op de Markt in Delft Predikatie in Nieuwe Kerk Koningin bewust van leiding Gods Een lichtend voorbeeld en een sterke steun in De bijzetting de Nieuwe Kerk Pakje boter 4 ct. duurder Zwijgend welkom voor vorstin De zon schijnt in mijn zieV ÜE TIJD-MAASBODE ZATERDAG 8 DECEMBER 1962 PAGINA 3 (Vervolg van pagina 1) Escorte Ceremonieel tenue De kist met het stoffelijk over schot van wijlen koningin Wilhel mina wordt uit het paleis aan het Lange Voorhout gedragen om in de witte lijkkoets geplaatst te worden. Op de markt De rouwstoet met het stoffelïjl, I overschot van koningin Wïlhel mina, gevolgd door de rijtuigen met de koninklijke familie, in Den Haag op weg naar de Nieuwe Kerk in Delft. ROME, 8 dec. Hedenmorgen is in een plechtige liturgische zit ting de eerste reeks bijeenkomsten van het Tweede Vaticaanse Con cilie gesloten. Paus Joannes XXIII maakte de Conciliemis niet mee, maar verscheen in de Sint Pieter na afloop om het Concilie toe te spreken. De Pontificale H. Mis werd gecelebreerd aan het kleine Concilie-altaar in de middengang van de aula door de kardinaal aartspriester der basiliek Marella. Alleen kardinalen droegen de cap- pa magna met hermelijn. De an dere Concilievaders waren in hun gewone paarse dracht, hetgeen de plechtigheid een relatief sober karakter gaf. t~ °P de rouwkoets plaatsen. Alleen het schuifelen van de voeten, klokgelui van alle kanten en het droge klikken Van camera's is hoorbaar. Wanneer de kist is geplaatst wordt hij bedekt met de Nederlandse vlag, waarop een kussen komt te liggen met het Groot kruis van de Militaire Willemsorde. Aan de achterzijde van de koets wordt «e krans van het verzet beves igd. De ontroering van het ogenblik wordt «ebroken wanneer koetsier Loman meb een korte ruk zjjn gespan laat aanzetten ■P1® plaats te maken voor de volgkoetsen, in cje eerste koets stappen koningin Juliana witte mantel, wit bont, witte tas en prins Bernhard, die gekleed £aat in het generaalsuniform van de Mariniers. Daarna stappen de vier Prinsessen in een tweede volgkoets. Ook zijn in het wit gekleed. De vorste lijke gasten, die in de volgrijtuigen Plaats nemen zijn koning Frederik van Denemarken, koning Olaf van Noor- ^egenwegen, prinses Alice, gravin van Den HAAG, 8 dec. Het lied „De Zon schijnt in mijn ziel", dat in de fvieuwe Kerk tijdens de bijzetting van wijlen koningin Wilhelmina gezongen ^srd, is door de Noor E. Edmund He witt gedicht en door diens landgenoot c>Weney getoonzet. Koningin Juliana neeft het in haar studietijd in het Ne derlands vertaald. In „Eenzaam maar ®jet alleen" heeft koningin Wilhelmina 0l' lied, waarvan hieronder de tekst, opgenomen met een beschrijving van het feestelijk herontwaken van Noorse ge vangenen, die door tekst en toon getrof fen werden. De zon schijnt in mijn ziel vandaag, het donker is gezwicht, en aard' en hemel langt mij toe, want Jezus is mijn licht. Er is zonneschijn, zomerzonneschijn, al de uren van de dag zijn blij, Zie ik Jezus' aangezicht, is er hemelgloed in mij. Er is lofzang in mijn ziel vandaag, er zo il Voor de Heer ik ui ,+ls daarvan nu mijn hart, kan t niet uiten meer. Is zonneschijn, zomerzonneschijn, al de uren van de dag zijn blij, Zie ik Jezus' aangezicht, is er hemelgloed in mij. Athlone, prins Louis-Ferdinand van Pruisen, de vorst en vorstin van Wied Athlone, prins Louis-Ferdinand van en prinses Kira. Ruim 25 jaar geleden was zij ook in Den Haag, toen voor een heugelijke gebeurtenis: om charmant bruidsmeisje te zijn bij het huwelijk van de toenmalige prinses Juliana en prins Bernhard. De gasten zijn ingestapt, de geweldige stoet, twee en een halve ki lometer lang, heeft zich op het Lange Voorhout geformeerd. De eerste stal meester, luitenant-kolonel Bischoff van Heemskerck heeft zijn spierwitte schim mel bestegen en galoppeert naar voren. Korte militaire bevelen weerklinken, paarden zetten zich schrap op de schelp paden, klokgelui nog steeds, het eerste minuutschot van de veldartillerie dreunt op het Malieveld, belangstellenden langs de hekken ontbloten het hoofd: Wilhel mina Helena Pauline Maria, Prinses der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, Hertogin van Mecklenburg, Koningin der Nederlanden van 1890 tot 1948, maar bovenal geliefd vorstin, is haar laatste gang begonnen. De bewoners van het huis naast het paleis hebben dit alles met bijzondere ontroering gadegeslagen. Zij zijn be jaarde Wit-Russen, indertijd gevlucht, die nu in Nederland een thuis hebben, dank zij een gebaar van de eigenares van het huis, koningin Wilhelmina, die het voor dit doel afstond. De stoet die zich dan in beweging zet, is als volgt geformeerd: voorop gaan vijf ruiters van de Haagse politie in ceremonieel tenue, gevolgd door hoofd commissaris J. H. A. K. Gualthérie van Weezei en zijn adjudant, beiden te paard. Daarop volgt een detachement te paard van de marechaussee van 24 man onder commando van 1ste luite nant A. Jongepier. Daarna komen de al gemene troepencommandant brig.-gene- raal L. E. Hinrichs, de militaire kapel met tamboerkorps onder leiding van majoor R. van Yperen, de commandant van het eerste deel van de stoet, luit. t. zee T. Jonkman, een compagnie van het 11de infanterie-bat. garderegiment grenadiers van honderd man, comman dant kapt. A. G. Gillissen, een detache ment van de marine van honderd man onder commando van luit. t. zee S. van Woerden, een detachement van de lucht macht van honderd man onder com mando van kapitein P. J. M. van Dui- vendijk, een commando van de rijks politie te paard onder commando van de officier P. J. Plattel. De rijknecht majoor en twee rijknechts te paard sloten dit gedeelte van de stoet af. Op de route naar het vredige Delftse stadscentrum, over bruggen en langs de (Van onze verslaggever) DEN HAAG, 8 dec. Tijdens de dienst in de Nieuwe Kerk te Delft werd de Predikatie gehouden door ds. J. F. Berkel. Naar het uitdrukkelijk verlangen van ^Ülen koningin Wilhelmina moest deze dienst een getuigenis zijn van Gods leiding J® ons leven en van alle overwinning door Jezus Christus de Heer. Koningin Wil helmina heeft, aldus de predikant, steeds deze nabijheid van Christus door zijn geest Bevoeld. Zij zag geen toevalligheden in de lotgevallen van haar en haar volk, maar •leiding Gods. „Willem van Oranje", heeft wijlen koningin Wilhelmina gezegd, „streed en Bal zijn leven voor de onafhankelijkheid en de vrijheid van ons volk, voor de gewetensvrijheid in de verdraagzaamheid en voor de rechtvaardigheid." En zij ^°egt hieraan toe: „eerst was het mijn roeping en thans die van Juliana om toe Passen en voort te zetten wat hij begon, toegepast op het leven en aan de pols B'ag van onze tijd, ons gedragen wetend door dezelfde God als Willem van Oranje.' Ds. Berkel noemde dit het levensmotief van haar, die vijftig jaar over ons J.°Ik als een koningin heeft geregeerd en die na haar aftreden als prinses der f*6derlanden duidelijk en onomwonden haar geloof heeft beleden en ons ook tel- j ®s heeft opgeroepen te komen tot het licht, tot de levende Christus, die ons i6ldt. „God heeft in zijn leiding met haar twee personen gebruikt, om haar bij jjaar taak te steunen. Met eerbied noemen wij haar moeder, koningin Emma, en aar man, prins Hendrik." -Het is vanzelfsprekend dat wij mensen de leiding Gods op alle concrete punten a® het bonte mensenleven niet kunnen zien. Als volk zien wij ook Gods leiding i6t steeds. Evenmin zien we deze altijd in ons persoonlijk leven. Er blijven dui- e®d vragen: waarom al dat oorlogsleed, bedreigingen, natuurrampen, honger en r0°d. Wijlen koningin Wilhelmina werd getroffen door de geschiedenis van de jongen, die alles moest opgeven en het niet deed. Maar zij voelde dat alles het geloof in Christus in de weg staat opzij moet. Zij moest Christus volgen aarvoor moest alles wijken, ook ingeroeste gewoonten en tradities zonder inhoud, »j,D_it is langzaam door veel worsteling heen gerijpt tot een sterk geloof. Zo kon l In Engeland zelf kracht hebben en kracht geven. En in het bezet Nederland is jj °®s, door Gods gunst, een lichtend voorbeeld en een sterke steun geweest. et verzet was zeker vastgelopen zonder deze moeder des vaderlands. Al haar 6 Ven en krachten, haar vele talenten had wijlen koningin Wilhelmina gekregen deze ten dienste te stellen van anderen." j ^n het einde van zijn predikatie zei ds. Berkel: „Na haar aftreden als koningin c 8 zij een nieuwe taak zich door God op de schouders gelegd: het Evangelie van beri'StUS iedereen bekend te maken, niet in dienst van een bepaalde kerk of een ove 3lde groeP- zii zocht het geloof in Jezus Christus als de band die universeel, Dhr' fde ganse aarde de mensen samenbindt. Rotsvast was haar overtuiging, dat e6n us de levensdorst is, dat dus Christus door ieder gekend moet worden, da. verdoolde wereld de rechte weg gewezen moet worden naar het vaderhart Gods." W 'ith H Z^n denkbaar voor Gods leiding, die in het leven van koningin en prinses Uit t etTma kaar ons is gegeven en de lof en dank ervoor gaat boven de aarde by }Grn ,?rn' die haar leven heeft geleid en die voor haar stierf en haar doet leven Hetjeen^lotte vroeK ds. Berkel allen, aanwezig in de Nieuwe Kerk en in heel ^°nin en allen> die deze dienst volgden, om het getuigenis van wijlen de Uw z gl" niet in de wind te slaan. „Laat los uzelf, los, waar ge ook op steunt, los he6ft nden en hoort van uw eigen hart de levensboodschap: Ik ben met u. God Hij jszo Broot geduld met ons, laten wij Hem niet laten nodigen. Als ge hoort, hodig h' h?an is de cie ingang tot het leven' Dit is ook de troost die we nu ^°orden Dit geldt bijzonder voor haar dochter en haar gezin. Ik herhaal de te hebb Van uw koninklijke moeder: wat een voorrecht, zulk een moeder gehad "lijft, En als het verlies diep gevoeld wordt, ruist de troost ons toe: Christus 15 geborgen bij haar Heer. z grachten, lag een laag zand. De treinen hadden steeds groter groepen toeschou wers aangebracht en omstreeks half elf kwamen ook de Delftenaren uit hun huizen, om zwijgend en voetentrappe lend tegen de kou een plaats langs de hekken te zoeken. Aanvankelijk waren er meer soldaten en politiemannen voor de afzetting dan toeschouwers, maar in het centrum veranderde dit beeld. Niet echter langs de rijksweg en aan de bui tenkant van de stad. Overrompelend druk werd het nergens. De militairen stonden in battle dress met windjack en onderhelm zo had koningin Wil helmina dat ook gewild. Maar de Stu dentenweerbaarheid stond in ceremo niële tenue aangetreden, omdat ze geen ander uniform bezit. Ook de mariniers op de markt waren in ceremoniële tenue, omdat daarvoor, met het oog op de ontvangst van de koning der Belgen en koningin Fabiola, al een dusdanige order was gegeven. Bij het bekend wor den van de koninklijke wilsbeschikking wilde men de opdracht niet intrekken. Het groot-gala werd ook voor de hof functionarissen en de Haagse politie ruiters in de stoet aangehouden. Via de Hoornbrug, waar de inwoners van Rijswijk rijen dik stonden opge steld om zwijgend afscheid te nemen van de koningin, sloeg de rouwstoet de rijksweg naar Rotterdam in. Ook daar honderden belangstellenden, die een smallere, dooh door haar lengte indruk wekkende haag vormden. Vooral bij het vliegveld Ypenburg, waar traag de sa luutschoten over de velden rolden en bij de verkeersrotonde naar Delft was de toeloop zeer groot. Bij de ingang van de stad Delft stond het voltallige gemeen tebestuur opgesteld voor een laatste groet aan de koningin. Bij de entrée van de stoet in de stad, die zo nauw verbonden is met het ge slacht der Oranjes, begonnen overal van de torens de klokken te beieren. Vaal zonlicht streek langs de grachtjes. De kou las men af van de gezichten der marcherende militairen en der ruiters. In diepe stilte keek men toe naar de witte begrafeniskoets met de mysterieus omhulde, koolzwarte paarden. Vaag nog flliiiiiiiiiiiiiHimiiiiiiimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiilliillllllltliliiiii hoorde men de muziek van de al voor bij gemarcheerde Koninklijke Militaire Kapel. Verder vernam men nog slechts de galm van de klok uit de Nieuwe Kerk met het getrappel van de paarden en het klikken of snorren van de ca mera's der toeschouwers. Onder het luiden van de 18000 oude ponden zware bourdon van de Oude Kerk en terwijl door de Koninklijke Mi litaire Kapel een stemmige melodie werd gespeeld, reed de stoet met het stoffe lijk overschot van Koningin Wilhelmina om kwart voor twaalf, een half uur vroeger dan werd verwacht, de door de zon beschenen Markt op. Op de Markt was slechts een enkele drapering aange bracht, de Delftse vlag in de stemmige kleuren wit en zwart was om het bal kon van het stadhuis gespannen. Er was een veelkoppig publiek om de aankomst hier, in het hart van Delft, gade te slaan. Zeer veel mensen sloegen ook de stoet vanachter de vensters van hun huizen gade. Eerder waren de vorstelijke gasten, die niet in de stoet meereden, onder wie de groothertogin van Luxemburg en de prins van dit Groothertogdom, prinses Armgard en de leden van buitenlandse en Nederlandse hofhoudin gen, per auto van Huis ten Bosch bij het stadhuis gearriveerd. Daar kwa men ook kort na elf uur koning Bou- dewjjn en koningin Fabiola aan. Kort voor half twaalf betraden de leden van de regering alsmede de leden van de Raad van State de Nieuwe Kerk, gevolgd door verscheidene andere hoge autoriteiten. Er voor stond een erewacht opgesteld, bestaande uit een compagnie mariniers, waarbij het vaandel was ingedeeld, onder leiding van de kapitein der mariniers P. Engles, de marinierskapel van de Kon. Marine met de tamboers en pijpers van de mariniers onder leiding van kapitein H. C. van Lijnschooten. De erewacht presenteerde het geweer. Er werd geen muziek ten gehore gebracht, er werden evenmin roffels geslagen. Wel werden nu de klokken van de Nieuwe Kerk geluid. Het koninklijk gezin begaf zich uit de beide koetsen naar het voorportaal. Daarna werd de grote verzetskrans het bedehuis binnengedragen. Nadat het stoffelijk overschot van koningin Wil helmina, de kist met de Nederlandse vlag gedekt, het voorportaal door acht man van het personeel van de Konink lijke Houtvesterijen was binnengedragen, begaven zich de overige vorstelijke per sonen naar binnen. Het wachten op de Markt was ver scheidene soldaten te veel geworden. Zij werden door helpers van het Rode Kruis weggebracht. DELFT, 8 dec. By aankomst bij dc I en steeds twee aan twee de prinsessen kerk stegen de koningin, de prins en de en de vorstelijke gasten, prinsessen dadelijk uit en begaven zich Voor de kansel werd het stoffelijk naar het voorportaal. Daarna werd de overschot bij het doophek op een witte kist met het stoffelijk overschot van katafalk geplaatst, waarna de vorstelijke wijlen de koningin naar het voorpor- personen naar hun plaatsen werden ge- taal gedragen. Nadat alle vorstelijke gas- leid. Het kussen met het grootkruis van ten de kerk betreden hadden, werden de de Militaire Willemsorde werd door de grote deuren onder de toren gesloten, chef van het Militaire Huis op de kist Orgelmuziek ruiste onder de hoge ge welven van de Nieuwe Kerk toen de stoet het schip van de kerk betrad. Daarna zongen de aanwezigen het ge zang „Ontwaakt gij die slaapt en sta op uit den doön". Voorafgegaan door de opperceremo- niemeester, de zes grootofficieren, de grootmeester en de chef van het mili taire huis en begeleid door de vier slip- pendragers werd de met de nationale vlag gedekte kist binnen gedragen. Daar achter liepen de koningin en de prins Heilige Vader sluit eerste zittingsperiode Concilie (Van onze Romeinse correspondent) De aanmerkingen op het niet sterk liturgisch karakter van de openings plechtigheid op 11 oktober hebben tot gevolg gehad, dat de Heilige Mis hedenmorgen in het Gregoriaans ge zongen werd en wel door alle aanwe zigen. Een groep Benedictijnen vorm de de schola Cantorum. Op deze open bare slotzitting waren behalve de Va ders ook de waarnemers, de deskun digen, het Corps Diplomatique aan wezig en talrijke afvaardigingen, terwijl de tribunes en gereserveerde plaatsen voor de gelovigen en belangstellenden overvol waren. Na de Heilige Mis maakte de secretaris-generaal bekend, dat de Paus op 10 december een Hei lige Mis zal opdragen voor de Concili- lie-vaders, die tijdens de eerste zit tingsperiode zijn overleden, terwijl hij op 11 december een Heilige Mis zal opdragen voor alle bisschoppen der 'wereld en de Concilievaders. Het was even na elf uur, toen de Paus de Va ticaanse basiliek te voet betrad. Toen hij het podium beklom en plaats nam in de presidentszetel, klaterde een groot en langdurig applaus door de kerk. De Heilige Vader sprak zijn redevoe ring in het Latijn uit. „Het Concilie is in zijn werkelijkheid een akt van geloof aan God, van ge hoorzaamheid tegenover Zijn wetten, van eerlijke inspanning om in overeen stemming met het plan der Verlossing te komen, waardoor het Woord vlees werd uit de Maagd Maria. Daarom ver eren wij vandaag de onbevlekte spruit van de wortel Jesse. In dit oecumenisch Concilie is de ene Heilige, Katholieke en Apostolische Kerk de mensheid versohe nen in de glans van haar blijvende zen ding, in de geslotenheid van haar struc tuur, in de overtuigende en aantrekken de kracht harer instellingen De eerste zittingsperiode is als een langzame en feestelijke inleiding geweesi tot het grote werk van het Concilie, een be reidwillig begin. Het was noodzakelijk, dat de broeders die van verre gekomen waren en zich verzamelden om één haard, wederzijds contacten opnamen, ervaringen uitwis selden en met elkaar overlegden. Men begrijpt dan ook, dat menige dag ge bruikt moest worden om tot overeen stemming te komen en begrijpelijke en bezorgde verschillen van opinie door te praten. Wat de voortzetting van het werk aangaat zei de Paus: „En nu, eerbied waardige broeders, wendt uw blik in vertrouwen naar de betrekkelijk stille, maar niet minder gewichtige tijd die ligt tussen deze zitting en de volgende. Dat het werk verder zal gaan, blijkt uit de instelling van een nieuwe com missie, die samengesteld is uit de leden van het Heilig College en van het epis copaat als een algemene vertegenwoor diging van de Kerk. De commissie zal het werk in deze maanden volgen en leiden naast dat van de verschillende concilie-commissies. Daarom blijft het concilie in de volgende negen maanden, ondanks de onderbreking der algemene zittingen, beslist geopend. Elke bisschop zal, niettegenstaande de zorgen in zijn eigen diocees, doorgaan met de studie der schemata, die hem ter beschikking staan en hij zal zjjn opmer kingen daarover naar Rome inzenden. Op deze manier hopen wij, dat de zit tingsperiode die in september van het volgend jaar begint, een sneller ritme zal hebben, verlicht door de ervaring van deze beide maanden in 1962. De Paus hoopt dat het concilie nog een eind zou kunnen nemen tegen Kerstmis in het jubileumjaar van het concilie van Trente (1563). Tenslotte verwachtte de Paus van het Concilie vele vruchten voor de Katholieke Kerk, inspiratie voor onze broeders, die hun naam in liefde van Christus afleiden, nieuwe aandacht van de kant van zovele kinderen van oude en rijke culturen, wie het chris telijk licht niets wil afnemen. „Op het ogenblik dat," zo sprak de Paus, wij u een goede reis wensen is het ons verlangen, dat gij de overbren gers zult zijn bij uw priesters en gelo vigen van onze wensen, en dat gij hun onze grote welwillendheid tot uitdruk king brengt. Een verre weg blijft voor ons nog af te leggen. Iedereen echter moge weten, dat de Opperherder met liefdé de activiteiten volgt van de bis schoppen in hun verschillende diocesen. Ons wachten nog grote verantwoorde lijkheden, maar God zelf zal ons bij staan. In de verwachting van uw terug keer," zo eindigde de Paus, „groeten wij u allen, eerbiedwaardige broeders, „met de heilige kus", terwijl wij over u de rijkste zegen des Heren afroepen." Na dit eind van zijn redevoering gat c Paus dc apostolische zegen en ver liet hij dc kerk. Hij zag er moe uit. Ter stond na het eind van de slotzitting heeft de Paus aan het raam van zijn studeerkamer alle vergaderden op het Slnr-Pietersplein, concilievaders en zeer vele belangstellenden, die deze keer wa ren komen kijken, zijn apostolische ze gen en groet gegeven. DEN HAAG, 8 dec. De groothan- delsprijs van verse boter is gisteren gestegen van f 3,42 tot f 3,58 per kilo gram, Dit zal volgende week een ver hoging van de winkelprijs met vier cent per pakje tengevolge hebben. De voor dit seizoen normale produk- tiedaling en het feit, dat de handel de export gaande wil houden, hebben tot deze prijsverhoging geleid. geplaatst. Tot de 2700 genodigden in de kerk behoorden vele in Nederland geac crediteerde diplomaten, leden van de regering van het koninkrijk en staats secretarissen. de voorzitters en vele leden van de Kamers der Staten-Ge- neraal, leden van de hoge colleges van Staat, een zeer groot aantal verzets strijders en delegaties van de steden Amsterdam, Rotterdam, Delft en Den Haag. aarna begon de dienst. De hofpre diker ds. J. F. Berkel las uit Johannes 14 de verzen 1 tot 7 voor. (Uw hart worde niet ontroerd, gij gelooft in God, geloof ook in Mij. In het huis mijns Va ders zijn vele woningen....) Vervol gens ging de predikant voor in gebed, waarna hij uit Mattheus 28 de verzen I tot 7 las, handelend over de opstan ding. Na het gezamenlijk zingen van „Chris tus onze Heer verrees" las de Waalse hofprediker ds. G. I. P. B. Forget in het Frans uit het twintigste hoofdstuk van het evangelie van Johannes de verzen II tot 18 voor, waarin verhaald wordt van de Opstanding en de eerste ver schijning aan Maria Magdalena met on der andere de woorden: „Ik vaar op nar.r mijn Vader en uw Vader, naar r ijn God en uw God." Nadien weerklonk het „a Toi la gloire" door het bedehuis, dat was ge tooid met duizenden witte bloemen op een ondergrond van bladplanten in grijze, groene, donkerrode en okergele tinten. Na de predikatie van ds. Berkel klonk de Geloofsbelijdenis van Nicea uit het jaar 325 na Christus. Dan viel een diepe stilte in de kerk. De chef van het Militaire Huis begaf zich naar de katafalk en nam het kus sen met het grootkruis van de Militaire Willemsorde van de kist. De dragers namen deze daarna opnieuw op de schouders. Langzaam schreed een korte stoet, voorafgegaan door de grootoffi cier mr. W. C. Baron Snouckaert van Schauburg, de commissaris van de ko ninklijke grafkelder, burgemeester D. de Loor en de hofpredikers naar de trappen van de grafkelder van het Huis van Oranje. Alleen de koninklijke fa milie volgde. Aangekomen bij de trap pen stelden zij, die voor de kist liepen zich aan weerszijden van de ingang op. Slechts de koningin, de prins en vier prinsessen volgden de kist naar bene den. Terwijl zij daar toefden en witte bloemen strooiden zong de gemeente een door de koningin uit het Noors vertaald lied „De zon schijnt in mijn ziel". Nadat de koningin, de prins en de prinsessen, zichtbaar ontroerd, naar hun plaatsen waren teruggekeerd, werd de dienst besloten met het zingen van het elfde vers van de psalm 72, luidende: „Zijn naam moet eeuwig eer ontvan gen men loov hem vroeg en spa. De wereld hoor' en volg' mijn zangen met amen, amen na".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 3