Aandelen Vereenigd Bezit van 1894: goede belegging in aandelen. K 5 HET RAADSEL EGIL Alfredo NAAR DE MAAN DE FLUIT MET SMURFEN I I Intensief overleg over de uitwerking Mammoetwet Opleiding MAVO-leraren los van de kweekschool? Lezer onthult bridge- ramp door doublet KOOR van de Sixtijnse Kapel ■"U3> ,3 Vereniging voor M.U.L.O. tlu RESA-HILVERSUM VAKANTIEREIZEN ZATERDAG 13 APRIL 1963 PAGINA 11 1 Llggb. Liturgische weekkalender Geslaagd.... dank zij ERIC DE NOORMAN 57. Als Egil uitgesproken is, heerst er enige tijd stilte op de kleine kampplaats. „Denk om het vuur," wijst Egil en dan gooit Ean er een paar stukken hout op, zodat een regen van vonken hoog opspettert. „Dus... dus daarom leef ik nog," stamelt de boogschutter ten laatste, „omdat gij Wuffa niet bent. Daarom wist ge ook niets van de oude eik af." Hij staart Egil lang en hoofdschuddend aan. „Het zal wel waar zijn, wat ge zegt. Ja, het moet waar zijn. En nu heb ik ook iets te ver tellen... Toen het koningskind geboren werd, ging het gerucht..." „Ach, houd op," zucht Egil, „ik weet het immers, er zou een tweeling geweest zijn, maar wat doet dat er toe? Die oude min zal wel dood zijn en al heeft Heer Aldor nog zulke goede en mooie plannen, ik ben er niet mee geholpen." „Wat wilt ge dat ik doe, Heer?" zegt Ean, „gij hebt mijn leven gered, en dat van de pachter. Ik zal u helpen, zonder mankeren." „Vind een boot, die mij naar Noorwegen brengen kan," antwoordt Egil. „En als je wilt, kan jij ook mee. Koning Eric is een edel mens, hij zal je best willen helpen. In dit land kun je toch niet blijven, opgejaagd als een beest, Ean." Egil staart afwezig voor zich uit en ineens schaamt hij zich. Zoals deze boogschutter, bleek, haast verhongerd, opgejaagd en vertrapt, zo leven er misschien duizenden in dit land van Wuffa. En hij, Egil, vlucht! Hij had een held willen worden, een held als Eric de Noorman, als Svein en Erwin en Axe. En nu de kans zich voordoet, te tonen wat hij waard is, vlucht hij. „Ik weet een boot, edele Heer," klinkt de stem van de boogschutter. „Mijn broer is visser. Aan de kust..." Egil perst de lippen opeen en de boogschutter begint weer te twijfelen, of zijn gast wel helemaal „goed snik" is, als Egil prevelt: „Ik zal het in ieder geval proberen. Koning Eric zou dat vast óók doen..." „Nee vriend," richt Egil zich dan tot Ean, „houd je bootje maar. Ik heb je leven gered, hè? Goed! Laten we dan samen met je broer en wie er allemaal mee wil doen proberen, nog een heleboel méér levens te redden." üi*: ml /kt ea. nj /vod/6 neerj zee 9 Advertentie m (NADRUK VERBODEN) Zondag 14 april Hoogfeest van de Ver rijzenis des Heren; eigen Mis; credo; pref. van Pasen; Communie, en Hanc igitur van Pasen wit Maandag: Eigen Mis; credo; pref. van Pasen; Communie, en Hanc igitur van Pasen wit Dinsdag: Eigen Mis; credo; pref. van Pasen; Communie, en Hanc igitur van Pasen wit Woensdag: Eigen Mis; credo; pref. van Pasen; Communie, en Hanc igitur van Pasen —wit— Donderdag: Eigen Mis; credo; pref. van Pasen; Communie, en Hanc igitur van Pasen wit Vrijdag Eigen Mis; credo; pref. van Pasen; Communie, en Hanc igitur van Pasen wit ZaterdagEigen Mis; credo; pref. van Pasen; Communie, en Hanc igitur van Pasen wit Zondag 21 april Beloken Pasen; eigen Mis; credo; pref. van Pasen wit Van een lezer in Goirle ontving ik het verzoek als arbiter op te treden in het onderstaande geval dat, volgens de geachte inzender, de gemoederen na afloop danig had doen oplopen. Uit technisch en praktisch oogpunt is dit spel zo interessant, dat ik het ter algemene kennis breng: H V 8 7 5 4 V A V 9 6 4 3 HV 9 8 7 5 4 A B 6 9 B 9 ,,.NnQ 10 A 8 W °0 H B 9 6 5 4 2 iji B 7 Z 85 10 3 2 9 A 6 3 2 10 7 3 4. H 10 2 West gever allen kwetsbaar. Het bieden verliep: west een schoppen noord doublet oost vier schoppen zuid doublet allen pasten. Noord kwam met hartenheer uit en daar NZ hierna verzuimden hun twee klaver slagen te nemen, maakten OW vier schoppen gedoubleerd, met twee over slagen. Na afloop bleek dat NZ zes harten en zes klaveren hadden kunnen maken, zodat men werkelijk van een bridgeramp voor NZ kon spreken. Laat ik beginnen te zeggen, dat OW hun troepen véél beter geleid hebben dan hun tegenstanders. Vooral oosts directe bod van vier schoppen, geïnspi reerd door het verlangen de tegenstan ders biedronden af te nemen, was een zeer scherpe doch prima actie die met buitengewoon succes werd bekroond. Eén der gezonde principes van bieden is: toon wat je hebt en hoewel dat principe niet altijd en onder alle om standigheden is toe te passen, had noord in dit geval naar dat principe moeten handelen. Noord had zeer bepaald niet in de eerste biedronde moeten double ren hij had de taak, op een of andere manier zijn twee-kleurenspel aan zuid te tonen. De goede methode is, gewoon met twee harten te beginnen met zo'n grillig spel wordt er op dat bod zeker niet rondgepast en later kan noord zo nodig nog zijn klaverkracht onthul len. Als men naar het spel van oost kijkt is het zéker, dat hij na twee harten van noord iets biedt zodat ook Advertentie (Nederland» Talencentrum) - Tel. 45432 Vraagt ons prospectus Talen: Ned., Frans, Duits, Engels L.O. en M. O. A.-Onderwijzersakte-Wiskunde L. O. en M.O.A. - MULO A-B., H.B.S. en Gymn. Praktijkexamens: Boekh., Ned.. Frans, Duits, Engels en Hoofdcorrespondent. hier noord een tweede biedbeurt ge kregen zou hebben. Hoezeer noord zichzelf met zijn dou blet in moeilijkheden heeft gebracht wordt aangetoond door de werkelijke gang van zaken: als hij de tweede maal aan bieden toekomt, moet hij op het vijf-niveau gaan opereren en heeft nog géén van zijn twee kleuren geboden! Noord kan zich moeilijk verweren met de opmerking, dat hij dit niet kon voor zien zijn grillige spel en zijn renonce in schoppen hadden hem een dergelijke mogelijkheid moeten doen beseffen. Wellicht ook heeft noord zijn partner verweten, dat deze vier schoppen ge doubleerd had misschien met de be merking: „Als je had gepast, zou ik zeker vijf klaver of vijf harten hebben geboden". Dit brengt ons tot de vraag, of zuids doublet op vier schoppen juist is waarom wij nu eens op de zuid- stoel gaan zitten. Als zuid moet bieden, heeft hij het biedverloop gehoord: west een schoppen noord doublet oost vier schoppen. Van de acht azen en heren die het spel bevat, heeft zuid er twee met andere woorden, hij is gezien de omstandig heden bepaald niet onbemiddeld en moet dus zeker iets bieden vooral ook omdat hij mag veronderstellen dat de tegenpartij hem het bieden tracht te verhinderen. Maar wat moet zuid bie den? Vijf harten, op Aas-zes-drie-twee? Vier Sansatout met de kans dat noord dit bod geheel verkeerd uitlegt?? Bedenk ook, dat zuid niet weet dat noord een minder juist doublet heeft gegeven van zuids spel uit bekeken kan het best zijn, dat NZ met azen en heren hun tegenstanders gewoon één of twee down spelen. Zuids doublet op vier schoppen is uit stekend het zal zéker niet betekenen dat zuid Aas-Heer-Vrouw van schoppen heeft, maar wèl dat zuid redelijke alge mene kracht heeft zónder een veilig te bieden kleur. Als noord zich dat had gerealiseerd, had alles nog beter terecht kunnen komen want noord had nu in de tweede biedronde niet moeten pas sen, doch vijf harten (of klaveren) moe ten bieden. Noord mag zich er zeker niet op beroepen dat men „een straf- doublet niet moet uitnemen"; Laat ik tot slot nog een biedverloop geven, dat had kunnen ontstaan als noord zijn plicht had gedaan, d.w.z. zijn twee kleuren had geboden: west een schoppen noord twee harten oost vier schoppen zuid pas (als hij vijf harten biedt, zal noord zeker zes zeg gen) west pas noord vijf klaveren oost vijf ruiten zuid vijf harten west vijf schoppen en ik geloof dat noord nu zes harten moet wagen. Doet hij het niet, dan kan zuid nog met zes klaveren noord de sleutel geven tot het beste eindbod. Besluiten OW te „red den" met zes schoppen, dan is het tegen spel voor NZ ook zeer eenvoudig ge worden harten uitkomen en klaver naspelen. MIMIR MOCO (Advertentie) per autocar of per treia door geheel Europa; uitstekende maaltijdverzorging, geen lunch pakketten; desgewenst hotelkamers met eigen bad en toilet; matige prijzen. Vraagt programma 1963.Reisbureau Groeneveld, Botersloot 52, Rotterdam tel. 112535 Boekingskantoren: Amsterdam Reisbur Groeneveld, de Clercqstraat 128,Tel.80667 Reisbur Groeneveld, van Woustraat2Q7,Tel.727708. !vavN;!I HET KOMPAS In de tijden van de fraaigetuigde zeilschepen, was er één instrumentje, waarvan de behouden vaart afhing: het kompas. Wie het land achter zich had gelaten en de einder zag verdwijnen, stelde zijn vertrouwen op dat instrumentje. Over plaats en tijd van deze uit vinding bestaat geen zekerheid. Men schrijft de uitvinding toe aan de Chi nezen, de Arabieren, de bewoners van Klein-Azië en zelfs aan de Finnen, zo lezen wij in „Het Nationale Kompas", orgaan van de Nationale Levensvei ze kering Bank N.V., waaruit wij deze bijzonderheden overnemen. Het staat vrijwel vast, dat de Chinezen m oer oude tijden op de hoogte waren van de speciale eigenschappen van een ze kere steensoort die, vrij opgehangen, altijd naar het zuiden wees. Het noor den kende men door de Noordster (Poolster). Meer bekend is de legende van de schaapherder van het plaatsje Magne sia in Klein-Azië, die de speciale eigen schappen van de magnetische steen ontdekte toen de ijzeren punt van zijn stok aan de rotsen bleef „kleven". En ook de Arabieren moeten reeds in vroege tijden met het kompas bekend zijn geweest, wat weer niet zo ver wonderlijk is, gezien hun handelsbe trekkingen met de Chinezen. De eerste Europese vermelding van het kompas dateert uit een brief van het jaar 1269, waarin een beschrijving van dit eerste en nog steeds zeer be langrijke scheepvaart-instrument voor komt. Hoe het zij, toen de grote ontdek kingsreizen aanvingen, was dat alleen „'"dat het kompas de mogelijkheid °P®nde zich ver van het land te wa- dat v. mens ha6 namelijk geleerd mot a bestrijken van ijzeren naalden magneetsteen deze naalden de- rio A„';lgenschaP gaf als de steen, toen ^!olrilctle van het instrument liet nP" lank meer op zich wachten, neetnaald mLdeaVrii opgehangen mag- door oon', al spoedig gevolgd ken bekend?1 008 (reeds b« da G^ie- masneetnaniri waaraa" één of meer roos draf" !faren bevestigd. De- van constructie niet zofeëlVan" d? mo" derne kompasrozen. Naar de aard van de tijd waren zij echter dikwijls op zeer kunstzinnige wijze versierd. Het moderne magnetische kompas (men heeft zogenaamd droge en vloei stofkompassen) bestaat, kort beschre ven, uit een kompasketei van koper en een roos. Deze laatste is van papier of zijde. Op de rand staan 32 windstre ken aangegeven. In het midden van de roos is de kompasdop aangebracht waarin een rondgeslepen steen (robijn of saffier) is aangebracht. Daarmede rust de kompasroos op de kompaspen. Het is duidelijk dat de hardheid van de steen en de scherpte van de pen weinig wrijving geven en de roos vlot doen draaien. Het modernste kompas is het „tol- kompas". Zonder kompas, dat alleroudste zee- vaartinstrument, zal geen schip op zee net kunnen stellen. Het moet richting kunnen bepalen als er geen land of zon of ster te zien is. Dat is alleen mogelflk met het kompas. Binnenkort zal in ons land het be roemde koor van de Sixtijnse Kapel (Vatikaan) van Rome optreden. Deze koren hebben vorig jaar de plechtig heden van het Concilie opgeluisterd en hun buitengewoon talent werd nog meer bekend dan voorheen. Met uitzondering van een korte reis in Frankrijk, twee jaar geleden, is het voor de eerste maal sedert hun be staan, nu ongeveer 1300 jaar geleden, dat de Sixtijnse Koren zich voor een grote rondreis naar het buitenland hebben begeven. De grote verdienste van deze koren is dat z;j de oorspronkelijke muziek, zuiver en ongewijzigd, door de eeuwen heen tot heden hebben overgebracht en dit met de stem als enig „instrument". De kapel zelf, een beroemde plaats, die vereeuwigd werd door prachtige schilderingen van Michel Angelo, is de dagelijkse „oefenklas" van het gezel schap. il In de tijd van deze fraai getugide (17e eeuwse) zeilschepen was er een instrumentje waarvan de behouden vaart afhing: het kompas. Een foto van een gedeelte van de maan. Je ziet duidelijk de ronde kraters en zelfs een (grote) maanzee. Kort geleden heeft de Sovjet-Unie een onbemande raket met bestem ming de maan gelanceerd. Dit auto matische maanstation zal om de maan cirkelen. Het weegt ongeveer 1420 kilo. Het is de bedoeling dat er foto's zullen worden gemaakt van de bergen en de diepten van de kraters. (Reeds op 2 januari 1959 werd de eerste Loenik gelanceerd. De tweede op 12 septem ber 1959 en de derde op 4 oktober 1959). Wie kent niet het beroemde boek van de Franse schrijver Jules Verne (leefde van 1828 tot 1905) de „Reis naar de maan". Jules Verne bezat een onuitputtelijke fantasie en bovendien een gedegen kennis op velerlei gebied en verschillende van zijn ideeën zijn reeds lang tot werkelijkheid geworden. Een bemande reis naar de maan is echter tot op heden nog niet onder nomen. Het is echter wel merkwaar dig dat de gedurfde denkbeelden van zo'n maanreis van de schrijver Jules Verne, thans in Amerika in zulk een vergevorderde staat zijn dat de moge lijkheid om in 1970 een bemande ra ket (drie ruimtevaarders) naar de maan te sturen, werkelijkheid gaat worden! Hf), DAT HEBBEK/ tVE MO DIB KL/MMEU ?/*T ZAL DE TAK AFSH'JDEM DIE JG MAT? DIE HELE 6AOTE BOOM VOOR ZO'/J OK/MOZEL EEU EK/kBLE TAK IS MET SEMOBS MOET EEU HELE BOOM Bi/Kt flu/tje als orr dat /S IDIOOT DAT UOEM IK WOU JU ME SOMS CEBEM VEBSPILLI/JGf HOE JE EEU FLUIT MET 'ZES SMUBFEU MAAKT, (Van onze onderwijsredacteur) ENSCHEDE, 11 april Op de giste ren gehouden algemene vergadering van de Vereniging voor M.U.L.O. („openbare" onderwijzers) is veel aan dacht geschonken aan de consequen ties, die de Mammoetwet zal hebben voor de ulo-scholen, die straks MAVO- scholen worden. Er is een intensief overleg gaande over de uitwerking van de wet op het voortgezet onderwijs. Uit diverse uit spraken op de vergadering bleek, dat men thans, in tegenstelling tot vroe ger, zeer wel te spreken is over de wij ze, waarop het overleg tussen de over heid en de onderwijswereld verloopt. De Mammoetwet is nog niet van kracht (er moet nog een aparte wet komen om de Mammoetwet in werking te doen treden), maar krachtens de zoge naamde Experimenteerwet kan nu reeds begonnen worden bijvoorbeeld met de oprichting van HAVO-scholen (hoger algemeen voortgezet onderwijs). De MULO-organisaties achten het dan ook van groot belang van meet af bij de nieuwe vormgeving van het onder wijs betrokken te zijn. Aangaande het H.A.V.O. werd ge steld, dat de symbiose van dit school type met het toekomstige M.A.V.O. verre de voorkeur verdient boven een combinatie met het voorbereidend we tenschappelijk onderwijs. In het laatste geval betekent verplaatsing van een leerling naar het H.A.V.O. een degra datie, in het eerste geval biedt men een opklimmingsmogelijkheid. Een moeilijkheid is, dat voor de hoogste jaren van het H.A.V.O. een onderwijsbevoegdheid van de eerste graad vereist is, terwijl voor de leraren van de MAVO-scholen een derdegraads bevoegdheid voldoende is. Men vraagt zich af of de ULO-seholen aan de be- voegdheidseis voor de hogere HAVO- klassen zullen kunnen voldoen. De heer J. Brands, voorzitter van de mammoet wetcommissie uit de vereniging, be toogde echter, dat men niet te veel moet uitgaan van de huidige bevoegd heidssituatie. Bij een nieuwe opleiding van de MAVO-leraren kan zich gelei delijk een doorstroming naar hogere be voegdheden ontwikkelen. De voorzitter van de vereniging, de heer P. Geelkerken, stelde in zijn ope ningswoord, dat de opleiding van de MAVO-leraren niet op dezelfde wijze zal kunnen voortgaan als nu voor het U.L.O. Van een doelbewuste vorming van de ULO-onderwyzer is thans geen sprake. Er zal een op nieuwe leest ge schoeide opleiding moeten komen: of deze opleiding een sterke binding moet hebben met de bestaande kweekschool is nog een open vraag. Met deze laatste opmerking werd het accent enigszins anders gelegd dan in rapporten, die het vorig jaar zijn opgesteld. In deze rapporten werd gesproken over een op leiding in een scholengemeenschap met de kweekschool. De heer Geelkerken acht het denkbaar, dat er één oplei dingsinstituut komt voor de leraren van het voortgezet onderwijs. De bezit ter van een derde-graadsbevoegdheid zou dan aan hetzelfde instituut kun nen doorstuderen voor een hogere be voegdheid. De vergadering hield zich verder on der meer bezig met de taak van de ieraar in de brugklas. Het rapport van de Mammoetwetcommissie wil het on derwijs in het brugjaar gegeven zien door maximaal drie pedagogisch-didac- tisch geschoolde leraren, van wie er een als „klassementor" optreedt. De ze laatste functie wordt als zeer ver antwoordelijk gezien. De vraag rees of de scholen hiervoor de nodige man kracht zullen kunnen leverenmen heeft de beste leraren ook in de andere klassen nodig. In het overleg is van de zijde der or ganisaties voorgesteld de coördinerende figuren van de brugklas vrije arbeids uren toe te kennen. Ook streeft men naar lagere splitsingsnormen, bijvoor beeld bij 20 tot 24 leerlingen. Dit kan ertoe bijdragen het brugjaar de beoog de selecterende- functie te laten ver richten. Van één algemeen eerste leer jaar voor het gehele voortgezet onder wijs is in de Mammoetwet niets te recht gekomen. Ook in de toekomst zal de selectie van de leerlingen in feite geschieden na de lagere school. De na- selectie in het brugjaar blijft echter van belang. Heel wat klachten over double ren, overlading en huiswerk zouden verminderen als de leerlingen terecht komen in het schooltype, waarvoor ze geschikt zijn. Het brugjaar heeft wel een ernstige klap gekregen, maar het kan alsnog in het goede spoor ge bracht worden, aldus de heer Brands. Bij de overgang van het basisonder wijs naar het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs denkt de mam moetwetcommissie aan een advies van de lagere school en de MAVO-school, aan een eindonderzoek van de leer lingen op de lagere school en aan een psychologische test. Bij twijfelgeval len of bij een speciale wens van de ouders kan de leerling dan nog in een proefklas geplaatst worden, waar hij zestien tot vierentwintig lessen krijgt van de docenten der opnemende school. Om het „africhten" op deze vorm van toelating te voorkomen moet dit onder wijs niet volgens een vast schema ge geven worden, doch ieder jaar gewij zigd worden. Het toelatingsexamen wil men niet meer als selectiemiddel ge hanteerd zien. De heer Brands zei, dat gestreefd wordt naar verplichtstelling van het overleg tussen de lagere school en de ontvangende school. Wat de eindexamens van het M.A.V.O. betreft zal zo spoedig moge lijk aandacht worden geschonken aan de vraag of men over moet gaan op schoolexamens, dan wel de bestaande regeling van de centraal georganiseer de M.U.L.O.-examens moet continueren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 11