U
Mr. Diets moet sijn
pleidooi onderbreken
„EWOUT was
toen geschift"
K
MARTINI
Prof. Oud deelt rake klappen
uit aan de socialisten
Kabinet heeft behalve het
huurkonijn ook het loon-
konijn kunnen vetmesten
Ballonnetje
autocarreizen
Zeldzaam koperen jubileum
maaR<.
Om nooit te vergeten...
auofta
SPOTSPIEGEL
OmAS
*7
THU
BLEVEN.
BEHANDELING BAARNSE
MOORD AFGESLOTEN MET
Perspectief voor
Noord Groningen
Tweede kolonie in
Zwitserland van
Tibetanen
Kiezers zullen
ook TV-beleid
beoordelen
Dodenherdenking
op twee dagen
Lauiverszee-recreatie
Op 3 en 4 mei
ZATERDAG 30 MAART 1963
PAGINA 5
Liturgische weekkalender
Een tafel?
Demonstratie
Pauze
m
Puberieif
Vrijspraak
verkouden.... ver kou.... ve....
AKKERTJES WM cmUD
helpen sneller en beter dan ooit
Reclame-TV
KIND VERDRONKEN
HET BETERE GENRE
STANDPLAATS- en RONDREIZEN
(NADRUK VERBODEN
Zondag 31 maart: Passiezondag: eigen Mis;
Credo; pref. v. h. H. Kruis - paars -
MAANDAG: Mis v. d. ferie; pref. v. h. H.
Kruis - paars -
DINSDAG: Mis v. d. ferie; 2e geb. H. Fran-
ciscus v. Paulo; pref. v. h. H. Kruis
- paars -
WOENSDAG: Mis v. d. ferie; pref. v. h.
H Kruis - paars -
DONDERDAG: Mis v. d ferie; 2e geb. H.
Isidorus; pref. v. h. H. Kruis - paars -
VRIJDAG. Mis v. d. ferie; 2e geb. H. Vin-
centius Ferrerius; 3e geb. Zeven Smarten
van Maria; pref v. h. H. Kruis - paars -
ofwel vanwege de Eerste Vrijdag: Votief-
mis v h. H. Hart; 2e geb. v. d. ferie; 3e
geb. H. Vincentius.
ZATERDAG: Mis v. d. ferie: pref. v. h. H.
Kruis - paars -
Zondag 7 april: Palmzondag; eigen Mis;
Credo; pref v. h. H. Kruis - paars -
KLAAGZANG
van advocaat
(Van onze speciale verslaggever)
UTRECHT, 30 maart „Ik gelijk
op Maarten Luther, meneer de presi
dent. Ik sta hier en kan niet anders.
Meer dan anderhalf jaar wacht ik op
deze dag. Ik heb er met spanning
naar uitgezien. Nu is dan het uur
aangebroken en sta ik hier: één stuk
bewogenheid." Met deze woorden open
de de raadsman van Ewout H., mr.
H. C. Dietz, zün pleidooi, op de laatste
dag van de behandeling van de Baarn-
se moordzaak. In de morgenuren had
den de verdedigers van Henny W. mr.
Francois Pauwels en van Boudewijn
H. mr. Joh. K. Mathuizen hun
pleidooien gehouden. Het pleidooi van
mr. Dietz is er een geworden zoals
men in onze Nederlandse rechtszalen
zelden of nooit heeft beluisterd. Mr.
Dietz maakte een volkomen overspan
nen indruk. „U moet mij maar niet
iiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiimmiiimiiiiiiiiiiiimiiii
iitniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiK
kwalijk nemen, meneer de president",
zei hij, „maar ik heb het in de afge
lopen maanden bijzonder moeilijk ge
had. Ik ben erg emotioneel en de
mogelijkheid bestaat dat ik halverwege
mijn pleidooi afknap."
„Ik weet wel, men beschouwt mij
als een advocaatje uit een landelijk
dorp, ook wel een „groen graf" ge
noemd. Maar ik geef er niet om. Ik
moet nu gaan bewijzen tegen mijn
geachte confrère, Hennie W., de advo
caat met wie ik gisteren in een heftige
discussie ben get eden. U, meneer
de president, kunt ,,u" tegen de ad
vocaat Hennie W. zeggen. Maar ik zeg
„jij" tegen hem, want in mijn ogen is
het nog een joch."
„Men spreekt over „mevrouw, uw
moeder", maar ik kan niet spreken
over „meneer, uw zoon", aldus riep
de raadsman pathetisch uit. En hij
herhaalde: „Het is best mogelijk dat
ik straks afknap, meneer de presi
dent".
Mr Gijsman interrumpeerde daarop
met de mededeling dat als de geachte
raadsman het wenste, de zitting ge
schorst zou worden. Ewout keek eens
niet begrijpend om zich heen. In de
zaal ontstond grote hilariteit over de
onsamenhangende woorden van de ver
dediger, die vervolgens de eerste tien
minuten reserveerde voor het afsteken
van een klaagzang over de noden en
moeilijkheden van een advocaat.
..Ik noem maar alle punten in
willekeurige volgorde op, meneer de
president. Anders ben ik bang dat
ik ze vergeet. Er zijn zo ontzettend
veel dossiers, er is zo veel verge
lijkend materiaal voorhanden dat ik
wel enige vierkante meters van dit
vertrek zou nodig hebben om alle
stukken op de grond uit te spreiden.
De zaal zou er voor te klein zijn."
President: „Wij kunnen natuurlijk
een tafel voor u neerzetten".
Mr Dietz gaat onverstoorbaar ver
der met het uiteenzetten van de moei
lijkheden die hij bij de voorbereidingen
van deze zaak heeft ondervonden.
„Kijkt u eens edelachtbare heren.
Daar zit mijn vrouw. Zij is mijn se
cretaresse. De andere verdedigers heb
ben hun eigen secretaressen. Maar ik
moet mijn gelukkig juridisch ge
schoolde vrouw meenemen tijdens
de zitting. We hebben samen ontzettend
veel werk gehad."
En dan ineens: „Ik weot wel dat ik
niet op kan tegen het briljante requisi
toir van meneer de officier. Ik weet
wel dat ik moeilijk het eminente plei
dooi van mijn geachte confrère mr.
Mathuizen kan overtreffen. Maar
niettemin sta ik hier voor u met de
opdracht te pleiten voor Ewout H. U
moet mij maar niet kwalijk nemen,
als ik af en toe mijn zakdoekje moet
gebruiken. Het is hier snikheet in de
zaai. Bovendien ben ik nogal sentimen
teel."
Zonder overgang gaat de verdediger
plotseling over op een belangrijk punt
uit de zaak. „Het kan niet anders of
Henny W. heeft gepoogd het slacht
offer te wurgen. Hij mijn geachte
confrère Henny W. (mr Dietz kijkt
daarbij vernietigend de zaal in) heeft
de slagen met het hakmes toege
bracht. En niemand anders."
1 e raadsman begeeft zich dan naar
de tafel van de president, knielt neer
en demonstreert hoe deze handelingen
prtcies zijn toegegaan. „Pats, pats,
pats (de verdediger maakt daarbij
slaande bewegingen) ging het." Mr.
Dietz raakt nu zo geëmotioneerd dat
hii zich nauwelijks meer kan beheer
sen. Met name als het over Henny
(Van onze correspondent)
GRONINGEN, 30 maart De aan
pak van de werkzaamheden tot afslui
ting van de Lauwerszee noemt de stich
ting Noord Groningen (27 gemeenten in
het noorden der provincie) het offi
ciële begin van een nieuw stuk noorde
lijk perspectief. Met name op het ge
bied van de recreatie. Door de inpolde
ring van de Lauwerszee ontstaat een
groot meer, dat met de omliggende,
gedeeltelijk beboste zandgebieden toe
ristisch zeker aantrekkelijk zal zijn. In
samenhang hiermee ziet de Stichting
Noord Groningen voor de toekomst een
belangrijke watersportroute ontstaan
tussen Groningen en Zoutkamp. Gezien
de toenemende bedrijvigheid in de sec
tor van recreatie en toerisme werd aan
gedrongen op een provinciale recreatie-
raad.
Dit perspectief is geopend in het jaar
verslag van de Stichting, dat tijdens de
algemene vergadering te Eenrum werd
uitgebracht.
W. gaat is hij zichzelf niet meer. Zijn
betoog wordt nu van onduidelijk tot
verward, en onbegrijpelijk. In de zaal
is het bijzonder rumoerig geworden.
Ewout kijkt strak voor zich uit. Dan
interrumpeert de president een tweede
maal: „Als u liever een kwartier wil
pauzeren, dan geef ik u nu de gelegen
heid mr. Dietz".
„Als het kan ga ik liever door. Ik
heb vanavond een etentje en dat mis
ik niet graag. Ik vier vandaag mijn
trouwdag."
„Zoals u wilt", zegt de president.
Maar het betoog van de raadsman
is nauwelijks meer te volgen. Hij heeft
het over „die geschifte jongens", be
doelt de gebroeders H., en biedt on
middellijk daarop zijn excuses aan.
„Neem mij niet kwalijk Ewout, zo was
het niet bedoeld, maar jullie waren
toen ook geschift." Het wordt er voor
de verdachte Ewout niet prettiger op.
Even later zal hij nog opmerkingen als
„dat domme Ewoutje" en „maar
Ewout is niet helemaal achterlijk" van
zijn raadsman moeten incasseren.
Na een tijd vraagt de president of
de raadsman dan nu even een kwar
tiertje wil pauzeren.
Mr. Dietz antwoordt dat hij daar
wel prijs op stelt. „Hoewel, ik wil
mijn etentje niet graag missen", zegt
hij. „Ik begrijp wel, meneer de presi
dent, dat het natuurlijk niet leuk is
om mij te moeten aanhoren. Maar
het spijt mij, ik zal nog een heleboel
dingen moeten behandelen."
Voordat de pauze ingaat heeft mr.
Dietz nog een felle aanval gedaan op
zijn confrère mr. Pauwels, die zich naar
zijn mening zeer onsportief heeft ge
dragen omdat deze zich niet bepaald
heeft tot de zaak Henny W., waarin
hij pleitte, maar er ook Ewout bij-
haaldde. En panssant gaf mr. Dietz nog
een beschouwing over het pleidooi
van zijn confrère. „Mr. Pauwels pleit
op de manier zoals het inde vorige
eeuw gebeurde", zegt mr. Dietz fel.
„Mr. Pauwels heeft van zijn cliënt
de opdracht gekregen, Ewout er ook
bij te betrekken en hem zodoende een
zware straf te bezorgen." Over de
psychiatrische rapporten zegt mr.
Dietz: „Mooie, hele mooie woorden.
Maar ze maken totaal geen indruk op
mij. Het spijt mij voor prof. Rümke.
Hij heeft mij indertijd in Amsterdam
nog ontgroend, maar ik moet het zeg
gen. Ik geloof dat er altijd nog mensen
blijven bestaan, op wie geen enkel psy
chiatrisch rapport vat heeft."
Na de korte pauze waarin het betoog
van Ewouts raadsman druk is bespro
ken, vervolgt mr. Dietz zittend nu
zijn pleidooi. Het gehele „betoog" zou
drie uur in beslag nemen. De raads
man vertelt dat de rechter-commissa-
ris nog een brief heeft geschreven over
de achtergronden van de zaak. „De
vrienden van Theo Mastwijk zouden de
jongen hebben bedreigd als hij nog
meer diefstallen van een jeugdbende
uit Soest zou verraden. Theo Mastwijk
heeft zich laten opsluiten, omdat er
iets heel ernstigs ^.chter zat. Henny
W. was erg bang van Theo. De ge
broeders H. waren slechts pionnen in
de handen van mijn (de raadsman
herhaalt het woord voor de zoveelste
Advertentie
M**Yi"ai"»OLA«e-
WOQftDMQ
We sieren ons meteen fleurig humeur. We vieren de avond
met een vrolijk gesprek, met een feestelijke dronk. Met
Martini Vermouth. Gekoeld? Met sóda? "On the rocks"?
Toost een keer, graag nog eens weer. Op het goede leven.
Op de goede smaak. Op zon-zuivere Martini. Proost.
MARTINI Iets bijzonders bij elke gelegenheid!
ROSSO, BIANCO EN EXTRA DRY - 1/1 fltó f 6.95. - 1/2 fles f 3.SS
maal) confrère Henny W. De broers
H. zijn naar mijn mening niet de
mededaders."
Juist op het moment dat mr. Dietz
uitvoerig over de psychiatrische rap
porten van Ewout wil uitweiden, onder
breekt mr. Gijsman (slechts heel even
en voor de eerste maal tijdens het
proces geïrriteerd) hem. „Ik wil niet
dat u uit de psychiatrische rapporten
gaat voorlezen. U moet begrijpen, dat
u hier in het belang van uw cliënt
staat. Als hi) dit moet aanhoren, is dat
zeker niet in zijn belang. Het is dan
helemaal een marteling voor de jon
gen."
Er blijft mr. Dietz niet anders over
dan vele bladzijden van zijn pleitnota
over te slaan.
Zo tegen het einde van zijn pleidooi
verklaart mr. Dietz dat de jongens H.
zich door hun puberteitsmoeilijkheden
naar de misdaad hebben laten slepen.
„Ik moet er niet aan denken", aldus
de verdediger, „dat de jongens straks
nog zoveel jarep gevangenisstraf moe
ten opknappen. Als ik aan Ewout
denk, anderhalf jaar heeft hij naar dit
proces uitgezien. En als ik, mij dan
re Useer wat er allemaal gebeurd is
in deze dagen, als ik deze zaal zie.
Ik moet er niet aan denken. Wat moet
er in die jongen omgaan?", vraagt de
raadsman zich geroerd af. „Als hü vrij
komt, kan hij wel meteen een schuil
naam aannemen, of emigreren. Maar
dacht u dat dit mogelijk was?"
(Advertentie)
Tegen het einde windt de verdediger
van Ewout zich steeds meer op. Zijn
verklaringen worden weer onsamen
hangend. Tenslotte vraagt hij de recht
bank zijn cliënt vrij te spreken van
het primair ten laste gelegde: mede
plichtigheid aan moord. Hij bladert nog
wat door zijn aantekeningen en besluit:
„Dat was het, meneer de president.
Ik dank u."
De officier verklaart in zijn repliek
dat de raadsman hem veel stof tot
overdenken heeft gegeven, maar dat
hij daar nu niet over wil praten. Dan
krijgt Ewout het laatste woord. Wanke
lend komt de jongen naar voren. ,,Ik
vind het een ellendige, verschrikkelijke
geschiedenis. Ik zal straks mijn uiter
ste best doen om mij zo snel mogelijk
aan te passen aan de maatschappij."
Voordat de president het onderzoek
sluit, bedankt hij nog verscheidene
mensen die aan een ordelijk en rustig
verloop van deze zaak hebben meege
werkt. De uitspraak is in alle drie de
zaken bepaald op donderdag 11 april,
's morgens om elf uur.
Dan valt de hamer. De behandeling
van de Baarnse moordzaak is ten
einde. De rechtbank zal beslissen.
BERN, 30 maart (UPI) Een aan
tal van 1000 Tibetaanse vluchtelingen
zal zich in Zwitserland mogen vestigen,
aldus is door de Zwitserse regering
bekendgemaakt.
De regering heeft de toestemming ge
geven na een verzoek van de associatie
voor vestiging van Tibetanen die reeds
een permanente verblijfplaats voor 22
vluchtelingen heeft verzorgd in het Zwit
serse bergdorp Waldstatt bü de Oos
tenrijkse grens.
(Van onze parlementaire redacteur)
DEN HAAG, 29 maart. Prof. Oud.
die binnenkort als voorzitter van zijn
partij en als fractieleider aftreedt,
heeft op de jaarlijkse VVD-dag een
beschouwing gewijd aan het regerings
beleid in de afgelopen vier jaren van
het kabinet-de Quay en aan de alge
mene politieke situatie. Hij deelde eni-,
ge rake klappen uit aan de socialis
ten, en enkele ook aan de A.R. en
stelde vast dat het kabinet een veel
rechtvaardiger beleid heeft gevoerd
dan waartoe kabinetten met socialis
ten in het verleden in staat zijn ge
weest. Hij wees op de wijze waarop
de regering in de afgelopen periode er
in is geslaagd de welvaart te verdelen
en stelde daartegenover de periode der
uniforme loonronden onder minister
Suurhoff, toen men tot bestedingsbe
perking moest overgaan omdat men
verder had gesprongen dan de econo
mische stok lang was.
Hij herinnerde er aan dat toen de
vergeten groepen steeds weer het
slachtoffer werden van de verhoging
van de prijzen, terwijl bovendien de
loonsverhoging voor de werknemers
zodoende teniet werd gedaan. Het
huidige kabinet heeft met toepassing
van een stelsel van gedifferentieerde
loonvorming behoorlijke verhogingen
van de lonen kunnen toepassen. Het
heeft in tegenstelling tot wat Suur
hoff destijds meende te kunnen voor
spellen, niet alleen het huurkonijn,
maar ook het loonkonijn kunnen vet
mesten. Het heeft de kluisters van
de nivellering weten te doorbreken
bij de overheidssalariëring en zo we
ten te voorkomen, dat bij gebrek aan
behoorlijke betaling de overheid met
personeel van tweede keus genoegen
zou moeten nemen. Het heeft niet
alleen waardevaste maar zelfs wel-
vaartsvaste pensioenen ontworpen
voor de ambtenaren en het heeft een
rechtvaardiger belastingpolitiek ge
voerd.
Hoewel prof. Oud vaststelde dat de
AR minister van Financiën, prof. Zijl-
stra, met dit laatste de goede weg
heeft betreden, kreeg de AR fractie
in de Tweede Kamer van prof. Oud te
horen, dat zij hun eigen minister Van
Aartsen in zijn woningpolitiek, die op
meer vrijheid gericht was, bij de uit
voering van dit goede plan ernstig be
lemmerd hebben.
Prof. Oud noemde het debat over de
reclametelevisie een van de belangrijk
ste politieke gebeurtenissen van de
laatste tijd. Hij zei het zeer te betreu
ren, dat het zo lang heqft geduurd al
vorens het onderwerp in het parlement
in behandeling is gekomen. Het is
nu praktisch uitgesloten dat de rege
ring nog voor 15 mei een concessie
voor het tweede T.V.-net zal kunnen
geven.
De liberale voorman zei dat de so
cialisten getoond hebben doodsbe
nauwd te zijn dat hun propaganda-
instrument, de VARA, zou worden
aangetast. Reeds op die grond zei hij
te menen dat zij onwaarheid vertel
len wanneer zij bij monde van de
heer Suurhoff beweren, dat zij het
TV-vraagstuk onbelangrijk vinden.
Prof. Oud acht het integendeel van
zó groot belang, dat wanneer het niet
vlak voor de verkiezingen pas aan
de orde was gekomen, Kamerontbin
ding op zijn plaats zou zijn geweest.
Immers, aldus prof. Oud, er was
ernstige twijfel gerezen of de Kamer
wel representatief was voor wat on
der het volk leeft. Dat het kabinet
thans besloot te blijven tot de stem
bus zou hebben gesproken, acht hij
logisch. De kiezers krijgen nu spoe
dig de gelegenheid ook het TV-be-
leid in hun oordeel te betrekken. Hij
vond het voorbarig reeds nu uit te
spreken, dat het regeringsbeleid in
zake de commerciële TV veroordeeld
is.
Prof. Oud blijft van oordeel, dat de
tegenstanders van het regeringsstand
punt in het parlement zijn terugge
schrokken voor de consequenties van
hun politiek. Zij hadden de regering
hel vertrouwen moeten opzeggen,
waarna het kabinet zou zijn heenge
gaan. Maar men begreep wel, dat het
vraagstuk der commerciële TV dan het
hoofdpunt van de verkiezingscampag
ne zou zijn geworden. Bij de verdeeld
heid in de partijen zou hun dat niet
aangenaam zijn.
Hij meende nog de conclusie te kun
nen trekken, dat nagenoeg een derde
deel van de Kamer zich achter het re
geringsbeleid heeft geplaatst. Daarin
voorziet hij grote veranderingen. On
der de druk der publieke opinie zal
volgens hem dit aandeel nog toenemen.
De liberale partijleider zei tenslotte,
dat een kabinet dat volgens de sugges
ties van dr. De Kort werkzaam zou
willen zijn in de richting van het sti
muleren van het particulier initiatief
in al zijn vormen, mits met inacht
neming van het behoeftepatroon, stel
lig op de steun van de Kamerfracties
van de WD zal kunnen rekenen.
ENTER, 30 maart. Voor de wo
ning van de jyeduwe J. Nijmeijer-
Voortman is gistermiddag in een on
bewaakt ogenblik haar ruim een jaar
oude zoon Hansje de weg overgesto
ken en in een diepe sloot geraakt. Kor
te tijd later werd het ventje levenloos
uit het water gehaald.
Ik zat in een klein, maar
druk beklant cafeetje en
ging een sigaretje opsteken.
Juist hield ik de ontbrande
lucifer startens gereed bij
het rookgerei, toen iemand
naderbij trad en een bal
lonnetje bij de vlam hield.
„Klap", zei het ding.
„Hé, wat is dat voor een onzin",
kreet ik, maar toen ik het hoofd op
hief keek ik in het gerimpelde en
ietwat melancholieke gelaat van een
doorgroefde grijsaard. Ik wilde een
woord van verontschuldiging mompe
len, maar toen kwam de struise waar
din aanlopen, zette de handen in ds
zp en riep op bestraffende toon:
„Nee, ome Jan dat moet je nou
niét meer doen."
„Nou ja, kom, kom," zei ik sus
send.
Maar de bazin zette onverveerd door:
„Nee, ome JEin, je weet heel goed
dat ik niet van die geintjes houdt.
Wat kóóp ik er voor".
„Het ging vanzelf," zei de oude man
bijna huilend.
„Niks vanzelf," kreet de dame „je
deed het expresselijk. En laatst nog
liet een heer van de schrik zijn siga
ret nog op zijn goeie goed vallen.
Zo'n brandgat in zijn pantalon. En
een trammelant dat ik er mee gehad
heb. Nee, ome Jan, dan moet je
maar een borreltje minder drinken.
Ik kan dat gedonder niet hebben".
Ome Jan pakte gegeneerd zijn kof
fertje op hij deed in zakkammetjes
geloof ik en wandelde zielig en
onbegrepen de deur uit. De waardin
keerde achter haar tapkast terug en
overzag triomfantelijk de situatie.
Maar inmiddels had zij even twee
mensen op een daverende manier
miskend. Op de eerste plaats Ome
Jan, die met zijn repeterende practi
cal joke ook alleen maar wat vrolijk
heid in de trieste wereld wil brengen
en vervolgens ondergetekende, die
van de schrik een glaasje bier had
omgegooid. Haar eigen trammelant
ging haar boven alles.
Maar toen nam een van de andere
klanten het woord. Hij knikte de gast-
vrouwe goedkeurend toe en zei
slaafs;
„En het is nog zonde van zo'n bal
lonnetje ook".
DEN HAAG, 30 maart De doden
herdenking zal dit jaar op twee dagen
worden gehouden. Dat wil zeggen, dat
op vrijdag 3 mei 's middags de natio
nale herdenking in de kerken en bij het
nationale monument in Amsterdam zal
zijn en dat op zaterdag 4 mei 's avonds
de plaatselijke herdenkingen op de ge
bruikelijke wijze doorgang zullen vin
den. Ook zal op zaterdag 4 mei
's avonds om 8 uur twee minuten stilte
In acht worden genomen.
(Advertentie)
Boek tijdig Uw Paas- en voorjaarsreizen
keuze uit meer dan 75© ideale
DOOR GEHEEL EUROPA VAN 2-25 DAGEN
WEKELIJKS VERTREK PRIMA HOTELVERZORGING EIGEN AUTOCARS DESKUNDIGE LEIDING
/raagt onze reisgids
en inlichtingen bij
HOOFDKANTOOR: ROTTERDAM - SCHIEDAMSEVEST 59 - tel. 117070 (6
Kantoren: Amsterdam - Dam 6 - tel. 248174 (8 lijnen)
Den Haag - Wagenstraat 40 - tel. 117873-116693
en de plaatselijke Agenten.
/-5| en jubileum in onze tijd moet
j wel iets bijzonders zijn wil
_J men de moeite nemen er bij
stil te staan. Gouden en dia
manten jubilea behoren nauwe
lijks meer tot de zeldzaamheden.
Wel zeldzaam is, dat een koperen
dienstverband meer dan gewone
belangstelling krijgt. Bij het Ne
derlands Katholiek Werkgevers
Verbond is zo'n koperen jubileum
een gebeurtenis, die men met beide
handen aangrijpt om feest te vie
ren, omdat bijna niemand het bij
het Verbond tot het „respectabele"
brengt. In de na-oorlogse jaren is
een koperen jubileum van een van
aantal van twaalfeneenhalf jaar
de secretarissen van het Verbond
zelfs niet voorgekomen.
Een van hen heeft wel zijn ko
peren periode uitgediend. Het is
de algemeen-secretaris, de heer A.
J. N. Veenhuizen, die zich in die
functie onder meer bezig houdt
met het geven van adviezen aan
de aangesloten werkgevers over
personeelsbeleid en met de ver
zorging van de publiciteit. Vooral
de zaken, die verband houden met
het personeelsbeleid boeien de heer
A]\" T Vppnlini7fn Veenhuizen zeer. Vandaar dat hij
11. J V vaak op reis is en van de ene on
derneming naar de andere trekt.
„Ik heb maar één ideaal. Dat is te trachten de mensen zo gelukkig mogelijk te
maken op grond van hun capaciteiten en ambities in het bedrijf. Zij
moeten zich ontplooien en zichzelf zijn." Om te vermijden dat deze uitspraak
mischien verkeerd zou worden uitgelegd, voegt de heer Veenhuizen er
aan toe, dat het wellicht een holle frase lijkt, maar dat het precies weer
geeft, wat hij bedoelt.
Op organisatorisch terrein is hij volgens uitlatingen van een van zijn
medewerksters de man, die dikwijls het initiatief neemt. Als hem een idee
invalt, lanceert hij het en begint meteen met de aanpak ervan. Aan volledige
uitwerking komt hij niet altijd toe. Dat laat hij dan aan anderen over.
Intussen is hij alweer met het volgende plan bezig. Zo gaat het bij het
Nederlands Katholiek Werkgevers Verbond, waarbij hij als algemeen secre
taris zijn hoofdtaak heeft, maar ook daarbuiten bij organisaties en instel
lingen in zijn woonplaats Dordrecht. Om een enkel voorbeeld te noemen.
Hij is een van de oprichters van de katholieke H.B.S. in deze stad, de
initiatiefnemer voor een katholieke b.l.o.-school. Tenslotte heeft de heer
Veenhuizen, die het onderwijs een zeer warm hart toedraagt, nog andere
plannen voor de verdere uitbouw van het katholiek middelbaar onderwijs
in Dordrecht. Hij laat hierover niet veel uit omdat de minister van onder
wijs er nog zijn goedkeuring aan moet geven. Lang is de lijst van organi
saties en instellingen, waarin de koperen jubilaris van maandag een of
andere functie vervult uit hoofde van zijn positie als algemeen secretaris
bij het N.K.W.V. Daarvan een opsomming te geven in dit korte bestek is
niet mogelijk.
Niet minder groot is het aantal functies dat hij bekleedt buiten zijn
werkkring. Daartoe behoort onder meer die van secretaris van de Katho
lieke Vereniging voor Kinderbescherming te Dordrecht, voorzitter van de
Stichting Katholiek Middelbaar Onderwijs, redactiesecretaris van het
„Katholiek Sociaal Tijdschrift". In deze en andere functies springt de heer
Veenhuizen naar voren als de organisator en stimulator; eigenschappen, die
ook zijn vader bezat. Vader Veenhuizen leverde het bewijs door de tot
een grote maatschappij uitgegroeide N.V. Grontmij. op te richten, toen
hij in dienst van de Nederlandse Heidemij. onvoldoende mogelijkheden tot
ontplooiing vond. Hij richtte zelf een maatschappij zeer klein nog in
het begin op en liet zich door zijn vrouw als secretaresse assisteren.
Iets daarvan heeft de zoon, zij het in een ander vlak, van zijn vader
overgenomen. Bij het Nederlands Katholiek Werkgevers Verbond heeft de
heer Veenhuizen kennelijk meer perspectief gezien dan zijn vader bij de
Nederlandse Heidemij. Hij zou het er anders nooit tot een jubileum hebben
gebracht, dat al is het dan maar een koperen in de kring van de
katholieke werkgevers een niet alledaagse gebeurtenis is.