Burgemeester^ J. P. uit Brabantse Roosendaal: HET HALVE LAND ZOU IN ENKELE JAREN ZEKER UIT WONINGNOOD KUNNEN ZIJN „ALS JE EEN FABRIEK VRAAGT, ■KRIJG JE SOMS EEN KERK" i HISTORISCH FEIT OP PLAAT VASTGELEGD Jazz Miles Davis speelt in de Carnegie Hall Lichte muze Lichte „MADISON Annie Palmens „Speeldoos" DE GOUDEN KLANK muze Benny Goodman in Moskou r' j Anneke Grënloh meer ZATERDAG 2 MAART 1963 e heer J. P. Godwaldt, de burge- U meester van Roosendaal, is er- y van overtuigd dat zeker het hal- land in twee, drie jaar uit de °ningnood zou kunnen zijn. Maar hij t et het niet gebeuren. Men is al ja- kah- g op verlieerde weS en het Wnet De Quay presenteert ons de Qroevende rekening, zo meent de fc °r Godwaldt. In 1958 mocht miriis- D" Witte bogen op een record van Uit Sindsdien is het hard achter- Af gegaan; vorig jaar gaf minister Artsen 78.375 woningen uit handen. jO'Gr is niet meer te vechten tegen t b Haag. Bij nagenoeg alle gemeen- besturen heerst een zekere mat- g 1(1 als het over de woningbouw tiM-' tot ln het absurde gecen- bliseerde woningbouwpolitiek heeft t s knock out geslagen." Aldus bur gmeester Godwaldt. is een rustige, innemende man, direct iemand voor bittere woor- (s1? °f opgewonden uitspraken. Uit geboortig, waar zijn vader as- gj^deur was, is hij in Brabant zeer tiw ardeerd. Hij is nu 52 jaar. Ruim geiv, Jaar geleden kwam hij als burge- ^eester uit de industrieplaats Etten war de industriestad Roosendaal. G 1 de woningbouwportefeuille heeft bpi z'°h belast omdat hij het „zo'r abgrijke zaak" vindt. Jle Haagse centralisatie is voor ^fgemeester Godwaldt een S: j ron van ergernis. Maar ook A .dit dat jje woningbouw toch nog vfhw^t is geworden van politiek hakken vindt hij een enorme Wj Paal by de leniging van de At "Als één politieke partij vindt e bouw in de vrije sector be- te Iïl?et worden, vindt de andere faille van zijn zieltjes ook. Dat in die vrije sector is dan ook ahfluiting. Ik krijg precies het phtoj. ^tje op dat ik in de vrije e'113®' Waarom toch? fl^ihpd? Geld is er genoeg. De be- k5 maatschappijen lopen hier r Plat om te vragen: Heb je Echini ProJecten voor mij? Al dat over die vrije sector kj-lij j aet allemaal goed verkopen, ^j,, helemaal geen probleem. Het re aantal bouwvakarbeiders is len een probleem. Hoewel niet voor onze streek, maar voor Amster dam en Rotterdam. Maar door het tegenwoordige systeem kunnen wij ook met dit probleem te maken krij gen. Als ons contingent zo klein blijft als nu, loopt de aannemer weg omdat hij in Rotterdam meer kan verdienen. In Rotterdam is een huis bijna ander half keer zo duur als hier. En zo'n aannemer wil dat wel. En de bouw vakarbeiders niet minder. Want daar worden de „zwarte lonen" betaald, al zoekt men zoveel mogelijk legale ma niertjes. De in de aannemerswereld begon nen tendens (uit lijfsbehoud vooral) om tot concentratie van bedrijven te komen, zou in theorie voortreffelijk overeenstemmen met het uitwerken var grote rationele projecten voor een hele streek. Men zou in een streek dus ook met één slag een stuk van de woningnood kunnen lenigen. En wel bij de huidige situatie. Daar zou den de grote steden nog niets bij te kort hoeven te komen. Burgemeester Godwaldt vindt overi gens niet dat het hele systeem van con tingentering losgelaten moet worden. Dat zou de verhoudingen te veel uit elkaar gooien. Maar een grotere mate van soepelheid zou menig gemeente bestuur in staat stellen een verant woord en hoopgevend beleid te voeren. „Voor een aannemer maakt het weinig ■jt» 9 Ik ben eigenlijk moreel gedwongen em te vertellen dat hij een paar kilometer verderop, in België, di- .ect kan beginnen. Wij durven ge woon geen bedrijven meer aan te rekken. Nu ben ik overigens echt iiiet de eerste die op deze merkwaar- lige toestand duidt. Het is al meer malen gezegd, maar het publiek komt ?r niet meer van onder de indruk. 'Vij hebben deze bouwpolitiek geslikt en bereiden ons er blijkbaar op voor !at wij nóóit meer uit de nood ko men. Ik weet het: voor de grote ste len ligt de oplossing niet zo maar voor de hand, maar voor meer dan Je helft van de Nederlandse gemeen- en wel. En wat zou het mooi zijn als je binnenkort kunt zeggen: de pro- incies Limburg, Groningen en Fries- and ik noem maar wat op zijn ..it de woningnood." Met het liedje „Speeldoos", ge schreven door Pieter Goemans, zal Annie Palmen Nederland dus vertegenwoordigen op het komen de Eurovisie-Songfestival. Men kan niet ontkennen dat het melo dietje enige kwaliteiten heeft. Het klinkt niet onwelluidend en gaat op den duur ook wel in het gehoor liggen, dachten wij. De tekst is naar onze smaak wat al te onbeduidend. Maar ja, de juryleden zullen toch wel het meest op de melodie en de voor dracht letten. Zo is dat in voor gaande jaren ook gegaan. Of de Nederlandse bijdrage een kans gaat maken? „Speeldoos" is in ieder geval pretentieloos genoeg om het een heel eind te brengen. Overigens is het te hopen dat Annie Palmen een beetje in haar liedje gaat geloven. Nog niet zo lang geleden verklaarde zij dat het thans uitverkoren wijsje nog niet eens een nationaal songfesti val zou „doorgekomen" zijn. En thousiast kon zij er bepaald niet voor worden. Op het Philips sing letje (JF 327504) is van een on geïnspireerdheid gelukkig niets te merken. Op de achterkant van dit plaatje staat „Bij Jou", een knul lig werkje van Karei Prior. G - inov,1Jlu lig'^h Jaar wordt het helemaal rampza- tü)i«i€t die langdurige vorst. Hoeveel Hij wij halen? 65.000 misschien?" lip acht het hoognodig dat er nu door lotgering een extra contingent van lp 'G"J woningen wordt gegeven. „Ve- Dpgemeenten zoals de onze, Roosen- kunnen ondanks de vorst ons voor ti0t>Jaar toegewezen portie wel aan en Wel meer ook. Want wij hebben \Wj klein contingent gekregen. Als de andere gemeenten nu bij spe- flij*® maatregel de vrijheid krijgen om tataar wat meer te bouwen, dan kun- V' wij het landelijk verlies nog wat Vp^ken. Maar dan moet die maatregel W heel gauw komen. Als de huizen flppbaal onder de kap staan en je moet h)0 bpnieuw de grondwerkers bestellen j.. de rest, schiet je nóg niets op." *s natuurlijk nog maar Iets inci- LïrJ-^els. Het onbehagen van de heer Ltiljt a'dt geldt de gehele woningbouw- Vpi Clek. En men mag aannemen dat .gemeentebesturen er ongeveer op •jWij fde manier als hij over denken, kp hebben geen barst meer te vertel- *heko ar hi] wie kloppen de woning- !Ga„n?en aan? Niet bij de minister, «eitiD h mij. En bij wie komt een on- Al)'emer die een fabriek wil bouwen? Nht erst bh miJ- En °P het departe- Jh uf zitten ze een heel grote voorraad potjes te verdelen en niemand tl,te horen wat nou de sleutel is. htujhogen plannetjes maken voor een k^°ele bouwpopzet, het departement vjiksiZe.wel exploderen. Je zou binnen jaren hele provincies uit de wo- ®tm°d kunnen helpen als je de ge- f'ï& besturen maar wat meer arm- Bal, Maar Den Haag wil dat de Nepjgnood over het hele land uitge- jUat-i'i wordt. Dat is gespreide onrecht- w?heid, gespreide armoede. Kun- jj U daar dan zo blij mee zijn?" JWff grote kwaad zit volgens de heer UA p t in de centralisatie-zucht van v®<Waa§' trouwens op meer ge- i hi'tu democratie vertroebelt. Hij „het ietwat goedkoop om te bewe- vj«tH die centralisatie voornamelijk _°m zoveel mogelijk rijksambtena- gewichtig werk te geven. Maar 6schouwd, ziet hij er geen n' voor. G'he d andere I^Orride dag dat Witte minister was Ti ho n en naar Den Haag ging, kwam even bij mij langs om zijn hand- TT inen op te halen die hij bij een vroe- lyj t_®z°ekje hdd laten liggen. Hij zei PZMf "ik ga naar Den Haag om JLfg h overbodig te maken. Als oud- ÏM KJ1 ee ter wist. hij wel zo'n beetje ïktig h* In zijn nieuwe functie te doen ffw Zo mooi als hij toen met een jjSi v voorspelde, had het misschien ^hnen worden, maar je maakt olw departement met zoveel ambte- hoeveel zullen het er in he- wel zijn? overbodig. Die ijkt n werk nodig en gaan dus door Sgsjpmeentebesturen aan banden te Het prijsverschil tussen een woning in Rotterdam en een hier zit voor een groot deel in die zwarte lonen, de ver voerskosten en de pendeluren die be taald moeten worden. Geen wonder dan ook dat die woningen in de grote ste den duur zijn. Daar wordt geld wel een prible.em. En ik raak intussen mijn bouwvakarbeiders kwijt." Het concrete knelpunt ziet de heer Godwaldt in de veel te straffe contin- gentering. Jaarlijks worden er onder de gemeenten 90.000 woningen verdeeld, die zij mogen bouwen. Men zegt dat het niet meer kan zijn, omdat de arbeids markt zo overspannen is. Het lijkt alsof die „men" gelijk heeft, want het getal van 90.000 is nog nooit gehaald. Maar dit soort gelijk is dat van de onL.mde. RoosendaaJs burgemeester zegt: „Sommige grote gemeenten blij ven met hun produktie onder hun con tingent omdat ze de bouwcapaciteit niet hebben, of omdat zij met ruimtegebrek kampen. Er zijn echter ook kleinere gemeenten die het niet halen omdat hun contingent te klein is. Bijvoorbeeld gemeenten met enige kerkdorpen. Die moeten hun portie weer verdelen over de kerkdorpen. Maar ze kunnen geen aannemer krijgen om in elk kerkdorp drie woningen neer te zetten. Er kun nen allerlei verklaringen zijn. Maar waarom moet dat zo onwrikbaar in por ties verdeeld worden? Het is eenvoudig zó. Als je over het hele land 90.000 zou willen bereiken, moet je er 100.000 contingenteren. Dan geeft je de gemeenten die het wel aan kunnen, wat speling. Dan kan een aan tal gemeenten het tekort van de achter blijvers opheffen. Dan benut je tenmin ste de landelijke bouwcapaciteit, waar van nu nog zoveel tussen de vingers doorglijdt. Je zou nog kunnen treuren om die kerkdorpen die achterblijven, maar de woningnood ten plattelande is niet zo vreselijk groot. Je kunt welis waar nog wel vrij veel ouderwetse, niet zulke frisse stulpjes op het platteland vinden. Maar dat telt nog met direct mc. met de woningnood, te meer daar je die boerenmensen vaak met geen stok uit hun stulpjes kunt krijgen. Ik begrijp er niets van. Wij en enkele honderden andere gemeenten zouden zó uit de woningnood kunnen komen, maar wij mogen niet. Geef ze de vrijheid, daar waar een stedelijke gemeenschap het aankan." De strenge contingentering brengt nog meer onheil. Met de jaarlijks toegewe zen kleine portie kan men moeilijk tot rationele bouw komen. Rationele bouw wijzen worden op papier en in schone woorden op allerlei wijzen aangemoedigd. Natuurlijk. Er is een bepaling geweest die 25 percent toeslag gaf op de zoge naamde rationele projecten. Uiteraard hapten tal van gemeenten toe en dien den hun uitgekiende plannen in. Maar dat gaf blijkbaar weer verschillen met andere gemeenten, zodat die 25 per cent extra weer over een provincie ver deeld werd, met het gevolg dat een ge meente voor een ratio-project slechts 12 percent toeslag kreeg. „En dat heet dan beleid," zegt de heer Godwaldt. Maar goe", 12 percent is altijd nog iets. Dus gingen de burgemeesters van Roo- sencaal en Bergen op Zoom aan één ta fel zitten met een bekwame bouwer en werkten een goed ratio-project uit. Het bood tal van besparingen en het zou uit stekende woningen opleveren. Het paste helemaal in de planologie van de streek. De bouwer kon het op die manier klaar spelen. Hij was voor de uitvoering echter gebonden aan een minimum van 500 woningen. Zo moest het dan gebeuren, maar toen kwam in het begin van dit jaar de contingentering voor beide ge meenten af. Bergen op Zoom mocht zo iets van 300 woningwetwoningen bou wen en Roosendaal 105. Het hele plan lag in duigen: geen ratio-bouw. De (boze) vraag van de h; iod- waldt: „Hoe kun je met die kleine porties tot een zo doel treffend en goedkoop mogelijke bouw komen? Waarom steeds contingente ring over een jaar, en niet over enige jaren, zodat wij onze portie van zeg drie jaar in één jaar opmaken aan een (vrij groot) project? Als de gemeentebesturen zelf maar wat meer mochten doen, zou in vele gemee ten in enkele jaren de woningnood zijn opgelost. .maar Den Haag heeft ons knock out gekregen met zijn centralisatiezucht. uit of hij 100 of 150 woningen In één w(jk moet bouwen. En als ik volgens een verstandig plan 150 huizen wil la ten verrijzen, waarom krijg ik er dan 100, waardoor mijn plan in duigen valt? En waarom hoor ik dat pas op het laatste moment uit Den Haag? Dan kan ik niet eens plannen maken! Ik kan geen meerjarige contracten sluiten met een bouwer en hij loopt weg." Roosendaal is de 40.000 inwoners ge passeerd. Het heeft een lijst van bijna duizend woningzoekenden. En voor 34 miljoen gulden liggen er in Den Haag andere aanvragen op Rijksgoedkeuring te wachten. De politiek van Rijksgoed keuringen onlangs is er in het blad van de Vereniging van Nederlandse Ge meenten betoogd dat het systeem van Rijksgoedkeuringen rechtsgrond mist is eveneens een doom in het oog van vele gemeentebesturen. De heer God waldt zegt: „Daar begrijp je ook niets van. Als je een fabriek vraagt, rolt er een kerk uit, die je op dat moment iet niet zo erg hard nodig hebt omdat ie pastoor zojuist zijn noodkerk heeft gekregen. En als je een brandweerka zerne wilt hebben, dan word je ineens verrast met een zwembad. Dat is dan wel aardig misschien. Maar intussen staan mijn brandweerauto's nog steeds buiten. Zou ik als gemeentebestuurder misschien mogen beoordelen wat het neest urgent is? Samen met het pro vinciale bestuur natuurlijk, terwille van de planologie. Nee, dat mag ik niet. In een provincie zit de geheimzinnige fi guur van „de H.I.D.", zoals hij genoemd wordt. En die gaat met Den Haag uit maken, wat je het eerst uit het snoep winkeltje geleverd krijgt. Daar staan ïllerlei potjes op de toonbank. En dan zeggen ze: -Nee, in dat potje van de fabrieken zit op het ogenblik niks. Maar eventjes wachten daarmee. Maar in het potje zwembaden hebben wij nog wat. Hier heb je je zwembad. En nu moet ik aan een Amerikaan die zich in mijn gemeente met een fabriek wil ves tigen, duidelijk maken dat hij nog een jaar of twee, drie geduld moet hebben. Daar snapt zo'n man toch niets van. Alles staat gereed om te beginnen. De grondwerkers hebben de schop al in hun hand. Maar het wachten is nog op dat stempeltje van het Rijk. Het spijt mij, maar het is mij onmogelijk hem dat uit te leggen. HENK SUÊR De dertigste mei van het vorig jaar zal een gedenkwaardige da tum blijven. Toen namelijk gaf Benny Goodman (op zijn verjaar dag nog wel) met zijn groot orkest hel eerste concert in de Sovjet-Unie, voor een enthousiast auditorium in Moskou Onder de aanwezigen (talrijke Partij bestuurders en andere aanzienlijken) bevond zich ook premier Nikita Khroesjtsjev. die na afloop dt „King of Swing" hartelijk complimenteerde met zijn succes, hoewel hij zei er totaal niets van begrepen te hebben. Wie de weinig ontvankelijke hou ding van het merendeel der Russische bevolking ten opzichte van de jazzmu ziek kent, zal begrijpen welke weer standen Goodman en de zijnen hebben moeten overwinnen alvorens zij aan deze opwindende toernee van bijna veertig dagen begonnen. Dankzij de bemiddeling van de bekende jazz-impre- sario George Avakian is de reis tenslotte toch doorgegaan. En het is een onverwacht, overdonderend succes geworden. De zomer van 1962 zal voor Goodman en zijn mu sici, voor de ganse iazzwereld onvergete lijk blijven. Voor de - eerste maal in de ge schiedenis concerteerde een Amerikaans jazz orkest achter het IJzeren Gordijn; voor de eerste maal werden in de Sovjet-Unie door een Amerikaanse grammofoonplatenmaatschappij op namen gemaakt van Amerikaanse musici. Het fraai verzorgde album dat R.C.A. thans in de handel heeft gebracht (LOC 6008 1-2) zal onge twijfeld zijn weg naar de liefheb bers wel vinden. Een interessant, geestig reisverslag en een toelich ting op de gespeelde nummers, door Avakian, originele foto's entwee LP's met totaal ruim 85 minuten swing en moderne jazz, dat is het wat de koper allemaal onder de titel „Benny Goodman in Moscow" te wachten staat. Een voortreffelijk album met tal van top-nummers ■ut het gehele jazz-repertoire na 1935. Speciaal voor deze toernee heeft Goodman zijn orkest gewijzigd. Veelal jongere, maar zeker niet min der bekende musici hebben de plaat sen ingenomen van enkele „vete ranen" in het orkest. Jonge arrangeurs schreven nieuwe composities en bewerkten oude, vertrouwde nummers uit Goodman's gloriejaren.Met een vrij nieuwe be zetting en een nieuw repertoire ging men concerteren en „jammen" in BENNY GOODMAN nieuwe, volslagen onbekende ste den voor een nieuw, onwennig, maar over het algemeen zeer enthousiast gehoor. Op de platen krijgt men naast een goede indruk van de sfeer die er tijdens enkele concerten in de zaal (of in het stadion) heerste, vooral spontane en goede muziek voorgezet. Het doet weldadig aan om in enkele kwintetopnamen het spel van pianist Teddy Wilson weer eens te beluisteren. In andere, (orkest)nummers kan men genieten van fraaie soli van de „nieuwe" Goodman sterren, trompettist Joe Newman, tenor-saxofonist Zoot Sims en altist Phil Woods. Natuurlijk laat ook de leider vele malen zijn nog altijd stralende klari- net-soli horen. Naast bekende num mers als „Let's dance", „Avalon", „Body and Soul", „One o'clock jump" en „Goodbye", hoort men minder bekende thema's als „Swift as the Wind" en „Fontainebleau" geschreven door de eerste bop-mu- sicus in de jazz: pianist Tadd Da- meron. Opmerkelijke arrangementen staan er op deze opnamen o.a. van Goodman's andere, jongere pianist John Bunch. Dat het succes in de U.S.S.R. niet toevallig is, daarvan is dit album het bewijs. .waar echter komen de woningzoekenden aankloppen? Niet bij de minister maar bij mij en waar komt de ondernemer die een fabriek wil bouwen? Bij my. MILES DAVIS Op 19 mei 1961 was de imposante Carnegie Hall in New York af geladen. Het 21 man sterke or kest van dirigent-arrangeur Gil Evans heeft op het podium plaatsgeno- men. Vóór het orkest staan vier leden van het quintet van trompettist Miles Davis. Even is het stil... Dan zet het orkest in met een gedragen, dramatische intro. Het publiek luistert. Luistert en kijkt. Dan hoort men plotseling de gouden, magische klank van het instrument van de wonderbaarlijkste aller jazz-musdci: Miles Davis. Het geluid van zijn trom pet scheurt de stilte open: „So what". Vanaf dit moment is een ieder gevan gen in die merkwaardige, soms grillige schoonheid van Miles' muziek „So what". Ik weet niet hoe het de luiste raars van de CBS langspeelplaat (BPL 62081-CL 1812) vergaat; maar wij wer den door deze grandioze opname van deze eerste (en wellicht laatste) der cool-stylisten plotseling op een zeer bij zondere manier weer geconfronteerd met de schoonheid van de jazz-muziek de wereld van het andere, de grote kunst van de 36-jarige donkere tand arts-zoon uit Illinois: Miles Dewey Da vis. Op deze plaat staan acht nummers van het beroemde concert dat Davis indertijd in de Carnegie Hall de droomzaal voor iedere musicus gaf. Acht hoogtepunten uit de jonge geschie denis van de moderne jazz. Enkelen zullen werken als New Rhumba, Oleo, Lament en The meaning of the blues herkennen van de plaat die Davis en kele jaren geleden met het orkest van Gil Evans maakte. Maar ook zij zullen opnieuw onder de bekoring komen van de sound, die ongrijpbare, soms diep bewogen, dan weer felle maar altijd lyrische toon van deze grote musicus, uit wiens kunst een onuitsprekelijke dy namiek en een welhaast mystieke aan trekkingskracht stralen. Opvallend is in sommige nummers de fenomenale be geleiding van Evans' grote orkest. Tegen dit muzikaal decor kon Davis tijdens het concert een hoogte bereiken die slechts door weinige jazz-musici de laatste jaren is benaderd. De muziek van Miles Davis is briljant en van een adembenemende schoonheid. Voor zijn vele bewonderaars betekent deze CBS- opname een welkome aanwinst. Anneke Grönloh heeft, in de be trekkelijk korte tijd dat zij als zang-ster schittert, al meer succes vergaard dan me- nige oudere colle ga. „Zij heeft 't"; dat wil zeggen, voor de tieners, voor hun moeders, voor al degenen die met haar dwepen en „Brandend zand" en „Paradiso" van de eerste tot en met de laatste letter uit het hoofd kennen. Na een reis naar Singapore heeft Anne ke verklaard genoeg te hebben van al le overdreven drukte, die het succes met zich meebrengt. Als eenentwintig jarige voelde zij zich bovendien te oud voor het tienerpubliek en het door de jeugd bejubelde genre liedjes. Anneke acht meer te kunnen. Voorlopig moet zij het echter nog steeds van de liedjes volgens het oude recept hebben. „Soerabaja" (Philips 327500 F, 45-toeren) heet haar nieuwe troef voor een „gouden plaat", met aan de andere kant Mario", minder van kwaliteit. Hoe lang zal Anneke het volhouden en in de gratie blijven met deze, weinig pretentievolle en melo dramatische, maar grif van de hand gaande marktwaar? Van de pianist Ray Bryant zijn diver se zeer beluisterenswaardige opnamen in de handel. Bryant behoort tot die jongere generatie, aandacht vragende pianisten (met Timmcris. Phineas New born en Bill Evans), die vaak voor muzikale verrassingen kunnen zorgen. Ditmaal heeft Bryant wederom voor een verrassing gezorgd, zü het een min der plezierige. Op Columbia CA 281.122 geeft hij sprekend en musicerend on derricht in de nieuwste dansrage die uit Parijs is overgewaaid: de „madison". Het is zeker een ritmische plaat ge worden. Muzikaal is het echter maar een povere vertoning, die overigens voor moderne dnnsleraren wel iets in structiefs kan bevatten. Wij hopen ech ter dat de talentvolle Bryant spoedig dit soort al te goedkope „schnabbels" de rug toe zal keren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 9