Expeditie naar Egypte en de Soedan (VI) Reizen de wordt menselijker souvenirjager wordt een wereldburger E Vrouwen in —habijt 50.000 soorten plastic Het wonder van Karnak en de poëzie van Nefertari's graf Ontmoeting bij het laatste oordeel I ZATERDAG 20 APRIL 1963 PAGINA 11 Midden tussen de dalen der felle okergele woestijn- bergen met de toppen als gespleten helmen tegen de hard blauwe hemel, ligt de terrassen- tempel van koningin Hatchepsout, de gevierde en gevreesde vorstin, die zich de goddelijke en wereld lijke machten had toegemeten en zich zelfs als mannelijke farao liet afbeelden. De omvang van deze tempel is zo groot, dat hij zelfs in de gigantische afmetingen van het landschap nog duidelijk spreekt. Helaas ebt de bewonde ring voor dit monument weg met iedere stap die men nader zet. Dit niet om de felle gouden zon, die de ogen doet toeknijpen, maar om de beminnelijke ondeskundig heid van restauraties die de tem pel hebben mismaakt tot een Soedkoop décor met smerig ge kleurd gips op de vele plaatsen ^aar de oorspronkelijke natuur steen ontbrak. dende hiTifTT1 vielen onder de sni> In een koetsje, bekleed als een minne-kamer van Lodewijk XIV, rij den we naar Luxor terug terwijl de zweep knalt over een hinkend oud paard. Gestrekt langs de oever van de Nijl, langs een boulevard, stre vend naar de Quai des Anglais, weer een reusachtig tempel-complex uit dezelfde bloeitijd. Memnon van de Grieken, Aménophis III en Ramses II hebben aan dit huis voor Amon gebouwd en één obelisk is als trouwe wachter overgebleven. Zijn broeder moet de glorie der Egyptische kunst vertegenwoordigen op de Place de la Concorde te Parijs. Hij staat daar tussen het voortrazend verkeer als soort krijgsgevangene een van DE BOUWWOEDE DER EGYPTISCHE VORSTEN De geschonden kolossen van Ramses I en II. Reeds Champollion en Lepsius had den de aandacht op de vervallen en ondergestoven tempel, die tevens als •uooster gebruikt was, gevestigd. Ma stte is honderd jaar geleden al met perste restauratie gereed gekomen 5" Poolse archeologen, die thans op net derde terras werkzaam zijn, vinden wssen het puin nog steeds brokstuk- die in het gips en het cement thuis „°ren. Toch heeft men tot 1897 gewerkt jMariette's stellingen omtrent de Juiste omvang van het monument aan e vullen en te corrigeren. Restaureren een moeilijk vak en iedere generatie ent het nu eenmaal beter te weten. Hatchepsout, die als een godin, mis- ep„'eh wel als een tweede Isis, het Wet even wilde ingaan, kon echter reoH?'j.dat haar gigantische schepping vprn °lrect na haar dood aan de eerste laar z-?u worden prijsgegeven. 22 haar u ,.2S geregeerd ten koste van rneirti13!,. oer' z°on van een harem- dooH ,le ?ls Thoutmosis III na haar Worn T?', d,e koninklijke waardigheid denu.or JG Een van z«n eerste da- tenisYft? vernieling van al haar heel de traür 0 de prachtige reliëfs in tekenen I'll steenhouwers. Deze He zün QmenseHjke verbeten rancu- bloeiend riikaf/Y symb°o1 voor het stuUen homGfW grootse en niet te schonden der vorsten. De ge- men nu noc alDUratleu ervan ervaart tenis. Het is schokkende gebeur- Pen dat de r,f~ ..moeilijk te begrij- de wil om te t?oo ke ®Pannmgen en gelegd konden d eraen altijd weer uit- bjke oorspronv T -11 van godde- sout als vorsen is Hatchep- zonder belanYriT t de vrede een bij een dynastie ri!i Tenwicht geweest in d«~ Hyksos geleerd1 had ten te winner had veldtoch- en schattingen' te^en*6 onderwerPen Iedere stap in dit oude Thebe con fronteert je weer met die weergaloze bloeiperiode en als je overrompeld door de grootsheid van de gigantische bouw werken en de mammouth-beelden huis waarts keert, is het goed daarna eerst weer eens een der grafkamers te be zoeken om de verstilde poëzie uit dat zelfde tijdperk te zien. Iedere terugkeer is als een nieuwe ervaring, die je tel- kens andere details openbaart. Men moet veel en aandachtig kunnen zien om werkelijk te beseffen dat de Egyp tische kunst niet zoals veel gemeend wordt alleen maar stoelt op een grandioos schema uit het begin van het Oude Rijk om daarna onveranderd als schablonen-kunst duizenden jaren voort te leven. Dan doemen de geweldige massa's der pylonen op tussen de palmbomen en de lemen huizen. Er zijn nog geen gammele koetsjes met afgeranselde paarden en de stenen rammen kijken met hun verminkte koppen droefgeestig over het asfalt naar elkaar. We schreeu wen een paar keer „Gafir" en slaperig komt hij met zijn sleutelbos aan. De hekken gaan open en de tempel ont vangt ons met zwermen tsjilpende vo gels tussen het woud van stenen zuilen. Bijna bedeesd lopen we (eigenlijk moet je hier schrijden) over de grote binnen plaats met Seti's tempeltje en de ge schonden kolossen van Ramses II en III; zien op naar de ene verlaten zuil die ongenaakbaar omhoog torent en dan zpn we in de grote hypostyle zaal waar je zo overweldigd wordt dat je niets anders kan doen dan neer hurken op een der basementen, omhoog turend naar die gigantische opstapeling van steen, het alles der oudheid overtref fend ritmisch wonder dat 23 meter hoog grijpt in de lucht en daar blokken der achitraaf draagt, die door geen honderd mannen te tillen zijn. De zuilen van het middenschip zijn het indrukwekkendst in hun krachtige gestalte, bekroond met de papyruskapitelen. Liefst 134 zuilen vormen hier een woud en bij iedere stap verspringt het perspectief. Men kan zeggen dat_.de Griekse tem pels van een meer zuivere en helder rationele conceptie zijn en door hun klaarheid de geest bevrijden. Dit is niet te loochenen, maar Egypte zou dan ook een geheel ander element aan de men selijke beschaving toevoegen en men moet dit land dan ook niet met logisch denkende Westerse geest benaderen, want dan lijkt alles vol tegenspraak' Is zelfs de godsdienst met de wonder lijke diersymbolen voor ons niet ge heel onbegrijpelijk, en riep hij al het de spotlust van Grieken en Romeinen op? De Egyptische geest was niet ex perimenteel gericht maar ging voort op verworvenheden, die dienstig waren ge bleken. In West-Europa heeft men in 100 jaar tientallen staatsvormen be leefd en de expressie in de kunst is in verhouding tot het Oosten zo individueel dat de verrichtingen der kunstenaars wispelturiger dan de meest onevenwich tige vrouw genoemd kunnen worden. Enerzijds is in Egypte geen probleem te zwaar om op te lossen. Hoe men hardstenen monolieten tot vijftig meter lengte kon uithakken, vervoeren, ver sieren en polijsten om ze daarna als obelisk op te richten is ons altijd nog een raadsel. Hoe men de enorme blokken der architrafen omhoog heeft gebracht blijft een vraag. Met het over bruggen van een spanning van 8 tot 9 meter scheen het ongelooflijke te zijn wonder, dat op onverklaarbare wijze goed bewaard is gebleven. Het is als een eerste vrijdragende constructie te betitelen en het vindt zijn weerga niet in de Egyptische architectuur. Uren kan men ronddwalen door dit complex, waaraan vele vorsten gebouwd hebben, elkaar aanvullend, elkaar naar de kroon stekend. Vóór negen uur moet men de grote wand met de veldslagen van koning Seti bezien, daarna komt het wonderlijke reliëf in de schaduw. De wand is zwaar beschadigd maar sommige stukken zijn nog als gave brokstukken aan de woedende dans van de tijd ontkomen. Prachtig is de af beelding van de koning, die met omge wend hoofd zijn zegewagen beklimt, terwijl de krachtige paarden reeds aan trekken. Het is alsof men de gespierde bekken van speeksel ziet druipen, zo realistisch en tevens zo fel in gecon centreerde spanning is dit tafereel verbeeld. Dan teruggaande naar de eerste py loon vinden we via de plaats waar hon derden reliëfs uit de bloeitijd van Teil- el Amarna (stukgeslagen en als opvul sel gebruikt bij de bouw van de tem pel) zijn gedeponeerd, de weg voor de beklimming om ongeveer 25 meter hoog te komen. Daar valt heel de structuur van een wereldwonder uiteen tot een vormeloze puinhoop. Men kan de grond plans wel terug vinden, maar de illusie ligt aan scherven. Geen maat en ver houding der gigantische zuilen is terug te vinden, overal brokstukken. Pylonen die nog een zekere structurele opbouw leken te hebben zijn tot vormeloze puin hopen verworden. In de verte schittert het water van het heilig meer als een zwembad, geen detail spreekt meer en zelfs de gloed van de geel-roze kalk steen en het als robijnen gloeiend gra niet is kleurloos geworden. Alleen de rammen liggen in het gelid en er is een wirwar van koetsjes omheen ge komen. Met druk gebarende gidsen stromen de toeristen toe en weldra gal men de bezwerende stemmen in het Arabisch, Frans, Engels, Amerikaans en Duits, verklarend en uitleggend door de ruimten. Een gafir met tulband en kleurige galabya ondersteunt gearmd een zwaarlijvige en hevig transpireren de Arherikaanse dame, die een onbe schrijflijke hoed draagt. Zijn eigen vrouw zal zich een dergelijke hoffe lijke bejegening niet kunnen indenken, maar zij offert dan ook geen rijk zoen offer aan bachschitsch. Als het geluid van een sjirpende krekel hoor je steeds heel zacht „messjeu". Waag het niet dan om te kijken, want er zit een klein meisje met vragend uitgestoken hand en bij het eerste glimlachje klit ze zich aan je vast, alle registers der aandoen lijke menselijkheid bespelend tot zij je een paar piasters heeft afgetroggeld. De gigantische opstapeling van steen, het alles overtreffende ritmische wonder van de tempel van Karnak. verricht, maar dan nog moest men een ruimte van meer dan 100 meter lengte volzetten met zuilen die in de basis soms een omvang kregen dat vijftig mensen erop plaats kunnen nemen. Hoe men by een dergelijke belasting zich anderzijds zo weinig zorgen kon maken om de fundering is ons een raadsel en het verval is er dikwijls aan te wijten. Eerst de Ptolomaïen zouden een gron diger studie van de bouwput maken en zie, de tempel van Edfou verheft zich n°T\ aJs 8en schier gaaf bouwwerk. De feestzaal van Thoutmosis met zijn strakke zuilen en naar alle kanten uit springende architraven, als een soort open voorhof, is een architecturaal Napoleon. llll'IIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIllllllllllliiiiilllllllllimilllllllllllllllllllllllllllllllimillMlllllllllllimillllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlillllllllllitiiiiHiKinuHiniminnnm,,,,,,,,!,,!!,,!,,!,,!,!,,,,,!,!,, De tempel is kleiner en minder gi gantisch dan die van Karnak, maar daardoor heeft mogelijk de schoonheid er meer kans gekregen zich blijvend, zelfs in de brokstukken, te vestigen. Een lelijke moderne moskee en het op dringerige bruine winterpalace trachten haar proporties te breken, maar de glo rie laat zich niet vermorzelen. De zwa re architectuur der Egyptische tempels is hier toch sprankelender en midden in de opbouw van de eerste hof staan nog de kleinere granieten zuilen van een cultuur, die mogelijk reeds duizend jaar over zich heen zag gaan vóór Ram ses haar inkapselde. Al vele eeuwen zit de vorst zwijgend voor zijn hof. Hij is in zwarte graniet gehouwen, terwijl hij zittend voor zich uitstaart, placiede en berustend. Maar ook is hij staande afgebeeld, in blokken die hijzelf in de groeven zou hebben gevonden, zo lui den de inscripties in het verre Assouan. Hij overziet zijn altijd zonnige wereld, waar hij macht en welstand voor zijn volk gebracht heeft. Zijn wereld, die begon te twijfelen aan de vaste stel ling dat er geen andere werelden be stonden. Maar als men overtuigd is van zijn krachtige gestalte, zijn machtige arm en zijn wijze geest, als men weet hoe rechtvaardig hij wel geweest is en hoe groot de werken zijn die hij heeft ver richt; als men verpletterd is door zijn imperium, dan moet men weer de stroom over varen om aan de andere oeyer jn het dal der Koninginnen af te dalen in het graf, dat hij voor zijn god delijke gemalin Nefertari liet houwen en blik op onze och tendlijke markt, een echt Hollands markt plein met een Gothisch stadhuis en een waaggebouw in renaissancestijl, zei me, dat ze er weer waren. Zes auto's met vreemde nummer borden: de eerste toeristen. Vroeger was het toerisme voor de meeste landen een economisch dessertj een toegift, tegenwoordig is het een fors hoofdgerecht, dat men node zou missen. Er worden intensieve campagnes gevoerd om de nomaden- stroom van de twintigste eeuw in de gewenste rich tingen te stuwen en een land als Zwitserland, dat op zo'n onprettige manier in het nieuws is gekomen, kan iedere dag een fik~e verlies post noteren. Nog altijd zijn het de plaatjes van zonnige zee stranden, bergmeren, be sneeuwde toppen en bloe menvelden, waarmee de reis bureaus de aandacht trek ken, maar als de toerist ge noeg bergtoppen, meren en zeeen heeft geslikt, als hij in musea een kunst-indigestie heeft opgedaan en onder lei ding van gidsen en reislei ders alle jaartallen van de oude en nieuwe geschiede nis door elkaar heeft ge haald, heeft hij eindelijk kans om een echte reiziger te worden. De souvernirjacht wordt gesloten: hij koopt geen Eifeltorentjes, geen koeiebel- len, geen Volendammer hui letjes, geen doosjes met „groeten uit X. of IJ." meer. Hij zoekt nog wel het ken merkende, maar niet het kenmerk, dat hem met een maximum aan slechte smaak en een minimum aan behoor lijk materiaal wordt opge drongen. Zijn belangstelling voor het nationale gerecht van het land, dat hij bezoekt, neemt toe. Om bij de Ne derlander op reis te blijven: hij vraagt niet meer naar een broodje met kaas of een biefstuk met gebakken aard appelen, nee, hij verorbert zonder blikken of blozen bouillabaisse, ravioli, gulasch en fondue, spijzen, die zijn vader en moeder, als ze al ooit op reis gingen, met diep wantrouwen bejegend zou den hebben. Hij wil iets meer weten van het land van zijn keuze dan een serie specialiteiten, waarmee hij vroeger het re laas van zijn bereisdheid had kunnen staven. Nu is het onbevredigend, dat de moderne autobaan hem als het ware „over" het land inplaats van erdoor voert. Hij ziet er alleen wat men hem wil tonen, het land zelf blijft vaak décor, ach tergrond, maar gelukkig is er de tent, de campingcar, die hij ergens midden in het vreemde gebied kan neerzet ten en vanwaaruit hij dan ware ontdekkingsreizen on derneemt. as hjj vroeger aange wezen op het hotel, waar men zich spe ciaal op zijn ontvangst had geprepareerd en waar het menu meest in het „es peranto der koks", het Frans, was opgesteld, tegenwoordig opereert hij in kleine win keltjes, waar hij, als hij de taal niet machtig is, zijn tong met armen en benen, met hoofdbewegingen, gelaats uitdrukkingen, kortom met heel zijn mimisch talent te hulp komt. Zo wordt het contact met de bevolking tot stand gebracht. Het volk, waarvan hij zich een vaststaand beeld had ge vormd alle Zwitsers zijn egoïstisch, alle Fransen on verschillig valt uiteen in mensen, in individuen. Het plaatje, de cliché-fi guur, vaak nog in kleder dracht, komt tot leven, het is een mens zoals hijzelf, het heeft zijn eigen karak ter, zijn eigen bijzonderhe den. Hoe lang heeft men de Hollander niet voorgesteld als een wijdgebroekt man netje op klompen? Zolang als de toerist alleen maar ongewone dingen wilde zien. Maar als hij door Volendam heeft gelopen en Marken heeft bezichtigd, dan is het aardig geweest. Zelden blijft een toerist langer dan één dag in zo'n toeristencentrum bij uitstek. Hij wil het ge zien hebben, ook vandaag nog, daarna wil hij mensen leren kennen en dat is een van de belangrijkste wezens trekken van de mens van vandaag. Vroeger voerden dorpen onderling vaak een verbeten strijd, maar dergelijke con troversen bestaan bij de gratie van de afstand. Valt de afstand weg, dan brok kelt de vijandschap af. Het is misschien niet eens overdreven om te stellen, dat de mensen, als ze elkaar werkelijk goed kenden, geen oorlog meer zouden willen maken. Bij een oorlog is er een bijna anonieme vijand nodig, een schurk waarover we in de krant lezen, die we nooit in de ogen zien en die we stelselmatig leren ha ten. Helaas zijn we nog niet zo ver, dat we elkaar werkelijk kennen. We merken nog al tijd te veel details op en zien die dan als kenmerk van het geheel, maar het proces van de toenadering is begonnen. Vandaag de dag zal ook niemand meer truitjes voor de arme negerkinderen breien, nee, als we offeren, dan is het voor scholen, voor middelen om een vak te le ren, voor ziekenhuizen en noodzakelijke voertuigen. Ook dat is een symptoom. H. Sw. in de rots. Men moet veel moeite doenj tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiiiiiii bij hoge autoriteiten vóór de sleutel in het ijzeren hek gestoken wordt, want de geweldige steenmassa's boven de graf kamers dreigen langzaam maar zeker het geheel te verpletteren en vele schil deringen tonen dan ook reeds de sporen van een druk, die door subtiele mate rialen niet te weerstaan is. Als de schoonste en lieftalligste der menselij ke wezens wordt hier de vorstin in een charmant wit gewaad geleid naar de hemelvorsten. Osiris, Isis, Khéper, Anubis en Knoem zullen haar welwillend opnemen in hun rijk en de wijdgevleu- gelde godin Maat zal haar overschadu wen bij het afdalen van de trap haar de dodenkamer. De pracht, de praal, de macht en de heerschappij zijn ver dwenen in de laatste woonst van deze heerlijke vrouw met haar blozende wan gen. Al duizenden jaren vermaakt zij zich stil met haar schaakspel, en het is alsof haar hand nog aarzelt de stuk ken te beroeren. MARIUS VAN BEEK Kunststoffen, met name de plas tics, hebben zich in de hedendaag se wereld een onmisbare plaats weten te verwerven, maar tege lijk zijn de soorten plastic dusdanig in omvang toegenomen dat de leek door de bomen het bos niet meer ziet. Telt men alles bij elkaar op dan komt men op een totaal aantal variaties van rond 50.000. De meest bekende zijn polyvinylohloryde polyathyleen, po lystyreen, bakeliet, ureum- en melami- neharsen, en polyesters in kwantitatie ve volgorde. In 1961 was het wereld- verbruik ongeveer 6,5 miljoen ton, waar van Amerika met 3 miljoen ton veruit de grootste producent was. Niettemin ligt dit land wat verbruik betreft ach ter bij Duitsland, namelijk 11 en 12 kg per hoofd per jaar respectievelijk. Enkele andere verbruikscijfers zijn: Denemarken 8,5 kg; Engeland 7,5 kg; Nederland 7,3 kg; Frankrijk 6,1 kg en Japan 3,5 kg. Petru Dimitriu, een in zijn vader land Roemenië driemaal met een staatsprijs voor literatuur onder scheiden auteur, heeft na zijn vlucht naar Frankrijk kennelijk een opgekropt gemoed gelucht in „Ontmoe ting bij het laatste oordeel". Een ro man, die naar het heet ten dele auto biografisch is, en waarin de schrijver een fel-bewogen aanklacht richt tegen de coterie, die in een dictatoriale staat de lakens uitdeelt. Het regiem, of het nu wel of niet Stalinistisch is, met al zijn geïntrigeer en gesol met mense lijke waarden, wordt onbarmhartig aan de kaak gesteld. De zeer „gladde jon gens" blijven in deze poel van misse lijkheid bovendrijven. Ze weten hun zei len bijtijds te verzetten en met de par tij van koers te veranderen. Dit alles en het langzaam groeien van de overtuiging bij de hoofdpersoon, dat vlucht ten koste van veel wat hem lief is de enige heldhaftige oplos sing is, maakt dit werk tot een aan grijpend document humain. De schrij ver is groots in zijn sarcasme: sobere beschrijvingen van dolle, doch door de bedrijvers serieus bedoelde situaties. Opz. N.a.v. Petru Dimitriu: Ontmoeting br het laatste oordeel, uit het Frans ver taald door Jan Harden berg. Ui tg. C. de Boer jr. Hilversum. eze drie slotzusters die niet ge poseerd hebben voor de ca mera maar er door zijn be trapt, staan op een van de platen uit het fotoboek „Vrouwen in ha bijt", dat dezer dagen is versche nen en dat wij reeds eerder, met enkele foto's aankondigden. Dit fo toboek is, geloven wij, als openlijk getuigenis van het leven van slot zusters, althans in Nederland, een unicum. Het zegt in 170 foto's meer en het zegt het directer en opener dan volgeschreven bladzijden doen. Tekst en foto's zijn van de foto graaf Guus Bekooy uit Best, die dagenlang in het historische kloos ter van de Clarissen in Megen in Brabant, met het volle vertrouwen van de zusters, heeft mogen rond gaan en de bewoonsters in hun doen en laten heeft gadegeslagen. Van de honderden foto's die ge maakt zijn, werden er tenslotte 170 uitgekozen om dit boek zijn gestal te te geven. Ze worden geboden als foto's „die iets willen weerge ven van de sfeer en een poging wil len zijn te naderen tot het waarom en de diepten van kloosterleven". eze realiteit, dat vrouwen vrij willig een dergelijk leven in afzondering kiezen, uitslui tend om hun Heer toe te be horen, bestaat immers al 1700 jaar! En wij leven nu in een tijd om af te rekenen met nodeloze geheim zinnigheid. Toch spreekt het van zelf dat ook een fotoboek enige re serve moet bewaren, ook al wil het een openlijk getuigenis zijn. Die te genstrijdigheid: openheid en toch reserve, heeft men onzes inziens niet altijd even gelukkig trachten op te lossen door sommige afbeeldin gen in klein formaat te houden of door wazigheid of een nogal ondui delijke afdruk. Dat komt hetgeen men ermee wil uitdrukken niet altijd ten goede. Van de andere kant wordt, door het ontbreken van verklaring bjj de foto's de aandacht sterker op de uit beelding gericht omdat van de eigen fantasie van de beschouwer een grote inleving wordt gevraagd. Het boek dat Fl. 4.25 kost kan men be stellen (plus 20 cent portokosten) bij de zusters Clarissen te Megen, giro 1073490. Het zal te verkrijgen zjjn in de boekhandel die het per raambiljet aankondigt. A. Bgl. Nefertari, de schoonste.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 11