De ramp
van Brussel
KVP deelt klachten VVD
I
k
Gevleugelde zomer
collectie bij Madame RICCI
PARUS
Belg als architect met textiel
Cape-achtig
effect
Dubbeltje op
zijn kant
Ontwerper Zilveren Schor
„Personeehhelpid
gevoerd dat zijn
hoge ambt
onwaardig is
Van der Putten
en mr. Van Riel
bij Kamerdebat
Onno Greiner
WOENSDAG 30 JANUARI 1963
PAGINA 5
HUIS CLOS
udheidst>acil! en
c ATARR h
*kUe
tegen infektie
DEN HAAG, 30 jan. Bij de
bespreking van de personeels
zaken van de begroting van De
fensie is minister Visser door zijn
partijgenoot Couzy vanwege zijn
optreden in de zaak-Van der Put
ten gisteren in de Tweede Kamer
op dezelfde wijze aangevallen als
een jaar geleden in de Eerste
Kamer was geschied door de libe
rale fractieleider van de WD,
mr. Van Riel. Opvallend was, dat
prof. Oud gisteren niet aanwezig
was. (Het optreden van mr. Van
Riel heeft destijds de diepe ver
ontwaardiging bij een groep
(vooral oud-)liberalen gewekt).
Wel zat de heer Van der Putten,
die de aanleiding is van deze
weer oplaaiende politieke moei
lijkheden, op de publieke tribune.
Voorzichtig weggedoken in een
ambtenarenloge was ook het ge
zicht van de zegevierende mr.
Van Riel te ontdekken, luisterend
naar een lang betoog met klach
ten van zijn partijgenoot Couzy.
Koude douche
E
„Foute" leveranciers
Singapore
Koudegratificatie
rijkspersoneel
«lp
(Van onze moderedactrice)
PARIJS, 30 jan. Als de
mode, die altijd een gok is, het
ooit goed geschoten heeft, dan
was het wel voor deze winter,
toen zij ons uitdoste met bont
mutsen tot over de oren en hoge,
soepele laarzen tot aan de knie.
De verslaggeefsters die in dit
straattenue nu binnenkomen bij
de Parijse modehuizen om de
zomershows te bezichtigen, zitten,
terwijl ze kijken en noteren, tege
lijkertijd stilletjes te wensdromen
Want ook hier in Parijs lijkt er
geen einde te komen aan de win
ter en men is er nu toe overge
gaan de kolen te rantsoeneren.
m'WËÈBBBHM
mWMmÊmm
Met „pep
w
„Boerinnenstijl
Japanse invloed
Samen met de Verenigde Staten
van Amerika zouden de Verenig
de Staten van Europa een Atlan
tisch deelgenootschap moeten vor
men. Zo'n deelgenootschap zou de
vreedzame concurrentie met het
Sovjetblok aan kunnen. Het zou zich
ep militair, politiek en economisch
mrrein kunnen handhaven tegenover
"et imperium van Moskou. De dooi
bri?e ^oude oorlog, die op dit ogen
blik nog een zeer voorlopig karakter
araagt, zou dan runnen doorzetten.
'Paus zou niet alleen voor het westen,
maar ook voor het oosten, het per
spectief geopend worden van een
betere wereld. Maar deze droom,
bm de laatste tijd langzaam maar
zeker gestalte begon te krijgen, is nu
wreed verstoord door het optreden
Van De Gaulle. Een optreden dat
gisteren culmineerde in de ramp
Van Brussel. De hele ontwikkeling
Van de Europese eenwording, waar-
f't de Atlantische samenwerking
zou moeten voortvloeien, is door-
Kruist door Frankrijks ingrijpen. De
wulle's afwijzing van Engelands
"dmaatschap van de Europese Eco
nomische Gemeenschap is een af
wijzing van een der grondgedachten
van het Verdrag van Rome. dat in
19o7 gesloten werd door de Zes van
continentaal West-Europa. Die ge
dachte was, dat de EEG niet beperkt
moest blijven tot het Europa van de
maar dat ook andere Europese
janden. waaronder Engeland, de ge
legenheid moesten krijgen zich aan
te sluiten. Uit die EEG zou intussen
een Europese politieke unie moeten
groeien. Zo zou voortgebouwd wor
den aan een Verenigd Europa, waar-
yoor Fransen als Monnet en Schu-
man dertien jaar geleden de grond
ig hebben gelegd met hun Europe
se Gemeenschap voor Kolen en
In laatste instantie is De Gaulle's
politiek gericht tegen Amerika,
dat hij ervan verdenkt van Euro-
Pa een kolonie van de V.S. te willen
jdaken. De gedachte van een Atlan-
hsch deelgenootschap spreekt De
Gaulle niet aan. Hij koestert de illu-
van een onafhankelijk Europa
dat zich, onder Frankrijks politieke
jciding en onder bescherming van
frankrijks zogenaamde force de
rrappe. zou ontwikkelen tot een soort
derde macht tussen de V.S. en de
Sovjet-Unie. De Gaulle heeft ge
ïnsinueerd dat Amerika zijn nucle-
Jdre afschrikkingsmacht wellicht
met zal willen gebruiken voor de
Verdediging van West-Europa, als
er ooit werkelijk op aan gaat
Komen. Maar Kennedy heeft terecht
geantwoord, dat Khroesjtsjev kenne-
jflk wèl gelooft in Amerika's bereid
heid Europa's vrijheid en veiligheid
beschermen. Die overtuiging van
Sovjet-premier weerhoudt hem
tlvoorbeeld van een Berlijns avon-
pdr. Kennedy heeft ook fijntjes op-
ho erkt dat de Amerikanen op hun
G ürt nooit hebben betwijfeld, dat De
düe zijn verplichtingen aan de
dordatlantische Verdrags Organi-
®atie zou nakomen. De ironie van
deze woorden zal niet ontgaan zijn
Kan De Gaulle, wiens geringe en
thousiasme voor de NAVO algemeen
bekend is.
De onmiddellijke aanleiding tot De
Gaulle's bruuske antwoord aan En
geland was ongetwijfeld het akkoord
Van Nassau tussen Kennedy en Mac-
jhillan. De Franse president wil niet
meedoen aan de vorming van een
jbpltilaterale NAVO-kernmacht,
hoewel daarmee zijn bezwaar tegen
?eh al te grote militaire afhankelijk
heid van Europa ten aanzien van
h-merika juist ondervangen zou wor
den. Vooral sinds Nassau ziet De
V'aulle in Macmillan een man die
??or Kennedy is ingepalmd, en het
bn van Engeland tot de EEG
^schouwt hij als een binnenhalen
an het paard van Troje.
n het Europa dat De Gaulle zich
droomt, zou Frankrijk de boven-
toon voeren. De spil van dit Eu
ropa zou gevormd worden door een
hl. Parijs-Bonn, die vorige week in
jij Frans-Duitse vriendschapsver-
jhg werd gesmeed. Maar behalve
lsschien bij Adenauer zelf bestaat
in de Bondsrepubliek weinig ani-
G VrVTVv. iTAt»Knr»^onVl01^
Toneelstuk van Sartre, waarin de hel beschreven wordt als de ondraaglijke aan
wezigheid van steeds dezelfde mensen in een gesloten kamer.
biet
voor bijzondere verbondenheid
J.-, - een Frankrijk dat tegen een
fanu ^erer>igd Europa en tegen At-
hpt samenwerking is. Het is
hid Urenswaarcbg> dat Adenauer
J ens zijn recent verblijf in Parijs
Uit meer druk op De Gaulle heeft
daKfpctend om hem tot andere ge-
gAbten te brengen. Nu zit ook de
Ado publiek met de brokken.
ti?o auer heeft uit misplaatste pres-
v|fj0Verwegingen het Frans-Duitse
van Parijs boven de nood-
Va^'hke uitbouw van het Verdrag
Rome gesteld.
Uw? GauHe's bezwaren tegen Enge-
Fur aansluiting bij continentaal
thisov?a zÜn in wezen niet van econo-
dp o aard. Maar de afwijzing van
ona.fntten heeft wel onmiddellijk
l^gename economische konse
ten es voor Frankrijks deelgeno-
Fnep? ^EG (voor Nederland is
ttpr) ahd de tweede handelspart-
de Êtw? economische expansie van
Voty) zou aanzienlijk belemmerd
|0ltn,?n door de handhaving van de
fetipoi erl tussen het continent en
|oticJp?n<V. boe kan een Europa
Kennis Engeland antwoorden op
de hiut s, vvet °P de uitbreiding van
Utnwii ndse handel: Amerika's
*ehp tot economische Atlanti-
samenwerking?
^esto.Gaulle beeft Europa en het
Dat dit ee,n .slechte dienst bewezen.
v°ora3«°? insezien wordt door vele
?P het "1/lde Fransen is voor ons
troos?en n°B maar een schra-
y Advertentie
s °e dood voor
Beschermt Uw k«l te8<" 'nfec"U
POTT EBS
PASTIILES
tee VtacKUg miiiel legen
WneVVise wkou^eié, kioncWBy
catarti en KooiVoorte.
VISSER door
eigen partij
geliquideerd
9?
Dit doojj» betekent-!
(Van onze parlementaire redacteur)
Deze kwam tot de conclusie dat mi
nister Visser een personeelsbeleid heeft
gevoerd dat „niet in overeenstemming
is met de hoogheid van ztjn ambt". Dit
oordeel sloeg geheel op de zaak-Van
der Putten. Hierover komt eerst eind
van de volgende maand een verslag
uit van de commissie-Van Doorn,
waarna de zaak in het parlement een
aparte behandeling zal krijgen. De Kar
mer liep er echter reeds bfj de alge
mene beschouwingen op vooruit. De
heer Couzy doelde op hetgeen Van der
Putten na do uitspraken van het Amb-
iflillilliiiiliimiiiimiiiiiiiilllilliiiiiMiMiiiiinillllltiHiilimill
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiMi
tenarengerecht en de Centrale Raad
van Beroep, die hem beide in het ge-
Hjk hebben gesteld, heett ondervonden:
de minister weigert hem te rehabili
teren en wil ook zijn geldelijke verdien
sten in de burgermaatschappij korten op
hetgeen hij wegens een langdurig ont
slag als ambtenaar nog tegoed heeft.
Door deze kritiek is de partij-eenheid
in de WD, vermoedelijk vooral met
het oog op de verkiezingen, nog op
tijd gered. Althans wat betreft de frac
tie» in Eerste en Tweede Kamer. De
verhouding minister-liberale partij is
echter nu wel tot de allerlaatste steen
afgebroken.
Minister Visser was ai prikkelbaar
voordat het onderdeel personeelszaken'
aan de orde kwam. Hij antwoordde
eerst op het debat van de vorige week
en zei dat er geen sprake van was dat
hij aan Defensie in een wespennest ver
keert, zoals hem vier jaar geleden al
van vele zijden als toekomstbeeld was
voorgehouden. Hij had integendeel veel
nuttigs kunnen verrichten temidden van
een volkomen betrouwbaar en deskun
dig, goed organiserend ambtenaren
korps. Hij zei zich te voelen als een
Elfstedentochtrtjder, die reeds op weg
is van Dokkum naar Leeuwarden. Ztjn
positie in de meedogenloze WD-vries-
kou schilderde hij echter wel erg mooi
af. Er waren wel wat woeste en op
ondeskundigheid speculerende publika-
ties geweest „in een enkel persorgaan",
maar dat had allemaal niet veel te be
tekenen gehad. In de Kamer zeker niet...
Kort daarna kwam dan de koude
douche van zijn eigen partijgenoot
Couzy. Minister Visser staat bij de li
berale partij bekend als de meest eigen
zinnige excellentie die men in die krin-
ooit heeft meegemaakt. Hij beroept
zich in zijn isolement steeds op zijn
onafhankelijke positie als minister
van de Kroon en denkt er niet over
zich iets van de VVD en haar advie
zen, hem persoonlijk gegevèn, aan te
trekken. Prof. Oud, die hem aanvan
kelijk als te „fasoenlijk voor een
loliticus" kwalificeerde, heeft het al-
ang opgegeven hem naar zijn tacti
sche inzichten te zetten. De liberale
fractie had nu de militaire specialist
Couzy bereid gevonden deze minister
tenslotte, nadat het lidmaatschap
van de Tweede Kamer hem voor de
komende verkiezingen door zijn eigen
partij reeds is ontnomen, politiek te
liquideren.
Ir. Visser verdedigde zich met een
onmiskenbare slagvaardigheid, die de
vrucht lijkt van een sterke overtuiging
en voorts met de methode-Coué. Wat
het eerste betreft, kreeg hij vooral hulp
van staatssecretaris Calmeyer, die met
ijzige kalmte de heer Couzy, voordat
hij over het personeelsbeleid aan het
woord kwam, reeds een paar voltref
fers toediende. De heer Couzy had ge
schimpt op de gekunsteldheid waarme
de thans weer de Gele Rijders uit het
museum der historie worden gehaald.
De staatssecretaris antwoordde, dat de
liberale spreker de geschiedenis van de
krijgskunde nog muar eens goed moest
be' met het herstel van
dit beroemde korps en de naam „rijden
de artillerie" volkomen in orde. Voorts
had de heer Couzy aanmerkingen ge
maakt over het verwijderen van ver
warmingsapparaten uit tanks, maar
hiervan bleek Met» te kloppen en de
geachte afgevaardigde kreeg te ver
staan dat hij de klok had horen luiden
maar de klepel niet kon vinden.
De heer Couzy had voorts gesproken
over slechte voorlichting aan de minis
ter omtrent leveranciers aan het leger,
die onder de oorlog „fout" waren ge
weest. Daarbij noemde hjj een hande
laar uit Oudewater, wiens vrouw des
tijds door de heer Van der Putten ten
tonele is gebracht naar aanleiding van
de z.g. bloesjesaffaire Minister Visser
verwees deze zaak met een ongeïnteres
seerd gezicht naar het grijze verleden
van vóór zijn ambtsperiode: „Het be
lang van het graven in deze oude ge
schiedenissen ontgaat mij te enenma
le...'
Bezwaren tegen het personeelsbe
leid van ir. Visser werden ook door an
dere sprekers geuit, met name door de
heer Maenen (KVP), die de heer Cou
zy volkomen gelijk gaf. „De rechtsposi
tie van het militaire personeel is niet
geregeld, de personeelsvoorzieningen
lijken naar niets, evenmin als de wo
ningvoorzieningen en niet te vergeten
de menselijke verhoudingen". De heer
Maenen zette ook het verzoek van de
heer Moorman kracht bij, de broeder-
dienst voor grote gezinnen weer in te
voeren. Wanneer twee broers hebben
gediend zou de derde vanwege de grote
financiële en persoonlijke offers die
zo'n gezin brengt, moeten worden vrij
gesteld. De heer Maenen baseerde zijn
kritiek op vele contacten met beroeps-
personeel en militaire belangenorgani
saties. Ook de heer Blom (P.v.d.A.)
toonde zich zeer ontstemd over het per
soneelsbeleid van de minister.
Tenslotte heeft ook de staatssecreta
ris voor marine, ie heer De Jong, zijn
aandeel geleverd in de strijd tegen het
parlement. Zijn betoog richtte zich ech
ter vooral tegen de socialist Wierda. De
staatssecretaris deed opnieuw een po
ging de socialisten duidelijk te maken
wat de betekenis is van een marine
voor een land als Nederland dat ligt in
West-Europa en dat dus in oorlogstijd
het grootste belang heeft bii verbin
dingen naar het Amerikaanse continent
en dat bovendien de laatste tijd, nu
de Russen met raketten in de Atlanti
sche Oceaan verschijnen, gevaar loopt
juist van de zeekant, waar men het
voorheen niet had te verwachten, te wor
den aangevallen. De staatssecretaris
schetste de situatie die voor Nederland
precies het omgekeerde is van die des
tijds voor Singapore goldSingapore was
in staat elke aanval van de zee uit op
te vangen, maar de verrassing kwam
van de landzijde.
Van liberalen en socialisten kwam
de vraag, waar nu toch de een jaar
geleden reeds toegezegde humanisti
sche verzorgers blijven. Men drong
er op aan, dat zjj vóór 1 mei worden
aangesteld vermoedelijk om deze
zaak niet eens in het licht van een
nog onbekend nieuwe politieke constel
latie opnieuw te moeten behandelen,
hetgeen weer lang uitstel zou kunnen
brengen. De heer Kikkert (C.H.) ver
zette zich tegen deze suggestie en wil
de eerst een nota en een nieuw debat.
De heer Wierda herinnerde aan de be
reidheid van de K.V.P., een jaar ge
leden door magister Stokman getoond,
deze geestelijke verzorgers, mits zij
in een reële behoefte voorzien, toe
te laten.
De heer Moorman (KVP) sprak over
een motie over het korps mariniers,
die hij had willen indienen, maar die
hj) tocb maar voor zich hield. De heer
De Jong gaf hem de verzekering dat
dit korps door de afvoering van duizend
man eigenlijk structureel beter wordt;
de verhouding beroepsmarinlers-dienst-
plichtigen wordt gunstiger. De heer
Moorman beperkte zich toen tot 'n drei
gement: hij Het de motie maar liever als
een potentiële dreiging die nooit zal
komen in de lucht hangen, om het de
minister niet aan te doen dat zij met
socialistische, communistische en paci
fistische stemmen zou worden aan
vaard
DEN HAAG, SO jan. De regering
heeft bepaald dat het burgerlijk rijks
personeel, voor zover dit gedurende de
afgelopen koudeperiode in de buiten
lucht heeft gewerkt onder door het weer
bijzonder verzwaarde omstandigheden,
in aanmerking kan komen voor een
uitkering Ineens. Het bedrag van deze
koudegratificatie kan voor het gehele
winterseizoen 1962-1963 worden gesteld
op 35.
Een van de hoeden met grote golfrand,
die dit jaar en vogue zullen zijn. Deze
creatie „Porte d'Auteuil" genaamd is
van witte voile, doorwerkt met wit
paardehaar. Ontwerp van Jean Barthet.
Een deux-pièces van witte wol, het
jasje versierd met vierkante knopen.
Een van de altijd sjieke modellen van
Coco Chanel.
i
Bij Nina Ricci was het gistermiddag,
toen de mannequins voorbijtrokken in
V-
•,vv
stralende lichte nieuwe modellen, heer
lijk hoogzomer. En wat de kijksters bjj
de stampvolle première om vjjf uur.
toen het afgeladen vol zat in elk der
vier in elkaar lopende ruimten, met
verrassing waardeerden, was de air
conditioning, die er voor zorgde dat
niemand flauw viel in de benauwde
atmosfeer. Fransen, met name Parij
zen a ars, kunnen blijkbaar leven zonder
lucht. Maar er komen nogal veel Ame
rikanen bjj Ricci en ze hebben daar
nu eindelijk begrepen dat het gewone
goede koopmansgeest is om een beetie
service te geven. Iets wat men in de
Parijse modehuizen nooit ondervindt.
De air-conditioning snorde dus en al
leen de Franse modejournalisten die
tegen elkaar over hun griep klaagden,
trokken een beetje vinnig hun mantels
over hun schouder.
waarvan de punt de zoom van
rok raakt. Ee:. cape-achtig ei-
dat konsekwent de hele collec-
Madame Rici, steeds stram in haar
niet te schatten leeftijd, van wie wjj
net een glimpje opvingen, niet meer
dan een toef spierwit haar, heeft na de
show van gisteren wederom tegen zich
zelf kunnen zeggen dat ze met cie jonge
Belgische ontwerper Jules Crahay een
uitstekende keus heeft gedaan. De col
lectie van Ricci hoort tegenwoordig tot
de toonaangevende. Er zit durf in. Ook
nu was het een collectie met „pep".
Een „vlieger"-collectie zegt hij zelf.
Pakjes, japonnen en mantels geeft hij
een driehoekige losse slip op de rug,
vanaf schouders tot pols aan de mouw
vast en waarvan de punt de zoom van
de korte
fect dus,
tie doorloopt. Crahay probeert al sei
zoenen lang de cape er in te krijgen.
En misschien durft hij nu zo stoutmoe
dig te zjjn omdat de cape er in eens
„in" is geraakt deze winter en zelfs
door de teeners is geaccepteerd!
Met al die „gevleugelde" pakjes
en japonnen vonden wjj het een
verrukkelijke collectie om naar te kij
ken. Levendig en vibrerend. Helemaal
van deze tijd door de rechte, nauwe,
nog korte rok, de simpele japon in
het silhouet dat nu wel klassiek lijkt
voor de moderne slanke vrouw, maar
tegelijkertijd door deze vondst zowel
zakelijk als zwierig, vrouwelijk en
vooruitstrevend. Aangepast aan een
tijd waarin het streven gericht is op
de ruimte, als dat niet overdreven
gedacht is.
Als ze geen vleugels hebben, doen
de zomerse jasjes van de pakken den
ken aan ruime bedjasjes met beweging
in de rug en de lange mouw sierlijk
bijeen aan de pols.
Boven de make-op met oogschaduw
en bleke lippen draagt de mannequin
soms een gehaakte stro-baret met een
koket klein roosje aan steel tegen de
wang of een grote hoed met golfrand.
Een van Crahay's vele speelse invallen
is een felgroene jurk in „boerinnen"-
stjjl met een aangerimpeld los schort-
pand dat de pijpen van een kniebroek
verbergt. Kleuren en tinten zijn er deze
zomer in grotere rijkdom dan ooit, van
gebleekt lila tot donkerblauw en van
teer rose tot schel oranje-rood. Als
grapje heeft Crahay in een donker-blau-
we om het hoofd gewikkelde doorzichti
ge shawl een zonnebril ingebouwd.
Deze architect met textiel maakt
rechte open mantels, laag uitgehold
achter in de nek en omboord met een
brede franje van open lussen. In een
heel andere stijl zijn de mantels genre
kamerjas met los omgeknoopte cein
tuur.
De Japanse invloed in de zomermode
komt hier sterk naar voren als de
mannequins met zwarte Japanse prui
ken op statig schrijden in lange ge
waden van ivoorwitte of theekleurige
stijve zij, strak gesloten over het afge
platte lijf en met sierlijke vleugelmou
wen. Voor feestelijke zomeravonden in
een zacht klimaat zijn er ontelbare op
de voet vallende waaierende creaties
van zijden chiffon, bedrukt met bloem
en bladmotieven in de verrukkelijkste
kleuren. Op de avond-toiletten van tus-
sor-achtige zij is het meest originele
kralen-borduurwerk niet alleen de ba-
vet maar zelfs de hele matrozenkraag
van glinsterende, kleurige püpjeskralen.
Als oorhangers dragen de mannequins
trossen kralen die soms de kralen
snoer om de nek raken.
De show van „Coco" Chanel werd
druk bezocht en iedereen slaakte een
zucht van verlichting toen bleek dat de
79-jarigeo ntwerpster haar stijl niet had
gewijzigd. Zji toonde haar veelgeroem
de mantelpakjes met de soepele, car
digan jasjes afgezet boordsels. De col
lectie was zelfs meer Chanel dan ge
woonlijk. Haar bloezes versierde zij met
„poesjes" strikken wélke zt) uit haar
wintercollectie had geweerd.
Met dat al kunnen wjj over ,,de"
voorjaarsmode nog weinig definitiefs
zeggen, ook al had Coco Chanel haar
collectie al laten zien. Er lijkt
weinig re\olutie in de lucht te zitten.
Maar tegen het ■",|nde van de week
pas komen de collecties bij Dior en
bij de Italiaanse Parij zenaars, Capucci
en Simonetta-Fabiani aan de beurt.
Dè mode is steeds meer een complex
van ideeën van de verschillende ont
werpers.
A.Bgl.
Inderdaad is het niet
veel wat de schrijvers
vragen, een dubbeltje per
Nederlander, per jaar.
Wat mij betreft zou ik
dan ook zeggen: meteen
doen. Zo'n koopje krijgen
we nooit meer. En ik stort
gaarne van ganser harte
namens mijn gezin drie dubbeltjes per
jaar in de wetenschap dat ik daardoor
mede bevorder dat de vaderlandse lit
teratoren van A. Roland Holst tot
en met Bernlef dóórgaan met het
schrijven van meesterwerken.
De Staat, echter, schijnt er anders
over te denken. Wat ik niet goed be
grijp, want de Staat zou toch nog wel
:oveel gevoel voor betrekkelijkheid
.(.unnen opbrengen, dat hij beseft dat
net laten neervallen van één straal
jager aanzienlijk méér kost dan het
een jaar financieel in stand houden
van de ganse Nederlandse litteratuur.
Als ik staatssecretaris Scholten goed
heb begrepen vindt hij, dat het ver
lenen van jaargelden afbreuk doet
„aan de aard van het vrije schrijvers-
beroep". Dat is natuurlijk onzin. Over
het algemeen gesproken mag het waar
zijn dat „wiens brood men eet, dien6
woord men spreekt", maar in het ge
val van de Staat gaat dat mijns in
ziens niet op. De Staat is onaantatst-
baar genoeg om zich de weelde te
kunnen veroorloven van zich even
tueel raison van één miljoen per
jaar te laten beledigen. En als het
puntje helemaal bij het paaltje zou
geraken dan heeft de Staat-als-uit-
gever, altijd nog mogelijkheden ge
noeg om zich te uiten en zo nodig, te
verweren in de Staatscourant of in de
Staatsalmanak. Ik zou overigens wél
eens willen weten hoeveel dubbeltjes
per jaar mij de instandhouding van
beide, uiteraard zéér onafhankelijke,
periodieken kost.
Inmiddels zitten wij met zijn allen
met de impasse. Als er niet gauw een
oplossing wordt gevonden gaan de
schrijvers straks niet naar het op han
den zijnde Schrijversbal. En dat is
nou niet zo'n ramp en een zekere
tendens in die richting was de laatste
jaren tóch al merkbaar maar zo'n
festiviteit wint er op de duur natuur
lijk toch niet bij als hij alleen maar
wordt bezocht door lezers.
Maar bovendien hebben de schrij
vers hun voornemen kenbaar gemaakt
om voorlopig géén Staatsprijzen meer
aan te nemen. En naar ik heb ver
nomen is de situatie op het ogenblik
al zo dat de Staat, zoal niet met dub
beltjes dan toch in ieder geval met
bankbiljetten staat te wapperen om
deze of gene schrijver te gerieven.
Tevergeefs echter. Er wordt alleen
maar hooghartig geweigerd. Terecht
naar mijn smaak.
Als de Staat niet voor een dubbeltje
per persoon op de eerste rij wil zitten,
dan moet hij met zijn miljoen ook
maar naar de bliksem lopen.
(Advertentie)
Een OLVEH polis nü, een OLVEH pensioen straks.
£en architect is een heel
vreemd insect, een heel
ongewoon mannetje in de
maatschappij. Hij moet
kunstenaar zijn wil hij er iets in
te vertellen hebben. Maar daar
naast moet hij ook constructeur,
financier en regisseur zijn. Bo
vendien, wil hij iets echt wezen
lijks maken, dan moet hij ervan
bezeten zijn." Zo schildert de
38-jarige Amsterdammer Onno
Greiner, zijn eigen beroep af.
Hij voegt er direct aan toe, dat
hij van een architect nu ook
weer niet een heilige wil maken.
„Toch ben ik blij," zegt hij, „dat
ik deze richting gekozen heb.
Ik zou er zonder niet meer kun
nen leven." Dat deze richting
juist geweest is, blijkt inmiddels
wel uit de vele werken, die de
nog betrekkelijk jonge architect
reeds heeft uitgevoerd en de
vererende opracht, die hij on
langs van de stichting „Zilveren
Jeugdcentra" kreeg om een ont
werp te maken voor „Het Zil
veren Schor", een jeugdcentrum,
dat op initiatief van koningin
Juliana en prins Bernard in Zee
land zal verrijzen. Onno Greiner
is uiteraard blij met deze op
dracht. „Toch hoop ik niet," zegt
hij, „dat ik later zoveel opdrach
ten krijg, dat ik die aan perso
neel zou moeten overlaten. Ik
hoop een klein bureau te kunnen
houden, waarbij ik mijzelf aan
iedere opdracht geheel kan ge
ven."
De heer Greiner is een gebo
ren en getogen Amsterdammer.
In juli 1924 werd hij in de Lomamtrant geboren. Hij ging naar de Montes
sorischool en later naar het Montessorilyceum. „Als kleine jongen doolde
ik, omdat mijn vader architect was, reeds op bouwwerken rond en deed
ik bij wijze van spreken gymnastiek aan de tekentafel. Het was daarom
misschien logisch, dat ik indertijd op de vraag wat ik wilde worden
antwoordde: architect. Later, toen ik een jaar of vijftien was en zag wat er
voor kwam kijken en welke aanleg je daarvoor nodig had, ben ik. van die
jeugdplannen afgestapt. Ik heb toen van alles willen worden. Ik wilde
de literaire kant uit, ik wilde de reclame in en later weer in de muziek."
Het Montessorilyceum heeft Onno Greiner volgens zijn eigen uitlatingen
met kunst- en vliegwerk afgemaakt. Bij een test vlak voor zijn eindexamen
werd de jonge en ambitieuze abituriënt tot zijn grote verwondering mee
gedeeld, dat hij een uitgesproken aanleg had voor algebra en analytische
meetkunde. In ae onderduikperiode van twee jaar, die noodgedwongen op
zijn eindexamen volgde, kreeg hij er opnieuw zin in architect te worden.
In een ras tempo begon hij direct na de oorlog aan zijn carrière te werken.
Eerst de H.T.S. afdeling bouwkunde in drie jaar. vervolgens twee jaar
praktijk als tekenaar bij ir. Langhout.
„Het ging plotseling allemaal belachelijk goed," onderbreekt hij, „dat
kwam misschien wel omdat ik het nog steeds als een gok beschouwde,
gewoon kijken hoever ik kwam. Ik mocht na de H.T.S. ook naar Delft,
maar ik wilde graag naar de academie voor bouwkunst aan het Waterloo-
plein. Dat is een opleiding vanuit de praktijk. Zes jaar duurde die toen,
eerst vier jaar V.B.O. en daarna voor de besten nog eens twee jaar
H.B.O.". Nu doceert de heer Greiner reeds tweeëneenhalf jaar zelf aan de
academie en is hij bijna vijf jaar voorzitter van de vereniging van afge
studeerden aan het H.B.O Tijdens zijn periode aan de academ' werkte hij
als tekenaar bij professor Wegener Sleeswijk en architect Kloos in Haarlem.
„Ik heb in mijn tien jaar praktijk ontzaglijk veel geleerd," zegt hij dank
baar. „Ik heb grote en kleine werken behandeld. Tijdens mijn H.B.O. heb
ik mij bovendien verdiept in een oplossing voor het verkeersprobleem in
de Amsterdamse binnenstad. In 1958 begon ik voor mijzelf. Ik dacht de
sprong wel te kunnen maken. Maar ik zat bijna een jaar zonder werk. Een
van de eersten, die mij aan werk hielpen, was prof. Wegener Sleeswijk,
die vroeg of ik her- kon assisteren bij zijn restauratie aan het paleis op
de Dam. Dat is bijzonder eervol en leerzaam geioeest. Mijn allereerste
opdracht was het inrichten van een flat.'
Na deze eerste volgden al spoedig andere. De grotere stroom kwam
echter, nadat de heer Greiner in een prijsvraag voor architecten, een
ontwerp voor de provinciale bibliotheek va, Leeuwarden, een tweede prijs
behaalde. De eerste vier waren tot grote verwondering van de opdracht
gever allen jonge architecten.
Kortgeleden heeft Onno Greiner een ontwerp gemaakt voor een cul
tureel centrum in Hoogeveen. Het wordt modern van structuur. Vooral de
schouwburg, die in een zeshoekige vorm rond een podium als middelpunt
wordt gebouwd, zal veel aandacht trekken Over „Het Zilveren Schor"
heeft de heer Greiner ook al zyn gedachten laten gaan. De opdracht ligt
hem, omdat het iets met de jeugd, met kinderen te -naken heeft. En
kinderen trekke i hem, hij interesseert zich ervoor Hij is gezinsvoogd van
„Pro Juventute' en houdt zich intens met de opvoeding van het kind bezig.
Hij filosofeert en idealiseert daar graag over. zoals hij ook over de architec
tuur filosofeert. Hij is open en sympathiek in het gesprek en bekent eerlijk,
dat hij geen krant thuis heeft. „Tegenwoordig worden de mensen iedere dag
zo door het nieuws aangegrepen, dat zij in een gespannen sfeer leven en
zich nauwelijks meer geheel ontspannen op iets kunnen concentreren."