Waarom elders in het heelal geen leven? HEMELBESTORMER Kuimtevaarten naar planeten worden wel werkelii kheid s ïïf Ra BETERE RAKET-BRANDSTOF VOOR VERRE RUIMTEREIS Jules de Corte: Liedjes niet mogen" In A merika word je op je veertiende jaar verliefd ZATERDAG 22 DECEMBER 1962 m mm/i «Mij Wordt de mens een O i drager in plaats van de thans ge- 1. zal de mens de planeten Mars en Venus kunnen bereiken, maar er I 1 wordt nog zoveel ruimte en ge- J en de kosten ontzagwekkend hoog zullen blijven. Er zou al een hoop gewonnen zijn als men er in slaag de met één vloeistof als aandrjjf- middel van de raketmotoren te volstaan. Zo'n vloeistof, die dus te vens zuurstof bevat, is er, name lijk nitromethaan, maar die kan zo maar exploderen ook buiten de verbrandingskamer en dat is, ze ker in de ruimtevaarttechniek, veel te gevaarlijk. Het ligt voor de hand dat men voor de oplossing van het brand stofprobleem aan kernenergie denkt. Maar ook zover is men nog lang niet. Het Amerikaanse project voor een vliegtuig-reactor is zelfs onlangs al van het pro- framma afgevoerd. De zware lo- en of betonnen bescherming van een kernreactor en de grote hoe veelheid materie zij net water of grafiet die moet worden mee genomen als moderator (afrem- mer, regelaar en beheerser) van de kernreactie, maken met elkaar zo'n enorm gewicht uit, dat de raket nodeloos wordt belast. Zo zijn er wel meer oplossingen denkbaar, al liggen ook die nog in nevelen gehuld. In science-fic- tionboeken leest men al van „ionenraketten" en „fotonenra ketten". Ionen zijn elektrisch ge laden atomen, die wanneer ze in een snelle beweging worden ge bracht en men heeft ze al in z.g.n. lineaire versnellers tot ont zagwekkende versnellingen weten te brengen voor een langdurige „elektrische voortstuwing" zouden kunnen zorgen. In Amerika is men druk bezig met de ontwik keling van zo'n „ionenmotor" maar voordat ze in raketten kun nen worden benut, zullen er nog vele tientallen jaren van grondige research en van experimenteren aan gespendeerd moeten worden, gesteld al dat het de technici ge lukt ze voor dit doel bruikbaar te maken. De huidige brandstoffen leveren geen grotere snelheid dan drie tot vijf kilometer per seconde, maar een ionenraket zou snelhe den tot misschien wel de onvoor stelbare grootheid van 100.000 km per seconde kunnen opwekken. En dan komen echte reizen door het heelal, ook naar de sterren inder daad binnen ons gezichtsveld. Nog fantastischer klinkt het in onze oren wanneer we horen spre ken over „fotonenraketten", die zich met de snelheid van het licht dat is 300.000 km per seconde door het hemelruim be wegen. Niemand kan bevroeden of deze „hemelmonsters" ooit mensen zullen vervoeren. De pla neten komen op die manier wel dichtbjj, doch naar de dichtstbij zijnde huurster, de Proxima Cen- tauri, zou de reis heen en terug dan altijd nog acht jaar duren. f, -■■■«■■.mi. jjn a]s de tocht met een „ionen- et eerste Amerikaanse astronautenduo heeft zijn wetenschappelijke taak op de maan verricht en keert raket" gemaakt moet worden en it capsule terug naar de moederraket, die in een satelliet-baan om de maan op het moedige paar is blijven men dus rekening dient te houden ~achten. De thuisreis naar de lichtende aardbol aan het donkere firmament is begonnen Zo ziet een met het gewicht van de zware mo- fPherikacm.se tekenaar dit toekomst beeld, dat tegen 1970 - zo hopen alle Amerikanen verwezenlijkt zijn. De expeditie is weer een stapje dichterbij gekomen door een nieuwe vloeistof-raketmotor door en dochteronderneming van de grote vliegtuigmaatschappij United Aircraft Corporation onlangs speciaal voor de landing van een maancapsule ontwikkeld. Het is de laatste tijd wat stil geworden om de mens in de ruimte. Na het spectacu- dj laire succes van de Russen, hai ,ln augustus de twee kosmo- hnü n P°Povitsj en Nikolajev in V n ruimteschepen Vostok III en *OnH?k IV gelijktijdig als maar '.les om de aarde lieten draai- *>k en de ruimtetocht van de Ame- uanse astronaut Walter Schir- die nog geen twee maanden it-in de capsule Sigma VII zes \vT r de aardbol rondde, hebben Vu. ?ns nog een beetje kunnen, op- t. "en over «te onbemande raket- h»s Van de Sovjet-Unie en Amerika J" Venus en Mars. Russische poging is in zo- tg», e mislukt, dat het instrumen- van de Venus-raket is uit- V*"en en het „vaartuig" veel •«h, Ver langs Venus is heenge- lt,®ïe»- Hun Mars-„schip" is nog injUs op weg. De Amerikaanse dj uier II is Venus de planeet ondanks haar liefelijke naam Wezensgeheim aan onze te- V»0,Pogen verbergt door zich te "uien met een dicht, ondoor- J hiM„ dek van „wolken" (gas c 10rdeeltjes?) ruim een o ilnrt n slechts op 32.000 km >;vhr a *ePasseerd en men heelt talige ?enele wereld de geheim- Koalen van deze planeet j laten „.fluisteren. De Verenigde V^rato^ien van hun „vliegend tu ihlirv,. zeker een schat w^om ïfmSen verkregen hebben. tafsissen ,oeten we ons ook niet Vff'lanceru. 4 belan5 VBn deze til deerif gen- Hun waarde is «en, de v zeer groot. Want ze *>erke rubf«ere'ders van de men- ten. uimtereizen naar de pla- Sbin vann»00bfhoef4. thans visio- i'en h»® J: zÜn om te voor- dézPaat de méns inderdaad Zoitt)teverkfuw aan interplanetair lmes' "lSe?erH 'b'"nen ons Vs^Usspo L, dus) toekomt. hw6 toekn" e?5 dit n°S allemaal ^^"aliik Idromen. Maar het technologisch kunnen maakt momenteel een stormach tige ontwikkeling door. Het is nog maar een halve eeuw geleden dat de eerste vliegtuigen operationeel werden, twintig jaren zijn er voorbij, dat de eerste raketten zij het voor een misdadig oorlogs doel van Europa over de zee naar Engeland gierden en we le ven pas vijf jaar in de eeuw van de ruimtevaart. Wat is er in die paar luttele jaren niet allemaal gebeurd, nadat in oktober 1957 de Russen hun eerste Spoetnik de ruimte inschoten? Al langer dan een etmaal heeft een mens de be proevingen doorstaan die inhae- rent zijn aan een ruimtetocht; er zijn ruimteschoten „op de maan gericht; er hebben raketten om de maan gecirkeld en zoals ge zegd de techniek Is zo ver, dat men met succes met raketten in de buurt van Mars en Venus kan komen. Wanneer zulke resultaten in een paar jaar geboekt worden zullen de komende decennia onge twijfeld de problemen welke men selijke ruimtereizen in de weg staan, overwonnen worden. Dat complex van vraagstukken is overigens wel overweldigend, technologisch èn financieel. De huidige Russische en Amerikaan se Saturnusraketten leveren een energie van twintig tot dertig mil joen p.k., maar om dit soort „vuurpijlen" een maancapsule met een mens er in te kunnen la ten lanceren zal een vermogen van honderdvijftig miljoen p.k. no dig zijn. Aan deze raket wordt in de Verenigde Staten hard gewerkt, nadat het oorspronkelijk plan met een Nova-raketbatterij van 250 miljoen p.k. een astronaut recht streeks van de aarde op de maan te brengen is opgegeven, omdat de uitwerking te veel tijd kost. Of dit „Apoilo"-project inderdaad te gen 1970 verwezenlijkt kan wor den en Amerika via het nu bijna voleinde project-„Meroury" (van de ruimtesprongen, waarin er nog één van achttien maal rond de aarde op stapel staat) en het Ïilan-,,Gemini" (twee astronauten n één cabine), waarvan het be gin tot de eerste maanden van 1964 Is uitgesteld, over een jaar of acht een driemans cabine in een omloop rond de maan zal brengen, met de bedoeling een van hen in een aparte capsule te doen landen op de maan, zal af hangen van de inspanning die het land zich getroosten wil. Het ziet er momenteel naar uit, dat Ame rika een nieuwe injectie nodig heeft: weer een opzienbarend ruimtevaartsucc.es van de Russen b.v., dat de V.S. za] verplichten alles op alles te zetten, indien men de eerste man op de maan een Amerikaan wil laten z(jn Er zit de raketbouwers een pro minent ding dwars om menselijk interplanetair verkeer mogelijk te maken. Dat is de ontzagwekken de hoeveelheid chemische brand stof die meegenomen moet worden om de raket satelüetbanen te la ten beschrijven. Te veel van het startgewicht van het raket-mon ster, ook al bestaat dat uit trap pen, moet bestaan uit brandstof. Er wordt dus naarstig gezocntnaar betere brandstofmiddelen, waar van er een altijd zuurstofhoudend moet zijn omdat dit voor de ver branding benodigde gas in de ruim te immers niet voorradig is. Men denkt, momenteel aan hydrazine en aan salpeterzuur als zuurstof toren en de brandstof en met de hoeveelheid levensbehoeften voor de bemanning van het ruimteschip is een reisduur van vijftig jaar zeker. Er schijnen dus weinig kan sen te bestaan dat binnen een mensenleeftijd een reis aarde-ster v.v. zal kunnen worden gemaakt. Een tocht naar de planeten ligt echter momenteel wel binnen het bereik van de huidige jonge ge neratie. Er zijn misschien nog onbekende ruimtegevaren, die de geleerden nog niet kennen. Maar het ziet er naar uit, dat de kosmi sche straling geen onoverkomelijk bezwaar zal zijn en dat de kans getroffen te worden door meteo renzwermen, waarvoor aanvanke lijk grote vrees bestond, eigenlijk heel miniem is. Aan de bijzonde re levensomstandigheden in een „ruimtesfeer" schijnt de mens zich wel te kunnen aanpassen. Hij heeft zijn aanpassingsvermogen in zijn geschiedenis van honderddui zenden jaren op aarde enorm ver groot en in de korte spanne van de ruimtevaarthistorie heeft hij al Zo zou een aardse kolonie op Mars er uit kunnen zien. Onder gewel dige plastic koepels wordt de zuurstof vastgehouden, zodat de mensen zonder ruimtepakken kunnen leven flinks) en allerlei gewasstn verbouwen (rechts). Illustratie uit „Per raket de ruimte in" van Lester del Rey. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiii een etmaal gewichtloosheid door het ontbreken van de zwaarte kracht uitstekend doorstaan. De raketlanceringen zullen in de toekomst gemakkelijker worden, door de bouw van ruimtestations buiten de aantrekkingskracht van de aarde. De beroemde Ameri kaanse ruimtevaartdeskundige Wernher von Braun is "an deze methode een groot voorstander en als hij zjjn gang had kunnen gaan en de V.S. niet door de concur rentie van de Russen tot een ver snelling van hun maanreis-pro- gramraa hadden moeten overgaan, zou de eerste maanreis ook op deze manier tot stand zijn geko men. In zijn boek „Mensen op de maan" beschrijft Von Braun heel realistisch hoe deze reis, met de kennis van zaken van dit ogen blik, zou zijn verlopen. De eerste en enige taak van de maan-pio- niers zal van wetenschappelijke aard zijn. Is er water wellicht ijs verborgen tussen rotssple ten? Is de oppervlakte bedekt met een stoflaag en zo ja, is die af komstig van meteorieten of van vulkaanerosie? Wat betekenen de „stralen", lange witte lijnen die zich vanuit centrale punten hon derden kilometers ver uitstrek ken? Waarom kaatst de maan zo veel licht van de zon terug, meer dan men wetenschappelijk kan rechtvaardigen? Bevat de maan- grond delfstoffen? Allemaal vra gen, waarop de geleerden zo graag een antwoord willen weten en waarop de eerste reizigers mis schien een afdoend antwoord mee terug kunnen nemen naar de aar de. Bij een tocht naar Mars zal de opvatting, dat er in ieder geval een of andere vorm van een laag soort leven op deze planeet voorkomt een mening die niet alleen stoelt op de door astronomen ont dekte „kanalen" aan de waar heid kunnen worden getoetst. Dat er water is, bewijzen de lichte ijs kappen aan de polen. Ook heeft men door zeer sterke telescopen kunnen waarnemen dat de ijle lucht er hevige stofstormen ver oorzaakt. De temperaturen wisse- dertig graden boven nul s middags op de evenaar tot 75 graden onder nul 's nachts. Mis schien hebben de Mars-planten een speciale bescherming ontwik keld tegen deze sterke tempera tuurwisseling. Op de mysterieuze planeet Ve nus zullen de ruimtevaarders een dag meemaken, die tien tot twin tig maal zo lang duurt als op aar de. De aan de ene kant gloeiend hete en aan de andere zijde bitter koude Mercurius de pla neet die het dichtst bij de zon is is geen aanlokkelijk doel. Leven kan er niet gedijen, want er is helemaal geen lucht. Expedities naar de andere planeten in ons zonnestelsel worden door de lan ge reisduur al meteen veel moei lijker. Jupiter overigens wel heel erg interessant door de op bepaalde tijden en vaste lengte steeds terugkerende radiogolven, waarvan men gist naar de oor sprong vergt zes jaar en de verste planeet Pluto, op de gewel dige afstand van 5.650 miljoen ki lometer van de aarde komt zelfs in onze verstgevorderde ruimtevaartprojecten en fanta sieën helemaal nog niet voor. Andere objecten in ons zonne stelsel waarheen de plannenma kers hun blikken richten, zijn wel de planetoïden, een gordel van dui zenden miriiatuurplaneten tussen Mars en Jupiter in, waarvan Ce res met een diameter van 750 km de grootste is. En dan zijn er nog de manen van Jupiter en Sa- turnus, vanwaar een exploratie van deze planeten misschien mo gelijk is. Jupiter heeft er vier en Saturnus een, Titaan genaamd, die evengroot is als Mars en van waar de krote lichtende ring, waar door Saturnus voor astronomen zo'n bijzonder object vormt, te onder zoeken zou zijn. Vestiging van menselijke kolo nies op een enkele planeet al leen Mars en Venus komen daar voor. zoals gezegd, in aanmer king zien deskundigen in een heel verre toekomst niet als een onmogelijkheid. En als er sterre- reizen mogelijk worden, zal er dan ooit ergens in het heelal een vorm van intelligent leven, zoiets als dat van de mensen op aarde, O, dass Sie ewig griinen bliebe, die goldne Zeit der junge Liebe", aldus ooit wijlen Schilt Of hij toen ook iets wist van de kin derliefde, waarvan hier sprake is, lijkt een andere vraag. De grote donkere bril op het lange kalende hoofd. De korte armen gestrekt voor zich uit. Een onbeweeglijke figuur achter de vleugel: Jules de Corte. Zfln lippen komen nauwe lijks van elkaar. Toch zingt hij. Het ene parelende lied na het an dere. Soms teder en poëtisch, dan weer hard en cynisch, een enkele maal uitbundig en echt blij. Zo kent men de meester van het Nederlandse chanson, zo herken nen wij hem al jaren aan die hoge, wat weke stem, aan die zeer eigen manier van zingen, aan zijn luiser-rijke composities, zjjn gees tige pianobegeleiding. Achter deze uiterlijk strakke, on bewogen figuur schuilt een felle persoonlijkheid, wat wrang en bit ter soms in zijn woorden, een openbare aanklager. „Ik behoor tot het volk dat brood en spelen wil. Ik ben dus even laakbaar, daarom ga'k maar," zingt hij aan het slot van zijn nieuwe plaat „Liedjes die eigenlijk niet mo gen", die onlangs op Philips (P 600 353 R) ls verschenen. Voor deze plaat kreeg Jules een Edi son. Wat ons betreft zou hjj al leen al voor een nummer als „Het bruidspaar" een onderscheiding verdienen. In „Het bruidspaar" is Jules de Corte de scherpe obser vator, die onweerstaanbaar de ge lovige gemeente schokt door een onthutsende, genadeloze tekst, ge dragen door een eenvoudige me lodie, die het leed van dit versje nog eens omlijnt. Een fragment: „Er waren vier felicitaties, plus een pakje en na een uur liet men de laatste gasten uit. Toen was het allemaal gelukkig weer ge woon. Ze gingen zwijgend naar hun zolder met z'n beiden waar niemand zag hoe hij haar troostte toen zij schreide. En vijf maand later werd zij moeder van een zoon.... Welnu, de enige die kwam was Truus van Hoof. En alle an deren lieten taal noch teken ho ren. Die zaten zondags vroom en vredig in hun kerken om God te danken voor hun spijkerhard ge loof". Er zijn meer van die liedjes op deze uitzonderlijke plaat. Ma teloos triest is „Oom Jan". Bij iedere feestelijke gelegen heid in de familie wordt oom Jan uit Megen overgeslagen. Hij ont vangt zelfs geen kennisgeving. Want op oom Jan is de hele fa milie al jaren kwaad. Tenslotte komt er een rouwcirculaire in de bus, de familie bekijkt het ge schrevene met een licht schou derophalen. „Want eigenlijk", zingt Jules, „is iedereen nog kwaad op oom Jan". In „Wie in Nederland wil zin gen" draait hij alle Johnny Hoe zen, Van Praagen, Pim Maassen en Annie de Reuvers de nek om met enkele persiflages. Jules de Corte heeft met deze plaat ongetwijfeld een top-presta- tie geleverd. „Ons kleinkunstpet- je af", zegt Wim lbo in een ge lukkig niet al te gladde hoestekst. Maar het compliment doet wat be scheiden aan voor de verrichtingen van deze dichter-zanger-compo- nist, naar wiens volgende plaat wij al weer met grote belangstel ling uitzien. Veertienjarige Janet is ver liefd op de krantenjongen; en de krantenjongen ls ver liefd op Janet, ook al draagt ze beugels om haar tanden. Hoe ze elkaar hun liefde verklaard hebben weet ik niet, maar ze heb ben besloten ,,to go steady", dwz ze hebben vaste verkering. Op veertienjarige leeftijd denk je nog niet aan zulke verant woordelijke dingen als: je verlo ven en trouwen, maar er zijn een heleboel onverantwoordelijke din- J;en, waar je wel aan denkt, als e zo jong bent, en Janet's moeder houdt wel degelijk een oogje in het zeil. Ze mogen samen kranten be zorgen, en ze mogen santen af en toe 's middags naar de bioscoop, of na school een uur dansen in de gymnastiekzaal. Janet mag haar vriend thuis ontvangen al léén wanneer haar moeder thuis IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIII aangetroffen worden? Geleerden en deskundigen, zoals Lester del Rey, aan wiens boek „Per raket de ruimte in" wij veel gegevens voor dit verhaal ontleend hebben, durven er geen definitief ant woord op te geven. Het is in ieder geval zeker, dat er miljarden zon nestelsels, zoals het onze in het hemelruim rondtollen. En niets wijst uit, dat zij op een andere manier dan onze zon en haar pla neten zjjn ontstaan. Er moeten dus waarschijnlijk elders in het heelal soortgelijke omstandighe den heersen als die het leven op aarde hebben mogelijk gemaakt. Of dat inderdaad gebeurd is en zo ja of de mens dat ooit zal ont dekken, is nu nog een heel groot vraagteken en zal dat misschien wel altijd blijven ook. JAN WIENEMA is, en toen lk haar moeder verle den zondag opbelde en uitnodigde op een kop thee, was het ant woord: ,,I can't, I am babysit ting." „Wie zijn de babies?" vroeg ik belangstellend. Janet en haar vriendje," was het antwoord. Hoe lang die twee hun vaste verkering zullen volhouden weet ik niet. Misschien een maand, mis schien twee maanden. Zeker niet langer. Dan wordt de krantenjon gen verliefd op een meisje zonder beugels, en Janet op een jongen zonder kranten. Een veertienjarigen-liefde is voor de ouders nog niet zo beangsti gend. Maar als de tieners zestien jaar z;jn, en hier in Amerika hun rijbewijs krijgen en de jongens hun meisjes 's avonds in de auto naar de bioscoop nemen, dan wordt het gevaarlijk. En de gevolgen blijven dan ook niet uit. Want het feit, dat je op zestienjarige leeftijd een auto kan besturen, betekent nog lang niet, dat je 's avonds om elf uur op een eenzaam bospaadje kunt gaan vrjjen. Dat de tieners geen raad weten met de grote vrijheid, die hun over het algemeen wordt toege staan, blijkt duidelijk uit de Vraag- en-Antwoord rubriek, die in bijna iedere krant voorkomt. Een van de meest populaire redaktrices van zo'n rubriek is Abigail van Bu ren (schuilnaam), bijgenaamd; Dear Abby. Een typisch tiener briefje stond verleden week in haar rubriek: „Dear Abby, ik ben reuze verliefd op de knapste jon- fen in onze klas. Hij is a real oil. Hij nam me mee naar de bioscoop, en na de bioscoop gingen we ergens een coca-cola drinken, en daarna ging hij „parkeren". (Parkeren betekent: in de auto vrijen). Ik was woedend op hem, maar hij zei, dat alle meisjes op die manier hun vriendjes terug betalen, en als ik niet meedoe, neemt hij me nooit meer mee uit. Abby, wat zal ik doen? Ik wil hem niet verliezen, maar ik wil een behoorlijk meisje blijven." Waar op Abby snedig antwoordde; „Je bent dol, om verliefd te znn op zo'n doll! Geef hem duidelpk te kennen, dat je alleen onder jouw condities met hem uit zult blijven gaan, en als hij die niet wil ac cepteren, draai hem de rug toe. Hii lijkt me de moeite niet waard." Een ander zakelijk briefje luidde: Dear Abby, ik ben veertien jaar, en ga over twee weken naar mijn eerste school fuif. Hoe zoen je een jongen? Druk het antwoord alsjeblieft vóór negentien december, want dan is de fuif." Abby antwoord de: „Als je niet weet hoe je een jongen moet zoenen, ben je te jong om hem te zoenen. Blijf thuis." Het vroege vrijen werkt na tuurlijk vroege verlovingen en huwelijken in de hand. En omdat een Amerikaans highschool di ploma niet veel waarde heeft, en een universiteitsdiploma bij na een algemben vereiste wordt voor een goede baan, trouwt een groot percentage van het jonge geslacht op het moment dat de man minstens nog twee of drie jaar studie voor de boeg heeft. De vrouw neemt een baan, de man studeert, ze hebben nog geen meubels, „de baby komt later", en op negentien- en twin tigjarige leeftijd zitten ze al mid den in het harde leven. In plaats van te jammeren over de vele euvels, die hier uit voort vloeien, moet men het feit waar deren, dat de meeste jonge men sen zo dapper de vele verantwoor delijkheden dragen, die ze op zich hebben geladen, en met Ameri kaanse soepelheid de tering naar de nering leren zetten. Voordat ik afscheid van U neem moet ik nog een ding vertellen: het onderwerp van dit verhaaltje is één van de grootste sociale pro blemen van de Verenigde Staten; en priesters, dominees, dokters, psychologen, anthropologen, phy- siologen, vaders en moeders vul len wekelijks tijdschriften en kran ten met hun betogen over deze toestand. Ikzelf heb er zé'n revolutionaire oplossing voor, dat ik het alleen maar in een Hollandse krant durf te schrijven: hreng de gezelligheid terug in huls, en geef de tiener» een hockeystick en een fiets. In- plaats van een auto en een „doll"! CILIA AMIDON

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1962 | | pagina 21