zorgd te Zijn, nog 2454,- per jaar. Een ander amendement van de vaste commissie heeft bereikt dat ook de groep z.g. uitgetrokkenen van ziektewet worden geholpen. Het zijn degenen waarvoor de periode waarin zij als loontrekkend van de ziektewet uitkeringen ontvangen, afloopt, hoe wel zij nog verre van genezen zijn. Wanneer zij voor 66 2/3 of meer in valide zijn, worden zij nu ook in de invaliditeitswet opgenomen. De Kamer heeft deze amendementen z.h.s. aangenomen, maar een meerder heid van 63 tegen 51 verzette zich tegen een amendement-Suurhoff (PvdA), dat een andere verdeling van de financiële lasten van deze interim regeling wilde. Thans worden de kos ten, die op 260 miljoen worden ge raamd, zodanig verdeeld, dat het be drijfsleven daarvan 185 miljoen voor zijn rekening neemt bn de regering 75 miljoen. De heer Suurhoff wilde die verdeling fifty-fifty maken. Hij zei dat de regering wel wat verder mocht gaan, omdat zij zou profiteren van het verdwijnen van kosten die voor de in validen thans langs andere weg door de overheid zij het dan niet het rijk worden opgebracht. Ook de liberalen bleven aandringen. Minister Veldkamp wilde van geen toegeven weten en hield zich socialis ten en liberalen van het lijf door hun te vragen of zij bereid zouden zijn voor compensatie van de extra kos- DEN HAAG, 5 dec. Prof. ir. E. van Emden, directeur van Fokker, is van oordeel, dat het nut van de ruimte vaart slechts betrekkelijk is. Hij heeft dit verklaard in een vraaggesprek met een redacteur van „De Nederlandse Industrie' bond van een tijdschrift van het Ver- Nederlandsche Werkgevers. Over de directe voordelen die de ruimtevaart biedt verklaarde prof. Van Emden, dat deze voordelen vooral be trekking hebben of) de vergroting van het wetenschappelijk inzicht ten aan zien van de aarde, andere hemellicha men en de wereldruimte. Er zijn ook industriële voordelen aan verbonden, want het onderzoek moet worden ge- rc liseerd met middelen, die nieuwe we tenschappelijke inzichten doen ontstaan en stimuleren. Daaruit kunnen techno logische nieuwigheden en wellicht ook industriële toepassingen voortvloeien. De directe industriële baten die uit het ruimteonderzoek voortvloeien, betekenen echter voor zover thans te overzien is, niet zoveel, dat dit de enorme bedra gen waard is, die het onderzoek opeist. Er is voor dit onderzoek zeer veel geld nodig. Als wij Europa als „derde ruimtevaartmacht" (naast Amerika eri Rusland) zouden willen ontwikkelen, dan zou op basis van hetgeen Ameri ka doet, Nederland alleen al, in het zelfde percentage van zijn nationaal in komen uitgedrukt, per jaar vijfhonderd miljoen gulden hieraan moeten beste den. Prof! Van Emden acht het ruimte vaartonderzoek op de düur niet van zo groot belang, dat wij ons diie kosten moeten getroosten. Woningbouw, we tenschappelijk onderzoek, onderzoekin gen op ander gebied, bijvoorbeeld kern onderzoek en steunverlening aan ont wikkelingsgebieden, wegen naar zijn me ning zwaarder. Verder hecht prof. Van Emden geen waarde aan „Europees presti ge" wanneer het gaat om bemande ruimteraketten. Aan deze vorm van prestige heeft ons werelddeel naar zijn mening geen behoefte. Het volgens prof. Van Emden ove rigens betrekkelijke nut van deelneming aan het ruimte-onderzoek is naar zijn mening hierin gelegen, dat een Euro pese en daarbinnen Nederlandse deel neming aan zorgvuldig gecoördineerde, selectief bepaalde experimenten ons we tenschappelijk inzicht zou kunnen ver groten. Reeds bestaande Europese instel lingen van wetenschap zouden daarbij goed werk kunnen doen. Prof. Van Em den gelooft voorts, dat bestaande indus trieën bij de realisering van ruimte vaartprojecten zouden kunnen meewer ken zonder dat dit overigens een grote „business" wordt. Prof. Van Emden besloot zijn op merkingen met de waarschuwing: „La ten we voor alles oppassen dat we ons niet op stang laten jagen door mensen, die om het hardst roepen dat Neder land niet achter mag blijven die on ze ondernemers op het hart drukken: zorg dat je er bij komt. Natuurlijk betekent dat niet dat we onze ogen voor dat ruimtevaartonderzoek en de mogelijkheden, die daaruit voortvloei en, moeten sluiten, maar het is onver antwoord te suggeren dat wij als land of als ondernemer enorme sommen moeten gaan opbrengen om een ver meende achterstand te voorkomen". ten van het rijk te zorgen, nu de prioriteiten vaststaan. Zouden zij b.v. akkoord gaan met een verlaging van de uitkeringen van het gemeente fonds, nu zij de lagere overheid erbij hadden gehaald? Ineens liet minister Veldkamp zich iets ontvallen, dat erop leek alsof hij zwaar geschut nodig had. Hq zei dat hij de staatsrechtelijke consequenties zou trekken als de Kamer hem in deze zaak, die hü zelf voor zyn verantwoor delijkheid nam, niet het vertrouwen zou geven. Nader gevraagd naar de juiste betekenis van deze uitspraak trok de minister terug en liet merken, dat hij dit niet zo had bedoeld. Van consequenties zou Immers hele maal geen sprake zijn, omdat iedereen wel wist dat het amendement het niet zou halen. Hij kon dat zeggen, omdat de heren Maenen (KVP), Kikkert (CH) en Van Eibergen (AR) zich bij zijn financieringsvoorstel hadden neerge legd. Het amendement is inderdaad verworpen. De meerderheid wilde de kans niet lopen, dat deze zeer belang rijke regeling niet zou doorgaan. Alleen de WD wist haar houding slecht te bepalen. Met socialisten en communis ten stemde de meerderheid van de liberalen voor het amendement-Suur hoff. Een aantal WD'ers liep echter de zaal uit om zich aan de stemming te onttrekken. Alleen mr. van Leeuwen stemde met KVP, CH en AR tegen het amendement. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG, 5 dec. De voorzitter van de Eerste Kamer, mr. Jonkman, zal maandag met de voorzitters van de Senaatsfracties door de koningin worden ontvangen voor een bezoek van rouwbeklag. Mr. Jonkman deelde dit gisteren mee tijdens de openbare ver gadering van de Senaat. (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG, 5 dec. Hoewel zich in het verleden wel vrouwelijke ge gadigden voor de functie van exami nator voor het rij-examen hebben aan gemeld, zijn tot nu toe geen vrouwe lijke examinatoren aangesteld. Evenals in andere landen is ook in ons land steeds de voorkeur gegeven aan man nelijke sollicitanten. Dit heeft de mi nister van Verkeer en Waterstaat mee gedeeld in antwoord op vragen van het liberale Tweede-Kamerlid mej. Ten Broecke Hoekstra. Overigens heeft het bestuur van de stichting centraal bureau voor de afgifte van rijvaardig heidsbewijzen er geen bezwaar tegen, aldus minister Korthals, in de toe komst vrouwelijke sollicitanten volgens dezelfde geschiktheidsnormen te be oordelen als de mannelijke. DELFT, 5 dec. Met de dag neemt hier de bedrijvigheid toe rond de voor bereiding van de bijzetting van het stoffelijk overschot van prinses Wllhel- mina. Gisteren heeft de minister van Justitie, mr. A. C. W. Beerman, ver gezeld van de secretaris-generaal van zijn departement, mr. J. C. Tenkink, een bezoek aan Delft gebracht. Na een bespreking met burgemeester D. de Loor op het stadhuis brachten zij een bezoek aan de Nieuwe Kerk waar de koninklijke grafkelder werd geïnspec teerd. Tevens stelde de minister zich van de voorbereidingen in de kerk op de hoogte. Militairen van het regiment Van Heutsz hebben gisteren de route van Den Haag naar Delft gelopen opdat een ander tijdschema zal worden op gesteld. De eerste stalmeester van de koningin de heer W. F. K. Bischoff van Heemskerck heeft namelijk de op merking gemaakt dat de proefrit van de vorige week te lang heeft geduurd. Gisteren hebben daarom de mili tairen buiten de bebouwde kom van de gemeente, dus op rijksweg 13, in versnelde pas gelopen en de tijdsduur tot anderhalf uur teruggebracht. Ver wacht wordt dat ook zaterdag op de rijksweg sneller wordt gelopen. In dat geval zal de rouwstoet tussen kwart over elf en half twaalf bij de Nieuwe Kerk kunnen aankomen. (Advertentie) DE OLVEH voor een levenpolis naar maat. /k heb eigenlijk al altijd veel van wiskunde en alles wat daarmee samenhangt, gehou den. Reeds op de lagere school was ik. een van de besten in rekenen," aldus de Haagse scho lier André van der Meys, die de „Wiskunde-Olympiade" 1962 heeft gewonnen. Aan deze lan delijke competitie, die dit jaar voor de eerste maal werd ge houden en die is georganiseerd door de Nederlandse Onderwijs commissie voor wiskunde, namen ongeveer 3500 middelbare scho lieren deel. Na tal van voor selecties bleven tenslotte tien kandidaten over, waarvan An dré van"der Meys de erepalm wist te veroveren. André, leer ling van het Aloysiuscollege, vond de opgaven niet zo moei lijk: „De problemen waren alleen anders dan die welke we op school krijgen; meer op wiskun dig inzicht gebaseerd." Dat dit inzicht bij de jeugdige Hage naar in ruime mate aanwezig is, blijkt wel uit het feit, dat hem 91 van de te behalen 120 punten werden toebedeeld. Het is be grijpelijk, dat niet alleen zijn ouders en vrienden maar ook rector en leraren trots zijn op deze fraaie prestatie. Ook de organisatoren zijn tevreden. Het 'aantal scholieren, dat dit jaar aan de wedstrijd deelnam, overtrof aller verwach tingen. Men is vastbesloten volgend jaar weer iets dergelijks te organiseren teneinde meer leerlingen op te wekken hun toekomst in de wiskunde te zoeken. Wat André's toekomst betreft, daaromtrent heeft hij nog geen vast omlijnde plannen. „Eerst de militaire dienst, dan zullen we wel weer verder zien." Maar hij gelooft wel, dat de wiskunde in zijn leven een belangrijke rol zal blijven spelen. Toch beschouwt hij de exacte wetenschap niet als alleenzaligmakend en beslaat zijn belangstelling ook tal van andere ter reinen. Een brede interessesfeer is volgens hem onontbeerlijk voor de aankomende jonge intellectueel. Hij is dan ook beslist niet van plan zijn prijs, een boekenbon van zestig gulden, uitsluitend aan vakliteratuur te besteden. In het begin van het volgend jaar hoopt de jonge „wiskunstenaar" zyn eindexamen gymnasium B te behalen. Desgevraagd antwoordde hij het maar beter te vinden zich niet aan voorspellingen hieromtrent te wagen. „Met de klassieke talen zal ik nog een zware dobber krijgen," zucht hij alleen. Hoe het ook zij wat wiskunde betreft behoeft hij zich niet zo erg bezorgd te maken, dunkt onsEn het zou ons niet verbazen, wanneer wij in de loop van de jaren nog eens iets meer hoorden van dit jeugdig wiskunde talent. Hij is het immers aan zichzelf verplicht.'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 5