HET RAADSEL ECIL
Alfredo
6
DE FLUIT MET ZES SMURFEN
moo
ra in
di
i Moskee
Hoe de eerste Tuinkabouter
in de wereld kwam
N
Legende van het Noorderlicht
Paleis van „den Coninck
van Hispanjen"
EXAMENS
SI
Altijd
geld
bij de
hand
'J
m
martin
ZATERDAG 4 MEI 1963
PAGINA 19
BIC. DE NOORMAN
dat /s re h/s/m/g.' we mes -
KVK! DAAR
BUITEKf 2c/A/ £7e...
D/A/eeS... SPULLEH..
HELP! JOMAN!
P/B.-P/PBEMET!
KOM VLUG!!
Êkm
i
f
A M f
door
M ONS
V*- Terugkerende naar hun mannen, bemerkt Erie een trieste uit
drukking op Aldors gelaat en wanneer hij hem naar de reden daar
van vraagt, vertelt de aanvoerder der vogelvrijen, dat nog enkelen
van zijn getrouwen zich op de koningsburcht bevinden. „Wanneer wij
hiorgen zouden aanvallen, is er geen kans meer om hen te helpen en
dan zijn zij verloren," merkt Aldor op. „Het zijn mijn trouwste mak-
Kers en zij behoren tot de dappersten". Eric knikt. „Dat moet wel, als
je je zo in het hol van de beer waagt. Goed, dan stellen we de aanval
hit. Ik denk dat het voornamelijk de lijfwacht van Wuffa, onder aan
voering van Harg is, die tot het uiterste zal willen vechten. Wie weet
wat er gebeurt, als we de overigen in de burcht de vrijheid beloven,
wanneer ze Harg en zijn troep uitleveren." Dat idee vindt bijval en
de volgende morgen rijdt Eric tot binnen gehoorsafstand van de
burcht. „Het hele volk van Radwold is in opstand gekomen, roept
hij. „Jullie burcht is omsingeld, duizenden zijn verzameld en wachten
slechts op het teken voor de aanval. Lever Harg en de overige lijf
wacht uit en alle andere bewoners van de burcht worden gespaard."
„Vraag of die kerel wat dichterbij wil komen om beter te kunnen over
leggen," snauwt Harg een van zijn mannen toe. „Dan zal ik hem een
gepast antwoord geven, hehehe!" Als de Noorman langzaam zijn
paard vooruit drijft, heft Harg bliksemsnel zijn boog en fluistert:
„Houd hem aan de praat, dan geef ik hem de volle laag."
AMTERDAM, 2 mei Aan de uni
versiteit van Amsterdam zijn geslaagd
Voor de examens: kandidaats soc.
Aardrijkskunde de heer W. A. Èttema
'Amsterdam), kandidaats fys. aard
rijkskunde de heren B. Voskuyl (Dor
drecht) en J. D. Nieuwenhuis (Amster-
Sam)kandidaatsexamen geneeskunde
2e deel: J. B. Flik, J. E. M. v. d
Kun, mej. J. E. Schreuder, mej. M. C.
Vermeulen (Amsterdam) en Th. van
Joost (Bussum).
NIJMEGEN, l mei Aan de katho
lieke universiteit te Nijmegen zijn ge
slaagd voor het examen: kandidaats
rechten: de heren E. G. J. M. Bo-
gaerts (Vught), J. Th. Duynstee (Den
Haag) en J. Nollen (Raamsdonkveer).
LEIDEN, 2 mei Aan de rijksuni
versiteit te Leiden zijn geslaagd voor
de examens: kandidaats kunstgeschie
denis: mej A. P. E. Ruempol (Delft);
doctoraal kunstgeschiedenis: mej. M.
(Aerdenhout); doctoraal
doctoraal schei JS Schelles (Leiden);
I A?rheiI™<le: w. A. M. den
Tonkelaat (Voorburg); kandidaats wis-
en natuurkunde; mej. H. Wolters (Den
t Kaper (Leiden), mej. M.
t -f,AdJink en E- H. Koen (beiden
Leiden)M. J. v. d. Wiel (Leiderdorp)
S K. Miedema en W. K. Boehmer
(beiden Leiden), mej. A. A. M. van de
Kamp, mej. M. de Graaf en de heer
P. Brederoo (allen Leiden).
ROTTERDAM, 4 mei Kand. econ.
wetensch.: de heren W. A. M. Kok,
H. Ph. Elzerman, J. D. Mulder, A.
Kuyvenhoven, D. J. Leij allen Rotter
dam en P. A. Slors, Soest- doet. econ.
Wetensch.: de heren B. M. Veenhof,
Deventer en G. S. baron van Soetse-
laer, Rotterdam.
COPENHAGtN
MOCO
BEK/ M/L/STEMS T/EMDU/2EMD
MOD/G.' WE ZULCEM MET ZO
DOEM: LAAT \JOU EEM DEEL
UAM D/T GELD Ol/EB OM yJOUW
DB/EDU/ZEMD MAM U/T TE
Ba STEM...
/M GA MET DE
EEST MAAB MET
BU/TEAJLAMD OM
MUUBL/MGEM AAM
TE H/EBl/EM. MOE
U/MD i/E DAT
UWG DE
'BOTE SMUBP
SMOBEEM!
AAMSTOMDSi
UAMAVOMD GA
/e /M GBAUE-
L/MGEM AAM
boobdJ
U/TSTEKEUQi
WAMMEEB
GA i/E
WEG 7
Mmm
(Advertentie)
Beschikking over kasgelden zonder zorg voor het beheer,
zonder hoofdbrekens voor het veilig bewaren,
biedt het aanhouden van een saldo In rekening-courant
bil de Kas-Assoclatle. Wilt U de vruchten van Uw
arbeid goed beleggen, dan bent U bij deze instelling
ook aan het goede adres. Financiële experts adviseren
U en alle orders *ln verband met Uw effectenportefeullle
worden door ons verzorgd, desgewenst vla een
door U aan te wijzen commissionair.
KAS-ASSOCIAT1E n.v.
Spulstraat f72, Amsterdam
VOLLEDIGE BANKSERWCE MET GOUDOMRANDE ZEKERHEID BETALEN BEWAREN BEHEREN
sten en uitgaven. Je zou het een soort huishoud
boekje kunnen noemen.
„Hier staat bijvoorbeeld, dat hjj aan een zekere
Moelwi vierhonderd gulden heeft betaald. En hier,
vivo v?msi?ec.teur Perquin klauterde, onder een he-
een weer in Clementine, gevolgd door
hoofdschuddende brigadier Steenslag.
HOOFDSTUK XVII
Einde van de jacht
braniw t <r,e avond en de daaropvolgende morgen
foon No Pecteur Perquin door aan de tele-
dat "hH d 6en poos)e werd hij er zich van bewust
Die
ichi
n.
Viri ~~A
de imarvT0 .wind hiee had. Ën dat de moord op
geweoot ei§enhjk een geluk bij een ongeluk was
zo scbrvi-i^a? zon(3er deze voor juffrouw Freeriks
hoocstrSo^t u--g,?beurtenis zou bij bepaalde dingen
hoogstwaarschijnlijk nooit te weten zijn gekomen.
boestmfr! rt pIhLtrok hÜ met Clementine en de nodige
voor wicWA een goede vriend in Leiden
Na Hp nniio), Arabische schrift geen geheimen had.
hii allppc verwPten te hebben geïncasseerd, dat
Voor de znvopiot' als iets gedaan wou krijgen en
eruit 7onil eiste maal te hebben gehoord, dat hij
stoel eenivit &eest. werd hij in een gemakkelijke
en pol r9et een grote kop hete zwarte koffie
behaao-iuw? sigaretten naast zich en wachtte zo in
glijke rust op de dingen die komen gingen.
bekekor, vr?end het papiertje van alle kanten had-
hlaken .'.o hW' dat bet deel scheen uit te
van een reeks n.otities. Notities over inkom-
dat hij van een zekere Hassan tweehonderdvijfen-
zeventi-g daarvan heeft teruggekregen. Dat schijnt
dus een zaakje voor gemeenschappelijke rekening te
zlJh. geweest, waarbij bet leeuwendeel van het be
nodigde geld gefourneerd werd door een zekere Has
san. Of het winst heeft opgeleverd kan ik uit dat
afgescheurde vodje niet opmaken. Er schijnt ook
nog iemand anders bij betrokken te zijn geweest,
een zekere Chad. Dat lijkt me een afkorting. Maar
of die nu geld verstrekt heeft of goederen geleverd,
kan ik uit wat ik aan gegevens tot mijn beschikking
heb, met opmaken. Een oind verder wordt nog wel
een bedrag genoemd. Maar dat is zo'n onwaarschijn
lijk grote sorm dat het met die transactie met Moel
wi wel mets te maken zal hebben. O, ja, er moet
oc»k nog een tweede transactie zijn geweest, die
Moelwi drie mille opbracht. De eigenaar van het
huishoudboekje schpnt dat teveel te hebben gevon
den. Hp schrpft tenminste een paar dingen die alles
behalve vleiend zijn voor deze zakenrelatie en zijn
verwanten in de opgaande lijn.
Ik ben bang, beste kerel, dat je hier niet erg
veel aan hebt. Ik veronderstel dat dat stukje papier
afkomstig is van de een of andere Algerijnse kleden-
venter."
Over zijn brilleglazen keek hg Perquin veront
schuldigend aan.
„Integendeel," zei deze enthousiast, „ik heb er
geweldig veel aan. Je hebt mj geholpen éen zaak
terang te krijgen, waarin ik een tijd lang geen licht
zag. Strikt genomen, heb je mpn leven gered, want
nu kan ik over een paar dagen maken dat ik weg
kom uit deze kou en mist en regen."
„Blijf je niet eten?"
„Neen, ik ben er zeker van, dat er in Amsterdam
iemand op me zit te wachten. Je neemt het mii,
hoop ik, niet kwalijk. Ik heb het zo druk als een
klein baasje."
„Natuurlijk niet. Doe Susanne onze groeten. Als
je haar tenminste nog wel eens ziet."
„Dat is niet aardig van je, Kees. Susanne..."
„Is een heel charmante en heel geduldige vrouw."
Perquin had goed getipt. Toen hp in Amsterdam
teruggekeerd, op het bureau kwam, zat daar tussen
twee forse politiemannen een klein, gespierd heel
donker mannetje met een platgeslagen neus, die
angstig rondkeek alsof hp een gaatje zocht om te
ontsnappen.
„Zo, Moelwi," zei hoofdinspecteur Perquin.
„De schuit was net binnen, uit Hamburg, inspec
teur," zei een van de agenten „We hebben hem
om zo te zeggen kersvers van boord geplukt."
„Juist," antwoordde Perquin en boog zich met
een snelle beweging voorover naar het mannetje,
dat achteruit deinsde.
„Spreek je Vlaams? Neen? Frans?"
De man knikte toestemmend en begon in slecht
maar rad Frans zich te beklagen over zijn arresta
tie, die hg onwettig noemde. De inspecteur scheen
te vergeten, dat een arme Afrikaan tegenwoordig
ook rechten had.
„Ja, net zoveel rechten en precies dezelfde rech
ten als ieder ander. Dat nebben hier trouwens alle
mensen. En dat dateert niet van vandaag of gis
teren. Alle mensen hebben hier dezelfde rechten. En
alle mensen krpgen dezelfde straffen voor dezelfde
misdaden. Compris?"
„Ik weet niet, wat u bedoelt, m'sieu. Ik weet van
geen misdaden," zei de kleine man. Hp haalde een
zakdoekje uit de mouw van zyn dandieus pak en
veegde er precieus mee langs zpn lippen
Perquin zag de hand met de ontbrekende duim
en er schoot hem iets te binnen dat dokter Van
Maastrigt na de sectie op Welmoet de Pauw had ge
zegd. De moordenaar had die halsslagader niet zo
als je zou verwachten met de duim. maar met de
middelvinger dichtgedrukt.
„Jou schoft," zpn stem beefde van onderdrukte
woede jou fielt, wat had dat arme kind je ooit ge
daan?"
tanden vandaan en streek langs de lippen van de
man.
„Ik... Ik beeriio u niet, m'sieu," zei hg.
(Wordt vervolgd)
V&'fiWAVV.VtóV.VV.V.VVi
t u de mensen hun tuinen en tuin-
tjes weer in orde gaan maken,
zie je hier en daar in het gras of
tussen de bloemen van die stenen
tuinkabouters staan. Hoe zouden de
mensen nu op het idee gekomen zijn,
om stenen tuinkabouters te maken? Dat
zal ik je eens vertellen. Het is eigen-
lpk gekomen door Platvoet de potten-
bakker
Platvoet was een vrolijke, vriendelpke
man, die prachtige schalen, kruiken en
potten kon bakken. Hii maakte ze van
pottenbakkersklei en bakte ze in de
oven. En op alle kruiken en kannetjes,
bordjes en bekers, schalen, potten en
tegeltjes streek Platvoet de pottenbak
ker de mooiste kleuren die je je maar
voor kunt stellen. Het rood had de kleur
van de rode roos, het geel van de bo
terbloem en het blauw van de bloem
van het koren. Het groen had de kleur
van het gras in de lente. Het wit was
als sneeuw en het zwart was als steen
kool of katjesdrop. Uit heel de wereld
kwamen de mensen naar het huis van
Platvoet de pottenbakker om er bor
den, schalen en kannetjes te kopen. En
de pottenbakker kneedde, bakte en
schilderde, terwgi hp van plezier om
alle mooie dingen 'n liedje zong. Nu
was er 'n kabouter, die dikwpls stilletjes
de werkplaats van de pottenbakker bin
nensloop, om er de kunst van het pot
tenbakken af te kpken. Vanuit zpn
hoekje gluurde de kabouter naar Plat
voet en dan dacht hpwat hp kan,
moet ik toch óók kunnen! Het ziet er
zo gemakkelpk uit. Ik ga het straks
nog eens proberen. Maar als de kabou
ter in zijn eigen huis, diep onder de
grond kwam, zat hp maar vreemd te
kpken. Hg kneedde zpn kleine vingers
door de pottenbakkersklei.
Hp deed precies wat hp Platvoet de
pottenbakker had zien doen. En toch
wou het niet lukken. Nu zou het ver
standig geweest zgn, als de kabouter
aan de pottenbakker gevraagd had: lie
ve Platvoet, wil je me de kunst van het
pottenbakken leren? Maar dat deed de
kabouter niet. Hij was te trots om aan
een mens een gunst te vragen. Hg ging
liever stilletjes zitten gluren, zonder
dat de pottenbakker er iets van wist.
Natuurigk was het jammer voor de ka
bouter, dat het maar niet lukken wou,
om de kunst helemaal goed af te kij
ken. Hoe hij ook zpn best deed, hij kon
het niet. Zpn potjes werden scheef, zijn
schalen krom, zpn kannetjes bleven
niet staan, het leek allemaal nergens
op. Toen werd de kabouter boos. Hg
kon niet uitstaan, dat de pottenbakker
Een Lappenpaar suisde door de stra
lende sterrennacht. De wereld was wit
om hen heen. De bellen tinkelden en
het licht van de lantarens zwaaide
heen en weer. Kleine Karin zat tussen
haar vader en moeder warm ingepakt
in de slee. Toen kwam de Dromen-
man over de bergen gegaan. Hij had
zijn wijde nevelmatei aan. Toen zeiden
Knud en Laila, dat waren de vader
en moeder van Karin, „We zullen hier
ons leger op gaan slaan." Ze maakten
een groot mooi vuur en een tent voor
de nacht en wensten toen kleine Karin
goede nacht. En Karin lag bij het vuur
en keek in de grote sterrennacht om
zich heen. Moeder roerde de brembo-
rie (een soort soep) boven het vuur en
ze zong zo blij en zacht. En vader
brandde boven op bergen een groot vuur
om de berggeest gunstig te stemmen
voor de nacht. (Hoewel de Lappen ge
kerstend zijn hebben ze nog enkele ge
bruiken uit hun vroeger bijgeloof over
gehouden. Ze vrezen een onheil als ze
zich daar niet aan houden.)
Heei in de verte luidt een klok. Een
kindeke is geboren. Toen is die kleine
Karin op een rendier heel snel als
de steppenwind zo snel naar de Nacht
mis gegaan. En met het steppenvolk
tezaam, is ze ook te communie gegaan.
En de winden die zongen, ze zongen zo
zacht. Een wonder gebeurt er vannacht.
Toen lag die Karin weer bij 't vuur.
En vader en moeder die sliepen allang.
Toen viel een ster omlaag. Het was
een diamanten ster, een grote diamant.
Het kleine Lappenkind is rijk, zo rijk
als geen in 't land. Toen kwam een
ijskoude nevel aan.
„Wie bent u" zo vroeg het kind.
„Ik ben de sneeuwenvrouw. Ik ben
een witte wolkennevel. Ik ben eenzaam
en alleen. Soms in ijskoude nachten
waag ik mij tot diclit bij de woningen
der mensen om hun mooie warme vu
ren te zien en hun geluk, want ik ben
koud. Hagel breng ik en nevel en
sneeuw en iedereen vlucht weg van
mij. Toen strekte ze haar hand uit naar
de diamant. Ze smeekte: „Geef mij dat
mooie licht. Daar smelt ik niet van."
(Als de sneeuwenvrouw, die van sneeuw
en ijs is bij warmte komt smelt ze
natuurlijk.)
En de Lappentent was zacht ver
licht door de vonkjes uit de diamant
die glanste door de nacht.
En de rendieren en de wolven en
de witte beren, die uit hun holen wa
ren gekomen, omdat de wind gezegd
had, dat er een wonder zou gebeuren.
Allen luisterden ze en keken. En toen
gaf het lieve Lappenkind de grote ster,
de grote diamant.
De sneeuwenvrouw vroor de diamant
aan een lange tak, zodat ze een ster-
relicht had, net als met Driekoningen
weet je en snelde heen.
En haar gie stem, net als de echo
- -7 1!
2-.
de haar schort met sterretjes, met ster
retjes van diamant en ze waren de rijk
ste Lappen, de rpkste Lappen van 't
hele land. Toen suisden ze verder in
hun warme slee door de mooie witte
wereld En de sterren twinkelden en
keken omlaag.
En het Lappenmeisje wuifde met haar
handje omhoog telkens als het Noor
derlicht flakkerde en ze riep: „Dag
sneeuwenvrouw." UI verstierf haar
juichkreet in de witte vriezende step-
penlucht...
En in de grote eenzame nachten als
de Lappen met hun sleden over de
steppen jagen onder de stralende ster
ren vertellen ze over het kind Karin,
dat de sterrendiamant gaf aan de
sneeuwenvrouw. En dat is de legende
van het Noorderlicht.
BENITA SOLARI
zoveel mooier werken kon dan hg. En
op 'n nacht sloop hg de werkplaats van
Platvoet binnen, om iets heel lelpks te
doen.
Hg ging met de verf knoeien. Hp
deed een druppeltje zwart in het roze
rood. En een druppeltje wit in het bo-
terbloemgeel. En in het korenbloe-
menblauw liet hp een druppeltje rode
verf vallen. In het groen van het lente-
fras morste hp blauw. En in het wit
eed hp van alles 'n heel klein beetje.
Zo kwam het, dat Platvoet de volgende
dag helemaal geen mooie kleuren op
zijn potten en schalen kon strijken. De
pottenbakker knipperde met ziin ogen.
Zie ik dat goed? zei hp. Is dat mijn
rozerood, mijn korenblauw en mpn
groen van lentegras?
Is dat mgn wit-als-sneeuw en mgn
geel-als-boterbloemen? Zouden mijn ogen
soms slechter worden, dat ik het niet
goed meer zie?
Maar toen de klanten kwamen, merk
te Platvoet dat zpn ogen nog best in
orde waren. Ze zeiden allemaal: maar
pottenbakker, waar zpn jouw mooie
frisse kleurtjes nu? Jouw rood van de
rode rozen, jouw geel van de boterbloe
men, jouw blauw van de bloemen van
het koren, jouw groen van het le le
gras en jouw wit van de sneeuw? Wa
zgn jouw kleuren lelpk vandaag! Ik
begrpp het niet! zuchtte de pottenbak
ker.
En die avond maakte hp al zijn verf-
potjes schoon en mengde hp zpn nieuwe
rode, blauwe, gele, groene en witte verf.
Maar 's nachts kwam de kabouter weer
terug om alles te bederven. Arme Plat
voet de pottenbakker, hp wist zich geen
raad!
Hoe komt het toch, dat mij: kleurtjes
's morgens toch zo lelpk zijn, zuchtte
hp. De kabouter hoorde het en hfl dacht:
ik moet opassen dat Platvoet mij niet
ziet. Want wat zal hp dan boos op me
zgn!
Op een avond, toen de pottenbakker
weer nieuwe verf in zpn potjes had
gedaan, en de kabouter in zpn hoekje
stil stond te wachten, gebeurde er iets,
waarop de kabouter niet gerekend had.
De pottenbakker was verdrietig. Hp zag
al die prachtige frisse kleurtjes en hp
was bang dat ze de volgende morgen
weer allemaal bedorven zouden zijn.
Er rolde een traan langs zpn neus. En
nóg een. De pottenbakker trok zijn zak
doek uit zpn zak. Maar meteen wipte er
een centje uit zpn broekzak, dat door
de werkplaats rolde en precies in het
hoekje van de kabouter terecht kwam.
Platvoet de pottenbakker liep het centje
achterna en toen hg zich bukte om het
op te rapen, zag hii de kabouter. De
kabouter, die stokstpf van schrik in
zp'n hoek stond! Hela, bromde Plat
voet. Is dat een écht kaboutertje?
Platvoet pakte hem beet en bekeek hem
aan alle kanten. Maar de kabouter was
zó van streek dat hp zich helemaal niet
meer bewegen kon. Nog niet toen de
pottenbakker ermee schudde. Het is ze
ker geen echte kabouter, maar 'n na
gemaakte, zei Platvoet. Hoe komt dat
ding In mbn werkplaats? Hp ziet er
trouwens een beetje verschoten uit.
Wacht, ik heb toch nieuwe verf In mijn
potjes zitten. Ik schilder hem 'n beetje
op, voor de aardigheid. Toen begon de
pottenbakker de stoute kabouter op te
schilderen. Hp kreeg een muts van het
zuiverste rozerood, een bloesje van bo-
terbloemgeel en een broek die zo groen
was als het gras in de lente. Hij kreeg
een schortje voor van korenbloeme-
blauw en zijn baard werd wit als
sneeuw. De pottenbakker begon te la
chen, toen hg zag hoe mooi de kabou
ter geworden was. Hp zette hem in zijn
tuintje, tussen de geraniums. En de ka
bouter was nog altpd zó erg ontdaan,
dat hg geen vin kon verroeren. Het
duurde nog wel een week, voor hg ein-
delpk van de schrik was bekomen en
hard, heel hard weg kon lopen uit het
tuintje van de pottenbakker. Maar in
die tussentpd hadden de mensen van het
dorp de tuinkabouter gezien en ze had
den gezegd: wat leuk is dat!
Zoiets zouden we ook wel eens kunnen
laten maken! Zo zijn de tuinkabouters
in de wereld gekomen. De pottenbakker
vond 't wel 'n beetje jammer, toen hp
op 'n morgen bemerkte dat zgn tuinka
bouter verdwenen was. Maar hp treur
de er niet om. Hp was veel te blp, om
dat zpn kleintjes weer even mooi als
vroeger waren. En dat zijn ze geble
ven óók, want de kabouter is nooit en
nooit meer teruggeweest!
LEA SMULDERS
Het „Noorderlicht" is eigenlijk noord-
poollicht en is een verschijnsel in de
noordpoollanden.
van de wind over de bergen, zegende
het kind. Voort voort pit de sneeuwen
vrouw door wolken mist en hagel,
sneeuw en nevels. Kriskras zigzag
zwaait ze, rent ze, zwaait ze met haar
schitterlicht, maakt schitterlichtjes voor
't gezicht en dat nu werd het Noorder
licht...
„Het Noorderlicht is geboren" gier
de de steppenwind. De vader en moe
der van het Lappenkind kwamen naar
buiten, want het Noorderlicht flakker
de en de hemel straalde van sterren.
Miljoenen flonkersterretjes en schit
terlichtjes schoten van de grote dia
manten ster. Zo zwaaide de sneeuwen
vrouw haar licht „Het Noorderlicht
is geboren" gierde de steppenwind. En
de miljoenen sterretjes werden de melk
weg waarover de Engeltjes naar God
gaan. En een paar flonkersterretjes vie
len op de aarde neer.
De Lappenvrouw raapte ze op. En
nu waren de Lappen rpk. Want ze vul-
Zjjvleugel van het sombere „Escoriaal".
Je weet zeker van school dat met
,,den Coninck van Hispanjen" Philips
II van Spanje wordt bedoeld.
Philips was de zoon van Keizer Ka-
rel V. Door de troonsafstand van Ka-
rel V ging de heerschappp van Spanje,
zpn rpke koloniën en ook de Neder
landen op hem over. Hg kon zich toen
de machtigste rgkste en geduchtste
vorst van Europa noemen.
Deze maand is het vierhonderd jaar
geleden dat Philips II op veertig kilo
meter afstand van Madrid een enorm
paleis liet bouwen, het „Escoriaal" ge
naamd. Deze Spaanse naam is afkom
stig van „escorios" dat betekent „gzer-
slakken". Op die plaats waren vroe
ger hoogovens gevestigd, waarvan ve
le resten van gzerslakken waren ach
tergebleven.
Het paleis ligt geheel apart in het
gebergte en is gebouwd van granieten
steenblokken. Alles is zowat van gra
nietsteen gemaakt, zelfs de raamkozp-
nen en de deurposten.
Het gebouw is 200 meter lang en
160 meter breed en bevat twee en twin
tig binnenplaatsen, bovendien talrpke
kamers en gangen.
Er is een prachtige kerk in dit pa-
leis-klooster met zeer mooie schilderp-
en van beroemde meesters.
Onder het hoogaltaar is een kapel,
waar de Spaanse koningen begraven
liggen. Ook Karei V ligt daar begra
ven.
PHILIPS II
In dit sombere paleis bracht Philips
de meeste tgd van het jaar door. Toen
hij zpn einde voelde naderen vertoefde
Philips te Madrid, maar hg liet zich
naar het Escoriaal brengen om daar
te sterven.
Het Escoriaal bezit ook een uitgebrei
de bibliotheek met waardevolle boek
werken en handschriften.
Zo rust dus „Den Coninck van His
panjen" in zpn eigen paleis, dat groot
en somber in de omgeving van kale
steenrotsen staat.
Het palels van Philips II.