Waarom elders in het heelal geen leven?
HEMELBESTORMER
Kuimtevaarten naar planeten
worden wel werkelii kheid s
ïïf
Ra
BETERE RAKET-BRANDSTOF
VOOR VERRE RUIMTEREIS
Jules de Corte:
Liedjes
niet mogen"
In A merika word je
op je veertiende
jaar verliefd
ZATERDAG 22 DECEMBER 1962
m
mm/i
«Mij
Wordt de mens een
O i drager in plaats van de thans ge-
1. zal de mens de planeten Mars en
Venus kunnen bereiken, maar er
I 1 wordt nog zoveel ruimte en ge-
J en de kosten ontzagwekkend hoog
zullen blijven. Er zou al een hoop
gewonnen zijn als men er in slaag
de met één vloeistof als aandrjjf-
middel van de raketmotoren te
volstaan. Zo'n vloeistof, die dus te
vens zuurstof bevat, is er, name
lijk nitromethaan, maar die kan
zo maar exploderen ook buiten de
verbrandingskamer en dat is, ze
ker in de ruimtevaarttechniek,
veel te gevaarlijk.
Het ligt voor de hand dat men
voor de oplossing van het brand
stofprobleem aan kernenergie
denkt. Maar ook zover is men
nog lang niet. Het Amerikaanse
project voor een vliegtuig-reactor
is zelfs onlangs al van het pro-
framma afgevoerd. De zware lo-
en of betonnen bescherming van
een kernreactor en de grote hoe
veelheid materie zij net water
of grafiet die moet worden mee
genomen als moderator (afrem-
mer, regelaar en beheerser) van
de kernreactie, maken met elkaar
zo'n enorm gewicht uit, dat de
raket nodeloos wordt belast.
Zo zijn er wel meer oplossingen
denkbaar, al liggen ook die nog
in nevelen gehuld. In science-fic-
tionboeken leest men al van
„ionenraketten" en „fotonenra
ketten". Ionen zijn elektrisch ge
laden atomen, die wanneer ze in
een snelle beweging worden ge
bracht en men heeft ze al in
z.g.n. lineaire versnellers tot ont
zagwekkende versnellingen weten
te brengen voor een langdurige
„elektrische voortstuwing" zouden
kunnen zorgen. In Amerika is
men druk bezig met de ontwik
keling van zo'n „ionenmotor"
maar voordat ze in raketten kun
nen worden benut, zullen er nog
vele tientallen jaren van grondige
research en van experimenteren
aan gespendeerd moeten worden,
gesteld al dat het de technici ge
lukt ze voor dit doel bruikbaar te
maken. De huidige brandstoffen
leveren geen grotere snelheid dan
drie tot vijf kilometer per seconde,
maar een ionenraket zou snelhe
den tot misschien wel de onvoor
stelbare grootheid van 100.000 km
per seconde kunnen opwekken. En
dan komen echte reizen door het
heelal, ook naar de sterren inder
daad binnen ons gezichtsveld.
Nog fantastischer klinkt het in
onze oren wanneer we horen spre
ken over „fotonenraketten", die
zich met de snelheid van het
licht dat is 300.000 km per
seconde door het hemelruim be
wegen. Niemand kan bevroeden
of deze „hemelmonsters" ooit
mensen zullen vervoeren. De pla
neten komen op die manier wel
dichtbjj, doch naar de dichtstbij
zijnde huurster, de Proxima Cen-
tauri, zou de reis heen en terug
dan altijd nog acht jaar duren.
f, -■■■«■■.mi. jjn a]s de tocht met een „ionen-
et eerste Amerikaanse astronautenduo heeft zijn wetenschappelijke taak op de maan verricht en keert raket" gemaakt moet worden en
it capsule terug naar de moederraket, die in een satelliet-baan om de maan op het moedige paar is blijven men dus rekening dient te houden
~achten. De thuisreis naar de lichtende aardbol aan het donkere firmament is begonnen Zo ziet een met het gewicht van de zware mo-
fPherikacm.se tekenaar dit toekomst beeld, dat tegen 1970 - zo hopen alle Amerikanen verwezenlijkt
zijn. De expeditie is weer een stapje dichterbij gekomen door een nieuwe vloeistof-raketmotor door
en dochteronderneming van de grote vliegtuigmaatschappij United Aircraft Corporation onlangs speciaal
voor de landing van een maancapsule ontwikkeld.
Het is de laatste tijd wat stil
geworden om de mens in
de ruimte. Na het spectacu-
dj laire succes van de Russen,
hai ,ln augustus de twee kosmo-
hnü n P°Povitsj en Nikolajev in
V n ruimteschepen Vostok III en
*OnH?k IV gelijktijdig als maar
'.les om de aarde lieten draai-
*>k
en de ruimtetocht van de Ame-
uanse astronaut Walter Schir-
die nog geen twee maanden
it-in de capsule Sigma VII zes
\vT r de aardbol rondde, hebben
Vu. ?ns nog een beetje kunnen, op-
t. "en over «te onbemande raket-
h»s Van de Sovjet-Unie en Amerika
J" Venus en Mars.
Russische poging is in zo-
tg», e mislukt, dat het instrumen-
van de Venus-raket is uit-
V*"en en het „vaartuig" veel
•«h,
Ver
langs Venus is heenge-
lt,®ïe»- Hun Mars-„schip" is nog
injUs op weg. De Amerikaanse
dj uier II is Venus de planeet
ondanks haar liefelijke naam
Wezensgeheim aan onze te-
V»0,Pogen verbergt door zich te
"uien met een dicht, ondoor-
J hiM„ dek van „wolken" (gas
c 10rdeeltjes?) ruim een
o ilnrt n slechts op 32.000 km
>;vhr a *ePasseerd en men heelt
talige ?enele wereld de geheim-
Koalen van deze planeet
j laten „.fluisteren. De Verenigde
V^rato^ien van hun „vliegend
tu ihlirv,. zeker een schat
w^om ïfmSen verkregen hebben.
tafsissen ,oeten we ons ook niet
Vff'lanceru. 4 belan5 VBn deze
til deerif gen- Hun waarde is
«en, de v zeer groot. Want ze
*>erke rubf«ere'ders van de men-
ten. uimtereizen naar de pla-
Sbin vann»00bfhoef4. thans visio-
i'en h»® J: zÜn om te voor-
dézPaat de méns inderdaad
Zoitt)teverkfuw aan interplanetair
lmes' "lSe?erH 'b'"nen ons
Vs^Usspo L, dus) toekomt.
hw6 toekn" e?5 dit n°S allemaal
^^"aliik Idromen. Maar het
technologisch kunnen
maakt momenteel een stormach
tige ontwikkeling door. Het is nog
maar een halve eeuw geleden dat
de eerste vliegtuigen operationeel
werden, twintig jaren zijn er
voorbij, dat de eerste raketten
zij het voor een misdadig oorlogs
doel van Europa over de zee
naar Engeland gierden en we le
ven pas vijf jaar in de eeuw van
de ruimtevaart. Wat is er in die
paar luttele jaren niet allemaal
gebeurd, nadat in oktober 1957 de
Russen hun eerste Spoetnik de
ruimte inschoten? Al langer dan
een etmaal heeft een mens de be
proevingen doorstaan die inhae-
rent zijn aan een ruimtetocht; er
zijn ruimteschoten „op de maan
gericht; er hebben raketten om
de maan gecirkeld en zoals ge
zegd de techniek Is zo ver, dat
men met succes met raketten in
de buurt van Mars en Venus kan
komen. Wanneer zulke resultaten
in een paar jaar geboekt worden
zullen de komende decennia onge
twijfeld de problemen welke men
selijke ruimtereizen in de weg
staan, overwonnen worden.
Dat complex van vraagstukken
is overigens wel overweldigend,
technologisch èn financieel. De
huidige Russische en Amerikaan
se Saturnusraketten leveren een
energie van twintig tot dertig mil
joen p.k., maar om dit soort
„vuurpijlen" een maancapsule
met een mens er in te kunnen la
ten lanceren zal een vermogen
van honderdvijftig miljoen p.k. no
dig zijn. Aan deze raket wordt in
de Verenigde Staten hard gewerkt,
nadat het oorspronkelijk plan met
een Nova-raketbatterij van 250
miljoen p.k. een astronaut recht
streeks van de aarde op de maan
te brengen is opgegeven, omdat de
uitwerking te veel tijd kost. Of
dit „Apoilo"-project inderdaad te
gen 1970 verwezenlijkt kan wor
den en Amerika via het nu bijna
voleinde project-„Meroury" (van
de ruimtesprongen, waarin er nog
één van achttien maal rond de
aarde op stapel staat) en het
Ïilan-,,Gemini" (twee astronauten
n één cabine), waarvan het be
gin tot de eerste maanden van
1964 Is uitgesteld, over een jaar
of acht een driemans cabine in
een omloop rond de maan zal
brengen, met de bedoeling een
van hen in een aparte capsule te
doen landen op de maan, zal af
hangen van de inspanning die het
land zich getroosten wil. Het ziet
er momenteel naar uit, dat Ame
rika een nieuwe injectie nodig
heeft: weer een opzienbarend
ruimtevaartsucc.es van de Russen
b.v., dat de V.S. za] verplichten
alles op alles te zetten, indien men
de eerste man op de maan een
Amerikaan wil laten z(jn
Er zit de raketbouwers een pro
minent ding dwars om menselijk
interplanetair verkeer mogelijk te
maken. Dat is de ontzagwekken
de hoeveelheid chemische brand
stof die meegenomen moet worden
om de raket satelüetbanen te la
ten beschrijven. Te veel van het
startgewicht van het raket-mon
ster, ook al bestaat dat uit trap
pen, moet bestaan uit brandstof.
Er wordt dus naarstig gezocntnaar
betere brandstofmiddelen, waar
van er een altijd zuurstofhoudend
moet zijn omdat dit voor de ver
branding benodigde gas in de ruim
te immers niet voorradig is. Men
denkt, momenteel aan hydrazine
en aan salpeterzuur als zuurstof
toren en de brandstof en met de
hoeveelheid levensbehoeften voor
de bemanning van het ruimteschip
is een reisduur van vijftig jaar
zeker. Er schijnen dus weinig kan
sen te bestaan dat binnen een
mensenleeftijd een reis aarde-ster
v.v. zal kunnen worden gemaakt.
Een tocht naar de planeten ligt
echter momenteel wel binnen het
bereik van de huidige jonge ge
neratie. Er zijn misschien nog
onbekende ruimtegevaren, die de
geleerden nog niet kennen. Maar
het ziet er naar uit, dat de kosmi
sche straling geen onoverkomelijk
bezwaar zal zijn en dat de kans
getroffen te worden door meteo
renzwermen, waarvoor aanvanke
lijk grote vrees bestond, eigenlijk
heel miniem is. Aan de bijzonde
re levensomstandigheden in een
„ruimtesfeer" schijnt de mens
zich wel te kunnen aanpassen. Hij
heeft zijn aanpassingsvermogen in
zijn geschiedenis van honderddui
zenden jaren op aarde enorm ver
groot en in de korte spanne van
de ruimtevaarthistorie heeft hij al
Zo zou een aardse kolonie op Mars er uit kunnen zien. Onder gewel
dige plastic koepels wordt de zuurstof vastgehouden, zodat de mensen
zonder ruimtepakken kunnen leven flinks) en allerlei gewasstn
verbouwen (rechts). Illustratie uit „Per raket de ruimte in" van
Lester del Rey.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiii
een etmaal gewichtloosheid door
het ontbreken van de zwaarte
kracht uitstekend doorstaan.
De raketlanceringen zullen in de
toekomst gemakkelijker worden,
door de bouw van ruimtestations
buiten de aantrekkingskracht van
de aarde. De beroemde Ameri
kaanse ruimtevaartdeskundige
Wernher von Braun is "an deze
methode een groot voorstander en
als hij zjjn gang had kunnen gaan
en de V.S. niet door de concur
rentie van de Russen tot een ver
snelling van hun maanreis-pro-
gramraa hadden moeten overgaan,
zou de eerste maanreis ook op
deze manier tot stand zijn geko
men. In zijn boek „Mensen op de
maan" beschrijft Von Braun heel
realistisch hoe deze reis, met de
kennis van zaken van dit ogen
blik, zou zijn verlopen. De eerste
en enige taak van de maan-pio-
niers zal van wetenschappelijke
aard zijn. Is er water wellicht
ijs verborgen tussen rotssple
ten? Is de oppervlakte bedekt met
een stoflaag en zo ja, is die af
komstig van meteorieten of van
vulkaanerosie? Wat betekenen de
„stralen", lange witte lijnen die
zich vanuit centrale punten hon
derden kilometers ver uitstrek
ken? Waarom kaatst de maan zo
veel licht van de zon terug, meer
dan men wetenschappelijk kan
rechtvaardigen? Bevat de maan-
grond delfstoffen? Allemaal vra
gen, waarop de geleerden zo
graag een antwoord willen weten
en waarop de eerste reizigers mis
schien een afdoend antwoord mee
terug kunnen nemen naar de aar
de.
Bij een tocht naar Mars zal de
opvatting, dat er in ieder geval een
of andere vorm van een laag soort
leven op deze planeet voorkomt
een mening die niet alleen
stoelt op de door astronomen ont
dekte „kanalen" aan de waar
heid kunnen worden getoetst. Dat
er water is, bewijzen de lichte ijs
kappen aan de polen. Ook heeft
men door zeer sterke telescopen
kunnen waarnemen dat de ijle
lucht er hevige stofstormen ver
oorzaakt. De temperaturen wisse-
dertig graden boven nul
s middags op de evenaar tot 75
graden onder nul 's nachts. Mis
schien hebben de Mars-planten
een speciale bescherming ontwik
keld tegen deze sterke tempera
tuurwisseling.
Op de mysterieuze planeet Ve
nus zullen de ruimtevaarders een
dag meemaken, die tien tot twin
tig maal zo lang duurt als op aar
de. De aan de ene kant gloeiend
hete en aan de andere zijde
bitter koude Mercurius de pla
neet die het dichtst bij de zon is
is geen aanlokkelijk doel. Leven
kan er niet gedijen, want er is
helemaal geen lucht. Expedities
naar de andere planeten in ons
zonnestelsel worden door de lan
ge reisduur al meteen veel moei
lijker. Jupiter overigens wel
heel erg interessant door de op
bepaalde tijden en vaste lengte
steeds terugkerende radiogolven,
waarvan men gist naar de oor
sprong vergt zes jaar en de
verste planeet Pluto, op de gewel
dige afstand van 5.650 miljoen ki
lometer van de aarde komt
zelfs in onze verstgevorderde
ruimtevaartprojecten en fanta
sieën helemaal nog niet voor.
Andere objecten in ons zonne
stelsel waarheen de plannenma
kers hun blikken richten, zijn wel
de planetoïden, een gordel van dui
zenden miriiatuurplaneten tussen
Mars en Jupiter in, waarvan Ce
res met een diameter van 750 km
de grootste is. En dan zijn er
nog de manen van Jupiter en Sa-
turnus, vanwaar een exploratie
van deze planeten misschien mo
gelijk is. Jupiter heeft er vier en
Saturnus een, Titaan genaamd,
die evengroot is als Mars en van
waar de krote lichtende ring, waar
door Saturnus voor astronomen zo'n
bijzonder object vormt, te onder
zoeken zou zijn.
Vestiging van menselijke kolo
nies op een enkele planeet al
leen Mars en Venus komen daar
voor. zoals gezegd, in aanmer
king zien deskundigen in een
heel verre toekomst niet als een
onmogelijkheid. En als er sterre-
reizen mogelijk worden, zal er
dan ooit ergens in het heelal een
vorm van intelligent leven, zoiets
als dat van de mensen op aarde,
O, dass Sie ewig griinen bliebe,
die goldne Zeit der junge Liebe",
aldus ooit wijlen Schilt Of hij
toen ook iets wist van de kin
derliefde, waarvan hier sprake is,
lijkt een andere vraag.
De grote donkere bril op het
lange kalende hoofd. De
korte armen gestrekt voor
zich uit. Een onbeweeglijke
figuur achter de vleugel: Jules de
Corte. Zfln lippen komen nauwe
lijks van elkaar. Toch zingt hij.
Het ene parelende lied na het an
dere. Soms teder en poëtisch, dan
weer hard en cynisch, een enkele
maal uitbundig en echt blij. Zo
kent men de meester van het
Nederlandse chanson, zo herken
nen wij hem al jaren aan die hoge,
wat weke stem, aan die zeer
eigen manier van zingen, aan zijn
luiser-rijke composities, zjjn gees
tige pianobegeleiding.
Achter deze uiterlijk strakke, on
bewogen figuur schuilt een felle
persoonlijkheid, wat wrang en bit
ter soms in zijn woorden, een
openbare aanklager. „Ik behoor
tot het volk dat brood en spelen
wil. Ik ben dus even laakbaar,
daarom ga'k maar," zingt hij aan
het slot van zijn nieuwe plaat
„Liedjes die eigenlijk niet mo
gen", die onlangs op Philips
(P 600 353 R) ls verschenen. Voor
deze plaat kreeg Jules een Edi
son. Wat ons betreft zou hjj al
leen al voor een nummer als „Het
bruidspaar" een onderscheiding
verdienen. In „Het bruidspaar" is
Jules de Corte de scherpe obser
vator, die onweerstaanbaar de ge
lovige gemeente schokt door een
onthutsende, genadeloze tekst, ge
dragen door een eenvoudige me
lodie, die het leed van dit versje
nog eens omlijnt. Een fragment:
„Er waren vier felicitaties, plus
een pakje en na een uur liet men
de laatste gasten uit. Toen was
het allemaal gelukkig weer ge
woon. Ze gingen zwijgend naar
hun zolder met z'n beiden waar
niemand zag hoe hij haar troostte
toen zij schreide. En vijf maand
later werd zij moeder van een
zoon.... Welnu, de enige die kwam
was Truus van Hoof. En alle an
deren lieten taal noch teken ho
ren. Die zaten zondags vroom en
vredig in hun kerken om God te
danken voor hun spijkerhard ge
loof".
Er zijn meer van die liedjes
op deze uitzonderlijke plaat. Ma
teloos triest is „Oom Jan".
Bij iedere feestelijke gelegen
heid in de familie wordt oom Jan
uit Megen overgeslagen. Hij ont
vangt zelfs geen kennisgeving.
Want op oom Jan is de hele fa
milie al jaren kwaad. Tenslotte
komt er een rouwcirculaire in de
bus, de familie bekijkt het ge
schrevene met een licht schou
derophalen. „Want eigenlijk",
zingt Jules, „is iedereen nog
kwaad op oom Jan".
In „Wie in Nederland wil zin
gen" draait hij alle Johnny Hoe
zen, Van Praagen, Pim Maassen
en Annie de Reuvers de nek om
met enkele persiflages.
Jules de Corte heeft met deze
plaat ongetwijfeld een top-presta-
tie geleverd. „Ons kleinkunstpet-
je af", zegt Wim lbo in een ge
lukkig niet al te gladde hoestekst.
Maar het compliment doet wat be
scheiden aan voor de verrichtingen
van deze dichter-zanger-compo-
nist, naar wiens volgende plaat
wij al weer met grote belangstel
ling uitzien.
Veertienjarige Janet is ver
liefd op de krantenjongen;
en de krantenjongen ls ver
liefd op Janet, ook al draagt
ze beugels om haar tanden. Hoe
ze elkaar hun liefde verklaard
hebben weet ik niet, maar ze heb
ben besloten ,,to go steady", dwz
ze hebben vaste verkering.
Op veertienjarige leeftijd denk
je nog niet aan zulke verant
woordelijke dingen als: je verlo
ven en trouwen, maar er zijn een
heleboel onverantwoordelijke din-
J;en, waar je wel aan denkt, als
e zo jong bent, en Janet's moeder
houdt wel degelijk een oogje in het
zeil. Ze mogen samen kranten be
zorgen, en ze mogen santen af en
toe 's middags naar de bioscoop,
of na school een uur dansen in
de gymnastiekzaal. Janet mag
haar vriend thuis ontvangen al
léén wanneer haar moeder thuis
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIII
aangetroffen worden? Geleerden
en deskundigen, zoals Lester del
Rey, aan wiens boek „Per raket
de ruimte in" wij veel gegevens
voor dit verhaal ontleend hebben,
durven er geen definitief ant
woord op te geven. Het is in ieder
geval zeker, dat er miljarden zon
nestelsels, zoals het onze in het
hemelruim rondtollen. En niets
wijst uit, dat zij op een andere
manier dan onze zon en haar pla
neten zjjn ontstaan. Er moeten
dus waarschijnlijk elders in het
heelal soortgelijke omstandighe
den heersen als die het leven op
aarde hebben mogelijk gemaakt.
Of dat inderdaad gebeurd is en
zo ja of de mens dat ooit zal ont
dekken, is nu nog een heel groot
vraagteken en zal dat misschien
wel altijd blijven ook.
JAN WIENEMA
is, en toen lk haar moeder verle
den zondag opbelde en uitnodigde
op een kop thee, was het ant
woord: ,,I can't, I am babysit
ting." „Wie zijn de babies?" vroeg
ik belangstellend. Janet en haar
vriendje," was het antwoord.
Hoe lang die twee hun vaste
verkering zullen volhouden weet
ik niet. Misschien een maand, mis
schien twee maanden. Zeker niet
langer. Dan wordt de krantenjon
gen verliefd op een meisje zonder
beugels, en Janet op een jongen
zonder kranten.
Een veertienjarigen-liefde is voor
de ouders nog niet zo beangsti
gend. Maar als de tieners zestien
jaar z;jn, en hier in Amerika hun
rijbewijs krijgen en de jongens hun
meisjes 's avonds in de auto naar
de bioscoop nemen, dan wordt het
gevaarlijk. En de gevolgen blijven
dan ook niet uit. Want het feit, dat
je op zestienjarige leeftijd een auto
kan besturen, betekent nog lang
niet, dat je 's avonds om elf uur
op een eenzaam bospaadje kunt
gaan vrjjen.
Dat de tieners geen raad weten
met de grote vrijheid, die hun
over het algemeen wordt toege
staan, blijkt duidelijk uit de Vraag-
en-Antwoord rubriek, die in bijna
iedere krant voorkomt. Een van de
meest populaire redaktrices van
zo'n rubriek is Abigail van Bu
ren (schuilnaam), bijgenaamd;
Dear Abby. Een typisch tiener
briefje stond verleden week in
haar rubriek: „Dear Abby, ik ben
reuze verliefd op de knapste jon-
fen in onze klas. Hij is a real
oil. Hij nam me mee naar de
bioscoop, en na de bioscoop gingen
we ergens een coca-cola drinken,
en daarna ging hij „parkeren".
(Parkeren betekent: in de auto
vrijen). Ik was woedend op hem,
maar hij zei, dat alle meisjes op
die manier hun vriendjes terug
betalen, en als ik niet meedoe,
neemt hij me nooit meer mee uit.
Abby, wat zal ik doen? Ik wil hem
niet verliezen, maar ik wil een
behoorlijk meisje blijven." Waar
op Abby snedig antwoordde; „Je
bent dol, om verliefd te znn op
zo'n doll! Geef hem duidelpk te
kennen, dat je alleen onder jouw
condities met hem uit zult blijven
gaan, en als hij die niet wil ac
cepteren, draai hem de rug toe.
Hii lijkt me de moeite niet waard."
Een ander zakelijk briefje
luidde: Dear Abby, ik ben
veertien jaar, en ga over twee
weken naar mijn eerste school
fuif. Hoe zoen je een jongen?
Druk het antwoord alsjeblieft
vóór negentien december, want
dan is de fuif." Abby antwoord
de: „Als je niet weet hoe je
een jongen moet zoenen, ben je
te jong om hem te zoenen. Blijf
thuis."
Het vroege vrijen werkt na
tuurlijk vroege verlovingen en
huwelijken in de hand. En omdat
een Amerikaans highschool di
ploma niet veel waarde heeft,
en een universiteitsdiploma bij
na een algemben vereiste wordt
voor een goede baan, trouwt een
groot percentage van het jonge
geslacht op het moment dat
de man minstens nog twee of
drie jaar studie voor de boeg
heeft. De vrouw neemt een baan,
de man studeert, ze hebben nog
geen meubels, „de baby komt
later", en op negentien- en twin
tigjarige leeftijd zitten ze al mid
den in het harde leven.
In plaats van te jammeren over
de vele euvels, die hier uit voort
vloeien, moet men het feit waar
deren, dat de meeste jonge men
sen zo dapper de vele verantwoor
delijkheden dragen, die ze op zich
hebben geladen, en met Ameri
kaanse soepelheid de tering naar
de nering leren zetten.
Voordat ik afscheid van U neem
moet ik nog een ding vertellen:
het onderwerp van dit verhaaltje
is één van de grootste sociale pro
blemen van de Verenigde Staten;
en priesters, dominees, dokters,
psychologen, anthropologen, phy-
siologen, vaders en moeders vul
len wekelijks tijdschriften en kran
ten met hun betogen over deze
toestand.
Ikzelf heb er zé'n revolutionaire
oplossing voor, dat ik het alleen
maar in een Hollandse krant durf
te schrijven: hreng de gezelligheid
terug in huls, en geef de tiener»
een hockeystick en een fiets. In-
plaats van een auto en een
„doll"!
CILIA AMIDON