HET RAADSEL
I
Alfredo
DE FLUIT MET ZES SMURFEN
0
Bas je hoopt op volgend jaar....
Moord in
de Moskee
Het onderste uit de kan
bij robberbridge
DRAADLOOS
CONTACT
s^7?/r
£283
Jubilerende Tom Poes
dinsdag op T.V.
Vanavond
Zondag
N.T.S. dinsdagmiddag
in de Tweede Kamer
ZATERDAG 23 MAART 1963
PAGINA 19
RIC DE NOORMAN
39. De gehele verdere week houdt Egil zich zoveel mogelijk afzijdig.
Onder het voorwendsel, dat hij zich ziek voelt, blijft hij in zijn vertrek
en al steekt Harg zijn minachting voor zoiets slaps niet onder stoelen
°f banken, hij kan er toch niets tegen inbrengen. Maar op de dag dat
lllfa zijn afspraak bij de oude eik heeft, lijkt koning Wuffa ineens een
stuk beter te zijn. Hij drentelt wat in de magere winterzon rond, tussen
9e stallen, deelt hier en daar een schop uit, want Hargs ogen volgen
hem overal, heeft hij gemerkt, en hij is toevallig in de buurt als Ulfa
alias Berda een paard laat zadelen en geheel alleen uitrijdt.
Popelend van ongeduld wacht Egil nog enige tijd, laat dan ook voor
zichzelf een paard zadelen en na zich overtuigd te hebben, dat Harg
en zijn troep nergens te zien zijn, rijdt ook hij een vals liedje fluitend
de poort uit, verbaasd nagestaard door de wacht, want die hebben
zoiets nog nooit eerder zien gebeuren. „Hij fluit," gromt Harg onder
zijn baard, verscholen achter een der bijgebouwen. „Voor het eerst
dat ik het hoor, fluit Wuffa." Zijn varkensoogjes flonkeren onheil
spellend. „Er is iets met mijn koning. Hij en Berda haten elkaar, Berda
was de eerste, die vluchten moest, toen de oude koning stierf. Nu is
Berda ineens terug, en be9te maatjes met Wuffa. Nou gaat Wuffa naar
de oude eik en daarheen is Berda natuurlijk ook. Er klopt iets niet."
Met een grimmig gebaar wenkt Harg zijn krijgers. „Vlug naar de oude
eik, daar valt wat te beleven."
p/MBoeG£r/eAPP£L
**£T /S M/SfCH/£AJ */£L
oe plust re
*s£u£\jl. uf/ecA/r uoo/r
/BOG..BCEFL H/ACHr
MAAB...EH - BOOA/TjE
ATOMT OM ZC/AS
LOOAJTJE
JQA/DEES ZAL
/ATt/E... au!
z
Première documentaire
van Huguenot v. d. Linden
Examens
v-
Hier zijn ze dan
Gijs Geiser en zijn hulp Pijpie Lood
Getweeën vormen zij meesterknecht en
hulpje van een bekend loodgieters-
annex installatiebedrijf. Natuurlijk is
Gijs altijd goed voor een gesprongen
waterleiding of een verstopte W.C.
Gijs is echter het best wanneer het
omjuist, om geisers gaat. Geisers
zijn z'n specialiteit. Gijs weet èlles
van geisers. ALLES - daarom is er voor
hem eigenlijk maar één geiser^ Voor
Gijs Geiser is een geiser een FASTO.
FASTO, zonder meer! Assistent Pijpie
Lood kan dat warmlopen van Gijs voor
FASTO heel goed begrijpen. Ook hij is
- wanneer het FASTO betreft - razend
enthousiast. Alleen, hij toont dat en
thousiasme nog wel eens op een wat
vreemde manier. Hoe precies, vraagt
U? Wel, dat willen wij U nu graag
laten zien in een reeks advertenties.
Advertenties met daarin de - vaak -
amusante gesprekjes van Gijs Geiser
en Pijpie Lood over een FASTO geiser.
door
MARTIN
MONS
Liturgische weekkalender
Wmw 1
S>XêX\
•W. fAVUVA£»OkV>%V«VV/«J«V
MOCO
v 8 5 2
2 A B 7
9 8 5 3
4» H B 10
C 9 7 6 4
O 4 3 2
•f» H 7 6
Reeds vaker heb ik in deze rubriek
Besteld, dat in robberbridge zich vaak
Oardige problemen voordoen waarvan
9e wedstrijdbridger geen notie heeft.
■Ret bieden van 'iet volgende spel,
aar in NZ een deelscore hadden van
op de robber, is een voorbeeld dat
°e moeilijkheden goed aantoont:
A V 9 8
CP H V 10 3
O 10 5
V 4
N
W O
452
CAB
O H V 9 8 6
A B 10 2
l Rbord was gever en N.-Z. stonden 60
l^etsbaar. Zonder die deelscore zou
j 1 bieden hebben moeten gaan: noord
l schoppen zuid 2 ruiten - noord 2
j®rten - zuid C klaver - noord 3 SA -
J)s- «et is onjuist met het zuidspel
sPronbiedinger. te doen - en ook
ujr'hconventies toe te passen; want zo-
jJ.bg er geer. garantie is dat één van de
tg^Uren tussen noord en zuid goed slui-
Vou ''jn zuids 15 punten bepaald on
tdoende om aan :lem te denken.
de stand van 60 heeft zuid het
j'Peilijker. Noord opei t 1 schoppen - en
Vg d kan niet volatnan met het bieden
►jp1 2 ruiten, daar noord daarop zou
Jssen. Dus moet het begin zijn: noord 1
^noppen - zuid F ruiten - noord 3
arten waarna zuid 3 SA behoort te
kf.Bgen. De zuid in kwestie staarde zich
ijtd op zijl 15 pun.en en zei (na 3
l^ten van noordl 4 keveren, een echte
aangevende. Noord bood het
yjhste wat hij kon doen: 4 ruiten -
To iTaa zui9 bad behoren te passen.
kwam er bij zuid nog vier
pij* lazen vragen) - noord 5 ruiten - en
6r.udeHik lc-de zuid het hoofd
Bchoot
in de
en -laste.
tj. bid moest dus nu het te hoge con-
tch sPelen van 5 ruiten - west speelde
„"°ppen 7 voor. genomen net schop-
<3h aas °P tafel. Het was nu nodig eerst
Spu® malen narten te spelen om een
cjjpPPPentie op *e uimer. - en dat ha-
®hjke experiment gelukte
Zij., 6rvolgens moest Klaverheer goed
tp/ph - de vrouw werd gespeeld van
•haaf 00st 9e heer en zuid de aa Zuid
vo1b tp-n klaverboer en beging ver-
klai ns 66,1 Pnpuluire fout: hij speelde
W |r 2 na °n troefde op taf°" met rui-
ij eD fout strafte zich snïl noord
zuid legde de -rouw
de hoop iat de tegenpartij zou moeten
bekennen, dat zou geiukt zijn en eerst
hierna had de klaver 2 moeten worden
gespeeld, die noord m^ ruiten had kun
nen introeven. Zelfs als oost zou hebben
kunnen overtroeven met ruitenboer,
had zuid in totaal ;ehts twee slagen
behoeven te verliezen (ruitenboer en
later ruitenaas).
Zuid, die het onderste uit de kan vril-
de, kreeg dus het deksel op de nesu. m-
plaats van de grote robber te schrijven,
verloor hij 100 punten. Natuurlijk be
klaagde zuid zich later dat alles zo
slecht zat - maar dat was niet waar,
zoals u raeds gezien hebt. Zuid had een
voudig te hoog geboden en te slecht
gespeeld maar om 'at te erkennen is
een opgave, die voor menig bridgespe-
ler onoplosbaar is. MIMIR
DEN HAAG, 23 maart Volgende
week vrijdag zal in het Seinpostthea
ter te Scheveningen de première plaats
vinden van de kleurenfilm „Bouwspe-
lement", die in opdracht van werkge
vers en werknemers in het bouwbedrijf
en met hun medewerking is vervaar
digd onder regie van Charles A. Hugue
not van der Linden. De film heeft een
vertoningsduur van 18 minuten.
UTRECHT, 23 maart. rijksuniver
siteit kand rechten: mej. K. J. Pes-
man (Zwolle), de heren C. Baron van
Boetzelaer (Oosterhout), J. J. Donders
's Hertogenbosch, doet rechten: R. A.
Pinkaers (Maastricht) A. J. B. Swin-
kels, Lieshout, doet. geneesk: mevr.
J. Boogaard-Van der Born, Oosterbeek
de heren L. Bakker, Utrecht, J. Dijk
stra, Woerden, A. van der Eist, Doorn,
A. Wigboldus Dussen.
De promotie van do heer N. Vlaar
op 20 maart geschiedde cum laude.
(Van onze radio- en t.v.-redactie)
HILVERSUM, 23 maart. De AV-
RO-televlsie zal dinsdagavond van 21.-
15 tot 21.45 uur onder de titel „Als je
begrijpt wat ik bedoel" een documen
taire uitzenden, die ig gewijd aan het
feit dat de stripfiguur Tom Poes vijf
entwintig jaar geleden voor het eerst
in de dagbladen werd gepubliceerd.
Marten Toonder'» geesteskind is in
middels uitgegroeid tot een nationale
held, die is geliefd bij groot en klein.
Naar een script van de auteur J.
W. Holsbergen maakte Roelof Kiers
naar aanleiding van deze gebeurtenis
een half uur durend programmaatje,
waarin de tekenaar Marten Toonder
en zijn „piotman" Lo Hartog van Ban-
da over de strip en wat daar allemaal
aan vast zit zullen vertellen. Voorts
werken mede de musicus prof. H. An-
driessen, de schaker Jan Hein Don-
nr de Amsterdamse arts B. S. Polak
en mr. A. Stempels, hoofdredacteur
van de Nieuwe Rotterdamse Courant,
in welk dagblad de Tom Poes verha
len nu al vele jaren afgedrukt staan.
HILVERSUM, 23 maart. Met de
avonturen van de hond Lassie begint
de NCRV het zaterdagavondprogram
ma. Na het NTS-journaal en de ru
briek Memo, om half negen de televi
siefeuilleton Arthur en Eva, waarin
alles deze keer draait om een testa
ment. Om vijf over negen nieuwe be
levenissen van Lucy Balie en om tien
uur precies een directe reportage van
uit Londen van het Eurovisie Songfes
tival 1963, waarin voor Nederland An
nie Palmen van „Een Speeldoos" zal
zingen.
Do KRO zendt via Hilversum II om
acht uur een concert uit van het Ra
dio Kamerorkest, dat o.l.v. Roelof
Krol werken van Mozart zal uitvoe
ren. Op de andere zender brengt de
VARA om tien over half negen het
Specialiteitentheater, met o.a. Rijk de
Gooyer en Johnny Kraaykamp.
Na het NTS-journaal en de rubriek
Sport in Beeld zullen om half negen
vijf Nederlandse jazz-musici improvi
seren. De wereld van vandaag wordt
vanaf vijf voor negen besproken door
dr L. de Jong, gevolgd door het tele
visiespel „Diamanten bij het diner"
van Michael Gilbert. Om tien uur volgt
de rubriek Achter het nieuws, terwijl
het zondagavondprogramma wordt be
sloten met het tweede NTS-journaal
om half elf.
(Advertentie)
Uw zorgen voor morgen bij de OLVEH geborgen.
Het was nacht en in het huls, waar
Basje woonde, was 't heel stil.
Maar wat zag de huiskamer er
mooi en feestelijk uit. Daar hin
gen allemaal slingers. Mooie, gekleurde
slingers van papier. Misschien kun je
raden waarom die daar hingen. Basje
zou de volgende dag jarig zijn. Daar
om hadden vader en moeder 's avonds
tevoren de kamer versierd. Basje was
er natuurlijk niet bijgeweest, maar
toch wist hij, dat de kamer er 's an
derendaags heel, héél mooi uit zou
zien. Verleden jaar hadden er ook
slingers gehangen, toen hij jarig was.
Het hoorde erbij, vond Basje.
Daar kwamen twee kleine kabouters
langs het huis van Basje gestapt. Ze
hadden haast. Ze zouden de volgende
dag ook feest hebben. Thuis, in het
kabouterbos. De koning was tegelijk
met Basje jarig. En ze wilden graag
nog wat meehelpen om het bos heel
mooi te maken. Hé, zei het ene kabou
tertje en het bleef stilstaan, vlak voor
Basjes raam. Kijk daar eens! Omdat
het gordijn een beetje open was en de
maan die nacht heel helder scheen,
konden ze daarbinnen de slingers zien
hangen. Dat is mooi! zeiden de kabou
ters. Ik wou dat wij in het bos ook
zulke slingers hadden. Er zitten vlag
getjes aan, wees het ene kaboutertje.
Die slingers zijn eigenlijk veel te mooi
(Advertentie)
v
(Van onze radio- en t.v. redactie)
HILVERSUM, 23 maart. De NTS
zal dinsdagmiddag een directe uitzen
ding verzorgen van het verdere ver-
loo- van de debatten in de Tweede
Kamer met betrekking tot de Nota Re
clame Televisie. De uitzending begint
om 1 uur en zal waarschijnlijk tot on
geveer 5 uur duren.
een sloidig aureool om zijn hoofd. Dat was een niet
te misduiden stormsein. Als iets hem bijzonder in
trigeerde, was hij gewoon met beide handen door
zijn lokken te woelen, maar om dit aureooleffect te
krjjgen, moest zijn opwinding wel tot het kookpunt
zijn gestegen. Als een dreigende kleine tank stoof
hij op Perquin af.
„Waar heb jij die achtste pij] vandaan?" vroeg
beschuldigend. „Wat zijn dat voor flausjes? Eerst
iq e troef 10 n
Spe Aen hand west nam ruitenaas. West
trop.' natuurlijk lever na, oost kon
fpQ Pn - m d; ar uittnboer nog verlo-
g S'ng, bet kende dat één down.
*63 p ka(L na het maken van klaver
en boer, de tien moeten spelen - in
48
,,Ja, maar ik wou alleen gaan, in geval er ver
gift aan die pijl wordt gevonden. In het andere
geval geloof ik niet, dat het veel nut zou hebben.
Dan kan ik hem even goed telefonisch vragen, wat
ik dan nog te vragen mocht hebben."
„Ja, 't is al goed." Commissaris Van Waveren
maakte een gebaar alsof hij een lastige vlieg weg
wuifde. „Ik ben er helemaal niet bang voor dat je
niet je best zult doen dit zaakje zo ingewikkeld mo
gelijk te maken. In 's hemelsnaam, doe toch iets
tegen dat vervloekte hoesten. Je maakt, dat ik me
een beu] voel. Eigenlijk hoorde je in je bed te lig
gen."
„Eigenlijk hoorde ik in het zuiden van Frankrijk
te zitten," antwoordde hoofdinspecteur Pietei
Auguste Perquin bitter.
„Ja? Spreek je mee. Bij je komen? Op het lab''
Nu dadelijk? Met plezier hoor... Ik kan je werke
lijk niet verstaan... Of het een flauwe mop van me
is? Beste kerel, mijn hoofd staat me niet naar flau
we moppen, neem dat alsjeblieft van me aan.
Nou. ik ben nieuwsgierig."
Hoofdinspecteur Perquin legde de hoorn op hei
toestel en stond op.
„Steenslag, ik ben op het lab, als iemand naar me
mocht vragen. Ik zou trouwens niet weten wie. Bij
de baas ben ik al op het matje geweest. Als ze
vragen, wanneer ik terugkom, vertel je hun maar,
dat je daar geen flauw idee van hebt, begrepen?"
Ingenieur Bennie Hazevoets stugge haar stond als
stuur je me zeven van die dingen op mijn dak, die
stuk voor stuk zo onschuldig en ongevaarlijk zijn
als ik zelf. En dan stuur je me het hele zoodje nog
eens met een achtste erbij, die zo vol vergift zit
als de gifklieren van een cobra. Waarom, vraag ik
je, waarom? Waarom kon je me die ene niet stu
ren, toen je hem, de hemel weet waar, had opge
duikeld? Waarom stuurde je me de hele bups op
nieuw? Vertrouw je mij misschien niet? Denk je,
dat ik er me met een jantje-van-leiden afmaak,
van een onderzoek?"
„Nou moet je eens niet dadelijk zo op je achterste
poten gaan staan, amice. Ik moest je die hele bups,
zoals jij het noemt, wel sturen. In de eerste
plaats wist ik niet of degene, die me vertelde, dat
er een paar dagen een pijl aan die tropee had ont
broken, de waarheid sprak. En in de tweede plaats,
hoe kon ik nu weten welke püi in dat geval de
teruggekeerde verloren zoon was. Neen, zeg nou zelf.
Een klein beetje redelijk moet zelfs jij blijven."
„Nou ja,in dat geval," stemde Hazevoet, wiens
boosheid even gauw verdween als ze opvlamde, toe.
„Het is dat jij het me vertelt, maar als het iemand
anders was, zou ik zeggen: Hou je tante voor de
gek, maar mij niet, broeder. Ik moet dus wel gelo
ven, dat de moordenaar in kwestie eerst die pij]
tussen de andere heeft uitgehaald en hem er later
weer ingezet. Nog maar liefst met een flinke smeer
van dat lekkers eraan. Dat is nou toch je pure on
versneden waanzin. Nee, zeg nou zelf."
Hij keek Perquin verwijtend aan.
„Ja, antwoordde deze verontschuldigend, alsof hij
zich verplicht voelde zijn excuses te maken over
het gedrag van de door hem gezochte moordenaar,
„het is vreemd. Niet zozeer het weer op zijn plaats
hangen van die pijl. Hij kan bang zijn geweest, dat
de verdwijning van dat ding zou opvallen en we
daaruit onze conclusies zouden trekken. Maar de
stommiteit dat ding niet eerst net zo keurig schoon
te poetsen als die andere zeven. Want daarop was
toch geen spoortje van dat gif te vinden, wel?"
„Als je me soms niet gelooft," stoof de kleine
chemicus weer op.
„Maar natuurlijk geloof ik je. Ik verwonder me
enkel maar, dat iemand, die tot nu toe zo'n Jantje
Secuur leek, nu zo'n stommiteit uithaalt. Zeg, je
hebt er zeker geen bezwaar tegen, dat ik die pijl
nu maar weer meeneem?"
„Hem weer meenemen? Wat moet je nou met dat
ding? Laten ze dat maar liever, goed verpakt op
de griffie bewaren. Dat goedje is zo gevaarlijk als...
Nou ja, het is verschrikkelijk gevaarlijk. Ik heb het
er niets op, als Jan en Alleman met zo'n ding rond
sjouwt".
„Dank je zeer voor je compliment," zei Perquin
beledigd.
„Nou ja, nou behoef je niet zo gauw aangebrand
te zijn. Ik wil alleen maar zeggen... Waar heb je
dat ding in 's hemelsnaam voor nodig. Ik hoef jou
tenslotte niet te vertellen, dat die pijl een bewijsstuk
is of worden kan. Laat hem op de griffie, daar
hoort hij."
„Goed, goed, je hebt gelijk, hij hoort op de griffie.
Maar ik heb hem nu nodig. Ik moet hem iemand
laten zien. Ik zal heus wel zorgen, dat hij weer
komt, waar hij hoort. Nom d'un p tit chien, wat ben
jij vandaag ongenietbaar."
„Neen, dan jij. Wie wil je in 's hemelsnaam dat
ding laten zien?"
„Aan iemand die verstand van zulk gif heeft."
„O, dat hebben Karssemeyer en ik dus niet? Wat
een aardig, beleefd kereltje ben te joch." Ingenieur
Bennie Hazevoet zag haast purper van verontwaar
diging.
„Maar natuurlijk hebben jullie dat," suste Per
quin. Ik bedoel alleen maar, dat degene, die ik die
pijl wil laten zien met die rommel in ëe practijk
herhaaldelijk te maken heeft gehad. Het is niet om
het een of ander, maar je zult toch moeten toegeven,
dat jullie bekendheid ermee tot voor kort alleen
maar theoretisch is geweest."
„Tje, als je het nu absoluut zo wilt bekijken...
Ik kan anders niet inzien welk verschil dat maakt,"
zei Hazevoet stijf. „Ik zou zo zeggen, dat wf) er
alles van weten, wat ervan te weten valt."
(Wordt vervolgd)
Zondag 24 maart: 4e zondag v. d. Vasten;
eigen Mis; Credo; pref. v. d. vasten - paars
of rose -
MAANDAG: Maria Boodschap; eigen Mis;
2e geb. v. de ferie; Credo; pref v. d. H.
Maagd Maria - wit -
DINSDAG 1. d. 4e week v. d. vasten: eigen
Mis (Utrecht. Groningen; 2e geb. H. Lud-
ger); pref. V. d. vasten - paars -
WOENSDAG i. d. 4e week v. d. vasten:
eigen Mis; 2e geb. H. Joannes v. Damas-
cenus, pref v. d vasten - paars -
DONDERDAG i. d 4e week v. d. vasten:
eigen Mis; 2e geb. H. Joannes v. Capis-
trano; pref. v. d. vasten - paars -
VRIJDAG 1. d. 4e week v. d. vasten: eigen
Mis; pref. v. d. vasten - paars -
ZATERDAG 1. d. 4e week v. d. vasten:
eigen Mis; pref. v. d. vasten - paars -
Zondag 31 maart: Passiezondag; eigen Mis;
Credo; pref v. h. H. Kruis - paars -
voor een gewone kleine mensenjongen,
zei het andere. Ze zouden veel beter
bij onze kabouterkoning passen.
Toen gingen ze heel dicht bij elkaar
staan en achter hun handjes fluister
den ze elkaar wat toe. Jaja, knikten
ze. Ze trippelden naar de voordeur,
wipten door de brievenbus het huis bin
nen en haalden de slingers van Basje
weg om ze mee te nemen naar het
kabouterbos.
We lenen ze alleen maar even voor
ons feest, zeiden ze. Overmorgen bren
gen we ze eerlijk terug. Daar kan geen
enkele jongen wat op tegen hebben.
Maar natuurlijk had Basje er wél
wat op tegen. De volgende morgen
kwam hij in zijn beste broek en in zijn
mooiste trui de kamer binnen stormen
en bleef stokstijf staan. Ik zie niets!!
schreeuwde hij. Ik zie helemaal niets!
Dat zal wel, lachten vader en moeder
nog, die dachten dat Basje 'n grapje
maakte.
Maar even later zagen ze het zelf:
de slingers, die ze de vorige avond zo
mooi hadden opgehangen, waren weg.
Ze begrepen er mets van. Maar ze had
den niet veel tijd om er over na te
denken, want Basje was jarig en hij
moest tenminste toch zijn cadeautjes
hebben. Och, arme Basje! Het was net
of hij met zijn cadeautjes niet hele-
maai echt blij kon zijn. Hij moest de
hele tijd maar aan zijn slingers denken.
Intussen was er in het kabouterbos
een drukte van belang. De twee ka
bouters hadden de slingers tussen de
bomen opgehangen en iedereen vond
dat het bos er nu geweldig uitzag.
De koning was nog in zijn kasteel.
Kom, zei ni) tegen zichzelf, ik zal eens
gauw mijn verjaardagskroon op gaan
zetten. Het is buiten al zo'n gezellige
drukte. Het wordt tijd dat ik het feest
ga openen.
Daar ging de poort van het kasteel
open en de koning stapte naar buiten.
Hoera, hoera! riepen alle kabouters.
Verrast keek de koning in het rond.
Wa* een mooie versiering! dacht hij.
Hoe zouden mijn onderdanen daar toch
aangekomen zijn?
Meteen wilde hh weten, wie de slin
gert opgehangen hadden. De twee ka
bouters kwamen trots en blij naar vo
ren gestapt. Zozo, zei de koning vol be
wondering. En hoe zijn jullie daar
dan wel aangekomen? Daar schrokken
de twee kabouters van. Ze stonden ver
legen wat aan hun baardje te fromme
len en het was of ze toen opeens be
grepen, dat het eigenlijk helemaal niet
netjes wat geweest, om de slingers bij
Basje thuis weg te halen. Um-um, zei
het ene kaboutertje. Um-um, zie het
andere. En de koning, die heel wijs en
heel verstandig was, zag meteen dat
er iets niet in de haak was. Komkom,
zei hij, vertel eens opZult u niet
boos op ons zijn? vroegen de twee ka
bouters met heel benauwde stemmetjes.
Nou zei de koning, ik ben tenslotte
jarig, dus het zal nogal loslopen.
Toen vertelden de twee kabouters hun
verhaal. Maar ze keken helemaal niet
trots meer De koning schudde zuch
tend het hoofd. Foei-foei, zei hij we
ten Jullie wel, dat jullie Basje verdriet
hebi gedaan en dat nog wel op zijn
verjaardag. Hoe kan ik dat nou goed
maken? De twee kabouters begonnen
van schaamte te huilen. Maar de ko
ning die die dag 'n jaartje ouder en
ook een jaartje wijzer en verstandiger
geworden was, had er rl wat op ge
vonden. Jullie moeten dadelijk naar het
huis van dat jongetje teruggaan, zei
hij. En daar moet je alles eerlijk ver
tellen. Om het goed te maken mag Bas
je bij ons zijn verjaardag komen vie
ren. Vraag maar of zijn vader en moe
der dat goedvinden. Is dat begrepen?
Ja, knikten de kabouters en nadat de
koning ze nog eens gewaarschuwd had
om extra voorzichtig te zijn, zo over
dag in het land van de mensen, gin
gen ze haastig op pad. Bij Basje
thuis wilden ze net aan tafel gaan, toen
ze door het gleufje van de brievenbus
weer binnenbuitelden. Help, riep moe
der die juist met een schaal doperw
tjes uit de keuken kwam. Van schrik
en verbazing hield ze de schaal scheef
en een heleboel erwtjes rolden op de
grond. W(j zullen ze wel oprapen! rie
pen de kabouters. En op handen en
voeten kropen ze over de grond en
raapten alle erwtjes netjes op Twee
kabouters! schreeuwde Basje, die met
vader hard was komen aanlopen. Wat
leuk! wat zouden die hier komen doen?
Dat zou Basje gauw genoeg horen.
Die zette boen even 'n grote ogen op;
zijn slingers in het kabouterbos en hij
mocht zelf komen kijken en meefeesten
ooi Als 't mag van je vader en moe
der, zeiden de twee kabouters meteen.
En natuurlijk mocht het. Basje kreeg
zijn wollen muts op en zijn jekkertje
aan en mocht meteen vertrekken. Eten
zou hij die dag in het kabouterbos wel
doen. De twee kabouters mochten ieder
in een zak van zijn jekkertje zitten. Ze
gluurden nog juist boven het klepje uit
en vertelden hoe Basje moest lopen
om in het kabouterbos te komen. Wat
een feest werd dat! Basje mocht op
een boomstronk naast de koning ko
men zitten en hij werd toegezongen
door het hele kabouterkoor. Het was al
bijna nacht toen hij thuis kwam en de
slingers had hij mee teruggekregen. Nu
hoopt Basje dat de twee kabouters vol
gend jaar de slingers wéér bij hem
we" zullen halen. Maar ik geloof niet
dat dat gebeuren zal. We zullen 't nooit
meer doen, hebben de twee kabouter
tjes beloofd. En wat kaboutertjes belo
ven, daar houden ze zich aan!
LEA SMULDERS.
Wel, wat zeg je van deze dronkaard?