ftlKA JANSEN:
JOHNNY GRIFFIN:
Saxofoon is jtfWt J
„my baby" Wiï&S?
Kies de soort die
bij Uw auto hoort
S*
ZATERDAG 16 MAART 1965
Geestelijke leiders
van ons volk
et was een gewichtige beslis
sing die de NCVR-televisie
enige tijd geleden moest
■hen. Er was een door alle leden
stekende protestbrief binnen
komen van de Nederlandse
Hm
gen het verzetten van Swiebertje
van de woensdag- naar de zater
dagmiddag. Tot dan toe hadden
de groentehandelaren iedere mid
dag heerlijk bij een kopje thee
naar de avonturen van de ver
rukkelijke, doodeerlijke zwerver
Swiebertje kunnen kijken. Sinds
kort was hun deze ontspanning nu
ontnomen.
,ri(I van Groentehandelaren te-
Gelijkenis
Kakadorus
Mensen
Goede musici
Kies zelf uit:
BP benzine - BP Super Mix 25 - BP Super Mix 50
BP Super Mix 75- BP Super.
Geen twee auto's, hoe gelijk van merk, type en
bouwjaar ook, worden onder dezelfde omstandig
heden gereden. Geen twee automobilisten hebben
dezelfde rijstijl. Gevolg: elke motor ontwikkelt
zich anders. Ook de uwe. Daarom ook voor u:
'motorzuiver' tanken bij een BP-pomp. Vijf
verschillende soorten benzine om uw motor de meest
geschikte voeding te geven. Probeer het zelf.
Na twee- of driemaal tanken bij een BP-pomp merkt
u als tien- en tienduizenden andere automobilisten:
Ja, nu presteert mijn motor precies wat ik wens.
Dank zij de juiste individuelevoeding!
D adjunct-hoofdredacteur van het
Vaderland schreef In dat blad
eens tien opstellen over verschil
lende geestelijke stromingen in
Nederland. Deze zijn met 15 vermeer
derd nu in boekvorm uitgegeven. De
auteur heeft met de leiders van kerken
en secten persoonlijk contact gehad en
tracht, zo obiectief moeeliik ieders stand
punt weer te geven. Het is journalis
tiek werk geworden van goed allooi,
en interessant om te lezen. Diep graaft
liet niet, wat waarschijnlijk ook niet
de bedoeling is. Bij sommige secten
gaat hij nader op de leer in, zoals hij
die heeft leren kennen uit interviews
met de leiders. De bladzijden aan de
R.K. Kerk gewijd beperken zich tot
de persoon van kardinaal Alfrink en
de werkzaamheden van het secretariaat
der eenheid, waarvan mgr. Willebrands
secretaris is. Het boek is uitgegeven
bij de Europese bibliotheek te s O
venzande.
JOOP DODERER:
(Advertentie)
Daarom
BP'supëfiMix
benzine
Ik kan ook
gewoon eten
De NCR V-televisie-leiding was niet
de brief alles behalve gelukkig. Als
Swiebertje weer naar de woensdag
verplaatst zou worden, dan zou spe
ciaal te zijner ere een nieuw soort
aardappel „de Swieberpit" worden
genoemd. Er werd een proefaardappel
meegestuurd waarover het veelzeggende
briefje „Niet afkoken" was geplakt. Om
de „gedupeerde" handelaren terwille te
zijn nam men het besluit alle filmpjes
van de avonturen van Swiebertje aan
""'iiiiiiiililiiiiiiiutiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniii:,
°Pg ave voor een
vrouw alleen
at naar lnjjn welen aan een
V\ vrouw nog nimmer gelukt is,
gaal op donderdag 28 maart
wellicht Rika Jansen bereiken:
\v0 "erie voorst (-Hingen van een one-
Gr3tshow in het begeerde theater
hi» aan ('p Amstel. Samen met haar
ü0« Kees Manders en regisseur Jack
'Onk
*h0 r>Pn Kroot gedeelte vernieuwde
Waarin zij meer dan in het
''Ke, doeh wat kleine Remlirandt-
ljtA'Pr de mogelijkheid heeft om
ÖUa helemaal als een „grande dame
méatre" te ontplooien.
hi?0'1 heeft moeite te bedenken dat
Üa[ n°g niet zo heel lang geleden is
C fieze zelfde Rika Jansen honderd-
C-enden (of waren het miljoenen?)
haa ®n tranen toe ontroerde met
t)car ras-zuivere Jordaanse smartlap-
k als „Mijn wiegie was een stijfsel-
Slp. mijn deken was een baaien rok"
tv,,, oAlle apies in de Artis lijken op
Lp ome Hein". Zwarte Riek, zoals
koereen haar in stilte nog noemt heeft
bi|P' gegrepen. Na afloop van de pre
min van haar one-manshow wisten
gp® aanwezigen dat zij niet té hoog had
lipl^pen. Haar show (wat overbeladen
w® en niet od alle punten even sterk)
ter het bewijs dat een training ach-
L, een viskraampje niet noodzakelijk
•ta» h te leiden tot epn verder be-
als profeet, een helpersbaantje in
rea hoksring of de positie van eigena-
'an een florissant buurtcafé. Zij
ci;®tt aangetoond en zij herinnert
ijef zelf onophoudelijk aan dat door
jp., egenslagen en moeilijkheden in de
jjj^Sd („we moesten iedere dag „los"
^"•„anders mochten wij niet thuisko
tu'h 1 haar wilskracht is gesterkt.
SpJ deze wilskracht is Rika Jan-
<W, thans op 38-jarige leeftijd een ve
te geworden.
l '.Op de avond van de première in
aet Rembrandttheater had ik voor de
aanvang van de voorstelling door
iet gaatje naar het publiek gekeken.
'°en ik opkwam wist ik ineens niets
^eer. Helemaal niets. Ik had nog
gpen woord gezegd. Ik dacht Nou,
g'ek je hebt 't toch altijd zo graag
Je moest toch zo nodig het
•pote werk gaan doen. Nou krijg Óe
C® kans enEen seconde later
j/.'st ik alles weer. Gelukkig heeft
v'ernand iets van die voor my adem-
amende black-out gemerkt," ver-
v^e nieuwe show. „Ik ben niet bang
J Carré. Het moét gaan. Afgelopen."
Sfnk?n: vint* hearlijk in zo'n
ipjOt theater." Ze kijkt eens rond. (De
bilt stoelen staan er; ze hebben geen
>ng).
'1 heeft met Kees een wereld-toer-
zwoegen zij hier dagelijks op een
nee van drie maanden gemaakt. Rika
is opgetreden in Zwitserland, in Grie
kenland, in Turkije, in Israël, in Spanje
en waar al niet meer. Aan Israël be
waren zjj de beste herinneringen. Rika
trad daar op voor o.a. 300 man KLM-
personeel. „Wij gaan aas het einde van
het jaar daar beslist een maand wer
ken." Ze heeft ook een uitnodiging om
op te treden tijdens de Wiener Festspiel
Monat. „Waarschijnlijk gaan wij ook
naar Amerika. We moeten het allemaal
nog even bekijken. Eerst deze show. Er
hangt ontzettend veel van af," zegt
Kees Manders.
De nieuwe of vernieuwde show. „De
proloog en de finale heb ik helemaal ver
anderd. Die finale is iets aparts. Ik
heb nooit gedacht dat 't op toneel moge
lijk zou zijn, maar het is mogelijk,"
zegt Kees op een onduidelijke wijze de
nieuwsgierigheid opwekkend. Er wordt
dus het een en ander gewijzigd. „Ik
zing in de nieuwe show zes Nederland
se liedjes, nee, geen „Wiegie", dat be
waren we voor een andere gelegen
heid. Want waarachtig het is een
prachtig lied. Een lang verhaal wordt
in vier regels verteld, ieder couplet
geeft een doorkijk op een heel leven.
Het is één keer door een groot orkest
met strijkers gespeeld. Het klonk ge
weldig, alleen je had moeite om het
te herkennen. Verder heb ik mijn con
férences wat beter verzorgd. Er zijn
enkele splinternieuwe grapjes in. Nou
ja, en dan hebben we nog een paar
kleine wijzigingen aangebracht in de de
cors. Ook enkele tableaus zijn anders."
Ze slaat daar alleen in het enorme
gebouw. Af en toe roffelt zij met de
voeten het ritme van de Flamenco, dan
weer maakt zij een radslag of een
handstand. „Wie had dat kunnen den
ken," zegt ze even later. Na de show
in het Rembrandt-lhealer kwam er een
professor naar mij toe en zei „Me
vrouw Jansen u was werkelijk erg op
dreef. Ik heb zeer veel bewondering
voor uw prestatie. Hulde hoor."
Kijk, zie je, dal deed me goed. Maar
toen even later dat oude „Jordanese"
vrouwtje my in de kleedkamer kwam
opzoeken toen kreeg ik het toch werke
lijk te kwaad. Ze keek my aan mei
een paar grote, verbaasde, niet be
grijpende ogen, pakte zachtjes mijn
hand en bracht er moeilijk uit: Oh,
Riek, meid, wat was je goed. Wat was
dat mooi!! Hoofdschuddend en achter
uitlopend en mij sleecis maar aankij
kend ging zy de deur weer uit. Ik kon
wel janken van geluk.
Weet je, ik verlang soms heel erg
naar die ouwe tyd. Maar ik spreek al
die mensen bijna niet meer. Ze wonen
allemaal ergens anders. „In villa's in
Het Gooi?" Riek haalt de schouders
B.
elkaar te plakken cn die tydens een
middag in de studio speciaal voor de
groentehandelaren af te draaien.
Na iedere uitzending ontvangt de
man-achter-Swiebertje duizenden brie
ven uit het gehele land. Van kinderen,
maar vooral van volwassenen. Ei-
wordt door ouders gesproken
over de onpedagogische invloed die er
van Swiebertje uitgaat op hun kinde
ren; een huisvrouw smeekt de onnoze
le tv-held nog eens kip te eten en als
het mogelijk is eens ook nog een keer
konijn. „Mijn man hield niet van kip
Maar toen hij Swiebertje in het kasteel
kip zag eten, kreeg hij ineens trek.
Van konijn houdt hij nog altijd niet,
wellicht kan u daar de volgende keer
eens aan denken."
De man-achter-Swiebertje krijgt de
vreemdste reacties: uitnodigingen om
bij mensen thuis op visite te komen,
onverwachte bijval van eerzame huis
vaders die het zo vriendschappelijke
klapie op het achterwerk van de
freule in hoge mate appreciëren en
nederige verzoekjes van kleine meis
jes die vragen of ze eens aan zijn
snor mogen trekken.
De man-achter-Swiebertje is Joop Do-
derer de onbetwiste grootmeester van
het „scheve gezicht", de koning van
de eerlijke, onvervalste recht-toe-recht-
aan-iol, de laatste der klassieke ko
mieken.
Veertig is Joop Doderer nu. Hij
heeft ontzaggelijk veel gedaan in die
veertig jaar. Hij heeft typetjes neer
gezet en mannetjes gecreëerd waar
heel Nederland „intiem" mee was:
Philip Hosebahr uit het Mimosa-pro
gramma voor de VARA-radio, Gijs-
Langs-De-Weg uit „Denk om de Bocht"
en Opa Bobby uit „Koek en Ei". Joop
Doderer, de inan uit „Drie is teveel
de televisieklucht die indertijd alle
culturele heren in Hilversum en Bus-
sum grijze haren bezorgde, de „Mac-
kie Messer" uit de Driestuiversopera
van Brecht zoals die door Willy van
Hemert voor de televisie was bewerkt,
de stugge boerenvrouw uit „Moeder
daar staat een vrijer aan de deur" in
het cabaret van zijn grote leermees
ter Wim Sonneveld en nu de eerlijke,
rauwe, leutige zwerver „Swiebertje".
Joop Doderer is een wonderlijke
figuur in de Nederlandse theaterwe
reld. Hij is een „moeilijk te vangen
vogel" zoals iemand hem eens ge
noemd heeft. En inderdaad. Joop
Doderer krijgt het nog al gauw er
gens „benauwd". Wellicht dat hij
zich daarom juist in de tv-strip
„Swiebertje" zo op z'n gemak voelt.
Hij kan zwerven, hü kan praten, hü
kan gek doen en „smoelen" trokken,
zoveel hij maar wil. Hij krijgt van
de regisseur alle vrijheid. Daarom
lijken de figuren van Swiebertje en
Joop Doderer wel enigszins op el
kaar.
,,Ik geloof dat de mensen zich in
Swiebertje weerspiegeld zien. Zij
herkennen zichzelf in deze, onopgevoe
de kwajongensachtige, maar doodgoeie
ziel! Swiebertje voorziet naar mijn
mening in een behoefte", zegt
Joop Doderer.
„Over enige tijd gaat de NCRV een
avondje „Swiebertje voor volwasse
nen" geven. Men is momenteel met
dc voorbereidingen bezig. Het lijkt mij
énig", zegt hij op die eigenaardige
manier die ons even doet denken aan
dat mannetje dat gezelschapsspelletjes
doet met de freule van het grote kas
teel.
„Swiebertje voor volwassenen". Het
komt er in feite nu al op neer dat
minstens zoveel volwassenen als kin
deren eens in de maand op zaterdag
middag naar hem kiiken. Op de vraag
„hoe lm het vindt om als Swiebertje
door iedereen op straat herkend te wor
den". antwoordt hij: ,,heel leuk. Alleen:
als ze mij naschreeuwen over straat,
of staan na te wijzen dan kryg ik het
op mijn zenuwen. Als ik ergens in een
restaurant eet, kijkt iedereen met open
mond toe en ik hoor ze in stilte den
ken: Verrek, hij kan gewoon eten. Als
ik naar de uitgang loop, denken ze:
Gut, hij loopt gewóón. Kyk zie je, dat
is nou niet leuk. Als mensen mij schrij
ven, opbellen of aanspreken, waar
deer ik dat. Maar dat naschreeuwen.
Laatst riep er één in een deftige
straat eigens in Den Haag: ..Héé, vieze
Swiebertje. Pittenspuger." Wat moet
je nou in zo'n geval doen", vraagt
hij zich af.
Joop Doderer heeft zich de laatste
jaren wat uit het woelige artiestenwe-
iiiiiiiiiliiiiiiiimiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii>:> i.aitiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiitiiiiiiiiiutiiiiiaaitiiiiiiiiiuiiiiiuimiiitai1
reldje teruggetrokken. Het bevalt hem
best. Hij werkt nu by de revue van
meneer Lahnstein in Rotterdam en
voelt zich er wel bij. Hy is eigenlijk
wat verbitterd, wel beschouwd.
„Waarom willen ze in Hilversum en
Bussum niet aan de klucht. De men
sen hebben behoefte om zich tenmin
ste één maal in de twee maanden één
avondje rot-te-lachcn. Maar ja, dat
mag niet. Er komen bezwaren. Niet
cultureel genoeg. Ze hebben liever van
die mensen, die maar praten over
zwaarwichtige problemen (hij trekt
een aantal gezichten die géld zouden
opbrengen). Kluchten? Eens lekker, os-
gecompliceerd brullen? Geen sprake
van. Je komt er niet tussen.
Ik zou wel weer bij een groot gezel
schap willen werken over een jaar of
wat. Ik heb drie jaar bij „Comedia"
gespeeld van Cor Hermus, ik heb bij
Joh. Kaart en Jan Musch gewerkt, bij
de N.V. Ned. Toneel van Cor van der
Lugt, ik heb Oscar gespeeld met Ko
van Dijk en in Bobbeltje met Guus
Hermus. Ik verlang soms weer naar
het toneel. Het cabaret? Zes jaar was
ik bij Sonneveld. Ik heb daar mis
schien wel mijn fijnste tijd gehad. Voor
mij is Sonneveld de grootste klein-
kunstregisseur die wij in Nederland
hebben. Jongen, jongen, wat heb ik
van hem veel geleerd. Maar ja,
laat hij er wat neerslachtig op volgen
Sonneveld heeft geen cabaret meer.
Denk niet dat ik het moeilijk heb
hoor. Integendeel. In mijn vrije tijd
lees ik veel (ik ben gek op oude boe
ken). Verder heb ik een ziekelijke hob
by in auto-rijden. Vooral snel-ryden.
De ober komt afrekenen en spreekt
over „mijnheer Swiebertje". Hij zit
achteraf, in een hoekje van het res
taurant. Een plaats aan het raam zou
hem fataal worden. Want Swiebertje
kent iedereen. Ze lachen hem uit in
zijn gezicht.
Zelfs de camera-mensen kunnen tij
dens de uitzendingen hun lachen niet
houden. De enige die nauweljjks lachen
kan is zyn tegenspeler Rob Milton.
Ten eerste omdat zyn rol dat niet
„verdraagt" en ten tweede omdat hy
sinds Swiebertje hem eens Kakado
rus heeft genoemd voortdurend door
de lieve jeugd op straat met deze naam
wordt nageroepen. En dat vindt Rob
Milton niet plezierig.
FRANS BOELEN.
nu■■iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Hy ligt languit achterover op een
sofa, de handen in zyn nek. Over
hem heen ligt een goud-glanzende
tenor-saxofoon. Er krieuwelt een
rookwolkje naar boven. In het kleine
appartement met de blauwe fauteuils
wordt met zachte stem gefluisterd. Rond
om de sofa verdringen zich de nieuwsgie
rige bewonderaars. Zy staren naar het
lichaam daar beneden hen ais studenten
bij een lijkschouwing. Het lichaam be
hoort toe aan de 34-jarige Amerikaan
se tenorsaxofonist Johnny Griffin en het
leeft.
De kleine donkere Amerikaan (zwarte
krullen, zwarte trui, zwarte broek, zwar
te schoenen) is alleen maar moe. „Een
whiskey, boy", zegt hij mat tegen een
ober. Dan gaat h(j langzaam overeind
zitten, rekt zich ongegeneerd uit,
gaapt eens en kijkt dan met slimme,
tintelende oogjes naar de mensen om
hem heen.
Ik sprak Johnny Griffin verleden
week in de (enige) Amsterdamse jazz
club Sheherazade in de Wagenstraat.
Hij zou - onder auspiciën van de Mo
dern Music Club '54 die avond een
session geven. Zijn komst was om acht
uur aangekondigd. Maar eerst om kwart
voor elf pakte hij met frisse tegenzin
zijn -kostbaar instrument uit. Men had
gezegd dat Griffin al die tijd had gesla
pen om hier zo góed mogelijk voor de
dag te komen. Er zouden namelijk enige
belangrijke platenmeneren aanwezig zijn.
„Geslapen! Oh, boy, ik heb dc
stad gezien. Wonderful. Wonderful."
Zijn ogen dwalen af. Er worden op het
tafeltje een glas warme melk en een
glas whiskey neergezet. Hij merkt
het niet. Hij heeft het warm, zijn kle
ren plakken aan het lichaam. De te
norsaxofoon houdt hij tegen zyn borst
geklemd. „That's my baby, my one
and only love". Er wordt hard gela
chen. Johnny kijkt verwonderd om
zich heen. Hij vraagt hoe laat liet is.
Kwart voor één. „What", roept hij uit.
„Heb ik twee uur gespeeld. Oooohhh."
In die twee uur heeft hy slechts drie
nummers gespeeld, twee snelle nummers
en één ballad. Johnny houdt van snelle
--immers. „When the rhytm section gets
cookin', I want to explode", zegt hij in
goed vakjargon. Hij leunt achterover
en streelt zijn Instrument.
Griffin behoort tot de vernieuwers in
de jazz. Toch hoort men in hem dui
delijk de vertegenwoordiger van hardbop.
Zijn improvisaties zijn gedurfd, zijn toon
is wat rauw, maar zijn accoorden soms
heel erg mooi. Hij heeft gespeeld met
Monk, Davis en vele andere groten.
Johnny is zijn Europese toernee ge
start in Parijs. Hy heeft daar zyn vriend
de pianist Bud Powell ontmoet. Zij heb
ben samen gemusiceerd voor een uit
verkochte Blue Note Club.
Johnny zegt daar zelf over: „Het was
zalig. Parijs is een elite jazz-stad. Je
kunt je daar zo thuis voelen."
„Wat is jazz", vraag ik. „Ooh, boy",
klinkt het weer (hij gaat nu helemaal
voorover zitten) „Jazz is datgene wat
je voelt. Jazz is niet alleen maar ritme.
Als ik speel, speel ik jazz." „Yeeaaah"
roept hij plotseling als een oude vriend
van hem binnenkomt. Even is hij afge
leid, maar dan zakt hij terug in zijn
fauteuil.
„Wat Ik wil, zegt hij, is mensen
ontmoeten. Overal wil ik mensen zien.
Ik wil plezier maken in mijn leven
en lachen, veel lachen. Waar ik van
houd? Van vrouwen, oh booy. Of ik ge
trouwd ben? Sure. Mijn vrouw woont
in New York. We hebben vier kinde
ren, twee jongens en twee meisjes. Ze
zijn enig. Ik heb één baby, laat hij er
dan snel op volgen en kust dan onder
onderdrukt gelach driftig de kleppen
van zijn saxofoon.
Er wordt een nieuwe whiskey op het
tafeltje gezet. Ik drink veel. Té veel!
Je gaat er aan kapot. Een ferme slok
nemend zegt hy: ik schei er definitief
mee uit.
Johnny Griffin is een merkwaardig
man. Hij heeft op Charlie Parker na
geen uitgesproken favorieten in de jazz.
Hü speelt het liefst met Bud Powell
samen. Veel tyd om te luisteren naar
andere musici heeft hjj niet. „Als ik
thuis ben, draai ik klassiek. Romeo en
Julia en de Notenkraker-suite van
Tsjaikowski vindt hij heerlyke muziek.
Maar ook Mozart, Bach en Mahler be
wondert hü zeer. Gevraagd naar zijn
mening over de muziek van Ornette
Coleman, antwoordt hü= „terrible". Hy
kykt me aan alsof ik hem ernstig be
ledigd heb.
Over zjjn Hollandse begeleiders (het
combo van Pim Jacobs) is hij best te
vreden.
„Ik ben gewend alleen maar met goe
de musici te spelen", klinkt het wat
arrogant. En dan herhaalt hy dat hy
't zo warm heeft en dat hij zijn vest
uit wil doen, dat hy het liefste vanavond
nog naar Italië zou willen vertrekken
want hy heeft zon nodig dat hy
geen zin heeft om straks weer te spe
len, dat hy gek is op vrouwen en whis
key, dal alles wat hy speelt jazz is
(jazz is iets vertellen aan een ander)
en dat jazz zo gelukkig maakt. Zyn felle
bruine ogen staren in het niets. Hy ligt
achterover op de sofa, de handen in
zyn nek. Over hem heen ligt een goud
glanzende tenor-saxofoon. De mensen
in de blauwe fauteuils zijn harder gaan
praten. Iemand komt vragen of hij klaar
is om aan het tweede deel van zijn op
treden te beginnen. Johnny Griffin hoort
he. niet. Hij knipt met zijn vingers op
de maat van de muziek. Thank you",
zegt hij afwezig als de ober de lege
glazen wegneemt...
B.
Ik houd het voortaan op Super Mix 50. Die Mix van
50% super en 50% gewoon is precies wat mijn motor eist.
Ik ga toch weer terug op Super Mix 75. Mijn motor is dan
pittiger en feller. Dat mag ik wel - met mijn manier van rijden.
Benzine?