A Na zes uren van bittere strijd tegen schotsig ijs, snerpende wind, eenzaamheid en vooral vermoeidheid ZILVEREN HUWELIJK" VAN STOMPWUK EN VEUR Schitterende triomf na een eenzame rit van 80 kilometer mp Arrijf fe Het was toch te gek dat ik Sou afremmen! Bijna luguber gezwoeg van de rijders van het laatste uur Druk werk voor E.H.B.O. Verloving van negentig jaar OMSTREDEN PROTEST TEGEN PAPING Afgewezen; geholpen tegen eigen wil j^^lT mm Toertocht der verschrikkingen Klassement van de wedstrijdtocht AL OF NIET „VOORGEREDEN"? Drie Papings bonden schaats af i i iniüm SlSllli Als i flits ZATERDAG 19 JANUARI 1963 I - Zwaar M M Ék h K'. A' M, i M m BÖUaiI! fi - A -i; V; - i—m - (Van onze sportredacteur) LEEUWARDEN, 19 jan. Voor het eerst in de Elfstedentocht en meteen winnaar. Winnaar? Triomfator met een verpletterende superioriteit. Deze typering past beter bij de schitterende triomf van de eenendertigjarige sportleraar uit Ommen, Reinier Paping. Vol respect maar tegelijk diep verslagen heeft Friesland geaccepteerd hoe een „buitenstaander" de Friese elfsteden op het ijs heeft bedwongen, hoe hij vooral een onwezenlijke superioriteit heeft getoond. Onwezenlijk, niet alleen door het verschil met zijn naaste „belagers" ja, de aanhalingstekens staan er terecht als het r verschil tussen de winnaar en nummer twee, de ^roninger Jan Uitham wel geteld 21 minuten bedraagt maar °oral door het feit, dat deze triomf in de twaalfde wedstrijdtocht op e schaats langs de elf Friese steden is bereikt in een eenzame rit ari ruim tachtig kilometer; in de tachtig zwaarste kilometers, die es Uren van bittere strijd tegen schotsig ijs, snerpende, steeds meer auwakkerende wind, onbarmhartig door alles dringende stuif- heeuw, eenzaamheid en vooral vermoeidheid. Nuchter k.,HSrste voorsprong Tweede voorsprong in een MKllÉiisppli Nu nog staat een hooimijt (links op de foto nog juist een deel van de boerderij te zien) in de nieuwe woonwijk te Leidschendam. Maar hoe lang nogOp de achtergrond moderne huizenblokken. Men is bezig de oude molen af te breken, die plaats moet maken voor nieuwe flats. Protest afgewezen -ais tus; V8® ais REINIER PAPINGIk reed steeds in mijn eigen tempo Onder grote belangstelling strijdt Paping eenzaam de zware strijd. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiinniiiiiiiiiNiiiiiiiiiiiiii Ik had het zo moeilijk gevonden. Dan moesten die anderen et slecht aan toe zijn. En zou Ik dan op hen wachten! Ik bedacht bovendien, dat ik deen van den Berg de overwinning cadeau zou geven. Twee keer had ik dit jaar met hem een wedstrijdtocht gereden, twee keer zat ik in de kopgroep, maar beide keren was Jeen van den Berg me in de eindsprint te vlug al. Ik zou wel gek zijn als ik nu wachtte. Tien minuten voorsprong Hoe groot de elende van de eenzaamheid ook zou zijn, ik zou alleen doorgaan en in het tempo dat ik wilde. O, wat is het toen zwaar geweest. Eerst naar Bartlehiem. Al en toe wa ren er stukken dat je geen streek meer kon maken. In het begin liep ik dan met de schaatsen onder. Later heb ik ze twee keer afgebonden, twee keer zo'n anderhalve kilometer lopen. En toen besefte ik hoe verstandig het was ge weest om het alleen te willen doen. An deren konden me nu niet dwingen te schaatsen waar ik lopen wilde. Als je met een groepje was, kon je ook niet toegeven aan een plotseling opkomende vermoeidheid. Nu echter kon ik vlak voor Bartlehiem naar wat mensen langs de kant roepen: „Een jas, een jas." Ik kreeg er prompt drie, legde ze op het ijs, ging er met de rug op liggen om zo een paar minuten met de benen om hoog wat uit te rusten. Man, wat knap je daar van op' En wat heerlijk is het, zo even te rusten en te weten dat je tegenstanders toch ver achter je blijven. ■RPRRIMIRRRgiiaHHaaMHPIiRRlMHiBaiIRHgiMliHHiHHHBpMaiPRIRMMajM •ft '5 3 r t w i r 7- K éi f - >§*-. &?ywlSr,^F lm - f t v"V.' T T èf\-£: -m "J*" «lf® ®chter kan deze onbarmhartige lorja ntocht, waarvoor men in de his- fle r„.,fruS moet gaan tot de zesde in to Vj®!is' °P 30 januari 1940, om er een ^'tskoo u' die zoveel tijd en energie, fraar wat 8elu!< natuurlijk tempo en keek eens om. Laat ik me daar een voorsprong van een honderd meter hebben! Ik zei al, ik voelde mij uitstekend by mijn eigen tempo en reed dus door. Mijn voorsprong werd steeds groter. Toen reageerde Jeen van den Berg en met hem kwamen Anton Ver hoeven, Jan Uitham, Jan van der Hoorn en Anton Weijs by me. Van der Hoorn, die al heel vaak was gevallen viel ech ter weg en door een val raakte ook Weijs uit onze groep. Zo kwamen we met vier man in Bolsward. Jeen van den Berg kwam P®ter K00ral Pure klasse heeft gevergd, *eif? "eschrjjven dan Reinier Paping Vee !f°f hem gisteravond, een uur of Jhoeip„i„ race, toen hij de eerste ver- *an „!®uen met een verkwikkend bad i e8eprini had afgeschud, behaaglijk v n in een fau,eu'i in de pers- Sin zijde n Gr°ene Weide" met aan l^rigp JtJh charmante vierentwintig- ^aakte k ote Joke. Reinier Paping ?t8ebe„i,Tepa.al.ti niet de indruk van de ,iat hii ftrijder die nauwelijks wist a strikt j "estond en aan wie alles ne -- al, ontberingen en de vreug- b 'hier p» een roes was voorbijgegaan. i®hoties „a?lnS kon zich precies zijn i heren' gadachten en bedoelingen her- h nu('.v,tï^B ,de het bovendien met feht eigpnii-i0 als°t deze Elfsteden- x, "einier i^Jk met zo opzienbarend was. hu11 2Ün XaP'ng hegon het verhaal if de start plleuUze tocht overigens niet hk°es' hii n?f» Van Harinxmakanaal. s,k sportma" u-Grst verklaren waarom enhaatser an"hil-uitstek (enthousiast sto^Wemineri er' tennisser, judoër tochht had u pas z«n eerste Elf- WaL h°g als a g®reden? „U kent mij la„ar? Vjjf ia de langebaanrijder niet- ep,.^6 schaatsDin lk met de Neder- öe soVm va" iFams naar het trainings- Nop01ectieploec-^2,r «eweest. Ik heb in reea ,°happen op F tle Europese kam- ik de i" gezeten. Pas dit jaar bpEn dan m ge'a£standstochten". W^h, valt nieta?daaS' "öch. van het Pas ?°nker en rifoveel te zeggen. Het oiijv, wel op en r?ute was smal. Dan Varip" m de vnp.bFperk le je in het het hf e °ns gezeK^ groeP- Daarom hian Im ook van ",u5.aan de kop in een ?s toen het tot tachtig ^h»i hetere ',lcht werd, kwam nfL'hen vooraap *g' Zo'" vUten- !S0P fl'r? clic trrr? Maar Het zinde hie 0feh. Steeds wbp' Niemand wilde v0' Vier rhdlrs zag dezelfde Nul)» v'pf he'emaal niet. Ik vond Ua.hnp ho«„en. Ik 'm'k Ik moest me en v#S a maar weer ^ard ï°'n tw^«de,bet tempo op. *k reed "Hg kilometer voor 0 ®kker in m«n eigen toen naast me rijden. „Doe niet zo gek", zei hij. „We moeten nog hon derdtwintig kilometer, hoe wil je dat volhouden?" Maar ik dacht; „Jeen, om te beginnen is het geen 120 maar 100 kilometer. Verder heb ik allang gemerkt, dat jij en Anton Verhoeven het niet zo fijn hebben. Jullie tweeën doen nauwelijks kopwerk. Uitham en ik moeten er het meest aan trekken. Ik ga rijden zoals ik zelf voel dat ik moet". Goed en wel buiten Bolsward ik had juist weer kop gedaan keek ik weer eens om. Ik vond het zo stil ach ter me. Laat ik nu alweer een voor sprong hebben! Eerst tien meter, maar al heel gauw dertig en zelfs honderd meter. Geloof me, ik zit nu achteraf, als de winnaar die goed praten heeft niet te snoeven. Ik reed lekker en pre cies in het tempo, waarvan ik voelde dat het goed voor mij was. Het was toch te gek dat ik zou afremmen. Ik reed dus door. En in Harlingen riepen de mensen dat ik drie minuten voor lag. Dat zo'n voorsprong zo gemakkelijk behaald kan worden! lk begreep er niets van. Het was tot nu toe allemaal zo licht gegaan. Zo licht! Nauwelijks was ik uit Har lingen of daar begon de stuifsneeuw. Plotseling opstekende tegenwind. Toen ik in Franeker kwam was ik toch wel geschrokken. Zou het toch niet verstan diger zijn om op de andere drie te wachten en samen de ellende van de tocht naar Dokkum tegen de wind in, te delen? Ik was juist van plan om uit te rusten tot de drie anderen er waren, toen ik hoorde dat mijn voorsprong toen tien minuten was. Hoe kon dat? lllllllllllllllllllllillllllilllllllllllllllilllllllllllllllllllllliiilllililiTlliiiiiliiiiliiitilliliilllliiiillllllllllllllllimilllllllllllllllMlllllllk (Van onze verslaggever) LEEUWARDEN, 19 jan. - „Wat? Ben ik als veertiende aangekomen?" riep een al wat oudere toerrijder gister avond verrast uit. Om half elf zes uur later dan wed strijdwinnaar Rei nier Paping was hij over de finish aan de Grote Wielen gekomen: niet eens zo moe en in een opperbest humeur. „Vanochtend ben lk gestart met vier duizend rijders voor mij. Nu heb ik er niet minder dan 950 achtergelaten. Hoe is het mogelijk. En ik dacht nog wel dat ik zo ontzettend langzaam ging", zei hij. Alsof hij zo weer aan een nieuwe Elf stedentocht wilde meedoen, huppelde de rijder naar het hotel. Hij behoorde ove rigens tot de weinigen. De meeste tocht- rijders (gisteravond om half elf waren er pas achttien rijders binnen) kwamen moeizaam strompelend het beursgebouw binnen, steunend op de scthouder van een E.H.B.O.-er, hinkend als een aan geschoten dier. Met pijnlijk vertrokken gezicht en verkleumde ledematen lie ten zij zich door een zorgzame verloof de of echtgenote van de knellende schaatsschoenen ontdoen. Het was erg geweest, heel erg. Enkelen van hen had den zonder het te weten steeds de slui tingen van de diverse controleposten ontlopen. Om 1 uur 's middags name lijk besloten de organisatoren de post Woudsend vóór de meren te sluiten. Een ieder, die later zou passeren, zou uit de tocht worden genomen. De stuif sneeuw had de uitgezette wegen hier onherkenbaar gemaakt. Bovendien had den zich diverse sneeuwhopen gevormd, die voor de rijders onneembare barriè res zouden blijken. Het was vijf over zes toen de toer tocht der verschrikkingen in het Klein Diep in Dokkum voor de heer Peoysz uit Steenwijk op 23 kilometer na ten einde was. Hij had de verschrikkelijke tegenwind van de Ee achter de rug en zou op de laatste 23 kilometer met de nog snijdende wind in de. rug niet meer sneuvelen. Toen hü het rode dak van de boerderij van Brouwer aan de Ee had zien oprijzen en in de verre verte de lokkende muziek in de noordelijkste Friese stad had opgesnoven, wierp hij voor de laatste maal het hoofd in de wind. De harde toerheld uit Steenwijk wist. dat hh op de laatste paar kilo meter naar Dokkum een beslissende be proeving doormaakte. Peoysz draaide in Dokkum als een vorst. Er kwamen geen vrouwen aan het bevrijdende keerpunt. Van de tweehonderd deel neemsters aan dit barre festijn ver dween de laatste na 127 kilometer van de tweehonderd kilometer uit de tocht. Nog tien rijders op de baan, meldde de politie 's avonds om half twaalf zonder een toon van opwindu»®;. Men had op deze verschrikkelijke dag zo veel meegemaakt, dat zelfs hot bijna lugubere gezwoeg van de rijders van het laatste uur in het zicht van de finish kalm werd gemeld. Even later deelde een boer in de omgeving van Dokkum telefonisch mede, dat hij twee uitgeputte deelnemers onderdak had verleend. Hun droomloze slaap in de bodsteden was in ieder geval verkies lijk boven het lot. dat een drietal ont redderde .jongemannen in de slotfase onderging. Zij werden met bevroren ledematen en sneeuwblindheid opgeno men in de Roode-Kruiswagen, die hen in snel tempo naar de Groene Weide bracht. Even nog heb ik ze gezien, de drie die ik buiten Bolsward gedag heb ge zegd. Dat was toen ik een eindje bui ten Dokkum was, op weg naar Leeu warden. Alles juichte toen in me. Ik had de wind pal In de rug. Ik vlóóg. En zo zag ik een flits, even de drie, ge broken optornend tegen de wind, rich ting Dokkum. „Ha," dacht ik „Ik de wind in de rug en jullie nog midden in de ellende." Wat doet zo'n flits je goed. Dat ik daarna nog eens vier kilo meter moest lopen omdat in de opge stoven sneeuw niet meer te rijden was, deed me niets. Ik had gewonnen!" (Van onze speciale verslaggever) LEEUWARDEN, 19 jan. De ijve- 1 rige EHBO-ploegen In de Groene Wei de en evenzeer die in het paviljoen Grote Wielen bij de finish hebben op volle toeren moeten werken. Legio was het aantal bevroren benen, voeten, vingers en door de felle noordooster- wind ook ogen. Bevriezingen in de derde graad zijn echter niet voorge komen, en hoe ernstig de gevallen zich ook deden aanzien, met de be trekkelijk eenvoudige hulpmiddelen die de eerste hulp ter beschikking ston den, bleek het mogelijk de eerste pa tiënten weer op de been te krtjtgen. Sneeuwblindheid was een ander euvel dat ernstige hinder veroorzaakte. Twee wedstrijdrijders braken gistermorgen even na de start al een dijbeen, voorts een nog een arm. Jeen van den Berg, de derde prijs winnaar, moest geruime tijd achter het E.H.B.O.-scherm verblijven om wat bij te komen. Later verscheen hij met vier krammen in de kin op het podium, om zich te laten huldigen. Tóch vielen alle ongelukken dokter Pasma, een der hulpverlenende artsen, nog mee. Werkelijk ernstige valpartij en of bevriezingen zijn uitgebleven, mede dank zij de maatregelen om de toerrijders uit het tournooi te halen. LEEUWARDEN, 19 jan. De uitslag van de Elfstedentocht 1963 luidt: Reinier Pa ping (Dedemsvaart) 10 uur en 59 minuten. 2. J. Uitham (Noorderhogebrug) op 21 min., 3. Jeen van den Berg (Heerenveen) op 22 min., 4. Weljss (Blankenham) op 22% min., 5. Ottema (Tolbert Leek), 6. Arends (Goin- gahulzen), 7. H. Uitham (Noorderhogebrug), 8. A. de Koning (Purmerend), 9. Venema (Heerenveen), 10. Veldstra (Akkrum), 11. A. Verkade (Alphen a/d Rijn), 12. van Oor schot (Made), 13. IJska (Exmorra), 14. Augustin (Amsterdam), 15. Van der Aar (Haarlem), 16. Slagter (Hoogkarspel), 17. Stavenulter (Andljk), 18 De Bruin (Aals meer), 19. Hopman (Egmond a/d Hoef), 20. Post (Rutten Nop), 21. A. Verhoeven (Dus- sen), 22. v. d. Lely (Maasland). 23. Dekker (Bovenkarspel), 24. Weerman (Nljholtwolde), 25. A. Fekken (Stobbega), 26 Ale Fekken (Stobbega), 27. Visser (Sneek), 28. Van Vliet (Wateringen), 29. Groothuijsen (Am sterdam). 30 Hoba (Haarlemmermeer), 81. Udding (Groningen), 32 B. F. Udding (Boven- smllde), 33. Water (Amsterdam), 34. Bergs- ma (Golngarijp), 35. J. Kooistra (Warga), 36. Elsenaar (Vugnt), 37. G. v. d. Bosch (Muiden), 38. J. v. d, Bosch (Weesper- karspel), 39. Reitsma (Janum), 40 Bast- dorp (Amsterdam), 41. Pietersen (Oude Tonge), 42. Bos (Maasdam), 43. Laan (Zwaagdijk), 44. Oldekamp (Wagenlngen), 45 Scharloo (Rotterdam), 46. Woudstra (Zutphen), 47. Schapp (Nieuw Loosdrecht), 48. G. W. van Vliet (Nieuwerkerk a/d IJs- sel), 49. Tas (Berkel). 50. Buma (Schettens), 61. Duursma (Beesterzwaag), 62. Oud (Lut jebroek), 53. J. T. Koolstra (Bolsward), 54. Gorter (Apeldoorn), 55. Hummeling (Ambt Delden), 56. Zwaan (Venhulzen), 57. Mees ter (Ursum). A-, V .A Leidschendam „Een oude gemeen te", zal men zeggen bij het zien van de onmiskenbaar antieke letters „sch" in de naam, be reikte echter pas in de jongste nieuw jaarsnacht de nog jeugdige leeftijd van vijfentwintig jaar. Deze week vie ren de Leidschendammers wat zij noemen „Het zilveren huwelijk van Stompwijk en Veur". Aan de echtver eniging bij de wet van 31 dec 1937 is een „verloving" van bijna een eeuw vooraf gegaan Sinds 1848 immers hadden Stomp wijk en Veur dezelfde burgemeester, die werd bijgestaan door één en de zelfde gemeentesecretaris. Beide be- stuurderen zetelden in één secretarie gebouw. Maar de burgemeester zat tot oudjaar 1937 twee gemeenteraden voor, die afzonderlijk vervaderden. De beide „gehuwden" zijn overigens al eens meer „in de echt verbonden geweest", al was het voor slechts zes jaar. Napoleon heeft door een decreet van 1811 met dit vroegtijdige „huwelijk" op de geschiedenis vooruit gelopen. De „Leidsche dam" is echter al veel ouder. Het is een dijk die da teert uit de middeleeuwen en loopt van de duinen naar Nootdorp. De dam is er de oorzaak van dat de gemeente, die tot voor kort niet (of bijna niet), bestaan heeft, toch een oude dorpskom heeft: bond de sluis in de Vliet. Die sluis was er Voor de vijftiende eeuw niet. Toen liepen de schepen in de Vliet vast tegen de dam. Maar er kwamen weldra lie den die er hun brood van maakten de schepen over te halen, of over te slaan, als het hele grote schuiten be trof. De tfjd die daarmee in beslag werd genomen bood weer andere lie den de gelegenheid de schippers over te halen hun waren te kopen of hun bier te drinken. Die lieden zijn Leid schendammers gaan heten, omdat de oorzaak van hun broodwinning in 1609 gekocht was door de gemeente Leiden en sindsdien naar de Sleutel stad genoemd werd. Maar een Nederlandse gemeente die zichzelt hoog acht, laat het er niet bjj, of de oorsprong van haar ge schiedenis moet toch minstens in de Romeinse tijd gevonden zijn. De Leid schendammers wijzen op de Romein se veldheer Corbulo, die er voor wordt aangezien de Vliet te hebben gegraven. In die Vliet kwam later een dam...enzovoorts. Maar daarbij blijft het niet: de Romeinen zelf schijnen het plekje tussen Veur en Stompwijk al als woonplaats gekend te hebben: werden er geen munten van het keizerrijk gevonden aan de Sluiskant? Ook thans wordt Leidschendam door vreemdelingen bewoond. Tien van de zeventien raadsleden zijn fo rensen. De gemeente maakt nu deel uit van de „Haagse agglomeratie". De Leidschendamse woningbouw moet het volgebouwde Den Haag ont lasten. Daarvoor dienen zes uitbrei dingsplannen, die gezamenlijk veer tig miljoen gaan kosten. Daarom wordt in Leidschendam hardop gedacht over een „supermarket" voor een gebied van honderdvijftig duizend inwoners. En Leidsendam. gelegen tussen de duinen en het mooiste polderlandschap, vergeet daarbij de recreatie niet: tweehon derdveertig hectare worden daarvoor uitgetrokken. (Van onze speciale verslaggever) DOKKUM, 19 jan. - Op de Kleine Wiede van Fries- ands elfde stad, al- hans wanneer wij van de Elfsteden tocht spreken, is de hom gebarsten. De bom van het protest, liet incident waar de Friese schaatsmara- thons nu eenmaal niet buiten schijnt te kunnen. Jeen van den Berg siste het nijdig tussen zijn anden door. daar in het stempelkraam- n.je van de Dok kumer IJsvereni ging. „Weten jullie al dat Reinier is miiiiMiiiiiimmiimNiiiiiiiiiiiiHiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiih.iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMi (Van onze speciale verslaggever) LEEUWARDEN, 19 jan. Philip Papir.g, Bomme Paping en Richard Paping, respectievelijk bezitters van drie, drie en twee Elfstedenkruisjes, steeds vergaard in de toertocht, reden gistermiddag, dicht bij elkaar tussen Hindeiopen en Workum. Zij voelden zich al zeker van het volgende Elfste- denkruisje toen het plotseling van mond tot mond in de karavaan der toerrijders ging: „Reinier Pacing heeft een voorsprong van tien minu ten in Franeker". De drie broers ke ken elkaar eens aan. Zonder dat ie mand iets zei, bonden zij hun schaat sen af, huurden een auto en snelden naar de finish in Leeuwarden. Hun Elfstedenkruisje was niet meer be langrijk. Zij moesten de winnaar, hun broer Reinier, in hun armen drukken. Terzelfder tijd had ook vader Hen- nie Paping. zeventig jaar oud en de vorige week nog op de skilatten op de Lemelerberg, de auto gepakt. In de Groene Weide vierde een sportieve fa milie een groot feest. voorgereden?" Jeen griste kwaadaardig zfin kaart terug en reed meteen door voor de terugrit. Nog eenmaal draaide hy zich om: „Jullie weet het toch wel he: Reinier is voorgereden." En met deze harde woorden verdween de on derwijzer uit Njjbeets in de richting Bartlehiem. Jeen heeft gezien nooh gehoord dat op het vervaarlijk krakende ijs het publiek brak ook hier massaal door de afzetting een woeste jongeman pro beerde hem na te gaan. „Hoe durft ie. Zoiets doet Reinier niet. Ik zal hem leren. Is hij nu helemaal...", brulde deze supporter verbolgen. Hij kreeg bij val van de Dokkumers die juist tien minuten tevoren een groot stuk heroïek van Reinier Paping met eigen ogen had den aanschouwd. Hij kwam daar moei zaam aangereden, ret gezicht dik en ge zwollen. Paping plofte onmiddellijk op de stempeltafel neer, niet in staat ook maar een woord uit te brengen. Dokter D. Huyser van Reenen, de Elf stedentocht-consul van het Noordelijke, en zoals wel gebleken is, het meest barre district, moest eigenhandig de con- trolekaart uit Papings tas trekken, deze van een stempel voorzien en terug in de tas stoppen. Paping trachtte onder tussen een beker vol warme chocolade melk aanzijn mond te brengen. Het vocht droop naast zijn mond op de maillot. Reinier Paping maakte op weg naar zijn zege in Dokkum aan het eind van het moordende tegenwind-traject een volkomen ontredderde indruk. Maar hjj ging, opnieuw de vedelstreken op het besneeuwde ijs. Waar haalde Reinier Paping de eu vele moed vandaan om zo door te gaan? Was er niet ook nog het relaas jonge Wartz de Haan uit Hij had met eigen ogen ge- Vanuit het statige raadhuis var Kropholler worden thans de voorzie ningen getroffen voor Leidschendam van 1970: een stad van veertigduizend zielen. Een snelle ■groei staat dus de gemeente nog te wachten, die thans achttienduizend inwoners telt. In 1953 waren het er nog dertienduizend. En daarvoor? Voor onze tijd, in de negentiende eeuw, was Veur bekend om de kost school. Die instelling werd niet al leen beroemd, omdat twee zonen van koning Willem III er werden opge voed, maar ook berucht, omdat de school in 1880 gesloten werd, toen een wanhopige leerling zich voor de trein had gegooid. En lang daarvoor, in het grijze verleden, genoot Stompwijk bekendheid om de buurtschap Wils- veen, de oudste nederzetting in het gebied van de gemeente, nochtans in de middeleeuwen slechts een verza meling schamele hutten, verlaten in de modder, staande op de enig be woonbare plek: een bultig eiland. De naam Wilsveen en deze nomen zij de Hagenaars een omen schijnt te komen van „wilde venen", dat wil zeggen: onherbergzaam land. van de Stiens? zien hoe Paping op de Finkumervaart eenvoudig niet meer kon, de schaat sen afbond en ging lopen, drie kilo meter lang, of moeten we strompelen zeggen. Omstanders hadden hem erop gewezen, dat het beter was de schaat sen maar weer onder te binden. En dat heeft Reinier de Grote tenslotte gedaan. En toen kwam dan het dorpje irdaard, met die onmogelijk lage brug. De wachtmeester hier scheen al gezien te hebben hoe voor de brug al een groep nlet-deelnemers achter Paping aantrok. Uit heel hun doen en laten maakte hij op, dat zij van plan waren hem voor te rijden, Paping te laten profiteren van de zuigkracht te gen die moordende en snijdende wind. Heeft dan de wachtmeester van de motorpolitie, die voor de koploper uit reed, niets gezien? Wf) hebben het hem m Dokkum gevraagd. „Nee, noem mijn naam liever niet", sprak hij beslist. „Maar wel kan ik u zeggen dat ik men sen bij Paping heb gezien. Ik kan me natuurlijk vergissen, maar ik dacht dat Paping hun toch steeds voorbleef." Van de politie in Dokkum hoorden wo trouwens meer. De wachtmeester, die hier de mobilofoonpost bediende, wist zich heel goed te herinneren, dat uit de helikopter der Rijkspolitie was gezien, hoe ook het groepje van Jeen van den Berg e^pmaal door niet-deel- nemers was omrmgd, als het ware dus ook werd voorgereden. Er is veel ge hoord en gezien op deze barre monster rit. Nog voor Jeen in Dokkum zijn be schuldigende woorden uitte, waren er bij de Dokkumse Elfstedencommissie al twee telefonische meldingen binnengeko men van de geheime controles langs de route, die Van den Bergs woorden onderstreepten. Dit alles heeft Dokkum aan het hoofdbestuur in Leeuwarden doorgegeven. Het protest werd op voorstel van de wedstrijdleiding door het bestuur van de Friese Elfsteden vereniging terzijde ge legd. Wedstrijdleider, de heer J. de Jong zei: „Misschien is Paping door de hulpvaardigheid in het Friese land wel wat geholpen al zal dat tegen zijn eigen wil zijn geweest maar de wijze, waarop hij heeft gereden en gewonnen heeft ons doen besluiten hem definitief tot winnaar uit te roepen". In Belgrado is eein voet bal poolonga- niiisatie eirvam beschuldigd gedurende twee jaar ongeveer 150.000 gulden t» hebben verdiend door spelers om M kopen en de uitslagen van wedstrijden van t» varen „vast te stell°n". I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 7