fetFS
Caitskells dood
Labour
voor
MEMISA
Parate onderneming
voor directe hulp
Jaarlijks appèl
w
E
Oud-KNIL -overste bekent
postzegelvervalsing
IIaagse veilinghouder had
voorgevoel van knoeierij
Over obers
als levenstaak
Het kantoor
Verduistering ten
behoeve van
hobby
ïWEl PUROL
A. A. Schoevers
SPOTSPIEGEL
N> lQ?CKrff,
Afscheid
ff-id en handen ruw?
<$sd3H Ana,taslua'
MlsP-'™^U-a' b,sschop"
ZATERDAG 19 JANUARI 1963
PAGINA 5
«s\ I f
Hugh Todd Nay lor Gaitskell
werd geboren op 9 april
1906. Hij ontving zijn gym
nasiale opleiding op de beroemde
kostschool van Winchester en
studeerde vervolgens filosofie,
economie en politiek aan de uni
versiteit van Oxford op New Col
lege. Van 1933 tot 1934 was hij
Rockefeller Fellow. In 1938 werd
hij benoemd tot hoofd van de af-
de" g politieke economie van het
University College in Londen
Van 1940 tot 1942 was hij eerste
privé-secretaris van de minister
voor economische oorlogsvoering.
In 1946 werd hij benoemd tot par
lementair secretaris van de minis
ter voor brandstof- en energie
voorziening. Van 1947 tot 1950
was hij zelf minister van dit de
partement. In 1950 volgde zijn
benoeming tot minister van staat
voor economische zaken. In het
zelfde jaar volgde zijn benoeming
tot kanselier van de schatkist,
een post welke hij verloor toen de
conservatieven het jaar daarop
de algemene verkiezingen won
nen. In 1955 volgde Gaitskell
Attlee op als leiaer van de La-
bour-partij en leider van de op
positie in het parlement. Van
Gaitskells hand verschenen onder
meer de volgende werken: „Char
tism" (1929), „Money and Every
day Life" (1939) en „The Chal
lenge of Coexistence" (1947).
De angst van een Afrikaanse moeder om haar zieke kind is een
smeekbede om hulp, wélke wij kunnen geven.
tUrëische Weekkalender
n" Drie-
„MAAtrd - «roen. d- H.
n MiI3aG: H a
t>j,,„ s rood' Bne*' maagd-martelares;
ère'dofapgre;a vDr,Cd.
nadruk verboden
rBUSHALTf
(Van onze Londense correspondent)
Het heengaan van Gaitskell is de
zwaarste slag welke de Labour-par-
tij heeft ondergaan sedert het over
lijden van Aneurin Bevan. Toen Gaits
kell in 1955 de leiding overnam van
Attlee. stond hij voor de schier on
mogelijke taak eenheid te herstellen
in een ernstig verdeelde Labour-nar-
tij. Achtereenvolgens dreigden de kwes
ties van verdere nationalisatie en van
Unilaterale kernontwapening de par
tij van onder tot boven te splijten.
Maar ondanks de felle aanvallen van
de linker vleugel slaagde Gaitskell
er in de partij te redden, en geduren
de de laatste achttien maanden won
Gaitskell voor zichzelf een politieke
gezagspositie, welke eerbied afdwong
zowel bij zijn partijgenoten als bij
zijn politieke tegenstanders.
Gaitskell was een man van grote in
tegriteit en grote politieke bekwaam
heid, welke laatste hoedanigheid hij
evenwel eerst laat ontwikkelde. De kans
is groot dat een verbitterde strijd zal
volgen over de kwestie van het opvol
gerschap. George Brown, de waarne
mende leider, wordt verfoeid door de
linker vleugel en hij heeft meerdere
malen gebrek aan politieke tact ge
toond. De man met de beste papieren
is Harold Wilson, minister van handel
in het laatste Labour-kabinet. Maar som
mige van Wilsons partijgenoten ne
men het hem kwalijk, dat hij in de
grote interne con..lcten van de Labour-
partij te vaak en te lang heeft gepro
beerd de kat uit de boom te kijken. Het
is zeer wel mogelijk, dat men een com
promisfiguur zal zoeken, zoals Attlee
destijds geheel onverwachts tot leider
werd gekozen van de Labour-partij, toen
men het niet eens kon worden over
een keuze tussen de beide meest voor
de hand liggende kandidaten.
DEN HAAG, 19 jan, Bij KB is
aan de dirigerend officier der rijkspoli
tie mej. mr. A. A. Schwartz, inge
deeld bij de staf van de territoriale
inspectie van het korps rijkspolitie in
het ressort Amsterdam, op het door
haar daartoe gedaan verzoek, eervol
ontslag verleend.
DEN HELDER, 19 jan. Het com
mando ovet smaldeel I is gistermid
dag overgedragen door commandeur
H. M. van den Wall Bake aan de tijde
lijk tot commandeur bevorderde kapi
tein ter zee A. J. Marcus.
(Van onze missiologische medewerker)
„O.L. Heer begon altijd eerst de
zieken te genezen. Zo gaat het hier
ook. In Holland heeft men geen be
sef Van de echte nood die hier is.
U heeft groot gelijk, als u <le onmid
dellijke rechtstreekse medische hulp
blijft stellen als uw doel. Al die groot
scheeps© studies en tienjarenplannen
zijn prachtig op papier. Maar nu
sterven ©r kinderen van ondervoe
ding en gebrek en tropische ziekten.
Nu zitten we In de misère. Die an
dere acties zijn voor de regeringen
die zich hun verantwoordelijkheid be
wust moeten worden. Ik kan geen le
ven redden met te vertellen, dat over
50 jaar de kinderen dank zij nieuwe
huizen enz. geen wormen meer zul
len hebben. Laat die plannenmakers
eens komen kijken. Deze week weer
drie vrouwen het leven gered die zon
der inspuitingen van de MEMISA ze
ker doodgebloed waren. Dank! Blijf,
blijf helpen. De nood Is zo ontstel
lend groot!!"
Over de volle voorpagina van het
tweemaandelijkse orgaan van de
Medische Missie-Actie, „MEMI-
Nieuws", stonden enige tijd geleden
deze regels van zekere zuster Alphon-
se uit Congo in fors handschrift af
gedrukt.
Een kreet recht uit het hart van een
van de 8500 uit Nederland afkomstige
missionarissen, waarvan zeer velen da
gelijks tegen onoverzienbare bergen van
menselijk leed aanlopen. En de nabij
heid van zoveel acuut leed moet ver
lammend werken, wanneer je als ge
schoold verpleegster of verpleger de
meest voor de hard liggende hulpmid
delen moet missen.
„Als n soms nog e©n gipsschaar
voor ons hebt, zouden we er heel
blij mee zijn; nu doen we het met
een spijker", aldus een stem uit
Rhodesié.
„Ik zit al te hunkeren naar de zen
ding van de MEMISA. De arme Pyg
meeën komen dagelijks in groten ge
tale. Daar zijn baby's onder van hoog
stens zes tot negen maanden, die let
terlijk worden opgevreten door de
wormen", zo schrijft een missionaris
uit de Congo-Brazza.
„Enkele weken geleden was de Bo
liviaanse dokter van de UNO hier
en bekende, dat hij zó krap in alles
zat, dat hjj zelfs liet bloed bij ope
raties moest stelpen met.... kloset-
spier", aldus een missionaris uit
ongo-Leo.
En een verpleegster uit Kenya:
„We zitten te springen om piton. Zou
het mogelijk zijn alvast een paar
flesjes per air mail te sturen? Ik heli
al overal geprobeerd en kan niets
krijgen. Deze week stierf een jonge
moeder omdat we niets hadden."
ie zulke kreten om directe hulp
naast zich neerlegt als valse
dramatiek, ls een wreedaard.
Wie de onrust en angst in het
hart van een Afrikaanse moeder om
haar zieke kind, als afgebeeld op bij
gaande foto. onbewogen voorbij gaat,
pleegt een aanslag op eigen mense
lijkheid. Te meer. als hjj weet, dat
de angst van deze Afrikaanse moeder
uit Opper-Volta verstikkend is. omdat
haar kind de dood nabij is... vanwege
de mazelen, bij ons een overwonnen
ziekte en ginds nog oorzaak van vijf
tig procent van de kindersterfte tussen
één en drie jaar.
n toch, ja wat ls het een zegen,
dat vele plannenmakers" wel in
Azië en Afrika hebben rondge
keken. Hun onderzoekingen én er
varingen hebben pas inzicht verschaft
in de noodzakelijke aanpak om met
blijvend resultaat de gezondheid van
vele miljoenen medemensen *te bewer
ken en te beveiligen en schrijnende
nood effectief te lenigen. Ontwikke
lingsopgave opent een hoopgevend per-
maar hoe gecompliceerd de rauw ont
dekte opgave voor deze mondiale hulp
moge zijn, alleen die grootse ontwikke
lingsopgave opent een hoopgevend pers-
spectief.
Vanuit westerse maatstaven bekeken
moet men vaststellen, dat ..de basis
voorzieningen ontbreken die te on
zent door elke medische verzorging
AMSTERDAM, 18 jan. De waarde
van vele door een selecte kring van
filatelisten aangelegde verzamelingen
van poststempels van voor de Invoe
ring van de postzegel (midden vorige
eeuw) daterende oude Indische en Fran
se brieven, is volgens informaties van
het AA.P. dubieus geworden.
De Amsterdamse jnstltie gaat een
strafvervolging Instellen tegen de 75-
jarige gepensioneerde K.N.I.L.-overste,
R.E.PJVÏ. nit Bussum, die wordt beschul
digd van oplichting of poging daartoe.
Uit een omvangrijk, door de Haagse
rijksrecherche ingesteld onderzoek ls
volgens de justitie geblckeit, dat de be
jaarde Bussumer gedurende meer dan
tien Jaar oude poststempels heeft nage
maakt, oude brieven ermee heeft ge
stempeld en deze als echt en onvervalst
in de handel heeft gebracht.
Ook heeft M. volgens de justitie van
gebruikte postzegels de stempels ver
wijderd en van nieuwe gom voor
zien. Beschadigde postzegels zou hij
hebben gerestaureerd o.m. door ze
met een op maat geslepen haakpen van
nieuwe tandingen te voorzien.
Binnen drie uur maakte hij de meest
ingewikkelde poststempels uiterst knap
na. In justitiële kringen noemt men M.
„de tweede Van Meegeren".
Ook wordt deze man, die voor de
oorlog vele functies in filatelistische
verenigingen bekleedde en in 1934 een
gouden medaille won op een filatelis
tische tentoonstelling, in officiële krin
gen „de grootste poststempelvervalser
en één van de grote postzegelvervalsers
ter wereld" genoemd.
Omtrent de omvang van deze eind
19o9 door het voorgevoel van een Haag
se postzegelveilinghouder aan het licht
gekomen knoeierij staat niets vast. De
verdachtezelf gelooft, dat hjj in de
loop der jar 400 a 500 brieven yoor
enkele duizenden guldens heeft verkócht
De verantwoordelijkheid voor het in
de handel brengen legt hij op de schou
ders van de veilinghouders, die hjj niet
op de hoogte stelde van zjjn manipu
laties, omdat hem daarom niet was ge
vraagd. Het vooronderzoek in deze zaak
dat bijna twee jaar duurde, is kortgele
den voltooid. Binnenkort zal een dag
vaarding tegen M. worden uitgebracht.
De behandeling van deze vervalsings
affaire voor de Amsterdamse rechtbank
kan binnenkort worden tegemoet gezien.
De rijksrecherche heeft tiidens de
huiszoeking bjj M. in april 1960 ruim
driehonderd vervalste linoloumstem-
pels en sehabionen van celluloid in
beslag genomen, alsmede grote hoe
veelheden inkt, verf. eigengemaakt
waskrjjt. chemicaliën, ongeveer dui
zend gestempelde en ongestempelde
brieven, honderden uit Indië afkom
stige en door Chinese tekenaars na
getekende grondtekeningen van stem
pels en een grote voorraad oud pa
pier.
De in 1934 gepensioneerde M.. die in
1924 met het verzamelen van „echte"
poststempels was begonnen en die tot
het einde van de laatste wereldoorlog
directeur was van de ronrtzendoentrale
van de Nederlandse Vereniging van
Postzegelverzamelaars, heeft tegenover
de rijksrecherche een bekentenis afge
legd.
Het aantal gedupeerden zal volgens
ingewijden niet groot zijn, omdat het
aantal eo-filatelisten zeer gering is maar
er staan wel flinke bedragen op het
spel.
Een Haagse veilinghouder ontdekte
eind 1959, dat van M. ter veiling ont
vangen poststempels vermoedelijk vals
waren. De stempels klopten niet met de
data van de brieven. Hjj stapte ermee
naar de politie, nadat de grote verza-
ermee
verza
melaar mr. ,W. S. Wolff de Beer uit
Huizen de vervalsing had bevestigd. De
afdeling falsificaties van het ministerie
van^Justitie werd met het omvangrijke
en tijdrovende onderzoek belast. Het na
maken van poststempels is in ons land
niet strafbaar (van postzegels wel),
maar wel het als echt en onvervalst in
de handel brengen.
(Reeds gedeeltelijk geplaatst ln vorige editie)
APELDOORN, 19 jan. De Zut-
ohense politie is overgegaan tot arres
tatie van een 44-jarige boekhouder-be
drijfsleider uit Brummen. Hij wordt
verdacht van verduistering ten nade
le van zijn werkgeefster tot een be
drag, dat tussen de 30.000 en 35.000
gulden ligt.
De man eigende zich deze som in
een tijdsbestek van een zestal jaren
toe. Hij kon dat vrij eenvoudig doen,
omdat hij het volledige vertrouwen ge
noot; van accountantscontrole op zijn
handelingen zou geen sprake zijn ge
weest. De boekhouder is een harts-
stochtelijk postzegelverzamelaar. Hij
zette het verduisterde bedrag bijna
geheel om in postzegels. De politie
nam een tiental welgevulde albums
met dikwijls zeer kostbare exemplaren
in beslag.
besluiten te verwachten zijn. Dat bö de
plannen van de R.K. Artsenvereniging
op de ervaringen mede van de ME
MISA wordt ingehaakt, is een blijk van
gezond verstand.
Morgen doet de MEMISA op ons al
len een appèl, in de jaarlijkse MEMI-
SA-collecte. Het laatste woord heeft
een onsympathieke klank, maar Is dui
delijk van betekenis. Het werk van de
MEMISA is meer dan sympathiek.
voorondersteld worden en waarmee de
medici hier zicih dus niet bezig hoeven
te houden, bv. een minimaal noodzake
lijk voedselpakket, het schoonmaken
van voedsel, de vuilafvoer, aanwezig
heid van drinkbaar water, de zindelijk
heid op lijf en woning, de gewone ziek
teverzorging thuis", aldus prof. dr. J.
A. Ponsioen op de Algemene Jaarver
gadering van de r.-k. Artsenvereniging
Schriftwoord: „In welke stad of welk
en Gezondheidszorg, mondiaal vraag
stuk". Medische zorg in ontwikkelings
landen vraagt een allround sociale aan
pak. „Een hard-werkende, individuele
arts ergens in het achterland gedropt,
kan ontzettend veel goed doen, maar
voor het ontwikkelingswerk telt hij niet
meer dan een steen in een vijver, die
het water tijdelijk in beroering brengt,
maar waar alles na zijn vertrek weer
stil valt, weer op de oude voet doorgaat"
Ziedaar het nooit aflatende, nijpen
de dilemma waarvoor de MEMI
SA staat. Allround aanpak op lang
zicht is de enige weg en op
lossing. Maar intussen stapelen de kre
ten om hulp in de acute nood zich op
het Centraal Bureau van de MEMISA
aan de Heemraadsingel 334 te Rotter
dam zich op. De missionaris kent het
Schriftwoord: „In welek stad of welk
dorp gij komt geneest de zieken die
er zijn en zegt hun: Het Koninkrijk van
God is u nabij." (Luc. 10. 8-9).
Hoe gelukkig, dat in steeds breder
kring de ontzettend grote opgave tot
allround sociaal-medisch ontwikkelings
werk onder de loupe en ter hand wordt
genomen.
Hoe gelukkig evenzeer, dat de MEMI
SA allereerst en zo veel mogelijk wil
klaar staan in de noden van het ogen
blik. ais een onmiddellijke zorg voor de
zieke medemens en als zodanig ook als
een missionaire zorg. Een parate in
stantie als de MEMISA moet er ook
zijn.
Intussen zou men het werk van de
MEMISA schromelijk onderschat
ten met te menen, dat haar werk
niet verder reikt dan de verschaf
fing van gipsscharen en verbandgaas,
al kan ooft reeds daarmee echt men
selijk leed worden verlicht.
In 1955 stonden in het maandblad
van de MEMISA deze opgetogen re
gels; Het is waarlijk geen alledaags
gebeuren: de MEMISA kreeg de hon
derdduizend!! Dank zij aller medewer
king is onze droom werkelijkheid ge
worden: de vurig begeerde ton voor
onze missionarissen kwam in ons be
zit. Op donderdag 10 maart maakte
de afdeling Den Bosch met' haar giro-
overschrijving de honderdduizend vol!
Dit was toen het resultaat van de jaar
lijkse MEMISA-collecte. In 1961 werd
met de jaarljjke voorjaarscollecte de
negen ton overschreden! Vorig jaar
mikte men, maar nog tevergeefs, op
het miljoen.
En als men dan overziet wat daar
mee alleen in 1962 zoal gedaan kon wor
den, moet men erkennen, dat de MEMI
SA op duidelijke wijze de weg opgaat
naar hulp van langer adem: 266 zie
kenhuisbedden. 15 instrumententafels,
10 sterilisators, 2 röntgentoestellen, 26
verlostassen, 18 microscopen, 9 ijskas
ten, de inrichting van 13 kraamzalen,
5 operatiekamers. 4 laboratoria en 24
poliklinieken.
Bovendien zijn door bemiddeling van
de MEMISA momenteel 15 artsen. 40
verpleegsters, één apotheker en twee
analisten in ontwikkelingslanden werk
zaam. De MEMISA draagt voor hen
en hun gezinsleden voor onbeperkte
duur de kosten van ziekenhuisverzeke
ring en toekomstige terugreis. Dit zjjn
enkele grepen uit veel langere over
zichten.
et deze medische hulp blijft men
nog hoofdzakelijk binnen de cu
ratieve sector „directe me
dische hulp blijft het eerste
doel" en deze hernieuwde doelom
schrijving werd door de missionaris
sen ontvangen „met een zucht van
verlichting' toch opende de verrui
ming van middelen ook mogelijkheden
voor ondernemingen var verder strek
kende betekenis. De MEMISA heeft op
het ogenblik de bouw onderhanden van
twee ziekenhuizen: te Papare in Ghana
en te Kunri in West-Pakistan, tezamen
in de eerste phase een som van hon-
derd-vijf-en-dertig-duizend gulden vra
gend. Bovendien zijn de contacten met
de R.K. Artsenvereniging, welker aan-
dach inzake ontw'kKelingswerk aller
eerst uitgaat naar preventieve medi
sche zorg, momentee' zover gevorderd,
dat binnenkort concrete samenwerkings-
Je hebt obers en obers.
Ruw geschetst valt dezo
overigens zeer verdienste
lijke maatschappelijke ca
tegorie in twee uiter
sten uiteen. De vertegen
woordiger van het eerste
is een man, die u bij uw
binnentreden hooghartig
beziet en u uw borrel toe
schuift op de wrevelige manier van
iemand, die iedere dag weeraan be
seft dat elke bezoeker een poten
tiële drankzuchtige is. Als u uit de
kaart iets te eten kiest, laat zijn
gelaatsuitdrukking er geen twijfel
over bestaan, dat u precies de ver
keerde keuze heeft gedaan. Hij
brengt u dan ook gras met gegrillde
kopspijkers.
De vertegenwoordiger van het an
dere type is zo mogelijk nog hin
derlijker. Hij begroet u met over
dreven uitbundigheid, hangt niet al
leen uw jas, maar ook ten naaste
bij uzelf op en vervolgens gaat hij
aan uw tafeltje zitten om u zijn
levensgeschiedenis te vertellen. U
bestelt een eenvoudige oude klare
en hij keert in zijn enthousiasme
terug met een citroentje met suiker.
Als u wat wilt eten dringt hij U
met duivelse overredingskracht enige
spijzen op en als u zit te kokhalzen
tegen de jus met vetogen komt hij
om de vijf minuten vragen of het
meneer ook smaakt en of hij soms
nog wat nodig heeft. U heeft maar
één ding nodig: dat hij verdwijnt.
Er is verder een grote groep van
indifferenten, maar daa is ook de
ideale ober.
Die heb ik dan dezer dagen in
Middelburg ontmoet. Toen ik daar
ter pjaatse totaal ontredderd door
de grauwe poolwinden in een hotel
binnentrad, keek hij mjj met een
begrijpende glimlach aan. Zei hjj
nu;
„Het is me het wintertje wel.
meneer"? Weineen, dat wisten wij
beiden allang. Hij wachtte tot ik mij
volledig en behaaglijk had geïnstal
leerd en bracht mij vervolgens een
borrel, zeggende:
„Ik heb er maar een extra slokje
opgedaan, want ik dacht zo: dat
heeft meneer wel nodig." Verder
niets. En ik had het nodig.
Toen ik het menu had uitgestip
peld, bracht hij op een fijne, demo
cratische toon een kleine correctie
aan, die bij nader inzien precies de
juiste bleek te wezen. En hij kwam
mij, gaande de maaltijd, niet vra
gen of ik het naar mijn zin had. Hij
wist het. Een geniaal vakman.
Pas tegen het slapen gaan kwam
hij mij vragen of ik soms een „ko
miek" was, die in Middelburg een
avondje had gegeven. Hij had zo
maar, op eigen gelegenheid, fijn aan
gevoeld dat ik ai zijn leven best een
komiek had willen zijn.
En toen ik mij naar mijn kamer
begaf, zei hij: „Welterusten", op de
toon van iemand, die het echt meende.
„Gaat u maar fijn slapen," dacht hij
eigenlijk.
Maar wat nog belangrijker was:
hij liet doorschemeren dat hij het ook
ging doen. De ideale ober weet die
sfeer van solidariteit te scheppen.
En bij voorkomende gelegenheden
is hij vast en zeker zelf een heel
goede gast.
Adüertentte)
(Advertentie)
Uw zorgen voor morgen bij DE OLVEH geborgen.
£en enorme, laat negen
tiende eeuwse Haagse vil
la, opmerkelijk onpersoon
lijk ingericht. Beneden in
een hoge, zaalachtige kamer
troont de heer des huizes in een
decor, dat een kruising is van
een kantoor en een salon; een
soiied, gebeeldhouwd bureau, een
gladde, stalen dossierkast, een
grote grammofoon en radiocom
binatie. een gedistingeerd bank
stel; aan de hoge wanden een
oud portret van zijn moeder,
een kille oorkonde, een simpel
schilderijtje, hoog en verloren
aan een kale wand. Op de eer
ste verdieping een paleissalon
met verrukkelijke kristallen
luchters, de vergulde lelie der
Bourbons in het luxueuse be
hang. Hier drijft de villabewoner
een zeer voorname Haagse dans
school.
In dit merkwaardige decor
verblijft Adriaan Adolf Schoe
vers, een man van bijna 72;
rijzig, in volmaakt zittend don
kerblauw colbert, het gezicht van
een goede vijftiger, die in zijn
leven schijnbaar geen zorgen
heeft gekend; een vlot verteller,
vol quasi-jiddische gein, spre
kend nochtans met wijde rus
tige gebaren. De bezoeker moet
op zijn qui vive zijn, wil hij een hiaat stilte kunnen vangen voor een
vraag. De geestdriftige verteller overrompelt en verbluft door het vol
strekt jeugdige in verschijning en optreden. Het adjectief „bejaard" ten
opzichte van deze man, lijkt belachelijk. Hij is een wonder van vitaliteit.
De carrière van Adriaan Adolf Schoevers is een éclatant succes, dal
zonder strijd werd overmeesterd en zich prolongeerde tot fortuin. Het
begon toen de achttienjarige jongste zoon van een geacht Amsterdams
hoofdonderwijzer verkering kreeg met een blondje, dat lid was van de
Stenografenvereniging „Steeds Sneller", waarvan de latere dr. Willem
Drees voorzitter was. „Steno, wat is dat?" vroeg Schoevers. „Dat is schrij
ven in krabbeltekentjes, waarmee je binnen een paar minuten lange
brieven kunt schrijven, die je ouders niet kunnen lezen," antwoordde het
„steno'tje". De jongen plantte nog dezelfde dag 24 stenotekens in zijn
geheugen en schreef aan de avond van die dag een brief in steno aan
zijn meisje. Deze vaart in zijn handelen heeft zijn hele leven gekenmerkt.
Schoevers heeft nimmer A gezegd zonder niet meteen door te stoten naar
de Z. Voor hem betekende dat o.m., de oprichting van het bekende instituut
voor handels- en kantooropleiding, nu een halve eeuw geleden.
Het meisje bracht hem in „Steeds Sneller", een vereniging, die wij
vandaag zouden betitelen als „Vereniging van Vrienden van de Stenografie"
Zij' bestond uit jonge mensen, die elkaar steno leerden. Schoevers had
nauwelijks zijn entree gemaakt of hij werd bestuurslid en rauwelijks was
hij bestuurslid of hij werd voorzitter. Hij had, ook al door zijn onveranderd
opgewekt humeur in en buiten de vereniging, vele vrienden. Daar onder
overheerste het joodse element. Dat was niet toevallig. Zijn vader was nl.
hoofd van een school en onder zijn leerlingen waren tal van kinderen van
rijke, joodse koopmansfamilies. Schoevers is altijd gecharmeerd gebleven
van het „savoir vivre", de onovertrefbare humor en de pit van de kinderen
van dit merkwaardige volk. Hij is een geestdriftig pro-semiet en is daar
eerlijk trots op.
Men zou kunnen denken, dat Schoevers als stichter van een instelling
tot opleiding van kantoormensen een bureaumaniak zou zijn. Hoewel „het
kantoor" van jongs af centraal staat in zijn leven, heert Schoevers niets
van het type van de vooroorlogse kantoorbediende, die zich als „schrijf-
machinoloog" ver verheven waande boven wie slechts de spade wist te
hanteren. In de mobilisatietijd voor de Nazi-inval was hij de getapte man van
„Ontwikkeling en Ontspanning" in de militaire dienst. In zijn grote Insti
tuut in de voormalige H.B.S. aan de Valeriusstraat in Amsterdam, had hij
de ruimte. Hij liet er een toneel timmeren, gaf er week in week uit amu
sante avonden voor iedereen die ze wilde bijwonen, maar eerst en vooral
voor de soldaten, die toen nog „onze jongens" werden genoemd. Hij was
jij en jouw met tal van amusementsartiesten van naam en het kostte hem
weinig moeite, hen voor zijn avonden te engageren uit eigen beurs. Bij
elk van die avonden oogstte A. A. Schoevers groot succes, niet ls super
kantoorman maar als.conferencier.
De figuur Adriaan Adolf Schoevers is niet het type van de pionier,
want deze titel is geladen met gedachten aan barre strijd tegen ontbering
en ontgoocheling om een nobel, algemeen menselijk doel. En toch, in
overdrachtelijke zin, komt hem de eer van deze titel toe, want met zijn
scherpe kijk op mogelijkheden is hij in dit land de schepper van een
methode, die vele tienduizenden jonge mensen de parate kennis en kunde
heeft bijgebracht om vaardig dr start te kunnen maken naar hun maat
schappelijke bestemming. Nu al vijftig jaar lang.
sÖAg-
'IttïO^der; van Penna-
"it - U* Ju"i: 2e eeb. H. Eme-
blsschop-
a0o*e"e^ia;e2erl^bvan de apostel Pau-
n - rood - Petrus; prei. v.
«roen m