^AT heerlijk VI KINDEREN SPELEN IN SNEEUW IN NICE FAO weerlegt beweringen van prof. Colin DE ALGEMENE BIJSTANDSWET D Dat W£ OOK DEZE hjWEER THUIS ZULLEW GIRO 32 33 OO Statistieken anti-honger- campagne wèl betrouwbaar Aanvaarding van de wet maakt goede kans Sociaal commentaar SMOKKELAARS ONTSNAPT Profetie Warm hart voor jeugdtoneel Rob Geraerds Aan de katholieke gelovigen van Nederland Uw dankbare bisschoppen Terschelling heeft weer meer gas Meer passagiers bij Panam en Swissair ZATERDAG 2 FEBRUARI 1963 PAGINA 5 nadruk verboden vN, r^1Sc^e weekkalender ^tU] othea -wn_*eb H' Titus: 3e <Si*! n "°n^ "wft'i Ml' In Medl°: 2e Foor elk Nederlands bisdom blijkt de kerkenbouw ee zware en drukkende last. Daarom richten Wijuw bis schoppen, ons ook dit jaar wederom gezamenlijk tot alh katholieken van ons land om hun aandacht te vragen voor dez blijvende zorg en bekommernis. De bouw van de nodige kerken is een levensvraagstuk vo< het godsdienstig leven van nu en van de toekomst. Wij kunrn dit probleem niet ontwijken en wij die thans levenzullen h moeten oplossen. Wij zijn de Overheid oprecht erkentelijk voor de steun d zij ons biedt bij onze pogingen om dit probleem op te losse De financiële zorgen echter die de bouw van nieuwe kerk< met zich mede brengtzijn zó ontzettend groot, dat ook nu bijstand van iedere gelovige dringend nodig blijft. Daarom roepen Wij ook dit jaar wederom uw aller hulp en vragen ieder van u met grote aandrang de regelmatig collectes en acties voor de kerkenbouw te blijven gedenken m> dezelfde offervaardigheid die u in het verleden steeds hei getoond en waarvoor wij u oprecht dankbaar zijn. Wij hopen, dat het resultaat van deze Kerkenbouwzonda< vooral moge zijn een hernieuwde belangstelling voor de kerken nood, die in werkelijkheid zielennood is, en een oprecht strevei om door een royale wekelijkse bijdrage die nood zoveel moge lijk te lenigen. Als ooit ons verzoek om blijv ende hulp nood zakelijk is, dan is het voor de kerkenbouw. In het bijzonder vragen Wij u, met grote edelmoedigheid en mildheid uw gave te willen schenken voor de collecte die mor gen 3 februari in alle kerken en kapellen zal worden gehouden. God zegene uw aller milddadigheid. 2 februari 1963. Wie niei in de gelegenheid is zijn gave op de collecte schaal ±e schenken, of wie een exfra-bijdrage wil zenden, kan gebruik maken van KATHOLIEKE KERKENBOUW NEDERLAND te UTRECHT desgewenst mei vermelding „bestemd voor kerken bouw in het bisdom ROME, 2 febr. - De Wereld Voedsel- en Landbouworganisatie (F.A.O.) heeft een zeventigtal Nobelprijswinnaars en andere vooraanstaande personen op het gebied van de landbouw, physica, chemie, litteratuur, wijsbegeerte er landsbestuur, uitgenodigd op 14 maart in Rome deel te nemen aan een conferentie over de pro- blemen van de honger in de we reld en de voeding van de mens heid. De opzet van deze conferen tie, zo deelde dr. B. R. Sen, direc teur-generaal der F.A.O., de Ita liaanse en buitenlandse pers mede. is om de wereldopinie voor te hou den, dat honger, ondervoeding en verkeerde voeding een uitdaging zijn aan de mensen van heden en dat de bestrijding tot de bindende morele opgaven van onze genera tie behoren. m 'o O V S» 3 foK ?igenrj?(rl: 4e zondag na Drle- «^n-ed0: Prfl' v- d H' bls,chop- S ~~róo^5atha' maagd-martelares; i^Ns. b-«"oornlh Ch0P'bell3der: ei8®° k; ST H Dorothea wit— ,h t£°tes Tu|nd9S' b'sscrh°P-beIfjder; H' Romuaidus. abt; Mis Os ^»«,USU de Malha' belfder; HT''JrtarlJ:JT''lus van Alexandria, bis- "N^So; 'pbrJ>arl; Septuagesima; eigen v- d- H. Drie-eenheid (Advertentie) Kinderen spelen in de sneeuwdie ook in Nice aan de Rivièra in overvloedige mate gevallen is. De foto is genomen in de Jardin Albert I, waar men het ergste vreest voor de palmen, die uiteraard niet vorstbestendig zijn. (Telefoto). (Van onze Romeins correspondent) (Van een medewerker) De door minister Klompé in augus tus ingediende Algemene Bij standswet heeft zeer vele pers commentaren opgeroepen. De voorlichtingsdienst van de minister vond daarin zelfs aanleiding om een groot dossier samen te stellen. Wan neer we daar nog aan toevoegen het dezer dagen verschenen Voorlopig Ver slag van 17 pagina's, dan is het duide lijk, dat de parlementaire behandeling van deze wet, welke waarschijnlijk in de tweede helft van maart zal plaats vinden, geen gemakkelijke zal zijn. Wel is het verheugend te mogen vaststel len, dat bijna algemene instemming is betoond met het indienen van deze, de Armenwet vervangende, Algemene Bij standswet. Merkwaardig is overigens de reactie van het studieorgaan van de Prof. Telders-stichting „Liberaal re veil". In het decembernummer van dit blad betuigt enerzijds prof. C. J. de Vries van harte instemming met het wetsontwerp, rqpar onmiddellijk aanslui tend op deze instemming van prof. de Vries volgt dan een redactioneel arti kel, dat niet alleen spreekt over de wed loop van twee departementen om een sluitstuk van sociale zekerheid te be halen, maar dat tevens in de richting bewijst, dat men in feite de wet liever wil afwijzen. In het Voorlopig Verslag betuigen vrijwel alle leden hun instemming. Po litiek gezien betekent dit, dat de wet er wel zal komen. Maar of zij er ook door zal komen zoals zij is ingediend, is een heel andere vraag. Het is niet alleen „Liberaal reveil", dat suggereert deze wet bij Sociale Zaken onder te brengen. Deze suggestie komt in sterkere mate voor de Partij van de Arbeid. In het Voorlopig Verslag wordt deze zaak be paald politiek gesteld. En we moeten toegeven, dat de kwestie van het meer inhoud verlenen aan het ministerie van Maatschappelijk Werk een knelpunt is, dat sinds het optreden van het minis terie-De Quay bestaat. Op 31 juli 1959 schreex minister-de Quay, dat de rege ring haar standpunt ten opzichte van de taken van dit ministerie nog nader zou verdedigen „bij de behandeling van de hiervoor reeds besproken wetgeving inzake bijstand-levensonderhoud". In de Memorie van Toelichting op het wetsontwerp is slechts zeer oppervlak kig op deze zaak ingegaan en dus is het op zich helemaal niet verwonderlijk, dat deze vraag nu van socialistische zijde wordt gesteld. Het kan heus aan minister Klompé worden overgelaten, LEEUWARDEN, 1 febr. Kapitein G. Gorter is er gisteren met zijn sleepboot „Stortemelk" in geslaagd van Terschelling uit de haven van Harllngen te bereiken. Ondanks het feit dat er nog veel ijs op de Wadden zee was van Harlingen uit kon men geen water zien meerde de „Stortemelk" na een reis van drie uur aan in de Harllnger haven. De „Stortemelk" vertrok omstreeks half elf van het eiland. De terugreis werd na aankomst onmiddellijk aan vaard met aan boord vijf tanken gas voor de gasfabriek. De gasvoorraad op het eiland is namelijk uiterst zorgwek kend. Wanneer kapitein Gorter er van daag in zou slagen opnieuw de reis heen-en-weer te maken zou dit het einde van de vri) kostbare bootverbin ding IJmuidenTerscheliing betekenen. De veerboot Vlieland zou vandaag pro beren het gelijknamige eiland te be reiken. om nu met een duidelijk anlwoord te komen. Toch zouden we thans reeds willen opmerken, dat het argument, door de socialisten aangehaald, dat er samenhang is tussen arbeids- en ge zondheidszorg, emigratie, enz. en dat daarom dus de uitvoering van deze wet onder Sociale Zaken moet ressorteren, bepaald onvoldoende hout snijdt. Sa menhang tussen maatregelen van so ciale aard is ten aanzien van tal van onderwerpen bij vrijwel elk departement te vinden. Is bijv. een voorziening ten behoeve van de werkgelegenheid geen kwestie met sterk sociale betekenis? En wat te zeggen van de prjjsbeheer- sing, dus de besteding van het arbeids inkomen? Toch ressorteren deze aan gelegenheden onder het departement van Economische Zaken. Bezitsvorming en medezeggenschap hebben een zeer hoge plaats op de sociale wenslijst van het werkprogramma onzer katholieke organisaties. Maar ze staan onder de staatssecretaris van Algemene Zaken. Men zal beslist met sterker argumen ten moeten komen dan in het Voor lopig Verslag, om ons te overtuigen van de noodzaak de Algemene Bijstandswet rechtstreeks onder Sociale Zaken te doen ressorteren. Ter gevolg van dit aanvankelijke standpunt is, dat een aanval wordt gedaan op de stelling, dat de z.g. groepsregelingen in deze wet zouden thuishoren. Onder groepsre gelingen worden verstaan; de gelijk lig gende uitkeringsmaatregelen voor groe pen van mensen, die onder vergelijk bare omstandigheden en door vergelijk bare oorzaken met materiële moeilijk heden te kampen hebben. Een aantal van deze regelingen is op dit ogenblik nog in uitvoering bij het departement van Sociale Zaken. Zo bijv. de groeps regeling voor blinden. In het Voorlopig Verslag wordt gevraagd, of de minis ter nu voornemens >s op korte termijn, na aanvaarding van deze wet, te ko men tot een groepsregeling voor be jaarden, een groepsregeling voor min derjarigen, verpleegd in inrichtingen en een groepsregeling voor meerder jarige invaliden die niet bij hun ouders inwonen. Er mag aan herinnerd worden, dat minister Klompé vorig jaar reeds een interim-regeling voor thuiszittende meerderjarige invaliden in het leven heeft geroepen. Nu is het bezwaar van de socialisten met name, maar we menen dat er ook onder de katholieken nog wel worden gevonden die er zo over denken, dat het onder de Al gemene Bijstandswet brengen van de groepsregelingen op de leden van die groep een stempel van armlastigheid zou drukken. Voor ons is het nu juist het sterke punt uit deze wet, dat met de in-werking-treding hiervan het be grip „armen" uit onze staatkundige vo cabulaire gaat verdwijnen. Al spreekt de wet dan nog van „bijstandbehoeven- den", wij hebben eerder de neiging, om voortaan te gaan spreken van „bijstand gerechtigden". Het is immers zo, dat de overheid wettelijk de plicht op zich gaat nemen, om iemand, die in be hoeftige omstandigheden verkeert, aan de hand van vast ie stellen normen te helpen. Er is dan geen sprake meer van gunst. Er is, voor wat het basis bedrag van de uitkering betreft, geen sprake meer van chicaneren en van persoonlijke willekeur. Natuurlijk zitten we met een erfenis van het verleden. Wjj zijn zo door en door gewend aan de ouderwetse, aan de verouderde Ar menwet, dat deze term niet op slag en stoot geheel uit het spraakgebruik zal zijn verdwenen. En misschien zal het ook voor meerdere gemeentebestuurders en uitvoerders van de wet binnen de gemeenten, wat onwennig zijn, om iemand voor het loket te zien verschij nen, die hem voorrekent waar hij wet telijk gesproken minimaal recht op heeft. Maar dit is een kwestie van groeien naar die nieuwe situatie. Als we dan stellen, dat er groepen van mensen zijn, zoals blinden, bejaarden, zeer langdurig werklozen, die ongeveer gelijke oorzaken en ongeveer gelijke omvang van hun noodtoestand hebben, waarom deze dan niet als groep gelijk behandeld? Het onderscheid van deze groepen moeten we behouden, omdat de uitkeringshoogte zo goed ais zeker verschillend per groep zal zijn. Het odium van armlastigheid zal in elk ge val zjjn verdwenen. Vanzelfsprekend zijn er nog tal van onderwerpen, die de moeite van een nadere beschouwing waard zijn. We denken met name aan de regeling van het verhaalsrecht en de verhouding minderjarige kinderen en ouders. Het wetsontwerp zegt dat het mogelijk moet zijn, om bij gezinsinkomsten van min derjarige kinderen, een redelijk bedrag te doen rekenen tot het inkomen van de ouders. Op dit punt zal bepaald eni ge verduidelijking noodzakelijk zijn. De tijd dat jonge kinderen op de eerste plaats werden gezien als meeverdieners voor het gezin, en dat zij dientengevol ge vaak hun hele verdiensten thuis af stonden en genoegen namen met een bescheiden zakcentje, is heel en al voor bij. De moderne verhoudingen hebben de ouders meer de plaats gegeven van de begeleiders van hun kinderen naar de zelfstandige positie in het leven. De welvaartsontwikkeling bood daar mede een kans toe. Het lijkt ons juist, dat de wetgever met dit sociologisch ver schijnsel rekening toudt. De beoorde ling van het redelijke van een bijdra ge (waar we voorstander van zijn) dient niet aan de willekeur van een plaatselijke beoordeling te worden over gelaten. Vastlegging in de wet van een percentage (de hoe-groot-heid zou bij algemene maatregel van bestuur kunnen worden bepaald) lijkt ons een redelijke wens. Met belangstelling zien we de Me morie van Antwoord van minister Klompé tegemoet. (Van onze luchtvaartredacteur) SCHIPHOL, 2 febr, De luchtvaart maatschappijen Pan American World Airways en Swissair delen In hun zojuist verschenen jaaroverzichten over 1962 vol tevredenheid mee, een flinke toename van het passagiersvervoer achter de rug te hebben. Bij Pan Am steeg het aantal passa gier-mijlen met negentien procent tot 7287 miljoen: het vrachtvervoer nam met ruim 22 procent toe. De stijging van het passagiersvervoer dankt de di rectie voornamelijk aan de verhoogde frequentie van de vluchten (per week over de oceaan 188 vluchten), de in voering van lage groepstarieven en de propaganda voor de naar verhouding eveneens goedkope 17-daagse excursie biljetten. Het passagiersvervoer van Swissair nam met 1.672.305 passagiers 24 pro cent toe; aangezien ook het totale aan tal zitplaatsen zeer aanzienlijk steeg, veranderde er echter weinig aan de bezettingsgraad. Er was voorts een daling in de totale bezettingsgraad van de gehele, veel groter geworden vloot. De anti-hongercampagne. die als zodanig voor vijf jaar 'werd opgezet, is thans ongeveer aan de helft van zijn periode toe. Dit jaar zullen enige belangrijke manifestaties plaats heb ben. Die der Nobelprijswinnaars is de eerste bijeenkomst, van 17 tot 23 maart, gevolgd door een Week van de Anti-Honger Campagne. Deze week heeft tot. doel om wederom de aandacht van de wereld op de hanger en verkeerde voeding te richten, maar tegelijk is hij een proloog van het wereldvoedselcongres, dat van 4 tot 18 juni 1963 in Washington gehouden wordt. Het totaal van de vraagstukken, de honger betreffende heeft twee aspecten. In enkele zojuist verschenen voorlich tingsbrochures van de F.A.O. (waar onder Statistieken van de honger. Zes miljard om te voeden, De vrijheid van honger-campagne, Het plan voor het Wereldvoedselcongres) heet het. dat van de huidige drie miljard mensen op aarde een derde tot de helft te lijden heeft van honger, ondervoeding of verkeerde voeding. Men mag schat ten dat tussen de 300 en 500 miljoen personen onder hen werkelijk honger lijden, geen materiaal hebben om hun maag mee te vul'en. Deze toestanden grondig verbeteren is een opgave van het ontwikkelde en goed gesitueerde deel der mensheid. Maar de taak wordt bijzonder ver zwaard door het snelle groeien der wereldbevolking. In het jaar 2000 zal de bevolking in Afrika verdubbeld zijn, in Latüns-Amerika verdrievou digd en anderhalf keer zo groot zijn in het Verre en in het Nabije Oosten. Voor de gehele wereld schat men in 2000 de bevolking op zes miljard Wij tekenen hierbij aan, dat de drie honderd miljoen, wetenschappelijke ramingen over de bevolkingstoename tot nu toe geregeld beneden de werkelijkheid bleken te zijn. Wanneer men op het gebied der voeding de bevolkingstoename het hoofd wil bieden, zal de voedselproduk- tie binnen de veertig jaren ruim ver dubbeld moeten zijn, maar dan is men niet verder inzake de honger en onder voedingsvraagstukken. Wil men tevens inlopen en effectief honger en verkeer de voeding bestrijden, dan zal de voedselvoortbrenging in 1980 verdub beld en in 2000 verdrievoudigd moeten zijn. Gedurende de persconferentie kwa men familyplanning en geboortecontro le ter sprake. Dr Sen meende, dat dit zuiver in het private vlak ligt en dat een organisatie als de F.A.O. niet com petent is te dezen voorstellen of stap pen te doen. Ook de voordracht van prof. Colin Clark (zijn artikel in ons blad op 10 november 1962) en diens nogal sensationele opmerkingen over de hongerleugens van de F.A.O. (leu gens, omdat haar statistieken niet zou- MAASTRICHT, 2 tebr. De Neder landse douane is erin geslaagd om twee auto's met smokkelboter, resp. te Baexem en Stramproy, te onder scheppen. De in beslag genomen par tijen boter bedragen 1200 en 600 kilo. De smokkelaars wisten in beide geval len te ontkomen; zij lieten de wagens in de stcplv. Een bijzonder staaltje van smokkel krijgt de reijhtbank in Breda weldra te behandelen. Daar zulen namelijk chauffeurs van twee benzine-tankau- to's moeten terecht staan, die in de tanks een aparte boterruimte hadden geconstrueerd. (Advertentie) Oude geriever Béssenrood Citroen jenever den deugen) zijn ter sprake gekomen. Or Sen zei, dat wereldstatistieken voor een deel op schattingen berusten, ook voor een deel op een bewerking van voorhanden gegevens volgens bepaalde wetenschappelijke systemen. De uitsla gen zijn altijd benaderend en men moet bij de onderhavige cijfers niet op een paar miljoen zien. De directeur der statistische afdeling van de F.A.O., dr Suchatme, heeft zijn materiaal, de ge volgde systemen en zijn uitslagen ter bestudering overgelegd aan de Royal Statistical Society te Londen. Deze rekende de toegepaste systemen door dr Suchatme en zijn resultaten tot de beste en achtte zijn gegevens een vol komen verantwoorde basis om bij het bepalen van de stappen voor de toe komst vanuit te gaan. De brochure „Zes miljard om te voeden" is op deze data gebaseerd. Dr Sen vroeg zich tenslotte af of het toch niet de moeite waard is om zich in te zetten voor de snel in aantal groeiende hongerlijdenden, zelfs als hun aantal heden dichter bij de drie honderd miljoen zou liggen dan bij de vijfhonderd, om nog niet te spreken over de vele honderden miljoenen wel ke aan „malnutricion" lijden. Als ik goed ben ingelicht is de „Enkhuizer Almanak'" op het ogenblik het meest verkochte drukwerk. Zulks dan op grond van het feit dat de ramp die wij als winter 1962-1963 bezig zijn te beleven er in geuren en vooral kleuren in beschre ven schijnt te staan. Het blijkt voor ve len aantrekkelijk te zijn hun ellende schriftelijk bevestigd te zien. Maar nu kapper Piet Flink uit de Brugstraat in Hengelo is opgestaan om te verklaren dat hij het ook allemaal heeft zien aankomen acht ik het mo ment gekomen om mijn vrouw even naar voren te schuiven. Ik kan mij nog zeer wel herinneren hoe zij het vorig jaar nog vóór Kerstmis het kan op 18 of 19 december zijn geweest te gen mij zei; „Ik heb het gevoel dat wj) een strenge winter gaan krijgen." Acbleraf gezien heb ik er een beet je spijt van dat wjj deze, haar. uit spraak niet meteen notarieel hebben laten vastleggen, want in dat geval ware zij nu allicht óók in de krant gekomen. Ik stel echter bij deze vast dat zij enorm 'gelijk heeft gekregen. Overigens nauwelijks méér dan ik, want ik heb toen op 18 of 19 de cember 1962 deze, achteraf gezien, gedenkwaardige woorden gesproken: „Nou je het zegt, ik voel het pre cies zo." Laten wij echter niet zeuren over het verleden, noch blijven stilstaan bij het verkilde en verstolde heden, maar een stoutmoedige blik werpen op de toekomst. Ik meen daarop, ge zien de ietwat besneeuwde loop van de recente gebeurtenissen, het recht te hebben verworven. Ik spreek in dezen bovendien mede namens mijn vrouw. Welnu, ofschoon ik de stellige in druk heb dat wij, in Europa, bezig zijn met medewerking van gene raal Charles de Gaulle uiteraard af te glijden naar een nieuwe ijstijd, kan ik toch niet met zekerheid zeg gen of er dit jaar nóg een Elfsteden tocht kan worden verreden. Afgezien daarvan echter voorzie ik wel weer enige bevroren voeten en enkele ge vallen van sneeuwblindheid. Om streeks Kerstmis, die daarom nog niet wit hoeft te wezen. Het kan. maar het hoeft niet. Terug naar de zomer echter. Dat wil zeggen, óp naar de zomer. Hoe wordt de zomer? Op grond van een algemeen aanvaarde en, naar ik meen, ook door Enkhuizen bevestigde meteorologische waarheid volgt op een strenge winter altijd een strenge zomer. Hoe zich dat zal demonstre ren, in een overstelpende hoeveelheid water dan wel in een verschroeiend aantal uren zonneschijn, kan ik voor alsnog niet zeggen, maar wél dat er weer een hele boel Duitsers ons land op zijn toeristische voortreffelijkheden zullen komen onderzoeken. Niet al leen in Budel, maar ook in Zandvoort. En vooral natuurlijk in Venlo, waar zij de boter zullen blijven kopen, die zij reeds op het hoofd hebben. Kortom, ik zie de komende zomer nog niet zo somber in. Als hij komt tenminste. Want dat is nooit met ze kerheid te zeggen. Nóch door mijn vrouw, noch door Piet Flink. Sommi ge jaargetijden immers worden hier te lande gewoon overgeslagen, dat heeft het recente verleden ons nog geleerd. Enfin, het volgend jaar om deze tijd spreken wij elkander weer. Ge zeten op een afdrijvende ijsschots en luchtigjes bladerend in de „Enkhuizer Almanak". (Advertentie) Uw zorgen voor morgen bij DE OLVEH geborgen. e acteur, toneel-en hoor spelschrijver Rob Geraerds interesseert zich sterk voor de jeugd. „Het staat in mijn horoscoop," zegt hij, maar dat kan nauwelijks een reden voor deze belangstelling zijn. Rob Geraerds schrijft het dan ook voornamelijk toe aan zijn eerste vrouw, de schrijfster van een reeks meisjesboeken, Rie Beijer. Door haar is hij zich meer gaan toeleggen op het kindertoneel. In Antwerpen, waar hij van 1938 tot het uit breken van de oorlog regisseur is geweest bij de Koninklijke Schouwburg, heeft hij het jeugd toneel van nabij kunnen mee maken. Daar trad een beroeps gezelschap op in een vast jeugd theater. Eerst in de oorlogsja ren kreeg Rob Geraerds de ge legenheid zelf iets als een jeugd toneel op te zetten. Van 1945 tot 1953 heeft hij vrijwel niets an ders gedaan. „Ik moest er ten slotte mee stoppen, omdat mijn andere werk, het schrijven van toneel- en hoorspelen en de li teraire kritieken, er door in de verdrukking kwam." Toch heeft hij de jeugd niet helemaal los kunnen laien. Onlangs is er op zijn initiatief in zijn woonplaats Amstelveen een School voor Dramatische Kunst speciaal voor de jeugd opgericht. „De dramatische kunst is voor het kind het beste medium om tot ontplooiing te komen Tijdens mijn tournees in het buitenland is mij wel gebleken, dat vooral in de Engels sprekende landen veel aandacht hieraan wordt besteed. Daar neemt de dramatische kunst een belangrijke plaats in op het lesrooster. In het raam van ons onderwijs kan dat echter niet. Toch bestaat er in ons land grote behoefte aan deze lessen. Toen ik mij met het jeugdtoneel bezig hield kreeg ik herhaaldelijk verzoeken van ouders om iets voor hun kinderen op dit gebied te doen. De School voor Dramatische Kunst is gloednieuw voor Nederland. De lessen, die op de woensdagmiddagen worden gegeven, zijn gebaseerd op de vrije expressie '\n woord en toneelkunst Rob Geraerds, die onlangs zestig jaar is geworden en daarmee de veertig i:iar artistieke arbeid vol maakte, is begonnen in de journalistiek. Hij deed in zijn eerste kranten jaren, onder andere bij „De Oprechte Haa rlemsche Courant", veel aan amateur-toneel, maar voelde er toch weinig voor be roepsacteur te worden. Een ontmoeting met Rika Hopper dreef hem echter toch het beroepspodium op. Hij startte in het Rika Hopper Theater in Amsterdam en werd een jaar later door Eduard Verkade aangetrokken. Door „De Toneelrevue", een soort voorlichtingsblad voor toneelgezelschap pen, waarvan hij gedurende tien jaar de uitgever-hoofdredacteur was, kreeg Rob Geraerds vele relaties door het hele land. Zo kwam hij ook in aan raking met de directeur van de schouwburg in Deventer. „Dat was net in de tijd, dat acteurs van de jongere generatie in Amsterdam met een ontevreden gezicht rondliepen. Daardoor was het voor mij niet zo moeilijk om krachten voor Deventer aan te trekken. Wij hadden een bijzonder goede groep, waarin ondermeer Cruys Voorberg, Max Croiset, Georgette Hagedoom en Jeanne Verstraete zaten. Het werd het eerste „spreidings gezelschap" van ons land Van ieder stuk voerden wij de officiële première in Groningen op. In 1937 kreeg ik echter moeilijkheden met de theater directie en omdat ik het beter vond een drijvend schip te verlaten, nam ik ontslag." Rob Geraerds vertrok naar Antwerpen en als de oorlog er niet tussen gekomen was zou hij daar nu nog gezeten hebben. „Mijn gezin verbleef nog in Nederland en ik vond het toen beter om terug te gaan. Engenlijk jammer, want in België hebben ze nooit een Kulturkammer gehad." Na de oorlog leidde hij acht jaar het „Nederlands Jeugdtoneel". Tevens werkte hij voor de A.V.R.O. en meer nog voor de N.C.R.V. Ruim honderd hoorspelen heeft hij voor deze omroepen geschreven of bewerkt. Van de laatste tijd dateert zijn microfoonbewerking van „Exodus", dat in zes delen door de N.C.R.V. werd uitgezonden. Ook heeft hij voor de K.R.O. enige televisiespelen geschreven. Rob Geraerds is tussen al zijn werk door de journalistiek toch trouw gebleven. Dit jaar is hij als literair criticus veertig jaar verbonden aan onder andere het „Nieuwsblad uan het Noorden". Een betrekkelijk nieuw element in de werkzaamheden van deze zestig jarige acteur is het solo-toneel. Op zijn repertoire staan onder meer „a Christmas Carol" van Dickens, „Camera Obscura", „Don Quichotte", het leven van Brederode met fragmenten uit diens stukken als „De Spaanse Brabander" en ,JJe burgeredelman" van Molière. „Het is heerlijk om deze stukken te brengen. Het geeft je veel voldoening, omdat alle rollen worden gespeeld, zoals jij het wil, of liever gezegd zoals de regisseur ze de acteurs voorspeelt." Hoewel Rob Geraerds bij niemand in vaste dienst is, heeft men hem toch om hem te kunnen huldigen ondergebracht onder de noemer van de Nederlandse Radio Unie, waar hij veel mee te maken heeft als hoorspel schrijver. Aangezien zijn meeste werk naar de N.C.R.V. gaat is hem vanmiddag in het studiogebouw van deze omroep een receptie aangeboden door het comité „Huldeblijk Rob Geraerds", onder voorzitterschap van Kommer Kleijn, directeur van de hoorspelkern van de N.R.U.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 5