„Rust in Nederland is slechts schijnwant niemand weet wat er wel onder de mensen Vroeger fabrieksarbeider A Straks amechtig aanpassen, is dat progressief beleid? A' „...pijn in mijn kaken van het professortje spelen" MEDISCHE AANDACHT VOOR BEJAARDEN commentaar H mim EXAMENS Gereatrie in ontwikkeling N.V SLAVENBURG'S BANK Tf"!i w J - - p; k hM U met 100 waarborg- IBROEKMAN'S COMMISSIEBANK ZATERDAG 12 JANUARI 1963 PAGINA 9 Sete voor Incourante Fondsen N.V. Verschenen: Gids voor Incourante Fondsen 196S Leidraad voor de Vermogens- en Inkomstenbelasting. Prijs per exemplaar 3. Amsterdam - Herengracht 444 - Tel. 38926* vet Prof. dr. E. J. Leemans: Amper een minuut na de kennis making hebben wij de basis voor r een gesprek dat zes uur zou du- i,Jullie Nederlanders zijn kruide- zegt prof. dr. E. J. Leemans, is 36 jaar en hoogleraar in de jfipirische sociologie aan de Nijmeeg- diversiteit. In Antwerpen is hij tn t ren als zoon van een elektricien. H Leuven heeft hij gestudeerd en na at te hebben rondgekeken in de heeft hij vijf jaar geleden zijn "tree in Nijmegen geifiaakt met o.a. e opdracht het Sociologisch Insti jgt op poten te zetten; en dat is er .P ook, met zeventien assistenten. nagenoeg alle Vlamingen die naar et noorden komen, voelde hij zich in et begin een „onnozel Vlaminkje". roen hij door het curatorium werd ..genodigd te solliciteren, was hij in vijf minuten onder tafel geveegd. Al- ar>s, zo ervoer hij het. Edward Lee v ana was echter allerminst een bleu met te weinig woorden: in op ven was hij als jong student al P befaamd man, rijk aan initiatie- P> de hartstochtelijke discussie- oSfnd van filos°fen> vakbondsleiders, jPP-ministers en parlementsleden. dnrfde hii niet eens in Nijmegen durfde hij niet eens Zeggen wat hij moest gaan ver- ®Pen. Waar lag dat aan? Aan een Pectief minderwaardigheidscom- jlex van de Vlamingen? Of aan het Pperioriteitsidee van de Nederlan- ®rs? Prof. Leemans meent achteraf ..e"ig dat daarvan sprake is. Maar het alleen dat was, had hij er zich ei doorgeslagen. was hard geworden doordat het hik in zijn Jonge jaren niet gemakke- W was gemaakt. Fabrieksarbeider tvJ? Mi geweest; twee jaar elke dag op 's "uik liggend 5.000 gaten boren, en &,?v°nds was er alleen nog de puf om Vuhe te lezen. Maar in de kring van de®a"ise kaj otters had hij steun gevon- tpC om te gaan studeren. „De Belgi- V-.P® KAJ heeft een hele elite ge- zeSt ..Jullie vinden die VnA es van Cardijn kinderlijk, maar t,"01" ons betekenen ze iets geweldigs. on.D G,en prachtig stuk geloof in, dat "s heeft gedragen." de inleiding voor zijn intredings- jede in Nijmegen voor 250 studenten en 'en aantal van zijn nieuwe collega's J?erd er al een toespeling gemaakt op r*Jh Vlaams gekleurde taalgebruik. Het j as niet boosaardig bedoeld, maar prof. Remans waande zich voorgesteld ais boerenmannetje. Er viel hem iets wat velen in Nijmegen zich nog "ordelijk herinneren Hij begon: UfOed Nederlands te spreken, is voor hij tevreden dat hij nóg meer kritiek heeft op België. Maar zover zijn we nog niet. Eerst over het Nederlandse superioriteitsgevoel: „Jullie vinden over het algemeen dat jullie het verrekte goed doen. Als ik hier met de vak beweging ga praten, vinden ze dat ze minstens 25 jaar vooruit zijn op do Belgische en Franse vakbeweging. Ik wil nu niet eens zeggen dat ze ver waand zijn, maar jaat ik alleen deze vraag stellen: Hoe kan Nederland met een industrieel verleden van vijftien j. ar denken dat het 25 jaar vooruit is op België met een industrieel verleden van een eeuw? Nu zijn ze er in België van overtuigd dat ze 25 jaar vóór lig gen op Nederland, ja, kijk, op die ma nier begrijp je elkaar nooit. Jullie zeg gen: moet je die idiote Belgen zien, die bekogelen elkaar nog met stenen. Daar begrijpen jullie niets van, hè. Wij doen dat uit eerlijke overtuiging, maar nog veel minder begrijpen jullie dat wif de volgende dag weer als collega's naast elkaar aan de werkbank staan. Zo'n mars van 100.000 Vlamingen naar Brussel, vinden jullie waanzin. Vanuit jullie geheiligde standpunt heb je ge lijk: het is verspilling van energie, van feld, het schept chaotische toestanden, [aar dat vinden wij niet zo belangrijk hier niet grondig verandert. „De arbeidsvrede in Nederland is slechts schijn. Staking hè, dat vinden jullie een onfatsoenlijk woord. Men heeft hier de normen zo gesteld alsof staking iets im moreels zou zijn. Jullie kruideniers zijn altijd op het economische bedacht. Het is economisch onverantwoord, zegt Mid delhuis, en de mensen die over staking praten, kunnen niet rekenen, dat zegt hij immers. Maar ik zeg: jullie kunnen niet méér dan dat, alleen maar reke nen. Zeker, als je empirisch denkt, be gin je geen staking, want dat geeft ver lies. Jullie economie is een godheid. Het na-oorlogse sociale welzijn in Ne derland is uitsluitend door de econo mie bepaald. Maar de economie is slechts een heel klein onderdeeltje in een groot geheel. Het totale rechtsbe wustzijn van de mensen is hier zwaar in de verdrukking gekomen. Je zult eens zien wat er straks allemaal naar boven komt borrelen aan onderdrukte verlangens." Beweren is gemakkelijker dan bewij zen; hij beaamt het. Hij heeft de be wijzen ook niet, slechts aanwijzingen. je nodig, ter begeleiding, maar beleid is een zelfstandige grootheid, boven de wetenschappen is de KAB-voorzitter Middelhuis meent dat de laatste vijftien jaar met overleg meer sociale vooruitgang is gemaakt, dan in de vijftig jaar daarvoor, trekt prof. Lee mans een spottend gezicht. Hij is bloedernstig. „Jullie mogen je econo misch progressief noemen, maar jul lie zijn schijtbeulen. Wat er door jul lie economische woningbouwpolitiek kapot gemaakt wordt, is enorm. Eco nomisch hebben jullie geen enkel risico'tje genomen, maar verder De economische woningbouwpolitiek bepaalt jullie kindertal, jullie flat neuroses de mijne trouwens ook jullie huwelijksmoeilijkheden. Daar nemen jullie ontstellende risico's. En Het rechtsbewustzijn van de mensen I omdat je je niet helemaal lekker is nog heel primitief, hoe zouden ze het t,„. Kric. ■r>._+Qic onder woorden kunnen brengen? Maar Seef je aan Trimbos en Bartels geef mij een paar ton voor een natio-1 een paar miljoen voor de geestelijke V,/ ra Prof. Leemans op zijn instituut. grond. De man die in staat zou zijn heel zijn ontevredenheid over de ver houdingen en de gang van zaken te luchten, vindt hier niet eens een blad of een radiozender. Men mag, zo zegt prof. Leemans, hier alleen maar vraag tekens zetten binnen een bepaald ka der, maar men kan zich niet openlijk afvragen of het kader wel deugt. Men geeft hier geen /olledige informatie, maar men gaat bedisselen wat het pu bliek wel of niet kan verwerker,. „Mid delhuis heeft gelijk als hij zegt dat de gewone man niets meer begrijpt van het sociaal-economische overleg. Maar er is hier ook geen werkelijke informatie. Het als de inzet. Voor ons is die mars een logische gevolgtrekking vanuit ons ge loof in de idee. Maar jullie .geloven niet, jullie marchanderen altijd, daar om zal Nederland ook nooit een heilige voortbrengen, tenzij een on-Nederlandse. Is hjj mijn gezicht ziet, schiet hij in de lach. Maar hij trekt zijn woorden niet terug. „Wij Belgen vinden Nederlanders warhoofden. Ne derlanders kunnen niet systematisch denken. Ze denken empirisch. Een Nederlander denkt van beneden naar boven en als hij onderweg toevallig een idee kan construeren, is dat mee genomen. Zuiderlingen denken van boven naar beneden, van de idee naar de praktijk. Dat is ook niet goed, dat zie je wel aan de vierde Franse repu bliek. Daar was het ideaal van de democratie benaderd, maar er was geen rekening gehouden met de prak tijk, zodat zij ten gronde moest gaan. Het is vervelend uitgedrukt, maar de grote kunst is het vinden van de mid denweg." Hij geeft mij ruimschoots de gelegen heid om het niet met hem eens te zijn. naai onderzoek, en Ik zal de bewijzen leveren, ik zal aantonen wat er onder de mensen leeft aan verwachtingen en verlangens. Trouwens, dat onderzoek zal er komen ook, over een jaar of drie, dan ben ik er met mijn programma aan toe. Waarschijnlijk zal men er erg van schrikken als ze zien wat er te voor schijn komt. Aan de voet leeft heel wat, zonder dat wij het weten. Ken merkend is dat de ontwikkelingen daar toch doorgaan en straks moeter, de or ganisaties er in de looppas achter aan, om zich amechtig aan te passen. Is dat nou dat progressief sociaal beleid? Dat is nog negentiende-eeuws, positi vistisch! Wetenschappelijk verantwoord, daar schermt men nog mee. Maar de goede wetenschapsman moet juist zeg gen dat hy het nooit helemaal weet, dat zijn inzichten over tien jaar ze ker anders zullen zijn. Wetenschap heb volksgezondheid, om de gaatjes te dichten." Ook al meent prof. Leemans dat wij de economie tot een godheid verheven hebben, hij vraagt zich toch af of de Nederlandse economie werkelijk het laatste woord is. „Is het in België en Frankrijk, waar ze met Congo en Al gerije toch ook enorme klappen hebben gehad, met de economie zoveel slech ter gesteld? En daar gaat het toch wel anders?" Die vredige overleg-mogeltjkheden, die Nederland gecreëerd heeft, acht hij voor een goed deel op angst gestoeld. Er is hier een ver doorgevoerde sociale controle, zodanig, dat men, om de woorden van prof. Kwant te gebruiken zou kunnen spreken van „structureel geweld". De sociale controle houdt een deel van de vrije uitingen en de die pere rechtsverlangens op de achter- V. - xlcUClluliUo IC OjJI vf ACH) AO VUUA voorlopig nog een mer boire, "tin, ik hoop dat u wilt accepteren "t ik de bonnefooi ben..." - pe eerste tijd kon hij zijn flatje van fjj'serie wel in elkaar trappen. „Ik had run in mijn kaken van het professortje ?P®len. Een paar van mijn assistenten lebben mij er over heen geholpen." e maatschappelijke status van pro- *ntSor vindt hij veel te hoog opge- r~"r°efd„Je hebt je verantwoordelijk- ei- -n en verder je medewerkers, zo- |in zo veel functies." g heeft markante verschillen tus- tav. Nederlandse en Belgische men- tioop t ontdekt. „Te veel om voorals- in Groot-Nederland te kunnen ge- den' ®elSië is veel meer op het zui- h-P georiënteerd. In het gewoonste en geringste zit al een verschil. Voor ianJ gevoel is de omgang in Neder- JjtJ" voor een deel gemechaniseerd. Ik gen moeten leren wat ik moest zeg- Vj "i( als er iemand op visite kwam bo»- dat is nl zoiets met een toen6 bloemen: O, wat enig.moet je 'ach f' met stemverheffing. Bij ons cjh" Je maar eens. Je doet gewoon, je bantpgt 'n Je hemdsmouwen en je hier Is- Vlaamse collega's die na mij WeL,aan de universiteit kwamen, heb ik bun ys moeten' maken, zodat ze niet Va"glif"ten op Psmtoffels zouden ont- Ik ttigL moet hem tegenwerpen dat Nij- g6p®en Nederland nog niet is, en ook bee" Amsterdam of Rotterdam. „Nee, vi vindt hij ook. <Wa, vijf jaar Nederland is het zover "u „zowel het Vlaamse als het bgrf. Lbhdse klavier kan bespelen". Hij dat hii lflnPznmprhflnH nr» rip .dat hij langzamerhand op de bij ls van de formules waarmee hjj r™ vaak gesprekken verlopen, dat druwi? de voorraadjes zinnen en uit- Öie *'hgen tot zijn beschikking heeft „Wei in allerlei situaties gebruiken. WeoiX!S n dat Nederlanders altijd een help spelen, met een tekst die de verffaH„a- al k®nt. Als jullie in een "iet ng willen zeggen dat je het er v^Le.,eens bent> zeS Je: Mijnheer dermic er"- °°k is een goeie bonder* *n i3?'" en dan uit Je met Snaren 50ekJes eromheen enige be- ^ederia«Pat is een r°l. dat zijn de ?recioo Ase, sPelregels. Bij ons doe je Je on j J? thuis bent en je maakt "et j ezelfde manier kwaad als je doen "ls zou hebben gedaan. Belgen "PreeL- oner' in hemdsmouwen. Ik Zijn I, geen oordeel mee uit; het "rofes«n spelregels. Hier kun je een SPbelion een burgemeester rustig Bei»-x0m een afspraak te maken, "and ifL JV'.Je hem met je mooiste ais io bri®f moeten schrijven. Maar Je „.„eenmaal binnen bent, dan speel "ee noe-hoort-het-spelletje meer, farn'e„ ls aUes gewoon en drink je "ebt." n biertje, als je er trek in te&a"deweg komen wij op fundamen- ?'et v«-rs?'"en' HJJ geniet ervan, ge- tu,P ziJn tegenwoordige positie tus ker stoelen in. Als hij later onge- *t%i hele degelijke vaderlandse be- "dersteboven heeft gehaald, zegt Maar hij blijft bij zijn mening. „Den ken is niet alleen maar vraagtekens plaatsen. Om te beginnen moet je er gens van uit gaan. Het is ook geen kwestie van progressief of conservatief zijn. De meest progressieven, laat ik Marx noemen, Marx ging uit van be paalde axiomata en verwerkte fenome nologische feiten." Ik vraag hem een summiere verge lijking te trekken tussen de Nederland se en Belgische geloofshouding. „De aanwezigheid van protestanten en katholieken In één land heeft geleid tot een bewuster geloofshouding in Ne derland. Het heeft geleid tot zuilen, en dat is een groot goed geweest bij het vinden van modaliteiten, van duidelijk gerichte gedachten en gevoelens. Maar je vindt hier tegelijkertijd meer ver warring, juist doordat Nederlanders niet systematisch kunnen denken. En in België, een katholiek land, heeft de situatie geleid tot cléricalisme Met als enige tegenpool het anti-clericalisme Dat is bedroevend genoeg." Beide situaties illustreren zijn eerdere gedachtengang. Het bestaan van zuilen rust immers niet op een idee, maar op de omstandigheden. En toch vindt hij de zuilen een groot goed? „Ja, de stu denten die ik op de zuilen hoor schimpen zeg ik alleen maar: Ga eens een kijkje nemen bij de Belgische nationale om roep, dan zie je nog eens een pan. Maar het bestaan van zuilen is in de grond van de zaak iets onzuivers, want dat brengt je tot de katholieke geitenfok- vereniging en tot de kapelaan die het voetbalelftal opstelt." „Die elftalcommissie in zwarte toog hoort eerder bij het clericalisme dan bij de zuilen," moet ik onderbreken, „bo vendien begint dat al aardig verleden tijd te worden." Hij protesteert. „Hoe lang is het ge leden, één of twee jaar, dat de Neder landse bisschoppen de mensen in twee woorden vertelden wat ze onder „de standen" moesten verstaan? Zou men dat niet beter aan de deskundigen kun nen overlaten? Over het standsbegrip is namelijk meer geschreven dan de universiteitsbibliotheek kan bevatten. Dit soort clericalisme bestaat nog, maar inderdaad zal dat steeds tneer verminderen. Nu echter klaagt de cle rus: Als wij ons overal moeten terug trekken, wat moeten wij dan nog doen? Dan mag ik toch wel zeggen: Man, je kent je taak niet. Wat zijn taak is, hoef ik hem toch niet te vertellen. Dat moet hij vinden in het Evangelie. Het pas- toorke van Ars had daar geen pro blemen over." De vergelijkingslijn met België is In middels verloren gegaan. Prof. Lee mans gaat speertjes gooien op het rood- wit-blauwe bord. Als hij in België is, werpt hij weer op rood-geel-zwart. Hij oppert dat ons land binnen vijftien jaar te kampen zal krijgen met sta kingen en andere onlusten, als de zaak is allemaal te eenzijdig-schoolmeesterig. De Nederlandse neiging tot paternalis me is voor een goed deel de oorzaak van het verdrongen rechtsbewustzijn. Geef de man de vrijheid, daar groeit hij het beste van. Wat is dat voor iets onzedelijks om te geloven dat de men sen hun vrijheid niet aankunnen! Laat de mens zijn vrijheid en zijn verant woordelijkheid. De nonsens dat de werk gever zich kwelt met de vraag: wat doen mijn arbeiders met de vrije za terdag? Om maar iets te noemen. Weet je waar ze hier goed in zijn? In secun daire voorzieningen. Een muziekje bij het werk in de fabriek, dat vermense lijkt de arbeid, zeggen ze. Zeggen ze, maar arbeid aan de lopende Dand is helemaal niet te vermenselijken. Ar beid is middel, en het verwezenlijken van het menszijn kan niet met die stomme lopende band gebeuren. Het menselijke zit in het samenzijn, de soli dariteit met Je collega's; camaraderie ouvrière, dat is heel wat anders dan die suikerzoete human relations, waar ze tegenwoordig zo gek op zijn. Daar kun je als werkgever niet veel aan doen, en als vakvereniging niet veel, ze kunnen het voornamelijk dwarszitten met paternalisme en te veel secundaire voorzieningen, Je onderdrukt er de die pere, wezenlijker verlangens mee, maar dat zou je op de duur wel eens kunnen opbreken." Op mijn lippen brandt de vraag wat hij hierover in België allemaal zegt, maar op dit moment kruipt hij ineens in zjjn schulp. „Ik sla hier maar kreten uit, waarover ik een jaar lang colleges zou kunnen geven. Het zjjn zo de din gen die bij ons op het instituut in de loop van de tijd ter sprake komen. Dan gaat het wel eens hard tegen hard. Dat hindert niet, dat is goed. Hij geeft toe dat de vrijheid hier wel zó groot is, dat hij best een weg zou kunnen vinden als hij zou willen pu- bleceren wat hem op het hart ligt. De „Sociale controle" zal terugslaan, dat zeker, maar wat dan nog. En later zegt hij dat hij zich wellicht heeft voorgedaan als een herrischopper, maar dat er in de college-sfeer rustig en gedegen wordt gewerkt om een sociologie op te bouwen. HENK SUèR. (Advertentie) 7 BELEGGING van kas- en geldmiddelen op A I termijn. I A Interess. mogelijkheden Rentevergoeding tot per jaar. Vragen om Inlichtingen worden strikt ver trouwelijk behandeld door: M. A. C. PRUYS VAN DER HOEVEN Bedrijfsadviseur Scholtenstraat 25, Leiden, Tel. 0171023797. NIJMEGEN, 11 jan. Kand. ge neeskunde deel I: Je dames E M. Th. de Cuba (Nijmegen), Th. M. Jorna (Hengelo) en de heren A. L. Eekhout (Tilburg) J. H. M. Carben (Wierden), W. B. K. M. V. de Goey, (Overveen), J. H. C. L. Hendriks (Nijmegen), J. W. M. Hermsen (Vlissingen), J. H. Hobbe (Hank)geslaagd voor tandheelkunde deel 1: de heren H. M. Berns (Ensche de) J. J. M. van Cruysen (Arnhem), F. M. J. Frenken (Heythuizen)C. J. M. Hazenberg (Boxtel), J. M. Onland (Am sterdam). J. P. A. M. Smeekens (Rijen. AMSTERDAM, 12 jan. Universiteit van Amsterdam. Kand. geneeskunde dl. 1: C. L. Alons (A'dam), W. G. van Ar- kel (Haarlem), mej. A. P. Baas (Hoo- geveen), J. Bavinck (R'dam), G. A. Boschma (Ommen), Z. D. Goedhart (Hilversum), G. J. Hazenberg (IJmui- den), P. J. v.d. Maas (Arnhem), R. J. Meyer (A'dam), K. H. Schliessler (A' dam), J. A. Slappendel (Bleiswjjk), mej. J. M. Tak (Middelburg), mej. J. H. van Tongeren (Oegstgeest) en P. W. B. Reddingius (Purmerend). BREDA, 11 jan. St. Franciscus- kweekschool: J. v. Ginderen, Tilburg; D. v. Gulik, Lage-Zwaluwe; L. Hontelé, Roosendaal; A. Lips, Breda; C. Priem Het Schijf; C. Raeijmaekers, Breda; M v. d. Sanden, Breda; J. Vergouwen, Hoeven; A. Vriends, Zundert; J. Witha gen, Breda. (Advertentie) (Van een medewerker) We zijn bijzonder verheugd, dat in de afgelopen week ook de Eer ste Kamer heeft ingestemd met het wetsontwerp van minister Klompé. dat het toezicht op de be jaardenoorden regelt. Dit is te zien als een niieuwe stap in de noodzakelijk toenemende aandacht voor onze, in aantal steeds stijgende oudere bevol king. Zowel bij de behandeling in de Tweede Kamer als ook nu weer in onze Senaat, heeft minister Klompé er nadrukkelijk de aandacht op gevestigd dat het zeker niet de bedoeling van deze overigens hartelijk begroete wet is, te bevorderen dat onze bejaarden in toenemende mate zullen worden op genomen in bejaardenoorden, onder welke naam die overigens ook bestaan. Integendeel. Hoewel de oudere mens, tengevolge van zijn uitschakeling uit de produktieve levensfase in een voor hem geheel nieuwe situatie komt te verkeren, betekent dat bepaald niet dat hij nu voortaan als een soort sukkel moet worden beschouwd. Heel bewust hebben we er in Nederland naar ge streefd de mogelijkheid voor iedereen te bereiken, dat hii of zij aan het eind van een arbeidzaam leven nog enkele jaren van een verdiende rust mag ge nieten. Maar van rust genieten vereist een zekere mate van zelfstandigheid, zowel in de materiële als in de imma teriële zin van dat woord. Met de ma teriële kant van de zaak beginnen we nu aardig op te schieten, ook al zijn we nog lang niet voor allen aan het eindstation. Maar via een verdere af bouw van de A.O.W. en de Bedrijfs- pensioenen, kunnen we niet alleen zeg gen dat er aandacht voor de zaak is maar ook dat er toch wel schot in zit. Het maatschappelijk werk en meerdere vormen van gezondheidszorg zijn ook reeds enkele jaren bezig zich te oriën teren op wat wij hierboven de immate riële aandacht noemden. Er zijn be paalde opleidingen voor bejaardenver zorgsters. bij vele bejaarden-huisvestin gen zijn service-diensten en verzor gingscentra, en voor zover wij die op leidingen hebben Ieren kennen, menen wij te mogen zeggen, dat men zich daar inderdaad instelt op een zodanige begeleiding van de oudere mens, dat deze minstens het gevoel heeft zich zelf te kunnen zijn en heel lang ook te blij ven. Dit alles gaat op zolang die be jaarde zich in een redelijke mate van lichamelijke gezondheid mag verheu gen. Heel anders komt de zaak te lig gen wanneer ht) wordt getroffen door een chronische ziekte. Wan neer er dus een lichamelijke in validiteit ontstaat, waardoor hij bijv. de handelingen t.o.v. het eigen lichaam niet meer in redelijke mate kan ver richten, dan is de ergste vorm van invaliditeit ingetreden die men zich denken kan. Voorheen gold, dat wan neer zulk een ramp een bejaarde trof, dat hij dan maar te bed moest blijven liggen in afwachting van de verlossen de dood. De ergste vorm, welke ln dit opzicht bekend is, is wat men door gaans een attaque of een beroerte noemt. Daardoor ontstaan niet alleen lichamelijke verlammingen, maar in zeer veel gevallen treedt ook een ge deeltelijk en vaak zelfs totaal verlies van het spraakvermogen in. De ernstig invalide maakt vaak de indruk weer geheel tot de staat van het kind-zijn te zijn teruggekeerd. We vonden het zie lig, maar stonden er machteloos bij. Volgens medici is langdurige bedrust op zich weer een oorzaak van allerlei btjkom^ide ziekten en ziekteverschijnse len, en bevordert tenslotte in vele ge vallen het overlijden in niet geringe mate. Nu heeft zich in de medische weten schap een nieuw specialisme ontwik keld, bekend onder de naam gereatrie, dat om het maar populair te zeggen betekent: de medische randacht voor de bejaarde mens. De vraag is, of dit specialisme vergeleken kan worden met andere die we reeds lang kennen. Iedereen kent de oogspecialist, de kin derarts, de psychiater, de oor-, neus- en keelspecialist, enz. Deze specialis men hebben een wettelijke erkenning en kennen een speciale opleiding op de universiteiten en in de academische ziekenhuizen. De gereater evenwel la een nog niet erkende specialist. Toch zijn de prestaties, die in één bepaald ziekenhuis van ons land in dit opzicht worden geleverd, zodanig dat het de aandacht verdient en dat serieus de vraag moet worden gesteld, of niet een erkenning van dit specialisme dient te worden bevorderd. We hadden het voorrecht een be zoek te mogen brengen aan het ziekenhuis „Zonnestraal" te Hu- versum, waar dr. J Th. R. Schreuder met zijn staf zich heeft ge specialiseerd op de revalidatie van chronisch zieken, vooral bejaarden. Let wel, wij pretenderen uiteraard niet ne zulk een kennismaking, een afdoend in zicht te hebben in de gereatrie, noch menen we voldoende deskundig te zijn om een oordeel te kunnen geven. Maar wie de feiten daar constateert moet er kennen, dat hier een ongelooflijk groot goed wordt verricht aan mensen, die normaliter geheel zouden zijn afgeschre ven. Dr. Schreuder zelf formuleerde het op een gegeven moment zo: „Wanneer mijn patiënten hier tien weken zijn, begin ik zenuwachtig te worden en dan zeg ik: ze zijn hier al tien weken. An deren, en soms ook de patiënten zelf, zeggen: ze zijn hier pas tien weken." Deze formulering duidt er op, dat deze geneesheer van oordeel ls, dat het on der bepaalde omstandigheden mogelilk is mensen, die voorheen chronisch bed legerig hun dood moesten afwachten, in zodanige mate te revalideren, of wil men, te re-activeren, dat de aller ergste vorm van lichamelijke invalidi teit is verholpen, dat het spraakvermo gen in zodanige mate is teruggekeerd, dat weer gesproken kan worden van enig zich zelfstandig handhaven. We hebben gezien, hoe de spraalde- raar erin slaagde, de afwezigheid van het spraakvermogen weer om te zet ten in een actief en passief taalgebruik; hoe de gedeeltelijk verlamde leerde met de nog goede linkerhand zich uit te drukken in tekening en borduurwerk; hoe met enthousiasme bejaarde, ver lamde mensen met behulp van allerlei loopinstrumenten heel langzaamaan zich weer leerden voortbewegen. We zijn in oprechte bewondering voor dit werk vertrokken met het vaste voornemen, meer bekendheid te geven aan deze bewonderenswaardige geduldsarbeid, die de bejaarde weer een klein stukje le vensgeluk hergeeft. De ironicus, dr. Schreuder, merkte op een gegeven moment op: Jonge idealisten stellen vaak, dat voor de gezondheidszorg het beste nog maar net goed genoeg is. Maar het lijkt er op, dat, wanneer het om bejaarde men sen gaat, het goedkoopste nog niet goéd koop genoeg is." Natuurlijk vereist zo'n behandeling in het ziekenhuis „Zonne straal" een grote, een intense nazorg. De huisgenoten van de patiënt zullen zich moeten aanpassen bij de nieuwe levensgewoonten van hun bejaarde huis genoot. Zij zullen moeten meewerken en ook zij zullen zich dienen om te schakelen. Bovenal zal de gemeenschap het geld moeten opbrengen, om in tal van ziekenhuizen een gereatrische af deling tot stand te brengen. En dan komt natuurlijk de vraag: Is het ons dat waard? Is dit eigenlijk een vraag? Moeten we niet blijven herhalen, dat wat wij nu hebben, wat wij nu zjjn, dat we dit te danken hebben aan de mensen, die nu niet meer tot werken in staat zijn? Wij mochten beginnen, waar zij eindigden. Is het dan geen zaak van rechtvaardigheid, dat we hen laten meeprofiteren van wat zij zeil hebben voorbereid? (Advertentie)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 9