HET RAADSEL ECIL Alfredo 6 DE FLUIT MET ZES SMURFEN moo ra in di i Moskee Hoe de eerste Tuinkabouter in de wereld kwam N Legende van het Noorderlicht Paleis van „den Coninck van Hispanjen" EXAMENS SI Altijd geld bij de hand 'J m martin ZATERDAG 4 MEI 1963 PAGINA 19 BIC. DE NOORMAN dat /s re h/s/m/g.' we mes - KVK! DAAR BUITEKf 2c/A/ £7e... D/A/eeS... SPULLEH.. HELP! JOMAN! P/B.-P/PBEMET! KOM VLUG!! Êkm i f A M f door M ONS V*- Terugkerende naar hun mannen, bemerkt Erie een trieste uit drukking op Aldors gelaat en wanneer hij hem naar de reden daar van vraagt, vertelt de aanvoerder der vogelvrijen, dat nog enkelen van zijn getrouwen zich op de koningsburcht bevinden. „Wanneer wij hiorgen zouden aanvallen, is er geen kans meer om hen te helpen en dan zijn zij verloren," merkt Aldor op. „Het zijn mijn trouwste mak- Kers en zij behoren tot de dappersten". Eric knikt. „Dat moet wel, als je je zo in het hol van de beer waagt. Goed, dan stellen we de aanval hit. Ik denk dat het voornamelijk de lijfwacht van Wuffa, onder aan voering van Harg is, die tot het uiterste zal willen vechten. Wie weet wat er gebeurt, als we de overigen in de burcht de vrijheid beloven, wanneer ze Harg en zijn troep uitleveren." Dat idee vindt bijval en de volgende morgen rijdt Eric tot binnen gehoorsafstand van de burcht. „Het hele volk van Radwold is in opstand gekomen, roept hij. „Jullie burcht is omsingeld, duizenden zijn verzameld en wachten slechts op het teken voor de aanval. Lever Harg en de overige lijf wacht uit en alle andere bewoners van de burcht worden gespaard." „Vraag of die kerel wat dichterbij wil komen om beter te kunnen over leggen," snauwt Harg een van zijn mannen toe. „Dan zal ik hem een gepast antwoord geven, hehehe!" Als de Noorman langzaam zijn paard vooruit drijft, heft Harg bliksemsnel zijn boog en fluistert: „Houd hem aan de praat, dan geef ik hem de volle laag." AMTERDAM, 2 mei Aan de uni versiteit van Amsterdam zijn geslaagd Voor de examens: kandidaats soc. Aardrijkskunde de heer W. A. Èttema 'Amsterdam), kandidaats fys. aard rijkskunde de heren B. Voskuyl (Dor drecht) en J. D. Nieuwenhuis (Amster- Sam)kandidaatsexamen geneeskunde 2e deel: J. B. Flik, J. E. M. v. d Kun, mej. J. E. Schreuder, mej. M. C. Vermeulen (Amsterdam) en Th. van Joost (Bussum). NIJMEGEN, l mei Aan de katho lieke universiteit te Nijmegen zijn ge slaagd voor het examen: kandidaats rechten: de heren E. G. J. M. Bo- gaerts (Vught), J. Th. Duynstee (Den Haag) en J. Nollen (Raamsdonkveer). LEIDEN, 2 mei Aan de rijksuni versiteit te Leiden zijn geslaagd voor de examens: kandidaats kunstgeschie denis: mej A. P. E. Ruempol (Delft); doctoraal kunstgeschiedenis: mej. M. (Aerdenhout); doctoraal doctoraal schei JS Schelles (Leiden); I A?rheiI™<le: w. A. M. den Tonkelaat (Voorburg); kandidaats wis- en natuurkunde; mej. H. Wolters (Den t Kaper (Leiden), mej. M. t -f,AdJink en E- H. Koen (beiden Leiden)M. J. v. d. Wiel (Leiderdorp) S K. Miedema en W. K. Boehmer (beiden Leiden), mej. A. A. M. van de Kamp, mej. M. de Graaf en de heer P. Brederoo (allen Leiden). ROTTERDAM, 4 mei Kand. econ. wetensch.: de heren W. A. M. Kok, H. Ph. Elzerman, J. D. Mulder, A. Kuyvenhoven, D. J. Leij allen Rotter dam en P. A. Slors, Soest- doet. econ. Wetensch.: de heren B. M. Veenhof, Deventer en G. S. baron van Soetse- laer, Rotterdam. COPENHAGtN MOCO BEK/ M/L/STEMS T/EMDU/2EMD MOD/G.' WE ZULCEM MET ZO DOEM: LAAT \JOU EEM DEEL UAM D/T GELD Ol/EB OM yJOUW DB/EDU/ZEMD MAM U/T TE Ba STEM... /M GA MET DE EEST MAAB MET BU/TEAJLAMD OM MUUBL/MGEM AAM TE H/EBl/EM. MOE U/MD i/E DAT UWG DE 'BOTE SMUBP SMOBEEM! AAMSTOMDSi UAMAVOMD GA /e /M GBAUE- L/MGEM AAM boobdJ U/TSTEKEUQi WAMMEEB GA i/E WEG 7 Mmm (Advertentie) Beschikking over kasgelden zonder zorg voor het beheer, zonder hoofdbrekens voor het veilig bewaren, biedt het aanhouden van een saldo In rekening-courant bil de Kas-Assoclatle. Wilt U de vruchten van Uw arbeid goed beleggen, dan bent U bij deze instelling ook aan het goede adres. Financiële experts adviseren U en alle orders *ln verband met Uw effectenportefeullle worden door ons verzorgd, desgewenst vla een door U aan te wijzen commissionair. KAS-ASSOCIAT1E n.v. Spulstraat f72, Amsterdam VOLLEDIGE BANKSERWCE MET GOUDOMRANDE ZEKERHEID BETALEN BEWAREN BEHEREN sten en uitgaven. Je zou het een soort huishoud boekje kunnen noemen. „Hier staat bijvoorbeeld, dat hjj aan een zekere Moelwi vierhonderd gulden heeft betaald. En hier, vivo v?msi?ec.teur Perquin klauterde, onder een he- een weer in Clementine, gevolgd door hoofdschuddende brigadier Steenslag. HOOFDSTUK XVII Einde van de jacht braniw t <r,e avond en de daaropvolgende morgen foon No Pecteur Perquin door aan de tele- dat "hH d 6en poos)e werd hij er zich van bewust Die ichi n. Viri ~~A de imarvT0 .wind hiee had. Ën dat de moord op geweoot ei§enhjk een geluk bij een ongeluk was zo scbrvi-i^a? zon(3er deze voor juffrouw Freeriks hoocstrSo^t u--g,?beurtenis zou bij bepaalde dingen hoogstwaarschijnlijk nooit te weten zijn gekomen. boestmfr! rt pIhLtrok hÜ met Clementine en de nodige voor wicWA een goede vriend in Leiden Na Hp nniio), Arabische schrift geen geheimen had. hii allppc verwPten te hebben geïncasseerd, dat Voor de znvopiot' als iets gedaan wou krijgen en eruit 7onil eiste maal te hebben gehoord, dat hij stoel eenivit &eest. werd hij in een gemakkelijke en pol r9et een grote kop hete zwarte koffie behaao-iuw? sigaretten naast zich en wachtte zo in glijke rust op de dingen die komen gingen. bekekor, vr?end het papiertje van alle kanten had- hlaken .'.o hW' dat bet deel scheen uit te van een reeks n.otities. Notities over inkom- dat hij van een zekere Hassan tweehonderdvijfen- zeventi-g daarvan heeft teruggekregen. Dat schijnt dus een zaakje voor gemeenschappelijke rekening te zlJh. geweest, waarbij bet leeuwendeel van het be nodigde geld gefourneerd werd door een zekere Has san. Of het winst heeft opgeleverd kan ik uit dat afgescheurde vodje niet opmaken. Er schijnt ook nog iemand anders bij betrokken te zijn geweest, een zekere Chad. Dat lijkt me een afkorting. Maar of die nu geld verstrekt heeft of goederen geleverd, kan ik uit wat ik aan gegevens tot mijn beschikking heb, met opmaken. Een oind verder wordt nog wel een bedrag genoemd. Maar dat is zo'n onwaarschijn lijk grote sorm dat het met die transactie met Moel wi wel mets te maken zal hebben. O, ja, er moet oc»k nog een tweede transactie zijn geweest, die Moelwi drie mille opbracht. De eigenaar van het huishoudboekje schpnt dat teveel te hebben gevon den. Hp schrpft tenminste een paar dingen die alles behalve vleiend zijn voor deze zakenrelatie en zijn verwanten in de opgaande lijn. Ik ben bang, beste kerel, dat je hier niet erg veel aan hebt. Ik veronderstel dat dat stukje papier afkomstig is van de een of andere Algerijnse kleden- venter." Over zijn brilleglazen keek hg Perquin veront schuldigend aan. „Integendeel," zei deze enthousiast, „ik heb er geweldig veel aan. Je hebt mj geholpen éen zaak terang te krijgen, waarin ik een tijd lang geen licht zag. Strikt genomen, heb je mpn leven gered, want nu kan ik over een paar dagen maken dat ik weg kom uit deze kou en mist en regen." „Blijf je niet eten?" „Neen, ik ben er zeker van, dat er in Amsterdam iemand op me zit te wachten. Je neemt het mii, hoop ik, niet kwalijk. Ik heb het zo druk als een klein baasje." „Natuurlijk niet. Doe Susanne onze groeten. Als je haar tenminste nog wel eens ziet." „Dat is niet aardig van je, Kees. Susanne..." „Is een heel charmante en heel geduldige vrouw." Perquin had goed getipt. Toen hp in Amsterdam teruggekeerd, op het bureau kwam, zat daar tussen twee forse politiemannen een klein, gespierd heel donker mannetje met een platgeslagen neus, die angstig rondkeek alsof hp een gaatje zocht om te ontsnappen. „Zo, Moelwi," zei hoofdinspecteur Perquin. „De schuit was net binnen, uit Hamburg, inspec teur," zei een van de agenten „We hebben hem om zo te zeggen kersvers van boord geplukt." „Juist," antwoordde Perquin en boog zich met een snelle beweging voorover naar het mannetje, dat achteruit deinsde. „Spreek je Vlaams? Neen? Frans?" De man knikte toestemmend en begon in slecht maar rad Frans zich te beklagen over zijn arresta tie, die hg onwettig noemde. De inspecteur scheen te vergeten, dat een arme Afrikaan tegenwoordig ook rechten had. „Ja, net zoveel rechten en precies dezelfde rech ten als ieder ander. Dat nebben hier trouwens alle mensen. En dat dateert niet van vandaag of gis teren. Alle mensen hebben hier dezelfde rechten. En alle mensen krpgen dezelfde straffen voor dezelfde misdaden. Compris?" „Ik weet niet, wat u bedoelt, m'sieu. Ik weet van geen misdaden," zei de kleine man. Hp haalde een zakdoekje uit de mouw van zyn dandieus pak en veegde er precieus mee langs zpn lippen Perquin zag de hand met de ontbrekende duim en er schoot hem iets te binnen dat dokter Van Maastrigt na de sectie op Welmoet de Pauw had ge zegd. De moordenaar had die halsslagader niet zo als je zou verwachten met de duim. maar met de middelvinger dichtgedrukt. „Jou schoft," zpn stem beefde van onderdrukte woede jou fielt, wat had dat arme kind je ooit ge daan?" tanden vandaan en streek langs de lippen van de man. „Ik... Ik beeriio u niet, m'sieu," zei hg. (Wordt vervolgd) V&'fiWAVV.VtóV.VV.V.VVi t u de mensen hun tuinen en tuin- tjes weer in orde gaan maken, zie je hier en daar in het gras of tussen de bloemen van die stenen tuinkabouters staan. Hoe zouden de mensen nu op het idee gekomen zijn, om stenen tuinkabouters te maken? Dat zal ik je eens vertellen. Het is eigen- lpk gekomen door Platvoet de potten- bakker Platvoet was een vrolijke, vriendelpke man, die prachtige schalen, kruiken en potten kon bakken. Hii maakte ze van pottenbakkersklei en bakte ze in de oven. En op alle kruiken en kannetjes, bordjes en bekers, schalen, potten en tegeltjes streek Platvoet de pottenbak ker de mooiste kleuren die je je maar voor kunt stellen. Het rood had de kleur van de rode roos, het geel van de bo terbloem en het blauw van de bloem van het koren. Het groen had de kleur van het gras in de lente. Het wit was als sneeuw en het zwart was als steen kool of katjesdrop. Uit heel de wereld kwamen de mensen naar het huis van Platvoet de pottenbakker om er bor den, schalen en kannetjes te kopen. En de pottenbakker kneedde, bakte en schilderde, terwgi hp van plezier om alle mooie dingen 'n liedje zong. Nu was er 'n kabouter, die dikwpls stilletjes de werkplaats van de pottenbakker bin nensloop, om er de kunst van het pot tenbakken af te kpken. Vanuit zpn hoekje gluurde de kabouter naar Plat voet en dan dacht hpwat hp kan, moet ik toch óók kunnen! Het ziet er zo gemakkelpk uit. Ik ga het straks nog eens proberen. Maar als de kabou ter in zijn eigen huis, diep onder de grond kwam, zat hp maar vreemd te kpken. Hg kneedde zpn kleine vingers door de pottenbakkersklei. Hp deed precies wat hp Platvoet de pottenbakker had zien doen. En toch wou het niet lukken. Nu zou het ver standig geweest zgn, als de kabouter aan de pottenbakker gevraagd had: lie ve Platvoet, wil je me de kunst van het pottenbakken leren? Maar dat deed de kabouter niet. Hij was te trots om aan een mens een gunst te vragen. Hg ging liever stilletjes zitten gluren, zonder dat de pottenbakker er iets van wist. Natuurigk was het jammer voor de ka bouter, dat het maar niet lukken wou, om de kunst helemaal goed af te kij ken. Hoe hij ook zpn best deed, hij kon het niet. Zpn potjes werden scheef, zijn schalen krom, zpn kannetjes bleven niet staan, het leek allemaal nergens op. Toen werd de kabouter boos. Hg kon niet uitstaan, dat de pottenbakker Een Lappenpaar suisde door de stra lende sterrennacht. De wereld was wit om hen heen. De bellen tinkelden en het licht van de lantarens zwaaide heen en weer. Kleine Karin zat tussen haar vader en moeder warm ingepakt in de slee. Toen kwam de Dromen- man over de bergen gegaan. Hij had zijn wijde nevelmatei aan. Toen zeiden Knud en Laila, dat waren de vader en moeder van Karin, „We zullen hier ons leger op gaan slaan." Ze maakten een groot mooi vuur en een tent voor de nacht en wensten toen kleine Karin goede nacht. En Karin lag bij het vuur en keek in de grote sterrennacht om zich heen. Moeder roerde de brembo- rie (een soort soep) boven het vuur en ze zong zo blij en zacht. En vader brandde boven op bergen een groot vuur om de berggeest gunstig te stemmen voor de nacht. (Hoewel de Lappen ge kerstend zijn hebben ze nog enkele ge bruiken uit hun vroeger bijgeloof over gehouden. Ze vrezen een onheil als ze zich daar niet aan houden.) Heei in de verte luidt een klok. Een kindeke is geboren. Toen is die kleine Karin op een rendier heel snel als de steppenwind zo snel naar de Nacht mis gegaan. En met het steppenvolk tezaam, is ze ook te communie gegaan. En de winden die zongen, ze zongen zo zacht. Een wonder gebeurt er vannacht. Toen lag die Karin weer bij 't vuur. En vader en moeder die sliepen allang. Toen viel een ster omlaag. Het was een diamanten ster, een grote diamant. Het kleine Lappenkind is rijk, zo rijk als geen in 't land. Toen kwam een ijskoude nevel aan. „Wie bent u" zo vroeg het kind. „Ik ben de sneeuwenvrouw. Ik ben een witte wolkennevel. Ik ben eenzaam en alleen. Soms in ijskoude nachten waag ik mij tot diclit bij de woningen der mensen om hun mooie warme vu ren te zien en hun geluk, want ik ben koud. Hagel breng ik en nevel en sneeuw en iedereen vlucht weg van mij. Toen strekte ze haar hand uit naar de diamant. Ze smeekte: „Geef mij dat mooie licht. Daar smelt ik niet van." (Als de sneeuwenvrouw, die van sneeuw en ijs is bij warmte komt smelt ze natuurlijk.) En de Lappentent was zacht ver licht door de vonkjes uit de diamant die glanste door de nacht. En de rendieren en de wolven en de witte beren, die uit hun holen wa ren gekomen, omdat de wind gezegd had, dat er een wonder zou gebeuren. Allen luisterden ze en keken. En toen gaf het lieve Lappenkind de grote ster, de grote diamant. De sneeuwenvrouw vroor de diamant aan een lange tak, zodat ze een ster- relicht had, net als met Driekoningen weet je en snelde heen. En haar gie stem, net als de echo - -7 1! 2-. de haar schort met sterretjes, met ster retjes van diamant en ze waren de rijk ste Lappen, de rpkste Lappen van 't hele land. Toen suisden ze verder in hun warme slee door de mooie witte wereld En de sterren twinkelden en keken omlaag. En het Lappenmeisje wuifde met haar handje omhoog telkens als het Noor derlicht flakkerde en ze riep: „Dag sneeuwenvrouw." UI verstierf haar juichkreet in de witte vriezende step- penlucht... En in de grote eenzame nachten als de Lappen met hun sleden over de steppen jagen onder de stralende ster ren vertellen ze over het kind Karin, dat de sterrendiamant gaf aan de sneeuwenvrouw. En dat is de legende van het Noorderlicht. BENITA SOLARI zoveel mooier werken kon dan hg. En op 'n nacht sloop hg de werkplaats van Platvoet binnen, om iets heel lelpks te doen. Hg ging met de verf knoeien. Hp deed een druppeltje zwart in het roze rood. En een druppeltje wit in het bo- terbloemgeel. En in het korenbloe- menblauw liet hp een druppeltje rode verf vallen. In het groen van het lente- fras morste hp blauw. En in het wit eed hp van alles 'n heel klein beetje. Zo kwam het, dat Platvoet de volgende dag helemaal geen mooie kleuren op zijn potten en schalen kon strijken. De pottenbakker knipperde met ziin ogen. Zie ik dat goed? zei hp. Is dat mijn rozerood, mijn korenblauw en mpn groen van lentegras? Is dat mgn wit-als-sneeuw en mgn geel-als-boterbloemen? Zouden mijn ogen soms slechter worden, dat ik het niet goed meer zie? Maar toen de klanten kwamen, merk te Platvoet dat zpn ogen nog best in orde waren. Ze zeiden allemaal: maar pottenbakker, waar zpn jouw mooie frisse kleurtjes nu? Jouw rood van de rode rozen, jouw geel van de boterbloe men, jouw blauw van de bloemen van het koren, jouw groen van het le le gras en jouw wit van de sneeuw? Wa zgn jouw kleuren lelpk vandaag! Ik begrpp het niet! zuchtte de pottenbak ker. En die avond maakte hp al zijn verf- potjes schoon en mengde hp zpn nieuwe rode, blauwe, gele, groene en witte verf. Maar 's nachts kwam de kabouter weer terug om alles te bederven. Arme Plat voet de pottenbakker, hp wist zich geen raad! Hoe komt het toch, dat mij: kleurtjes 's morgens toch zo lelpk zijn, zuchtte hp. De kabouter hoorde het en hfl dacht: ik moet opassen dat Platvoet mij niet ziet. Want wat zal hp dan boos op me zgn! Op een avond, toen de pottenbakker weer nieuwe verf in zpn potjes had gedaan, en de kabouter in zpn hoekje stil stond te wachten, gebeurde er iets, waarop de kabouter niet gerekend had. De pottenbakker was verdrietig. Hp zag al die prachtige frisse kleurtjes en hp was bang dat ze de volgende morgen weer allemaal bedorven zouden zijn. Er rolde een traan langs zpn neus. En nóg een. De pottenbakker trok zijn zak doek uit zpn zak. Maar meteen wipte er een centje uit zpn broekzak, dat door de werkplaats rolde en precies in het hoekje van de kabouter terecht kwam. Platvoet de pottenbakker liep het centje achterna en toen hg zich bukte om het op te rapen, zag hii de kabouter. De kabouter, die stokstpf van schrik in zp'n hoek stond! Hela, bromde Plat voet. Is dat een écht kaboutertje? Platvoet pakte hem beet en bekeek hem aan alle kanten. Maar de kabouter was zó van streek dat hp zich helemaal niet meer bewegen kon. Nog niet toen de pottenbakker ermee schudde. Het is ze ker geen echte kabouter, maar 'n na gemaakte, zei Platvoet. Hoe komt dat ding In mbn werkplaats? Hp ziet er trouwens een beetje verschoten uit. Wacht, ik heb toch nieuwe verf In mijn potjes zitten. Ik schilder hem 'n beetje op, voor de aardigheid. Toen begon de pottenbakker de stoute kabouter op te schilderen. Hp kreeg een muts van het zuiverste rozerood, een bloesje van bo- terbloemgeel en een broek die zo groen was als het gras in de lente. Hij kreeg een schortje voor van korenbloeme- blauw en zijn baard werd wit als sneeuw. De pottenbakker begon te la chen, toen hg zag hoe mooi de kabou ter geworden was. Hp zette hem in zijn tuintje, tussen de geraniums. En de ka bouter was nog altpd zó erg ontdaan, dat hg geen vin kon verroeren. Het duurde nog wel een week, voor hg ein- delpk van de schrik was bekomen en hard, heel hard weg kon lopen uit het tuintje van de pottenbakker. Maar in die tussentpd hadden de mensen van het dorp de tuinkabouter gezien en ze had den gezegd: wat leuk is dat! Zoiets zouden we ook wel eens kunnen laten maken! Zo zijn de tuinkabouters in de wereld gekomen. De pottenbakker vond 't wel 'n beetje jammer, toen hp op 'n morgen bemerkte dat zgn tuinka bouter verdwenen was. Maar hp treur de er niet om. Hp was veel te blp, om dat zpn kleintjes weer even mooi als vroeger waren. En dat zijn ze geble ven óók, want de kabouter is nooit en nooit meer teruggeweest! LEA SMULDERS Het „Noorderlicht" is eigenlijk noord- poollicht en is een verschijnsel in de noordpoollanden. van de wind over de bergen, zegende het kind. Voort voort pit de sneeuwen vrouw door wolken mist en hagel, sneeuw en nevels. Kriskras zigzag zwaait ze, rent ze, zwaait ze met haar schitterlicht, maakt schitterlichtjes voor 't gezicht en dat nu werd het Noorder licht... „Het Noorderlicht is geboren" gier de de steppenwind. De vader en moe der van het Lappenkind kwamen naar buiten, want het Noorderlicht flakker de en de hemel straalde van sterren. Miljoenen flonkersterretjes en schit terlichtjes schoten van de grote dia manten ster. Zo zwaaide de sneeuwen vrouw haar licht „Het Noorderlicht is geboren" gierde de steppenwind. En de miljoenen sterretjes werden de melk weg waarover de Engeltjes naar God gaan. En een paar flonkersterretjes vie len op de aarde neer. De Lappenvrouw raapte ze op. En nu waren de Lappen rpk. Want ze vul- Zjjvleugel van het sombere „Escoriaal". Je weet zeker van school dat met ,,den Coninck van Hispanjen" Philips II van Spanje wordt bedoeld. Philips was de zoon van Keizer Ka- rel V. Door de troonsafstand van Ka- rel V ging de heerschappp van Spanje, zpn rpke koloniën en ook de Neder landen op hem over. Hg kon zich toen de machtigste rgkste en geduchtste vorst van Europa noemen. Deze maand is het vierhonderd jaar geleden dat Philips II op veertig kilo meter afstand van Madrid een enorm paleis liet bouwen, het „Escoriaal" ge naamd. Deze Spaanse naam is afkom stig van „escorios" dat betekent „gzer- slakken". Op die plaats waren vroe ger hoogovens gevestigd, waarvan ve le resten van gzerslakken waren ach tergebleven. Het paleis ligt geheel apart in het gebergte en is gebouwd van granieten steenblokken. Alles is zowat van gra nietsteen gemaakt, zelfs de raamkozp- nen en de deurposten. Het gebouw is 200 meter lang en 160 meter breed en bevat twee en twin tig binnenplaatsen, bovendien talrpke kamers en gangen. Er is een prachtige kerk in dit pa- leis-klooster met zeer mooie schilderp- en van beroemde meesters. Onder het hoogaltaar is een kapel, waar de Spaanse koningen begraven liggen. Ook Karei V ligt daar begra ven. PHILIPS II In dit sombere paleis bracht Philips de meeste tgd van het jaar door. Toen hij zpn einde voelde naderen vertoefde Philips te Madrid, maar hg liet zich naar het Escoriaal brengen om daar te sterven. Het Escoriaal bezit ook een uitgebrei de bibliotheek met waardevolle boek werken en handschriften. Zo rust dus „Den Coninck van His panjen" in zpn eigen paleis, dat groot en somber in de omgeving van kale steenrotsen staat. Het palels van Philips II.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 19