op de Markt in Delft
Predikatie in Nieuwe Kerk
Koningin bewust
van leiding Gods
Een
lichtend voorbeeld en
een sterke steun
in
De bijzetting
de Nieuwe Kerk
Pakje boter
4 ct. duurder
Zwijgend welkom voor vorstin
De zon schijnt
in mijn zieV
ÜE TIJD-MAASBODE
ZATERDAG 8 DECEMBER 1962
PAGINA 3
(Vervolg van pagina 1)
Escorte
Ceremonieel tenue
De kist met het stoffelijk over
schot van wijlen koningin Wilhel
mina wordt uit het paleis aan het
Lange Voorhout gedragen om in
de witte lijkkoets geplaatst te
worden.
Op de markt
De rouwstoet met het stoffelïjl, I
overschot van koningin Wïlhel
mina, gevolgd door de rijtuigen
met de koninklijke familie, in Den
Haag op weg naar de Nieuwe
Kerk in Delft.
ROME, 8 dec. Hedenmorgen
is in een plechtige liturgische zit
ting de eerste reeks bijeenkomsten
van het Tweede Vaticaanse Con
cilie gesloten. Paus Joannes XXIII
maakte de Conciliemis niet mee,
maar verscheen in de Sint Pieter
na afloop om het Concilie toe te
spreken. De Pontificale H. Mis
werd gecelebreerd aan het kleine
Concilie-altaar in de middengang
van de aula door de kardinaal
aartspriester der basiliek Marella.
Alleen kardinalen droegen de cap-
pa magna met hermelijn. De an
dere Concilievaders waren in hun
gewone paarse dracht, hetgeen de
plechtigheid een relatief sober
karakter gaf.
t~
°P de rouwkoets plaatsen. Alleen het
schuifelen van de voeten, klokgelui
van alle kanten en het droge klikken
Van camera's is hoorbaar. Wanneer de
kist is geplaatst wordt hij bedekt met
de Nederlandse vlag, waarop een
kussen komt te liggen met het Groot
kruis van de Militaire Willemsorde.
Aan de achterzijde van de koets wordt
«e krans van het verzet beves igd.
De ontroering van het ogenblik wordt
«ebroken wanneer koetsier Loman meb
een korte ruk zjjn gespan laat aanzetten
■P1® plaats te maken voor de volgkoetsen,
in cje eerste koets stappen koningin
Juliana witte mantel, wit bont, witte
tas en prins Bernhard, die gekleed
£aat in het generaalsuniform van de
Mariniers. Daarna stappen de vier
Prinsessen in een tweede volgkoets. Ook
zijn in het wit gekleed. De vorste
lijke gasten, die in de volgrijtuigen
Plaats nemen zijn koning Frederik van
Denemarken, koning Olaf van Noor-
^egenwegen, prinses Alice, gravin van
Den HAAG, 8 dec. Het lied „De
Zon schijnt in mijn ziel", dat in de
fvieuwe Kerk tijdens de bijzetting van
wijlen koningin Wilhelmina gezongen
^srd, is door de Noor E. Edmund He
witt gedicht en door diens landgenoot
c>Weney getoonzet. Koningin Juliana
neeft het in haar studietijd in het Ne
derlands vertaald. In „Eenzaam maar
®jet alleen" heeft koningin Wilhelmina
0l' lied, waarvan hieronder de tekst,
opgenomen met een beschrijving van het
feestelijk herontwaken van Noorse ge
vangenen, die door tekst en toon getrof
fen werden.
De zon schijnt in mijn ziel vandaag,
het donker is gezwicht,
en aard' en hemel langt mij toe,
want Jezus is mijn licht.
Er is zonneschijn, zomerzonneschijn,
al de uren van de dag zijn blij,
Zie ik Jezus' aangezicht,
is er hemelgloed in mij.
Er is lofzang in mijn ziel vandaag,
er zo il Voor de Heer
ik ui ,+ls daarvan nu mijn hart,
kan t niet uiten meer.
Is zonneschijn, zomerzonneschijn,
al de uren van de dag zijn blij,
Zie ik Jezus' aangezicht,
is er hemelgloed in mij.
Athlone, prins Louis-Ferdinand van
Pruisen, de vorst en vorstin van Wied
Athlone, prins Louis-Ferdinand van
en prinses Kira. Ruim 25 jaar geleden
was zij ook in Den Haag, toen voor een
heugelijke gebeurtenis: om charmant
bruidsmeisje te zijn bij het huwelijk van
de toenmalige prinses Juliana en prins
Bernhard. De gasten zijn ingestapt, de
geweldige stoet, twee en een halve ki
lometer lang, heeft zich op het Lange
Voorhout geformeerd. De eerste stal
meester, luitenant-kolonel Bischoff van
Heemskerck heeft zijn spierwitte schim
mel bestegen en galoppeert naar voren.
Korte militaire bevelen weerklinken,
paarden zetten zich schrap op de schelp
paden, klokgelui nog steeds, het eerste
minuutschot van de veldartillerie dreunt
op het Malieveld, belangstellenden langs
de hekken ontbloten het hoofd: Wilhel
mina Helena Pauline Maria, Prinses
der Nederlanden, Prinses van Oranje-
Nassau, Hertogin van Mecklenburg,
Koningin der Nederlanden van 1890 tot
1948, maar bovenal geliefd vorstin, is
haar laatste gang begonnen.
De bewoners van het huis naast het
paleis hebben dit alles met bijzondere
ontroering gadegeslagen. Zij zijn be
jaarde Wit-Russen, indertijd gevlucht,
die nu in Nederland een thuis hebben,
dank zij een gebaar van de eigenares
van het huis, koningin Wilhelmina, die
het voor dit doel afstond.
De stoet die zich dan in beweging
zet, is als volgt geformeerd: voorop gaan
vijf ruiters van de Haagse politie in
ceremonieel tenue, gevolgd door hoofd
commissaris J. H. A. K. Gualthérie van
Weezei en zijn adjudant, beiden te
paard. Daarop volgt een detachement
te paard van de marechaussee van 24
man onder commando van 1ste luite
nant A. Jongepier. Daarna komen de al
gemene troepencommandant brig.-gene-
raal L. E. Hinrichs, de militaire kapel
met tamboerkorps onder leiding van
majoor R. van Yperen, de commandant
van het eerste deel van de stoet, luit.
t. zee T. Jonkman, een compagnie van
het 11de infanterie-bat. garderegiment
grenadiers van honderd man, comman
dant kapt. A. G. Gillissen, een detache
ment van de marine van honderd man
onder commando van luit. t. zee S. van
Woerden, een detachement van de lucht
macht van honderd man onder com
mando van kapitein P. J. M. van Dui-
vendijk, een commando van de rijks
politie te paard onder commando van
de officier P. J. Plattel. De rijknecht
majoor en twee rijknechts te paard
sloten dit gedeelte van de stoet af.
Op de route naar het vredige Delftse
stadscentrum, over bruggen en langs de
(Van onze verslaggever)
DEN HAAG, 8 dec. Tijdens de dienst in de Nieuwe Kerk te Delft werd de
Predikatie gehouden door ds. J. F. Berkel. Naar het uitdrukkelijk verlangen van
^Ülen koningin Wilhelmina moest deze dienst een getuigenis zijn van Gods leiding
J® ons leven en van alle overwinning door Jezus Christus de Heer. Koningin Wil
helmina heeft, aldus de predikant, steeds deze nabijheid van Christus door zijn geest
Bevoeld. Zij zag geen toevalligheden in de lotgevallen van haar en haar volk, maar
•leiding Gods.
„Willem van Oranje", heeft wijlen koningin Wilhelmina gezegd, „streed en
Bal zijn leven voor de onafhankelijkheid en de vrijheid van ons volk, voor de
gewetensvrijheid in de verdraagzaamheid en voor de rechtvaardigheid." En zij
^°egt hieraan toe: „eerst was het mijn roeping en thans die van Juliana om toe
Passen en voort te zetten wat hij begon, toegepast op het leven en aan de pols
B'ag van onze tijd, ons gedragen wetend door dezelfde God als Willem van Oranje.'
Ds. Berkel noemde dit het levensmotief van haar, die vijftig jaar over ons
J.°Ik als een koningin heeft geregeerd en die na haar aftreden als prinses der
f*6derlanden duidelijk en onomwonden haar geloof heeft beleden en ons ook tel-
j ®s heeft opgeroepen te komen tot het licht, tot de levende Christus, die ons
i6ldt. „God heeft in zijn leiding met haar twee personen gebruikt, om haar bij
jjaar taak te steunen. Met eerbied noemen wij haar moeder, koningin Emma, en
aar man, prins Hendrik."
-Het is vanzelfsprekend dat wij mensen de leiding Gods op alle concrete punten
a® het bonte mensenleven niet kunnen zien. Als volk zien wij ook Gods leiding
i6t steeds. Evenmin zien we deze altijd in ons persoonlijk leven. Er blijven dui-
e®d vragen: waarom al dat oorlogsleed, bedreigingen, natuurrampen, honger en
r0°d. Wijlen koningin Wilhelmina werd getroffen door de geschiedenis van de
jongen, die alles moest opgeven en het niet deed. Maar zij voelde dat alles
het geloof in Christus in de weg staat opzij moet. Zij moest Christus volgen
aarvoor moest alles wijken, ook ingeroeste gewoonten en tradities zonder inhoud,
»j,D_it is langzaam door veel worsteling heen gerijpt tot een sterk geloof. Zo kon
l In Engeland zelf kracht hebben en kracht geven. En in het bezet Nederland is
jj °®s, door Gods gunst, een lichtend voorbeeld en een sterke steun geweest.
et verzet was zeker vastgelopen zonder deze moeder des vaderlands. Al haar
6 Ven en krachten, haar vele talenten had wijlen koningin Wilhelmina gekregen
deze ten dienste te stellen van anderen."
j ^n het einde van zijn predikatie zei ds. Berkel: „Na haar aftreden als koningin
c 8 zij een nieuwe taak zich door God op de schouders gelegd: het Evangelie van
beri'StUS iedereen bekend te maken, niet in dienst van een bepaalde kerk of een
ove 3lde groeP- zii zocht het geloof in Jezus Christus als de band die universeel,
Dhr' fde ganse aarde de mensen samenbindt. Rotsvast was haar overtuiging, dat
e6n us de levensdorst is, dat dus Christus door ieder gekend moet worden, da.
verdoolde wereld de rechte weg gewezen moet worden naar het vaderhart Gods."
W
'ith H Z^n denkbaar voor Gods leiding, die in het leven van koningin en prinses
Uit t etTma kaar ons is gegeven en de lof en dank ervoor gaat boven de aarde
by }Grn ,?rn' die haar leven heeft geleid en die voor haar stierf en haar doet leven
Hetjeen^lotte vroeK ds. Berkel allen, aanwezig in de Nieuwe Kerk en in heel
^°nin en allen> die deze dienst volgden, om het getuigenis van wijlen de
Uw z gl" niet in de wind te slaan. „Laat los uzelf, los, waar ge ook op steunt, los
he6ft nden en hoort van uw eigen hart de levensboodschap: Ik ben met u. God
Hij jszo Broot geduld met ons, laten wij Hem niet laten nodigen. Als ge hoort,
hodig h' h?an is de cie ingang tot het leven' Dit is ook de troost die we nu
^°orden Dit geldt bijzonder voor haar dochter en haar gezin. Ik herhaal de
te hebb Van uw koninklijke moeder: wat een voorrecht, zulk een moeder gehad
"lijft, En als het verlies diep gevoeld wordt, ruist de troost ons toe: Christus
15 geborgen bij haar Heer. z
grachten, lag een laag zand. De treinen
hadden steeds groter groepen toeschou
wers aangebracht en omstreeks half elf
kwamen ook de Delftenaren uit hun
huizen, om zwijgend en voetentrappe
lend tegen de kou een plaats langs de
hekken te zoeken. Aanvankelijk waren
er meer soldaten en politiemannen voor
de afzetting dan toeschouwers, maar in
het centrum veranderde dit beeld. Niet
echter langs de rijksweg en aan de bui
tenkant van de stad. Overrompelend
druk werd het nergens. De militairen
stonden in battle dress met windjack
en onderhelm zo had koningin Wil
helmina dat ook gewild. Maar de Stu
dentenweerbaarheid stond in ceremo
niële tenue aangetreden, omdat ze geen
ander uniform bezit. Ook de mariniers
op de markt waren in ceremoniële
tenue, omdat daarvoor, met het oog op
de ontvangst van de koning der Belgen
en koningin Fabiola, al een dusdanige
order was gegeven. Bij het bekend wor
den van de koninklijke wilsbeschikking
wilde men de opdracht niet intrekken.
Het groot-gala werd ook voor de hof
functionarissen en de Haagse politie
ruiters in de stoet aangehouden.
Via de Hoornbrug, waar de inwoners
van Rijswijk rijen dik stonden opge
steld om zwijgend afscheid te nemen
van de koningin, sloeg de rouwstoet de
rijksweg naar Rotterdam in. Ook daar
honderden belangstellenden, die een
smallere, dooh door haar lengte indruk
wekkende haag vormden. Vooral bij het
vliegveld Ypenburg, waar traag de sa
luutschoten over de velden rolden en bij
de verkeersrotonde naar Delft was de
toeloop zeer groot. Bij de ingang van de
stad Delft stond het voltallige gemeen
tebestuur opgesteld voor een laatste
groet aan de koningin.
Bij de entrée van de stoet in de stad,
die zo nauw verbonden is met het ge
slacht der Oranjes, begonnen overal
van de torens de klokken te beieren.
Vaal zonlicht streek langs de grachtjes.
De kou las men af van de gezichten der
marcherende militairen en der ruiters.
In diepe stilte keek men toe naar de
witte begrafeniskoets met de mysterieus
omhulde, koolzwarte paarden. Vaag nog
flliiiiiiiiiiiiiHimiiiiiiimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiilliillllllltliliiiii
hoorde men de muziek van de al voor
bij gemarcheerde Koninklijke Militaire
Kapel. Verder vernam men nog slechts
de galm van de klok uit de Nieuwe
Kerk met het getrappel van de paarden
en het klikken of snorren van de ca
mera's der toeschouwers.
Onder het luiden van de 18000 oude
ponden zware bourdon van de Oude
Kerk en terwijl door de Koninklijke Mi
litaire Kapel een stemmige melodie werd
gespeeld, reed de stoet met het stoffe
lijk overschot van Koningin Wilhelmina
om kwart voor twaalf, een half uur
vroeger dan werd verwacht, de door de
zon beschenen Markt op. Op de Markt
was slechts een enkele drapering aange
bracht, de Delftse vlag in de stemmige
kleuren wit en zwart was om het bal
kon van het stadhuis gespannen. Er was
een veelkoppig publiek om de aankomst
hier, in het hart van Delft, gade te
slaan. Zeer veel mensen sloegen ook de
stoet vanachter de vensters van hun
huizen gade.
Eerder waren de vorstelijke gasten,
die niet in de stoet meereden, onder
wie de groothertogin van Luxemburg
en de prins van dit Groothertogdom,
prinses Armgard en de leden van
buitenlandse en Nederlandse hofhoudin
gen, per auto van Huis ten Bosch bij
het stadhuis gearriveerd. Daar kwa
men ook kort na elf uur koning Bou-
dewjjn en koningin Fabiola aan.
Kort voor half twaalf betraden de
leden van de regering alsmede de
leden van de Raad van State de Nieuwe
Kerk, gevolgd door verscheidene andere
hoge autoriteiten. Er voor stond een
erewacht opgesteld, bestaande uit een
compagnie mariniers, waarbij het
vaandel was ingedeeld, onder leiding
van de kapitein der mariniers P.
Engles, de marinierskapel van de Kon.
Marine met de tamboers en pijpers
van de mariniers onder leiding van
kapitein H. C. van Lijnschooten. De
erewacht presenteerde het geweer. Er
werd geen muziek ten gehore gebracht,
er werden evenmin roffels geslagen.
Wel werden nu de klokken van de
Nieuwe Kerk geluid.
Het koninklijk gezin begaf zich uit
de beide koetsen naar het voorportaal.
Daarna werd de grote verzetskrans het
bedehuis binnengedragen. Nadat het
stoffelijk overschot van koningin Wil
helmina, de kist met de Nederlandse
vlag gedekt, het voorportaal door acht
man van het personeel van de Konink
lijke Houtvesterijen was binnengedragen,
begaven zich de overige vorstelijke per
sonen naar binnen.
Het wachten op de Markt was ver
scheidene soldaten te veel geworden. Zij
werden door helpers van het Rode Kruis
weggebracht.
DELFT, 8 dec. By aankomst bij dc I en steeds twee aan twee de prinsessen
kerk stegen de koningin, de prins en de en de vorstelijke gasten,
prinsessen dadelijk uit en begaven zich Voor de kansel werd het stoffelijk
naar het voorportaal. Daarna werd de overschot bij het doophek op een witte
kist met het stoffelijk overschot van katafalk geplaatst, waarna de vorstelijke
wijlen de koningin naar het voorpor- personen naar hun plaatsen werden ge-
taal gedragen. Nadat alle vorstelijke gas- leid. Het kussen met het grootkruis van
ten de kerk betreden hadden, werden de de Militaire Willemsorde werd door de
grote deuren onder de toren gesloten, chef van het Militaire Huis op de kist
Orgelmuziek ruiste onder de hoge ge
welven van de Nieuwe Kerk toen de
stoet het schip van de kerk betrad.
Daarna zongen de aanwezigen het ge
zang „Ontwaakt gij die slaapt en sta op
uit den doön".
Voorafgegaan door de opperceremo-
niemeester, de zes grootofficieren, de
grootmeester en de chef van het mili
taire huis en begeleid door de vier slip-
pendragers werd de met de nationale
vlag gedekte kist binnen gedragen. Daar
achter liepen de koningin en de prins
Heilige Vader sluit eerste
zittingsperiode Concilie
(Van onze Romeinse correspondent)
De aanmerkingen op het niet sterk
liturgisch karakter van de openings
plechtigheid op 11 oktober hebben tot
gevolg gehad, dat de Heilige Mis
hedenmorgen in het Gregoriaans ge
zongen werd en wel door alle aanwe
zigen. Een groep Benedictijnen vorm
de de schola Cantorum. Op deze open
bare slotzitting waren behalve de Va
ders ook de waarnemers, de deskun
digen, het Corps Diplomatique aan
wezig en talrijke afvaardigingen, terwijl
de tribunes en gereserveerde plaatsen
voor de gelovigen en belangstellenden
overvol waren. Na de Heilige Mis
maakte de secretaris-generaal bekend,
dat de Paus op 10 december een Hei
lige Mis zal opdragen voor de Concili-
lie-vaders, die tijdens de eerste zit
tingsperiode zijn overleden, terwijl hij
op 11 december een Heilige Mis zal
opdragen voor alle bisschoppen der
'wereld en de Concilievaders. Het was
even na elf uur, toen de Paus de Va
ticaanse basiliek te voet betrad. Toen
hij het podium beklom en plaats nam
in de presidentszetel, klaterde een
groot en langdurig applaus door de
kerk.
De Heilige Vader sprak zijn redevoe
ring in het Latijn uit.
„Het Concilie is in zijn werkelijkheid
een akt van geloof aan God, van ge
hoorzaamheid tegenover Zijn wetten,
van eerlijke inspanning om in overeen
stemming met het plan der Verlossing
te komen, waardoor het Woord vlees
werd uit de Maagd Maria. Daarom ver
eren wij vandaag de onbevlekte spruit
van de wortel Jesse. In dit oecumenisch
Concilie is de ene Heilige, Katholieke en
Apostolische Kerk de mensheid versohe
nen in de glans van haar blijvende zen
ding, in de geslotenheid van haar struc
tuur, in de overtuigende en aantrekken
de kracht harer instellingen De eerste
zittingsperiode is als een langzame en
feestelijke inleiding geweesi tot het
grote werk van het Concilie, een be
reidwillig begin.
Het was noodzakelijk, dat de broeders
die van verre gekomen waren en zich
verzamelden om één haard, wederzijds
contacten opnamen, ervaringen uitwis
selden en met elkaar overlegden. Men
begrijpt dan ook, dat menige dag ge
bruikt moest worden om tot overeen
stemming te komen en begrijpelijke en
bezorgde verschillen van opinie door te
praten.
Wat de voortzetting van het werk
aangaat zei de Paus: „En nu, eerbied
waardige broeders, wendt uw blik in
vertrouwen naar de betrekkelijk stille,
maar niet minder gewichtige tijd die
ligt tussen deze zitting en de volgende.
Dat het werk verder zal gaan, blijkt
uit de instelling van een nieuwe com
missie, die samengesteld is uit de leden
van het Heilig College en van het epis
copaat als een algemene vertegenwoor
diging van de Kerk. De commissie zal
het werk in deze maanden volgen en
leiden naast dat van de verschillende
concilie-commissies. Daarom blijft het
concilie in de volgende negen maanden,
ondanks de onderbreking der algemene
zittingen, beslist geopend.
Elke bisschop zal, niettegenstaande de
zorgen in zijn eigen diocees, doorgaan
met de studie der schemata, die hem ter
beschikking staan en hij zal zjjn opmer
kingen daarover naar Rome inzenden.
Op deze manier hopen wij, dat de zit
tingsperiode die in september van het
volgend jaar begint, een sneller ritme
zal hebben, verlicht door de ervaring
van deze beide maanden in 1962. De
Paus hoopt dat het concilie nog een
eind zou kunnen nemen tegen Kerstmis
in het jubileumjaar van het concilie van
Trente (1563).
Tenslotte verwachtte de Paus van
het Concilie vele vruchten voor de
Katholieke Kerk, inspiratie voor onze
broeders, die hun naam in liefde van
Christus afleiden, nieuwe aandacht
van de kant van zovele kinderen van
oude en rijke culturen, wie het chris
telijk licht niets wil afnemen.
„Op het ogenblik dat," zo sprak de
Paus, wij u een goede reis wensen is
het ons verlangen, dat gij de overbren
gers zult zijn bij uw priesters en gelo
vigen van onze wensen, en dat gij hun
onze grote welwillendheid tot uitdruk
king brengt. Een verre weg blijft voor
ons nog af te leggen. Iedereen echter
moge weten, dat de Opperherder met
liefdé de activiteiten volgt van de bis
schoppen in hun verschillende diocesen.
Ons wachten nog grote verantwoorde
lijkheden, maar God zelf zal ons bij
staan. In de verwachting van uw terug
keer," zo eindigde de Paus, „groeten wij
u allen, eerbiedwaardige broeders, „met
de heilige kus", terwijl wij over u de
rijkste zegen des Heren afroepen."
Na dit eind van zijn redevoering gat
c Paus dc apostolische zegen en ver
liet hij dc kerk. Hij zag er moe uit. Ter
stond na het eind van de slotzitting
heeft de Paus aan het raam van zijn
studeerkamer alle vergaderden op het
Slnr-Pietersplein, concilievaders en zeer
vele belangstellenden, die deze keer wa
ren komen kijken, zijn apostolische ze
gen en groet gegeven.
DEN HAAG, 8 dec. De groothan-
delsprijs van verse boter is gisteren
gestegen van f 3,42 tot f 3,58 per kilo
gram, Dit zal volgende week een ver
hoging van de winkelprijs met vier
cent per pakje tengevolge hebben.
De voor dit seizoen normale produk-
tiedaling en het feit, dat de handel de
export gaande wil houden, hebben tot
deze prijsverhoging geleid.
geplaatst.
Tot de 2700 genodigden in de kerk
behoorden vele in Nederland geac
crediteerde diplomaten, leden van de
regering van het koninkrijk en staats
secretarissen. de voorzitters en vele
leden van de Kamers der Staten-Ge-
neraal, leden van de hoge colleges van
Staat, een zeer groot aantal verzets
strijders en delegaties van de steden
Amsterdam, Rotterdam, Delft en Den
Haag.
aarna begon de dienst. De hofpre
diker ds. J. F. Berkel las uit Johannes
14 de verzen 1 tot 7 voor. (Uw hart
worde niet ontroerd, gij gelooft in God,
geloof ook in Mij. In het huis mijns Va
ders zijn vele woningen....) Vervol
gens ging de predikant voor in gebed,
waarna hij uit Mattheus 28 de verzen
I tot 7 las, handelend over de opstan
ding.
Na het gezamenlijk zingen van „Chris
tus onze Heer verrees" las de Waalse
hofprediker ds. G. I. P. B. Forget in het
Frans uit het twintigste hoofdstuk van
het evangelie van Johannes de verzen
II tot 18 voor, waarin verhaald wordt
van de Opstanding en de eerste ver
schijning aan Maria Magdalena met on
der andere de woorden: „Ik vaar op
nar.r mijn Vader en uw Vader, naar
r ijn God en uw God."
Nadien weerklonk het „a Toi la
gloire" door het bedehuis, dat was ge
tooid met duizenden witte bloemen op
een ondergrond van bladplanten in
grijze, groene, donkerrode en okergele
tinten.
Na de predikatie van ds. Berkel klonk
de Geloofsbelijdenis van Nicea uit het
jaar 325 na Christus.
Dan viel een diepe stilte in de kerk.
De chef van het Militaire Huis begaf
zich naar de katafalk en nam het kus
sen met het grootkruis van de Militaire
Willemsorde van de kist. De dragers
namen deze daarna opnieuw op de
schouders. Langzaam schreed een korte
stoet, voorafgegaan door de grootoffi
cier mr. W. C. Baron Snouckaert van
Schauburg, de commissaris van de ko
ninklijke grafkelder, burgemeester D.
de Loor en de hofpredikers naar de
trappen van de grafkelder van het Huis
van Oranje. Alleen de koninklijke fa
milie volgde. Aangekomen bij de trap
pen stelden zij, die voor de kist liepen
zich aan weerszijden van de ingang op.
Slechts de koningin, de prins en vier
prinsessen volgden de kist naar bene
den. Terwijl zij daar toefden en witte
bloemen strooiden zong de gemeente een
door de koningin uit het Noors vertaald
lied „De zon schijnt in mijn ziel".
Nadat de koningin, de prins en de
prinsessen, zichtbaar ontroerd, naar hun
plaatsen waren teruggekeerd, werd de
dienst besloten met het zingen van het
elfde vers van de psalm 72, luidende:
„Zijn naam moet eeuwig eer ontvan
gen men loov hem vroeg en spa.
De wereld hoor' en volg' mijn zangen
met amen, amen na".