Missie koop je niet voor een dubbeltje per ons
Samen sterk
Wat een gezin er zelf van denkt
Waarom staat de
wereld nooit
eens stil?
PAUSELIJKE MISSIE-ACTIE, LAAN COPES VAN CATTENBURCH 127, DEN HAAG
Het waren voor my wildvreemde families, waar ik in de Sinterklaasdagen zomaar aanbelde
Ik wist dat ze katholiek waren, maar dat was ook het enige. Zy van hun kant hadden in begin
december alles verwacht, behalve de vraag wat ze nu eigenlijk dachten van de gezinsbijdrage
voor de Pauselijke Missiewerken. Misschien dat dit hen zo overrompelde, dat ze zich direct
gewonnen gaven voor een gesprek dat echt interessant werd. Als u mocht menen dat wjj het
daarbij hoofdzakelijk over kwartjes en dubbeltjes hebben gehad, bent u er werkelijk naast.
Natuurlijk hebben we het nieuwe systeem zelf ook besproken dat was trouwens onze be
doeling maar er werd toch meer in gezien dan alleen maar een eenvoudiger en efficiënter
methode om geld bijeen te krijgen: ze vonden het een nieuwe kans om persoonlijk mee te
leven met de vooruitgang en de noden van de Wereldkerk.
Geen slapeloze nachten
Voorlichting
Reeds in het jaar 56
had men er weet van
Alle gezinnen helpen de Missie
Wist u
Val is de bedoeling van de Pauselijke Missiewerken?
Wie worden geholpen door de Pauselijke Missiewerken?
Kunnen de Pauselijke Missiewerken royale hulp bieden?
Behoort in 't testament van een katholiek ook niet de
Wat is de bedoeling der gezinsbyarage?
Wat is niet de bedoeling der gezinsbijdrage?
Is de gezinsbijdrage, die verleden jaar werd ingevoerd een
succes geweest?
Missie te worden bedacht? Denk hier eens aan! Giro 8725.
(Advertentie?
Gezinsbijdrage alleen maar gemakkelijk?
(Enquêteverslag Pauselijke Missie-Actie rapporteur
de Staat geen belastingen waren,
dan zou een bepaald gedeelte er zich
zeker niet om bekommeren, dat er
feen riolen waren. Het interesseert
en eenvoudig niet. En dat is ook
het geval met de missie.
„De gezinsbijdrage voor de missie-
belangen zal in uw gezin wel geen
alledaags gesprek geweest zijnmaar
is 't totaal onbesproken aanvaardt"
Er is even op gereageerd, maar we
hebben er beslist geen slapeloze
nachten van gehad. Als er over zo
iets gepreekt wordt, ben je wel ge
neigd mee' te doen. Het is geen
probleem. Naderhand kun je wel
eens tegen eikaar zeggen: „Zo, daar
zijn we weer ingetrapt", maar eigen
lijk is het een verbetering, dat zie
je wel in. Tenslotte willen we alle-
maal dat die verschillende bijdragen,
die er van je gevraagd worden, wat
eenvoudiger worden geregeld. En
dat gebeurt nu.
„Wat is uw mening: moet die ge
zinsbijdrage voor de Pauselijke Mis
siewerken een vrijblijvende kwestie
zijn of zou het een verplichting
moeten zijn?"
Daar zeg je zo maar geen ja of nee
op. Eigenlijk moest iedere katholiek
zich verplicht voelen. Maar nu dat
in feite nog niet zo isIn elk
geval moet men niet de grootte van
het bedrag op gaan leggen; iedereen
kan toch wel zijn eigen draagkracht
vaststellen. Ja. en verder: als er i
„Men voelt er zich dus te weinig bij
betrokken. Wordt de gezinsbijdrage
dan wel voldoende in verband ge
bracht met de verantwoordelijkheid
van ons allen voor de verspreiding
van de goddelijke boodschapt"
Die gezinsbijdrage moet feitelijk een
gevolg zijn van je belangstelling.
Maar als je niet weet, voel je je niet
verantwoordelijk en zul je' dus ook
niet geven. Dat vergeten de pastoors
en veel andere priesters nogal gauw.
En wat weten we eigenlijk over de
Wereldkerk? We komen er ook veel
te weinig mee in contact. Als je van
de moeilijkheden hoort net zoals
indertijd met de Kongo dan
spreekt het je aan, ook al ben je
nog zo lauw. De gezinsbijdrage voor
de missie mag dus niet los staan van
voorlichting, goede voorlichting.
Kosteloze voorlichting ook, en niet
dat je voor alles moet betalen: missie
moet je niet verkopen voor een dub-
beitje per ons.
„Wordt de gezinsbijdrage dan in
feite nog gegeven met weinig be
langstelling voor de missie zelf t"
Dat is weer te sterk gezegd. Als je
geeft, wil je ook weten waarom,
vroeger kon je een goedgeefse geld
schieter zijn zonder je erbij betrok
ken te voélen, ,,'t Is voor een goed
doel" was vaak al genoeg; een ver
schrikkelijke dooddoener eigenlijk.
Die belangstelling hoort er echt bij.
Dat gaat men ook steeds meer
ervaren. Die gezinsbijdrage heeft bij
veley toch wel iets wakker geschud,
maar het moet nog groeien. Lang,
zamerhand zullen er meer gaan be
seffen dat de belangen van de Kerk
iets van jezelf is.
„Kan men zeggen dat wat aan de
Pauselijke Missiewerken gegeven
wordt, een echte bijdrage 'van het
gezin ist"
U bedoelt dat heel het gezin er aan
meedoet? Als de kinderen klein zijn,
kunnen en hoeven ze dat van ons
nog niet. We betalen toch immers
alles voor ze. Maar als ze groter
wordenze betalen hun eigen
bioscoop toch nok. Verschillende
jongens en meisjes beseffen dat ook
wel. Ieder gezinslid moet uiteindelijk
zijn persoonlijke verantwoordelijk
heid kennen. Maar of dit overal
haalbaar is?
„Een laatste vraag: denkt u dat de
gezinsbijdrage een bedreiging kan
'vormen voor andere acties inzake
de missie?"
Een bedreiging is natuurlijk een ver
velend woord. Men zou beter kun
nen vragen of de andere acties daar
door bij ons minder aandacht zullen
vinden.' Waarom? Naast een verjaar
dag heb je toch ook een moederdag
en een vaderdag (waarom is er
eigenlijk nog geen missionaris^lag?)
De gezinsbijdrage heeft natuurlijk
iets voor. omdat, deze onmiddellijk
inhaakt óp je Kerk-lid zijn. terwijl
de andere acties meer een gelegen
heidskarakter hebben. Daarentegen
feeft het je een vrijer idee om met
eze laatste mee te doen. En dat is
ook wel eens prettig. Trouwens la
ten we eerlijk zijn, die regelmatige
gezinsbijdrage voor de Pauselijke
Missiewerken „voel" je op de duur
niet meer zo, en daarom geef je heus
nog wel aan andere missiebelangen.
Als ze maar niet elke week komen
De paardestaart van de teenager moet worden uitgekamd, de hij>
kraan voor de oudste broer wordt gemonteerd, de hond moet af en
toe een koekje krijgen, de jongste sprnit wil ook wel eens „onder
„anden" genomen worden, de hockeysehoen van de sportieve- dochte;
moet goed vastgemaakt worden en de oudste heeft een nieuwe
„hoed" die gepast wordt. Altijd is er in een gezin wat te beleven.
ulemaal zijn ze bezig. Allemaal zorgen ze ook, dat de Pauselijke
Missie Actie op hen kan rekenen. Met hun gezinsbijdrage laten ze
de missionarissen niet aan hun lot over!
EIGENLIJK is het allemaal niets
nieuws. De gezinsbijdrage voor
de Wereldkerk bedoelen we.
Reeds in het jaar 56 werden de pas
bekeerde katholieken van Korinthe
door Paulus aangesproken om geld
bijeen te brengen voor jonge kerken
elders op de wereld. Hij kon het
van die Korinthiërs gerust vragen-,
want hun stad was een zeer belang
rijke havenplaats in de toenmalige
wereld. Er waren in die dagen geen
girorekeningen of banken. Daarom
'had Paulus een speciale man. die
Titus heette, aangesteld om de bij
dragen te innen én over te brengen
naar die gebieden, waar nood was.
Palestina was bijvoorbeeld zo'n
noód-gebied, waar de Kerk financiële
zorgen had.
In de eerste brief, die Paulus naar
Korinthe stuurde, is hij omtrent, dit
punt echt niet moeilijk te begrijpen.
Wat de collecte voor de heiligen
christenen in Palêstina) betreft:
volgt de regel die ik voor de kerken
in 'Galatië 'heb vastgesteld. Ieder
moet elke eerste dag van de week
thuis opzij leggen wat hij heeft
kunnen sparen; anders beginnen de
inzamelingen pas wanneer ik kom.
Ik zal dan. als ik bij u ben. de man
nen die gij daarvoor geschikt acht,
met brieven naar Jerusalem zenden
om uw gaven over te brengen".
Een goed jaar later komt Paulus er
in een tweede brief wat uitvoeriger
op terug. Hij schrijft o.m.: „De ker
ken van Macedonië hebben naar ver
mogen gegeven; ik moest eigenlijk
zeggen, bóven hun vermogen. Uit
eigen beweging en met- grote aan
drang smeekten zij ons om de gunst,
deel te mogen nemen aan de onder
steuning van de heiligen. Zij gaven
meer dan wij durfden hopen; zij
gaven zichzelf, in de eerste plaats
aan de Heer. maar dan ook. door
Gods wil. aan ons. Hierdoor aange
moedigd hebben wij er bij Titus op
aangedrongen, ook dit liefdewerk,
waarmee hij al eerder begonnen
was. bij v tot een goed einde 'e
brengen. Welnu, gij munt reeds in
zoveel opzichten vit. in geloof, wel
sprekendheid'. wetenschap, in ijver
op alle gebied, in uw liefde voor
ons; laat. dan ook. dit liefdewerk,
uitmuntend slagen! Ik zeg dit niet
bij wijze van bevel, maar ik wil de
echtheid, van uw liefde toetsen aan
de toewijding door anderen betoond.
Want de liefdedaad van onze Heer
Jesus Christus hoef ik u niet in her
innering te brengen: hoe Hij om.
uwentwil arm is geworden, terwijl
Hij rijk ivas, opdat, gij rijk zovd.t,
wórden door zijn afnioede. Toch
geef ik u in deze een raad, die u van
pas kan komen. Het vorig jaar reeds
zijt gij begonnen met het. plan en
de uitvoering ervan. Voltooit nu uw
werk en laat het resultaat beant
woorden aan uw edelmoedigheid
naarmate van de middelen waar
over gij beschikt. Liefdadigheid naar
rvermogen is welkom,, er wordt niet
verwacht, dat. iemand geeft wat hij
niet heeft. Het is niet. de bedoeling
dat gij door anderen te ondersteu
nen uzelf in verlegenheid brengt.
Er moet een zeker evenwicht tot
stand kómen." Dit alles zou aan ons
geschreven kunnen zijn. Dit alles is
ook aan ons geschreven. Er is sinds
Paulus niets' veranderd. Tenzij dan
dat de missionaire noden misschien
groter geworden zijn.
ALS het ooit eens zou gebeuren dat de wereld stil zou staan, politiek en
sociaal gezien dan, zou de missionering er beslist gemakkelijker door
worden. De veronderstelling is natuurlijk onzin en ook echt niet wensbaar,
maar toch als er geen oorlogen en revoluties waren, als zelfstandigwording
der staten geen probleem was, als er geen vluchtelingen waren, geen
Industrievorming en niet al dat andere, dat onze wereld van jaar tot jaar
anders doet zijn, dan zou de Kerk het bij haar taak ook financieel
gezien heel wat eenvoudiger hebben.
Nu deze wereld wel in beweging is,
moet de Kerk, moet de missie
steeds opnieuw beginnen, heropbou
wen, aanpassen Daarom zijn we
nooit klaar. Op Nieuw-Guinea grij
pen bevolkingsgroepen terug naar
oude gebruiken, die de missie der
tig, veertig jaar geleden heeft pro
beren weg té werken Wat de Kerk
vroeger in Chin, had opgebouwd
moet ze nu verwezenlijken in Hong
kong of Formosa waar de Chinese
vluchtelingen leven. Tien jaar gele
den was het zeer belangrijk dat Je
Kerk doordrong in de bossen van
Afrika, nu is het veel belangrijker
dat ze naar de steden gaat.
Zo vraagt de missionering steed s-
de aandacht en de steun van allen
die het kunnen. Is het dan een ein
deloze zaak? Inderdaad, maar niet
hopeloos. In elke situatie, waar de
Kerk werkt, loeft een andere gene
ratie. De omstandigheden kunnen
drastisch veranderen, zodat de Kerk
ogenschijnlijk telkens opnieuw moet
beginnen. Wa'. onze grootouders aan
steun hebben gegeven, heeft resul
taat gehad bij de mensen van hun
tijd. Zo geven wij nü voor wat de
Kerk doet aan ónze medemensen
van nü. Over vijftig jaar zal de
missie waarschijnlijk een andere
weg moeten gaan. Maar dan zullen
er ook andere mensen zijn. Wat wilt
u? De wereld staat niet stil. Ge
lukkig.
In Oost-Azië gaat het wonderlijk
goed met de missionering. Wat nér
gens elders op de wereld valt te
constateren, gebeurt hier. Het aan
tal doopsels van «olwassenen is gro
ter dan dat van kinderen. Dat wil
zeggen dat de Kerk er bijzonder
groeit. Men kan het nagaan'aan de
volgende cijfers:
doopsels van kinderen
1958-1959 1960-'61
doopsels van volwassenen
1958-1959 1960-'61
Oost-Azië 34.876 36.747 94.901 67.735
Zuid-Korea 14.667 16.221 54.057 33.489
Hong-Kong4.316 4.338 13.428 11.338
Japan 6.629 8.057 9.969 8.765
Formosa 8.764 8.131 17.447 14.143
dat in Hongkong 71 parochies zijn
met samen 200.000 gelovigen, én
dat op een totale bevolking van
meer dan 3 miljoen, waarvan de
helft woont in omstandigheden
die men niet kan beschrijven,
ook niet als men het gezien heeft:
de Kerk er het grootste sociaal
lentrum heeft van geheel Azië, en
och nog vrijwel machteloos is
om een grootse bijdrage te leve
ren, niet zozeer bij gebrek aan
mensen, dan wel bij gebrek aan
middelen?
dat de missie blij is met elke gift
en dat zij er biddend en hard
werkend verrassende resulta
ten mee weet te bereiken?
dat in Zuid-Afrika als gevolg van
de rassenscheiding de Kerk voor
grote financiële moeilijkheden
itaat, omdat zij in de nieuwe toe
gewezen gebieden geen kerken en
■icholen heeft;
deze last komt bij de grote zorg,
die zij in 1959 kreeg toen de rege
ring de subsidie op de rond 700
scholen introk;
dank zij een extra subsidie van
de Pauselijke Missiewerken en
vooral ook dank zij de grote of
ferbereidheid der katholieken kon
bereikt worden dat slechts 40
scholen gesloten moesten worden;
door de steun aan de scholen de
toch al geringe financiële draag
kracht der Zuidafrikaanse katho
lieken volkomen is uitgeput?
\'aast het wekken van de belangstelling voor heel het missieveld, het voor
ie Paus mogelijk maken steun aan het missiewerk gedeeltelijk zelf ter
oand te kunnen nemen.
De meer dan 700 missiegebieden in Afrika, Azië, Oceanië en Latijns Ame
rika en de Poolvelden ontvangen hulp; hetzij voor de normale onkosten,
hetzij voor centrale projecten, urgentie-projecten en onverwachte nood
situaties.
Het Pauselijke Missiewerk voor Geloofsverbreiding kon in 1961 een totaal
bedrag uitkeren van ƒ72.431.914,
Het Pauselijke Missiewerk voor eigen Priesters een bedrag van
27.602.658.—.
Het Pauselijke Missiewerk der Kinderen een bedrag van 17.771.268,
Samen dus 117.805.840,
Dit is voor meer dan 700 missiegebieden!
Dat elk gezin één bedrag geeft voor de drie Pauselijke Missiewerken
samen, een bedrag zelf vastgesteld op basis van de samenstelling en de
welvaart van het gezin.
De indruk te wekken dat men „Van alles af" is.
Dus: niets meer hoeft te geven aan andere missie-activiteiten.
Wat is ook niet de bedoeling der gezinsbijdrage?
Hoe dan ook ruimte te ontnemen aan het Apostolaat der Hereniging en
aan het Sint Willibrord Apostolaat.
Op deze vraag moeten wij het antwoord nog schuldig blijven. Wij hebben
nog te weinig gegevens uit de parochies waar zij werd ingevoerd, terwijl
in meerdere parochies nog niet ertoe werd besloten.
Steekproeven stemmen hoopvol en mogen een aansporing bevatten zowel
om door te gaan op de ingeslagen weg, ofwel om de nieuwe weg in
te slaan!
Ook zijn er reden te over tot een woord van oprechte dank.
i
Samenwerking tussen missionarissen en inheemse bevolking
overwint moeilijkheden. Samenwerking tussen missionarissen
en alle katholieke Nederlandse gezinnen is noodzakelijk om het
missiewerk in stand te houden en uit te breiden.