„Rust in Nederland is slechts
schijnwant niemand weet wat
er wel onder de mensen
Vroeger fabrieksarbeider
A
Straks amechtig aanpassen,
is dat progressief beleid?
A'
„...pijn in mijn kaken van het
professortje spelen"
MEDISCHE AANDACHT VOOR
BEJAARDEN
commentaar
H mim
EXAMENS
Gereatrie in ontwikkeling
N.V SLAVENBURG'S BANK
Tf"!i w
J
- - p; k hM
U met 100 waarborg-
IBROEKMAN'S COMMISSIEBANK
ZATERDAG 12 JANUARI 1963
PAGINA 9
Sete
voor Incourante Fondsen N.V.
Verschenen:
Gids voor Incourante Fondsen 196S
Leidraad voor de Vermogens- en Inkomstenbelasting.
Prijs per exemplaar 3.
Amsterdam - Herengracht 444 - Tel. 38926*
vet
Prof. dr. E. J. Leemans:
Amper een minuut na de kennis
making hebben wij de basis voor
r een gesprek dat zes uur zou du-
i,Jullie Nederlanders zijn kruide-
zegt prof. dr. E. J. Leemans,
is 36 jaar en hoogleraar in de
jfipirische sociologie aan de Nijmeeg-
diversiteit. In Antwerpen is hij
tn t ren als zoon van een elektricien.
H Leuven heeft hij gestudeerd en na
at te hebben rondgekeken in de
heeft hij vijf jaar geleden zijn
"tree in Nijmegen geifiaakt met o.a.
e opdracht het Sociologisch Insti
jgt op poten te zetten; en dat is er
.P ook, met zeventien assistenten.
nagenoeg alle Vlamingen die naar
et noorden komen, voelde hij zich in
et begin een „onnozel Vlaminkje".
roen hij door het curatorium werd
..genodigd te solliciteren, was hij in
vijf
minuten onder tafel geveegd. Al-
ar>s, zo ervoer hij het. Edward Lee
v ana was echter allerminst een bleu
met te weinig woorden: in
op ven was hij als jong student al
P befaamd man, rijk aan initiatie-
P> de hartstochtelijke discussie-
oSfnd van filos°fen> vakbondsleiders,
jPP-ministers en parlementsleden.
dnrfde hii niet eens
in Nijmegen durfde hij niet eens
Zeggen wat hij moest gaan ver-
®Pen. Waar lag dat aan? Aan een
Pectief minderwaardigheidscom-
jlex van de Vlamingen? Of aan het
Pperioriteitsidee van de Nederlan-
®rs? Prof. Leemans meent achteraf
..e"ig dat daarvan sprake is. Maar
het alleen dat was, had hij er zich
ei doorgeslagen.
was hard geworden doordat het
hik in zijn Jonge jaren niet gemakke-
W was gemaakt. Fabrieksarbeider
tvJ? Mi geweest; twee jaar elke dag op
's "uik liggend 5.000 gaten boren, en
&,?v°nds was er alleen nog de puf om
Vuhe te lezen. Maar in de kring van
de®a"ise kaj otters had hij steun gevon-
tpC om te gaan studeren. „De Belgi-
V-.P® KAJ heeft een hele elite ge-
zeSt ..Jullie vinden die
VnA es van Cardijn kinderlijk, maar
t,"01" ons betekenen ze iets geweldigs.
on.D G,en prachtig stuk geloof in, dat
"s heeft gedragen."
de inleiding voor zijn intredings-
jede in Nijmegen voor 250 studenten en
'en aantal van zijn nieuwe collega's
J?erd er al een toespeling gemaakt op
r*Jh Vlaams gekleurde taalgebruik. Het
j as niet boosaardig bedoeld, maar prof.
Remans waande zich voorgesteld ais
boerenmannetje. Er viel hem iets
wat velen in Nijmegen zich nog
"ordelijk herinneren Hij begon:
UfOed Nederlands te spreken, is voor
hij tevreden dat hij nóg meer kritiek
heeft op België. Maar zover zijn we
nog niet. Eerst over het Nederlandse
superioriteitsgevoel: „Jullie vinden over
het algemeen dat jullie het verrekte
goed doen. Als ik hier met de vak
beweging ga praten, vinden ze dat ze
minstens 25 jaar vooruit zijn op do
Belgische en Franse vakbeweging. Ik
wil nu niet eens zeggen dat ze ver
waand zijn, maar jaat ik alleen deze
vraag stellen: Hoe kan Nederland met
een industrieel verleden van vijftien
j. ar denken dat het 25 jaar vooruit is
op België met een industrieel verleden
van een eeuw? Nu zijn ze er in België
van overtuigd dat ze 25 jaar vóór lig
gen op Nederland, ja, kijk, op die ma
nier begrijp je elkaar nooit. Jullie zeg
gen: moet je die idiote Belgen zien,
die bekogelen elkaar nog met stenen.
Daar begrijpen jullie niets van, hè. Wij
doen dat uit eerlijke overtuiging, maar
nog veel minder begrijpen jullie dat
wif de volgende dag weer als collega's
naast elkaar aan de werkbank staan.
Zo'n mars van 100.000 Vlamingen naar
Brussel, vinden jullie waanzin. Vanuit
jullie geheiligde standpunt heb je ge
lijk: het is verspilling van energie, van
feld, het schept chaotische toestanden,
[aar dat vinden wij niet zo belangrijk
hier niet grondig verandert. „De
arbeidsvrede in Nederland is slechts
schijn. Staking hè, dat vinden jullie een
onfatsoenlijk woord. Men heeft hier de
normen zo gesteld alsof staking iets im
moreels zou zijn. Jullie kruideniers zijn
altijd op het economische bedacht. Het
is economisch onverantwoord, zegt Mid
delhuis, en de mensen die over staking
praten, kunnen niet rekenen, dat zegt
hij immers. Maar ik zeg: jullie kunnen
niet méér dan dat, alleen maar reke
nen. Zeker, als je empirisch denkt, be
gin je geen staking, want dat geeft ver
lies. Jullie economie is een godheid.
Het na-oorlogse sociale welzijn in Ne
derland is uitsluitend door de econo
mie bepaald. Maar de economie is
slechts een heel klein onderdeeltje in
een groot geheel. Het totale rechtsbe
wustzijn van de mensen is hier zwaar
in de verdrukking gekomen. Je zult
eens zien wat er straks allemaal naar
boven komt borrelen aan onderdrukte
verlangens."
Beweren is gemakkelijker dan bewij
zen; hij beaamt het. Hij heeft de be
wijzen ook niet, slechts aanwijzingen.
je nodig, ter begeleiding, maar beleid
is een zelfstandige grootheid, boven de
wetenschappen
is de KAB-voorzitter Middelhuis
meent dat de laatste vijftien
jaar met overleg meer sociale
vooruitgang is gemaakt, dan in de
vijftig jaar daarvoor, trekt prof. Lee
mans een spottend gezicht. Hij is
bloedernstig. „Jullie mogen je econo
misch progressief noemen, maar jul
lie zijn schijtbeulen. Wat er door jul
lie economische woningbouwpolitiek
kapot gemaakt wordt, is enorm. Eco
nomisch hebben jullie geen enkel
risico'tje genomen, maar verder
De economische woningbouwpolitiek
bepaalt jullie kindertal, jullie flat
neuroses de mijne trouwens ook
jullie huwelijksmoeilijkheden. Daar
nemen jullie ontstellende risico's. En
Het rechtsbewustzijn van de mensen I omdat je je niet helemaal lekker
is nog heel primitief, hoe zouden ze het t,„. Kric. ■r>._+Qic
onder woorden kunnen brengen? Maar Seef je aan Trimbos en Bartels
geef mij een paar ton voor een natio-1 een paar miljoen voor de geestelijke
V,/
ra
Prof. Leemans op zijn instituut.
grond. De man die in staat zou zijn
heel zijn ontevredenheid over de ver
houdingen en de gang van zaken te
luchten, vindt hier niet eens een blad
of een radiozender. Men mag, zo zegt
prof. Leemans, hier alleen maar vraag
tekens zetten binnen een bepaald ka
der, maar men kan zich niet openlijk
afvragen of het kader wel deugt. Men
geeft hier geen /olledige informatie,
maar men gaat bedisselen wat het pu
bliek wel of niet kan verwerker,. „Mid
delhuis heeft gelijk als hij zegt dat de
gewone man niets meer begrijpt van het
sociaal-economische overleg. Maar er is
hier ook geen werkelijke informatie. Het
als de inzet. Voor ons is die mars een
logische gevolgtrekking vanuit ons ge
loof in de idee. Maar jullie .geloven
niet, jullie marchanderen altijd, daar
om zal Nederland ook nooit een heilige
voortbrengen, tenzij een on-Nederlandse.
Is hjj mijn gezicht ziet, schiet hij
in de lach. Maar hij trekt zijn
woorden niet terug. „Wij Belgen
vinden Nederlanders warhoofden. Ne
derlanders kunnen niet systematisch
denken. Ze denken empirisch. Een
Nederlander denkt van beneden naar
boven en als hij onderweg toevallig
een idee kan construeren, is dat mee
genomen. Zuiderlingen denken van
boven naar beneden, van de idee naar
de praktijk. Dat is ook niet goed, dat
zie je wel aan de vierde Franse repu
bliek. Daar was het ideaal van de
democratie benaderd, maar er was
geen rekening gehouden met de prak
tijk, zodat zij ten gronde moest gaan.
Het is vervelend uitgedrukt, maar de
grote kunst is het vinden van de mid
denweg."
Hij geeft mij ruimschoots de gelegen
heid om het niet met hem eens te zijn.
naai onderzoek, en Ik zal de bewijzen
leveren, ik zal aantonen wat er onder
de mensen leeft aan verwachtingen en
verlangens. Trouwens, dat onderzoek
zal er komen ook, over een jaar of drie,
dan ben ik er met mijn programma
aan toe.
Waarschijnlijk zal men er erg van
schrikken als ze zien wat er te voor
schijn komt. Aan de voet leeft heel
wat, zonder dat wij het weten. Ken
merkend is dat de ontwikkelingen daar
toch doorgaan en straks moeter, de or
ganisaties er in de looppas achter aan,
om zich amechtig aan te passen. Is
dat nou dat progressief sociaal beleid?
Dat is nog negentiende-eeuws, positi
vistisch! Wetenschappelijk verantwoord,
daar schermt men nog mee. Maar de
goede wetenschapsman moet juist zeg
gen dat hy het nooit helemaal weet,
dat zijn inzichten over tien jaar ze
ker anders zullen zijn. Wetenschap heb
volksgezondheid, om de gaatjes te
dichten."
Ook al meent prof. Leemans dat wij
de economie tot een godheid verheven
hebben, hij vraagt zich toch af of de
Nederlandse economie werkelijk het
laatste woord is. „Is het in België en
Frankrijk, waar ze met Congo en Al
gerije toch ook enorme klappen hebben
gehad, met de economie zoveel slech
ter gesteld? En daar gaat het toch wel
anders?"
Die vredige overleg-mogeltjkheden,
die Nederland gecreëerd heeft, acht hij
voor een goed deel op angst gestoeld.
Er is hier een ver doorgevoerde sociale
controle, zodanig, dat men, om de
woorden van prof. Kwant te gebruiken
zou kunnen spreken van „structureel
geweld". De sociale controle houdt een
deel van de vrije uitingen en de die
pere rechtsverlangens op de achter-
V. - xlcUClluliUo IC OjJI vf ACH) AO VUUA
voorlopig nog een mer boire,
"tin, ik hoop dat u wilt accepteren
"t ik de bonnefooi ben..."
- pe eerste tijd kon hij zijn flatje van
fjj'serie wel in elkaar trappen. „Ik had
run in mijn kaken van het professortje
?P®len. Een paar van mijn assistenten
lebben mij er over heen geholpen."
e maatschappelijke status van pro-
*ntSor vindt hij veel te hoog opge-
r~"r°efd„Je hebt je verantwoordelijk-
ei- -n en verder je medewerkers, zo-
|in zo veel functies."
g heeft markante verschillen tus-
tav. Nederlandse en Belgische men-
tioop t ontdekt. „Te veel om voorals-
in Groot-Nederland te kunnen ge-
den' ®elSië is veel meer op het zui-
h-P georiënteerd. In het gewoonste en
geringste zit al een verschil. Voor
ianJ gevoel is de omgang in Neder-
JjtJ" voor een deel gemechaniseerd. Ik
gen moeten leren wat ik moest zeg-
Vj "i( als er iemand op visite kwam
bo»- dat is nl zoiets met een
toen6 bloemen: O, wat enig.moet je
'ach f' met stemverheffing. Bij ons
cjh" Je maar eens. Je doet gewoon, je
bantpgt 'n Je hemdsmouwen en je
hier Is- Vlaamse collega's die na mij
WeL,aan de universiteit kwamen, heb ik
bun ys moeten' maken, zodat ze niet
Va"glif"ten op Psmtoffels zouden ont-
Ik
ttigL moet hem tegenwerpen dat Nij-
g6p®en Nederland nog niet is, en ook
bee" Amsterdam of Rotterdam. „Nee,
vi vindt hij ook.
<Wa, vijf jaar Nederland is het zover
"u „zowel het Vlaamse als het
bgrf. Lbhdse klavier kan bespelen". Hij
dat hii lflnPznmprhflnH nr» rip
.dat hij langzamerhand op de
bij ls van de formules waarmee
hjj r™ vaak gesprekken verlopen, dat
druwi? de voorraadjes zinnen en uit-
Öie *'hgen tot zijn beschikking heeft
„Wei in allerlei situaties gebruiken.
WeoiX!S n dat Nederlanders altijd een
help spelen, met een tekst die de
verffaH„a- al k®nt. Als jullie in een
"iet ng willen zeggen dat je het er
v^Le.,eens bent> zeS Je: Mijnheer
dermic er"- °°k is een goeie
bonder* *n i3?'" en dan uit Je met
Snaren 50ekJes eromheen enige be-
^ederia«Pat is een r°l. dat zijn de
?recioo Ase, sPelregels. Bij ons doe je
Je on j J? thuis bent en je maakt
"et j ezelfde manier kwaad als je
doen "ls zou hebben gedaan. Belgen
"PreeL- oner' in hemdsmouwen. Ik
Zijn I, geen oordeel mee uit; het
"rofes«n spelregels. Hier kun je een
SPbelion een burgemeester rustig
Bei»-x0m een afspraak te maken,
"and ifL JV'.Je hem met je mooiste
ais io bri®f moeten schrijven. Maar
Je „.„eenmaal binnen bent, dan speel
"ee noe-hoort-het-spelletje meer,
farn'e„ ls aUes gewoon en drink je
"ebt." n biertje, als je er trek in
te&a"deweg komen wij op fundamen-
?'et v«-rs?'"en' HJJ geniet ervan, ge-
tu,P ziJn tegenwoordige positie tus
ker stoelen in. Als hij later onge-
*t%i hele degelijke vaderlandse be-
"dersteboven heeft gehaald, zegt
Maar hij blijft bij zijn mening. „Den
ken is niet alleen maar vraagtekens
plaatsen. Om te beginnen moet je er
gens van uit gaan. Het is ook geen
kwestie van progressief of conservatief
zijn. De meest progressieven, laat ik
Marx noemen, Marx ging uit van be
paalde axiomata en verwerkte fenome
nologische feiten."
Ik vraag hem een summiere verge
lijking te trekken tussen de Nederland
se en Belgische geloofshouding.
„De aanwezigheid van protestanten
en katholieken In één land heeft geleid
tot een bewuster geloofshouding in Ne
derland. Het heeft geleid tot zuilen, en
dat is een groot goed geweest bij het
vinden van modaliteiten, van duidelijk
gerichte gedachten en gevoelens. Maar
je vindt hier tegelijkertijd meer ver
warring, juist doordat Nederlanders
niet systematisch kunnen denken. En
in België, een katholiek land, heeft de
situatie geleid tot cléricalisme Met als
enige tegenpool het anti-clericalisme
Dat is bedroevend genoeg."
Beide situaties illustreren zijn eerdere
gedachtengang. Het bestaan van zuilen
rust immers niet op een idee, maar op
de omstandigheden. En toch vindt hij
de zuilen een groot goed? „Ja, de stu
denten die ik op de zuilen hoor schimpen
zeg ik alleen maar: Ga eens een kijkje
nemen bij de Belgische nationale om
roep, dan zie je nog eens een pan. Maar
het bestaan van zuilen is in de grond
van de zaak iets onzuivers, want dat
brengt je tot de katholieke geitenfok-
vereniging en tot de kapelaan die het
voetbalelftal opstelt."
„Die elftalcommissie in zwarte toog
hoort eerder bij het clericalisme dan bij
de zuilen," moet ik onderbreken, „bo
vendien begint dat al aardig verleden
tijd te worden."
Hij protesteert. „Hoe lang is het ge
leden, één of twee jaar, dat de Neder
landse bisschoppen de mensen in twee
woorden vertelden wat ze onder „de
standen" moesten verstaan? Zou men
dat niet beter aan de deskundigen kun
nen overlaten? Over het standsbegrip
is namelijk meer geschreven dan de
universiteitsbibliotheek kan bevatten.
Dit soort clericalisme bestaat nog,
maar inderdaad zal dat steeds tneer
verminderen. Nu echter klaagt de cle
rus: Als wij ons overal moeten terug
trekken, wat moeten wij dan nog doen?
Dan mag ik toch wel zeggen: Man, je
kent je taak niet. Wat zijn taak is, hoef
ik hem toch niet te vertellen. Dat moet
hij vinden in het Evangelie. Het pas-
toorke van Ars had daar geen pro
blemen over."
De vergelijkingslijn met België is In
middels verloren gegaan. Prof. Lee
mans gaat speertjes gooien op het rood-
wit-blauwe bord. Als hij in België is,
werpt hij weer op rood-geel-zwart. Hij
oppert dat ons land binnen vijftien
jaar te kampen zal krijgen met sta
kingen en andere onlusten, als de zaak
is allemaal te eenzijdig-schoolmeesterig.
De Nederlandse neiging tot paternalis
me is voor een goed deel de oorzaak
van het verdrongen rechtsbewustzijn.
Geef de man de vrijheid, daar groeit
hij het beste van. Wat is dat voor iets
onzedelijks om te geloven dat de men
sen hun vrijheid niet aankunnen! Laat
de mens zijn vrijheid en zijn verant
woordelijkheid. De nonsens dat de werk
gever zich kwelt met de vraag: wat
doen mijn arbeiders met de vrije za
terdag? Om maar iets te noemen. Weet
je waar ze hier goed in zijn? In secun
daire voorzieningen. Een muziekje bij
het werk in de fabriek, dat vermense
lijkt de arbeid, zeggen ze. Zeggen ze,
maar arbeid aan de lopende Dand is
helemaal niet te vermenselijken. Ar
beid is middel, en het verwezenlijken
van het menszijn kan niet met die
stomme lopende band gebeuren. Het
menselijke zit in het samenzijn, de soli
dariteit met Je collega's; camaraderie
ouvrière, dat is heel wat anders dan
die suikerzoete human relations, waar
ze tegenwoordig zo gek op zijn. Daar
kun je als werkgever niet veel aan
doen, en als vakvereniging niet veel, ze
kunnen het voornamelijk dwarszitten
met paternalisme en te veel secundaire
voorzieningen, Je onderdrukt er de die
pere, wezenlijker verlangens mee, maar
dat zou je op de duur wel eens kunnen
opbreken."
Op mijn lippen brandt de vraag wat
hij hierover in België allemaal zegt,
maar op dit moment kruipt hij ineens
in zjjn schulp. „Ik sla hier maar kreten
uit, waarover ik een jaar lang colleges
zou kunnen geven. Het zjjn zo de din
gen die bij ons op het instituut in de
loop van de tijd ter sprake komen. Dan
gaat het wel eens hard tegen hard. Dat
hindert niet, dat is goed.
Hij geeft toe dat de vrijheid hier wel
zó groot is, dat hij best een weg zou
kunnen vinden als hij zou willen pu-
bleceren wat hem op het hart ligt. De
„Sociale controle" zal terugslaan, dat
zeker, maar wat dan nog.
En later zegt hij dat hij zich wellicht
heeft voorgedaan als een herrischopper,
maar dat er in de college-sfeer rustig
en gedegen wordt gewerkt om een
sociologie op te bouwen.
HENK SUèR.
(Advertentie)
7 BELEGGING van kas-
en geldmiddelen op
A I termijn.
I A Interess. mogelijkheden
Rentevergoeding tot
per jaar.
Vragen om Inlichtingen worden strikt ver
trouwelijk behandeld door:
M. A. C. PRUYS VAN DER HOEVEN
Bedrijfsadviseur
Scholtenstraat 25, Leiden, Tel. 0171023797.
NIJMEGEN, 11 jan. Kand. ge
neeskunde deel I: Je dames E M. Th.
de Cuba (Nijmegen), Th. M. Jorna
(Hengelo) en de heren A. L. Eekhout
(Tilburg) J. H. M. Carben (Wierden),
W. B. K. M. V. de Goey, (Overveen),
J. H. C. L. Hendriks (Nijmegen), J. W.
M. Hermsen (Vlissingen), J. H. Hobbe
(Hank)geslaagd voor tandheelkunde
deel 1: de heren H. M. Berns (Ensche
de) J. J. M. van Cruysen (Arnhem), F.
M. J. Frenken (Heythuizen)C. J. M.
Hazenberg (Boxtel), J. M. Onland (Am
sterdam). J. P. A. M. Smeekens (Rijen.
AMSTERDAM, 12 jan. Universiteit
van Amsterdam. Kand. geneeskunde dl.
1: C. L. Alons (A'dam), W. G. van Ar-
kel (Haarlem), mej. A. P. Baas (Hoo-
geveen), J. Bavinck (R'dam), G. A.
Boschma (Ommen), Z. D. Goedhart
(Hilversum), G. J. Hazenberg (IJmui-
den), P. J. v.d. Maas (Arnhem), R. J.
Meyer (A'dam), K. H. Schliessler (A'
dam), J. A. Slappendel (Bleiswjjk),
mej. J. M. Tak (Middelburg), mej. J.
H. van Tongeren (Oegstgeest) en P.
W. B. Reddingius (Purmerend).
BREDA, 11 jan. St. Franciscus-
kweekschool: J. v. Ginderen, Tilburg;
D. v. Gulik, Lage-Zwaluwe; L. Hontelé,
Roosendaal; A. Lips, Breda; C. Priem
Het Schijf; C. Raeijmaekers, Breda;
M v. d. Sanden, Breda; J. Vergouwen,
Hoeven; A. Vriends, Zundert; J. Witha
gen, Breda.
(Advertentie)
(Van een medewerker)
We zijn bijzonder verheugd, dat in
de afgelopen week ook de Eer
ste Kamer heeft ingestemd met
het wetsontwerp van minister
Klompé. dat het toezicht op de be
jaardenoorden regelt. Dit is te zien als
een niieuwe stap in de noodzakelijk
toenemende aandacht voor onze, in
aantal steeds stijgende oudere bevol
king. Zowel bij de behandeling in de
Tweede Kamer als ook nu weer in
onze Senaat, heeft minister Klompé er
nadrukkelijk de aandacht op gevestigd
dat het zeker niet de bedoeling van
deze overigens hartelijk begroete wet
is, te bevorderen dat onze bejaarden
in toenemende mate zullen worden op
genomen in bejaardenoorden, onder
welke naam die overigens ook bestaan.
Integendeel. Hoewel de oudere mens,
tengevolge van zijn uitschakeling uit
de produktieve levensfase in een voor
hem geheel nieuwe situatie komt te
verkeren, betekent dat bepaald niet dat
hij nu voortaan als een soort sukkel
moet worden beschouwd. Heel bewust
hebben we er in Nederland naar ge
streefd de mogelijkheid voor iedereen
te bereiken, dat hii of zij aan het eind
van een arbeidzaam leven nog enkele
jaren van een verdiende rust mag ge
nieten. Maar van rust genieten vereist
een zekere mate van zelfstandigheid,
zowel in de materiële als in de imma
teriële zin van dat woord. Met de ma
teriële kant van de zaak beginnen we
nu aardig op te schieten, ook al zijn
we nog lang niet voor allen aan het
eindstation. Maar via een verdere af
bouw van de A.O.W. en de Bedrijfs-
pensioenen, kunnen we niet alleen zeg
gen dat er aandacht voor de zaak is
maar ook dat er toch wel schot in zit.
Het maatschappelijk werk en meerdere
vormen van gezondheidszorg zijn ook
reeds enkele jaren bezig zich te oriën
teren op wat wij hierboven de immate
riële aandacht noemden. Er zijn be
paalde opleidingen voor bejaardenver
zorgsters. bij vele bejaarden-huisvestin
gen zijn service-diensten en verzor
gingscentra, en voor zover wij die op
leidingen hebben Ieren kennen, menen
wij te mogen zeggen, dat men zich
daar inderdaad instelt op een zodanige
begeleiding van de oudere mens, dat
deze minstens het gevoel heeft zich zelf
te kunnen zijn en heel lang ook te blij
ven. Dit alles gaat op zolang die be
jaarde zich in een redelijke mate van
lichamelijke gezondheid mag verheu
gen.
Heel anders komt de zaak te lig
gen wanneer ht) wordt getroffen
door een chronische ziekte. Wan
neer er dus een lichamelijke in
validiteit ontstaat, waardoor hij bijv. de
handelingen t.o.v. het eigen lichaam
niet meer in redelijke mate kan ver
richten, dan is de ergste vorm van
invaliditeit ingetreden die men zich
denken kan. Voorheen gold, dat wan
neer zulk een ramp een bejaarde trof,
dat hij dan maar te bed moest blijven
liggen in afwachting van de verlossen
de dood. De ergste vorm, welke ln dit
opzicht bekend is, is wat men door
gaans een attaque of een beroerte
noemt. Daardoor ontstaan niet alleen
lichamelijke verlammingen, maar in
zeer veel gevallen treedt ook een ge
deeltelijk en vaak zelfs totaal verlies
van het spraakvermogen in. De ernstig
invalide maakt vaak de indruk weer
geheel tot de staat van het kind-zijn te
zijn teruggekeerd. We vonden het zie
lig, maar stonden er machteloos bij.
Volgens medici is langdurige bedrust
op zich weer een oorzaak van allerlei
btjkom^ide ziekten en ziekteverschijnse
len, en bevordert tenslotte in vele ge
vallen het overlijden in niet geringe
mate.
Nu heeft zich in de medische weten
schap een nieuw specialisme ontwik
keld, bekend onder de naam gereatrie,
dat om het maar populair te zeggen
betekent: de medische randacht voor
de bejaarde mens. De vraag is, of dit
specialisme vergeleken kan worden
met andere die we reeds lang kennen.
Iedereen kent de oogspecialist, de kin
derarts, de psychiater, de oor-, neus-
en keelspecialist, enz. Deze specialis
men hebben een wettelijke erkenning
en kennen een speciale opleiding op de
universiteiten en in de academische
ziekenhuizen. De gereater evenwel la
een nog niet erkende specialist. Toch
zijn de prestaties, die in één bepaald
ziekenhuis van ons land in dit opzicht
worden geleverd, zodanig dat het de
aandacht verdient en dat serieus de
vraag moet worden gesteld, of niet een
erkenning van dit specialisme dient te
worden bevorderd.
We hadden het voorrecht een be
zoek te mogen brengen aan het
ziekenhuis „Zonnestraal" te Hu-
versum, waar dr. J Th. R.
Schreuder met zijn staf zich heeft ge
specialiseerd op de revalidatie van
chronisch zieken, vooral bejaarden. Let
wel, wij pretenderen uiteraard niet ne
zulk een kennismaking, een afdoend in
zicht te hebben in de gereatrie, noch
menen we voldoende deskundig te zijn
om een oordeel te kunnen geven. Maar
wie de feiten daar constateert moet er
kennen, dat hier een ongelooflijk groot
goed wordt verricht aan mensen, die
normaliter geheel zouden zijn afgeschre
ven. Dr. Schreuder zelf formuleerde het
op een gegeven moment zo: „Wanneer
mijn patiënten hier tien weken zijn,
begin ik zenuwachtig te worden en dan
zeg ik: ze zijn hier al tien weken. An
deren, en soms ook de patiënten zelf,
zeggen: ze zijn hier pas tien weken."
Deze formulering duidt er op, dat deze
geneesheer van oordeel ls, dat het on
der bepaalde omstandigheden mogelilk
is mensen, die voorheen chronisch bed
legerig hun dood moesten afwachten,
in zodanige mate te revalideren, of
wil men, te re-activeren, dat de aller
ergste vorm van lichamelijke invalidi
teit is verholpen, dat het spraakvermo
gen in zodanige mate is teruggekeerd,
dat weer gesproken kan worden van
enig zich zelfstandig handhaven.
We hebben gezien, hoe de spraalde-
raar erin slaagde, de afwezigheid van
het spraakvermogen weer om te zet
ten in een actief en passief taalgebruik;
hoe de gedeeltelijk verlamde leerde
met de nog goede linkerhand zich uit te
drukken in tekening en borduurwerk;
hoe met enthousiasme bejaarde, ver
lamde mensen met behulp van allerlei
loopinstrumenten heel langzaamaan zich
weer leerden voortbewegen. We zijn in
oprechte bewondering voor dit werk
vertrokken met het vaste voornemen,
meer bekendheid te geven aan deze
bewonderenswaardige geduldsarbeid, die
de bejaarde weer een klein stukje le
vensgeluk hergeeft.
De ironicus, dr. Schreuder, merkte
op een gegeven moment op: Jonge
idealisten stellen vaak, dat voor de
gezondheidszorg het beste nog maar
net goed genoeg is. Maar het lijkt er
op, dat, wanneer het om bejaarde men
sen gaat, het goedkoopste nog niet goéd
koop genoeg is." Natuurlijk vereist zo'n
behandeling in het ziekenhuis „Zonne
straal" een grote, een intense nazorg.
De huisgenoten van de patiënt zullen
zich moeten aanpassen bij de nieuwe
levensgewoonten van hun bejaarde huis
genoot. Zij zullen moeten meewerken
en ook zij zullen zich dienen om te
schakelen. Bovenal zal de gemeenschap
het geld moeten opbrengen, om in tal
van ziekenhuizen een gereatrische af
deling tot stand te brengen. En dan
komt natuurlijk de vraag: Is het ons
dat waard? Is dit eigenlijk een vraag?
Moeten we niet blijven herhalen, dat
wat wij nu hebben, wat wij nu zjjn,
dat we dit te danken hebben aan de
mensen, die nu niet meer tot werken
in staat zijn? Wij mochten beginnen,
waar zij eindigden. Is het dan geen
zaak van rechtvaardigheid, dat we hen
laten meeprofiteren van wat zij zeil
hebben voorbereid?
(Advertentie)