Burgemeester^ J. P.
uit Brabantse Roosendaal:
HET HALVE LAND ZOU IN
ENKELE JAREN ZEKER UIT
WONINGNOOD KUNNEN ZIJN
„ALS JE EEN FABRIEK VRAAGT,
■KRIJG JE SOMS EEN KERK"
i
HISTORISCH FEIT OP
PLAAT VASTGELEGD
Jazz
Miles Davis speelt in
de Carnegie Hall
Lichte
muze
Lichte
„MADISON
Annie Palmens
„Speeldoos"
DE GOUDEN KLANK
muze
Benny Goodman in Moskou
r' j
Anneke Grënloh
meer
ZATERDAG 2 MAART 1963
e heer J. P. Godwaldt, de burge-
U meester van Roosendaal, is er-
y van overtuigd dat zeker het hal-
land in twee, drie jaar uit de
°ningnood zou kunnen zijn. Maar hij
t et het niet gebeuren. Men is al ja-
kah- g op verlieerde weS en het
Wnet De Quay presenteert ons de
Qroevende rekening, zo meent de
fc °r Godwaldt. In 1958 mocht miriis-
D" Witte bogen op een record van
Uit Sindsdien is het hard achter-
Af gegaan; vorig jaar gaf minister
Artsen 78.375 woningen uit handen.
jO'Gr is niet meer te vechten tegen
t b Haag. Bij nagenoeg alle gemeen-
besturen heerst een zekere mat-
g 1(1 als het over de woningbouw
tiM-' tot ln het absurde gecen-
bliseerde woningbouwpolitiek heeft
t s knock out geslagen." Aldus bur
gmeester Godwaldt.
is een rustige, innemende man,
direct iemand voor bittere woor-
(s1? °f opgewonden uitspraken. Uit
geboortig, waar zijn vader as-
gj^deur was, is hij in Brabant zeer
tiw ardeerd. Hij is nu 52 jaar. Ruim
geiv,
Jaar geleden kwam hij als burge-
^eester uit de industrieplaats Etten
war de industriestad Roosendaal.
G 1 de woningbouwportefeuille heeft
bpi z'°h belast omdat hij het „zo'r
abgrijke zaak" vindt.
Jle Haagse centralisatie is voor
^fgemeester Godwaldt een
S: j ron van ergernis. Maar ook
A .dit dat jje woningbouw toch nog
vfhw^t is geworden van politiek
hakken vindt hij een enorme
Wj Paal by de leniging van de
At "Als één politieke partij vindt
e bouw in de vrije sector be-
te Iïl?et worden, vindt de andere
faille van zijn zieltjes ook. Dat
in die vrije sector is dan ook
ahfluiting. Ik krijg precies het
phtoj. ^tje op dat ik in de vrije
e'113®' Waarom toch?
fl^ihpd? Geld is er genoeg. De be-
k5 maatschappijen lopen hier
r Plat om te vragen: Heb je
Echini ProJecten voor mij? Al dat
over die vrije sector
kj-lij j aet allemaal goed verkopen,
^j,, helemaal geen probleem. Het
re aantal bouwvakarbeiders is
len een probleem. Hoewel niet
voor onze streek, maar voor Amster
dam en Rotterdam. Maar door het
tegenwoordige systeem kunnen wij
ook met dit probleem te maken krij
gen. Als ons contingent zo klein blijft
als nu, loopt de aannemer weg omdat
hij in Rotterdam meer kan verdienen.
In Rotterdam is een huis bijna ander
half keer zo duur als hier. En zo'n
aannemer wil dat wel. En de bouw
vakarbeiders niet minder. Want daar
worden de „zwarte lonen" betaald, al
zoekt men zoveel mogelijk legale ma
niertjes.
De in de aannemerswereld begon
nen tendens (uit lijfsbehoud vooral)
om tot concentratie van bedrijven te
komen, zou in theorie voortreffelijk
overeenstemmen met het uitwerken
var grote rationele projecten voor
een hele streek. Men zou in een streek
dus ook met één slag een stuk van
de woningnood kunnen lenigen. En
wel bij de huidige situatie. Daar zou
den de grote steden nog niets bij te
kort hoeven te komen.
Burgemeester Godwaldt vindt overi
gens niet dat het hele systeem van con
tingentering losgelaten moet worden.
Dat zou de verhoudingen te veel uit
elkaar gooien. Maar een grotere mate
van soepelheid zou menig gemeente
bestuur in staat stellen een verant
woord en hoopgevend beleid te voeren.
„Voor een aannemer maakt het weinig
■jt»
9
Ik ben eigenlijk moreel gedwongen
em te vertellen dat hij een paar
kilometer verderop, in België, di-
.ect kan beginnen. Wij durven ge
woon geen bedrijven meer aan te
rekken. Nu ben ik overigens echt
iiiet de eerste die op deze merkwaar-
lige toestand duidt. Het is al meer
malen gezegd, maar het publiek komt
?r niet meer van onder de indruk.
'Vij hebben deze bouwpolitiek geslikt
en bereiden ons er blijkbaar op voor
!at wij nóóit meer uit de nood ko
men. Ik weet het: voor de grote ste
len ligt de oplossing niet zo maar
voor de hand, maar voor meer dan
Je helft van de Nederlandse gemeen-
en wel. En wat zou het mooi zijn als
je binnenkort kunt zeggen: de pro-
incies Limburg, Groningen en Fries-
and ik noem maar wat op zijn
..it de woningnood."
Met het liedje
„Speeldoos", ge
schreven door
Pieter Goemans,
zal Annie Palmen
Nederland dus
vertegenwoordigen op het komen
de Eurovisie-Songfestival. Men
kan niet ontkennen dat het melo
dietje enige kwaliteiten heeft.
Het klinkt niet onwelluidend
en gaat op den duur ook wel in
het gehoor liggen, dachten wij.
De tekst is naar onze smaak wat
al te onbeduidend. Maar ja, de
juryleden zullen toch wel het
meest op de melodie en de voor
dracht letten. Zo is dat in voor
gaande jaren ook gegaan. Of de
Nederlandse bijdrage een kans
gaat maken? „Speeldoos" is in
ieder geval pretentieloos genoeg
om het een heel eind te brengen.
Overigens is het te hopen dat
Annie Palmen een beetje in haar
liedje gaat geloven. Nog niet zo
lang geleden verklaarde zij dat
het thans uitverkoren wijsje nog
niet eens een nationaal songfesti
val zou „doorgekomen" zijn. En
thousiast kon zij er bepaald niet
voor worden. Op het Philips sing
letje (JF 327504) is van een on
geïnspireerdheid gelukkig niets te
merken. Op de achterkant van dit
plaatje staat „Bij Jou", een knul
lig werkje van Karei Prior.
G -
inov,1Jlu
lig'^h Jaar wordt het helemaal rampza-
tü)i«i€t die langdurige vorst. Hoeveel
Hij wij halen? 65.000 misschien?"
lip acht het hoognodig dat er nu door
lotgering een extra contingent van
lp 'G"J woningen wordt gegeven. „Ve-
Dpgemeenten zoals de onze, Roosen-
kunnen ondanks de vorst ons voor
ti0t>Jaar toegewezen portie wel aan en
Wel meer ook. Want wij hebben
\Wj klein contingent gekregen. Als
de andere gemeenten nu bij spe-
flij*® maatregel de vrijheid krijgen om
tataar wat meer te bouwen, dan kun-
V' wij het landelijk verlies nog wat
Vp^ken. Maar dan moet die maatregel
W heel gauw komen. Als de huizen
flppbaal onder de kap staan en je moet
h)0 bpnieuw de grondwerkers bestellen
j.. de rest, schiet je nóg niets op."
*s natuurlijk nog maar Iets inci-
LïrJ-^els. Het onbehagen van de heer
Ltiljt a'dt geldt de gehele woningbouw-
Vpi Clek. En men mag aannemen dat
.gemeentebesturen er ongeveer op
•jWij fde manier als hij over denken,
kp hebben geen barst meer te vertel-
*heko ar hi] wie kloppen de woning-
!Ga„n?en aan? Niet bij de minister,
«eitiD h mij. En bij wie komt een on-
Al)'emer die een fabriek wil bouwen?
Nht erst bh miJ- En °P het departe-
Jh uf zitten ze een heel grote voorraad
potjes te verdelen en niemand
tl,te horen wat nou de sleutel is.
htujhogen plannetjes maken voor een
k^°ele bouwpopzet, het departement
vjiksiZe.wel exploderen. Je zou binnen
jaren hele provincies uit de wo-
®tm°d kunnen helpen als je de ge-
f'ï& besturen maar wat meer arm-
Bal, Maar Den Haag wil dat de
Nepjgnood over het hele land uitge-
jUat-i'i wordt. Dat is gespreide onrecht-
w?heid, gespreide armoede. Kun-
jj U daar dan zo blij mee zijn?"
JWff grote kwaad zit volgens de heer
UA p t in de centralisatie-zucht van
v®<Waa§' trouwens op meer ge-
i hi'tu democratie vertroebelt. Hij
„het ietwat goedkoop om te bewe-
vj«tH die centralisatie voornamelijk
_°m zoveel mogelijk rijksambtena-
gewichtig werk te geven. Maar
6schouwd, ziet hij er geen
n' voor.
G'he d
andere
I^Orride dag dat Witte minister was
Ti ho n en naar Den Haag ging, kwam
even bij mij langs om zijn hand-
TT inen op te halen die hij bij een vroe-
lyj t_®z°ekje hdd laten liggen. Hij zei
PZMf "ik ga naar Den Haag om
JLfg h overbodig te maken. Als oud-
ÏM KJ1 ee ter wist. hij wel zo'n beetje
ïktig h* In zijn nieuwe functie te doen
ffw Zo mooi als hij toen met een
jjSi v voorspelde, had het misschien
^hnen worden, maar je maakt
olw departement met zoveel ambte-
hoeveel zullen het er in he-
wel zijn? overbodig. Die
ijkt n werk nodig en gaan dus door
Sgsjpmeentebesturen aan banden te
Het prijsverschil tussen een woning in
Rotterdam en een hier zit voor een
groot deel in die zwarte lonen, de ver
voerskosten en de pendeluren die be
taald moeten worden. Geen wonder dan
ook dat die woningen in de grote ste
den duur zijn. Daar wordt geld wel een
prible.em. En ik raak intussen mijn
bouwvakarbeiders kwijt."
Het concrete knelpunt ziet de heer
Godwaldt in de veel te straffe contin-
gentering. Jaarlijks worden er onder de
gemeenten 90.000 woningen verdeeld, die
zij mogen bouwen. Men zegt dat het
niet meer kan zijn, omdat de arbeids
markt zo overspannen is. Het lijkt alsof
die „men" gelijk heeft, want het getal
van 90.000 is nog nooit gehaald.
Maar dit soort gelijk is dat van de
onL.mde. RoosendaaJs burgemeester
zegt: „Sommige grote gemeenten blij
ven met hun produktie onder hun con
tingent omdat ze de bouwcapaciteit niet
hebben, of omdat zij met ruimtegebrek
kampen. Er zijn echter ook kleinere
gemeenten die het niet halen omdat
hun contingent te klein is. Bijvoorbeeld
gemeenten met enige kerkdorpen. Die
moeten hun portie weer verdelen over
de kerkdorpen. Maar ze kunnen geen
aannemer krijgen om in elk kerkdorp
drie woningen neer te zetten. Er kun
nen allerlei verklaringen zijn. Maar
waarom moet dat zo onwrikbaar in por
ties verdeeld worden?
Het is eenvoudig zó. Als je over het
hele land 90.000 zou willen bereiken,
moet je er 100.000 contingenteren. Dan
geeft je de gemeenten die het wel aan
kunnen, wat speling. Dan kan een aan
tal gemeenten het tekort van de achter
blijvers opheffen. Dan benut je tenmin
ste de landelijke bouwcapaciteit, waar
van nu nog zoveel tussen de vingers
doorglijdt. Je zou nog kunnen treuren
om die kerkdorpen die achterblijven,
maar de woningnood ten plattelande is
niet zo vreselijk groot. Je kunt welis
waar nog wel vrij veel ouderwetse, niet
zulke frisse stulpjes op het platteland
vinden. Maar dat telt nog met direct
mc. met de woningnood, te meer daar
je die boerenmensen vaak met geen
stok uit hun stulpjes kunt krijgen. Ik
begrijp er niets van. Wij en enkele
honderden andere gemeenten zouden zó
uit de woningnood kunnen komen, maar
wij mogen niet. Geef ze de vrijheid,
daar waar een stedelijke gemeenschap
het aankan."
De strenge contingentering brengt nog
meer onheil. Met de jaarlijks toegewe
zen kleine portie kan men moeilijk tot
rationele bouw komen. Rationele bouw
wijzen worden op papier en in schone
woorden op allerlei wijzen aangemoedigd.
Natuurlijk. Er is een bepaling geweest
die 25 percent toeslag gaf op de zoge
naamde rationele projecten. Uiteraard
hapten tal van gemeenten toe en dien
den hun uitgekiende plannen in. Maar
dat gaf blijkbaar weer verschillen met
andere gemeenten, zodat die 25 per
cent extra weer over een provincie ver
deeld werd, met het gevolg dat een ge
meente voor een ratio-project slechts 12
percent toeslag kreeg. „En dat heet dan
beleid," zegt de heer Godwaldt. Maar
goe", 12 percent is altijd nog iets.
Dus gingen de burgemeesters van Roo-
sencaal en Bergen op Zoom aan één ta
fel zitten met een bekwame bouwer en
werkten een goed ratio-project uit. Het
bood tal van besparingen en het zou uit
stekende woningen opleveren. Het paste
helemaal in de planologie van de streek.
De bouwer kon het op die manier klaar
spelen. Hij was voor de uitvoering echter
gebonden aan een minimum van 500
woningen. Zo moest het dan gebeuren,
maar toen kwam in het begin van dit
jaar de contingentering voor beide ge
meenten af. Bergen op Zoom mocht zo
iets van 300 woningwetwoningen bou
wen en Roosendaal 105. Het hele plan
lag in duigen: geen ratio-bouw.
De (boze) vraag van de h; iod-
waldt: „Hoe kun je met die
kleine porties tot een zo doel
treffend en goedkoop mogelijke bouw
komen? Waarom steeds contingente
ring over een jaar, en niet over enige
jaren, zodat wij onze portie van zeg
drie jaar in één jaar opmaken aan
een (vrij groot) project?
Als de gemeentebesturen zelf maar wat meer mochten doen, zou in vele gemee
ten in enkele jaren de woningnood zijn opgelost.
.maar Den Haag heeft ons knock out gekregen met zijn centralisatiezucht.
uit of hij 100 of 150 woningen In één
w(jk moet bouwen. En als ik volgens
een verstandig plan 150 huizen wil la
ten verrijzen, waarom krijg ik er dan
100, waardoor mijn plan in duigen
valt? En waarom hoor ik dat pas op
het laatste moment uit Den Haag? Dan
kan ik niet eens plannen maken! Ik
kan geen meerjarige contracten sluiten
met een bouwer en hij loopt weg."
Roosendaal is de 40.000 inwoners ge
passeerd. Het heeft een lijst van bijna
duizend woningzoekenden. En voor 34
miljoen gulden liggen er in Den Haag
andere aanvragen op Rijksgoedkeuring
te wachten. De politiek van Rijksgoed
keuringen onlangs is er in het blad
van de Vereniging van Nederlandse Ge
meenten betoogd dat het systeem van
Rijksgoedkeuringen rechtsgrond mist
is eveneens een doom in het oog van
vele gemeentebesturen. De heer God
waldt zegt: „Daar begrijp je ook niets
van. Als je een fabriek vraagt, rolt er
een kerk uit, die je op dat moment
iet niet zo erg hard nodig hebt omdat
ie pastoor zojuist zijn noodkerk heeft
gekregen. En als je een brandweerka
zerne wilt hebben, dan word je ineens
verrast met een zwembad. Dat is dan
wel aardig misschien. Maar intussen
staan mijn brandweerauto's nog steeds
buiten. Zou ik als gemeentebestuurder
misschien mogen beoordelen wat het
neest urgent is? Samen met het pro
vinciale bestuur natuurlijk, terwille van
de planologie. Nee, dat mag ik niet. In
een provincie zit de geheimzinnige fi
guur van „de H.I.D.", zoals hij genoemd
wordt. En die gaat met Den Haag uit
maken, wat je het eerst uit het snoep
winkeltje geleverd krijgt. Daar staan
ïllerlei potjes op de toonbank. En dan
zeggen ze: -Nee, in dat potje van de
fabrieken zit op het ogenblik niks. Maar
eventjes wachten daarmee. Maar in het
potje zwembaden hebben wij nog wat.
Hier heb je je zwembad. En nu moet
ik aan een Amerikaan die zich in
mijn gemeente met een fabriek wil ves
tigen, duidelijk maken dat hij nog een
jaar of twee, drie geduld moet hebben.
Daar snapt zo'n man toch niets van.
Alles staat gereed om te beginnen. De
grondwerkers hebben de schop al in
hun hand. Maar het wachten is nog op
dat stempeltje van het Rijk. Het spijt
mij, maar het is mij onmogelijk hem dat
uit te leggen.
HENK SUÊR
De dertigste mei van het vorig
jaar zal een gedenkwaardige da
tum blijven. Toen namelijk gaf
Benny Goodman (op zijn verjaar
dag nog wel) met zijn groot orkest hel
eerste concert in de Sovjet-Unie, voor
een enthousiast auditorium in Moskou
Onder de aanwezigen (talrijke Partij
bestuurders en andere aanzienlijken)
bevond zich ook premier Nikita
Khroesjtsjev. die na afloop dt „King
of Swing" hartelijk complimenteerde
met zijn succes, hoewel hij zei er totaal
niets van begrepen te hebben.
Wie de weinig ontvankelijke hou
ding van het merendeel der Russische
bevolking ten opzichte van de jazzmu
ziek kent, zal begrijpen welke weer
standen Goodman en de zijnen hebben
moeten overwinnen alvorens zij aan
deze opwindende toernee van bijna
veertig dagen begonnen. Dankzij de
bemiddeling van de
bekende jazz-impre-
sario George Avakian
is de reis tenslotte
toch doorgegaan. En
het is een onverwacht,
overdonderend succes
geworden. De zomer
van 1962 zal voor
Goodman en zijn mu
sici, voor de ganse
iazzwereld onvergete
lijk blijven. Voor de -
eerste maal in de ge
schiedenis concerteerde
een Amerikaans jazz
orkest achter het IJzeren Gordijn;
voor de eerste maal werden in de
Sovjet-Unie door een Amerikaanse
grammofoonplatenmaatschappij op
namen gemaakt van Amerikaanse
musici. Het fraai verzorgde album
dat R.C.A. thans in de handel heeft
gebracht (LOC 6008 1-2) zal onge
twijfeld zijn weg naar de liefheb
bers wel vinden. Een interessant,
geestig reisverslag en een toelich
ting op de gespeelde nummers, door
Avakian, originele foto's entwee
LP's met totaal ruim 85 minuten
swing en moderne jazz, dat is het
wat de koper allemaal onder de
titel „Benny Goodman in Moscow"
te wachten staat. Een voortreffelijk
album met tal van top-nummers
■ut het gehele jazz-repertoire na
1935.
Speciaal voor deze toernee heeft
Goodman zijn orkest gewijzigd.
Veelal jongere, maar zeker niet min
der bekende musici hebben de plaat
sen ingenomen van enkele „vete
ranen" in het orkest.
Jonge arrangeurs schreven nieuwe
composities en bewerkten oude,
vertrouwde nummers uit Goodman's
gloriejaren.Met een vrij nieuwe be
zetting en een nieuw repertoire ging
men concerteren en „jammen" in
BENNY GOODMAN
nieuwe, volslagen onbekende ste
den voor een nieuw, onwennig, maar
over het algemeen zeer enthousiast
gehoor. Op de platen krijgt men
naast een goede indruk van de sfeer
die er tijdens enkele concerten in
de zaal (of in het stadion) heerste,
vooral spontane en goede muziek
voorgezet. Het doet weldadig aan
om in enkele kwintetopnamen het
spel van pianist Teddy Wilson weer
eens te beluisteren. In andere,
(orkest)nummers kan men genieten
van fraaie soli van de „nieuwe"
Goodman sterren, trompettist Joe
Newman, tenor-saxofonist Zoot
Sims en altist Phil Woods.
Natuurlijk laat ook de leider vele
malen zijn nog altijd stralende klari-
net-soli horen. Naast bekende num
mers als „Let's dance", „Avalon",
„Body and Soul", „One o'clock
jump" en „Goodbye", hoort men
minder bekende thema's als „Swift
as the Wind" en „Fontainebleau"
geschreven door de eerste bop-mu-
sicus in de jazz: pianist Tadd Da-
meron. Opmerkelijke arrangementen
staan er op deze opnamen o.a. van
Goodman's andere, jongere pianist
John Bunch. Dat het succes in de
U.S.S.R. niet toevallig is, daarvan
is dit album het bewijs.
.waar echter komen de woningzoekenden aankloppen? Niet bij de minister
maar bij mij en waar komt de ondernemer die een fabriek wil bouwen? Bij my.
MILES DAVIS
Op 19 mei 1961 was de imposante
Carnegie Hall in New York af
geladen. Het 21 man sterke or
kest van dirigent-arrangeur Gil
Evans heeft op het podium plaatsgeno-
men.
Vóór het orkest staan vier leden van
het quintet van trompettist Miles Davis.
Even is het stil... Dan zet het orkest in
met een gedragen, dramatische intro.
Het publiek luistert. Luistert en kijkt.
Dan hoort men plotseling de gouden,
magische klank van het instrument van
de wonderbaarlijkste aller jazz-musdci:
Miles Davis. Het geluid van zijn trom
pet scheurt de stilte open: „So what".
Vanaf dit moment is een ieder gevan
gen in die merkwaardige, soms grillige
schoonheid van Miles' muziek „So
what". Ik weet niet hoe het de luiste
raars van de CBS langspeelplaat (BPL
62081-CL 1812) vergaat; maar wij wer
den door deze grandioze opname van
deze eerste (en wellicht laatste) der
cool-stylisten plotseling op een zeer bij
zondere manier weer geconfronteerd
met de schoonheid van de jazz-muziek
de wereld van het andere, de grote
kunst van de 36-jarige donkere tand
arts-zoon uit Illinois: Miles Dewey Da
vis. Op deze plaat staan acht nummers
van het beroemde concert dat Davis
indertijd in de Carnegie Hall de
droomzaal voor iedere musicus gaf.
Acht hoogtepunten uit de jonge geschie
denis van de moderne jazz. Enkelen
zullen werken als New Rhumba, Oleo,
Lament en The meaning of the blues
herkennen van de plaat die Davis en
kele jaren geleden met het orkest van
Gil Evans maakte. Maar ook zij zullen
opnieuw onder de bekoring komen van
de sound, die ongrijpbare, soms diep
bewogen, dan weer felle maar altijd
lyrische toon van deze grote musicus,
uit wiens kunst een onuitsprekelijke dy
namiek en een welhaast mystieke aan
trekkingskracht stralen. Opvallend is in
sommige nummers de fenomenale be
geleiding van Evans' grote orkest.
Tegen dit muzikaal decor kon Davis
tijdens het concert een hoogte bereiken
die slechts door weinige jazz-musici de
laatste jaren is benaderd. De muziek
van Miles Davis is briljant en van een
adembenemende schoonheid. Voor zijn
vele bewonderaars betekent deze CBS-
opname een welkome aanwinst.
Anneke Grönloh
heeft, in de be
trekkelijk korte
tijd dat zij als
zang-ster schittert,
al meer succes
vergaard dan me-
nige oudere colle
ga. „Zij heeft 't";
dat wil zeggen, voor de tieners, voor
hun moeders, voor al degenen die met
haar dwepen en „Brandend zand" en
„Paradiso" van de eerste tot en met
de laatste letter uit het hoofd kennen.
Na een reis naar Singapore heeft Anne
ke verklaard genoeg te hebben van al
le overdreven drukte, die het succes
met zich meebrengt. Als eenentwintig
jarige voelde zij zich bovendien te oud
voor het tienerpubliek en het door de
jeugd bejubelde genre liedjes. Anneke
acht meer te kunnen.
Voorlopig moet zij het echter nog
steeds van de liedjes volgens het oude
recept hebben. „Soerabaja" (Philips
327500 F, 45-toeren) heet haar nieuwe
troef voor een „gouden plaat", met
aan de andere kant Mario", minder
van kwaliteit. Hoe lang zal Anneke het
volhouden en in de gratie blijven met
deze, weinig pretentievolle en melo
dramatische, maar grif van de hand
gaande marktwaar?
Van de pianist Ray Bryant zijn diver
se zeer beluisterenswaardige opnamen
in de handel. Bryant behoort tot die
jongere generatie, aandacht vragende
pianisten (met Timmcris. Phineas New
born en Bill Evans), die vaak voor
muzikale verrassingen kunnen zorgen.
Ditmaal heeft Bryant wederom voor
een verrassing gezorgd, zü het een min
der plezierige. Op Columbia CA 281.122
geeft hij sprekend en musicerend on
derricht in de nieuwste dansrage die
uit Parijs is overgewaaid: de „madison".
Het is zeker een ritmische plaat ge
worden. Muzikaal is het echter maar
een povere vertoning, die overigens
voor moderne dnnsleraren wel iets in
structiefs kan bevatten. Wij hopen ech
ter dat de talentvolle Bryant spoedig
dit soort al te goedkope „schnabbels"
de rug toe zal keren.