De ramp van Brussel KVP deelt klachten VVD I k Gevleugelde zomer collectie bij Madame RICCI PARUS Belg als architect met textiel Cape-achtig effect Dubbeltje op zijn kant Ontwerper Zilveren Schor „Personeehhelpid gevoerd dat zijn hoge ambt onwaardig is Van der Putten en mr. Van Riel bij Kamerdebat Onno Greiner WOENSDAG 30 JANUARI 1963 PAGINA 5 HUIS CLOS udheidst>acil! en c ATARR h *kUe tegen infektie DEN HAAG, 30 jan. Bij de bespreking van de personeels zaken van de begroting van De fensie is minister Visser door zijn partijgenoot Couzy vanwege zijn optreden in de zaak-Van der Put ten gisteren in de Tweede Kamer op dezelfde wijze aangevallen als een jaar geleden in de Eerste Kamer was geschied door de libe rale fractieleider van de WD, mr. Van Riel. Opvallend was, dat prof. Oud gisteren niet aanwezig was. (Het optreden van mr. Van Riel heeft destijds de diepe ver ontwaardiging bij een groep (vooral oud-)liberalen gewekt). Wel zat de heer Van der Putten, die de aanleiding is van deze weer oplaaiende politieke moei lijkheden, op de publieke tribune. Voorzichtig weggedoken in een ambtenarenloge was ook het ge zicht van de zegevierende mr. Van Riel te ontdekken, luisterend naar een lang betoog met klach ten van zijn partijgenoot Couzy. Koude douche E „Foute" leveranciers Singapore Koudegratificatie rijkspersoneel «lp (Van onze moderedactrice) PARIJS, 30 jan. Als de mode, die altijd een gok is, het ooit goed geschoten heeft, dan was het wel voor deze winter, toen zij ons uitdoste met bont mutsen tot over de oren en hoge, soepele laarzen tot aan de knie. De verslaggeefsters die in dit straattenue nu binnenkomen bij de Parijse modehuizen om de zomershows te bezichtigen, zitten, terwijl ze kijken en noteren, tege lijkertijd stilletjes te wensdromen Want ook hier in Parijs lijkt er geen einde te komen aan de win ter en men is er nu toe overge gaan de kolen te rantsoeneren. m'WËÈBBBHM mWMmÊmm Met „pep w „Boerinnenstijl Japanse invloed Samen met de Verenigde Staten van Amerika zouden de Verenig de Staten van Europa een Atlan tisch deelgenootschap moeten vor men. Zo'n deelgenootschap zou de vreedzame concurrentie met het Sovjetblok aan kunnen. Het zou zich ep militair, politiek en economisch mrrein kunnen handhaven tegenover "et imperium van Moskou. De dooi bri?e ^oude oorlog, die op dit ogen blik nog een zeer voorlopig karakter araagt, zou dan runnen doorzetten. 'Paus zou niet alleen voor het westen, maar ook voor het oosten, het per spectief geopend worden van een betere wereld. Maar deze droom, bm de laatste tijd langzaam maar zeker gestalte begon te krijgen, is nu wreed verstoord door het optreden Van De Gaulle. Een optreden dat gisteren culmineerde in de ramp Van Brussel. De hele ontwikkeling Van de Europese eenwording, waar- f't de Atlantische samenwerking zou moeten voortvloeien, is door- Kruist door Frankrijks ingrijpen. De wulle's afwijzing van Engelands "dmaatschap van de Europese Eco nomische Gemeenschap is een af wijzing van een der grondgedachten van het Verdrag van Rome. dat in 19o7 gesloten werd door de Zes van continentaal West-Europa. Die ge dachte was, dat de EEG niet beperkt moest blijven tot het Europa van de maar dat ook andere Europese janden. waaronder Engeland, de ge legenheid moesten krijgen zich aan te sluiten. Uit die EEG zou intussen een Europese politieke unie moeten groeien. Zo zou voortgebouwd wor den aan een Verenigd Europa, waar- yoor Fransen als Monnet en Schu- man dertien jaar geleden de grond ig hebben gelegd met hun Europe se Gemeenschap voor Kolen en In laatste instantie is De Gaulle's politiek gericht tegen Amerika, dat hij ervan verdenkt van Euro- Pa een kolonie van de V.S. te willen jdaken. De gedachte van een Atlan- hsch deelgenootschap spreekt De Gaulle niet aan. Hij koestert de illu- van een onafhankelijk Europa dat zich, onder Frankrijks politieke jciding en onder bescherming van frankrijks zogenaamde force de rrappe. zou ontwikkelen tot een soort derde macht tussen de V.S. en de Sovjet-Unie. De Gaulle heeft ge ïnsinueerd dat Amerika zijn nucle- Jdre afschrikkingsmacht wellicht met zal willen gebruiken voor de Verdediging van West-Europa, als er ooit werkelijk op aan gaat Komen. Maar Kennedy heeft terecht geantwoord, dat Khroesjtsjev kenne- jflk wèl gelooft in Amerika's bereid heid Europa's vrijheid en veiligheid beschermen. Die overtuiging van Sovjet-premier weerhoudt hem tlvoorbeeld van een Berlijns avon- pdr. Kennedy heeft ook fijntjes op- ho erkt dat de Amerikanen op hun G ürt nooit hebben betwijfeld, dat De düe zijn verplichtingen aan de dordatlantische Verdrags Organi- ®atie zou nakomen. De ironie van deze woorden zal niet ontgaan zijn Kan De Gaulle, wiens geringe en thousiasme voor de NAVO algemeen bekend is. De onmiddellijke aanleiding tot De Gaulle's bruuske antwoord aan En geland was ongetwijfeld het akkoord Van Nassau tussen Kennedy en Mac- jhillan. De Franse president wil niet meedoen aan de vorming van een jbpltilaterale NAVO-kernmacht, hoewel daarmee zijn bezwaar tegen ?eh al te grote militaire afhankelijk heid van Europa ten aanzien van h-merika juist ondervangen zou wor den. Vooral sinds Nassau ziet De V'aulle in Macmillan een man die ??or Kennedy is ingepalmd, en het bn van Engeland tot de EEG ^schouwt hij als een binnenhalen an het paard van Troje. n het Europa dat De Gaulle zich droomt, zou Frankrijk de boven- toon voeren. De spil van dit Eu ropa zou gevormd worden door een hl. Parijs-Bonn, die vorige week in jij Frans-Duitse vriendschapsver- jhg werd gesmeed. Maar behalve lsschien bij Adenauer zelf bestaat in de Bondsrepubliek weinig ani- G VrVTVv. iTAt»Knr»^onVl01^ Toneelstuk van Sartre, waarin de hel beschreven wordt als de ondraaglijke aan wezigheid van steeds dezelfde mensen in een gesloten kamer. biet voor bijzondere verbondenheid J.-, - een Frankrijk dat tegen een fanu ^erer>igd Europa en tegen At- hpt samenwerking is. Het is hid Urenswaarcbg> dat Adenauer J ens zijn recent verblijf in Parijs Uit meer druk op De Gaulle heeft daKfpctend om hem tot andere ge- gAbten te brengen. Nu zit ook de Ado publiek met de brokken. ti?o auer heeft uit misplaatste pres- v|fj0Verwegingen het Frans-Duitse van Parijs boven de nood- Va^'hke uitbouw van het Verdrag Rome gesteld. Uw? GauHe's bezwaren tegen Enge- Fur aansluiting bij continentaal thisov?a zÜn in wezen niet van econo- dp o aard. Maar de afwijzing van ona.fntten heeft wel onmiddellijk l^gename economische konse ten es voor Frankrijks deelgeno- Fnep? ^EG (voor Nederland is ttpr) ahd de tweede handelspart- de Êtw? economische expansie van Voty) zou aanzienlijk belemmerd |0ltn,?n door de handhaving van de fetipoi erl tussen het continent en |oticJp?n<V. boe kan een Europa Kennis Engeland antwoorden op de hiut s, vvet °P de uitbreiding van Utnwii ndse handel: Amerika's *ehp tot economische Atlanti- samenwerking? ^esto.Gaulle beeft Europa en het Dat dit ee,n .slechte dienst bewezen. v°ora3«°? insezien wordt door vele ?P het "1/lde Fransen is voor ons troos?en n°B maar een schra- y Advertentie s °e dood voor Beschermt Uw k«l te8<" 'nfec"U POTT EBS PASTIILES tee VtacKUg miiiel legen WneVVise wkou^eié, kioncWBy catarti en KooiVoorte. VISSER door eigen partij geliquideerd 9? Dit doojj» betekent-! (Van onze parlementaire redacteur) Deze kwam tot de conclusie dat mi nister Visser een personeelsbeleid heeft gevoerd dat „niet in overeenstemming is met de hoogheid van ztjn ambt". Dit oordeel sloeg geheel op de zaak-Van der Putten. Hierover komt eerst eind van de volgende maand een verslag uit van de commissie-Van Doorn, waarna de zaak in het parlement een aparte behandeling zal krijgen. De Kar mer liep er echter reeds bfj de alge mene beschouwingen op vooruit. De heer Couzy doelde op hetgeen Van der Putten na do uitspraken van het Amb- iflillilliiiiliimiiiimiiiiiiiilllilliiiiiMiMiiiiinillllltiHiilimill iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiMi tenarengerecht en de Centrale Raad van Beroep, die hem beide in het ge- Hjk hebben gesteld, heett ondervonden: de minister weigert hem te rehabili teren en wil ook zijn geldelijke verdien sten in de burgermaatschappij korten op hetgeen hij wegens een langdurig ont slag als ambtenaar nog tegoed heeft. Door deze kritiek is de partij-eenheid in de WD, vermoedelijk vooral met het oog op de verkiezingen, nog op tijd gered. Althans wat betreft de frac tie» in Eerste en Tweede Kamer. De verhouding minister-liberale partij is echter nu wel tot de allerlaatste steen afgebroken. Minister Visser was ai prikkelbaar voordat het onderdeel personeelszaken' aan de orde kwam. Hij antwoordde eerst op het debat van de vorige week en zei dat er geen sprake van was dat hij aan Defensie in een wespennest ver keert, zoals hem vier jaar geleden al van vele zijden als toekomstbeeld was voorgehouden. Hij had integendeel veel nuttigs kunnen verrichten temidden van een volkomen betrouwbaar en deskun dig, goed organiserend ambtenaren korps. Hij zei zich te voelen als een Elfstedentochtrtjder, die reeds op weg is van Dokkum naar Leeuwarden. Ztjn positie in de meedogenloze WD-vries- kou schilderde hij echter wel erg mooi af. Er waren wel wat woeste en op ondeskundigheid speculerende publika- ties geweest „in een enkel persorgaan", maar dat had allemaal niet veel te be tekenen gehad. In de Kamer zeker niet... Kort daarna kwam dan de koude douche van zijn eigen partijgenoot Couzy. Minister Visser staat bij de li berale partij bekend als de meest eigen zinnige excellentie die men in die krin- ooit heeft meegemaakt. Hij beroept zich in zijn isolement steeds op zijn onafhankelijke positie als minister van de Kroon en denkt er niet over zich iets van de VVD en haar advie zen, hem persoonlijk gegevèn, aan te trekken. Prof. Oud, die hem aanvan kelijk als te „fasoenlijk voor een loliticus" kwalificeerde, heeft het al- ang opgegeven hem naar zijn tacti sche inzichten te zetten. De liberale fractie had nu de militaire specialist Couzy bereid gevonden deze minister tenslotte, nadat het lidmaatschap van de Tweede Kamer hem voor de komende verkiezingen door zijn eigen partij reeds is ontnomen, politiek te liquideren. Ir. Visser verdedigde zich met een onmiskenbare slagvaardigheid, die de vrucht lijkt van een sterke overtuiging en voorts met de methode-Coué. Wat het eerste betreft, kreeg hij vooral hulp van staatssecretaris Calmeyer, die met ijzige kalmte de heer Couzy, voordat hij over het personeelsbeleid aan het woord kwam, reeds een paar voltref fers toediende. De heer Couzy had ge schimpt op de gekunsteldheid waarme de thans weer de Gele Rijders uit het museum der historie worden gehaald. De staatssecretaris antwoordde, dat de liberale spreker de geschiedenis van de krijgskunde nog muar eens goed moest be' met het herstel van dit beroemde korps en de naam „rijden de artillerie" volkomen in orde. Voorts had de heer Couzy aanmerkingen ge maakt over het verwijderen van ver warmingsapparaten uit tanks, maar hiervan bleek Met» te kloppen en de geachte afgevaardigde kreeg te ver staan dat hij de klok had horen luiden maar de klepel niet kon vinden. De heer Couzy had voorts gesproken over slechte voorlichting aan de minis ter omtrent leveranciers aan het leger, die onder de oorlog „fout" waren ge weest. Daarbij noemde hjj een hande laar uit Oudewater, wiens vrouw des tijds door de heer Van der Putten ten tonele is gebracht naar aanleiding van de z.g. bloesjesaffaire Minister Visser verwees deze zaak met een ongeïnteres seerd gezicht naar het grijze verleden van vóór zijn ambtsperiode: „Het be lang van het graven in deze oude ge schiedenissen ontgaat mij te enenma le...' Bezwaren tegen het personeelsbe leid van ir. Visser werden ook door an dere sprekers geuit, met name door de heer Maenen (KVP), die de heer Cou zy volkomen gelijk gaf. „De rechtsposi tie van het militaire personeel is niet geregeld, de personeelsvoorzieningen lijken naar niets, evenmin als de wo ningvoorzieningen en niet te vergeten de menselijke verhoudingen". De heer Maenen zette ook het verzoek van de heer Moorman kracht bij, de broeder- dienst voor grote gezinnen weer in te voeren. Wanneer twee broers hebben gediend zou de derde vanwege de grote financiële en persoonlijke offers die zo'n gezin brengt, moeten worden vrij gesteld. De heer Maenen baseerde zijn kritiek op vele contacten met beroeps- personeel en militaire belangenorgani saties. Ook de heer Blom (P.v.d.A.) toonde zich zeer ontstemd over het per soneelsbeleid van de minister. Tenslotte heeft ook de staatssecreta ris voor marine, ie heer De Jong, zijn aandeel geleverd in de strijd tegen het parlement. Zijn betoog richtte zich ech ter vooral tegen de socialist Wierda. De staatssecretaris deed opnieuw een po ging de socialisten duidelijk te maken wat de betekenis is van een marine voor een land als Nederland dat ligt in West-Europa en dat dus in oorlogstijd het grootste belang heeft bii verbin dingen naar het Amerikaanse continent en dat bovendien de laatste tijd, nu de Russen met raketten in de Atlanti sche Oceaan verschijnen, gevaar loopt juist van de zeekant, waar men het voorheen niet had te verwachten, te wor den aangevallen. De staatssecretaris schetste de situatie die voor Nederland precies het omgekeerde is van die des tijds voor Singapore goldSingapore was in staat elke aanval van de zee uit op te vangen, maar de verrassing kwam van de landzijde. Van liberalen en socialisten kwam de vraag, waar nu toch de een jaar geleden reeds toegezegde humanisti sche verzorgers blijven. Men drong er op aan, dat zjj vóór 1 mei worden aangesteld vermoedelijk om deze zaak niet eens in het licht van een nog onbekend nieuwe politieke constel latie opnieuw te moeten behandelen, hetgeen weer lang uitstel zou kunnen brengen. De heer Kikkert (C.H.) ver zette zich tegen deze suggestie en wil de eerst een nota en een nieuw debat. De heer Wierda herinnerde aan de be reidheid van de K.V.P., een jaar ge leden door magister Stokman getoond, deze geestelijke verzorgers, mits zij in een reële behoefte voorzien, toe te laten. De heer Moorman (KVP) sprak over een motie over het korps mariniers, die hij had willen indienen, maar die hj) tocb maar voor zich hield. De heer De Jong gaf hem de verzekering dat dit korps door de afvoering van duizend man eigenlijk structureel beter wordt; de verhouding beroepsmarinlers-dienst- plichtigen wordt gunstiger. De heer Moorman beperkte zich toen tot 'n drei gement: hij Het de motie maar liever als een potentiële dreiging die nooit zal komen in de lucht hangen, om het de minister niet aan te doen dat zij met socialistische, communistische en paci fistische stemmen zou worden aan vaard DEN HAAG, SO jan. De regering heeft bepaald dat het burgerlijk rijks personeel, voor zover dit gedurende de afgelopen koudeperiode in de buiten lucht heeft gewerkt onder door het weer bijzonder verzwaarde omstandigheden, in aanmerking kan komen voor een uitkering Ineens. Het bedrag van deze koudegratificatie kan voor het gehele winterseizoen 1962-1963 worden gesteld op 35. Een van de hoeden met grote golfrand, die dit jaar en vogue zullen zijn. Deze creatie „Porte d'Auteuil" genaamd is van witte voile, doorwerkt met wit paardehaar. Ontwerp van Jean Barthet. Een deux-pièces van witte wol, het jasje versierd met vierkante knopen. Een van de altijd sjieke modellen van Coco Chanel. i Bij Nina Ricci was het gistermiddag, toen de mannequins voorbijtrokken in V- •,vv stralende lichte nieuwe modellen, heer lijk hoogzomer. En wat de kijksters bjj de stampvolle première om vjjf uur. toen het afgeladen vol zat in elk der vier in elkaar lopende ruimten, met verrassing waardeerden, was de air conditioning, die er voor zorgde dat niemand flauw viel in de benauwde atmosfeer. Fransen, met name Parij zen a ars, kunnen blijkbaar leven zonder lucht. Maar er komen nogal veel Ame rikanen bjj Ricci en ze hebben daar nu eindelijk begrepen dat het gewone goede koopmansgeest is om een beetie service te geven. Iets wat men in de Parijse modehuizen nooit ondervindt. De air-conditioning snorde dus en al leen de Franse modejournalisten die tegen elkaar over hun griep klaagden, trokken een beetje vinnig hun mantels over hun schouder. waarvan de punt de zoom van rok raakt. Ee:. cape-achtig ei- dat konsekwent de hele collec- Madame Rici, steeds stram in haar niet te schatten leeftijd, van wie wjj net een glimpje opvingen, niet meer dan een toef spierwit haar, heeft na de show van gisteren wederom tegen zich zelf kunnen zeggen dat ze met cie jonge Belgische ontwerper Jules Crahay een uitstekende keus heeft gedaan. De col lectie van Ricci hoort tegenwoordig tot de toonaangevende. Er zit durf in. Ook nu was het een collectie met „pep". Een „vlieger"-collectie zegt hij zelf. Pakjes, japonnen en mantels geeft hij een driehoekige losse slip op de rug, vanaf schouders tot pols aan de mouw vast en waarvan de punt de zoom van de korte fect dus, tie doorloopt. Crahay probeert al sei zoenen lang de cape er in te krijgen. En misschien durft hij nu zo stoutmoe dig te zjjn omdat de cape er in eens „in" is geraakt deze winter en zelfs door de teeners is geaccepteerd! Met al die „gevleugelde" pakjes en japonnen vonden wjj het een verrukkelijke collectie om naar te kij ken. Levendig en vibrerend. Helemaal van deze tijd door de rechte, nauwe, nog korte rok, de simpele japon in het silhouet dat nu wel klassiek lijkt voor de moderne slanke vrouw, maar tegelijkertijd door deze vondst zowel zakelijk als zwierig, vrouwelijk en vooruitstrevend. Aangepast aan een tijd waarin het streven gericht is op de ruimte, als dat niet overdreven gedacht is. Als ze geen vleugels hebben, doen de zomerse jasjes van de pakken den ken aan ruime bedjasjes met beweging in de rug en de lange mouw sierlijk bijeen aan de pols. Boven de make-op met oogschaduw en bleke lippen draagt de mannequin soms een gehaakte stro-baret met een koket klein roosje aan steel tegen de wang of een grote hoed met golfrand. Een van Crahay's vele speelse invallen is een felgroene jurk in „boerinnen"- stjjl met een aangerimpeld los schort- pand dat de pijpen van een kniebroek verbergt. Kleuren en tinten zijn er deze zomer in grotere rijkdom dan ooit, van gebleekt lila tot donkerblauw en van teer rose tot schel oranje-rood. Als grapje heeft Crahay in een donker-blau- we om het hoofd gewikkelde doorzichti ge shawl een zonnebril ingebouwd. Deze architect met textiel maakt rechte open mantels, laag uitgehold achter in de nek en omboord met een brede franje van open lussen. In een heel andere stijl zijn de mantels genre kamerjas met los omgeknoopte cein tuur. De Japanse invloed in de zomermode komt hier sterk naar voren als de mannequins met zwarte Japanse prui ken op statig schrijden in lange ge waden van ivoorwitte of theekleurige stijve zij, strak gesloten over het afge platte lijf en met sierlijke vleugelmou wen. Voor feestelijke zomeravonden in een zacht klimaat zijn er ontelbare op de voet vallende waaierende creaties van zijden chiffon, bedrukt met bloem en bladmotieven in de verrukkelijkste kleuren. Op de avond-toiletten van tus- sor-achtige zij is het meest originele kralen-borduurwerk niet alleen de ba- vet maar zelfs de hele matrozenkraag van glinsterende, kleurige püpjeskralen. Als oorhangers dragen de mannequins trossen kralen die soms de kralen snoer om de nek raken. De show van „Coco" Chanel werd druk bezocht en iedereen slaakte een zucht van verlichting toen bleek dat de 79-jarigeo ntwerpster haar stijl niet had gewijzigd. Zji toonde haar veelgeroem de mantelpakjes met de soepele, car digan jasjes afgezet boordsels. De col lectie was zelfs meer Chanel dan ge woonlijk. Haar bloezes versierde zij met „poesjes" strikken wélke zt) uit haar wintercollectie had geweerd. Met dat al kunnen wjj over ,,de" voorjaarsmode nog weinig definitiefs zeggen, ook al had Coco Chanel haar collectie al laten zien. Er lijkt weinig re\olutie in de lucht te zitten. Maar tegen het ■",|nde van de week pas komen de collecties bij Dior en bij de Italiaanse Parij zenaars, Capucci en Simonetta-Fabiani aan de beurt. Dè mode is steeds meer een complex van ideeën van de verschillende ont werpers. A.Bgl. Inderdaad is het niet veel wat de schrijvers vragen, een dubbeltje per Nederlander, per jaar. Wat mij betreft zou ik dan ook zeggen: meteen doen. Zo'n koopje krijgen we nooit meer. En ik stort gaarne van ganser harte namens mijn gezin drie dubbeltjes per jaar in de wetenschap dat ik daardoor mede bevorder dat de vaderlandse lit teratoren van A. Roland Holst tot en met Bernlef dóórgaan met het schrijven van meesterwerken. De Staat, echter, schijnt er anders over te denken. Wat ik niet goed be grijp, want de Staat zou toch nog wel :oveel gevoel voor betrekkelijkheid .(.unnen opbrengen, dat hij beseft dat net laten neervallen van één straal jager aanzienlijk méér kost dan het een jaar financieel in stand houden van de ganse Nederlandse litteratuur. Als ik staatssecretaris Scholten goed heb begrepen vindt hij, dat het ver lenen van jaargelden afbreuk doet „aan de aard van het vrije schrijvers- beroep". Dat is natuurlijk onzin. Over het algemeen gesproken mag het waar zijn dat „wiens brood men eet, dien6 woord men spreekt", maar in het ge val van de Staat gaat dat mijns in ziens niet op. De Staat is onaantatst- baar genoeg om zich de weelde te kunnen veroorloven van zich even tueel raison van één miljoen per jaar te laten beledigen. En als het puntje helemaal bij het paaltje zou geraken dan heeft de Staat-als-uit- gever, altijd nog mogelijkheden ge noeg om zich te uiten en zo nodig, te verweren in de Staatscourant of in de Staatsalmanak. Ik zou overigens wél eens willen weten hoeveel dubbeltjes per jaar mij de instandhouding van beide, uiteraard zéér onafhankelijke, periodieken kost. Inmiddels zitten wij met zijn allen met de impasse. Als er niet gauw een oplossing wordt gevonden gaan de schrijvers straks niet naar het op han den zijnde Schrijversbal. En dat is nou niet zo'n ramp en een zekere tendens in die richting was de laatste jaren tóch al merkbaar maar zo'n festiviteit wint er op de duur natuur lijk toch niet bij als hij alleen maar wordt bezocht door lezers. Maar bovendien hebben de schrij vers hun voornemen kenbaar gemaakt om voorlopig géén Staatsprijzen meer aan te nemen. En naar ik heb ver nomen is de situatie op het ogenblik al zo dat de Staat, zoal niet met dub beltjes dan toch in ieder geval met bankbiljetten staat te wapperen om deze of gene schrijver te gerieven. Tevergeefs echter. Er wordt alleen maar hooghartig geweigerd. Terecht naar mijn smaak. Als de Staat niet voor een dubbeltje per persoon op de eerste rij wil zitten, dan moet hij met zijn miljoen ook maar naar de bliksem lopen. (Advertentie) Een OLVEH polis nü, een OLVEH pensioen straks. £en architect is een heel vreemd insect, een heel ongewoon mannetje in de maatschappij. Hij moet kunstenaar zijn wil hij er iets in te vertellen hebben. Maar daar naast moet hij ook constructeur, financier en regisseur zijn. Bo vendien, wil hij iets echt wezen lijks maken, dan moet hij ervan bezeten zijn." Zo schildert de 38-jarige Amsterdammer Onno Greiner, zijn eigen beroep af. Hij voegt er direct aan toe, dat hij van een architect nu ook weer niet een heilige wil maken. „Toch ben ik blij," zegt hij, „dat ik deze richting gekozen heb. Ik zou er zonder niet meer kun nen leven." Dat deze richting juist geweest is, blijkt inmiddels wel uit de vele werken, die de nog betrekkelijk jonge architect reeds heeft uitgevoerd en de vererende opracht, die hij on langs van de stichting „Zilveren Jeugdcentra" kreeg om een ont werp te maken voor „Het Zil veren Schor", een jeugdcentrum, dat op initiatief van koningin Juliana en prins Bernard in Zee land zal verrijzen. Onno Greiner is uiteraard blij met deze op dracht. „Toch hoop ik niet," zegt hij, „dat ik later zoveel opdrach ten krijg, dat ik die aan perso neel zou moeten overlaten. Ik hoop een klein bureau te kunnen houden, waarbij ik mijzelf aan iedere opdracht geheel kan ge ven." De heer Greiner is een gebo ren en getogen Amsterdammer. In juli 1924 werd hij in de Lomamtrant geboren. Hij ging naar de Montes sorischool en later naar het Montessorilyceum. „Als kleine jongen doolde ik, omdat mijn vader architect was, reeds op bouwwerken rond en deed ik bij wijze van spreken gymnastiek aan de tekentafel. Het was daarom misschien logisch, dat ik indertijd op de vraag wat ik wilde worden antwoordde: architect. Later, toen ik een jaar of vijftien was en zag wat er voor kwam kijken en welke aanleg je daarvoor nodig had, ben ik. van die jeugdplannen afgestapt. Ik heb toen van alles willen worden. Ik wilde de literaire kant uit, ik wilde de reclame in en later weer in de muziek." Het Montessorilyceum heeft Onno Greiner volgens zijn eigen uitlatingen met kunst- en vliegwerk afgemaakt. Bij een test vlak voor zijn eindexamen werd de jonge en ambitieuze abituriënt tot zijn grote verwondering mee gedeeld, dat hij een uitgesproken aanleg had voor algebra en analytische meetkunde. In ae onderduikperiode van twee jaar, die noodgedwongen op zijn eindexamen volgde, kreeg hij er opnieuw zin in architect te worden. In een ras tempo begon hij direct na de oorlog aan zijn carrière te werken. Eerst de H.T.S. afdeling bouwkunde in drie jaar. vervolgens twee jaar praktijk als tekenaar bij ir. Langhout. „Het ging plotseling allemaal belachelijk goed," onderbreekt hij, „dat kwam misschien wel omdat ik het nog steeds als een gok beschouwde, gewoon kijken hoever ik kwam. Ik mocht na de H.T.S. ook naar Delft, maar ik wilde graag naar de academie voor bouwkunst aan het Waterloo- plein. Dat is een opleiding vanuit de praktijk. Zes jaar duurde die toen, eerst vier jaar V.B.O. en daarna voor de besten nog eens twee jaar H.B.O.". Nu doceert de heer Greiner reeds tweeëneenhalf jaar zelf aan de academie en is hij bijna vijf jaar voorzitter van de vereniging van afge studeerden aan het H.B.O Tijdens zijn periode aan de academ' werkte hij als tekenaar bij professor Wegener Sleeswijk en architect Kloos in Haarlem. „Ik heb in mijn tien jaar praktijk ontzaglijk veel geleerd," zegt hij dank baar. „Ik heb grote en kleine werken behandeld. Tijdens mijn H.B.O. heb ik mij bovendien verdiept in een oplossing voor het verkeersprobleem in de Amsterdamse binnenstad. In 1958 begon ik voor mijzelf. Ik dacht de sprong wel te kunnen maken. Maar ik zat bijna een jaar zonder werk. Een van de eersten, die mij aan werk hielpen, was prof. Wegener Sleeswijk, die vroeg of ik her- kon assisteren bij zijn restauratie aan het paleis op de Dam. Dat is bijzonder eervol en leerzaam geioeest. Mijn allereerste opdracht was het inrichten van een flat.' Na deze eerste volgden al spoedig andere. De grotere stroom kwam echter, nadat de heer Greiner in een prijsvraag voor architecten, een ontwerp voor de provinciale bibliotheek va, Leeuwarden, een tweede prijs behaalde. De eerste vier waren tot grote verwondering van de opdracht gever allen jonge architecten. Kortgeleden heeft Onno Greiner een ontwerp gemaakt voor een cul tureel centrum in Hoogeveen. Het wordt modern van structuur. Vooral de schouwburg, die in een zeshoekige vorm rond een podium als middelpunt wordt gebouwd, zal veel aandacht trekken Over „Het Zilveren Schor" heeft de heer Greiner ook al zyn gedachten laten gaan. De opdracht ligt hem, omdat het iets met de jeugd, met kinderen te -naken heeft. En kinderen trekke i hem, hij interesseert zich ervoor Hij is gezinsvoogd van „Pro Juventute' en houdt zich intens met de opvoeding van het kind bezig. Hij filosofeert en idealiseert daar graag over. zoals hij ook over de architec tuur filosofeert. Hij is open en sympathiek in het gesprek en bekent eerlijk, dat hij geen krant thuis heeft. „Tegenwoordig worden de mensen iedere dag zo door het nieuws aangegrepen, dat zij in een gespannen sfeer leven en zich nauwelijks meer geheel ontspannen op iets kunnen concentreren."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 5