Risicospreiding en deskundig "beheer: aandelen Vereenigd Bezit van 1894 Drie jaar geëist wegens poging tot doodslag Fabrieksarbeider sloeg 87-jarige bewusteloos HOUDT U VAN WAGNER? K HET WOLVENJ Alfredo Ruwe pur.ol DAGPUZZEL m m OfficierSchandalig U proeft de moutwijn BIJ GEBREK AAN BEWIJS 9 1 ^Bespreking van Boek en Blad) Onderscheiding Overleden Afscheid Am b tsaanvaarding Spectrum mag prijs voor niemand verlagen Kamerleden vragen meer soevereiniteit voor de West L DONDERDAG 6 DECEMBER 1962 PAGINA Kleurig conflict Eis Agfa afgewezen; door LUKACS &LL V, 0HZE GOEDE WffbNER 15 DB AR, OP DIE TflFEL HOUD JU JE EP ONOP6E - ME PPT MEE BEZ/ó, TERÜUL tK DE 6§pLEüRPE PZBTEUVHR '~Z^~jT3C0 SEPUPI mr BIET [BEET, MrMIEr DEEPT, IK PLBfJ DUT ET!PET JE ZfhJ DE PLEET ZfiM tJPóm OP DIE JEM ZI5LE/ PEE5L/S... AKIERDE MEESTER WE HE5&EN 61N0TEM EU HIEP Ziet o OffU MUM LEVEm) VIER H "BLOEMENGEVECHT TE PMT/&E-5,, EU HEEL ZOOPZlCHT/eif VHM OUS BEzöEfT. Tot- z-ieUS ERIC DE NOORMAN Als wij een huis mochten kiezen, door w. van Eijkern. kijk gestaan. Vergeet niet, dat onze vriend Egil hier vermoedelijk rondloopt en als hij ons ziet, weet ik niet wat er gaat gebeuren." Ze be geven zich dus naar een klein wat achteraf gelegen bijgebouwtje. „Niemand hier," fluistert Eric opgelucht. „Een ding, beste Sveintje, we moeten andere namen verzinnen. Ik heet Leif en jy Olaf, vergeet het niet. En nu moeten we vlug handelen, voordat Egil ontdekt, dat wij hier zijn." Maar helaas, op hetzelfde moment staart Egil geschrokken naar buiten. „Ik kan me niet vergissen," mompelt hij, „ze waren het allebei: de koning en de grote Svein. Hebben ze me dus toch weer gevonden maar nou is het de laatste keer, daar zal ik gauw voor zorgen." door HENRY CECIL Vertaald door E. D. KÜNZLI-BOISSEVAIN «HUIDe/i HANDEN 3 ■oer' (Advertentie) verslaggevers) 6 dec. „Het (Van een onzer AMSTERDAM, 6 dec. „Het was niet de bedoeling opoe te beroven, edel achtbare, ik wilde haar alleen maar bewusteloos slaan". Deze wat merk waardige woorden sprak gistermiddag een 33-jarige Amsterdamse fabrieksar beider tijdens de behandeling van zijn strafzaak voor de rechtbank. Op 2 juni van dit jaar had de in geldnood verke rende man zijn benedenbuurvrouw, de 87-jarige weduwe R. Steenstra, van ach teren aangevallen op een moment, dat de bejaarde vrouw het toilet aan het schoonmaken was. Hij had haar bij de keel gegrepen en vervolgens enkele krachtige slagen op het hoofd gegeven. De kranige vrouw probeerde zich nog om te draaien en de slagen af te we ren, maar haar handen sloegen slechts de bril van de aanvaller af. Daarna viel zij bewusteloos voorover, nadat zjj eerst tot tweemaal toe met haar hoofd tegen de wand was aangekomen. De officier van justitie mr. H. E. van Renesse was buitengewoon fel in zijn requisitoir. Hij noemde het op treden van de verdachte meer dan schandalig en eiste (zoals in een deel van onze editie gisteren nog in het kort gemeld) een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek van voorarrest en tevens een onvoorwaardelijke terbe schikkingstelling van de regering. Uitvoerig werd tijdens de zitting het motief besproken, dat de dader zou hebben gehad .om de vrouw zo ernstig te mishandelen. De officier zei dat een voorwaardelijke opzet tot doodslag naar zijn mening bewezen was. De verdediger mr. Keune, stelde dat men verdachte slechts mishandeling ten laste kon leg gen; de fabrieksarbeider tenslotte ver klaarde, dat hü de vrouw nooit heeft willen doden. En hü herhaalde: „Ik heb haar slechts bewusteloos willen slaan. Ik was driftig". De patholoog-anatoom dr. J. Zeldenrust, de politiedeskundige drs. D. Eskes en de zenuwarts dr. J. Engelsman kwamen persoonlük hun uit gebreide rapporten toelichten. Dr. Zel denrust had geconstateerd, dat de be jaarde weduwe drie grote wonden had aan het voorhoofd, drs. Eskes vertelde de rechtbank, dat hij op de regenjas van de overvaller talrüke bloedspatjes had aangetroffen en dr. Engelsman bteef Ook nu bij zijn standpunt dat verdachte zpns inziens verminderd toerekenings vatbaar is. De verdachte is na het gebeurde naar zijn kamer gegaan om te trach ten de bloedsporen op zjjn regenjas te verwüderen. Hü knapte zich ver volgens nog wat op en ging toen op nieuw naar beneden. Daar trof hü de vrouw nog in dezelfde toestand aan als hü haar had achtergelaten. Hü keek echter niet verder naar haar om en verliet doodgemoedereerd het huis. „Ik wist niet wat ik beginnen moest. Ik was bang", verweerde hü zich zwak jes. Maar zün verhaal vond weinig geloof achter de groene tafel. De vrouw werd later door haar zoon, die tegenover haar woonde, op bed aan- Setroffen. „Zü bloedde verschrikkeiyk. 'et was niet om aan te zien", verklaar de de zoon, die als getuige verschenen was. Snikkend viel moeder in mün ar men. Jongen, wat heb ik voor mjjn le ven moeten vechten", had zij er met moeite uitgebracht. „Zü ia kort daarna naar het ziekenhuis vervoerd, waar haar wonden werden behandeld", aldus de getuige. „Hoe is het nu met Uw moe der?" vroeg de president, mr. J. Knot tenbelt. „Slecht, heel slecht, edelacht bare. Na het drama is zü zichzelf niet meer. Ze verblijft nu in een goed rust huis,'maar zü herkent ons nauwelijks. Zü heeft haar geheugen voor een groot deel verloren. Ze is ziekelijk geworden en buitengewoon triest". De stem van haar zoon klonk bitter, toen hü deze woorden sprak. DEN HAAG, 8 dec. Volgende week donderdag, om vier uur 's middags, zal in het gebouw van het ministerie van Defensie een legpenning worden uitge reikt aan twee oud-militairen: brigade generaal der artillerie b.d. C. A. Hart- mans en schout-bü-nacht van de admi nistratie b.d. Th. H. Appels, vanwege hun verdiensten voor het leger-museum. De heer Hartmans is oud-directeur en de heer Appels oud-penningmeester van het museum. ASSEN, 6 dec. De kinderrechter jhr. mr. J. E. de Ranitz, is gistermid dag in het paleis van justitie plotseling onwel geworden. Een arts kon slechts de dood constateren. Mr. De Ranitz was 53 jaar oud. DEN HAAG, 6 dec. By K.B. is mr. J. Meihuizen op zün verzoek met ingang van 1 mei 1963 eervol ontslag verleend als vice-president van de recht bank te Amsterdam, onder dankbetui ging voor de door hem in rechterlüke betrekkingen bewezen diensten. NIJMEGEN. 6 dec. Dr. F. J. A. Kreuzer, die benoemd is tot gewoon hoogleraar in de fysiologie aan de katholieke universiteit, zal vrijdag 14 december 1962 des namiddags 4 uur zün ambt aanvaarden met bet uitspreken van een rede in de aula ban de Wilhel- minasingel. De rechercheur, die het eerste ver hoor van verdachte had afgenomen, ver klaarde dat deze kort na zün arrestatie hem had verteld, dat hü de vrouw had willen beroven. Reeds eerder had zij hem geld geleend. De verdachte gaf dit toe. Voor de rechtercommissaris had hjj eenzelfde verklaring afgelegd. Ge vraagd, waarom hü toen een ander mo tief had opgegeven dan nu, antwoordde de verdachte: „De politie zowel als de rechtercommissaris hebben mü ertoe ge dwongen." Ook hieraan hechtten de he ren achter de groene tafel kennelijk wei nig geloof. De officier van justitie noemde het merkwaardig, dat verdach te reeds vele malen veroordeeld we gens diefstal en al eenmaal ter beschik king van de regering gesteld nooit eerder agressiedaden heeft gepleegd. In de rapporten noch in zün persoonlijk le ven komt het woord agressie voor. Mr. Van Renesse noemde de man een bru tale, niets ontziende, leugenachtige fi guur. Vooral het feit dat de verdachte na zün optreden de vrouw gewoon had laten liggen, noemde mr. Van Renesse „schandalig". De officier memoreerde tenslotte de rapporten, waarin staat ver meld, dat de verdachte een „onweer staanbare drang tot stelen bezit". De raadsman zei de plotselinge agres sie van de verdachte heel goed mogelijk te achten. Hü wees er voorts op, dat er ook bü de politie en de rechtercommis saris wel eens fouten gemaakt kunnen worden. „Ik geloof mün cliënt als hü zegt dat hü de vrouw niet heeft willen doden, noch beroven". Mr. Keune vroeg de rechtbank de verdachte te Straffen wegens mishandeling en drong verder aan op een nieuw psychiatrisch rapport in het geval de rechtbank zün. inzicht in deze zaak niet zou kunnen delen. Woensdag 19 december wijst de recht bank vonnis. DEN HAAG, 5 dec. De president der rechtbank, jhr. mr. G. Witsen Elias, heeft gistermorgen uitspraak gedaan in het kort geding, aanhangig gemaakt door het technisch laborato rium Spectrum te Den Haag tegen de Agfa N.V. te Arnhem. Hü besliste dat aan de eis van Agfa tot betaling der dwangsom van 1.000,- door Spectrum niet behoeft te worden voldaan en voorts dat Spectrum ook aan particu lieren geen kleurafdrukken mag af leveren tegen de prüs van 0,50. In een vorig geding, dat Agfa had ingesteld tegen Spectrum, had de pre sident beslist dat de laatste zich be hoorde te houden aan de vastgestelde prüzen van 0,90 voor ontwikkelen en afdrukken van kleurenfoto's en deze niet tot 0,50 mocht verlagen op straffe van 1.000,- dwangsom per geval. Hierop maakte Spectrum het voornemen bekend de afdrukken tegen f 0,50 aan particulieren te gaan leve ren en dus niet meer aan winkeliers Agfa maakte daartegen bezwaar en vorderde uitbetaling van duizend gul den dwangsom als door de president opgelegd. Tegen die eis kwam Spec trum in verzet bjj kort geding. De president stelde gisteren in zjjn uit spraak dat in de vorige beslissing ook afleveren aan particulieren tegen de verlaagde prü's aan Spectrum was ver boden; daar echter niet is gebleken, dat Spectrum zulks reeds heeft ge daan, wees de president de eis van Agfa inzake de betaling van f 1.000,- dwangsom af. (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG, 5 dec. Vele leden van de vaste Tweede Kamercommissie voor de betrekkingen met Suriname en de Nederlandse Antillen vragen de regering of zü bereid is een herziening van het statuut van het koninkrijk te bevorderen, waardoor Suriname en de Antillen soeverein worden voor het terrein van het buitenlandse beleid, voor zover niet de vragen van oorlog en vrede rakende. Zü informeren dit in het voorlopig verslag van de com missie over het hoofdstuk van de rüks- begroting betreffende het kabinet van de vice-minister-president. Een andere vraag in het verslag luidt echter: „Hebben niet tal van beslissingen in direct grote invloed op problemen van oorlog en vrede?" Advertentie De vos op zolder, door Richard Hug hes: De Fontein. Jos Panhuysen, de vertaler van deze roman, beaamt de Engelse kri tiek, die in Hughes een hedendaagse Tolstoi ziet en in dit werk paralellen met „Oorlog en Vrede" ontdekt Het Duivelswater, door Anya Seton; Scheltens en Giltay. De op historie berustende geschiede nis van Charles Radcliffe, die na de korstondige opstand der jakobieten in 1715 aan de gevangenis ontsnapte. De glazen deur, door Paul Gallico; Wereldhihlioth -ek N.V. Vüftien verhalen, oorspronkelijk o.a. in de Saturday Evening Post ver schenen. Een vreemdeling klopte aan, door Ma ry Hayley BejlN.V.-Tijdstroom. Het verhaal van de drie kinderen, die in een zwerver de teruggekomen Christus zien (Verfilmd: „De Vreem deling"). Mn liefje, m'n duifje, Dahl; MeulenKoff. door Roald Een nieuwe bundel verhalen (So meone like you) van de man die be roemd werd door de bundel Kiss Kiss (Op weg naar de hemel): schok kende, soms zelfs zenuwschokkende verhalen. Sporen van as, door Melita Masch- Wereldhibliotheek N.V. mann: Zuid-Afrikaanse roman op het ma van de rassendisc-iminatie. the- Spel met het leven, door Stelan Am- berg; De Boekerij. Door Hans van Haaren uit het Duits vertaalde roman van een ter dood veroordeelde. Paragraaf 22, door Joseph Heller. Een schildering van het groteske, het onzinnige van de oorlog. Een satire en een oorlogsroman (Scheltens en Gil-tay. Amsterdam). Per karos naar St. Petersburg, door Willem de Clercq. Reisdagboek van de Amsterdamse graanhandelaar Willem de Clercq uit het jaar 1816, ingeleid en toegelicht door zün achterkleindochter dr M Elisabeth Kluit. (De Tijdstroom. Lo- chem). De zunirte monnik, door Edgar Wal lace (Prisma 763). Het woonprobleem van onze tijd veel zijdig belicht. (N.I.B. Zeist). De advocaat met raad en daad, door mr. D. Sanders. Allen, die wensen over rechtsbijstand duidelijk te worden ingelicht, kunnen in dit boekje de weg vinden die zü willen :aan. (Van Loghum Slaterus Arnhem). Rome en de Romeinen, door Robert Laflont en Jacques Boudet. Een boekwerk met 700 afbeeldingen, vele in kleur over het legendarische Rome uit de oude Ujd tot het moder ne van nu. (U. W. de Haan en J Meu- lenhoff Amsterdam). Wij zijn hlij. dooi Lea Smulders èn F. van de Poel S. J. (Cantecleer- de Bilt). Godsdienstige vertellingen voor jon. ge kinderen. Uitgegeven In samen- 64. Heer Skapti is in een best humeur, wanneer hij het plein van zijn burcht oprijdt,- En ■geön Wonder, want de gevangen Erwin betekent een aardig losprijsje. Zodra knechten zich over de paarden ontfermd hebben en de gevangene naar binnen is gebracht, wendt de burchtheer zich tot Eric en Svein, die deze bedrijvigheid zwijgend hebben gadege slagen. „Beste mannen," zegt hij, voor zijn doen vriendelijk, „in het verblijf der krijgers, zullen jullie alles vinden, wat je nodig hebt. Wapens, kleding, ik heb bevel gegeven jullie daarvan te voorzien." „Dank edele heer," knikt Eric onderdanig. „Wat kunnen wij nu doen, om u te dienen?" „Dat hoor je later van je aanvoerder," antwoordt Skapti minzaam. En met een knikje begeeft hij zich naar binnen. „Kom mee, Svein," gromt Eric, „wij hebben hier al lang genoeg te PIB CQ.ENXlt.tH MOCO werking met het Katechetisch Cen trum Canisianum. Redelijke teke ningen van Coby C. M. Krouwe). De meeste verhalen zün gebaseerd op teksten uit het n'auwe testa ment. De verdere avonturen van Gripgrap en Grombrom, door J. J. Frinsel (Juno-jeugdpocket 26). Gripgrap en, Grombrom zijn twee kaboutertjes met heel verschillen de karakters. ril nebben al vei schillende hoekjes vul avonturen be. leefd. De beide boekjes zün heel aardig geillustreerd door Elly van Beek. De witte Indianen, door H. Schreiber. Uiig. van Goor Zonen-Den Haag. Een Franse "expeditie gaat in Cana da op zoek naar een Indianenstam, waarvan de leden een witte huid hebben (Jongens). Reis naar Rome, doot drs. G. Pucbinger (no. 34). Ooievaar Uitg. Bakker/Daamen, Den Haag. Daar lig je dandoor Erna Spoorenberg (no. 137). De laatste stad, bloemlezing uit het gehele oeuvre van Gerrit Achter berg (no. 11). Storm over Valmy, door Trease. Uitg. van Goor Den Haag. Geoflrey Zonen- Pierre Mercier, een jonge schilder wordt meegesleurd in de stroom van de revolutie op de veertiende juli (13 jaar en ouder). Verdreven vloot, door Gertie Even buis. Uitg. PIoegsma-Amsterdam Met hur vijven wachten ze altijd op het binnenkomen van de vissers vloot. Totdat „die van Waterstaat" beginnen met de grote dam het Deltaplan, (Jongens en meisjes 12 jaar en ouder). 23 „Ik heb absoluut niets op mün geweten, maar ik heb alle medewerking gegeven die Ik van plan ben te geven." „Wat heeft u in Medlicott uitgevoerd, meneer? Mag ik dat vragen?" zei de inspecteur. „Dat is mijn za-ak," zei Alec, maar het was een schok voor hem, dat de inspecteur wist dat hij daar was geweest. „Ik hoef bü de politie geen verantwoor ding af te leggen van al mün doen en laten." „Het zou u een hoop last en moeite kunnen bespa ren als u dat we) deed. meneer. Want ziet u, anders zou er wel eens een ongegronde verdenking op u kunnen vallen. Daar was dat stompje potlood, weet u wel, en u bent gesignaleerd in Adam Lane op de avond van de moord en u was in Medlicott de week voor Essex vermoord werd. En u bent daar vertrok ken op de dag van zün dood. Ais u daar nu een reden voor op kon geven en zeggen waarom u een wande lingetje bent gaan maken in Adam Lane, vlak nadat u uit Medlicott terug was, zou dat in uw eigen belang zün, meneer, tenzü u natuurlük Essex gedood h eft, en dat wil ik geen ogenblik aannemen." „Inspecteur." zei Alec, „ik heb u ai, gezegd, dat ik niet bereid ben om antwoord te geven op enige vraag en dit is mün laatste woord. Als het gevolg daarvan is, dat u verkiest mü van die moord te verdenken, dan is dat uw zaak. En nu zal ik u tot mün spüt moeten verzoeken, het huis te verlaten." De inspecteur vertrok, ten hoogste verbaasd. Naar zün mening gedroeg Morland zich niet als een man, die niets te verbergen heeft. Waarom zou hü wei geren iets te zeggen? Alec, daarentegen, maakte zich ernstig ongerust, dat de politie zo gauw achter zün bezoek aan Medlicott was gekomen. Hoe konden zü dat ontdekt hebben? De enige mensen die ervan wisten, waren Jill en de Lows. Geen van drieën konden zü het aan de politie verteld hebben. Misschien was hü gesignaleerd in Medlicott. Dat moest het wel zün. Later vertelde hü alles aan Jill. „Je denkt toch niet, dat zü het van de Lows gehoord hebben, hè?" vroeg ze. „Ik weet wel zeker van niet. Dat zou toch het toppunt zün. En zü maakten op mü niet de indruk van mensen, die daartoe in staat zün. Op jou wel?" „Och, ik heb alleen Low maar gezien, maar ik kan me niet voorstellen, dat hü zoiets doen zou. Hü leek me buitengewoon sympathiek. Ik denk dat je door iemand gezien bent." Later diezelfde dag sprak inspecteur Curtis met zün hoofdinspecteur. „Niet kwaad voor vier-en-twintig uur," zei de hoofdinspecteur. „Dat geeft de Yard tenminste een vingerwijzing. Intussen doe je beter eens te gaan küken wat je vriend Low je nog meer te vertellen heeft. Hjj Hikt wel helderziende." „Zo zag hü er anders niet uit," zei de inspecteur. ,,En zün vrouw ook niet. Een schoonheid, moet ik zeggen. Zij verwacht een baby." „Ik zie niet in, wat dat ermee te maken heeft," zei de hoofdinspecteur. „Als u ze kende, zoudt u dat misschien beter begrüpen. Ze praten er voortdurend over." „Nou, dan doe je maar beter om er nog een beetje over te gaan praten." De hoofdinspecteur stuurde een rapport naar Scot land Yard en de inspecteur bracht opnieuw een bezoek aan meneer en mevrouw Low, na eerst een telefonische afspraak gemaakt te hebben. „Hoe wist u in godsnaam, dat Morland tn ho*el de Leeuw gelogeerd had?" vroeg de inspecteur zo gauw hü dit beleefdheidshalve kon doen. „Dat heeft hü mü zelf verteld." „Is hü dan een vriend van u?" „Ach neen." „Een toevallige kennis?" „Ik heb hem éénmaal ontmoet." „Hoe kwam hü ertoe u te zeggen Medlicott geweest was?" „Ik weet het niet meer precies, riü zei het toe vallig." dat hü in aliig. „Hoe heeft u hem ontmoet?' „Hü is me komen opzoeken." „Weet u ook waarom?" „Hü was bang dat hü verdacht zou worden van de moord op Essex." „Wat! Meent u dat?" „Jazeker." „Waarom heefj u mü dat niet eerder verteld?" „Ach, inspecteur, u scheen niet veel vertrouwen in mü te hebben de eerste keer dat wü elkaar ontmoetten en toen vond ik het beter om u eerst wat meer vertrouwen in te boezemen. Het spijt me als ik u onnodige last bezorgd heb. Misschien wilt u een volledig proces verbaal van het onderhoud opmaken?" „Buitengewoon graag, meneer." Dus gaf meneer Low de inspecteur zijn proces verbaal en de insnecteur ging terug naar Cunning ham, zeer met zichzelf ingenomen. Hjj droeg Alec nog steeds geen kwaad hart toe. maar daar hem gezegd was, de moordenaar op te sporen en hü geen flauw idee had wie dat was, vond hü dat hü toch wel een beetje trots mocht zün over het resul taat van twee weken werk. Het was nu wel duide lijk, dat Alec de dader was en het was alleen nog maar de vraag, of men voldoende oewüs tegen hem had. De hoofdinspecteur en de commissaris van politie waren ook zeer tevreden. De stukken in de krant hadden hen verrast en gekwetst en ook hier was het zo dat ai droegen zü Alec geen kwaad hart toe, het een prettig idee was, te kunnen tonen dat de politie toch niet zo stom was als men wel dacht. (Wordt vervolgd Advene met KRUISWOORDRAADSEL 8 9 10 Horizontaal: 1 duw. bloedvat^ 2- °d- ziel tbaarmaking; 3. stad tn Engels graaf- uhap Sussex; 4. eskimohut, d-w-d"' voorzetsel; 5et Amicitiae. geheel» 6 koek. filtreerdoek: 7 van de éne kadj» 8 ambtshalve (Lat afk.) ongekunstel heid; 9 plechtige inkomst, grap; rierkstralend. romeins keizer; H n een Oost-Duitsland tafk Verticaal: 1. pracht; 2. Spaanse Engels lange tijdduur; 3 kapseizen. woord; 4. uitrusten met bepaalde tuigen: 5 gevel schuurgedeelte: 6 nietigend: 7. zeegras, niet dood; .8,werk- diertje. rijwiel daar: 9 landbouw tuig, kruinschering: 10. voorsch1" Parijs modehuis Oplossing 5 december 1 reaaj - 2 aalscholver 3 ?*Ejjel» 4 gentiaan - 5 aandenken - 6

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 4