fetFS Caitskells dood Labour voor MEMISA Parate onderneming voor directe hulp Jaarlijks appèl w E Oud-KNIL -overste bekent postzegelvervalsing IIaagse veilinghouder had voorgevoel van knoeierij Over obers als levenstaak Het kantoor Verduistering ten behoeve van hobby ïWEl PUROL A. A. Schoevers SPOTSPIEGEL N> lQ?CKrff, Afscheid ff-id en handen ruw? <$sd3H Ana,taslua' MlsP-'™^U-a' b,sschop" ZATERDAG 19 JANUARI 1963 PAGINA 5 «s\ I f Hugh Todd Nay lor Gaitskell werd geboren op 9 april 1906. Hij ontving zijn gym nasiale opleiding op de beroemde kostschool van Winchester en studeerde vervolgens filosofie, economie en politiek aan de uni versiteit van Oxford op New Col lege. Van 1933 tot 1934 was hij Rockefeller Fellow. In 1938 werd hij benoemd tot hoofd van de af- de" g politieke economie van het University College in Londen Van 1940 tot 1942 was hij eerste privé-secretaris van de minister voor economische oorlogsvoering. In 1946 werd hij benoemd tot par lementair secretaris van de minis ter voor brandstof- en energie voorziening. Van 1947 tot 1950 was hij zelf minister van dit de partement. In 1950 volgde zijn benoeming tot minister van staat voor economische zaken. In het zelfde jaar volgde zijn benoeming tot kanselier van de schatkist, een post welke hij verloor toen de conservatieven het jaar daarop de algemene verkiezingen won nen. In 1955 volgde Gaitskell Attlee op als leiaer van de La- bour-partij en leider van de op positie in het parlement. Van Gaitskells hand verschenen onder meer de volgende werken: „Char tism" (1929), „Money and Every day Life" (1939) en „The Chal lenge of Coexistence" (1947). De angst van een Afrikaanse moeder om haar zieke kind is een smeekbede om hulp, wélke wij kunnen geven. tUrëische Weekkalender n" Drie- „MAAtrd - «roen. d- H. n MiI3aG: H a t>j,,„ s rood' Bne*' maagd-martelares; ère'dofapgre;a vDr,Cd. nadruk verboden rBUSHALTf (Van onze Londense correspondent) Het heengaan van Gaitskell is de zwaarste slag welke de Labour-par- tij heeft ondergaan sedert het over lijden van Aneurin Bevan. Toen Gaits kell in 1955 de leiding overnam van Attlee. stond hij voor de schier on mogelijke taak eenheid te herstellen in een ernstig verdeelde Labour-nar- tij. Achtereenvolgens dreigden de kwes ties van verdere nationalisatie en van Unilaterale kernontwapening de par tij van onder tot boven te splijten. Maar ondanks de felle aanvallen van de linker vleugel slaagde Gaitskell er in de partij te redden, en geduren de de laatste achttien maanden won Gaitskell voor zichzelf een politieke gezagspositie, welke eerbied afdwong zowel bij zijn partijgenoten als bij zijn politieke tegenstanders. Gaitskell was een man van grote in tegriteit en grote politieke bekwaam heid, welke laatste hoedanigheid hij evenwel eerst laat ontwikkelde. De kans is groot dat een verbitterde strijd zal volgen over de kwestie van het opvol gerschap. George Brown, de waarne mende leider, wordt verfoeid door de linker vleugel en hij heeft meerdere malen gebrek aan politieke tact ge toond. De man met de beste papieren is Harold Wilson, minister van handel in het laatste Labour-kabinet. Maar som mige van Wilsons partijgenoten ne men het hem kwalijk, dat hij in de grote interne con..lcten van de Labour- partij te vaak en te lang heeft gepro beerd de kat uit de boom te kijken. Het is zeer wel mogelijk, dat men een com promisfiguur zal zoeken, zoals Attlee destijds geheel onverwachts tot leider werd gekozen van de Labour-partij, toen men het niet eens kon worden over een keuze tussen de beide meest voor de hand liggende kandidaten. DEN HAAG, 19 jan, Bij KB is aan de dirigerend officier der rijkspoli tie mej. mr. A. A. Schwartz, inge deeld bij de staf van de territoriale inspectie van het korps rijkspolitie in het ressort Amsterdam, op het door haar daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend. DEN HELDER, 19 jan. Het com mando ovet smaldeel I is gistermid dag overgedragen door commandeur H. M. van den Wall Bake aan de tijde lijk tot commandeur bevorderde kapi tein ter zee A. J. Marcus. (Van onze missiologische medewerker) „O.L. Heer begon altijd eerst de zieken te genezen. Zo gaat het hier ook. In Holland heeft men geen be sef Van de echte nood die hier is. U heeft groot gelijk, als u <le onmid dellijke rechtstreekse medische hulp blijft stellen als uw doel. Al die groot scheeps© studies en tienjarenplannen zijn prachtig op papier. Maar nu sterven ©r kinderen van ondervoe ding en gebrek en tropische ziekten. Nu zitten we In de misère. Die an dere acties zijn voor de regeringen die zich hun verantwoordelijkheid be wust moeten worden. Ik kan geen le ven redden met te vertellen, dat over 50 jaar de kinderen dank zij nieuwe huizen enz. geen wormen meer zul len hebben. Laat die plannenmakers eens komen kijken. Deze week weer drie vrouwen het leven gered die zon der inspuitingen van de MEMISA ze ker doodgebloed waren. Dank! Blijf, blijf helpen. De nood Is zo ontstel lend groot!!" Over de volle voorpagina van het tweemaandelijkse orgaan van de Medische Missie-Actie, „MEMI- Nieuws", stonden enige tijd geleden deze regels van zekere zuster Alphon- se uit Congo in fors handschrift af gedrukt. Een kreet recht uit het hart van een van de 8500 uit Nederland afkomstige missionarissen, waarvan zeer velen da gelijks tegen onoverzienbare bergen van menselijk leed aanlopen. En de nabij heid van zoveel acuut leed moet ver lammend werken, wanneer je als ge schoold verpleegster of verpleger de meest voor de hard liggende hulpmid delen moet missen. „Als n soms nog e©n gipsschaar voor ons hebt, zouden we er heel blij mee zijn; nu doen we het met een spijker", aldus een stem uit Rhodesié. „Ik zit al te hunkeren naar de zen ding van de MEMISA. De arme Pyg meeën komen dagelijks in groten ge tale. Daar zijn baby's onder van hoog stens zes tot negen maanden, die let terlijk worden opgevreten door de wormen", zo schrijft een missionaris uit de Congo-Brazza. „Enkele weken geleden was de Bo liviaanse dokter van de UNO hier en bekende, dat hij zó krap in alles zat, dat hjj zelfs liet bloed bij ope raties moest stelpen met.... kloset- spier", aldus een missionaris uit ongo-Leo. En een verpleegster uit Kenya: „We zitten te springen om piton. Zou het mogelijk zijn alvast een paar flesjes per air mail te sturen? Ik heli al overal geprobeerd en kan niets krijgen. Deze week stierf een jonge moeder omdat we niets hadden." ie zulke kreten om directe hulp naast zich neerlegt als valse dramatiek, ls een wreedaard. Wie de onrust en angst in het hart van een Afrikaanse moeder om haar zieke kind, als afgebeeld op bij gaande foto. onbewogen voorbij gaat, pleegt een aanslag op eigen mense lijkheid. Te meer. als hjj weet, dat de angst van deze Afrikaanse moeder uit Opper-Volta verstikkend is. omdat haar kind de dood nabij is... vanwege de mazelen, bij ons een overwonnen ziekte en ginds nog oorzaak van vijf tig procent van de kindersterfte tussen één en drie jaar. n toch, ja wat ls het een zegen, dat vele plannenmakers" wel in Azië en Afrika hebben rondge keken. Hun onderzoekingen én er varingen hebben pas inzicht verschaft in de noodzakelijke aanpak om met blijvend resultaat de gezondheid van vele miljoenen medemensen *te bewer ken en te beveiligen en schrijnende nood effectief te lenigen. Ontwikke lingsopgave opent een hoopgevend per- maar hoe gecompliceerd de rauw ont dekte opgave voor deze mondiale hulp moge zijn, alleen die grootse ontwikke lingsopgave opent een hoopgevend pers- spectief. Vanuit westerse maatstaven bekeken moet men vaststellen, dat ..de basis voorzieningen ontbreken die te on zent door elke medische verzorging AMSTERDAM, 18 jan. De waarde van vele door een selecte kring van filatelisten aangelegde verzamelingen van poststempels van voor de Invoe ring van de postzegel (midden vorige eeuw) daterende oude Indische en Fran se brieven, is volgens informaties van het AA.P. dubieus geworden. De Amsterdamse jnstltie gaat een strafvervolging Instellen tegen de 75- jarige gepensioneerde K.N.I.L.-overste, R.E.PJVÏ. nit Bussum, die wordt beschul digd van oplichting of poging daartoe. Uit een omvangrijk, door de Haagse rijksrecherche ingesteld onderzoek ls volgens de justitie geblckeit, dat de be jaarde Bussumer gedurende meer dan tien Jaar oude poststempels heeft nage maakt, oude brieven ermee heeft ge stempeld en deze als echt en onvervalst in de handel heeft gebracht. Ook heeft M. volgens de justitie van gebruikte postzegels de stempels ver wijderd en van nieuwe gom voor zien. Beschadigde postzegels zou hij hebben gerestaureerd o.m. door ze met een op maat geslepen haakpen van nieuwe tandingen te voorzien. Binnen drie uur maakte hij de meest ingewikkelde poststempels uiterst knap na. In justitiële kringen noemt men M. „de tweede Van Meegeren". Ook wordt deze man, die voor de oorlog vele functies in filatelistische verenigingen bekleedde en in 1934 een gouden medaille won op een filatelis tische tentoonstelling, in officiële krin gen „de grootste poststempelvervalser en één van de grote postzegelvervalsers ter wereld" genoemd. Omtrent de omvang van deze eind 19o9 door het voorgevoel van een Haag se postzegelveilinghouder aan het licht gekomen knoeierij staat niets vast. De verdachtezelf gelooft, dat hjj in de loop der jar 400 a 500 brieven yoor enkele duizenden guldens heeft verkócht De verantwoordelijkheid voor het in de handel brengen legt hij op de schou ders van de veilinghouders, die hjj niet op de hoogte stelde van zjjn manipu laties, omdat hem daarom niet was ge vraagd. Het vooronderzoek in deze zaak dat bijna twee jaar duurde, is kortgele den voltooid. Binnenkort zal een dag vaarding tegen M. worden uitgebracht. De behandeling van deze vervalsings affaire voor de Amsterdamse rechtbank kan binnenkort worden tegemoet gezien. De rijksrecherche heeft tiidens de huiszoeking bjj M. in april 1960 ruim driehonderd vervalste linoloumstem- pels en sehabionen van celluloid in beslag genomen, alsmede grote hoe veelheden inkt, verf. eigengemaakt waskrjjt. chemicaliën, ongeveer dui zend gestempelde en ongestempelde brieven, honderden uit Indië afkom stige en door Chinese tekenaars na getekende grondtekeningen van stem pels en een grote voorraad oud pa pier. De in 1934 gepensioneerde M.. die in 1924 met het verzamelen van „echte" poststempels was begonnen en die tot het einde van de laatste wereldoorlog directeur was van de ronrtzendoentrale van de Nederlandse Vereniging van Postzegelverzamelaars, heeft tegenover de rijksrecherche een bekentenis afge legd. Het aantal gedupeerden zal volgens ingewijden niet groot zijn, omdat het aantal eo-filatelisten zeer gering is maar er staan wel flinke bedragen op het spel. Een Haagse veilinghouder ontdekte eind 1959, dat van M. ter veiling ont vangen poststempels vermoedelijk vals waren. De stempels klopten niet met de data van de brieven. Hjj stapte ermee naar de politie, nadat de grote verza- ermee verza melaar mr. ,W. S. Wolff de Beer uit Huizen de vervalsing had bevestigd. De afdeling falsificaties van het ministerie van^Justitie werd met het omvangrijke en tijdrovende onderzoek belast. Het na maken van poststempels is in ons land niet strafbaar (van postzegels wel), maar wel het als echt en onvervalst in de handel brengen. (Reeds gedeeltelijk geplaatst ln vorige editie) APELDOORN, 19 jan. De Zut- ohense politie is overgegaan tot arres tatie van een 44-jarige boekhouder-be drijfsleider uit Brummen. Hij wordt verdacht van verduistering ten nade le van zijn werkgeefster tot een be drag, dat tussen de 30.000 en 35.000 gulden ligt. De man eigende zich deze som in een tijdsbestek van een zestal jaren toe. Hij kon dat vrij eenvoudig doen, omdat hij het volledige vertrouwen ge noot; van accountantscontrole op zijn handelingen zou geen sprake zijn ge weest. De boekhouder is een harts- stochtelijk postzegelverzamelaar. Hij zette het verduisterde bedrag bijna geheel om in postzegels. De politie nam een tiental welgevulde albums met dikwijls zeer kostbare exemplaren in beslag. besluiten te verwachten zijn. Dat bö de plannen van de R.K. Artsenvereniging op de ervaringen mede van de ME MISA wordt ingehaakt, is een blijk van gezond verstand. Morgen doet de MEMISA op ons al len een appèl, in de jaarlijkse MEMI- SA-collecte. Het laatste woord heeft een onsympathieke klank, maar Is dui delijk van betekenis. Het werk van de MEMISA is meer dan sympathiek. voorondersteld worden en waarmee de medici hier zicih dus niet bezig hoeven te houden, bv. een minimaal noodzake lijk voedselpakket, het schoonmaken van voedsel, de vuilafvoer, aanwezig heid van drinkbaar water, de zindelijk heid op lijf en woning, de gewone ziek teverzorging thuis", aldus prof. dr. J. A. Ponsioen op de Algemene Jaarver gadering van de r.-k. Artsenvereniging Schriftwoord: „In welke stad of welk en Gezondheidszorg, mondiaal vraag stuk". Medische zorg in ontwikkelings landen vraagt een allround sociale aan pak. „Een hard-werkende, individuele arts ergens in het achterland gedropt, kan ontzettend veel goed doen, maar voor het ontwikkelingswerk telt hij niet meer dan een steen in een vijver, die het water tijdelijk in beroering brengt, maar waar alles na zijn vertrek weer stil valt, weer op de oude voet doorgaat" Ziedaar het nooit aflatende, nijpen de dilemma waarvoor de MEMI SA staat. Allround aanpak op lang zicht is de enige weg en op lossing. Maar intussen stapelen de kre ten om hulp in de acute nood zich op het Centraal Bureau van de MEMISA aan de Heemraadsingel 334 te Rotter dam zich op. De missionaris kent het Schriftwoord: „In welek stad of welk dorp gij komt geneest de zieken die er zijn en zegt hun: Het Koninkrijk van God is u nabij." (Luc. 10. 8-9). Hoe gelukkig, dat in steeds breder kring de ontzettend grote opgave tot allround sociaal-medisch ontwikkelings werk onder de loupe en ter hand wordt genomen. Hoe gelukkig evenzeer, dat de MEMI SA allereerst en zo veel mogelijk wil klaar staan in de noden van het ogen blik. ais een onmiddellijke zorg voor de zieke medemens en als zodanig ook als een missionaire zorg. Een parate in stantie als de MEMISA moet er ook zijn. Intussen zou men het werk van de MEMISA schromelijk onderschat ten met te menen, dat haar werk niet verder reikt dan de verschaf fing van gipsscharen en verbandgaas, al kan ooft reeds daarmee echt men selijk leed worden verlicht. In 1955 stonden in het maandblad van de MEMISA deze opgetogen re gels; Het is waarlijk geen alledaags gebeuren: de MEMISA kreeg de hon derdduizend!! Dank zij aller medewer king is onze droom werkelijkheid ge worden: de vurig begeerde ton voor onze missionarissen kwam in ons be zit. Op donderdag 10 maart maakte de afdeling Den Bosch met' haar giro- overschrijving de honderdduizend vol! Dit was toen het resultaat van de jaar lijkse MEMISA-collecte. In 1961 werd met de jaarljjke voorjaarscollecte de negen ton overschreden! Vorig jaar mikte men, maar nog tevergeefs, op het miljoen. En als men dan overziet wat daar mee alleen in 1962 zoal gedaan kon wor den, moet men erkennen, dat de MEMI SA op duidelijke wijze de weg opgaat naar hulp van langer adem: 266 zie kenhuisbedden. 15 instrumententafels, 10 sterilisators, 2 röntgentoestellen, 26 verlostassen, 18 microscopen, 9 ijskas ten, de inrichting van 13 kraamzalen, 5 operatiekamers. 4 laboratoria en 24 poliklinieken. Bovendien zijn door bemiddeling van de MEMISA momenteel 15 artsen. 40 verpleegsters, één apotheker en twee analisten in ontwikkelingslanden werk zaam. De MEMISA draagt voor hen en hun gezinsleden voor onbeperkte duur de kosten van ziekenhuisverzeke ring en toekomstige terugreis. Dit zjjn enkele grepen uit veel langere over zichten. et deze medische hulp blijft men nog hoofdzakelijk binnen de cu ratieve sector „directe me dische hulp blijft het eerste doel" en deze hernieuwde doelom schrijving werd door de missionaris sen ontvangen „met een zucht van verlichting' toch opende de verrui ming van middelen ook mogelijkheden voor ondernemingen var verder strek kende betekenis. De MEMISA heeft op het ogenblik de bouw onderhanden van twee ziekenhuizen: te Papare in Ghana en te Kunri in West-Pakistan, tezamen in de eerste phase een som van hon- derd-vijf-en-dertig-duizend gulden vra gend. Bovendien zijn de contacten met de R.K. Artsenvereniging, welker aan- dach inzake ontw'kKelingswerk aller eerst uitgaat naar preventieve medi sche zorg, momentee' zover gevorderd, dat binnenkort concrete samenwerkings- Je hebt obers en obers. Ruw geschetst valt dezo overigens zeer verdienste lijke maatschappelijke ca tegorie in twee uiter sten uiteen. De vertegen woordiger van het eerste is een man, die u bij uw binnentreden hooghartig beziet en u uw borrel toe schuift op de wrevelige manier van iemand, die iedere dag weeraan be seft dat elke bezoeker een poten tiële drankzuchtige is. Als u uit de kaart iets te eten kiest, laat zijn gelaatsuitdrukking er geen twijfel over bestaan, dat u precies de ver keerde keuze heeft gedaan. Hij brengt u dan ook gras met gegrillde kopspijkers. De vertegenwoordiger van het an dere type is zo mogelijk nog hin derlijker. Hij begroet u met over dreven uitbundigheid, hangt niet al leen uw jas, maar ook ten naaste bij uzelf op en vervolgens gaat hij aan uw tafeltje zitten om u zijn levensgeschiedenis te vertellen. U bestelt een eenvoudige oude klare en hij keert in zijn enthousiasme terug met een citroentje met suiker. Als u wat wilt eten dringt hij U met duivelse overredingskracht enige spijzen op en als u zit te kokhalzen tegen de jus met vetogen komt hij om de vijf minuten vragen of het meneer ook smaakt en of hij soms nog wat nodig heeft. U heeft maar één ding nodig: dat hij verdwijnt. Er is verder een grote groep van indifferenten, maar daa is ook de ideale ober. Die heb ik dan dezer dagen in Middelburg ontmoet. Toen ik daar ter pjaatse totaal ontredderd door de grauwe poolwinden in een hotel binnentrad, keek hij mjj met een begrijpende glimlach aan. Zei hjj nu; „Het is me het wintertje wel. meneer"? Weineen, dat wisten wij beiden allang. Hij wachtte tot ik mij volledig en behaaglijk had geïnstal leerd en bracht mij vervolgens een borrel, zeggende: „Ik heb er maar een extra slokje opgedaan, want ik dacht zo: dat heeft meneer wel nodig." Verder niets. En ik had het nodig. Toen ik het menu had uitgestip peld, bracht hij op een fijne, demo cratische toon een kleine correctie aan, die bij nader inzien precies de juiste bleek te wezen. En hij kwam mij, gaande de maaltijd, niet vra gen of ik het naar mijn zin had. Hij wist het. Een geniaal vakman. Pas tegen het slapen gaan kwam hij mij vragen of ik soms een „ko miek" was, die in Middelburg een avondje had gegeven. Hij had zo maar, op eigen gelegenheid, fijn aan gevoeld dat ik ai zijn leven best een komiek had willen zijn. En toen ik mij naar mijn kamer begaf, zei hij: „Welterusten", op de toon van iemand, die het echt meende. „Gaat u maar fijn slapen," dacht hij eigenlijk. Maar wat nog belangrijker was: hij liet doorschemeren dat hij het ook ging doen. De ideale ober weet die sfeer van solidariteit te scheppen. En bij voorkomende gelegenheden is hij vast en zeker zelf een heel goede gast. Adüertentte) (Advertentie) Uw zorgen voor morgen bij DE OLVEH geborgen. £en enorme, laat negen tiende eeuwse Haagse vil la, opmerkelijk onpersoon lijk ingericht. Beneden in een hoge, zaalachtige kamer troont de heer des huizes in een decor, dat een kruising is van een kantoor en een salon; een soiied, gebeeldhouwd bureau, een gladde, stalen dossierkast, een grote grammofoon en radiocom binatie. een gedistingeerd bank stel; aan de hoge wanden een oud portret van zijn moeder, een kille oorkonde, een simpel schilderijtje, hoog en verloren aan een kale wand. Op de eer ste verdieping een paleissalon met verrukkelijke kristallen luchters, de vergulde lelie der Bourbons in het luxueuse be hang. Hier drijft de villabewoner een zeer voorname Haagse dans school. In dit merkwaardige decor verblijft Adriaan Adolf Schoe vers, een man van bijna 72; rijzig, in volmaakt zittend don kerblauw colbert, het gezicht van een goede vijftiger, die in zijn leven schijnbaar geen zorgen heeft gekend; een vlot verteller, vol quasi-jiddische gein, spre kend nochtans met wijde rus tige gebaren. De bezoeker moet op zijn qui vive zijn, wil hij een hiaat stilte kunnen vangen voor een vraag. De geestdriftige verteller overrompelt en verbluft door het vol strekt jeugdige in verschijning en optreden. Het adjectief „bejaard" ten opzichte van deze man, lijkt belachelijk. Hij is een wonder van vitaliteit. De carrière van Adriaan Adolf Schoevers is een éclatant succes, dal zonder strijd werd overmeesterd en zich prolongeerde tot fortuin. Het begon toen de achttienjarige jongste zoon van een geacht Amsterdams hoofdonderwijzer verkering kreeg met een blondje, dat lid was van de Stenografenvereniging „Steeds Sneller", waarvan de latere dr. Willem Drees voorzitter was. „Steno, wat is dat?" vroeg Schoevers. „Dat is schrij ven in krabbeltekentjes, waarmee je binnen een paar minuten lange brieven kunt schrijven, die je ouders niet kunnen lezen," antwoordde het „steno'tje". De jongen plantte nog dezelfde dag 24 stenotekens in zijn geheugen en schreef aan de avond van die dag een brief in steno aan zijn meisje. Deze vaart in zijn handelen heeft zijn hele leven gekenmerkt. Schoevers heeft nimmer A gezegd zonder niet meteen door te stoten naar de Z. Voor hem betekende dat o.m., de oprichting van het bekende instituut voor handels- en kantooropleiding, nu een halve eeuw geleden. Het meisje bracht hem in „Steeds Sneller", een vereniging, die wij vandaag zouden betitelen als „Vereniging van Vrienden van de Stenografie" Zij' bestond uit jonge mensen, die elkaar steno leerden. Schoevers had nauwelijks zijn entree gemaakt of hij werd bestuurslid en rauwelijks was hij bestuurslid of hij werd voorzitter. Hij had, ook al door zijn onveranderd opgewekt humeur in en buiten de vereniging, vele vrienden. Daar onder overheerste het joodse element. Dat was niet toevallig. Zijn vader was nl. hoofd van een school en onder zijn leerlingen waren tal van kinderen van rijke, joodse koopmansfamilies. Schoevers is altijd gecharmeerd gebleven van het „savoir vivre", de onovertrefbare humor en de pit van de kinderen van dit merkwaardige volk. Hij is een geestdriftig pro-semiet en is daar eerlijk trots op. Men zou kunnen denken, dat Schoevers als stichter van een instelling tot opleiding van kantoormensen een bureaumaniak zou zijn. Hoewel „het kantoor" van jongs af centraal staat in zijn leven, heert Schoevers niets van het type van de vooroorlogse kantoorbediende, die zich als „schrijf- machinoloog" ver verheven waande boven wie slechts de spade wist te hanteren. In de mobilisatietijd voor de Nazi-inval was hij de getapte man van „Ontwikkeling en Ontspanning" in de militaire dienst. In zijn grote Insti tuut in de voormalige H.B.S. aan de Valeriusstraat in Amsterdam, had hij de ruimte. Hij liet er een toneel timmeren, gaf er week in week uit amu sante avonden voor iedereen die ze wilde bijwonen, maar eerst en vooral voor de soldaten, die toen nog „onze jongens" werden genoemd. Hij was jij en jouw met tal van amusementsartiesten van naam en het kostte hem weinig moeite, hen voor zijn avonden te engageren uit eigen beurs. Bij elk van die avonden oogstte A. A. Schoevers groot succes, niet ls super kantoorman maar als.conferencier. De figuur Adriaan Adolf Schoevers is niet het type van de pionier, want deze titel is geladen met gedachten aan barre strijd tegen ontbering en ontgoocheling om een nobel, algemeen menselijk doel. En toch, in overdrachtelijke zin, komt hem de eer van deze titel toe, want met zijn scherpe kijk op mogelijkheden is hij in dit land de schepper van een methode, die vele tienduizenden jonge mensen de parate kennis en kunde heeft bijgebracht om vaardig dr start te kunnen maken naar hun maat schappelijke bestemming. Nu al vijftig jaar lang. sÖAg- 'IttïO^der; van Penna- "it - U* Ju"i: 2e eeb. H. Eme- blsschop- a0o*e"e^ia;e2erl^bvan de apostel Pau- n - rood - Petrus; prei. v. «roen m

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 5