HET RAADSEL I Alfredo DE FLUIT MET ZES SMURFEN 0 Bas je hoopt op volgend jaar.... Moord in de Moskee Het onderste uit de kan bij robberbridge DRAADLOOS CONTACT s^7?/r £283 Jubilerende Tom Poes dinsdag op T.V. Vanavond Zondag N.T.S. dinsdagmiddag in de Tweede Kamer ZATERDAG 23 MAART 1963 PAGINA 19 RIC DE NOORMAN 39. De gehele verdere week houdt Egil zich zoveel mogelijk afzijdig. Onder het voorwendsel, dat hij zich ziek voelt, blijft hij in zijn vertrek en al steekt Harg zijn minachting voor zoiets slaps niet onder stoelen °f banken, hij kan er toch niets tegen inbrengen. Maar op de dag dat lllfa zijn afspraak bij de oude eik heeft, lijkt koning Wuffa ineens een stuk beter te zijn. Hij drentelt wat in de magere winterzon rond, tussen 9e stallen, deelt hier en daar een schop uit, want Hargs ogen volgen hem overal, heeft hij gemerkt, en hij is toevallig in de buurt als Ulfa alias Berda een paard laat zadelen en geheel alleen uitrijdt. Popelend van ongeduld wacht Egil nog enige tijd, laat dan ook voor zichzelf een paard zadelen en na zich overtuigd te hebben, dat Harg en zijn troep nergens te zien zijn, rijdt ook hij een vals liedje fluitend de poort uit, verbaasd nagestaard door de wacht, want die hebben zoiets nog nooit eerder zien gebeuren. „Hij fluit," gromt Harg onder zijn baard, verscholen achter een der bijgebouwen. „Voor het eerst dat ik het hoor, fluit Wuffa." Zijn varkensoogjes flonkeren onheil spellend. „Er is iets met mijn koning. Hij en Berda haten elkaar, Berda was de eerste, die vluchten moest, toen de oude koning stierf. Nu is Berda ineens terug, en be9te maatjes met Wuffa. Nou gaat Wuffa naar de oude eik en daarheen is Berda natuurlijk ook. Er klopt iets niet." Met een grimmig gebaar wenkt Harg zijn krijgers. „Vlug naar de oude eik, daar valt wat te beleven." p/MBoeG£r/eAPP£L **£T /S M/SfCH/£AJ */£L oe plust re *s£u£\jl. uf/ecA/r uoo/r /BOG..BCEFL H/ACHr MAAB...EH - BOOA/TjE ATOMT OM ZC/AS LOOAJTJE JQA/DEES ZAL /ATt/E... au! z Première documentaire van Huguenot v. d. Linden Examens v- Hier zijn ze dan Gijs Geiser en zijn hulp Pijpie Lood Getweeën vormen zij meesterknecht en hulpje van een bekend loodgieters- annex installatiebedrijf. Natuurlijk is Gijs altijd goed voor een gesprongen waterleiding of een verstopte W.C. Gijs is echter het best wanneer het omjuist, om geisers gaat. Geisers zijn z'n specialiteit. Gijs weet èlles van geisers. ALLES - daarom is er voor hem eigenlijk maar één geiser^ Voor Gijs Geiser is een geiser een FASTO. FASTO, zonder meer! Assistent Pijpie Lood kan dat warmlopen van Gijs voor FASTO heel goed begrijpen. Ook hij is - wanneer het FASTO betreft - razend enthousiast. Alleen, hij toont dat en thousiasme nog wel eens op een wat vreemde manier. Hoe precies, vraagt U? Wel, dat willen wij U nu graag laten zien in een reeks advertenties. Advertenties met daarin de - vaak - amusante gesprekjes van Gijs Geiser en Pijpie Lood over een FASTO geiser. door MARTIN MONS Liturgische weekkalender Wmw 1 S>XêX\ •W. fAVUVA£»OkV>%V«VV/«J«V MOCO v 8 5 2 2 A B 7 9 8 5 3 4» H B 10 C 9 7 6 4 O 4 3 2 •f» H 7 6 Reeds vaker heb ik in deze rubriek Besteld, dat in robberbridge zich vaak Oardige problemen voordoen waarvan 9e wedstrijdbridger geen notie heeft. ■Ret bieden van 'iet volgende spel, aar in NZ een deelscore hadden van op de robber, is een voorbeeld dat °e moeilijkheden goed aantoont: A V 9 8 CP H V 10 3 O 10 5 V 4 N W O 452 CAB O H V 9 8 6 A B 10 2 l Rbord was gever en N.-Z. stonden 60 l^etsbaar. Zonder die deelscore zou j 1 bieden hebben moeten gaan: noord l schoppen zuid 2 ruiten - noord 2 j®rten - zuid C klaver - noord 3 SA - J)s- «et is onjuist met het zuidspel sPronbiedinger. te doen - en ook ujr'hconventies toe te passen; want zo- jJ.bg er geer. garantie is dat één van de tg^Uren tussen noord en zuid goed slui- Vou ''jn zuids 15 punten bepaald on tdoende om aan :lem te denken. de stand van 60 heeft zuid het j'Peilijker. Noord opei t 1 schoppen - en Vg d kan niet volatnan met het bieden ►jp1 2 ruiten, daar noord daarop zou Jssen. Dus moet het begin zijn: noord 1 ^noppen - zuid F ruiten - noord 3 arten waarna zuid 3 SA behoort te kf.Bgen. De zuid in kwestie staarde zich ijtd op zijl 15 pun.en en zei (na 3 l^ten van noordl 4 keveren, een echte aangevende. Noord bood het yjhste wat hij kon doen: 4 ruiten - To iTaa zui9 bad behoren te passen. kwam er bij zuid nog vier pij* lazen vragen) - noord 5 ruiten - en 6r.udeHik lc-de zuid het hoofd Bchoot in de en -laste. tj. bid moest dus nu het te hoge con- tch sPelen van 5 ruiten - west speelde „"°ppen 7 voor. genomen net schop- <3h aas °P tafel. Het was nu nodig eerst Spu® malen narten te spelen om een cjjpPPPentie op *e uimer. - en dat ha- ®hjke experiment gelukte Zij., 6rvolgens moest Klaverheer goed tp/ph - de vrouw werd gespeeld van •haaf 00st 9e heer en zuid de aa Zuid vo1b tp-n klaverboer en beging ver- klai ns 66,1 Pnpuluire fout: hij speelde W |r 2 na °n troefde op taf°" met rui- ij eD fout strafte zich snïl noord zuid legde de -rouw de hoop iat de tegenpartij zou moeten bekennen, dat zou geiukt zijn en eerst hierna had de klaver 2 moeten worden gespeeld, die noord m^ ruiten had kun nen introeven. Zelfs als oost zou hebben kunnen overtroeven met ruitenboer, had zuid in totaal ;ehts twee slagen behoeven te verliezen (ruitenboer en later ruitenaas). Zuid, die het onderste uit de kan vril- de, kreeg dus het deksel op de nesu. m- plaats van de grote robber te schrijven, verloor hij 100 punten. Natuurlijk be klaagde zuid zich later dat alles zo slecht zat - maar dat was niet waar, zoals u raeds gezien hebt. Zuid had een voudig te hoog geboden en te slecht gespeeld maar om 'at te erkennen is een opgave, die voor menig bridgespe- ler onoplosbaar is. MIMIR DEN HAAG, 23 maart Volgende week vrijdag zal in het Seinpostthea ter te Scheveningen de première plaats vinden van de kleurenfilm „Bouwspe- lement", die in opdracht van werkge vers en werknemers in het bouwbedrijf en met hun medewerking is vervaar digd onder regie van Charles A. Hugue not van der Linden. De film heeft een vertoningsduur van 18 minuten. UTRECHT, 23 maart. rijksuniver siteit kand rechten: mej. K. J. Pes- man (Zwolle), de heren C. Baron van Boetzelaer (Oosterhout), J. J. Donders 's Hertogenbosch, doet rechten: R. A. Pinkaers (Maastricht) A. J. B. Swin- kels, Lieshout, doet. geneesk: mevr. J. Boogaard-Van der Born, Oosterbeek de heren L. Bakker, Utrecht, J. Dijk stra, Woerden, A. van der Eist, Doorn, A. Wigboldus Dussen. De promotie van do heer N. Vlaar op 20 maart geschiedde cum laude. (Van onze radio- en t.v.-redactie) HILVERSUM, 23 maart. De AV- RO-televlsie zal dinsdagavond van 21.- 15 tot 21.45 uur onder de titel „Als je begrijpt wat ik bedoel" een documen taire uitzenden, die ig gewijd aan het feit dat de stripfiguur Tom Poes vijf entwintig jaar geleden voor het eerst in de dagbladen werd gepubliceerd. Marten Toonder'» geesteskind is in middels uitgegroeid tot een nationale held, die is geliefd bij groot en klein. Naar een script van de auteur J. W. Holsbergen maakte Roelof Kiers naar aanleiding van deze gebeurtenis een half uur durend programmaatje, waarin de tekenaar Marten Toonder en zijn „piotman" Lo Hartog van Ban- da over de strip en wat daar allemaal aan vast zit zullen vertellen. Voorts werken mede de musicus prof. H. An- driessen, de schaker Jan Hein Don- nr de Amsterdamse arts B. S. Polak en mr. A. Stempels, hoofdredacteur van de Nieuwe Rotterdamse Courant, in welk dagblad de Tom Poes verha len nu al vele jaren afgedrukt staan. HILVERSUM, 23 maart. Met de avonturen van de hond Lassie begint de NCRV het zaterdagavondprogram ma. Na het NTS-journaal en de ru briek Memo, om half negen de televi siefeuilleton Arthur en Eva, waarin alles deze keer draait om een testa ment. Om vijf over negen nieuwe be levenissen van Lucy Balie en om tien uur precies een directe reportage van uit Londen van het Eurovisie Songfes tival 1963, waarin voor Nederland An nie Palmen van „Een Speeldoos" zal zingen. Do KRO zendt via Hilversum II om acht uur een concert uit van het Ra dio Kamerorkest, dat o.l.v. Roelof Krol werken van Mozart zal uitvoe ren. Op de andere zender brengt de VARA om tien over half negen het Specialiteitentheater, met o.a. Rijk de Gooyer en Johnny Kraaykamp. Na het NTS-journaal en de rubriek Sport in Beeld zullen om half negen vijf Nederlandse jazz-musici improvi seren. De wereld van vandaag wordt vanaf vijf voor negen besproken door dr L. de Jong, gevolgd door het tele visiespel „Diamanten bij het diner" van Michael Gilbert. Om tien uur volgt de rubriek Achter het nieuws, terwijl het zondagavondprogramma wordt be sloten met het tweede NTS-journaal om half elf. (Advertentie) Uw zorgen voor morgen bij de OLVEH geborgen. Het was nacht en in het huls, waar Basje woonde, was 't heel stil. Maar wat zag de huiskamer er mooi en feestelijk uit. Daar hin gen allemaal slingers. Mooie, gekleurde slingers van papier. Misschien kun je raden waarom die daar hingen. Basje zou de volgende dag jarig zijn. Daar om hadden vader en moeder 's avonds tevoren de kamer versierd. Basje was er natuurlijk niet bijgeweest, maar toch wist hij, dat de kamer er 's an derendaags heel, héél mooi uit zou zien. Verleden jaar hadden er ook slingers gehangen, toen hij jarig was. Het hoorde erbij, vond Basje. Daar kwamen twee kleine kabouters langs het huis van Basje gestapt. Ze hadden haast. Ze zouden de volgende dag ook feest hebben. Thuis, in het kabouterbos. De koning was tegelijk met Basje jarig. En ze wilden graag nog wat meehelpen om het bos heel mooi te maken. Hé, zei het ene kabou tertje en het bleef stilstaan, vlak voor Basjes raam. Kijk daar eens! Omdat het gordijn een beetje open was en de maan die nacht heel helder scheen, konden ze daarbinnen de slingers zien hangen. Dat is mooi! zeiden de kabou ters. Ik wou dat wij in het bos ook zulke slingers hadden. Er zitten vlag getjes aan, wees het ene kaboutertje. Die slingers zijn eigenlijk veel te mooi (Advertentie) v (Van onze radio- en t.v. redactie) HILVERSUM, 23 maart. De NTS zal dinsdagmiddag een directe uitzen ding verzorgen van het verdere ver- loo- van de debatten in de Tweede Kamer met betrekking tot de Nota Re clame Televisie. De uitzending begint om 1 uur en zal waarschijnlijk tot on geveer 5 uur duren. een sloidig aureool om zijn hoofd. Dat was een niet te misduiden stormsein. Als iets hem bijzonder in trigeerde, was hij gewoon met beide handen door zijn lokken te woelen, maar om dit aureooleffect te krjjgen, moest zijn opwinding wel tot het kookpunt zijn gestegen. Als een dreigende kleine tank stoof hij op Perquin af. „Waar heb jij die achtste pij] vandaan?" vroeg beschuldigend. „Wat zijn dat voor flausjes? Eerst iq e troef 10 n Spe Aen hand west nam ruitenaas. West trop.' natuurlijk lever na, oost kon fpQ Pn - m d; ar uittnboer nog verlo- g S'ng, bet kende dat één down. *63 p ka(L na het maken van klaver en boer, de tien moeten spelen - in 48 ,,Ja, maar ik wou alleen gaan, in geval er ver gift aan die pijl wordt gevonden. In het andere geval geloof ik niet, dat het veel nut zou hebben. Dan kan ik hem even goed telefonisch vragen, wat ik dan nog te vragen mocht hebben." „Ja, 't is al goed." Commissaris Van Waveren maakte een gebaar alsof hij een lastige vlieg weg wuifde. „Ik ben er helemaal niet bang voor dat je niet je best zult doen dit zaakje zo ingewikkeld mo gelijk te maken. In 's hemelsnaam, doe toch iets tegen dat vervloekte hoesten. Je maakt, dat ik me een beu] voel. Eigenlijk hoorde je in je bed te lig gen." „Eigenlijk hoorde ik in het zuiden van Frankrijk te zitten," antwoordde hoofdinspecteur Pietei Auguste Perquin bitter. „Ja? Spreek je mee. Bij je komen? Op het lab'' Nu dadelijk? Met plezier hoor... Ik kan je werke lijk niet verstaan... Of het een flauwe mop van me is? Beste kerel, mijn hoofd staat me niet naar flau we moppen, neem dat alsjeblieft van me aan. Nou. ik ben nieuwsgierig." Hoofdinspecteur Perquin legde de hoorn op hei toestel en stond op. „Steenslag, ik ben op het lab, als iemand naar me mocht vragen. Ik zou trouwens niet weten wie. Bij de baas ben ik al op het matje geweest. Als ze vragen, wanneer ik terugkom, vertel je hun maar, dat je daar geen flauw idee van hebt, begrepen?" Ingenieur Bennie Hazevoets stugge haar stond als stuur je me zeven van die dingen op mijn dak, die stuk voor stuk zo onschuldig en ongevaarlijk zijn als ik zelf. En dan stuur je me het hele zoodje nog eens met een achtste erbij, die zo vol vergift zit als de gifklieren van een cobra. Waarom, vraag ik je, waarom? Waarom kon je me die ene niet stu ren, toen je hem, de hemel weet waar, had opge duikeld? Waarom stuurde je me de hele bups op nieuw? Vertrouw je mij misschien niet? Denk je, dat ik er me met een jantje-van-leiden afmaak, van een onderzoek?" „Nou moet je eens niet dadelijk zo op je achterste poten gaan staan, amice. Ik moest je die hele bups, zoals jij het noemt, wel sturen. In de eerste plaats wist ik niet of degene, die me vertelde, dat er een paar dagen een pijl aan die tropee had ont broken, de waarheid sprak. En in de tweede plaats, hoe kon ik nu weten welke püi in dat geval de teruggekeerde verloren zoon was. Neen, zeg nou zelf. Een klein beetje redelijk moet zelfs jij blijven." „Nou ja,in dat geval," stemde Hazevoet, wiens boosheid even gauw verdween als ze opvlamde, toe. „Het is dat jij het me vertelt, maar als het iemand anders was, zou ik zeggen: Hou je tante voor de gek, maar mij niet, broeder. Ik moet dus wel gelo ven, dat de moordenaar in kwestie eerst die pij] tussen de andere heeft uitgehaald en hem er later weer ingezet. Nog maar liefst met een flinke smeer van dat lekkers eraan. Dat is nou toch je pure on versneden waanzin. Nee, zeg nou zelf." Hij keek Perquin verwijtend aan. „Ja, antwoordde deze verontschuldigend, alsof hij zich verplicht voelde zijn excuses te maken over het gedrag van de door hem gezochte moordenaar, „het is vreemd. Niet zozeer het weer op zijn plaats hangen van die pijl. Hij kan bang zijn geweest, dat de verdwijning van dat ding zou opvallen en we daaruit onze conclusies zouden trekken. Maar de stommiteit dat ding niet eerst net zo keurig schoon te poetsen als die andere zeven. Want daarop was toch geen spoortje van dat gif te vinden, wel?" „Als je me soms niet gelooft," stoof de kleine chemicus weer op. „Maar natuurlijk geloof ik je. Ik verwonder me enkel maar, dat iemand, die tot nu toe zo'n Jantje Secuur leek, nu zo'n stommiteit uithaalt. Zeg, je hebt er zeker geen bezwaar tegen, dat ik die pijl nu maar weer meeneem?" „Hem weer meenemen? Wat moet je nou met dat ding? Laten ze dat maar liever, goed verpakt op de griffie bewaren. Dat goedje is zo gevaarlijk als... Nou ja, het is verschrikkelijk gevaarlijk. Ik heb het er niets op, als Jan en Alleman met zo'n ding rond sjouwt". „Dank je zeer voor je compliment," zei Perquin beledigd. „Nou ja, nou behoef je niet zo gauw aangebrand te zijn. Ik wil alleen maar zeggen... Waar heb je dat ding in 's hemelsnaam voor nodig. Ik hoef jou tenslotte niet te vertellen, dat die pijl een bewijsstuk is of worden kan. Laat hem op de griffie, daar hoort hij." „Goed, goed, je hebt gelijk, hij hoort op de griffie. Maar ik heb hem nu nodig. Ik moet hem iemand laten zien. Ik zal heus wel zorgen, dat hij weer komt, waar hij hoort. Nom d'un p tit chien, wat ben jij vandaag ongenietbaar." „Neen, dan jij. Wie wil je in 's hemelsnaam dat ding laten zien?" „Aan iemand die verstand van zulk gif heeft." „O, dat hebben Karssemeyer en ik dus niet? Wat een aardig, beleefd kereltje ben te joch." Ingenieur Bennie Hazevoet zag haast purper van verontwaar diging. „Maar natuurlijk hebben jullie dat," suste Per quin. Ik bedoel alleen maar, dat degene, die ik die pijl wil laten zien met die rommel in ëe practijk herhaaldelijk te maken heeft gehad. Het is niet om het een of ander, maar je zult toch moeten toegeven, dat jullie bekendheid ermee tot voor kort alleen maar theoretisch is geweest." „Tje, als je het nu absoluut zo wilt bekijken... Ik kan anders niet inzien welk verschil dat maakt," zei Hazevoet stijf. „Ik zou zo zeggen, dat wf) er alles van weten, wat ervan te weten valt." (Wordt vervolgd) Zondag 24 maart: 4e zondag v. d. Vasten; eigen Mis; Credo; pref. v. d. vasten - paars of rose - MAANDAG: Maria Boodschap; eigen Mis; 2e geb. v. de ferie; Credo; pref v. d. H. Maagd Maria - wit - DINSDAG 1. d. 4e week v. d. vasten: eigen Mis (Utrecht. Groningen; 2e geb. H. Lud- ger); pref. V. d. vasten - paars - WOENSDAG i. d. 4e week v. d. vasten: eigen Mis; 2e geb. H. Joannes v. Damas- cenus, pref v. d vasten - paars - DONDERDAG i. d 4e week v. d. vasten: eigen Mis; 2e geb. H. Joannes v. Capis- trano; pref. v. d. vasten - paars - VRIJDAG 1. d. 4e week v. d. vasten: eigen Mis; pref. v. d. vasten - paars - ZATERDAG 1. d. 4e week v. d. vasten: eigen Mis; pref. v. d. vasten - paars - Zondag 31 maart: Passiezondag; eigen Mis; Credo; pref v. h. H. Kruis - paars - voor een gewone kleine mensenjongen, zei het andere. Ze zouden veel beter bij onze kabouterkoning passen. Toen gingen ze heel dicht bij elkaar staan en achter hun handjes fluister den ze elkaar wat toe. Jaja, knikten ze. Ze trippelden naar de voordeur, wipten door de brievenbus het huis bin nen en haalden de slingers van Basje weg om ze mee te nemen naar het kabouterbos. We lenen ze alleen maar even voor ons feest, zeiden ze. Overmorgen bren gen we ze eerlijk terug. Daar kan geen enkele jongen wat op tegen hebben. Maar natuurlijk had Basje er wél wat op tegen. De volgende morgen kwam hij in zijn beste broek en in zijn mooiste trui de kamer binnen stormen en bleef stokstijf staan. Ik zie niets!! schreeuwde hij. Ik zie helemaal niets! Dat zal wel, lachten vader en moeder nog, die dachten dat Basje 'n grapje maakte. Maar even later zagen ze het zelf: de slingers, die ze de vorige avond zo mooi hadden opgehangen, waren weg. Ze begrepen er mets van. Maar ze had den niet veel tijd om er over na te denken, want Basje was jarig en hij moest tenminste toch zijn cadeautjes hebben. Och, arme Basje! Het was net of hij met zijn cadeautjes niet hele- maai echt blij kon zijn. Hij moest de hele tijd maar aan zijn slingers denken. Intussen was er in het kabouterbos een drukte van belang. De twee ka bouters hadden de slingers tussen de bomen opgehangen en iedereen vond dat het bos er nu geweldig uitzag. De koning was nog in zijn kasteel. Kom, zei ni) tegen zichzelf, ik zal eens gauw mijn verjaardagskroon op gaan zetten. Het is buiten al zo'n gezellige drukte. Het wordt tijd dat ik het feest ga openen. Daar ging de poort van het kasteel open en de koning stapte naar buiten. Hoera, hoera! riepen alle kabouters. Verrast keek de koning in het rond. Wa* een mooie versiering! dacht hij. Hoe zouden mijn onderdanen daar toch aangekomen zijn? Meteen wilde hh weten, wie de slin gert opgehangen hadden. De twee ka bouters kwamen trots en blij naar vo ren gestapt. Zozo, zei de koning vol be wondering. En hoe zijn jullie daar dan wel aangekomen? Daar schrokken de twee kabouters van. Ze stonden ver legen wat aan hun baardje te fromme len en het was of ze toen opeens be grepen, dat het eigenlijk helemaal niet netjes wat geweest, om de slingers bij Basje thuis weg te halen. Um-um, zei het ene kaboutertje. Um-um, zie het andere. En de koning, die heel wijs en heel verstandig was, zag meteen dat er iets niet in de haak was. Komkom, zei hij, vertel eens opZult u niet boos op ons zijn? vroegen de twee ka bouters met heel benauwde stemmetjes. Nou zei de koning, ik ben tenslotte jarig, dus het zal nogal loslopen. Toen vertelden de twee kabouters hun verhaal. Maar ze keken helemaal niet trots meer De koning schudde zuch tend het hoofd. Foei-foei, zei hij we ten Jullie wel, dat jullie Basje verdriet hebi gedaan en dat nog wel op zijn verjaardag. Hoe kan ik dat nou goed maken? De twee kabouters begonnen van schaamte te huilen. Maar de ko ning die die dag 'n jaartje ouder en ook een jaartje wijzer en verstandiger geworden was, had er rl wat op ge vonden. Jullie moeten dadelijk naar het huis van dat jongetje teruggaan, zei hij. En daar moet je alles eerlijk ver tellen. Om het goed te maken mag Bas je bij ons zijn verjaardag komen vie ren. Vraag maar of zijn vader en moe der dat goedvinden. Is dat begrepen? Ja, knikten de kabouters en nadat de koning ze nog eens gewaarschuwd had om extra voorzichtig te zijn, zo over dag in het land van de mensen, gin gen ze haastig op pad. Bij Basje thuis wilden ze net aan tafel gaan, toen ze door het gleufje van de brievenbus weer binnenbuitelden. Help, riep moe der die juist met een schaal doperw tjes uit de keuken kwam. Van schrik en verbazing hield ze de schaal scheef en een heleboel erwtjes rolden op de grond. W(j zullen ze wel oprapen! rie pen de kabouters. En op handen en voeten kropen ze over de grond en raapten alle erwtjes netjes op Twee kabouters! schreeuwde Basje, die met vader hard was komen aanlopen. Wat leuk! wat zouden die hier komen doen? Dat zou Basje gauw genoeg horen. Die zette boen even 'n grote ogen op; zijn slingers in het kabouterbos en hij mocht zelf komen kijken en meefeesten ooi Als 't mag van je vader en moe der, zeiden de twee kabouters meteen. En natuurlijk mocht het. Basje kreeg zijn wollen muts op en zijn jekkertje aan en mocht meteen vertrekken. Eten zou hij die dag in het kabouterbos wel doen. De twee kabouters mochten ieder in een zak van zijn jekkertje zitten. Ze gluurden nog juist boven het klepje uit en vertelden hoe Basje moest lopen om in het kabouterbos te komen. Wat een feest werd dat! Basje mocht op een boomstronk naast de koning ko men zitten en hij werd toegezongen door het hele kabouterkoor. Het was al bijna nacht toen hij thuis kwam en de slingers had hij mee teruggekregen. Nu hoopt Basje dat de twee kabouters vol gend jaar de slingers wéér bij hem we" zullen halen. Maar ik geloof niet dat dat gebeuren zal. We zullen 't nooit meer doen, hebben de twee kabouter tjes beloofd. En wat kaboutertjes belo ven, daar houden ze zich aan! LEA SMULDERS. Wel, wat zeg je van deze dronkaard?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 19