^AT heerlijk
VI
KINDEREN SPELEN IN SNEEUW IN NICE
FAO
weerlegt beweringen
van prof. Colin
DE ALGEMENE BIJSTANDSWET
D
Dat W£
OOK DEZE
hjWEER THUIS
ZULLEW
GIRO 32 33 OO
Statistieken anti-honger-
campagne wèl betrouwbaar
Aanvaarding van de wet
maakt goede kans
Sociaal
commentaar
SMOKKELAARS
ONTSNAPT
Profetie
Warm hart voor jeugdtoneel
Rob Geraerds
Aan de katholieke gelovigen
van Nederland
Uw dankbare bisschoppen
Terschelling heeft
weer meer
gas
Meer passagiers bij
Panam en Swissair
ZATERDAG 2 FEBRUARI 1963
PAGINA 5
nadruk verboden
vN, r^1Sc^e weekkalender
^tU]
othea -wn_*eb H' Titus: 3e
<Si*! n
"°n^ "wft'i Ml' In Medl°: 2e
Foor elk Nederlands bisdom blijkt de kerkenbouw ee
zware en drukkende last. Daarom richten Wijuw bis
schoppen, ons ook dit jaar wederom gezamenlijk tot alh
katholieken van ons land om hun aandacht te vragen voor dez
blijvende zorg en bekommernis.
De bouw van de nodige kerken is een levensvraagstuk vo<
het godsdienstig leven van nu en van de toekomst. Wij kunrn
dit probleem niet ontwijken en wij die thans levenzullen h
moeten oplossen.
Wij zijn de Overheid oprecht erkentelijk voor de steun d
zij ons biedt bij onze pogingen om dit probleem op te losse
De financiële zorgen echter die de bouw van nieuwe kerk<
met zich mede brengtzijn zó ontzettend groot, dat ook nu
bijstand van iedere gelovige dringend nodig blijft.
Daarom roepen Wij ook dit jaar wederom uw aller hulp
en vragen ieder van u met grote aandrang de regelmatig
collectes en acties voor de kerkenbouw te blijven gedenken m>
dezelfde offervaardigheid die u in het verleden steeds hei
getoond en waarvoor wij u oprecht dankbaar zijn.
Wij hopen, dat het resultaat van deze Kerkenbouwzonda<
vooral moge zijn een hernieuwde belangstelling voor de kerken
nood, die in werkelijkheid zielennood is, en een oprecht strevei
om door een royale wekelijkse bijdrage die nood zoveel moge
lijk te lenigen. Als ooit ons verzoek om blijv ende hulp nood
zakelijk is, dan is het voor de kerkenbouw.
In het bijzonder vragen Wij u, met grote edelmoedigheid en
mildheid uw gave te willen schenken voor de collecte die mor
gen 3 februari in alle kerken en kapellen zal worden gehouden.
God zegene uw aller milddadigheid.
2 februari 1963.
Wie niei in de gelegenheid is zijn gave op de collecte
schaal ±e schenken, of wie een exfra-bijdrage wil
zenden, kan gebruik maken van
KATHOLIEKE KERKENBOUW NEDERLAND te UTRECHT
desgewenst mei vermelding „bestemd voor kerken
bouw in het bisdom
ROME, 2 febr. - De Wereld
Voedsel- en Landbouworganisatie
(F.A.O.) heeft een zeventigtal
Nobelprijswinnaars en andere
vooraanstaande personen op het
gebied van de landbouw, physica,
chemie, litteratuur, wijsbegeerte
er landsbestuur, uitgenodigd op
14 maart in Rome deel te nemen
aan een conferentie over de pro-
blemen van de honger in de we
reld en de voeding van de mens
heid. De opzet van deze conferen
tie, zo deelde dr. B. R. Sen, direc
teur-generaal der F.A.O., de Ita
liaanse en buitenlandse pers mede.
is om de wereldopinie voor te hou
den, dat honger, ondervoeding en
verkeerde voeding een uitdaging
zijn aan de mensen van heden en
dat de bestrijding tot de bindende
morele opgaven van onze genera
tie behoren.
m 'o
O V S»
3 foK
?igenrj?(rl: 4e zondag na Drle-
«^n-ed0: Prfl' v- d H'
bls,chop-
S ~~róo^5atha' maagd-martelares;
i^Ns. b-«"oornlh Ch0P'bell3der: ei8®°
k; ST H Dorothea wit—
,h t£°tes Tu|nd9S' b'sscrh°P-beIfjder;
H' Romuaidus. abt; Mis Os
^»«,USU de Malha' belfder;
HT''JrtarlJ:JT''lus van Alexandria, bis-
"N^So; 'pbrJ>arl; Septuagesima; eigen
v- d- H. Drie-eenheid
(Advertentie)
Kinderen spelen in de sneeuwdie ook in Nice aan de Rivièra in overvloedige mate gevallen is. De foto is genomen in
de Jardin Albert I, waar men het ergste vreest voor de palmen, die uiteraard niet vorstbestendig zijn. (Telefoto).
(Van onze Romeins correspondent)
(Van een medewerker)
De door minister Klompé in augus
tus ingediende Algemene Bij
standswet heeft zeer vele pers
commentaren opgeroepen. De
voorlichtingsdienst van de minister
vond daarin zelfs aanleiding om een
groot dossier samen te stellen. Wan
neer we daar nog aan toevoegen het
dezer dagen verschenen Voorlopig Ver
slag van 17 pagina's, dan is het duide
lijk, dat de parlementaire behandeling
van deze wet, welke waarschijnlijk in
de tweede helft van maart zal plaats
vinden, geen gemakkelijke zal zijn. Wel
is het verheugend te mogen vaststel
len, dat bijna algemene instemming is
betoond met het indienen van deze, de
Armenwet vervangende, Algemene Bij
standswet. Merkwaardig is overigens
de reactie van het studieorgaan van
de Prof. Telders-stichting „Liberaal re
veil". In het decembernummer van dit
blad betuigt enerzijds prof. C. J. de
Vries van harte instemming met het
wetsontwerp, rqpar onmiddellijk aanslui
tend op deze instemming van prof. de
Vries volgt dan een redactioneel arti
kel, dat niet alleen spreekt over de wed
loop van twee departementen om een
sluitstuk van sociale zekerheid te be
halen, maar dat tevens in de richting
bewijst, dat men in feite de wet liever
wil afwijzen.
In het Voorlopig Verslag betuigen
vrijwel alle leden hun instemming. Po
litiek gezien betekent dit, dat de wet er
wel zal komen. Maar of zij er ook door
zal komen zoals zij is ingediend, is een
heel andere vraag. Het is niet alleen
„Liberaal reveil", dat suggereert deze
wet bij Sociale Zaken onder te brengen.
Deze suggestie komt in sterkere mate
voor de Partij van de Arbeid. In het
Voorlopig Verslag wordt deze zaak be
paald politiek gesteld. En we moeten
toegeven, dat de kwestie van het meer
inhoud verlenen aan het ministerie van
Maatschappelijk Werk een knelpunt is,
dat sinds het optreden van het minis
terie-De Quay bestaat. Op 31 juli 1959
schreex minister-de Quay, dat de rege
ring haar standpunt ten opzichte van
de taken van dit ministerie nog nader
zou verdedigen „bij de behandeling van
de hiervoor reeds besproken wetgeving
inzake bijstand-levensonderhoud".
In de Memorie van Toelichting op het
wetsontwerp is slechts zeer oppervlak
kig op deze zaak ingegaan en dus is het
op zich helemaal niet verwonderlijk,
dat deze vraag nu van socialistische
zijde wordt gesteld. Het kan heus aan
minister Klompé worden overgelaten,
LEEUWARDEN, 1 febr. Kapitein
G. Gorter is er gisteren met zijn
sleepboot „Stortemelk" in geslaagd
van Terschelling uit de haven van
Harllngen te bereiken. Ondanks het
feit dat er nog veel ijs op de Wadden
zee was van Harlingen uit kon
men geen water zien meerde de
„Stortemelk" na een reis van drie uur
aan in de Harllnger haven.
De „Stortemelk" vertrok omstreeks
half elf van het eiland. De terugreis
werd na aankomst onmiddellijk aan
vaard met aan boord vijf tanken gas
voor de gasfabriek. De gasvoorraad op
het eiland is namelijk uiterst zorgwek
kend. Wanneer kapitein Gorter er van
daag in zou slagen opnieuw de reis
heen-en-weer te maken zou dit het
einde van de vri) kostbare bootverbin
ding IJmuidenTerscheliing betekenen.
De veerboot Vlieland zou vandaag pro
beren het gelijknamige eiland te be
reiken.
om nu met een duidelijk anlwoord te
komen. Toch zouden we thans reeds
willen opmerken, dat het argument,
door de socialisten aangehaald, dat er
samenhang is tussen arbeids- en ge
zondheidszorg, emigratie, enz. en dat
daarom dus de uitvoering van deze wet
onder Sociale Zaken moet ressorteren,
bepaald onvoldoende hout snijdt. Sa
menhang tussen maatregelen van so
ciale aard is ten aanzien van tal van
onderwerpen bij vrijwel elk departement
te vinden. Is bijv. een voorziening ten
behoeve van de werkgelegenheid geen
kwestie met sterk sociale betekenis?
En wat te zeggen van de prjjsbeheer-
sing, dus de besteding van het arbeids
inkomen? Toch ressorteren deze aan
gelegenheden onder het departement
van Economische Zaken. Bezitsvorming
en medezeggenschap hebben een zeer
hoge plaats op de sociale wenslijst van
het werkprogramma onzer katholieke
organisaties. Maar ze staan onder de
staatssecretaris van Algemene Zaken.
Men zal beslist met sterker argumen
ten moeten komen dan in het Voor
lopig Verslag, om ons te overtuigen van
de noodzaak de Algemene Bijstandswet
rechtstreeks onder Sociale Zaken te
doen ressorteren.
Ter gevolg van dit aanvankelijke
standpunt is, dat een aanval
wordt gedaan op de stelling, dat
de z.g. groepsregelingen in deze
wet zouden thuishoren. Onder groepsre
gelingen worden verstaan; de gelijk lig
gende uitkeringsmaatregelen voor groe
pen van mensen, die onder vergelijk
bare omstandigheden en door vergelijk
bare oorzaken met materiële moeilijk
heden te kampen hebben. Een aantal
van deze regelingen is op dit ogenblik
nog in uitvoering bij het departement
van Sociale Zaken. Zo bijv. de groeps
regeling voor blinden. In het Voorlopig
Verslag wordt gevraagd, of de minis
ter nu voornemens >s op korte termijn,
na aanvaarding van deze wet, te ko
men tot een groepsregeling voor be
jaarden, een groepsregeling voor min
derjarigen, verpleegd in inrichtingen
en een groepsregeling voor meerder
jarige invaliden die niet bij hun ouders
inwonen. Er mag aan herinnerd worden,
dat minister Klompé vorig jaar reeds
een interim-regeling voor thuiszittende
meerderjarige invaliden in het leven
heeft geroepen. Nu is het bezwaar van
de socialisten met name, maar we
menen dat er ook onder de katholieken
nog wel worden gevonden die er zo
over denken, dat het onder de Al
gemene Bijstandswet brengen van de
groepsregelingen op de leden van die
groep een stempel van armlastigheid
zou drukken. Voor ons is het nu juist
het sterke punt uit deze wet, dat met
de in-werking-treding hiervan het be
grip „armen" uit onze staatkundige vo
cabulaire gaat verdwijnen. Al spreekt
de wet dan nog van „bijstandbehoeven-
den", wij hebben eerder de neiging, om
voortaan te gaan spreken van „bijstand
gerechtigden". Het is immers zo, dat
de overheid wettelijk de plicht op zich
gaat nemen, om iemand, die in be
hoeftige omstandigheden verkeert, aan
de hand van vast ie stellen normen te
helpen. Er is dan geen sprake meer
van gunst. Er is, voor wat het basis
bedrag van de uitkering betreft, geen
sprake meer van chicaneren en van
persoonlijke willekeur. Natuurlijk zitten
we met een erfenis van het verleden.
Wjj zijn zo door en door gewend aan
de ouderwetse, aan de verouderde Ar
menwet, dat deze term niet op slag en
stoot geheel uit het spraakgebruik zal
zijn verdwenen. En misschien zal het
ook voor meerdere gemeentebestuurders
en uitvoerders van de wet binnen de
gemeenten, wat onwennig zijn, om
iemand voor het loket te zien verschij
nen, die hem voorrekent waar hij wet
telijk gesproken minimaal recht op
heeft. Maar dit is een kwestie van
groeien naar die nieuwe situatie. Als
we dan stellen, dat er groepen van
mensen zijn, zoals blinden, bejaarden,
zeer langdurig werklozen, die ongeveer
gelijke oorzaken en ongeveer gelijke
omvang van hun noodtoestand hebben,
waarom deze dan niet als groep gelijk
behandeld? Het onderscheid van deze
groepen moeten we behouden, omdat
de uitkeringshoogte zo goed ais zeker
verschillend per groep zal zijn. Het
odium van armlastigheid zal in elk ge
val zjjn verdwenen.
Vanzelfsprekend zijn er nog tal van
onderwerpen, die de moeite van een
nadere beschouwing waard zijn. We
denken met name aan de regeling van
het verhaalsrecht en de verhouding
minderjarige kinderen en ouders. Het
wetsontwerp zegt dat het mogelijk moet
zijn, om bij gezinsinkomsten van min
derjarige kinderen, een redelijk bedrag
te doen rekenen tot het inkomen van
de ouders. Op dit punt zal bepaald eni
ge verduidelijking noodzakelijk zijn. De
tijd dat jonge kinderen op de eerste
plaats werden gezien als meeverdieners
voor het gezin, en dat zij dientengevol
ge vaak hun hele verdiensten thuis af
stonden en genoegen namen met een
bescheiden zakcentje, is heel en al voor
bij. De moderne verhoudingen hebben
de ouders meer de plaats gegeven van
de begeleiders van hun kinderen naar
de zelfstandige positie in het leven. De
welvaartsontwikkeling bood daar mede
een kans toe. Het lijkt ons juist, dat
de wetgever met dit sociologisch ver
schijnsel rekening toudt. De beoorde
ling van het redelijke van een bijdra
ge (waar we voorstander van zijn)
dient niet aan de willekeur van een
plaatselijke beoordeling te worden over
gelaten. Vastlegging in de wet van
een percentage (de hoe-groot-heid zou
bij algemene maatregel van bestuur
kunnen worden bepaald) lijkt ons een
redelijke wens.
Met belangstelling zien we de Me
morie van Antwoord van minister
Klompé tegemoet.
(Van onze luchtvaartredacteur)
SCHIPHOL, 2 febr, De luchtvaart
maatschappijen Pan American World
Airways en Swissair delen In hun
zojuist verschenen jaaroverzichten over
1962 vol tevredenheid mee, een flinke
toename van het passagiersvervoer
achter de rug te hebben.
Bij Pan Am steeg het aantal passa
gier-mijlen met negentien procent tot
7287 miljoen: het vrachtvervoer nam
met ruim 22 procent toe. De stijging
van het passagiersvervoer dankt de di
rectie voornamelijk aan de verhoogde
frequentie van de vluchten (per week
over de oceaan 188 vluchten), de in
voering van lage groepstarieven en de
propaganda voor de naar verhouding
eveneens goedkope 17-daagse excursie
biljetten.
Het passagiersvervoer van Swissair
nam met 1.672.305 passagiers 24 pro
cent toe; aangezien ook het totale aan
tal zitplaatsen zeer aanzienlijk steeg,
veranderde er echter weinig aan de
bezettingsgraad. Er was voorts een
daling in de totale bezettingsgraad
van de gehele, veel groter geworden
vloot.
De anti-hongercampagne. die als
zodanig voor vijf jaar 'werd opgezet,
is thans ongeveer aan de helft van
zijn periode toe. Dit jaar zullen enige
belangrijke manifestaties plaats heb
ben. Die der Nobelprijswinnaars is
de eerste bijeenkomst, van 17 tot 23
maart, gevolgd door een Week van
de Anti-Honger Campagne. Deze
week heeft tot. doel om wederom de
aandacht van de wereld op de hanger
en verkeerde voeding te richten, maar
tegelijk is hij een proloog van het
wereldvoedselcongres, dat van 4 tot
18 juni 1963 in Washington gehouden
wordt.
Het totaal van de vraagstukken, de
honger betreffende heeft twee aspecten.
In enkele zojuist verschenen voorlich
tingsbrochures van de F.A.O. (waar
onder Statistieken van de honger. Zes
miljard om te voeden, De vrijheid van
honger-campagne, Het plan voor het
Wereldvoedselcongres) heet het. dat
van de huidige drie miljard mensen
op aarde een derde tot de helft te
lijden heeft van honger, ondervoeding
of verkeerde voeding. Men mag schat
ten dat tussen de 300 en 500 miljoen
personen onder hen werkelijk honger
lijden, geen materiaal hebben om hun
maag mee te vul'en. Deze toestanden
grondig verbeteren is een opgave van
het ontwikkelde en goed gesitueerde
deel der mensheid.
Maar de taak wordt bijzonder ver
zwaard door het snelle groeien der
wereldbevolking. In het jaar 2000 zal
de bevolking in Afrika verdubbeld
zijn, in Latüns-Amerika verdrievou
digd en anderhalf keer zo groot zijn
in het Verre en in het Nabije Oosten.
Voor de gehele wereld schat men in
2000 de bevolking op zes miljard
Wij tekenen hierbij aan, dat de
drie honderd miljoen,
wetenschappelijke ramingen over de
bevolkingstoename tot nu toe geregeld
beneden de werkelijkheid bleken te
zijn. Wanneer men op het gebied der
voeding de bevolkingstoename het
hoofd wil bieden, zal de voedselproduk-
tie binnen de veertig jaren ruim ver
dubbeld moeten zijn, maar dan is men
niet verder inzake de honger en onder
voedingsvraagstukken. Wil men tevens
inlopen en effectief honger en verkeer
de voeding bestrijden, dan zal de
voedselvoortbrenging in 1980 verdub
beld en in 2000 verdrievoudigd moeten
zijn.
Gedurende de persconferentie kwa
men familyplanning en geboortecontro
le ter sprake. Dr Sen meende, dat dit
zuiver in het private vlak ligt en dat
een organisatie als de F.A.O. niet com
petent is te dezen voorstellen of stap
pen te doen. Ook de voordracht van
prof. Colin Clark (zijn artikel in ons
blad op 10 november 1962) en diens
nogal sensationele opmerkingen over
de hongerleugens van de F.A.O. (leu
gens, omdat haar statistieken niet zou-
MAASTRICHT, 2 tebr. De Neder
landse douane is erin geslaagd om
twee auto's met smokkelboter, resp.
te Baexem en Stramproy, te onder
scheppen. De in beslag genomen par
tijen boter bedragen 1200 en 600 kilo.
De smokkelaars wisten in beide geval
len te ontkomen; zij lieten de wagens
in de stcplv.
Een bijzonder staaltje van smokkel
krijgt de reijhtbank in Breda weldra
te behandelen. Daar zulen namelijk
chauffeurs van twee benzine-tankau-
to's moeten terecht staan, die in de
tanks een aparte boterruimte hadden
geconstrueerd.
(Advertentie)
Oude geriever Béssenrood Citroen jenever
den deugen) zijn ter sprake gekomen.
Or Sen zei, dat wereldstatistieken voor
een deel op schattingen berusten, ook
voor een deel op een bewerking van
voorhanden gegevens volgens bepaalde
wetenschappelijke systemen. De uitsla
gen zijn altijd benaderend en men moet
bij de onderhavige cijfers niet op een
paar miljoen zien. De directeur der
statistische afdeling van de F.A.O., dr
Suchatme, heeft zijn materiaal, de ge
volgde systemen en zijn uitslagen ter
bestudering overgelegd aan de Royal
Statistical Society te Londen. Deze
rekende de toegepaste systemen door
dr Suchatme en zijn resultaten tot de
beste en achtte zijn gegevens een vol
komen verantwoorde basis om bij het
bepalen van de stappen voor de toe
komst vanuit te gaan. De brochure
„Zes miljard om te voeden" is op
deze data gebaseerd.
Dr Sen vroeg zich tenslotte af of
het toch niet de moeite waard is om
zich in te zetten voor de snel in aantal
groeiende hongerlijdenden, zelfs als
hun aantal heden dichter bij de drie
honderd miljoen zou liggen dan bij de
vijfhonderd, om nog niet te spreken
over de vele honderden miljoenen wel
ke aan „malnutricion" lijden.
Als ik goed ben ingelicht
is de „Enkhuizer Almanak'"
op het ogenblik het meest
verkochte drukwerk. Zulks
dan op grond van het feit
dat de ramp die wij als
winter 1962-1963 bezig zijn
te beleven er in geuren en
vooral kleuren in beschre
ven schijnt te staan. Het blijkt voor ve
len aantrekkelijk te zijn hun ellende
schriftelijk bevestigd te zien.
Maar nu kapper Piet Flink uit de
Brugstraat in Hengelo is opgestaan om
te verklaren dat hij het ook allemaal
heeft zien aankomen acht ik het mo
ment gekomen om mijn vrouw even
naar voren te schuiven. Ik kan mij nog
zeer wel herinneren hoe zij het vorig
jaar nog vóór Kerstmis het kan op
18 of 19 december zijn geweest te
gen mij zei;
„Ik heb het gevoel dat wj) een
strenge winter gaan krijgen."
Acbleraf gezien heb ik er een beet
je spijt van dat wjj deze, haar. uit
spraak niet meteen notarieel hebben
laten vastleggen, want in dat geval
ware zij nu allicht óók in de krant
gekomen. Ik stel echter bij deze vast
dat zij enorm 'gelijk heeft gekregen.
Overigens nauwelijks méér dan ik,
want ik heb toen op 18 of 19 de
cember 1962 deze, achteraf gezien,
gedenkwaardige woorden gesproken:
„Nou je het zegt, ik voel het pre
cies zo."
Laten wij echter niet zeuren over
het verleden, noch blijven stilstaan
bij het verkilde en verstolde heden,
maar een stoutmoedige blik werpen
op de toekomst. Ik meen daarop, ge
zien de ietwat besneeuwde loop van de
recente gebeurtenissen, het recht te
hebben verworven. Ik spreek in dezen
bovendien mede namens mijn vrouw.
Welnu, ofschoon ik de stellige in
druk heb dat wij, in Europa, bezig
zijn met medewerking van gene
raal Charles de Gaulle uiteraard
af te glijden naar een nieuwe ijstijd,
kan ik toch niet met zekerheid zeg
gen of er dit jaar nóg een Elfsteden
tocht kan worden verreden. Afgezien
daarvan echter voorzie ik wel weer
enige bevroren voeten en enkele ge
vallen van sneeuwblindheid. Om
streeks Kerstmis, die daarom nog
niet wit hoeft te wezen. Het kan.
maar het hoeft niet.
Terug naar de zomer echter. Dat
wil zeggen, óp naar de zomer. Hoe
wordt de zomer? Op grond van een
algemeen aanvaarde en, naar ik
meen, ook door Enkhuizen bevestigde
meteorologische waarheid volgt op
een strenge winter altijd een strenge
zomer. Hoe zich dat zal demonstre
ren, in een overstelpende hoeveelheid
water dan wel in een verschroeiend
aantal uren zonneschijn, kan ik voor
alsnog niet zeggen, maar wél dat er
weer een hele boel Duitsers ons land
op zijn toeristische voortreffelijkheden
zullen komen onderzoeken. Niet al
leen in Budel, maar ook in Zandvoort.
En vooral natuurlijk in Venlo, waar
zij de boter zullen blijven kopen, die
zij reeds op het hoofd hebben.
Kortom, ik zie de komende zomer
nog niet zo somber in. Als hij komt
tenminste. Want dat is nooit met ze
kerheid te zeggen. Nóch door mijn
vrouw, noch door Piet Flink. Sommi
ge jaargetijden immers worden hier
te lande gewoon overgeslagen, dat
heeft het recente verleden ons nog
geleerd.
Enfin, het volgend jaar om deze
tijd spreken wij elkander weer. Ge
zeten op een afdrijvende ijsschots en
luchtigjes bladerend in de „Enkhuizer
Almanak".
(Advertentie)
Uw zorgen voor morgen bij DE OLVEH geborgen.
e acteur, toneel-en hoor
spelschrijver Rob Geraerds
interesseert zich sterk voor
de jeugd. „Het staat in
mijn horoscoop," zegt hij, maar
dat kan nauwelijks een reden
voor deze belangstelling zijn.
Rob Geraerds schrijft het dan
ook voornamelijk toe aan zijn
eerste vrouw, de schrijfster van
een reeks meisjesboeken, Rie
Beijer. Door haar is hij zich
meer gaan toeleggen op het
kindertoneel. In Antwerpen,
waar hij van 1938 tot het uit
breken van de oorlog regisseur
is geweest bij de Koninklijke
Schouwburg, heeft hij het jeugd
toneel van nabij kunnen mee
maken. Daar trad een beroeps
gezelschap op in een vast jeugd
theater. Eerst in de oorlogsja
ren kreeg Rob Geraerds de ge
legenheid zelf iets als een jeugd
toneel op te zetten. Van 1945 tot
1953 heeft hij vrijwel niets an
ders gedaan. „Ik moest er ten
slotte mee stoppen, omdat mijn
andere werk, het schrijven van
toneel- en hoorspelen en de li
teraire kritieken, er door in de
verdrukking kwam." Toch heeft
hij de jeugd niet helemaal los
kunnen laien. Onlangs is er op
zijn initiatief in zijn woonplaats
Amstelveen een School voor Dramatische Kunst speciaal voor de jeugd
opgericht. „De dramatische kunst is voor het kind het beste medium om
tot ontplooiing te komen Tijdens mijn tournees in het buitenland is mij
wel gebleken, dat vooral in de Engels sprekende landen veel aandacht
hieraan wordt besteed. Daar neemt de dramatische kunst een belangrijke
plaats in op het lesrooster. In het raam van ons onderwijs kan dat echter
niet. Toch bestaat er in ons land grote behoefte aan deze lessen. Toen ik
mij met het jeugdtoneel bezig hield kreeg ik herhaaldelijk verzoeken van
ouders om iets voor hun kinderen op dit gebied te doen. De School voor
Dramatische Kunst is gloednieuw voor Nederland. De lessen, die op de
woensdagmiddagen worden gegeven, zijn gebaseerd op de vrije expressie
'\n woord en toneelkunst
Rob Geraerds, die onlangs zestig jaar is geworden en daarmee de veertig
i:iar artistieke arbeid vol maakte, is begonnen in de journalistiek. Hij deed
in zijn eerste kranten jaren, onder andere bij „De Oprechte Haa rlemsche
Courant", veel aan amateur-toneel, maar voelde er toch weinig voor be
roepsacteur te worden. Een ontmoeting met Rika Hopper dreef hem echter
toch het beroepspodium op. Hij startte in het Rika Hopper Theater in
Amsterdam en werd een jaar later door Eduard Verkade aangetrokken.
Door „De Toneelrevue", een soort voorlichtingsblad voor toneelgezelschap
pen, waarvan hij gedurende tien jaar de uitgever-hoofdredacteur was, kreeg
Rob Geraerds vele relaties door het hele land. Zo kwam hij ook in aan
raking met de directeur van de schouwburg in Deventer. „Dat was net in
de tijd, dat acteurs van de jongere generatie in Amsterdam met een
ontevreden gezicht rondliepen. Daardoor was het voor mij niet zo moeilijk
om krachten voor Deventer aan te trekken. Wij hadden een bijzonder
goede groep, waarin ondermeer Cruys Voorberg, Max Croiset, Georgette
Hagedoom en Jeanne Verstraete zaten. Het werd het eerste „spreidings
gezelschap" van ons land Van ieder stuk voerden wij de officiële première
in Groningen op. In 1937 kreeg ik echter moeilijkheden met de theater
directie en omdat ik het beter vond een drijvend schip te verlaten, nam
ik ontslag." Rob Geraerds vertrok naar Antwerpen en als de oorlog er niet
tussen gekomen was zou hij daar nu nog gezeten hebben. „Mijn gezin
verbleef nog in Nederland en ik vond het toen beter om terug te gaan.
Engenlijk jammer, want in België hebben ze nooit een Kulturkammer
gehad." Na de oorlog leidde hij acht jaar het „Nederlands Jeugdtoneel".
Tevens werkte hij voor de A.V.R.O. en meer nog voor de N.C.R.V. Ruim
honderd hoorspelen heeft hij voor deze omroepen geschreven of bewerkt.
Van de laatste tijd dateert zijn microfoonbewerking van „Exodus", dat in
zes delen door de N.C.R.V. werd uitgezonden. Ook heeft hij voor de K.R.O.
enige televisiespelen geschreven.
Rob Geraerds is tussen al zijn werk door de journalistiek toch trouw
gebleven. Dit jaar is hij als literair criticus veertig jaar verbonden aan
onder andere het „Nieuwsblad uan het Noorden".
Een betrekkelijk nieuw element in de werkzaamheden van deze zestig
jarige acteur is het solo-toneel. Op zijn repertoire staan onder meer
„a Christmas Carol" van Dickens, „Camera Obscura", „Don Quichotte", het
leven van Brederode met fragmenten uit diens stukken als „De Spaanse
Brabander" en ,JJe burgeredelman" van Molière. „Het is heerlijk om deze
stukken te brengen. Het geeft je veel voldoening, omdat alle rollen worden
gespeeld, zoals jij het wil, of liever gezegd zoals de regisseur ze de acteurs
voorspeelt." Hoewel Rob Geraerds bij niemand in vaste dienst is, heeft men
hem toch om hem te kunnen huldigen ondergebracht onder de noemer van
de Nederlandse Radio Unie, waar hij veel mee te maken heeft als hoorspel
schrijver. Aangezien zijn meeste werk naar de N.C.R.V. gaat is hem
vanmiddag in het studiogebouw van deze omroep een receptie aangeboden
door het comité „Huldeblijk Rob Geraerds", onder voorzitterschap van
Kommer Kleijn, directeur van de hoorspelkern van de N.R.U.