HOE VEEL MOET IK VERDIENEN VOOR EEN EIGEN A UTO N Plastic bal voor auto's D O u AMERIKA IS VOL AUTO'S GELD VOOR EEN AUTO? M Voorruiten als studie-object Nieuw M Circa tien mille per jaar R.A.I.: „Te pessimistisch" hulp-veer Coedkop er Gunstig perspectief voor toeleveringsindustrie Verdraaid veel Nieuive vinding Te somber Verzuim Andere vraag ■MS OPTIMISME IN NEDERLAND WOENSDAG 6 FEBRUARI 1963 PAGINA 10 en gaf ons een hamer in de hand en zei: hier, sla er de glazen maar mee in. Wij namen die hamer en raakten dc ruiten links en rechts. Kleine scherfjes spatten in het rond Grillige barsten trokken snel rag fijne lijntjes door het glas. Dc ruiten veranderden van een spie gel glad vlak in bizar craquek' Een veld met sterren. Tot d' melkweg toe. 'S Ji De voorruit van zijn auto voor de automobilist van leVeIT belang. Hij heeft het gezicht u de weg broodnodig. Zelden zal -e$ zich realiseren, wat hij VveC voor zijn neus heeft. Het een hoopgevend besef zijn, moderne industrie die voo niét zonder meer laat bars* A doch op allerlei manieren - 2 door het ingooien van eigen 1 ten tracht de veiligheid vah automobilist zo veel mogeltT vergroten. De laatste jaren is de auto een stuk dichter Kekomen binnen het bereik van dat deel van de be volking;, dat zich financieel in de omgeving van de z.g. weistandsgrens beweegt. En vaker dan ooit wordt de vraag gesteld: hoeveel moet ik verdie nen om een eigen auto te kunnen on derhouden? Waar ligt de grens? Enige tijd celeden heeft J. Koolhaas Kevers in het A.N.W.B.-orgaan „De Autokam pioen" de euvele moed gehad, die grens te stellen op een inkomen van 10.000 gulden per jaar. Hij heeft het ge- wéten. Van alle kanten regende het brieven en er ontspon zich een leven dige discussie met de RAI. Speciaal van deze zijde werd fel geageerd tegen deze „grens", en bü deze gelegenheid weid ook bezwaar gemaakt tegen de kostenbegroting van de A.N.W.fi. Ge heel toevallig verscheen in die periode ook een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek, waaruit bleek, dat 61 procent van de Nederland se personenwagens, die op naam van particulieren staan, in het bezit zijn van personen, die minder dan 10.000 tuiden per jaar verdienen. a een lange discussie verklaarde de heer Koolhaas Revers, dat uit de gedachtenwisseling één ding zeer sterk tot uiting was geko- nen, namelijk dat hier moeilijk alge mene maatstaven zijn aan te leggen. Zeer sterk, zegt hij. trof ons het inge zonden schrijven van de heer S. B. te D., die een VW 1958 bezit, een inko men opgeeft van nog geen 8000 gul den per jaar, maar het toch klaar speelt een wagen er op na te houden voor zijn gezin, dat uit vier personen bestaat en die ons verzekert, dat dit giezin hier niet onder te lijden heeft. De ze briefschrijver woont in een kleinere plaats in het noorden en het zal wel zo zijn, aldus Koolhaas Revers, dat het le ven van alledag in zo'n plaats een stuk goedkoper is, dan bijvoorbeeld m de grote steden in het westen des lands, of in het Centrum, zoal niet wat de levensmiddelen, dan toch wat de huishuren betreft. Bovendien stelt on ze fiscus bij een dergelijk inkomen ei sen, die heel wat minder zwaar wegen dan bij het huidige zo sterk progres sieve belastingsysteem drukken op inkomens van boven de tien mille. Daarbij komt nog iets anders. De heer B. verricht zijn onderhoud zo veel mogelijk zelf. En dat is vanzelf sprekend een groot winstpunt. Immers de doorsnee-autobezitter is niet in De plastic-bal wordt gemonteerd op de bladveer en vormt zo een buffer, die de schokken opvangt. (Van onze auto-redacteur) a Is nieuwtje is op de R.A.l.-ten- /I toonstelling een Nederlandse /I vinding te zien: een plastic bal, die via een ventieltje kan wor den opgepompt en, geplaatst op de bladveer van een auto, de schokken kan opvangen. De bal is ontworpen door de heer H. G. de Groot en in productie genomen bij Tiger Plastics. Twee exemplaren (f 42,00), gemon teerd op een auto met bladveren, kunnen, aldus de uitvinder, weglig- ging en vering sterk verbeteren: wagenziekte wordt voorkomen en de wagen is minder gevoelig voor zij wind. De bol wordt met behulp van een rubber snelbinder en een trekveertje op een van de veer-uiteinden ge plaatst. Voor het oppompen is een speciale lagedruk-pompje ontwor pen, de spanning moet elke zes maanden worden gecontroleerd. Volgens de constructeur zal bij per manente belasting na enkele minuten de bolwand maximaal zijn gerekt; door de deformatie is de luchtdruk in de bol gestegen, doch na toename van de boldiameter neemt de druk weer af. Hierdoor werkt het mate riaal drukregelend. De bollen ver- zeiten zich krachtiger tegen een stootbelasting dan tegen een perma nente belasting „Ervaringen hebben geleerd," zo zegt hij, „dat na montage van Auto-bal-ans de wagen veel minder zijwindgevoelig is, minder neiging heeft tot wegdribbelen, min der overhelt in de bochten. Als toe vallige bijkomstigheid ontdekten wij, dat de hulpluchtveren ook wagen ziekte voorkomen. Een che'monteur, die ibij lieten proefrijden aldus de constructeur vatte zijn ervarin gen als volgt samen: „die ballen vre ten de schokken op." Ov deze vin ding is octrooi aangevraagd. staat zijn auto zelf voldoende technisch te verzorgen en zal derhalve heel gauw op de hulp van een garage zijn aange wezen. Wij hebben respect voor het kunststuk van de heer B., zo besluit Koolhaas Revers, om van een inko men van nog geen 8000.- gulden voor zich en zijn gezin er een eigen auto op na te houden, zuiver voor zijn ge noegen en ontspanning. Maar zal nij dit nog kunnen doen, als voor zijn kin deren de studietijd is aangebroken? De heer B. rijdt ongeveer 10.000 km per jaar: de auto kost hem ongeveer 1250 gulden per jaar, onder de gunstigste om standigheden. Dat is toch nog altijd een zesde deel van zijn inkomen en dat is verdraaid veel, aldus Koolhaas Revers. e Nederlandse Vereniging De Rij wiel- en Automobiel-Industrie, de RAI, merkte enkele dagen later brommend op, „dat een onjuiste voorstelling van zaken, in cnsu een te somber beeld van de werkelijk heid. de aanschaffing van een eigen vierwielerMn de weg kan staan." Tegen de tien-mille-stelling had zij drie bezwaren a) Koolhaas Revers gaat uit van nieu we auto's, maar vergeet niet, dat er per jaar ruim twee maal zoveel ge bruikte auto's worden gekocht als nieu we. Zijn VHQ op ANWB-kostenberekeningen b) berekeningen zijn gebaseerd IMMMA waarte gen bezwaren bestaan c) Men kan hier moeilijk generalise ren. Wat iemand met tienduizend gul den kan doen hangt af van zijn gezin; leeftijd van de kindeten, hun studie, eisen, die men aan allerlei dingen stelt. p de kritiek op de ANWB-begroting willen w(j graag even dieper in gaan. Het is bekend, dat vele be drijven en particulieren zich ba seren op de kosten-opgave van de Tech nische Dienst van de ANWB. Een op- fave, die in de praktijk zeer goed bruik aar is gebleken. De RAI meent echter, dat het ook goedkoper kan. als men de stallings- kosten buiten beschouwing laat, een W.A.-verzekering afsluit in plaats van een All-RiSks verzekering, als de eige naar zijn wagen zelf wast en de „overi ge kosten" beperkt tot de Wegenwacht. „Het al dan niet lid zijn van een auto mobielclub, het lezen van een autoblad, moet o.i. buiten een economische kos- tenspecificatie blijven", zo redeneert de RAI. „De bezuiniging op grond van de hiergenoemde vereenvoudigingen ligt in de orde van 650 k 700 gulden. En daar mee zijn we er nog niet. Er zijn nog méér posten, waarop volgens de RAI met goed geweten valt al te dingen. In ae eerste plaats wordt opgemerkt, dat de totale gebruiksduur van de auto wordt gelimiteerd tot goed 100.000 km in het voorbeeld van de Citroen DS 19 tot 120.000 km terwijl juist de particuliere gebruiker zijn auto vaak langer houdt (oprijdt) en de afschrij ving hierdoor in verhouding gunstiger komt te liggen. Beslist bezwaar heeft de RAI tegen de z.g. restwaarde. Het gaat niet aan, de verkoopwaarde van de auto na twee jaar op veertig procent van de aankoopsom te stellen. In de praktijk liggen de percentages, met name bij de kleinere auto's heel wat gunstiger. Waarom een flinke post voor onder houd onder de categorie vaste kosten en onder de variabele nog eens bedra gen voor „doorsmeren" en „overige re paraties", vraagt de RAI zich af. Wij weten het niet, doch vast staat, dat in vele ons bekende gevallen bij het ge bruik van een eigen auto voor de zaak rekening wordt gehouden met een zeer belangrijk lagere kilometervergoeding en dat onder gunstige omstandigheden de totale kosten tot op 60 pet van de ANWB-specificatie kunnen worden ge drukt, aldus de RAI. Iteraard gaf de ANWB commen taar. en wel onder het motto: „hoe men van confectie maat werk maakt". Wanneer de RAI stelt, dat men op onzo calculaties kan bezuinigen in een orde van 1.650 a 1.700. dan beweren wij, aldus de ANWB, dat dit geen bezuinigen is, maar louter een correctie op een eerder ge pleegd verzuim. Men heeft namelijk verzuimd de begroting kritisch te lezen, dus posten te schrappen, die bij zijn per soonlijke exploitatie niet ter zake deden. Van de ANWB mag worden geëist, dat in de kostenbegroting geen enkele post over het hoofd wordt gezien. Wij mogen ons niet schuldig maken aan een lichtvaardige voorstelling van zaken, die voor een privé-rijder wel eens tot een financiële ramp kunnen lelden. Zeker, men kan zijn nieuwe auto slechts W.A. verzekeren. Maar dat kan moeilijk door ons worden aanbevolen. Speciaal de niet welgestelde particulieren zouden hier door grote risico's worden bedreigd. Over de restwaarde wordt gezegd: fluc tuaties tijdens de bedrijfsduur kunnen zich altijd voordoen. Een type kan uit de produktie verdwijnen, zelfs een fa briek kan verdwijnen en wat dit aan devaluatie van een restwaarde kan be- Waf auto-dichtheid betreft staat Amerika nog steeds bovenaan op de wereld-ranglijst. Men telt daar 421 auto's per duizend in woners. Nummer twee is Nieuw Zee land met 310 auto's per duizend inwo ners en daarna komen Canada (301) en Australië (291). In Europa zijn het de Zweden die aan de top staan met 192 auto's op dui zend inwoners. Als tweede volgt Frank rijk 068), Engeland (146), Denemarken (142), Zwitserland (123) en België en Luxemburg (114). De Sovjet Unie komt met Tsjechoslowakije achteraan met 20 auto's per 1.000 inwoners. I tekenen, zou menig teleurgestelde u precies kunnen vertellen. Naar onze mening ligt met de „pessimistische" ANWB aan de ene kant en de „optimistische" RAI aan de andere kant de waarheid in het midden. Dat de ANWB verplicht is een zo compeet mo gelijk beeld van de te verwachten kos ten te geven, staat wel vast. En er zjjn, zo weten wij uit eigen erva ring, altijd „auto-kosten", die onver wacht komen en waarop niet is gere kend, zoals een schade met. (bijvoor beeld) vijftig gulden eigen risico, stal- lingsgeld (want al staat uw wagen 's nachts buiten, overdag dient ge hier en daar een z.g. parkeerwachter te sub sidiëren, om over de parkeermeters die in het verschiet liggen nog maar te zwijgen) en boetegeld, want u mag nog zo'n keurige automobilist zijn, zo af en toe trapt men toch de justitie op de te nen. Het gevaar is groot, dat de koper zjjn financiële krachten overschat en Ook de K.N.A.C. liet in de kwes tie auto-inkomen een geluid horen en stelde, dat wie min der dah tien mille verdient en wie kinderen heeft, in het algemeen niet uit eigen beurs kan rijden. Een organisatie als de K.N.A.C., zo werd gezegd, gunt uiteraard ieder een van harte een eigen auto, maar het zou weinig sociaal zijn om niet allen te waarschuwen die zich de financiële consequenties van hun particuliere auto-aankoop kennelijk in de verste verte niet bewust zijn. Wij houden staande, zo kon men lezen in het K.N.A.C.-orgaan „De Auto", dat een huisvader, die zijn kinderen een behoorlijke opvoeding wil geven, heel vaak een al te zwie rig financier zal blijken, wanneer hij van zijn bruto-inkomen van tien mille (of minder) een-vijfde (of meer) besteedt aan een auto. Wij weten heel goed, dat men zich bij de betreffende huisvaders niet ge liefd maakt door dat te zeggen. Maar hoe hartelijk en energiek men ook het automobilisme wil bevorde ren, men mag dat toch niet koste wat het kost doen en men moet andere maatschappelijke belangen niet uit het oog verliezen. vakkundig voorlichten. De ANWB-be- groting is daarbij een goede handlei ding. Schrap niet te snel. En laat de vraag: Hoeveel moet ik verdienen om een eigen auto te kunnen onderhouden onbeantwoord, zich stort in een auto-avontuuf, dat al c-tpi TT lf andere vraacr- hoeveel meer dan eens in een tragedie is ge- uzeu een andere vraag, noeveei eindigd. Daarom: laat u uitvoerig en heb ik te missen? Als u dit beeld voor ogen krijgt, rijdt u in een auto met een voorruit van sandwich-glas. Grillige lijnen tekenen zich in de ruit: grote barsten, met daar tussenin doorzichtige stukken. BARST: daar zit heel wat achter Er hadden acht gave auto-voorruitei op een rij gestaan. Een van een Tau- nus, een van een Volkswagen, een var een Chevrolet...; in alle maten dus Na afloop was het peloton minder door zichtig dan voorheen, maar wel veel interessanter voor de glas-experts, die- ons „hamerwerk" onder de loep name: en met waardige, wijs-knikkende hoof den ons de taal-der-sterren verklaar den. Zij zeiden dat er twee systemen zij om het glas van auto-voorruiten ster! te maken. Ten eerste: het harden dooi temperatuurverschillen. Ten tweede: het lijmen van twee verschillende glas platen op elkaar. Dit laatste systeem wordt hier, in het laboratorium van Monsanto in Gent beproefd. Men is er enthousiast over en nodigt u uit mee naar buiten te gaan, waar twee wagens gereed staan. Een met een voorruit van gehard glas, een met een voorruit van gelaagd glas of populair gezegd sandwich-glas. Neem een steen, zo vraagt men u. Gooi beide voorruiten in. Schroom niet, ga uw gang... Welnu, we hebben dit uiteraard gedaan. Om dat de proef ons boeide en omdat wij wel zeker wisten, dat wt) zo'n aanbod wellicht niet meer zouden krijgen. Het ingooien van ruiten is verfoeilik: maar er zijn mensen, die het toch leuk vin den. Tot die categorie behoren wij. De voorruit van gelaagd glas wordt getroffen door een steentje. Rond de „ster" blijft het uitzicht goed. V.;. moeten voldoende licht doorlaten", al dus de omschrijving. Gehard glas, dat onder verschillende benamingen in de' handel wordt ge bracht, wordt gemaakt door een glas plaat. die tevoren op hoge temperatuur is gebracht, plotseling heel sterk af te koelen. Het resultaat hiervan is, dat zich een buitenlaag vormt, waarvan de weerstand veel sterker is dan van ge woon glas. Maar bovendien zal het glas niet versplinteren, maar als eenheid „mat" slaan. De automobilist, die al eens een „witte" voorruit heeft gehad, kent het verschijnsel. Een steentje of een ander voorwerp vliegt tegen de voorruit, er volgt een doffe knal en de chauffeur zit achter een ruit vol kleine barstjes. Hoe ondoorzichtig de ruit zal zijn, Is moeilijk te voorspellen. Elk „patroon" is weer anders. Wij hebben „melk- ruiten" gezien, waardoor men nog heel behoorlijk kon kijken: een ietwat schui ne stand van de voorruit en een laag staande zon kunnen in dit opzicht heel veel moeilijkheden veroorzaken. Teneinde moeilijk zicht bij een mat- geslagen ruit te voorkomen, wordt de ruit soms ingedeeld in meerdere secto ren. Een deel wordt dan minder sterk gehard en zal, bij breuk, grotere glas fragmenten opleveren. Wie we eens een polaroid-zonnebril draagt, zal deze sectoren (soms rond, vlak voor het gezicht van de chauffeur) door het verschil in straalbreking kun nen waarnemen. De tegenstanders van dit systeem merken op, dat de minder geharde delen een groot gevaar voor verwonding opleveren. Een belangrijk facet van de geharde ruit is zonder twijfel, dat men het matgeslagen glas bijzonder gemakkelijk kan verwijderen. Men kan het met de hand wegdrukken, hetgeen na een ongeluk of indien de auto in het water terecht is gekomen, een groot voordeel kan zijn. Iedereen die achter een ruit van ge hard glas rijdt, dient er rekening mee te houden dat het glas, wanneer het De steen is in het glas blijven hangen: de laag tussen de twee glasplaten is erg taai en biedt goede weerstand. Een interessante (en ook kostbare) proef. Alle opvoeders en agenten uit onze jeugd moeten huiverend om de hoek hebben gekeken, toen we daar te keer gingen. De ervaringe.. waren zonder twijfel Interessant. Versplinterde de ruit van de eerste wagen tot zgn. „melkglas", de ruit van de tweede auto vertoonde, na door de steen te zijn getroffen, wel een vreemd patroon van barsten, maar bleef zeer redelijk doorzichtig. Dit laatste was te danken aan de speciale fabrikage van het sandwich- glas. Het principe ervan werd in 1903 door de Nederlandse chemicus Edou- ard Benedictus bedacht, die, terwijl hij in een Frans laboratorium met zijn werk bezig was, een fles uit zijn han den liet vallen en vervolgens tot zijn verbazing ontdekte, dat de stukken glas aan elkaar bleven zitten. Het bleek dat er in de fles collodium had gezeten, een stof, bestaande uit celluloise ni traat, opgelost in aceton. De aceton was verdampt en wat er was overge bleven van de oplossing, had zich als een dunne laag op de binnenzijde van de fles vastgezet. Dit laagje had de stukken glas van de kapotgevallen fles bijeengehouden. Toen Benedictus jaren later getuige was van een verkeersongeluk en zag hoe de inzittenden van de wagen door stukken rondvliegend glas werden ge wond, schoot hem de geschiedenis met de fles weer te binnen. Hij ging naar huis en experimenteerde zo lang, tot hij twee glasplaten op elkaar had ge lijmd met behulp van celluloid, dat door aceton zacht was gemaakt. Over het resultaat was iedereen te vreden. De nieuwe glasplaat bood veel meer weerstand dan normaal glas van dezelfde dikte en als het brak, hield de celluloid tussenlaag de glasdelen bij een. Er kleefde echter een nadeel aan het systeem. Als het sandwich-glas uit de fabriek kwam, was het voor honderd procent doorzichtig, maar onder de in vloed van het zonlicht werd het stilaan geel. Ook bleek het noodzakelijk de randen af te dichten tegen vocht. Bij oudere auto's kan men deze gele glazen nog wel eens terugvinden. Van 1930 tot 1938 werd met het glas geëxperimen teerd: toen was er een plasticsoort ontwikkeld, die het celluloid kon ver vangen en niet ontvankelijk was voor zonlicht: polyvinyl butyral. Op het ogenblik is zestig tot vijf en zestig procent van alle auto's, die in de wereld worden gemaakt, voorzien van dit type sandwich-glas, zo verzekerde men ons in Gent. In de Verenigde Sta ten, Canada, Zuid-Rhodesië en Italië is het voorgeschreven. In Europa is circa 25 procent van de automobielen uitge rust met zgn. gelaagd glas. In landen als Duitsland, Frankrijk en Engeland en Nederland is men vrij in de keuze van glassoort voor de voorruit. Zowel het gebruik van gehard glas als van gelaagd glas is toegestaan. „Voorruiten moeten van veiligheidsglas zijn en SNEEUWRUITENWISSERS worden op het ogenblik in Engeland op de markt gebracht door Lucas. Zij bestaan uit conventionele wissers die geheel zijn omgeven door een flexibele, zwartrub- ber overtrek, en dienen uitsluitend voor gebruik in het sneeuw-seizoen. jaar werd voor 120 miljoen gulden In gekocht. Onze export vaart er bovendien wel bij. In 1955 bedroeg de waarde van onze geëxporteerde auto-onderdelen 30 miljoen gulden: voriig jaar was dit be drag opgelopen tot meer dan 100 mil joen gulden. wordt getroffen door een voorwerp, het ogenblik waarop het mat slaat, harde doffe knal kan geven. Het vori» jaar heeft de Franse politie heel w'a nodeloos werk verricht, nadat autornO' bilisten verklaarden, „dat er op he» was geschoten". De Franse Perï schreef over OAS-terroristen, die lang® de autosnelwegen voorruiten kap°' schoten. Een langdurig onderzoek iee.Z de echter, dat de schutters slechts j® de fantasie van de automobilisten ha»' den bestaan. De harde doffe knal vva® voldoende geweest om de suggestie wekken, dat er was geschoten. Gelaagd gas (sandwich-glas) bestas*- zoals gezegd, uit twee lagen glas In®: daartussen een vel plastic, dat ÜZ eigenschap heeft het glas aan elka®* te hechten en dat bovendien nl verkleurt. De plastic tussenlaag zorgt voor eed zekere mate van elasticiteit van ruit. De heer S. Turover, sales man»' ger van Monsanto, vertelde ons P°® niet zo lang geleden dat hij ervan over tuigd was dat Bettina, de mannequ11' die tijdens het auto-ongeluk dat prid Ali Khan het leven kostte, naast bestuurder zat, haar behoud dankt aa» het feit dat zij met haar hoofd teg®' de voorruit van gelaagd glas is K. slagen. Het glas veerde mee en d» mannequin bracht het er practlseh od gedeerd van af. Nu is nakaarten over auto-ongel^' ken altijd bijzonder moeilijk. Een reeë, van factoren speelt een rol. Maar het bekijken van de foto's van h® ongeluk valt Inderdaad op. dat de druk van het hoofd in de ruit sta» geprent. Zowel gelaagd als gehard glas voldoen aan bepaalde eisen. In EnAi land dient gelaagd glas de kracht een 227 gram wegende stalen bal. ",t van een hoogte van 4,8 meter op plaat valt, te doorstaan. In de Verenig Staten hanteert men een stalen pijl twee ons, die van een hoogte van neg" meter valt. Gehard glas heeft een onbetwistha^J voordeel boven gelaagd glas: het foedkoper. En dat is waarschijnlijk e reden, waarom zoveel Europese jj gens ermee zijn uitgerust. Het verse' m prijs is moeilijk te geven. Voor s°'yj mige modellen bedraagt de meer-P^ p voor gelaagd glas ruim honderd den. Voor andere wagens zoa's Volkswagen ongeveer een tientje'jj Het voordeel van sandwich-glas j,t zonder twijfel dat het een veilig uit# eti garandeert, ook nadat de ruit door p steen of een ander voorwerp is geE,ta fen. Wij hebben daarvan frapP8 efl staaltjes gezien. Terwijl wi) met h«ner op het sandwich-glas beu*1 gt ontstonden er wel sterren, maar zicht bleef immer voldoende, ■fjii steen, geworpen tegen een voorruit „s gelaagd glas, veroorzaakte evene r() wel een ster, maar geen belem"1 uitzicht. et (Ie economische eenwording van West-Europa en de snelle motorisering van Nederland ziet de R.A.I. de toekomstige ont wikkeling van de gespecialiseerde toe- leveringsindustrie in Nederland met op timisme tegemoet. De verdere tarief afbraak werkt een verscherpte concur rentie in de hand: de bepalingen van het E.E.G.-verdrag kunnen onder be paalde omstandigheden voor de assem- blagebedrijven een stimulans zijn om ter plaatse hun onderdelen te kopen, om zo te bereiken dat hun fabrikaat als Euromarktprodukt wordt bestempeld. Het is moeilijk te zeggen welke om vang de Nederlandse toeleveringsindus trie voor de auto-fabricage op dit ogen blik heeft. Voorzichtige ramingen spre ken van een jaarlijkse produktie ter waarde van 300 miljoen gulden, als volgt te verdelen: grond- en hulpstof fen 60 miljoen, autobanden 130 miljoen en overige toeleveringsprodukten 110 miljoen gulden. (Enkele voorbeelden van deze laatste groep: accumulatoren 20 miljoen, radiateuren 7 miljoen, schok- brekers 6,5 miljoen en autokachels 4 miljoen). Bij de toeleveringsindustrie zijn circa 300 bedrijven betrokken met een totaal van ongeveer 10.000 werkne mers. Exacte cijfers ontbreken, omdat het Centraal Bureau voor de Statistiek bü de indeling van de jaarlijkse pro- duktie-statistieKen het criterium „toele veringsindustrie voor de autobranche" niet kan hanteren. De produkten die door de toeleverings industrie worden geleverd zjjn zeer ge varieerd: plaatstaal, parkeerhoezen, cricks, banden, lampen, vloermatten, bouten en moeren, bekleding, asl>ak- ken, parkeerhoezen, poetsmiddelen, vei ligheidsgordels, hef bruggen, balanceer- machines, autoradio's, spiegels, anti- vriesmiddelen, schuifdaken, schokbre- kers enz. Een belangrijke klant van de toelevermgsindustrie is uiteraard DAF in Eindhoven. Bedroeg de waarde van de jaarlijkse inkoop van DAF in - - 1954 24 miljoen gulden, het afgelopen 227 gram, die men van een hoogte van 4,8 meter laat vallen, kunnen De kogelproef: volgens Engelse normen_ moet gelaagd glaseen J^a^genft° 6 l'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 10