Federale interventie ie Alabama Rassendiscriminatie in de V.S. is Amendementen op constitutie nog steeds geschonden worden Verklaring episcopaat O D H f 1 Een politieke twist met monsieur Bernhard MAANLICHT IN MAUBEUGE O -1 DUIDELIJKE UITSPRAKEN VAN HOOGGERECHTSHOF I Ongelijk ZATERDAG 25 MEI 1963 PAGINA 13 Twee leden van het Ameri kaanse Congres hebben vorige week de aandacht gevestigd op enkele amendemen- ,en op de grondwet die, volgens en> voldoende juridische basis orrnden voor de federale inter- ehtie in Alabama. Het Demo- ^ratische lid van het Huis van Afgevaardigden Emanuel Celier Brooklyn en de Republikeinse stator Jacob Javits uit New ork noemden o.m. de amende menten XIV en XV. In het eerste {jo van het eerstgenoemde amen dment wordt bepaald dat alle Personen die geboren of genatura liseerd zijn in de V.S. burgers van de V.S. zijn en van de staat V'aar zij wonen. „Geen staat zal een wet uitvaardigen of ten uit voer leggen", zo luidt deze be paling verder, „die de voorrech ten of de immuniteiten van de burgers van de V.S. zal beperken; Poch zal een staat een persoon jhogen beroven van leven, vrij- did of eigendom" en tenslotte »aan niemand kan de gelijke be scherming onder de wet ontzegd borden". (Dit amendement is in Toen president Lincoln k april 1865, enkele dagen vóór het einde 1868 van kracht geworden). van de Burgeroorlog, de stad Richmond (Virginia) binnenreed, Vervolgens werd in 1870 in het werd hij enthousiast begroet door de negerbevolking. Op 1 januari Vijftiende amendement op de con- 1863 was door Lincoln de slavernij afgeschaft. Stemrecht stitutie (lid 1) bepaald: „Het recht van de burgers van de Ver enigde Staten om te stemmen kan niemand ontzegd worden en het *an niet worden beperkt door de verenigde Staten of door enige •taat op grond van ras of kleur..." homas Jefferson, de derde presi dent van de Verenigde Staten, chreef in zijn Onafhankelijk heidsverklaring van 1776: „that oil men aire created equal". DE NEGERS IN DE VERENIGDE STATEN Generaal Nathan Bedford Forrest, een van de oprichters van de Ku Klux Klan. '4 f s s ONGRONDWETTIG ter in het ongelijk stelde. Toen ging de NAACP in hoger beroep en tenslotte werd op 17 mei 1954 door het federale Hooggerechtshof in Washington bepaald, „dat op het terrein van het openbaar onderwijs de leer van gescheiden maar gelijk geen plaats heeft. Gescheiden on derwijs faciliteiten zijn in wezen onge lijk". Die uitdrukking „gescheiden maar gelijk" (separate but equal) was een verwijzing naar een uitspraak van dit zelfde federale Supreme Court van 1896. Het Hooggerechtshof moest toen beslissen in een rechtszaak die ont staan was, omdat in 1892 een neger plaats had genomen in een treincou- pé voor blanken. Amerika's hoogste rechtscollege bepaalde dat rassenschei ding in overeenstemming geacht kon worden met de grondwet en de amen dementen op de grondwet als blan ken en zwarten gelijke faciliteiten kre gen. Acht en vijftig jaar later be schouwde het toenmalige Hoogge rechtshof de uitdrukking „separate but equal" echter als een contradic tio in terminis. Die uitspraak van negen jaar geleden was voor een be langrijk deel een persoonlijk succes van de advocaat van de NAACP Thur- good Marshall, die zich met grote bekwaamheid en ijver had ingezet voor de zaak van de rassenintegratie in het onderwijs. Intussen heeft het Supreme Court op 31 mei 1955 bepaald, dat de integratie van het onderwas in het zuiden van de V.S. moest worden uitgevoerd „with all deliberate speed". Het District of Columbia (de stad Washington) en Ma ryland, Kentucky en Delaware (drie zogenaamde Border States) hebben vol ledig gehoor gegeven aan dit bevel van het federale Hooggerechtshof, maar in Alabama, Mississippi en South-Carolina is nog geen enkel schooldistrict geïnte greerd. MimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiliiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiMiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilliiiiililiilllliliiiiliMlimiilliniMilllllllllillllMiiiiiiiiiruiimiiiinim'MiiiiiininiiiiiiiiiiinMiiiiimiHiiiiiiiiiiiiir p 7 november 1955 is door het Hooggerechtshof beslist dat alle rassenscheiding in openbare par ken, zwembaden, sportvelden en zovoort in strijd is met de grondwet, en korte tijd later werd ook de rassen scheiding in het verkeer tussen de sta ten ongrondwettig verklaard. Maar in het Diepe Zuiden heeft men zich van deze uitspraken weinig aangetrokken, en tegen dit hardnekkig verzet hebben de zogenaamde Freedom Riders gedemon streerd. tJ^€ri Pleegt echter nog wel verder /Tug te gaan in de geschiedenis van jSPerika, door te verwijzen naar Jef- «rsons Onafhankelijkheidsverklaring -fth 1776, waarin betoogd wordt „that -S men are created equal". In het eer- te ontwerp voor zijn Declaration of In dependence had Jefferson overigens uit- d-«-endence had Jefferson overigens uit uV.Ukkeliik de slavernij veroordeeld i df t 01 van de zuidelijke afgevaardigden huwelijk de slavernij veroordeel 9 de definitieve bepaling van de tekst gesch: j ueiinilieve ucpamig van ue lenst ïo2u ^eze passage geschrapt op ver- „U* van de zuidelijke afgevaardigden lasn het Continentale Congres in Phi- ^elphia. br. Ralph Abernethy, een van de kaste medewerkers van dr. Martin J-Uther King, zei deze week in Bir- ?mgham (Alabama): „De negers ■jachten nu 350 jaar op hun vrijheid 100 jaar op de rechten die hun ¥?°r de grondwet zijn verzekerd. v*eri kan hen dus niet van ongeduld Schuldigen". e lange lijdensweg van de negers in Amerika is bijna drie en een halve eeuw geleden begonnen. Reeds in 1619, twaalf jaar na de vestiging van de eerste blijvende Engel se nederzetting op Amerikaans grondge bied, werden (meteenNederlandsschip) slaven aangevoerd naar de Nieuwe We reld. Die import van slaven in Amerika zou gedurende bijna tweehonderd jaar worden voortgezet. Eerst op 1 januari 1808, onder het presidentschap van Jeffer son, werd de invoer van negers verbo den. Maar het duurde tot 1 januari 1863 voor de slavernij werd afgeschaft in Lincolns „Emancipation Declaration", en pas in december 1865, acht maan den na het einde van de Burgeroorlog, werd, in het dertiende amendement op de Amerikaanse grondwet bepaald: „Noch slavernij noch onvrijwillige dienst baarheid zullen in de Verenigde Staten bestaan". Maar in dat zelfde jaar (1865) werd in Pulaski (Tennessee) de Ku Klux Klan opgericht door een groep fanatie ke blanken, die de emancipatie van de Amerikaanse neger met alle middelen wilden tegenhouden. Dit geheime ge nootschap, dat in het verleden vele kleurlingen heeft doen lynchen, dat ma cabere plechtigheden houdt in lange wit te gewaden rond brandende houten krui sen en dat de christenen en de Joden evenzeer haat als de negers, speelt ook nu nog een rol bij de onlusten in Ala bama. Het duurde tot het begin van deze eeuw voor de strijd van de Ameri kaanse negers voor rassengelijkheid behoorlijk georganiseerd werd. Op 12 februari 1909, het eeuwfeest van Lin colns geboorte, besloot men tot de oprichting van de „National Associa tion for the Advancement of Colored People" (NAACP). Een van de voor naamste oprichters van deze organi satie was een hoogleraar van de uni versiteit van Atlanta, prof. dr. W. E. B. Dubois, die uit een Frans Hugeno tengeslacht voortkwam. Dubois en diens medestrijders concentreerden aanvankelijk hun activiteiten op het uitroeien van de lynch-praktnken. De NAACP heeft zich altijd van wettige middelen willen bedienen voor de li quidatie van de rassendiscriminatie. Het grootste succes tot nog toe heeft deze machtige negerorganisatie be haald in haar strijd voor de integratie van het onderwas. Eisenhower zag zich in 1957 genood zaakt tot federaal ingrijpen in Little Rock (Arkansas), waar gouverneur Fau- bus een felle strijd voerde tegen de rassenintegratie. Kennedy heeft vorig jaar federale troepen gestuurd naar Ox ford (Mississippi) en enkele dagen ge leden besloot hij tot interventie in Ala bama. Tevoren had hij, op 28 februari j.l., in een speciale boodschap aan het Congres over de Burgerrechten, een vurig pleidooi gehouden voor toeken ning van het kiesrecht aan alle ne gers. Drie en negentig jaar na de aan neming van het vijftiende amende ment op de grondwet wordt in het zuiden van de V.S. nog altijd het stemrecht onthouden aan een zeer groot aantal negers met het voorwend sel dat zij niet voldoen aan de ver eiste „proeven van bekwaamheid". Het komt zelfs voor dat academisch ge vormde negers zakken voor dit dis criminerende „toelatingsexamen", ter wijl de meest onderontwikkelde blan ken nog slagen. De federale regering neemt nu echter maatregelen om aan deze wantoestand een einde te maken. oewel in de vorige eeuw Uncle Tom's Cabin", het beroemde boek van Harriet Beeoher Stowe, door Rome op de index werd ge plaatst, heeft de Kerk in onze tijd de rassendiscriminatie in de V.S en elders scherp veroordeeld. Paus Pius de Twaalfde heeft zich her haaldelijk tegen de rassenscheiding uit gesproken, en dit voorbeeld is gevolgd door Paus Joannes de Drie en Twintig ste in zijn jongste encycliek „Pacem in terris". In 1958 gaf het Amerikaanse episco paat een verklaring uit onder de titel „Discrimination and the Christian Con science". De afgedwongen rassenschei ding, zo zeiden de bisschoppen, is niet in overeenstemming met de christelijke In het dorp Summerton (South-Caro- lina) dus in het Diepe Zuiden van de V.S., had het blanke schoolbestuur ge weigerd negerkinderen toe te laten op een school, die tot dan toe alleen door blanke kinderen werd bezocht. De NAACP daagde het schoolbestuur voor de rechter, die de negerorganisatie ech- 1202561 MONT, IDAHO TEXAS E323 10 -50% leer over de houding die w(j tegenover onze medemensen moeten aannemen en wel om de volgende twee redenen: Op de eerste plaats drukt de wettelijke rassenscheiding, of welke vorm van ras senscheiding dan ook, een stempel van minderwaardigheid op het afgeschei den volk, en vervolgens is het een his torisch feit, dat de rassenscheiding in de V.S. geleid heeft tot onderdrukking en tot het onthouden van elementaire menselijke rechten aan de neger. „Wij moeten rustig, moedig en in een geest van gebed optreden om de huidige ont wikkeling te stuiten vóór het te laat is", aldus de Amerikaanse prelaten, die tenslotte hun landgenoten herinnerden aan de woorden van Jeffersons Decla ration of Independence, waarin gezegd wordt, dat alle mensen gelijk gescha pen zjjn en dat zij van hun Schepper zekere onvervreemdbare rechten hebben gekregen waaronder dat van de vrij heid. H. BRONKHORST m n Wat denkt men in Bruay, in Denain en in Valenciennes van generaal De Gaulle's goodwillreizen door de provincie? Zijn de mijnwerkers tevreden over het akkoord, dat zoveel voeten in aarde heeft gehad? Wel, ca dépend. Moet men geloof hechten aan de woor den van monsieur Bernhard, dan is alles naar wens verlopen. Monsieur Bernhard lijkt ontsproten aan de tapkast van madame Bazin, of misschien is het nog beter het andersom te stellen. Hij staat iets ter zijde van de bierpomp en heft, na een aantal gescandeerde zinnen, steeds de handen ten hemel, zodat alles wat op de toog staat, vergeten lijkt en achtergebleven in een gebied, waar men wel heeft leren drinken, maar waar men nimmer tot de sierlijke denkarabesken is gekomen, die steeds opnieuw als forse bloesemtwijgen ontsprui ten aan het brein van monsieur Bernhard. Kijk, zegt hij, dit akkoord is de gulden mid denweg tussen wat wij van meet af gewild hebben en wat le grand Chef nooit heeft tegen gehouden. Vraagt men, waarom het dan zo lang geduurd heeft, dan vraag ik op mijn beurt: Mon Dieu heeft men leren denken, of is men gebleven als een kalf in de wei? Heeft le grand Chef dit akkoord niet gewild? Maar natuurlijk heeft hij het gewild. Alleen, hij heeft een regering van bureau craten en inktezels aan zjjn rug hangen. Weten die wat een mijnwerker is? Hij heft de armen in grote vlucht en alleen de rechterarm daalt even later om een glas cognac te grijpen. Het antwoord, zegt monsieur Bernhard, is zo klaar als een klontje. De witte boorden van Parijs weten niets. Maar, en hjj laat de cognac driftig door de mond spoelen, onze Generaal heeft het er tóch doorgekregen. In de kring rondom wordt wat gegromd. Een jon geman met een streepjessnor, die al langer lelijk heeft gekeken, zegt, gesteund door enkele kornui ten, dat monsieur Bernhard er al jaren „uit" is. Hij kent het leven van een mijnwerker niet meer, sinds hij in de vakbond zetelt. De voorzitter van de vakbond, die dichtbij Monsieur Bernhard aan een tafeltje zit, interrumpeert, maar de jongeman roept daarboven uit dat er een tijd is geweest, dat Monsieur Bernhard ook niet vies was van het communisme. Wij mogen deze jongeman dankbaar zijn voor het geven van zjjn commentaar, want eerst nu geraakt monsieur Bernhard in grootse vorm. Hjj wacht, nadat de laatste woorden verstorven zijn, lang durig. Zijn grote steenrode neus begint zacht te krullen. Dan worden zijn lange grijze wenkbrau wen opwaarts gestreken. Ook de dichte multicolor snor en het lange witte haar worden in slagorde gestreken. Het lijkt even of monsieur Bernhard zal losbarsten in een onstelpbaar geween. Maar nog voor zijn lange armen de bierpomp verheffen op vleugelen van droevig gezang, komen de eerste woorden, langzaam en nauwkeurig getimed, naar de regels van het allerhoogste pathos a la De Gaulle. Jongeman, roept monsieur Bernhard, en er komt een kleine geraffineerde pauze, arme (pauze) kleine (pauze) Lucien (pauze plus onverstaanbare achternaam). De kenners gaan voorzichtig op de punt van hun stoel zitten. Monsieur Bernhard grijpt intussen haastig het cognacglas, als stond het toevallig een climax in de weg en giet het in de keel. Jongeman, hervat hij daarna, weet Ge wat het betekent aan uw wieg gestaan te hebben. Er wordt gesmoord gelachen. Uw Vader, vervolgt monsieur Bernhard, was een mijnwerker van het oude soort, zoals wij allemaal waren, is het niet waar Charles? (dit laatste tegen de voorzitter) harde werkers met een karig loon. Toen jij geboren werd, jonge man, liet jouw vader mij roepen. Ik kwam binnen en weet je wat je vader zei? De kornuiten van Lucien voelen het onheil en beginnen nerveus te grinneken. Wel, zei mon sieur Bernhard, jouw vader zei: „Bernhard, zeg het eerlijk, waar lijkt deze dauwwurm op? Van wie heeft hij dat zure bakkes? Het gelach neemt toe en Lucien is hoogstens nog in aanleg een heel klein boertje met ontzaglijke kiespijn. Verder is hij nergens meer, laat staan iets. Kijk jongeman, vervolgt Monsieur Bernhard, ik heb toen gezegd dat het wel mee viel. Ik heb tégen mijn gemoed gesproken, om een arme vader niet ongerust te maken. Ik geef maar een voorbeeld. Maar ik vraag wel in alle ernst; en beide armen geven de bierpomp nieuwe hoge wieken, wat is de dank van een dauwwurm? Dit is het moment waarop de spanning zich mag ontladen. Er kan nu hardop gelachen wor den. De eerste ronde is voorbij. Lucien staat groggy tussen de grijnzende vrienden. Monsieur Bernhard praat even met madame Bazin en trekt met duim en wijsvinger van zijn linkerhand herhaalde lijk aan zijn steeds roder geworden neus. Kijk, vervolgt hij dan zijn monoloog voor allen, Lucien is maar een snotneus. Hij is ongeschoold. Hij wil aan politiek doen. Maar heeft hij Zola gele zen? Of Frans of Engels? Heeft hjj er enig idee van wat er gebeurt in de wereld? Ik zeg namens u allen heel duidelijk: Nee, mijne vrienden, dat heeft hij niet. Als onze Generaal besluit de Pa- rijse witboorden te betrekken in de beslissingen op sociaal en economisch gebied, dan is dat breed gedacht Maar wat zeggen de snotneuzen? Die pra ten van dictatuur. Weten zij veel? Ze lezen de krant maar de vraag is of ze künnen lezen. Als de chef morgen de senaat opheft is dat alleen een wel daad. Er komen een aantal prachtige salarissen vrij voor betere doeleinden r p dat moment gaat de deur open. Er komt een rij jongelieden binnen met kolossale kui ven en schilderachtige shawls, die in hel kleurige bloezen en vesten zijn gedrapeerd. Enkelen dragen kleine hoedjes met op en neer ge slagen randjes. Er zijn drie meisjes bij in zwarte leren jassen. Zij breken de politieke spanning zicht baar. Lucien gaat af met twee vrienden, die bij de deur wat aarzelend omkijken. Monsieur Bern hard maakt brede gebaren naar Madame Bazin. De voorzitter van de vakbond geeft een rondje. De kuiven dringen op naar de juke-box. Het gevaar lijkt onafwendbaar. Monsieur Bernhard is bij de tafel van de vakbonzen gaan staan. Even later komt hij naar ons toe. Ik hoop dat u een indruk hebt gekregen, zegt hij. Wij hebben de laatste weken ontzettend veel journalisten over de vloer gehad, maar ik hou niet van dit voorgekauwde spul. Geef mjj maar infor matie fris van de lever. Hij kijkt met de blik van een oude wijze leeuw naar één van de nozem- meisjes. U weet waarschijnlijk, zegt hij, dat De Gaulle hier op het ogenblik vlakbij zit. Vandaag trekt hij door de Ardennen en Champagne. Zieltjes winnen, zeggen de tegenstanders. Maar gelooft u mij, hij hoeft geen zieltjes te winnen. De Chef is populair gebleven, ook hier bjj de jongens van de mijn. V1 11Z J 11:1. ..2 - - J i am am rvriw r» n /-kV-, 4 a* s een rijks zelfstandïgb ren. Na enige moeilijke ogenblikken blijkt het echter de jukebox te zijn. De grootste kuif, een slungel met een bleek hoofd vol kroezige krulletjes, heeft kans gezien er enkele munten in te stoppen. Het lied waar wij getuig» van mogen zijn, paart een maximaal volume aan een minimale melodie. De tekst van deze liederen is overal ter wereld vrn eenvoudig. In dit geval bestaat hij uit: toeiest, toeiest, toeiest, ola ola toeiest. Monsieur Bernhard is overeind gaan staan en wiegt de buik enigszins vooruit in de richting van de jukebox. Er trekt een kleine milde lach over zijn agressieve kop, die van de niet helemaal be grijpende bewonderaar. C'est le twist, zegt hij tegen mij, als was ook dat nog informatie fris van de lever. De vet- kluiven begrijpen dat monsieur Bernhard, de ge duchte strijder, hun niets in de weg zal leggen. En voor iemand weet wat er gebeurt, is men daar au zinc bij madame Bazin met de heupen aan het zwiepen en ook met zwaaiende handjes aan het houwen, dat het een lieve lust is. De mijnwerkers proberen hun gesprek boven de toiest uit, voort te zetten. De voorzitter geeft nog een rondje. De hoof den worden steeds roder. Monsieur Bernhard komt weer naast ons zitten. De toiest, roept hij, is van Amerikaanse oor sprong. Maar zoals hij hier gedanst wordt, is hij Frans. Wij zijn net op tijd gered. Eerst uit de klau wen van de Sovjet. Later uit de buidel van Ame rika. Hij houdt het hoofd even achterover, als de tweede plaat haar weg begint te zoeken. Daarna be gint hij met zijn ontzaglijke leeuwekop te wiegen. Dit is een aardige wijs, zegt hij. Hier uit het Noorden. Het lied heeft iets van een ouderwetse tango. De tekst handelt over Maneschijn in Mau- beuge, een plaats waar wij menigmaal door zijn gereden, zonder dat de rozengeur ons is opgevallen. Als de muziek zwijgt, vragen wij aan monsieur Bernhard waarom er in de mijnstreek overal NON op de muren staat, als men het zo eens is met De Gaulle. Monsieur Bernhard strijkt vermoeid door zijn ha" Breng eens drie pastiche, roept hij. Kijk, zegt hij dam, die vraag is te begrijpen van een vreemdeling. Op muren kladden doen hier alleen communisten en jongens als Poujade. Na tuurlijk zitten er in de mijnen veel linkse knapen. Die hebben er altijd gezeten. Maar u kunt me ge rust geloven. De Gaulle is getapt. Hjj heeft zjjn figuur mee. En hij heeft zijn les geleerd, na deze stakingen. Als de grondwet veranderd wordt gaat de witteboordensenaat aan de kamt. We gaan de kant uit vam een sociaal-economische raad van advies. Ik hoop, zegt hij met de hand voor de mond, met meer invloed van de vakbeweging en controle op de onproduktieve staatsuitgaven. Hij drinkt peinzend. Geloof me, zegt hij, U kunt de route van de Chef gerust volgen. We leven in een vrjj land. Natuurlijk is er een controle. Dat die scherp is, ligt niet aam De Gaulle, maar aam de O.A.S. en dat soort crapule. Hij drinkt nog eens en begint zacht grommend te zingen Hé, Charles, roept hij tegen de voorat ter, dams eens jongen, toeiest, toeiest, ola toeiest. CAREL SWINKELS s E lllllllllllllllllttllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIillIlUllHIIIltlhHIIlllllllHIIIIflIllllllHIftllMifHHlIHttHttlIllHIlHtttllflIllflIBIIIIIIIIHl IHHmWimillllWmiHHIHlIHHMimillHIHMI NHtMIIHWI

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 13