Old Ironpants" in actie
MERCURIUS
De geheime dienst
van Amerika
EN MARS
IN AMERIKA (I)
BOEIEND EN ONTSTELLEND
■S
'fcf
^eHeraals te bed
laarzen aan
w 5S
Chinese kaart illustreert droom
van Mao Tse-toeng
DONDERDAG 21 FEBRUARI 1963
PAGINA 13
I cik^JZJ
Vertaling Chinese teksten
V n alle onderdelen van de
Mierikaanse krijgsmacht
heeft de luchtmacht de
ihClgste greep op de affectie
'Or'
Congres. Diezelfde lucht'
a-Ctjg is ook het best in staat de
tie steun te verwerven van
triële wereld. De Ameri-
be^ minister van defensie, Ro-
Cj N McNamara, wordt nu zo-
Congresleden als zaken-
aangevallen, omdat hij de
'bocht heeft beroofd van de
en omdat hij kennelijk
E- s bIan is (je geweldige RS70 af
&te| 'rijven nog voordat het toe-
^%i'n reSelmatige produktie is
j en- Op de achtergrond wor-
Nei i e aanvallen op McNamara
door zijn eigen chef van de
y diachtstaf, generaal Curtis
i^^bay, bijgenaamd „Old Iron
jW, In de Commissie voor de
rachten van het Ameri-
's t Huis van Afgevaardigden
het verwijt geuit, dat de
..Co 'hg-Kennedy de befaamde
-rforce strategy" heeft op-
eh,ten behoeve van het veel
'ijker „nucleaire schaak-
"W- Generaal Lemay is ervan
*4, BjUlSd, dat minister McNama-
^Preekt hij dan over een ge-
f^ett afscliril<kingsmacht van
feite en bommenwerpers, in
%van plan is de bemande
eïlvverper van zijn lijstje te
v°0tvhpen. De tegenwoordige
S$tGr van het Amerikaanse
My] e van stafchefs, generaal
}%s; r' heeft iets dergelijks trou-
riC'eMVr°e§er in zijn boek „The
Trumpet" reeds be-
Generaal Lemay doet het
^v0r)°°rkomen, alsof het prijs-
Van de bemande bommen-
6 ke gevolg zal hebben, dat
^ig(j Strijdmachten van de Ver
ken0 i^taten en Sovjet-Unie
T'kaar gaan opwegen en dat
Amerikaanse potentieel niet
*1i|M 0 groot zal zijn, dat de Ver
min ^taten> behalve de ver-
p-5 Van een Russische aanval,
Np A °verwinning op de Sovjet-
'binnen bewerkstelligen.
Oki
;V.
N&,'1 als
C de
Met het ontwikkelen en beproeven van moderne wapenszoals deze MACE-raket, zijn in Amerika ook kolossale economische belangen
gem oeid
-c-iir
I !öl>4 u|
««mm
Itsifrw
n&^B n-Kift. i
jl889 T.fcffll
r*m*.
(TöTöa,
fó«Sl I
1904 '4 &3»jiXjs
M89S 4;
ktttfctt
11118 B Al
1B40*|J
1919 *SRï±5S
SOKfcBïlUiilft
t-| ovenstaande Chinese kaart is onlangs door het Indische tijdschrift
f-c „Link" gereproduceerd ter illustratie van de ambities van Peking.
l_J China zal geen genoegen nemen met de annexatie van de Indische
gebiedsdelen Ladakh (in het noord-westen) en NEFA (in het noord
oosten). Volgens de Indiërs droomt Mao Tse-toeng van een expansie in de
richting van Zuid-Oost Azië en naar het Verre Oosten, waarbij hij zich
beroept óp „de historische grenzen van China" uit de eerste helft van de
19de eeuw. Volgens de Chinese opvatting behorentot de traditionele
Chinese invloedssfeer de tegenwoordige onafhankelijke niet-communistische
staten: Nepal, Sikkim, Bhoetan, Birma, Malakka en Singapore, Thailand
(Siam), Zuid-Vietnam, Laos, Cambodja, Formosa en Zuid-Korea, alsmede
grote delen van de Unie van Socialistische Sovjet-Republieken. De com
munistische staten Noord-Korea en Noord-Vietnam staan onder sterke druk
van Peking, en voor Malakka, Singapore, Zuid-Vietnam en Laos vormt de
Chinese communistische penetratie een ernstige bedreiging. Met de herove
ring van het verloren gegane gebied heeft Peking reeds een begin gemaakt,
en de opmars wordt voortgezet.
De kaart werd ontleend aan een Chinees leerboek getiteld: „Korte
geschiedenis van het moderne China". Het boek werd in maart 1954 uitge
geven, en intussen zijn verscheidene herdrukken verschenen. Het boek
wordt intensief gebruikt door de studenten van de universiteit van Peking.
De kaart draagt het opschrift: „De Chinese gebiedsdelen die door de im
perialisten werden bezet in het Oude Democratische Revolutionaire Tijdperk
(1840-1919)" Met „de imperialisten" bedoelt men hier, behalve de Britten,
ook de Japanners, en de Russen uit de tsarentijd. De Chinese Volksrepubliek,
die zich tot op zekere hoogte de erfgename beschouwt van het Keizerlijke
China, koestert een vrrok tegen de Sovjet-Unie vanwege de annexaties
door het Keizerlijke Rusland. Bij het huidige conflict tussen Peking en
Moskou speelt ook deze oude rancune mee.
Da tegenwoordige Chinese geschiedkundigen verdelen de moderne
geschiedenis van China in drie tijdperken. Het eerste tijdperk, dat begint
met de Opiumoorlog van 1840 en dat eindigt in 1919, wordt het Oude
Democratische Revolutionaire Tijdperk genoemd. Het tweede stadium
eindigt met de vestiging van de Chinese Volksrepubliek (Rood-China)
Het is het Nieuwe Democratische Revolutionaire Tijdperk (1919-1949)
De derde fase is: Het Tijdperk van de Socialistische Opbouw. Deze
periode is nog niet voltooid.
De toelichting in de linker onderhoek van de kaart luidt:
Streepjeslijn Grens ten tijde van de Opiumoorlog van 1840. Punt-
streeplijn Grens van 1919, op het einde van het Oude Democratische
Revolutionaire Tijdperk.
Op de kaart zelf worden de gebieden aangegeven die, volgens hel leer
boek, oorspronkelijk Chinees waren, maar die in de 19de en 20ste eeuw in
handen van andere mogendheden vielen. De cijfers, die op de reproductie
uit het leerboek zijn aangebracht, verwijzen naar de volgende vertalingen
van de Chinese bijschriften:
1) Het Grote Noord-Westèn werd China ontnomen door tsaristisch
Rusland bij het Verdrag van Tsjoegoetsjak, 1864. Het omvat grote delen
van de tegenwoordige Sovjet-republieken: Kazakhstan, Kirgizië en
Tajikistan.
2) Pamir werd in 1896 in het geheim verdeeld tussen Brittannië en
Rusland.
3) Nepal werd in 1898 Brits.
4) Tsje-Meng-Sioeng (nu het Indisch protectoraat Sikkim) werd in 1889
door de Britten bezet.
5) Poe-tan (nu het Indische protectoraat Bhoetan) kwam in 1865 in
Britse handen.
6) Ah-sa-mi (nu de Indische gebieden Assam, NEFA en Nagaland) werd
in 1826 door Birma aan de Britten afgestaan.
7) Birma wérd in 1886 een deel van het Britse Imperium.
8) De Andaman Eilanden kwamen in Britse handen.
9) Ma-la-chia (Malakka en Singapore) werd in 1895 door de Britten
bezet.
10) Hsien-Lo (Thailand) werd in 1904 tot een „onafhankelijk" land ver
klaard, onder Brits-Franse supervisie.
11) Annam (nu Noord- en Zuid-Vietnam, L,aos en Cambodja) werd in
1885 door de Fransen veroverd.
12) Taiwan (Formosa) en de P'enghoe Eilanden werden in 1895 aan
Japan overgedragen, bij het Verdrag van Shimonoseki.
13) De Soe-Loe-eilanden werden door de Britten bezet.
14) Het gebied waar de Britten indertijd agressie pleegden.
15) Lioe-Tsjioe (de Rioe-Kioe Eilanden) kwam in 1879 in Japanse
handen.
16) Tsjao-Sjen (nu Noord- en Zuid-Korea).
17) en 18) Het Grote Noord-Oosten (dat een groot deel van de U.S.S.R.
omvat) werd aan Rusland afgestaan bij de Verdragen van Aigoen
(1885) en Peking (1860).
19) Koe-Jie (Sakhalin) werd tttssen Japan en Rusland verdeeld.
Tot zover de onderschriften op de Chinese kaart.
Vóór de Chinese overweldiging van Tibet werden in China kaarten
uitgegeven waarop Tibet reeds was getekend als een deel van de Chinese
Volksrepubliek, en vóór de recente Chinese veroveringen in Indië publi
ceerde men in Peking kaarten waarop aanzienlijke delen van het Indische
grondgebied als Chinees waren aangegeven. De Indiërs noemen deze
methoden: Cartografische agressie.
H. BRONKHORST
De Duits-Amerikaanse schrijver-jour
nalist, Joachim Joesten, die sinds
1840 in de V.S. woont en daar ge
nationaliseerd is, geldt als een
goed kenner van de Amerikaanse poli
tiek. Zijn in het Nederlands vertaald
boek over „President Kennedy" levert
daarvan het overtuigend bewijs. Hetzelf
de zou men kunnen zeggen van het on
derhavige werk over de Amerikaanse
Geheime Dienst. Om een dergelijk boek
te kunnen schrijven moet men wel bij
zonder goed gedocumenteerd zijn. Het
gaat in hoofdzaak over de C.l.A. (Cen
tral Intelligence Agency), zijn ontstaan,
organisatie en werkwijze. Bovendien ver
telt hij over dè geheime diensten van
Oost en West, over de uitwisseling van
gevangen spionnen, het neergeschoten
vliegtuig van Francis G. Powers, de U2
en de mislukte aanval op Cuba Het is
een bijzondér spannend boek, dat een
blik gunt achter de schermen van ac
tiviteiten, die wel zeer onverkwikkelijk
zijn. En bovendien vaak in hoge mate
tragisch. Gebeurtenissen uit de geheime
diensten komen hoogst zelden aan het
licht, op zijn bést slechts uiterst frag
mentarisch. De dossiers, die alle gege
vens bevatten, zij» uiteraard top-secre*.
Wie ambtelijk daarbij o trokken is
weest, blijft natuurlijk tot geheimhouding
verplicht. De veiligheid van de staat 3
voor de C.l.A. de hoogste norm, waai»
voor alle andere overwegingen moeten
wijken Joesten heeft zie" bij het weer
geven van de feiten nauwgezet aan de
bekende gegevens gehouden en nergens
iets door zijn fantasie aangevuld. De
documentaire waarde van zot boek is
zodoende onaangetast gebleven Het is
uiterst spannende lectuur, al zal dit
boek menigeen ontstellen die zich (nog)
geen rekenschap heeft gegeven van wat
met spionage en dergelijke zaken sa
menhangt. Een zekere nuchterheid bij
het lezen is wel gewenst, wil men niet
ai te zeer onder de indruk komen van
de gevaren aan dit bedriil verbonden.
Het boek is een Prisma-uitgave van het
Spectrum te Utrecht. L.
rMcNamara ondervindt den
kracht van het militair-
industriële complex
uizenden Amerikaanse arbeiders zijn soms werkzaam in één fabriek, die grotendeels bestaat van orders van
het Pentagon. Vandaardat de vakbonden voorstanders zijn van een hoge defensiebegroting.
i t
v
E'CiA '"'"'end deze krachtmeting te
nationale psychologie en zeker niet
onze economie mogen afhankelijk wor
den van een in omvang steeds toene
mend militair apparaat". In het tele
visie-interview, dat hem eind vorig
jaar werd afgenomen, zei Kennedy,
dat de gevaren van een militair-indus
trieel complex enkele maanden tevoren
groter waren geweest dan nu.
In de Amerikaanse geschiedenis is de
vrees voor het Bonapartisme reeds
vroeg sterk ontwikkeld. John Adams
wees er, zijn vrienden in Massachusetts
op, dat zij steeds een waakzaam oog
móesten werpen op het leger „om er
zeker van te zijn, dat het hen niet be
rooft van de vrijheid, waarvoor allen
hebben gestreden". Hij bepleitte een
schema, waarbij de generaals per
jaar gekozen zouden worden door het
Congres.
Zijn neef Sam Adams besteedde al
tijd nauwgezette aandacht aan heil
dronken, die door militairen werden
uitgebracht: „Als een officier op het
leger toastte., voordat hij op het Con
gres toastte, dan wilde Sam hem als
een potentiële Caesar de dienst uit
schoppen".
De kroon spande dr. Benjamin Rush,
dezelfde die leraarde, dat tering niet
besmettelijk is en dat bloedspuwingen
een gunstig symptoom zijn. Hij stelde
het Congres voor de verstrekking van
sterke drank aan generaals te rantsoe
neren. „Bovendien wilde hij, dathet
Congres de eis zou stellen, dat gene
raals met hun laarzen aan sliepen en
dat zij zich in tijd van oorlog op nooit
meer dan vijfhonderd yards achter hun
soldaten zouden bevinden". 1)
Een onverwachte en totaal anders
De chef van de Amerikaanse luchtmacht
staf, generaal Curtis E. Lemay.
bedoelde parallel met de verlangens
van dr. Rush vond ik in het hoofd
kwartier van Strategie Air Com
mand in Omaha (Offutt AFB). Daar
geldt het voorschrift dat alle officie
ren, die sleutelposities bekleden in de
gevechtsstaf, in staat moeten zijn
dag en nacht de telefoon aan te ne
men vóór de bel zes keer is over-
gegaan. Zelfs in hun particuliere
auto's hebben zij mobilofoons.
Ook nu heeft menige Amerikaan nog
wel eens nachtmerries over het Bona-
partistische gevaar. Dit uit zich in een
uant
»U zien nu een apparaat
«N».. "'l' dat door president Eisen-
zUn afscheidsrede tot het
nse volk op 17 januari 1961
„het militair-industriële
'n deze opmerkelijke toe-
,n
%]j ?'P' Eisenhower o.m.: „De ge-
Ni.'ke
W ^'r "Pkomst van een onmetelijk
i, "hparaat en een grote bewa-
0 iets':""Strie '8 voor ons Amerika-
nieuws. De totale invloed daar-
mTs»e|jjJ*t;0ltorx»isoh, politiek en zelfs
'ss''" 'h wordt bespeurd in iedere
hestuur van elke staat, in
hp au van de federale regering.
^l^lUe' n'P' verau'men de ernstige
|jt f»o P""es daarvan te onderkennen.
n ervoor waken, dat het mi-
V. lnv,Striële complex geen
verwerft..
onge-
het potentieel
ri,,npzalige opkomst van on
bestaat en zal blijven
Presldent Kennedy heeft
K sPhuwing ter harte genomen.
^62 verklaarde hij in West
°ch onze strategie, noch onze
boek als „Seven Days in May" van
Fletcher Knebel en Charles W. Bailey.
Het wordt door Doubleday Book Shops
geadverteerd als ,,a gripping suspense
story", een adembenemende thriller,
die geweven is rond een denkbeeldige
militaire staatsgreep. Het verhaal
speelt zich at in de toekomst, aldus
nog steeds de advertentie, maar het
vertoont de realiteit van de krantekop
pen van vandaag. In de New York
Herald Tribune schreef John. K. Hut-
chens, dat het boek van een „angst
aanjagende waarschijnlijkheid" is. En
Doubleday schrijft zelf boven zijn ad
vertentie: „Als u het leest, bedenk dan,
dat het een verbijsterende roman is en
geen verontrustend feit".
aar een zekere angst voor Bona-
partistische stromingen is niet
het enige kenmerk van de
Amerikaanse publieke opinie.
Bij alle klassen en partijen in Amerika
geniet de hoge defensiebegroting een
populariteit, die ons onbegrijpelijk
voorkomt.
Voor het komende belastingjaar
schat de regering-Kennedy de totale
uitgaven aan defensie op 56 miljard
dollar. Dat is ongeveer tien miljard
dollar meer dan in 1960. Er is nie
mand, die daar wat van zegt. De enige
kritiek, die effectief is, luidt, dat de
regering meer en grotere wapens had
moeten vervaardigen, dat zij aan „ap
peasement" doet, dat zij de communis
ten te veel hun gang laat gaan. De ge
middelde Amerikaan geniet van de be
wapeningswedloop. Hij is trots op alle
technische en wetenschappelijke pres
taties, die tijdens die wedloop worden
verricht, en hij vindt het een veilig
gevoel, dat er aan zijn defensie ieder
uur van de dag en de nacht 6,4 mil
joen dollar wordt uitgegeven.
De Amerikaanse regering wéét óók
wel, dat de efficiency niet noodzake
lijkerwijs behoeft toe te nemen met het
peil van de uitgaven, maar z\j vindt
het moeilijk een bepaald optimum aan
te nemen. Men zoekt het nu in de auto
matisering. Op Tinker Air Force Base
in Oklahoma bevinden zich kolossale
opslagruimten, waar men reserveon
derdelen bewaart voor talrijke vlieg
tuigtypen. Vroeger geschiedden de be
stelling en de aflevering van deze on
derdelen met gebruikmaking van
voornamelijk menselijke arbeidskrach
ten. Nu zijn er zoveel elektrische en
elektronische hulpmiddeen ingescha
keld, dat de efficiency met 30 a 40
procent is toegenomen. Het is goedko
per èn accurater. En in alle staven en
hoofdkwartieren komt men thans de
elektronische rekenmachines tegen.
Denken wij na over de plaats van de
defensiebeggoting in bet. geheel van de
Amerikaanse economie,dan moeten
wjj vaststellen, dat zij daarin een rust
gevend element is. In tijden van eco
nomische onzekerheid is de enige be
trouwbare factor, dat de militaire uit
gaven altijd zullen blijven stijgen.
Men heeft wel gezegd, dat de Ver
enigde Staten, ondanks de New Deal
van Roosevelt, pas goed uit-de depres
sie van de jaren dertig zijn gekomen
dank zij de „hausse" van de Tweede
Wereldoorlog. Zo zou men ook kunnen
stellen, dat de recessie van na de
Tweede Wereldoorlog werd goedge
maakt door „de goede Koreaanse oor
log" (1950-1953). De terugslag in de
vliegtuigindustrie na de Koreaanse oor
log werd gedeeltelijk weer „terugver-
diènd" door de overschakeling op ra
ketten. En in de zomer van 1961 werd
aan een kwakkelende economie nieuw
leven ingeblazen door wat Wallstreet
„the Berlin bounce" noemde.
Toch is er nóg een aspect. Nieuwe
strategische beginselen deden hun in
trede. Het werd steeds minder waar
schijnlijk, dat Amerika het eerste sta
dium van een nieuwe oorlog zou kun
nen gebruiken om zijn defensieproduk-
tie op peil te brengen. In het tijdperk
van waterstofbommen en raketten was
het nodig, dat er vooraf reeds een
groot militair potentieel werd opge
bouwd en de toeneming van de mili
taire macht ontwikkelde toen haar
eigen, onweerstaanbaar tempo. Hoe
zeer Eisenhower ook gekant was tegen
begrotingstekorten en militaire nieuw
lichterij, toch werd ook zijn defensie
budget ieder jaar hoger.
Een typische bijzonderheid is, dat
hi; wel veel geld over had voor de
aanleg van wegen met strategische
betekenis. Het vliegtuig en de raket
hadden die betekenis wel sterk ver
minderd, maar hij had zelf als luite
nant met een aantal soldaten een
paar keer dwars door de Verenigde
Staten moeten trekken, over slechte
wegen, en die ervaring was hem le
vendig bijgebleven.
Het besef begint nu te dagen, dat
reeds onder Eisenhowers beleid de
grondslag werd gelegd voor de mili
taire overmacht, die Amerika thans
wederom in de wereld bezit. Maar een
paar jaar geleden was dat anders. De
indruk bestond, dat Ike in defensieza
ken zuinig en conservatief was, en dat
werd een van de voornaamste punten
in de campagne, die John F. Kennedy
voerde om in het Witte Huis te gera
ken.
n zo blijft daar het feit, dat de
Amerikaanse defensie goed is
voor 8 9 procent van het bruto
nationaal inkomen. Vooral de in
dustrie wordt erdoor gedomineerd.
Nora Beloff heeft enkele maanden ge
leden in „The Observer" enkele schat
tingen gegeven: van de vliegtuig- en
rakettenindustrie is 95 procent afhan
kelijk van de defensie, van de scheeps
bouw 60 procent en van de radio- en
communicatie-industrie 40 procent.
Staten als Kansas, Washington,
Nieuw-Mexico, Californië en Connecti
cut zijn voor 25 30 procent van hun
werkgelegenheid aangewezen op de de
fensie. Andere staten, zoals Alaska,
Hawaï en Virginië en natuurlijk ook
het District van Columbia, ontvangen
10 tot 20 procent van hun inkomen uit
rechtstreekse betalingen door het mi
nisterie van defensie in lonen en toe
lagen. In gebieden, waar de nieuwe
defensie- en ruimtevaartindustrieën
zich concentreren (Californië, Arizona,
Colorado en Florida), zijn de inflatoire
verschijnselen veel krachtiger dab el
ders in het land.
Zo valt het te begrijpen, dat onge
veer 15 -procent van de leden van
het Amerikaar e Congres door
overwegingen van locale aard
wordt aangezet tot steun aan een hoge
defensiebegroting. En wat voor de le
den van het Congres geldt, geldt ook
voor de vakbonden. Als het Pentagon
te kennen geeft, dat het van een be
paald type vliegtuig voldoende exem
plaren bezit, dan staan in Wichita,
Kansas, tweeduizend man op straat.
Toen het Skybolt-project werd afgelast,
ontsloegen de Douglasfabrieken vier
duizend man. Er zijn munitiefabrieken,
die een opzegtermijn hebben van twee
dagen. En aangezien ruwweg 9 pro
cent van alle Amerikaanse arbeids
krachten werkzaam is in de defensie
industrie, zijn de vakbonden sterk ge
kant tegen een vermindering van de
militaire begroting.
H. J. NEUMAN
1) T. Harry Williams „Americans at
War", Collier Books, New York.