Expeditie naar
Egypte en de
Soedan (VI)
Reizen
de
wordt
menselijker
souvenirjager wordt
een wereldburger
E
Vrouwen
in
—habijt
50.000
soorten
plastic
Het wonder
van Karnak
en de poëzie van
Nefertari's graf
Ontmoeting bij het
laatste oordeel
I
ZATERDAG 20 APRIL 1963
PAGINA 11
Midden tussen de dalen der
felle okergele woestijn-
bergen met de toppen als
gespleten helmen tegen de hard
blauwe hemel, ligt de terrassen-
tempel van koningin Hatchepsout,
de gevierde en gevreesde vorstin,
die zich de goddelijke en wereld
lijke machten had toegemeten en
zich zelfs als mannelijke farao liet
afbeelden. De omvang van deze
tempel is zo groot, dat hij zelfs in
de gigantische afmetingen van
het landschap nog duidelijk
spreekt. Helaas ebt de bewonde
ring voor dit monument weg met
iedere stap die men nader zet.
Dit niet om de felle gouden zon,
die de ogen doet toeknijpen, maar
om de beminnelijke ondeskundig
heid van restauraties die de tem
pel hebben mismaakt tot een
Soedkoop décor met smerig ge
kleurd gips op de vele plaatsen
^aar de oorspronkelijke natuur
steen ontbrak.
dende hiTifTT1 vielen onder de sni>
In een koetsje, bekleed als een
minne-kamer van Lodewijk XIV, rij
den we naar Luxor terug terwijl de
zweep knalt over een hinkend oud
paard. Gestrekt langs de oever van
de Nijl, langs een boulevard, stre
vend naar de Quai des Anglais, weer
een reusachtig tempel-complex uit
dezelfde bloeitijd. Memnon van de
Grieken, Aménophis III en Ramses
II hebben aan dit huis voor Amon
gebouwd en één obelisk is als trouwe
wachter overgebleven. Zijn broeder
moet de glorie der Egyptische kunst
vertegenwoordigen op de Place de la
Concorde te Parijs. Hij staat daar
tussen het voortrazend verkeer als
soort krijgsgevangene
een
van
DE BOUWWOEDE DER
EGYPTISCHE VORSTEN
De geschonden kolossen van Ramses I en II.
Reeds Champollion en Lepsius had
den de aandacht op de vervallen en
ondergestoven tempel, die tevens als
•uooster gebruikt was, gevestigd. Ma
stte is honderd jaar geleden al met
perste restauratie gereed gekomen
5" Poolse archeologen, die thans op
net derde terras werkzaam zijn, vinden
wssen het puin nog steeds brokstuk-
die in het gips en het cement thuis
„°ren. Toch heeft men tot 1897 gewerkt
jMariette's stellingen omtrent de
Juiste omvang van het monument aan
e vullen en te corrigeren. Restaureren
een moeilijk vak en iedere generatie
ent het nu eenmaal beter te weten.
Hatchepsout, die als een godin, mis-
ep„'eh wel als een tweede Isis, het
Wet even wilde ingaan, kon echter
reoH?'j.dat haar gigantische schepping
vprn °lrect na haar dood aan de eerste
laar z-?u worden prijsgegeven. 22
haar u ,.2S geregeerd ten koste van
rneirti13!,. oer' z°on van een harem-
dooH ,le ?ls Thoutmosis III na haar
Worn T?', d,e koninklijke waardigheid
denu.or JG Een van z«n eerste da-
tenisYft? vernieling van al haar heel
de traür 0 de prachtige reliëfs in
tekenen I'll steenhouwers. Deze
He zün QmenseHjke verbeten rancu-
bloeiend riikaf/Y symb°o1 voor het
stuUen homGfW grootse en niet te
schonden der vorsten. De ge-
men nu noc alDUratleu ervan ervaart
tenis. Het is schokkende gebeur-
Pen dat de r,f~ ..moeilijk te begrij-
de wil om te t?oo ke ®Pannmgen en
gelegd konden d eraen altijd weer uit-
bjke oorspronv T -11 van godde-
sout als vorsen is Hatchep-
zonder belanYriT t de vrede een bij
een dynastie ri!i Tenwicht geweest in
d«~ Hyksos geleerd1 had
ten te winner had veldtoch-
en schattingen' te^en*6 onderwerPen
Iedere stap in dit oude Thebe con
fronteert je weer met die weergaloze
bloeiperiode en als je overrompeld door
de grootsheid van de gigantische bouw
werken en de mammouth-beelden huis
waarts keert, is het goed daarna eerst
weer eens een der grafkamers te be
zoeken om de verstilde poëzie uit dat
zelfde tijdperk te zien. Iedere terugkeer
is als een nieuwe ervaring, die je tel-
kens andere details openbaart. Men
moet veel en aandachtig kunnen zien
om werkelijk te beseffen dat de Egyp
tische kunst niet zoals veel gemeend
wordt alleen maar stoelt op een
grandioos schema uit het begin van het
Oude Rijk om daarna onveranderd als
schablonen-kunst duizenden jaren voort
te leven.
Dan doemen de geweldige massa's
der pylonen op tussen de palmbomen
en de lemen huizen. Er zijn nog geen
gammele koetsjes met afgeranselde
paarden en de stenen rammen kijken
met hun verminkte koppen droefgeestig
over het asfalt naar elkaar. We schreeu
wen een paar keer „Gafir" en slaperig
komt hij met zijn sleutelbos aan. De
hekken gaan open en de tempel ont
vangt ons met zwermen tsjilpende vo
gels tussen het woud van stenen zuilen.
Bijna bedeesd lopen we (eigenlijk moet
je hier schrijden) over de grote binnen
plaats met Seti's tempeltje en de ge
schonden kolossen van Ramses II en
III; zien op naar de ene verlaten zuil
die ongenaakbaar omhoog torent en dan
zpn we in de grote hypostyle zaal waar
je zo overweldigd wordt dat je niets
anders kan doen dan neer hurken op
een der basementen, omhoog turend
naar die gigantische opstapeling van
steen, het alles der oudheid overtref
fend ritmisch wonder dat 23 meter hoog
grijpt in de lucht en daar blokken der
achitraaf draagt, die door geen honderd
mannen te tillen zijn. De zuilen van het
middenschip zijn het indrukwekkendst
in hun krachtige gestalte, bekroond met
de papyruskapitelen. Liefst 134 zuilen
vormen hier een woud en bij iedere
stap verspringt het perspectief.
Men kan zeggen dat_.de Griekse tem
pels van een meer zuivere en helder
rationele conceptie zijn en door hun
klaarheid de geest bevrijden. Dit is niet
te loochenen, maar Egypte zou dan ook
een geheel ander element aan de men
selijke beschaving toevoegen en men
moet dit land dan ook niet met logisch
denkende Westerse geest benaderen,
want dan lijkt alles vol tegenspraak'
Is zelfs de godsdienst met de wonder
lijke diersymbolen voor ons niet ge
heel onbegrijpelijk, en riep hij al het
de spotlust van Grieken en Romeinen
op? De Egyptische geest was niet ex
perimenteel gericht maar ging voort op
verworvenheden, die dienstig waren ge
bleken. In West-Europa heeft men in
100 jaar tientallen staatsvormen be
leefd en de expressie in de kunst is in
verhouding tot het Oosten zo individueel
dat de verrichtingen der kunstenaars
wispelturiger dan de meest onevenwich
tige vrouw genoemd kunnen worden.
Enerzijds is in Egypte geen probleem
te zwaar om op te lossen. Hoe men
hardstenen monolieten tot vijftig meter
lengte kon uithakken, vervoeren, ver
sieren en polijsten om ze daarna als
obelisk op te richten is ons altijd nog
een raadsel. Hoe men de enorme
blokken der architrafen omhoog heeft
gebracht blijft een vraag. Met het over
bruggen van een spanning van 8 tot 9
meter scheen het ongelooflijke te zijn
wonder, dat op onverklaarbare wijze
goed bewaard is gebleven. Het is als
een eerste vrijdragende constructie te
betitelen en het vindt zijn weerga niet
in de Egyptische architectuur. Uren
kan men ronddwalen door dit complex,
waaraan vele vorsten gebouwd hebben,
elkaar aanvullend, elkaar naar de
kroon stekend. Vóór negen uur moet
men de grote wand met de veldslagen
van koning Seti bezien, daarna komt
het wonderlijke reliëf in de schaduw.
De wand is zwaar beschadigd maar
sommige stukken zijn nog als gave
brokstukken aan de woedende dans van
de tijd ontkomen. Prachtig is de af
beelding van de koning, die met omge
wend hoofd zijn zegewagen beklimt,
terwijl de krachtige paarden reeds aan
trekken. Het is alsof men de gespierde
bekken van speeksel ziet druipen, zo
realistisch en tevens zo fel in gecon
centreerde spanning is dit tafereel
verbeeld.
Dan teruggaande naar de eerste py
loon vinden we via de plaats waar hon
derden reliëfs uit de bloeitijd van Teil-
el Amarna (stukgeslagen en als opvul
sel gebruikt bij de bouw van de tem
pel) zijn gedeponeerd, de weg voor de
beklimming om ongeveer 25 meter hoog
te komen. Daar valt heel de structuur
van een wereldwonder uiteen tot een
vormeloze puinhoop. Men kan de grond
plans wel terug vinden, maar de illusie
ligt aan scherven. Geen maat en ver
houding der gigantische zuilen is terug
te vinden, overal brokstukken. Pylonen
die nog een zekere structurele opbouw
leken te hebben zijn tot vormeloze puin
hopen verworden. In de verte schittert
het water van het heilig meer als een
zwembad, geen detail spreekt meer en
zelfs de gloed van de geel-roze kalk
steen en het als robijnen gloeiend gra
niet is kleurloos geworden. Alleen de
rammen liggen in het gelid en er is
een wirwar van koetsjes omheen ge
komen. Met druk gebarende gidsen
stromen de toeristen toe en weldra gal
men de bezwerende stemmen in het
Arabisch, Frans, Engels, Amerikaans
en Duits, verklarend en uitleggend door
de ruimten. Een gafir met tulband en
kleurige galabya ondersteunt gearmd
een zwaarlijvige en hevig transpireren
de Arherikaanse dame, die een onbe
schrijflijke hoed draagt. Zijn eigen
vrouw zal zich een dergelijke hoffe
lijke bejegening niet kunnen indenken,
maar zij offert dan ook geen rijk zoen
offer aan bachschitsch. Als het geluid
van een sjirpende krekel hoor je steeds
heel zacht „messjeu". Waag het niet
dan om te kijken, want er zit een klein
meisje met vragend uitgestoken hand
en bij het eerste glimlachje klit ze zich
aan je vast, alle registers der aandoen
lijke menselijkheid bespelend tot zij je
een paar piasters heeft afgetroggeld.
De gigantische opstapeling van steen, het alles overtreffende ritmische wonder van de tempel van Karnak.
verricht, maar dan nog moest men een
ruimte van meer dan 100 meter lengte
volzetten met zuilen die in de basis
soms een omvang kregen dat vijftig
mensen erop plaats kunnen nemen. Hoe
men by een dergelijke belasting zich
anderzijds zo weinig zorgen kon maken
om de fundering is ons een raadsel en
het verval is er dikwijls aan te wijten.
Eerst de Ptolomaïen zouden een gron
diger studie van de bouwput maken en
zie, de tempel van Edfou verheft zich
n°T\ aJs 8en schier gaaf bouwwerk.
De feestzaal van Thoutmosis met zijn
strakke zuilen en naar alle kanten uit
springende architraven, als een soort
open voorhof, is een architecturaal Napoleon.
llll'IIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIllllllllllliiiiilllllllllimilllllllllllllllllllllllllllllllimillMlllllllllllimillllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlillllllllllitiiiiHiKinuHiniminnnm,,,,,,,,!,,!!,,!,,!,,!,!,,,,,!,!,,
De tempel is kleiner en minder gi
gantisch dan die van Karnak, maar
daardoor heeft mogelijk de schoonheid
er meer kans gekregen zich blijvend,
zelfs in de brokstukken, te vestigen.
Een lelijke moderne moskee en het op
dringerige bruine winterpalace trachten
haar proporties te breken, maar de glo
rie laat zich niet vermorzelen. De zwa
re architectuur der Egyptische tempels
is hier toch sprankelender en midden
in de opbouw van de eerste hof staan
nog de kleinere granieten zuilen van
een cultuur, die mogelijk reeds duizend
jaar over zich heen zag gaan vóór Ram
ses haar inkapselde. Al vele eeuwen
zit de vorst zwijgend voor zijn hof. Hij
is in zwarte graniet gehouwen, terwijl
hij zittend voor zich uitstaart, placiede
en berustend. Maar ook is hij staande
afgebeeld, in blokken die hijzelf in de
groeven zou hebben gevonden, zo lui
den de inscripties in het verre Assouan.
Hij overziet zijn altijd zonnige wereld,
waar hij macht en welstand voor zijn
volk gebracht heeft. Zijn wereld, die
begon te twijfelen aan de vaste stel
ling dat er geen andere werelden be
stonden.
Maar als men overtuigd is van zijn
krachtige gestalte, zijn machtige arm
en zijn wijze geest, als men weet hoe
rechtvaardig hij wel geweest is en hoe
groot de werken zijn die hij heeft ver
richt; als men verpletterd is door zijn
imperium, dan moet men weer de
stroom over varen om aan de andere
oeyer jn het dal der Koninginnen af te
dalen in het graf, dat hij voor zijn god
delijke gemalin Nefertari liet houwen
en blik op onze och
tendlijke markt, een
echt Hollands markt
plein met een Gothisch
stadhuis en een waaggebouw
in renaissancestijl, zei me,
dat ze er weer waren. Zes
auto's met vreemde nummer
borden: de eerste toeristen.
Vroeger was het toerisme
voor de meeste landen een
economisch dessertj een
toegift, tegenwoordig is het
een fors hoofdgerecht, dat
men node zou missen. Er
worden intensieve campagnes
gevoerd om de nomaden-
stroom van de twintigste
eeuw in de gewenste rich
tingen te stuwen en een
land als Zwitserland, dat op
zo'n onprettige manier in het
nieuws is gekomen, kan
iedere dag een fik~e verlies
post noteren.
Nog altijd zijn het de
plaatjes van zonnige zee
stranden, bergmeren, be
sneeuwde toppen en bloe
menvelden, waarmee de reis
bureaus de aandacht trek
ken, maar als de toerist ge
noeg bergtoppen, meren en
zeeen heeft geslikt, als hij in
musea een kunst-indigestie
heeft opgedaan en onder lei
ding van gidsen en reislei
ders alle jaartallen van de
oude en nieuwe geschiede
nis door elkaar heeft ge
haald, heeft hij eindelijk
kans om een echte reiziger
te worden.
De souvernirjacht wordt
gesloten: hij koopt geen
Eifeltorentjes, geen koeiebel-
len, geen Volendammer hui
letjes, geen doosjes met
„groeten uit X. of IJ." meer.
Hij zoekt nog wel het ken
merkende, maar niet het
kenmerk, dat hem met een
maximum aan slechte smaak
en een minimum aan behoor
lijk materiaal wordt opge
drongen. Zijn belangstelling
voor het nationale gerecht
van het land, dat hij bezoekt,
neemt toe. Om bij de Ne
derlander op reis te blijven:
hij vraagt niet meer naar
een broodje met kaas of een
biefstuk met gebakken aard
appelen, nee, hij verorbert
zonder blikken of blozen
bouillabaisse, ravioli, gulasch
en fondue, spijzen, die zijn
vader en moeder, als ze al
ooit op reis gingen, met diep
wantrouwen bejegend zou
den hebben.
Hij wil iets meer weten
van het land van zijn keuze
dan een serie specialiteiten,
waarmee hij vroeger het re
laas van zijn bereisdheid had
kunnen staven.
Nu is het onbevredigend,
dat de moderne autobaan
hem als het ware „over" het
land inplaats van erdoor
voert. Hij ziet er alleen wat
men hem wil tonen, het land
zelf blijft vaak décor, ach
tergrond, maar gelukkig is
er de tent, de campingcar,
die hij ergens midden in het
vreemde gebied kan neerzet
ten en vanwaaruit hij dan
ware ontdekkingsreizen on
derneemt.
as hjj vroeger aange
wezen op het hotel,
waar men zich spe
ciaal op zijn ontvangst
had geprepareerd en waar
het menu meest in het „es
peranto der koks", het Frans,
was opgesteld, tegenwoordig
opereert hij in kleine win
keltjes, waar hij, als hij de
taal niet machtig is, zijn tong
met armen en benen, met
hoofdbewegingen, gelaats
uitdrukkingen, kortom met
heel zijn mimisch talent te
hulp komt. Zo wordt het
contact met de bevolking tot
stand gebracht.
Het volk, waarvan hij zich
een vaststaand beeld had ge
vormd alle Zwitsers zijn
egoïstisch, alle Fransen on
verschillig valt uiteen in
mensen, in individuen.
Het plaatje, de cliché-fi
guur, vaak nog in kleder
dracht, komt tot leven, het
is een mens zoals hijzelf,
het heeft zijn eigen karak
ter, zijn eigen bijzonderhe
den.
Hoe lang heeft men de
Hollander niet voorgesteld
als een wijdgebroekt man
netje op klompen? Zolang
als de toerist alleen maar
ongewone dingen wilde zien.
Maar als hij door Volendam
heeft gelopen en Marken
heeft bezichtigd, dan is het
aardig geweest. Zelden blijft
een toerist langer dan één
dag in zo'n toeristencentrum
bij uitstek. Hij wil het ge
zien hebben, ook vandaag
nog, daarna wil hij mensen
leren kennen en dat is een
van de belangrijkste wezens
trekken van de mens van
vandaag.
Vroeger voerden dorpen
onderling vaak een verbeten
strijd, maar dergelijke con
troversen bestaan bij de
gratie van de afstand. Valt
de afstand weg, dan brok
kelt de vijandschap af.
Het is misschien niet eens
overdreven om te stellen, dat
de mensen, als ze elkaar
werkelijk goed kenden, geen
oorlog meer zouden willen
maken. Bij een oorlog is er
een bijna anonieme vijand
nodig, een schurk waarover
we in de krant lezen, die
we nooit in de ogen zien en
die we stelselmatig leren ha
ten.
Helaas zijn we nog niet zo
ver, dat we elkaar werkelijk
kennen. We merken nog al
tijd te veel details op en zien
die dan als kenmerk van het
geheel, maar het proces van
de toenadering is begonnen.
Vandaag de dag zal ook
niemand meer truitjes voor
de arme negerkinderen
breien, nee, als we offeren,
dan is het voor scholen, voor
middelen om een vak te le
ren, voor ziekenhuizen en
noodzakelijke voertuigen.
Ook dat is een symptoom.
H. Sw.
in de rots. Men moet veel moeite doenj tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiiiiiii
bij hoge autoriteiten vóór de sleutel in
het ijzeren hek gestoken wordt, want de
geweldige steenmassa's boven de graf
kamers dreigen langzaam maar zeker
het geheel te verpletteren en vele schil
deringen tonen dan ook reeds de sporen
van een druk, die door subtiele mate
rialen niet te weerstaan is. Als de
schoonste en lieftalligste der menselij
ke wezens wordt hier de vorstin in een
charmant wit gewaad geleid naar de
hemelvorsten. Osiris, Isis, Khéper,
Anubis en Knoem zullen haar welwillend
opnemen in hun rijk en de wijdgevleu-
gelde godin Maat zal haar overschadu
wen bij het afdalen van de trap haar
de dodenkamer. De pracht, de praal,
de macht en de heerschappij zijn ver
dwenen in de laatste woonst van deze
heerlijke vrouw met haar blozende wan
gen. Al duizenden jaren vermaakt zij
zich stil met haar schaakspel, en het
is alsof haar hand nog aarzelt de stuk
ken te beroeren.
MARIUS VAN BEEK
Kunststoffen, met name de plas
tics, hebben zich in de hedendaag
se wereld een onmisbare plaats
weten te verwerven, maar tege
lijk zijn de soorten plastic dusdanig in
omvang toegenomen dat de leek door
de bomen het bos niet meer ziet. Telt
men alles bij elkaar op dan komt men
op een totaal aantal variaties van
rond 50.000. De meest bekende zijn
polyvinylohloryde polyathyleen, po
lystyreen, bakeliet, ureum- en melami-
neharsen, en polyesters in kwantitatie
ve volgorde. In 1961 was het wereld-
verbruik ongeveer 6,5 miljoen ton, waar
van Amerika met 3 miljoen ton veruit
de grootste producent was. Niettemin
ligt dit land wat verbruik betreft ach
ter bij Duitsland, namelijk 11 en 12
kg per hoofd per jaar respectievelijk.
Enkele andere verbruikscijfers zijn:
Denemarken 8,5 kg; Engeland 7,5 kg;
Nederland 7,3 kg; Frankrijk 6,1 kg en
Japan 3,5 kg.
Petru Dimitriu, een in zijn vader
land Roemenië driemaal met een
staatsprijs voor literatuur onder
scheiden auteur, heeft na zijn
vlucht naar Frankrijk kennelijk een
opgekropt gemoed gelucht in „Ontmoe
ting bij het laatste oordeel". Een ro
man, die naar het heet ten dele auto
biografisch is, en waarin de schrijver
een fel-bewogen aanklacht richt tegen
de coterie, die in een dictatoriale staat
de lakens uitdeelt. Het regiem, of het
nu wel of niet Stalinistisch is, met al
zijn geïntrigeer en gesol met mense
lijke waarden, wordt onbarmhartig aan
de kaak gesteld. De zeer „gladde jon
gens" blijven in deze poel van misse
lijkheid bovendrijven. Ze weten hun zei
len bijtijds te verzetten en met de par
tij van koers te veranderen.
Dit alles en het langzaam groeien van
de overtuiging bij de hoofdpersoon, dat
vlucht ten koste van veel wat hem
lief is de enige heldhaftige oplos
sing is, maakt dit werk tot een aan
grijpend document humain. De schrij
ver is groots in zijn sarcasme: sobere
beschrijvingen van dolle, doch door de
bedrijvers serieus bedoelde situaties.
Opz.
N.a.v. Petru Dimitriu: Ontmoeting br
het laatste oordeel, uit het Frans ver
taald door Jan Harden berg. Ui tg. C. de
Boer jr. Hilversum.
eze drie slotzusters die niet ge
poseerd hebben voor de ca
mera maar er door zijn be
trapt, staan op een van de platen
uit het fotoboek „Vrouwen in ha
bijt", dat dezer dagen is versche
nen en dat wij reeds eerder, met
enkele foto's aankondigden. Dit fo
toboek is, geloven wij, als openlijk
getuigenis van het leven van slot
zusters, althans in Nederland, een
unicum. Het zegt in 170 foto's meer
en het zegt het directer en opener
dan volgeschreven bladzijden doen.
Tekst en foto's zijn van de foto
graaf Guus Bekooy uit Best, die
dagenlang in het historische kloos
ter van de Clarissen in Megen in
Brabant, met het volle vertrouwen
van de zusters, heeft mogen rond
gaan en de bewoonsters in hun doen
en laten heeft gadegeslagen.
Van de honderden foto's die ge
maakt zijn, werden er tenslotte 170
uitgekozen om dit boek zijn gestal
te te geven. Ze worden geboden
als foto's „die iets willen weerge
ven van de sfeer en een poging wil
len zijn te naderen tot het waarom
en de diepten van kloosterleven".
eze realiteit, dat vrouwen vrij
willig een dergelijk leven in
afzondering kiezen, uitslui
tend om hun Heer toe te be
horen, bestaat immers al 1700 jaar!
En wij leven nu in een tijd om af
te rekenen met nodeloze geheim
zinnigheid. Toch spreekt het van
zelf dat ook een fotoboek enige re
serve moet bewaren, ook al wil het
een openlijk getuigenis zijn. Die te
genstrijdigheid: openheid en toch
reserve, heeft men onzes inziens
niet altijd even gelukkig trachten
op te lossen door sommige afbeeldin
gen in klein formaat te houden of
door wazigheid of een nogal ondui
delijke afdruk. Dat komt hetgeen men
ermee wil uitdrukken niet altijd
ten goede.
Van de andere kant wordt, door
het ontbreken van verklaring bjj de
foto's de aandacht sterker op de uit
beelding gericht omdat van de eigen
fantasie van de beschouwer een
grote inleving wordt gevraagd. Het
boek dat Fl. 4.25 kost kan men be
stellen (plus 20 cent portokosten)
bij de zusters Clarissen te Megen,
giro 1073490. Het zal te verkrijgen
zjjn in de boekhandel die het per
raambiljet aankondigt.
A. Bgl.
Nefertari, de schoonste.