Risicospreiding en deskundig "beheer: aandelen Vereenigd Bezit van 1894
Drie jaar geëist
wegens poging
tot doodslag
Fabrieksarbeider sloeg
87-jarige bewusteloos
HOUDT U VAN WAGNER?
K
HET WOLVENJ
Alfredo
Ruwe pur.ol
DAGPUZZEL
m
m
OfficierSchandalig
U proeft
de moutwijn
BIJ GEBREK
AAN BEWIJS
9
1
^Bespreking van Boek en Blad)
Onderscheiding
Overleden
Afscheid
Am b tsaanvaarding
Spectrum mag prijs
voor niemand verlagen
Kamerleden vragen
meer soevereiniteit
voor de West
L
DONDERDAG 6 DECEMBER 1962
PAGINA
Kleurig conflict
Eis Agfa afgewezen;
door LUKACS
&LL V, 0HZE GOEDE WffbNER
15 DB AR, OP DIE TflFEL
HOUD JU JE EP ONOP6E -
ME PPT MEE BEZ/ó, TERÜUL
tK DE 6§pLEüRPE PZBTEUVHR
'~Z^~jT3C0 SEPUPI
mr BIET [BEET, MrMIEr
DEEPT, IK PLBfJ DUT ET!PET
JE ZfhJ DE PLEET ZfiM tJPóm
OP DIE JEM ZI5LE/ PEE5L/S...
AKIERDE MEESTER
WE HE5&EN 61N0TEM
EU HIEP Ziet o OffU MUM LEVEm)
VIER H "BLOEMENGEVECHT TE
PMT/&E-5,,
EU HEEL
ZOOPZlCHT/eif
VHM OUS BEzöEfT.
Tot- z-ieUS
ERIC DE NOORMAN
Als wij een huis mochten kiezen, door
w. van Eijkern.
kijk gestaan. Vergeet niet, dat onze vriend Egil hier vermoedelijk
rondloopt en als hij ons ziet, weet ik niet wat er gaat gebeuren." Ze be
geven zich dus naar een klein wat achteraf gelegen bijgebouwtje.
„Niemand hier," fluistert Eric opgelucht. „Een ding, beste Sveintje,
we moeten andere namen verzinnen. Ik heet Leif en jy Olaf, vergeet
het niet. En nu moeten we vlug handelen, voordat Egil ontdekt, dat wij
hier zijn." Maar helaas, op hetzelfde moment staart Egil geschrokken
naar buiten. „Ik kan me niet vergissen," mompelt hij, „ze waren het
allebei: de koning en de grote Svein. Hebben ze me dus toch weer
gevonden maar nou is het de laatste keer, daar zal ik gauw voor
zorgen."
door HENRY CECIL
Vertaald door E. D. KÜNZLI-BOISSEVAIN
«HUIDe/i HANDEN 3
■oer'
(Advertentie)
verslaggevers)
6 dec. „Het
(Van een onzer
AMSTERDAM, 6 dec. „Het was
niet de bedoeling opoe te beroven, edel
achtbare, ik wilde haar alleen maar
bewusteloos slaan". Deze wat merk
waardige woorden sprak gistermiddag
een 33-jarige Amsterdamse fabrieksar
beider tijdens de behandeling van zijn
strafzaak voor de rechtbank. Op 2 juni
van dit jaar had de in geldnood verke
rende man zijn benedenbuurvrouw, de
87-jarige weduwe R. Steenstra, van ach
teren aangevallen op een moment, dat
de bejaarde vrouw het toilet aan het
schoonmaken was. Hij had haar bij de
keel gegrepen en vervolgens enkele
krachtige slagen op het hoofd gegeven.
De kranige vrouw probeerde zich nog
om te draaien en de slagen af te we
ren, maar haar handen sloegen slechts
de bril van de aanvaller af. Daarna viel
zij bewusteloos voorover, nadat zjj
eerst tot tweemaal toe met haar hoofd
tegen de wand was aangekomen.
De officier van justitie mr. H. E.
van Renesse was buitengewoon fel in
zijn requisitoir. Hij noemde het op
treden van de verdachte meer dan
schandalig en eiste (zoals in een deel
van onze editie gisteren nog in het
kort gemeld) een gevangenisstraf van
drie jaar met aftrek van voorarrest en
tevens een onvoorwaardelijke terbe
schikkingstelling van de regering.
Uitvoerig werd tijdens de zitting het
motief besproken, dat de dader zou
hebben gehad .om de vrouw zo ernstig
te mishandelen. De officier zei dat een
voorwaardelijke opzet tot doodslag naar
zijn mening bewezen was. De verdediger
mr. Keune, stelde dat men verdachte
slechts mishandeling ten laste kon leg
gen; de fabrieksarbeider tenslotte ver
klaarde, dat hü de vrouw nooit heeft
willen doden. En hü herhaalde: „Ik heb
haar slechts bewusteloos willen slaan.
Ik was driftig". De patholoog-anatoom
dr. J. Zeldenrust, de politiedeskundige
drs. D. Eskes en de zenuwarts dr. J.
Engelsman kwamen persoonlük hun uit
gebreide rapporten toelichten. Dr. Zel
denrust had geconstateerd, dat de be
jaarde weduwe drie grote wonden had
aan het voorhoofd, drs. Eskes vertelde
de rechtbank, dat hij op de regenjas van
de overvaller talrüke bloedspatjes had
aangetroffen en dr. Engelsman bteef Ook
nu bij zijn standpunt dat verdachte
zpns inziens verminderd toerekenings
vatbaar is.
De verdachte is na het gebeurde
naar zijn kamer gegaan om te trach
ten de bloedsporen op zjjn regenjas
te verwüderen. Hü knapte zich ver
volgens nog wat op en ging toen op
nieuw naar beneden. Daar trof hü de
vrouw nog in dezelfde toestand aan als
hü haar had achtergelaten. Hü keek
echter niet verder naar haar om en
verliet doodgemoedereerd het huis. „Ik
wist niet wat ik beginnen moest. Ik
was bang", verweerde hü zich zwak
jes. Maar zün verhaal vond weinig
geloof achter de groene tafel.
De vrouw werd later door haar zoon,
die tegenover haar woonde, op bed aan-
Setroffen. „Zü bloedde verschrikkeiyk.
'et was niet om aan te zien", verklaar
de de zoon, die als getuige verschenen
was. Snikkend viel moeder in mün ar
men. Jongen, wat heb ik voor mjjn le
ven moeten vechten", had zij er met
moeite uitgebracht. „Zü ia kort daarna
naar het ziekenhuis vervoerd, waar
haar wonden werden behandeld", aldus
de getuige. „Hoe is het nu met Uw moe
der?" vroeg de president, mr. J. Knot
tenbelt. „Slecht, heel slecht, edelacht
bare. Na het drama is zü zichzelf niet
meer. Ze verblijft nu in een goed rust
huis,'maar zü herkent ons nauwelijks.
Zü heeft haar geheugen voor een groot
deel verloren. Ze is ziekelijk geworden
en buitengewoon triest". De stem van
haar zoon klonk bitter, toen hü deze
woorden sprak.
DEN HAAG, 8 dec. Volgende week
donderdag, om vier uur 's middags, zal
in het gebouw van het ministerie van
Defensie een legpenning worden uitge
reikt aan twee oud-militairen: brigade
generaal der artillerie b.d. C. A. Hart-
mans en schout-bü-nacht van de admi
nistratie b.d. Th. H. Appels, vanwege
hun verdiensten voor het leger-museum.
De heer Hartmans is oud-directeur en
de heer Appels oud-penningmeester van
het museum.
ASSEN, 6 dec. De kinderrechter
jhr. mr. J. E. de Ranitz, is gistermid
dag in het paleis van justitie plotseling
onwel geworden. Een arts kon slechts
de dood constateren. Mr. De Ranitz was
53 jaar oud.
DEN HAAG, 6 dec. By K.B. is
mr. J. Meihuizen op zün verzoek met
ingang van 1 mei 1963 eervol ontslag
verleend als vice-president van de recht
bank te Amsterdam, onder dankbetui
ging voor de door hem in rechterlüke
betrekkingen bewezen diensten.
NIJMEGEN. 6 dec. Dr. F. J. A.
Kreuzer, die benoemd is tot gewoon
hoogleraar in de fysiologie aan de
katholieke universiteit, zal vrijdag 14
december 1962 des namiddags 4 uur zün
ambt aanvaarden met bet uitspreken
van een rede in de aula ban de Wilhel-
minasingel.
De rechercheur, die het eerste ver
hoor van verdachte had afgenomen, ver
klaarde dat deze kort na zün arrestatie
hem had verteld, dat hü de vrouw had
willen beroven. Reeds eerder had zij
hem geld geleend. De verdachte gaf dit
toe. Voor de rechtercommissaris had hjj
eenzelfde verklaring afgelegd. Ge
vraagd, waarom hü toen een ander mo
tief had opgegeven dan nu, antwoordde
de verdachte: „De politie zowel als de
rechtercommissaris hebben mü ertoe ge
dwongen." Ook hieraan hechtten de he
ren achter de groene tafel kennelijk wei
nig geloof. De officier van justitie
noemde het merkwaardig, dat verdach
te reeds vele malen veroordeeld we
gens diefstal en al eenmaal ter beschik
king van de regering gesteld nooit
eerder agressiedaden heeft gepleegd. In
de rapporten noch in zün persoonlijk le
ven komt het woord agressie voor. Mr.
Van Renesse noemde de man een bru
tale, niets ontziende, leugenachtige fi
guur. Vooral het feit dat de verdachte
na zün optreden de vrouw gewoon had
laten liggen, noemde mr. Van Renesse
„schandalig". De officier memoreerde
tenslotte de rapporten, waarin staat ver
meld, dat de verdachte een „onweer
staanbare drang tot stelen bezit".
De raadsman zei de plotselinge agres
sie van de verdachte heel goed mogelijk
te achten. Hü wees er voorts op, dat er
ook bü de politie en de rechtercommis
saris wel eens fouten gemaakt kunnen
worden. „Ik geloof mün cliënt als hü
zegt dat hü de vrouw niet heeft willen
doden, noch beroven". Mr. Keune vroeg
de rechtbank de verdachte te Straffen
wegens mishandeling en drong verder
aan op een nieuw psychiatrisch rapport
in het geval de rechtbank zün. inzicht
in deze zaak niet zou kunnen delen.
Woensdag 19 december wijst de recht
bank vonnis.
DEN HAAG, 5 dec. De president
der rechtbank, jhr. mr. G. Witsen
Elias, heeft gistermorgen uitspraak
gedaan in het kort geding, aanhangig
gemaakt door het technisch laborato
rium Spectrum te Den Haag tegen de
Agfa N.V. te Arnhem. Hü besliste dat
aan de eis van Agfa tot betaling der
dwangsom van 1.000,- door Spectrum
niet behoeft te worden voldaan en
voorts dat Spectrum ook aan particu
lieren geen kleurafdrukken mag af
leveren tegen de prüs van 0,50.
In een vorig geding, dat Agfa had
ingesteld tegen Spectrum, had de pre
sident beslist dat de laatste zich be
hoorde te houden aan de vastgestelde
prüzen van 0,90 voor ontwikkelen en
afdrukken van kleurenfoto's en deze
niet tot 0,50 mocht verlagen op
straffe van 1.000,- dwangsom per
geval. Hierop maakte Spectrum het
voornemen bekend de afdrukken tegen
f 0,50 aan particulieren te gaan leve
ren en dus niet meer aan winkeliers
Agfa maakte daartegen bezwaar en
vorderde uitbetaling van duizend gul
den dwangsom als door de president
opgelegd. Tegen die eis kwam Spec
trum in verzet bjj kort geding. De
president stelde gisteren in zjjn uit
spraak dat in de vorige beslissing ook
afleveren aan particulieren tegen de
verlaagde prü's aan Spectrum was ver
boden; daar echter niet is gebleken,
dat Spectrum zulks reeds heeft ge
daan, wees de president de eis van
Agfa inzake de betaling van f 1.000,-
dwangsom af.
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG, 5 dec. Vele leden
van de vaste Tweede Kamercommissie
voor de betrekkingen met Suriname en
de Nederlandse Antillen vragen de
regering of zü bereid is een herziening
van het statuut van het koninkrijk te
bevorderen, waardoor Suriname en de
Antillen soeverein worden voor het
terrein van het buitenlandse beleid,
voor zover niet de vragen van oorlog
en vrede rakende. Zü informeren dit
in het voorlopig verslag van de com
missie over het hoofdstuk van de rüks-
begroting betreffende het kabinet van
de vice-minister-president. Een andere
vraag in het verslag luidt echter:
„Hebben niet tal van beslissingen in
direct grote invloed op problemen van
oorlog en vrede?"
Advertentie
De vos op zolder, door Richard Hug
hes: De Fontein.
Jos Panhuysen, de vertaler van
deze roman, beaamt de Engelse kri
tiek, die in Hughes een hedendaagse
Tolstoi ziet en in dit werk paralellen
met „Oorlog en Vrede" ontdekt
Het Duivelswater, door Anya Seton;
Scheltens en Giltay.
De op historie berustende geschiede
nis van Charles Radcliffe, die na de
korstondige opstand der jakobieten
in 1715 aan de gevangenis ontsnapte.
De glazen deur, door Paul Gallico;
Wereldhihlioth -ek N.V.
Vüftien verhalen, oorspronkelijk o.a.
in de Saturday Evening Post ver
schenen.
Een vreemdeling klopte aan, door Ma
ry Hayley BejlN.V.-Tijdstroom.
Het verhaal van de drie kinderen,
die in een zwerver de teruggekomen
Christus zien (Verfilmd: „De Vreem
deling").
Mn liefje, m'n duifje,
Dahl; MeulenKoff.
door Roald
Een nieuwe bundel verhalen (So
meone like you) van de man die be
roemd werd door de bundel Kiss
Kiss (Op weg naar de hemel): schok
kende, soms zelfs zenuwschokkende
verhalen.
Sporen van as, door Melita Masch-
Wereldhibliotheek N.V.
mann:
Zuid-Afrikaanse roman op het
ma van de rassendisc-iminatie.
the-
Spel met het leven, door Stelan Am-
berg; De Boekerij.
Door Hans van Haaren uit het Duits
vertaalde roman van een ter dood
veroordeelde.
Paragraaf 22, door Joseph Heller.
Een schildering van het groteske, het
onzinnige van de oorlog. Een satire
en een oorlogsroman (Scheltens en
Gil-tay. Amsterdam).
Per karos naar St. Petersburg, door
Willem de Clercq.
Reisdagboek van de Amsterdamse
graanhandelaar Willem de Clercq uit
het jaar 1816, ingeleid en toegelicht
door zün achterkleindochter dr M
Elisabeth Kluit. (De Tijdstroom. Lo-
chem).
De zunirte monnik, door Edgar Wal
lace (Prisma 763).
Het woonprobleem van onze tijd veel
zijdig belicht. (N.I.B. Zeist).
De advocaat met raad en daad, door
mr. D. Sanders.
Allen, die wensen over rechtsbijstand
duidelijk te worden ingelicht, kunnen
in dit boekje de weg vinden die zü
willen :aan. (Van Loghum Slaterus
Arnhem).
Rome en de Romeinen, door Robert
Laflont en Jacques Boudet.
Een boekwerk met 700 afbeeldingen,
vele in kleur over het legendarische
Rome uit de oude Ujd tot het moder
ne van nu. (U. W. de Haan en J Meu-
lenhoff Amsterdam).
Wij zijn hlij. dooi Lea Smulders èn
F. van de Poel S. J. (Cantecleer-
de Bilt).
Godsdienstige vertellingen voor jon.
ge kinderen. Uitgegeven In samen-
64. Heer Skapti is in een best humeur, wanneer hij het plein van
zijn burcht oprijdt,- En ■geön Wonder, want de gevangen Erwin betekent
een aardig losprijsje. Zodra knechten zich over de paarden ontfermd
hebben en de gevangene naar binnen is gebracht, wendt de burchtheer
zich tot Eric en Svein, die deze bedrijvigheid zwijgend hebben gadege
slagen. „Beste mannen," zegt hij, voor zijn doen vriendelijk, „in het
verblijf der krijgers, zullen jullie alles vinden, wat je nodig hebt.
Wapens, kleding, ik heb bevel gegeven jullie daarvan te voorzien."
„Dank edele heer," knikt Eric onderdanig. „Wat kunnen wij nu doen,
om u te dienen?" „Dat hoor je later van je aanvoerder," antwoordt
Skapti minzaam. En met een knikje begeeft hij zich naar binnen.
„Kom mee, Svein," gromt Eric, „wij hebben hier al lang genoeg te
PIB
CQ.ENXlt.tH
MOCO
werking met het Katechetisch Cen
trum Canisianum. Redelijke teke
ningen van Coby C. M. Krouwe).
De meeste verhalen zün gebaseerd
op teksten uit het n'auwe testa
ment.
De verdere avonturen van Gripgrap
en Grombrom, door J. J. Frinsel
(Juno-jeugdpocket 26).
Gripgrap en, Grombrom zijn twee
kaboutertjes met heel verschillen
de karakters. ril nebben al vei
schillende hoekjes vul avonturen be.
leefd. De beide boekjes zün heel
aardig geillustreerd door Elly van
Beek.
De witte Indianen, door H. Schreiber.
Uiig. van Goor Zonen-Den Haag.
Een Franse "expeditie gaat in Cana
da op zoek naar een Indianenstam,
waarvan de leden een witte huid
hebben (Jongens).
Reis naar Rome, doot drs. G.
Pucbinger (no. 34).
Ooievaar Uitg. Bakker/Daamen,
Den Haag.
Daar lig je dandoor Erna
Spoorenberg (no. 137).
De laatste stad, bloemlezing uit het
gehele oeuvre van Gerrit Achter
berg (no. 11).
Storm over Valmy, door
Trease. Uitg. van Goor
Den Haag.
Geoflrey
Zonen-
Pierre Mercier, een jonge schilder
wordt meegesleurd in de stroom van
de revolutie op de veertiende juli
(13 jaar en ouder).
Verdreven vloot, door Gertie Even
buis. Uitg. PIoegsma-Amsterdam
Met hur vijven wachten ze altijd op
het binnenkomen van de vissers
vloot. Totdat „die van Waterstaat"
beginnen met de grote dam het
Deltaplan, (Jongens en meisjes 12
jaar en ouder).
23
„Ik heb absoluut niets op mün geweten, maar ik
heb alle medewerking gegeven die Ik van plan ben
te geven."
„Wat heeft u in Medlicott uitgevoerd, meneer?
Mag ik dat vragen?" zei de inspecteur.
„Dat is mijn za-ak," zei Alec, maar het was een
schok voor hem, dat de inspecteur wist dat hij daar
was geweest. „Ik hoef bü de politie geen verantwoor
ding af te leggen van al mün doen en laten."
„Het zou u een hoop last en moeite kunnen bespa
ren als u dat we) deed. meneer. Want ziet u, anders
zou er wel eens een ongegronde verdenking op u
kunnen vallen. Daar was dat stompje potlood, weet
u wel, en u bent gesignaleerd in Adam Lane op de
avond van de moord en u was in Medlicott de week
voor Essex vermoord werd. En u bent daar vertrok
ken op de dag van zün dood. Ais u daar nu een reden
voor op kon geven en zeggen waarom u een wande
lingetje bent gaan maken in Adam Lane, vlak nadat
u uit Medlicott terug was, zou dat in uw eigen
belang zün, meneer, tenzü u natuurlük Essex gedood
h eft, en dat wil ik geen ogenblik aannemen."
„Inspecteur." zei Alec, „ik heb u ai, gezegd, dat ik
niet bereid ben om antwoord te geven op enige vraag
en dit is mün laatste woord. Als het gevolg daarvan
is, dat u verkiest mü van die moord te verdenken,
dan is dat uw zaak. En nu zal ik u tot mün spüt
moeten verzoeken, het huis te verlaten."
De inspecteur vertrok, ten hoogste verbaasd. Naar
zün mening gedroeg Morland zich niet als een man,
die niets te verbergen heeft. Waarom zou hü wei
geren iets te zeggen? Alec, daarentegen, maakte zich
ernstig ongerust, dat de politie zo gauw achter zün
bezoek aan Medlicott was gekomen. Hoe konden zü
dat ontdekt hebben? De enige mensen die ervan
wisten, waren Jill en de Lows. Geen van drieën
konden zü het aan de politie verteld hebben.
Misschien was hü gesignaleerd in Medlicott. Dat
moest het wel zün. Later vertelde hü alles aan Jill.
„Je denkt toch niet, dat zü het van de Lows
gehoord hebben, hè?" vroeg ze.
„Ik weet wel zeker van niet. Dat zou toch het
toppunt zün. En zü maakten op mü niet de indruk
van mensen, die daartoe in staat zün. Op jou wel?"
„Och, ik heb alleen Low maar gezien, maar ik kan
me niet voorstellen, dat hü zoiets doen zou. Hü leek
me buitengewoon sympathiek. Ik denk dat je door
iemand gezien bent."
Later diezelfde dag sprak inspecteur Curtis met
zün hoofdinspecteur.
„Niet kwaad voor vier-en-twintig uur," zei de
hoofdinspecteur. „Dat geeft de Yard tenminste een
vingerwijzing. Intussen doe je beter eens te gaan
küken wat je vriend Low je nog meer te vertellen
heeft. Hjj Hikt wel helderziende."
„Zo zag hü er anders niet uit," zei de inspecteur.
,,En zün vrouw ook niet. Een schoonheid, moet ik
zeggen. Zij verwacht een baby."
„Ik zie niet in, wat dat ermee te maken heeft," zei
de hoofdinspecteur.
„Als u ze kende, zoudt u dat misschien beter
begrüpen. Ze praten er voortdurend over."
„Nou, dan doe je maar beter om er nog een
beetje over te gaan praten."
De hoofdinspecteur stuurde een rapport naar Scot
land Yard en de inspecteur bracht opnieuw een
bezoek aan meneer en mevrouw Low, na eerst een
telefonische afspraak gemaakt te hebben.
„Hoe wist u in godsnaam, dat Morland tn ho*el de
Leeuw gelogeerd had?" vroeg de inspecteur zo gauw
hü dit beleefdheidshalve kon doen.
„Dat heeft hü mü zelf verteld."
„Is hü dan een vriend van u?"
„Ach neen."
„Een toevallige kennis?"
„Ik heb hem éénmaal ontmoet."
„Hoe kwam hü ertoe u te zeggen
Medlicott geweest was?"
„Ik weet het niet meer precies, riü zei het toe
vallig."
dat hü in
aliig.
„Hoe heeft u hem ontmoet?'
„Hü is me komen opzoeken."
„Weet u ook waarom?"
„Hü was bang dat hü verdacht zou worden van
de moord op Essex."
„Wat! Meent u dat?"
„Jazeker."
„Waarom heefj u mü dat niet eerder verteld?"
„Ach, inspecteur, u scheen niet veel vertrouwen
in mü te hebben de eerste keer dat wü elkaar
ontmoetten en toen vond ik het beter om u eerst
wat meer vertrouwen in te boezemen. Het spijt me
als ik u onnodige last bezorgd heb. Misschien wilt
u een volledig proces verbaal van het onderhoud
opmaken?"
„Buitengewoon graag, meneer."
Dus gaf meneer Low de inspecteur zijn proces
verbaal en de insnecteur ging terug naar Cunning
ham, zeer met zichzelf ingenomen. Hjj droeg Alec
nog steeds geen kwaad hart toe. maar daar hem
gezegd was, de moordenaar op te sporen en hü
geen flauw idee had wie dat was, vond hü dat hü
toch wel een beetje trots mocht zün over het resul
taat van twee weken werk. Het was nu wel duide
lijk, dat Alec de dader was en het was alleen nog
maar de vraag, of men voldoende oewüs tegen
hem had. De hoofdinspecteur en de commissaris
van politie waren ook zeer tevreden. De stukken
in de krant hadden hen verrast en gekwetst en
ook hier was het zo dat ai droegen zü Alec geen
kwaad hart toe, het een prettig idee was, te kunnen
tonen dat de politie toch niet zo stom was als men
wel dacht.
(Wordt vervolgd
Advene met
KRUISWOORDRAADSEL
8 9 10
Horizontaal: 1 duw. bloedvat^ 2- °d-
ziel tbaarmaking; 3. stad tn Engels graaf-
uhap Sussex; 4. eskimohut, d-w-d"'
voorzetsel; 5et Amicitiae. geheel»
6 koek. filtreerdoek: 7 van de éne kadj»
8 ambtshalve (Lat afk.) ongekunstel
heid; 9 plechtige inkomst, grap;
rierkstralend. romeins keizer; H n
een Oost-Duitsland tafk
Verticaal: 1. pracht; 2. Spaanse
Engels
lange tijdduur; 3 kapseizen.
woord; 4. uitrusten met bepaalde
tuigen: 5 gevel schuurgedeelte: 6
nietigend: 7. zeegras, niet dood; .8,werk-
diertje. rijwiel daar: 9 landbouw
tuig, kruinschering: 10. voorsch1"
Parijs modehuis
Oplossing 5 december
1 reaaj - 2 aalscholver 3 ?*Ejjel»
4 gentiaan - 5 aandenken - 6