In het ruim van de Flevo
speelde de oude piano...
Nieuw perspectief - Er is een. verheugend en belangwekkend gebeuren: De linie
Het waren duizenden en duizenden reacties, enthousiast en hartverwarmend. Er was een
(plotselinge) concrete eensgezindheid. Zij brachten nieuwe mogelijkheden. Zij lei
den tot nieuwe kansen, tot nieuwe plannen, wellicht tot een nieuwe visie.
Het eerste resultaat wordt tastbaar in het feit, dat De Linie dóórgaat.
Ener is méér: er gaan belangwekkende dingen gebeuren.
Dat zal in fasen geschieden. Een perspectief
met, een heldere doelstelling: de vrije A «M
informatie van de Nederlandse
intelligentsia. Juist in
gaat door.
de dagen van
inzend-strook
Pastoraal gesprek
RESA.HILVERSUM
ZATERDAG 15 DECEMBER 1962
PAGINA
Wij nodigen u uit zich van
deze belangwekkende ont
wikkelingen en van deze
informatie op de hoogte te
stellen.
Wij nodigen u uit, zo u wilt,
deze strook naar ons toe
te zenden.
Zenden naan De Lfnte, Prtnsengracht 463, Amsterdam
(svp m gestoten enveloppe,/nat postzegel ven tt cent)
Wiltmi} voortaan De Unie toezenden. Met ingang van het eerstvolgende nummert
NAAM t i 11 rO meteen Jaarabonnement f22r« "èjaare
ADRES t O met een halfjaarabonnement f 11.—p. Jaar
PLAATS: --O met een studentenabonnement f IR— "e jaars
Het was in die stormuren dat
de scheepsradio de laatste
jammerklachten doorgaf
van het Griekse munitieschip
Captain George. Dat melkwitte
grondzeeën de Deense coaster
Windhund hoog op het strand bij
Hoek van Holland smeten. Dat de
trotse schoener Curlew als een
dwaas om zijn as draaide midden
In de Atlantische heksenketel en
op de steeds meer water makende
vissersvaartuigen Monte-Carlo en
Moonlight een panische angst de
opvarenden aan de pompen kluis
terde... Oceanus tierde in al zijn
gramschap, leefde zich bulderend
Uit in de vlagen van waanzin, zo
als die kenmerkend blijven voor
deze tijd van het jaar. Oceanus
koos zorgvuldig zijn slachtoffers
uit, her en der verspreid op het
helse watervlak. En bij dit alles
hing hij op het kleine vrachtschip
Flevo de nar uit, de vrolijke broek
die deed alsof hij van de prins
geen kwaad wist. Want wie an
ders speelde er in het donkere,,
hermetisch afgesloten ruim op die
°ude piano voor Bilbao? Wie an
ders leidde het feest van de enor
me lege wijnvaten, die met gewel
dige sprongen langs de spanten
denderden, nu eens netjes arm in
arrn, dan weer hoog boven de an
deren uit, knallend en krakend in
de duigen.
Het kleine vrachtschip in zijn
avontuur van de kustvaart.
Snel en genadeloos
Pineut van de platvoet
Attent op at brug voor de
gevaren langs de kust.
,...ja ik zie die bontjas wel als ik
thuis kom..."
De hap moet klaar ook bij
windkracht zeven.
De neus diep in de brekers, het
schip bijna geheel verscholen ach
ter de flarden fonkélwit schuim.
Advertentie
Wij hebben de woeste pianoklanken
sla 0rd' ^et ^et ,awaai van cte l°s8e"
d af>en okshoofden kwamen zij soms dui-
sti boven het stoimgewoel uit. Over-
f'rjden zij de doffs golfstoton, de gie-
va wind in het tuig en het geknars
de ankerketting in het kluisgat. Het
hoff a*s een bang stuk proza van Slauer-
..Soh -zo beiemaal ih de geest van
qe huim en as". Maar de Flevo heeft
gevaSr getrotseerd en ons veilig thuis-
Waarschijnlijk dartelt zij nu al weer
lang en breed over de zeven zeeën, een
klein maar fijn stukje dienstverlening
van de Koninklijke Nederlandse Stoom
boot Maatschappij. Zij kent het klappen
van de zweep. Bijna vijfentwintig jaar
neemt zjj deel aan het avontuur van de
vrachtvaart en lijkt wat dat betreft niet
te verzadigen. Zü is en blijft een van
die wonderlijke „omnivoren", waaruit
het gelid der zwart-wit gestreepte pij
pers is opgebouwd. Een schip dat geen
enkele lading schuwt, van alles in de
ruimen wil en kan bergen. Wij hebben
dat aan den lijve ondervonden, toen de
Flevo de meedogenloze zuidwester wist
te ontlopen en pal onder de Engelse
kust, in de baai van Wytmouth, een
veilige schuilplaats wist te vinden. Met
de kapitein, de stuurman en enkele ma
trozen zijn wij in het donkere ruim afge
daald, gewapend met hout en touwen
om de rebellie van de okshoofden te
bedwingen. Hen opnieuw bijeen te drij
ven en te kluisteren, dicht bi.) elkaar in
een hoek. Zij hadden zich tegoed ge
daan aan enkele papieren zakken ge
vuld met roet, het zwarte gruiswerk al'
confetti omhoog gesmeten tijdens hun
danse macabre. Dat roet was in Am
sterdam besteld door een Spaanse fa
briek en bestemd voor de bandenindus
trie. Het stond nauwkeurig omschrevei
in de ladingpapieren en had recht op dt
beste zorgen. Dus werden de zakker
netjes dichtgedrukt, de hele partij wee
opnieuw opgestapeld, terug op de oudt
plaats tussen de erwten, de sinaasappe
len, de kaasjes uit Hoorn, de stukker
staaldraad en die oude piano voor Bil
bao, verstomd na het urenlange stotc
van de zee.
De Flevo valt onder de categorie vai
de kustvaart en is een van de schepen
die beneden de tonnenmaat van vijf
honderd vallen en waarvan wjj hier i;
Nederland er zo'n achthonderd hebber
varen. Een van die nijvere mieren dus
die van kust .ot kust kruipen en vrijwel
elke haven aanlopen en ook kunnen
aanlopen, waar maar iets van hun ga
ding te vinden is. Natuurlijk, het zijn
ook kwetsbare schepen. Zeker in deze
tijd van het jaar. Verdeelde comparti
menten met waterdichte schotten ken
nen ze niet. Als ze eenmaal flink water
maken komt het einde snel en genade
loos. En dat kan al gauw gebeuren,
wanneer de lading gaat schuiven en de
zee onbelemmerd de luiken bespringt.
De kusters gelden zo'n beetje als de
zorgenkinderen van de Raad voor de
Scheepvaart. Regelmatig worden hier
nautische drama's behandeld, waarin
een coaster de hoofdrol vervult. Heel
dikwijls zijn grove fouten op de brug
daarvoor verantwoordelijk en is het zo
als de heer C. Moolenburch, inspecteur
van de scheepvaart, herhaaldelijk zegt
dat men niet op de tenen staat, het
gevaar niet onder ogen ziet. Juist in
deze wintermaanden als de kracht van
het gevaar echt te vrezen valt, blijft
een grote mate van voorzichtigheid ver
eist en is het inderdaad nog te verkie
zen dat men al te krasse weersomstan
digheden uit de weg gaat, indien moge
lijk de luwte opzoekt en in de ruimen
controleert of de lading er nog goed
bij staat. De veiligheid van het schip
gaat boven alles, ook boven de kreet
van tijd is geld.
De kapitein van de Flevo koos deze
veilige weg en wij verlieten de baai
van Wytmouth eerst toen de storm
afnam. Het was alsof het schip en
zijn veertien opvarenden nieuwe moed
en kracht hadden verzameld. Er liep
nog wel een hoge zee, maar de
Schwung was er van af. Het zou
minder en minder worden. Niet langer
dat uitzichtloze, dat vreselijke heen
en weer geslinger, waar je ook bent:
boven op de brug of beneden achter
uit, languit in de kooi of krampachtig
achter de bakstafel waarop de jam,
de hagelslag, de boter, het brood, de
thee, de borden, het bestek krijgertje
spelen tussen de slingeriatten. De kok
had er weer zin in, hield zijn dansende
pannen meesterlijk in bedwang op de
gloeiende kookplaten en liet zelfs vra
gen wie de biefstuk rauw, half of hele
maal doorgebakken wenste.
Het was in deze stemming dat het
verlangen rijpte naar een vers zootje
vis, een snelle ontmoeting met een van
de trawlers en kotters, zoals er nu zo
vele varen in het Kanaal en de Golf
van Biscaje. Een transactie is dan
snel gemaakt. Voor wat sigaretten en
een pittig slokje komt het verse zootje
desnoods nog spartelend en wel aan
boord. De Flevo praaide een visserman
uit Caen, die nerveus equilibreerde op
de golftoppen. Het schoepje zag er ver
laten uit on de „ouwe" trok opgewekt
aan de stoomfluit. Langzaam kwam de
Flevo naderbij. En nog steeds was er
niemand te zien op het glimmende hou
ten dek. Dan opeens vloog er een deur
tje open en stoven drie, vijf, zeven man
gillend en krijsend naar buiten. Ze
zwaaiden wild met de armen. Wat ze
riepen, viel met geen mogelijkheid te
verstaan, maar het scheen bepaald niet
veel goeds te zijn. De Flevo lonkte uit
dagend met het rokertje en de slok.
Het had allemaal geen invloed. Een
reusachtige vent met een zwarte bas-
quette balde de vuist en wees naar zijn
hoofd. Hij liet zijn scheepje net voor de
kustvaarder wegdraaien en zette met
een daarop de tirade voort. Maar daar
rustte geen zegen op. De wind nam
hem zijn basquette af, voerde het zwar
te ding hoog door de lucht en liet het
vervolgens reddeloos in de deining zak-
ken. De Flevo reageerde met een sar
castisch gejuich, ter compensatie van
de vishonger, die nu groter was dan
ooit.
Het zijn van die kleine voorvallen,
die het leven op de coaster kleur geven.
Meer dan op het grotere sohip ben je
hier op elkaar aangewezen, vormt de
bemanning als het ware een „family
of man" in een sfeer van volop huise
lijkheid. Ogenschijnlijk verdeeld in de
partij van het kader en die van het
helemaal achteruit, maar één in de
dienst van het schip. De fles „prikkel
draad" van een der Spaanse matrozen
circuleert over het hele schip en ieder
krijgt een stukkie cake die de moeder
van de derde machinist in een bonte
trommel heeft meegegeven. Die derde
wil er zich niet op beroepen als de
tweede machinist hem voor de plat
voet komt porren, deze de gordijntjes
van zijn kooi wild openrukt en met
driftige kneepjes in de neus en tikjes
tegen de wangen zich in het hoogtepunt
van zjjn macht uitleeft. Terwijl hij de
stumperd wreed ontrukt aan Mor
pheus' armen, en deze de pineut is, gaat
de afkomende wachtsman jubelend te
rug naar zijn post in het heerlijke besef
dat hij op zijn beurt nog maar enkele
minuten van de warme, gerieflijke kooi
is verwijderd
Hef is een van <Ile vaste gebruiken
aan boord, zoals op de Flevo en op de
andere zwart-wit-pijpers ook het zoge
naamde KNSM-kwartiertje, het radio
contact met de schepen onderling. Er
waren er nogal wat van (leze Amster
damse rederij in de kustvaartdiensten.
Vandaar dat men besloten heeft het
praaien in de aether op de drukke
Noordzee, in het Kanaal, de Golf van
Biscaje, etc. aan banden te leggen,
door zowel 's morgens als 's avonds een
periode in te stellen waarop de KNSM-
ers elkaar moeten aanroepen. Op het
kantoor in Amsterdam luistert men zo
veel mogelijk mee. waardoor men een
overzicht krijgt van waar de schepen
zich bevinden, hoe de weersomstandig
heden zijn en de vermoedelijke data
van aankomst. Vrouwen van de opva
renden in het bezit van een radiotoestel
met visserijband, zijn ook van de partij.
Ook voor hen zijn deze kwartiertjes vas
te contactpunten in de kringloop tussen
uit en thuis. De dialoog op zee is voor
de KNSM steeds een strikt zakelijke. Ze
ontwikkelt zich in de stijl van: „Flevo
roept Manto. Over. Ja Flevo. hier Man-
to. Goed ontvangen zèg. Het gaat lekker
zo. Van Napels op weg naar Amster
dam. Zitten twintig mijl ten westen van
Ouessant, een rustig knobbelzeetje.
Weinig wind. Zo'n stuk of drie. We
draaien echte sinterklaasmijlen. Jullie
komen goed door. Zitten kennelijk vlak
bjj ons. Zo'n beetje aan het stuurboord
billetje denk ik. Nou houen maar zo.
Smakelijk bakkie straks en tot morgen
maar weer. Over en sluiten". Het zijn
dialogen die het kwartiertje ruimschoots
vullen. Want met hoevelen zijn ze niet,
de Midas. de Arkas. de Atlas, de Flevo,
de Nero, de Dido en de Plato om er
maar enkele te noemen.
De grapjes en de leut bewaren de
mannen van de „Kroonvlag" wel voor
het bitteruurtje, steevast om twaalf uur
bij de ouwe in de hut. Maar dat kan
niet van iedereen gezegd worden. Wie
denkt dat de aether op zee rust kent,
komt bedrogen uit. Het is eenvoudig
verbijsterend om te horen wat er hier
wordt afgekletst, dag en nacht door.
Een gepraat zonder einde, met soms
de meest verrassende onderwerpen.
Wij herinneren ons de klucht van die
goedige Groninger, bij windkracht ze
ven in gesprek met zijn vrouw, die hele
verhalen afstak over haar kostbare
Sinterklaasinkopen. ,,En dan heb ik nog
wat Jan," zei ze in de slotfase. „Ik durf
het haast niet te bekennen". „Nou ja
zeg het maar hoor" bromde Jan goe
dig, „maak van je hart geen smoor
kuil". „Nou vooruit dan", klonk het uit
het hoge noorden. „Ik ben over een
bontmantel gevallen. Je bent toch niet
boos, hé. Twaalfhonderd gulden kostte
die. En hij staat me zeg. Wim vond
het ook". Jan kon het kennelijk hebben.
„Nou je koopt maar, hoor meid. Als ik
thuis kom bekijk ik hem wel eens"
hoorden we. We draaiden aan het
schijfje van de kanalen, de stem van
Jan maakte plaats voor een boosaardig
gebrul: „Zo die ouwe brombeer
maakt he, je dus nog steeds lastig. Zelfs
nu je hem de mooie kamer hebt gege
ven. Maar dat is straks afgelopen
hoor. Zeg hem maar vast dat de dui
vel losbreekt als ik weer binnenkom.
Dat ik hem es effe
De rest van dit kwaadaardige program
ma ging verloren in het nerveuze getik
van een morsesleutel, als het ware een
inleiding voor een van die vriendelijke
juffrouwen van Scheveningen Radio, die
kalm en bedaard een telegram voorlas:
„Veel liefs en een zoentje voor Piet".
Op de Flevo namen ze er onbewogen
notitie van.
HAYE THOMAS.
Dr. H. Faber en dr. E. van der
Schoot zijn de schrijvers van dit
uitvoerige werk over het „pasto
rale gesprek". Het geheel is sterk
psychologisch gericht; daarom draagt
het ook als ondertitel: een pastoraal-
psychologische studie. Het eerste deel:
Inleiding en methodiek, is door Faber
gesigneerd, het tweede: Structuur en
uitbouw, door Var der Schoot.
Voor een goed gesprek, vooral voor
een ambtelijk, is tegenwoordig, zo wordt
vooropgesteld, theoretische vorming en
praktische scholing nodig. Dit boek is
vóór alles op de zielzorg gericht en
heeft speciaal als lezers predikanten,
kerkeraadsleden, pastorale medewer
kers, wika's, maatschappelijke werkers,
jeugdleiders enz. op het oog. Beide
schrijvers, die overigens over dit onder
werp reeds heeJ wat hebben gepubli
ceerd, geven blijk van grote ernst en
eerlijke bewogenheid. Hun uiteenzettin
gen zijn voortreffelijk helder en steeds
op de praktijk afgestemd. Verschillende
gespreksanalyses lijken ons in hoge
mate leerzaam. Juist om in dit opzicht
de zielzorg te dienen hebben beiden psy
chologie gestudeerd. Zij spreken der
halve met recht als deskundigen, die
werkelijk wat te zeggen hebbel en aan
wier leiding men zich kan toevertrou
wen. Wjj achten dit boek dan ook zeer
geslaagd. Ook katholieke lezers kunnen
„er o.i. veel uit leren. Waar theologisch
het voorgestane standpunt van het ka
tholieke afwijkt, kan dit door een oplet
tend lezer gemakkelijk geconstateerd
worden. Het boek dwingt naar onze me
ning respect af en men mag de schrij
vers er zeker mee feliciteren. De uit
geverij Erven J Bijleveld te Utrecht
heeft het op de markt gebracht. L.
t Advertentie)
Geslaagd.... dank zij
(Nederlands Talencentrum) - Tel. 45432
Vraagt ons prospectus
Talen: Ned., Frans, Duits, Engels L.O. en
M.O.A.-Onderwijzersakte-WiskundeL.O,
en M.O.A. - MULO A-B., H.B.S. en Gymn.
Praktijkexamens: Boekh., Ned. Frans#
Duits, Engels en Hoofdcorrespondent.