I
EXPEDITIE NAAR EGYPTE EN DE SOEDAN (XI)
Op jacht naar prehistorische
rotsgraveringen in woestijn
B
Tatoueringen op
huid der aarde
M
CANNES: een succes
Filmsdie in bioscoopbestel
geen kans krijgen
Ambassadeur
Sovjet-Unie
gearriveerd
Igpl
Expositie voor
keurmeesters
m
Hl
Ontheffing van
F. da Costa uit
diens functie
Rijksvoorlichtings
dienst:
Sterke winstdaling
bij Ned. Bioscoop
Hartelijke begroeting
in Hoek van Holland
WOENSDAG 22 MEI 1963
PAGINA 13
li
38
jl M isschien bent u wel eens in
i Altamira, Lascaux of Mon-
tignac geweest. Niet in de
Jozaische plaatsjes maar in de
°tten waar mensen, jagersvol-
«•en, hun eerste bekentenissen
jNtrent hun aanwezigheid neer-
C£even- Met een schok heeft de
genschap bij het ontdekken
q'n die schilderingen ervaren,
de wieg der cultuur niet 5000
oor Christus in Mesopotamië of
Qypte gestaan heeft, maar dui-
,^den jaren vroeger gezocht
°est worden. Ik heb de boeken
fP.er dergelijke ontdekkingen al-
M gretiger gelezen dan een Mai-
y^t-verhaal en enige keren héb
j ook pelgrimstochten naar grot-
waarin de vroegste tatouerin-
9en van de huid van de aarde
v°orkomen, gemaakt. Zelf dit
*°ort rotsgraveringen op te
sporen en ze te vinden óók, is
der aard een sensationele béleve-
ij het zoeken naar de rots
graveringen heb ik bijzonder
veel steun gehad van de
Oostenrijkse expeditie onder lei
ding van dr. Kromer. Deze expe
ditie weikte voor het tweede jaar
in Sayala met een aantal jonge
studenten in Archeologie en Eyp-
tologie. Ook was er een antropo
loog, dr. Eigartner, in het gezél
schap. Hij verzamelde schedels en
skeletten en het meenemen van
dode Egyptenaren zou later ein
deloos v'eel geharrewar aan de
grens opleveren.
n Het ontbrak mij jammer ge-
aan tijd, kennis en techni-
materialen om er een ge-
9eh documentatie van te ma-
1n- Daarvoor zou men een speci-
Expeditie moeten uitrusten.
0n- M van
en kan echter aannemen,
dat de rotsgraveringen
van Nubië te dateren zijn
van vóór de pré-dynastische tijd
tot na de Ptolomaien. Zij zijn dus
aangebracht tijdens de héle Pha-
raonische periode en dan blijft
het een raadsel dat, waar de Egyp
tische kunst door zulk een uitge
sproken vorm en vakmanschap
gekenmerkt wordt, er langs de
grenzen van dit gebied en vooral
in het aangrenzende Zuiden, dat
voortdurend in contact stond met
het Rijk, een volkomen onafhan
kelijke en primitieve reeks van
menselijke uitingen ontstond.
Italiaans
MMi!
Brits
uw moderne
wasmachine vraagt
om een speciaal sop
dixan en uw wasmachine
horen bij elkaar
•Een zeer primitieve serie dieren op een rotswand nabij Saijala.
De leeuw, struisvogels en kamelen op een groot fries aan de Nijloever.
geen sinaasappel, geen pakje sigaret
ten, geen brood. Zelfs de zorg om een
paar flessen drinkwater deerde ons in
wezen niet omdat we ook nog over
een waterzuiveringsapparaat be
schikten. In dat bootje heb ik films
ontwikkeld, de slaapzak met twee
dekens er overheen als donkere ka
mer gebruikend, spoelen in de Njjl,
een geperforeerd blik aan een touw,
achter de boot en al het vuil en het
zand van de rivier kwam natuurlijk op
de films... het is allemaal even on
werkelijk om er aan terug te denken.
Nu
det-pi .jhoet men de betekenis van een
Sehat» vondst ook weer niet over
all'want de boorden van de Nijl
re P sommige plaatsen als het wa
in Jr^fwoekerd met rotsgraveringen
ipenri tioor de dreiging van de ko-
gaan Watersnood is men ze ernstiger
?e t °nderzoeken. De moeilijkheid is
gebipfl vinden in de grote uitgestrekte
een vjen- Na enige oefening krijgt men
*en I, "Reeling" voor de soort rot-
bn
,-"Uikl
Utter* Voor bun mysterieuze tekens,
aanleid is dan het zoeken naar een
rotsen a,s en het klimmen over de
®flkeip no8 dikwijls vergeefs, maar de
jhaaktp rïla'en. dat we succes hadden,
bel en a aHe andere inspanningen dub-
u wars goed. Langzaam raakten
heden v "ekend met de vele mogelijk-
gen pn r archeologische onderzoekin-
hiet Yerscheidene malen heb ik
*ennis beperkte oudheidkundige
den ro~~ kunnen vaststellen: hier zou-
*tin, jjjp apo-nubische graven kunnen
vf°egerp zh" resten van Koptische of
k'eine O, nederzettingen, mogelijk zelfs
fifrernlpt osters of verblijfplaatsen van
bh... ui en verderop in de woes-
gravev. ler zouden wel
SPWellïL21- "ar aan_ een oepaaiae
r°ners k„?,van stenen. Die woestijnbe
1 bestnf, 'n tijden van zwakte in
hrr°riSeppP dikwijls heel de streek ge-
n ver-pi. en tal van souvenirs van
J 'n u^an"gstochten zijn meegege-
Sininpi?ur). laatste rustplaats,
bi 7p heden denken dan dat je
door de oerbewoners zijn ge-
wel eens typische
zwerversvolken kunnen
ziet dat aan een bepaalde
l'deft té nat?1 alleen maar een schep
j^jioen. zTifu0? grote ontdekkingen
2 o is het echter niet, archeo-
d'scipbj^'^k eist bijzonder veel zelf-
'PUne 1, "U'UI'UCI veei zen-
V s YnlanT nnis' ,act 0111 met ..koef-
,,°°rai rjp daa gravers) om te gaan en
kffPlaatstp ™curnentatie over jecjere
'd en vor>4éeen eist ingespannen ar-
J°eke„ aan tPiU e controle. Mijn be-
Pedities u p'van archeologische ex-
ik" mij dU wpfm dit gebied, heb-
tb- n°g niet geleerd. Dan spreek
ri^lng die slecht OVeï officiële toestem-
verkreg^ moelte kan wor-
dacht81^"^^ hab ik wel eens ge-
1000 km 1 afleggen van ruim
°evers in o„gu eindeloze woestijn-
moeite de dat slechts met
ger overtreft VaP een voetgan-
yervelendp hot° ie"j langdradige en
«et wenri^,ZIgheid zou worden,
«e heenreis i,nrerd werkelijkheid,
banning om rit r®6" v«)rtdurende
voorzienp T te Zlen naar on-
heden Het wac tVerwachte mogelijk-
k«ke?' naar 5! d°9.? de verre
naar de
archeologische^
baar" dé""iarnhéniü'2"dfrli'ke huizen,
baar de"Cr*ogische expedities,
de verlatèïiholÜ «z eenvoudig naar
ge aanH.aT gingen af op va-
golden alTntgen e" goede kaarten
Was een h t°P"s?cret- De terugreis
blaat herkenning van vertrouwde
f aatsen. We waren toen al volko-
w ^vertrouwd met de gedachte, dat
"♦ets konden kopen, geen banaan,
De graveringen zijn zowel met de
puntbeitel als met de guts uitgehakt.
De datering is uiterst moeilijk, aange
zien de herkomst begint bjj 5000 v.
Chr. Olifanten, giraffen en struisvogels
moeten tot aan het Oude Rijk, 3200
v. Chr. in het wild zijn voorgekomen,
kamelen zijn omstreeks 1300 getemd in
Mesopotamië, maar men vindt ze dan
nog lang niet in Egypte, paarden heb
ben de Hyksos ingevoerd, woestijnleeu
wen zijn er steeds geweest. Al deze die
ren vindt men op de rotsgraveringen.
Ook ziet men mensen, die in strijd zijn
met de dieren. Men wil de tekeningen
uiteraard zo vroeg mogelijk dateren,
maar hoe groot is de desillusie* als
men sprekend over duizenden jaren
voor Chr., aanzetten van dergelijke
graveringen ook vindt op de steenblok
ken van Ptolomaïsche tempels, zoals
ze bijeengebracht zijn te Wadi es Se-
boua. Zelfs op een Byzantijns-koptische
ruïne te Dendera heb ik graveringen
gevonden, aangehakt met de puntbei-
tel, veel primitiever dan de fraaie, ge-
raffineerd rake dierfiguren in Nubië.
Om tot een juiste datering te komen
kan men ook de ceramiek als verge
lijkingsmateriaal gebruiken. Ook op
vazen en potten vindt men dezelfde
inscripties en de datering van potterie
is nu eenmaal veel gemakkelijker op
te lossen dan willekeurige inscripties
op immense steenblokken in de woes
tijn aan de Nijloever. De dieren, die
gegraveerd zijn op de buitenwand van
het rotsgraf van Pépinakht te Assouan
(middenrijk)geven ook een zekere
vergelijking, hoewel direct moet wor
den vastgesteld, dat het vakmanschap
van de beeldhouwer, die hier gewerkt
heeft veel groter was dan de ama
teuristische graveringen in Nubië
Hoog op een rots, het gelaat naar het
Zuiden gekeerd, verheft zich een gigan
tische krijger. De contouren zjjn maar
summier aangegeven. Is dit een af
beelding van de Nubische vorst die tij
dens de eerste tussenperiode de phara-
onische troon besteeg? Het is een sug
gestie van de Oostenrijkers, maar er
is geen enkele bevestiging voor te
krijgen. De afbeelding verschilt trou
wens zo volkomen van iedere Egyp
tische voorstelling, dat we hier geen
enkel houvast hebben. Van de kunst
uit die tussen-perloden hebben we ove
rigens practisch geen voorbeelden en de
kunstgeschiedenis klampt zich vast aan
de tijden van grote bloei. Bij de kunst
in Nubië moeten we ons niet alleen
richten tot Thebe of Memphis, want
achter de eerste katarakt ligt de ver
bindingsweg naar Zuidelijker en Wes
telijker streken van Afrika. Waar de
Egyptische kunst absoluut beperkt
bleef tot het Rijk, vinden we de uit
zaaiing van de levenskunst der onge
letterde bewoners in geheel Afrika.
Abbé Bréuil-heeft heel zijn leven gewijd
aan het opsporen van die merkwaar
dige tekens en hij heeft ze tot in Ba-
soetoland en de Kaapprovincie gevon
den. Henri Lhote verraste ons enige
jaren geleden met zijn opmerkelijke ont
dekkingen in het Tassili-gebergte van
Zuid-Oost-Algerije, midden Sahara.
Hans Alexander Winkler heeft in de
dertiger jaren gespeurd naar rotsschil
deringen en graveringen in de Ooste
lijke en Westelijke woestijngebieden
van Egypte. Men kan er directe con
clusies uit trekken, maar men kan niet
voorzichtig genoeg zijn bij de rubrice
ring en verklaring daarvan. Eberhard
Otto wijst daar in zijn boek over Egyp
te nog eens ten overvloede op.
De sleutel is hier weer te vinden in
het totale isolement van het oude
Egypte. Niet alleen de kunstvorm
maar ook de maatschappijindeling was
geheel bepaald, terwijl de omringende
stammen leefden in een Mesolitisch-
Neolistisch cultuurverband. Het waren
zwervende jagersvolken, die slechts tij
delijke nederzettingen bouwden, en
zelfs de vorming van kudden gaf blij
vend aanleiding tot rondzwerven. Dat
is in vele streken van het midden-Oos
ten nog steeds zo, omdat de planten
groei uiterst spaarzaam is. Steeds
weer hebben die volkeren getracht de
rijke gebieden binnen te dringen en in
feite zijn de Arabieren, die op het
ogenblik de grote trom roeren in Egyp
te, indringers geweest in de zevende
eeuw. Een groot deel der bewoners leeft
nog in het stadium van de allereerste
en meest primitieve nederzettingen.
Deze invallen zijn incidenteel ge
weest en van migraties kan men dus
niet spreken. Toch hebben de tijdelijke
bewoners steeds weer' hun merktekens
r -ges- reven en ingegrift. Een ver
gelijking met de Egyptische beeldhouw
kunst is absoluut niet te maken, maar
wèl zou men parallellen kunnen trek
ken met de rotsschilderingen in ande
re delen van Afrika. De rotsgraverin
gen van Nubië zijn nooit tot ontwikke
ling gekomen, zoals dit het geval is
in de Tassili en in Zuid-Afrika. De tijd
voor uitvoerige studie van dit feno
meen in de geschiedenis der mense
lijke uitingen in dit gebied is echter
nog maar zeer kort. De Oostenrij
kers hebben in het hun toegewezen ge
bied van Sayala bijna alle graveringen
gedocumenteerd, op ware grootte op
papier gecopieerd en gefotografeerd.
Voor de foto-doeumentatie werden de
graveringen nauwkeurig met krijt na-
fetrokken. Dit is zeer nauwgezet ge-
aan, zoals ik vele malen heb kunnen
constateren. Er blijven echter nog dui
zenden graveringen over, die ten dode
genoemd zijn. Enkele tientallen plaat
sen met graveringen hebben we zelf
gevonden. Ik heb dit uitvoerig bespro
ken met de directeur voor Nubië van
het Egyptian Documentation Centre,
dr. Hassan el Asjiri, die de opmeting
van de tempel van Wadi es Seboua
leidde. Hij hoopte dat de Tsjechen vol
gend jaar nog een deel van het werk
zullen voltooien. Een volledige docu
mentatie zal echter beslist niet meer
gereed komen, daarvoor is het gebied
veel te uitgestrekt, daarvoor zijn de
geldmiddelen te beperkt. Ook de be
langstelling voor deze tak van de cul
tuurgeschiedenis is mogelijk tè beperkt,
temeer waar tal van andere problemen
nog op een oplossing wachten.
Dit maakt het rondreizen door dit
gebied bepaald beklemmend. De door
zandstormen verweerde rotsen, de ein
deloze aangewaaide en zich verplaat
sende duinen geven dit land het karak
ter van maagdelijke, nooit door men
senhanden beroerde grond. In werke
lijkheid hebben duizenden generaties
liet land doorgetrokken en omgewoeld.
Een gebied vol necropolen en ruïnes
en slechts enkele weken na iedere op
graving, hoe zorgvuldig ook verricht,
eist het zand van de eindeloze vlakten
weer zijn tol. Als magische tekens woe
keren de vreemde mensen en dieren
over de stenen wanden van de Zuide-
ljjke Njjl, De bevolking kent de geheim
zinnigste spelonken, waar met gemalen
steen de schilderingen zijn aangebracht
als met gestold bloed. Soms ziet men
de geheimzinnige dieren terug op de
schilderingen der huizen, maar de be
klemming is vergroeid tot een decora
tief spel, want de magie van oerossen,
struisvogels en zonneschepen bestaat
niet meer. Het schip is een gewoon ver
voermiddel geworden en draagt de zon
niet meer 's nachts onder de aarde
door naar de Oostelijke oever van de
Njjl. Het draagt de doden niet meer
door de onderwereld naar een nieuw
leven. Toch zal het schip, dat zulk een
magisch teken in heel de Egyptische
en in de primitieve kunst der gehele
wereld is geweest, tot in Scandinavië
toe, het laatste vervoermiddel zjjn, dat
de Nubische bevolking uit het land van
hun vaderen zal brengen, op weg naar
een nieuw leven in een ander land.
En zodra het water stjjgt zal de ban
van de oertjjd, die deze mensen in hun
druis en muziek nog gevangen houdt,
voor altjjd verbroken zjjn.
MARIUS VAN BEEK.
CANNES, mei 1963.— Het 16de In
ternationale Filmfestival van Cannes
mag toch als een sncces worden be
schouwd. Een pessimist moge de op
merking hebben gemaakt: ,,Er zijn
geen sterren, er zijn geen aankomen
de sterretjes, en er is geen zon"
Maar sterren zijn alleen belangrijk
voor fotografen. Het gezicht van een
festival wordt gemaakt door de films,
die worden vertoond. Inderdaad wa
ren niet alle films uitzonderlijk. Er
waren er zelfs, die niet hadden mogen
worden toegelaten. Men kan intussen
niet verwachten dat een festival der
tig meesterwerken kan tevoorschijn
toveren. Het wil op de eerste plaats
een overzicht geven van wat heden
wordt gemaakt.
Er is opschudding geweest toen het
advies van de Franse selectie-commis
sie niet werd gevolgd, maar daarente
gen moet worden gezegd, dat de films,
die buiten mededinging werden ver
toond, niettemin in het kader van een
festival mochten worden gezien. Alle
films, die in en buiten het festival in
Cannes op de doeken werden gepro
jecteerd, vormden „het gezicht van
liet Cannes Filmfestival". En daarom
kan men tevreden zijn: Aldrich's
„What ever happened tot Baby Jane?",
Papatakis' „Les Abysses", Anderson's
„This sporting life", Ferreri's „L'Ape
regina", Olmi's „I Fidanzati", Vis-
conti's „II Gattopardo", Fellini's „8-
1h", Kobayashi's „Seppuku" en bui
ten het festival nog Chris Marker's
,,Le joli mai" en Bertrand Biter's
„Hitier, connais pas" (uit vele) zijn
belangrijke films.
Als men zich op dit festival gaat op
winden over het algemene peil, kan
men het beter thuis doen, waar de bi
oscopen, om voornamelijk commercië
le redenen, een middelmatig niveau
aanhouden. In Cannes was het een
expositie voor keurmeesters. Maar in
de bioscopen moeten de films worden
vertoond, omdat films in de meeste
gevallen voor een publiek worden ge
maakt. Sommige voor een groot, an
dere voor een select publiek. Met het
wel of niet aanslaan bij het publiek
wordt zo veel mogelijk rekening ge
houden bij de budgetering van een
productie: een „kunstfilm" zal voor
een half 'miljoen gulden moeten wor
den gemaakt, een film a grand spec
tacle zal tien miljoen mogen opslok
ken. Fellini mag met .,8een min
der groot commercieel succes heb
ben gemaakt, niettemin is het een te-
tere film. Visconti mag een regionaal
onderwerp als Garibaldi's invasie van
Sicilië tot onderwerp hebben, hij slaag
de er in, een grootse en menselijke
film te maken, ondanks de aanwezig
heid van sterren-acteurs als Burt Lan
caster, Claudia Cardinale, Alain De-
lon... Visconti is in de eerste plaats
geïnteresseerd in beweging, thema,
uitdrukking van materiaal van cos-
tuums, en hij is, hoe cerebraal zijn
werk ook moge zijn, juist regisseur
genoeg om behoorlijke vertolkingen
van middelmatige acteurs te krijgen.
Het zijn films als „Seppuku", „I Fi
danzati" en „Le joli mai" die belang
wekkend en belangrijk zijn, maar die
in het Nederlandse bioscoop-bestel
misschien? geen kans krijgen. De
kunsttheaters, die vroeger toen de
goede en betere film vertoonden, zijn
vaak ook bioscoop geworden. De bio
scopen, die vroeger publiek-theaters
waren, hebben daarentegen voor een
deel de taak van de Liga- en avant-
garde-theaters overgenomen, door bij
tijd en wijle bijzondere films te verto
nen.
De kunsttheaters zijn echter niet al
tijd met hun tijd meegegaan. Het is
niet zo moeilijk, „Hiroshima rnon
Amour" te vertonen, of ,,La Notte".
Maar het zou momenteel de taak van
de kunsttheaters zijn, films van
Marker in roulatie te brengen, zonder
te wachten tot de man beroemd is
geworden of tot zijn werk door ande
ren zo is geïmiteerd, zijn experimen
ten zo zijn toegepast en aangepast,
dat ze gemeengoed zijn geworden.
Ermanno Olmi, die zich met „II
posto" een belangrijk cineast toonde,
heeft met „I Fidanzati" (De Verloof
den) zijn belofte ingelost. „II Posto"
trof in de eerste plaats door zijn otK
servatie, zijn sociale belangstelling,
en in sommige scènes ook door zijn
vormgeving. „I Fidanzati" is belang
rijk door zijn vormgeving in de eer
ste plaats en doet van Olmi even 'veel
verwachten, als indertijd het geval
was met de jonge Fellini, de jonge
Antonioni en de jonge De Sica. De
verloofden van de titel zijn door hun
jarenlange contact van elkaar ver
vreemd. De man gaat dan van Milaan
naar Sicilië en door de verwijdering
en door de correspondentie die ont-
kjj
Dieren aan de buit«nkant van het rotsgraf van Pépinakht, print van het eiland Slefantine te Assouan.
Beeld uit de film „I Fidanzati" (De Verloofden), waarmee de Italiaanse regisseur
Ermanno Olmi, die zich met „II Posto" een belangrijk cineast toonde, zijn belofte
heeft ingelost.
staat, vinden de verloofden elkaar
weer. Het is een eenvoudig gegeven,
dat met geraffineerde en zorgvuldig
geplaatste terugblikken waar wordt
gemaakt. De sfeer, die om de film
hangt, is prachtig en gedragen. An
ders dan bij Antonioni, wiens persona
ges, burgerlijk of intellectueel, leeg en
verveeld zijn, kan de arbeider van Ol
mi zijn gevoelens niet uitdrukken. An
tonioni meent de verveling voelbaar
aan de toeschouwer te moeten maken,
Olmi wekt medelijden en sympathie
op voor zijn karakter.
Is Olmi's Giovanni een neo-realisti-
sche held, de Frank Meychin van
Lindsay Anderson neemt de propor
ties aan van de klassieke conceptie
van een held. Hij is een rugby-voet-
balspeler, een professional, die zijn
eigen prijs kan bepalen. Door zijn
agressiviteit weet deze ex-mijnwerker
zijn positie te verbeteren, daarbij
mensen gebruikend en niet beseffend,
dat hijzelf wordt gebruikt om de wen
sen en ambities van anderen in ver
vulling te doen gaan. Hij is echter
niet gelukkig. Hij woont in bij een
weduwe, van wie hjj op zijn manier
houdt, maar die volkomen in zichzelf
is opgesloten. Het drama omsluit de
ze twee mensen, die door hun isole
ment niet tot elkaar kunnen komen,
zich niet kunnen geven. Zij denkt, dat
hij haar cadeaus geeft, omdat hij zich
dan belangrijk kan voelen, en niet om
dat hij van haar houdt. Hij probeert
op zijn eigen manier zijn liefde te ver
klaren: is, voor zover hij Kan, teder
voor haar, slaat haar slechts eens, als
zij zichzelf beledigt, maar kan niet de
barrière doorbreken: hij blijft voor
haar „een aap op een voetbalveld".
Als zij sterft, gaat hij ten onder, ver
liest hij doel en kracht.
Lindsay Anderson is een ex-criticus,
die na enige documentaires te hebben
gemaakt, toneel ging regisseren, om
dat hij daar althans, bij het Royal
Court Theatre, een mogelijkheid kreeg
uitdrukking te geven aan zijn artistie
ke ideeën. Hij regisseerde o.a. „Billy
Liar", „Sergeant Musgrave's Dance"
en „The Long, the Short and the
Tall". Toen dit laatste stuk werd ge
kocht voor de film, werd hij gepas
seerd, omdat hij geen ervaring had.
Voor „This sporting Life" was Karei
Reisz producer. Hij wist de kopstuk
ken van de Rank-organisatie zo veel
mogelijk uit de buurt van Anderson
te houden, zodat deze zich niet gehin
derd (of geïrriteerd) voelde. Het re
sultaat is een sterke film, een hoop
vol debuut, met heel weinig zwakke
punten. Ook hier werd een flash-back-
techniek toegepast, even geraffineerd
en artistiek aanvaardbaar als bij Ol
mi. De spelers, de montage, het ge
bruik van geluid en muziek, zijn voor
treffelijk, en dragen bij tot een sterk
portret van een hedendaagse held.
H.S.
DEN HAAG, 21 mei De rijksvoor
lichtingsdienst deelt mee omtrent de
ontheffing uit diens functie van de heer
F. A. da Costa dat hij tot 1 januari 1963
pubticiteitsregelingen betreffende het
koninklijk huis verzorgde en met ingang
van die datum werd belast met de
functie ontvangst van buitenlands be
zoek.
Voor het treffen van pubticiteitsrege
lingen bij bezoeken van leden van het
koninklijk huis werd met ingang van
diezelfde datum tijdelijk aangewezen de
heer G. J. van der Molen. Laatstge
noemde werd per 1 mei jl. benoemd bij
het ministerie van O., K. en W.
8 mei kon met de legervoortichtings-
dienst een regeling worden getroffen,
waarbij reserve-majoor J. Polman van
die dienst met ingang van 16 mei bij de
RVD werd gedetacheerd tot de nieuwe
functionaris voor pubticiteitsregelingen
met betrekking tot het koninklijk huis
zal zijn benoemd. Tot 16 mei heeft de
heer Di
oude
DEN HAAG, 22 mei De Neder
landse Bioscoop Theaters (N.B.T.), heb
ben in 1962 uit exploitatie 174.689
(245.012) ontvangen en aan diverse ba
ten 265 (12.187). Algemene kosten ste
gen tot 28.432 27.874). Aan interest
was 7.935 7.783) verschuldigd, terwijl
voor belastingen 52.735 (70.700) gere
serveerd wordt. Hierna resteert een
winst van 85.852 (150.842). Voorgesteld
wordt een dividend van 6 (9) pet.
De winstdaling is volgens de directie
grotendeels te wijten aan een aanzien
lijke stijging van de exploitatiekosten en
aan het praktisch volledig ontbreken van
incidentele baten. Exploitatiekosten wa
ren circa 70.000 hoger door hogere
afschrijving od installaties (ca 14.000)
en hogere onderhoudskosten aan gebou
wen en inventarissen (ca. ƒ56.000).
Over de vooruitzichten wordt in het
verslag met geen woord gerept.
a Costa in enkele gevallen zijn
functie waargenomen.
Advertentie)
(Van onze verslaggever)
HOEK VAN HOLLAND, 21 mei
Vanmorgen om half twaalf is de nieuwe
ambassadeur van de Sowjet-Cnie de
heer I. Toegarinov met de Moskou
express in Hoek van Holland aangeko
men. De opvolger van Sovjet-ambassa
deur Ponomarenko die ons land in okto
ber '61 verliet was alleen vergezeld
van zijn echtgenote. In Hoek van Hol
land werd de heer Toegarinov begroet
door de Russische zaakgelastigde Timo-
jev, mr. R. B. baron Van Lynden als ver
tegenwoordiger van het hof en een groot
aantal diplomaten van de Russische en
andere ambassades in Den Haag.
Deze laatsten begeleidden hem ook
naar Den Haag waar hfl in het Rus-
siche gebouwencomplex aan de Andries
Bickerweg zijn intrek nam. Mevrouw
Toegarinov werd op het station bedol
ven onder de bloemen.
nl de stationswachtkamer in de Koek
stond de amDassadeur met behulp van
een tolk de pers te woord. Hij haastte
zich hierbij te vertellen, dat hij zelf in
de journalistiek werkzaam is geweest.
Hij was zeer vriendelijk maar beslist
in zjjn optreden. Hij weigerde concrete
zaken zcals b.v. de gratie van Reijdon
en De Jager aan te roeren. Wel zei
hij, dat zijn eerste en belangrijkste op
dracht was de verslechterde betrekkin
gen tussen Nederland en Rusland te ver
beteren.
Hij hoopt, dat men hem van Neder
landse -zijde zou steunen. Hierbij deed
hij ook een beroep op de Nederlandse
pers. Natuurlijk bracht :i ook zijn groe
ten over aan het ..goede hardwerkende
Nederlandse volk". Op de vraag of hfl
ai eerder in Nederland was. antwoord
de hij: Een dag en dan nog dank zij
een noodlanding op Schiphol. Hij was
met de trein naar Nederland gekomen
om direct al iets van Nederland te zien.
In de trein tussen Rotterdam en Hoek
van Holland hebben wij in de gang zeer
kort de gelegenheid gehad een paar
woorden met de heer Toegarinov te wis
selen. De ambassadeur sprak geen En
gels en slechts enkele woorden Duits.
Op praktisch alle vragen antwoordde
hij met een gebaar in de richting van
Hoek van Holland met een woord dat
het midden hield tussen „denn" en het
Engelse „then". De heer Toegarinov
was trouwens eerder genegen vragen
te stellen dan te beantwoorden.
Advertentie
APELDOORN, 22 mei Zaterdag
avond houdt het kath. jeugdzorgcomi
té alhier een „zorgenbal". Het wordt
een aantrekkelijke avond in HofeJ Bloe-
mink, waar het ensemble Frans de Hue
uit Den Haag optreedt. De bedoeling
is gelden bijeen te brengen voor stich
ten van een home voor jongeren, die
niet bil een of andere organisatie zijn
aangesloten.